SAMENLEVINGSOVEREENKOMST
Dukers & Baelemans
Advocatuur & Notariaat
Op 15 juni tweeduizend één verschenen voor mij, mr. Xxxx xx Xxxxx notaris te Tilburg:
1. de xxxx XXXX XXXXXXXXXX, geboren te Utrecht op één november negentienhonderd drieënzestig, geïdentificeerd aan de hand van een paspoort met nummer NL12345, uitgegeven te Tilburg op twee december tweeduizend twee;
2. xxxxxxx XXXXXXX XXXXXXX, geboren te Rotterdam op vijftien juni negentienhonderd zesenzeventig, geïdentificeerd aan de hand van een paspoort met nummer NL98765, uitgegeven te Tilburg op twee december tweeduizend twee;
beiden ongehuwd en niet geregistreerd als partner in de zin van het geregistreerd partnerschap en beiden wonende Tilburg, Xxxxxxxx Xxxx 000.
welke verschenen personen verklaarden:
- dat zij een affectieve relatie hebben;
- dat zij sinds drie maart negentien negenennegentig samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Zij zijn overeengekomen de vermogensrechtelijke gevolgen daarvan met ingang van heden als volgt te regelen:
DOEL
Met deze overeenkomst willen wij onder meer regelen:
1. de kosten van de gemeenschappelijke huishouding;
2. de kosten van financieringen;
3. de gemeenschappelijke goederen;
4. de gemeenschappelijke woning.
Wij beschouwen deze regeling mede als voldoening aan een verzorgingsverplichting jegens elkaar.
DUUR
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Iedere partner heeft het recht de overeenkomst op te zeggen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.
GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING
1. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding zullen worden gedragen door de partners naar evenredigheid van hun inkomen. Met inkomen wordt in dit samenlevingscontract bedoeld wat daar in het maatschappelijk verkeer onder wordt verstaan, voor aftrek van belastingen en sociale lasten.
Partijen nemen alleen de inkomsten uit werk en onderneming in aanmerking en niet de inkomsten uit vermogen.
Onder inkomen wordt door de partijen onder andere verstaan:
- inkomsten uit werk;
- inkomsten ter vervanging van inkomsten uit werk, zoals arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen en bijstandsuitkeringen;
- inkomsten uit onderneming;
- pensioenuitkeringen.
2. Ter bestrijding van de kosten van de gemeenschappelijke huishouding zal ieder van de partners maandelijks een bedrag storten op een gemeenschappelijke bank- en/of girorekening en/of in een gemeenschappelijke kas tenzij de partners anders overeenkomen. De hoogte van dit bedrag zal in onderling overleg worden vastgesteld.
3. Indien slechts één van de partners inkomsten heeft, komen de kosten van de gemeenschappelijke huishouding geheel ten laste van die partner.
4. Voor zover de inkomens ontoereikend zijn, komen de kosten ten laste van de inkomsten uit vermogen, naar evenredigheid van die inkomsten. Voor zover ook die inkomsten ontoereikend zijn, komen die kosten ten laste van de vermogens, naar evenredigheid van die vermogens.
Een en ander geldt niet, voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
1. Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden gerekend:
- levensonderhoud;
- huisvesting, waaronder begrepen de netto-rentelast met betrekking tot geldleningen, aangegaan ter financiering van de gezamenlijke woning die in eigendom toebehoort aan een van de partners, de huurtermijnen aangaande de huur van de gezamenlijke woning;
- financieringskosten van gemeenschappelijke bezittingen;
- de uitgaven ter zake van de reparatie en het onderhoud van de tot de inboedel behorende zaken;
- verzorging en opvoeding van kinderen die uit hun relatie zijn of worden geboren, dan wel van kinderen die met beider toestemming in huis zijn of worden opgenomen, waaronder begrepen kosten van kinderopvang;
- studie;
- gebruikelijke schadeverzekeringen met inbegrip van de premie voor een eventuele ziektekostenverzekering;
- gezamenlijke vakanties;
- hobby’s;
- kleding;
- door beiden gebruikte vervoermiddelen.
2. Ter zake van aan de partners in mede-eigendom toebehorende bezittingen, zullen tot de kosten van de huishouding worden gerekend de kosten van alle gewone lasten en herstellingen en buitengewone herstellingen, de zakelijke belasting en de premie voor de opstalverzekering.
3. Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden niet gerekend:
a. premies van xxxxxx- en ongevallenverzekeringen. Ter zake is artikel 5 van toepassing;
b. de aflossing van een financiering die is aangegaan door de partners gezamenlijk voor de aanschaf van de gemeenschappelijke bezittingen. Ter zake is artikel 6 van toepassing.
4. Schulden die zonder medewerking van de andere partner zijn aangegaan, komen uitsluitend en geheel voor rekening van de partner die deze schulden is aangegaan.
5. Het recht tot het vorderen van een verrekening op grond van artikel 3 en 4 vervalt één jaar na het betreffende kalenderjaar.
LEVENSVERZEKERING
Premies en koopsommen van een verzekering die een uitkering geeft bij overlijden en al hetgeen daarvoor overigens verschuldigd wordt, vallen niet onder de kosten van de gemeenschappelijke huishouding, maar zijn verschuldigd door degene die blijkens de desbetreffende polis verzekeringnemer en begunstigde is ingeval van overlijden van het
verzekerd lijf. De premies en koopsommen blijven buiten iedere verrekening van inkomen of vermogen.
KOSTEN VAN FINANCIERING
Met betrekking tot financiering van de aanschaf van gemeenschappelijke bezittingen als bedoeld in artikel 4 lid 3 b komen partners overeen dat zij de aflossingen voor hun rekening nemen, naar evenredigheid van hun eigendomsverhouding. Indien één van de partners meer heeft afgelost, wordt dit meerdere verrekend overeenkomstig artikel 8 lid 4.
GEMEENSCHAPPELIJKE GOEDEREN
1. a. Alle inboedelgoederen als bedoeld in artikel 5 boek 3 BW, alsmede alle vervoermiddelen reeds verkregen of in de toekomst nog te verkrijgen ten behoeve van de gemeenschappelijke huishouding, zijn respectievelijk zullen door de partners in mede-eigendom worden verkregen, ieder voor de onverdeelde helft. Zij verlenen elkaar over en weer onherroepelijke volmacht tot het verrichten van de desbetreffende rechtshandelingen.
b. Hieronder vallen echter niet:
- die goederen, waarvan de partners na het sluiten van deze overeenkomst schriftelijk anders overeenkomen;
- die goederen, die de partners krachtens erfrecht of schenking hebben verkregen of zullen verkrijgen;
- die goederen welke naar hun aard persoonlijk zijn;
- die roerende zaken die privé gehouden worden voor zover daarvan blijkt uit een aan deze akte te hechten lijst.
2. Alle bank- en beleggingsrekeningen die ten name van beide partners zijn gesteld (de zogenaamde “en/of rekeningen”) worden geacht gemeenschappelijk eigendom te zijn; ieder van de partners is voor de helft gerechtigd in de saldi van dergelijke rekeningen.
3. Ter zake van de verwerving van de in lid 1 bedoelde goederen en de in lid 2 bedoelde banksaldi, hebben de partners thans noch in de toekomst iets van elkaar te vorderen.
4. In alle gevallen waarin tussen de partners een geschil bestaat omtrent de eigendom van een goed en geen van beiden zijn/haar recht op dit goed kan bewijzen, wordt het goed geacht aan beiden toe te behoren, ieder voor de onverdeelde helft.
Dit vermoeden werkt niet ten nadele van de crediteuren van de partners.
5. Voor zover nodig hebben de partners met elkaar geruild en aan elkaar geleverd de onverdeelde helft in ieders tot de inboedel behorende zaken en vervoermiddelen.
GEMEENSCHAPPELIJK BEWOONDE WONING
1. Indien door de partners een door hen gezamenlijk bewoonde woning(en) wordt verkregen, zal de partner die uit eigen middelen meer dan zijn/haar aandeel van de koopsom en de kosten heeft betaald dan wel investeringen en/of extra aflossingen heeft gedaan, voor dat bedrag een renteloze vordering hebben op de andere partner.
Deze vordering is opeisbaar:
- bij vervreemding van de woning;
- bij feitelijke beëindiging van de samenwoning;
- ingeval een partner het vrije beheer over zijn/haar vermogen verliest anders dan door onderbewindstelling als bedoeld in de Wet Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen.
ONTBINDING
Deze overeenkomst wordt ontbonden:
a. indien, zonder dat een opzegging als sub b bedoeld heeft plaatsgevonden, de partners in gezamenlijk overleg de overeenkomst feitelijk hebben beëindigd en zijn overgegaan tot verdeling van hun gezamenlijke vermogensbestanddelen.
b. door opzegging door één van de partners op het tijdstip tegen welke de opzegging is gedaan. De opzegging geschiedt bij aangetekend schrijven gericht aan de wederpartij, waarbij een opzegtermijn van tenminste een maand in acht genomen moet worden; indien de verblijfplaats van de wederpartij niet bekend is en het ook anderszins niet mogelijk is om met de wederpartij in contact te treden, kan het bedoelde aangetekend schrijven worden gericht aan het kantoor van de notaris die deze akte heeft verleden of aan de opvolger in diens protocol;
c. door overlijden van één van de partners;
d. door het aangaan van een geregistreerd partnerschap of huwelijk. Onder verbreking van de samenwoning wordt niet begrepen de wegens dringende gezondheidsredenen gedwongen opname van (één van ons) beiden in een verpleeg- of verzorgingstehuis.
VERDELING
1. De partners zijn -indien de overeenkomst wordt ontbonden anders dan door overlijden- verplicht er aan mee te werken, dat het gemeenschappelijk vermogen zo spoedig mogelijk bij helfte wordt verdeeld, zoals hierna vermeld.
Ieder van de partners heeft recht op toedeling van de zaken die van ieders eigen kant tot het gemeenschappelijk vermogen zijn gaan behoren onder verrekening van de waarde.
2. Het in lid 1 bepaalde is niet van toepassing indien de partners met elkaar trouwen in enige gemeenschap van goederen of op grond van het aangaan van een geregistreerd partnerschap een gemeenschap van goederen ontstaat, voor zover deze gemeenschap de in lid 1 bedoelde goederen kan omvatten.
3. Voor de bepaling van het zuiver saldo van het gemeenschappelijk vermogen, bedoeld in lid 1, zal per de dag van het eindigen van de overeenkomst een staat van baten en schulden worden opgesteld.
Op deze staat worden de gemeenschappelijke registergoederen opgenomen voor de waarde in onbewoonde staat.
Op deze staat worden de overige goederen opgenomen voor de waarde, daaraan toegekend door de partners in onderling overleg.
De schulden zullen op de staat worden opgenomen met inachtneming van de regels, die gelden voor successie-aangiften.
Voor zover zij over de verdeling niet tot overeenstemming kunnen komen, zal de verdeling plaatsvinden op de wijze als bepaald in artikel 3:185 van het Burgerlijk Wetboek voorzover geen afwijkende regeling in deze akte is getroffen.
4. Een eventuele uitkering wegens overbedeling moet worden gedaan uiterlijk drie maanden na het einde van de samenwoning.
RECHT OP TOEDELING
Indien in onderling overleg geen verdeling tot stand gebracht kan worden na ontbinding van deze overeenkomst en één van de partners zijn aandeel in het registergoed wenst te vervreemden, hierna te noemen: vervreemder is hij/zij verplicht zijn aandeel aan de andere partner, hierna te noemen: rechthebbende aan te bieden met inachtneming van het volgende beding:
beding
De overnameprijs is gelijk aan de verkoopwaarde in onbewoonde staat, vast te stellen in onderling overleg of -bij gebreke van overeenstemming- tegen de prijs die wordt vastgesteld door twee deskundigen, waarvan iedere partner er één benoemt. Bij de aanbieding moet de vervreemder de door hem aangewezen deskundige opgeven.
.
VERBLIJVINGSBEDING
1. Wanneer de samenleving eindigt door overlijden van een van de partners, zullen de gemeenschappelijke goederen zonder vergoeding van de waarde verblijven aan de langstlevende van hen. Deze is verplicht om het aandeel van de ander in de eventuele schulden die op die goederen betrekking hebben over te nemen en als eigen schuld te voldoen.
2. Voor het geval van verblijving na overlijden verlenen partijen elkaar over en weer volmacht ter uitvoering van de verplichting tot levering. Deze volmacht is onherroepelijk.
3. Bij faillissement, het van toepassing worden van een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of het in surseance van betaling geraken van een van de partijen, zullen de gemeenschappelijke goederen verblijven aan de andere partij, die verplicht is:
a. om het aandeel van de ander in de eventuele schulden die op die goederen betrekking hebben over te nemen en als eigen schulden te voldoen, voor zover het bedrag van die schulden niet hoger is dan de waarde van die gemeenschappelijke goederen;
b. om aan de andere partner te vergoeden de helft van het saldo van de waarde van de verbleven gemeenschappelijke goederen, te verminderen met het aandeel van de andere partner in de schulden die daarop betrekking hebben.
4. In alle gevallen heeft degene aan wie gemeenschappelijke goederen verblijven, het recht binnen drie maanden na ontstaan van het recht tot verblijven te verklaren, dat hij de verblijving niet wenst. Het verblijvingsbeding heeft dan geen gevolg.
Verder heeft het verblijvingsbeding geen gevolg als de langstlevende partij de eerststervende partij minder dan dertig dagen overleeft.
PARTNERPENSIOEN
1. De partners wijzen elkaar over en weer aan als partnerpensioengerechtigde ingeval de pensioenregeling(en) waaraan de partners deelnemen een partnerpensioen kent (kennen). De partners verklaren ermee bekend te zijn dat zij, om in aanmerking te komen voor een partnerpensioen, aan alle door het respectievelijke pensioenreglement gestelde eisen moeten voldoen.
De partners accepteren deze wederzijdse aanwijzingen.
2. Indien één der partners niet langer wenst dat de andere partner in aanmerking komt voor partnerpensioen op grond van de pensioenregeling waaraan hij/zij deelneemt, zal de aanwijzing worden herroepen op de wijze zoals voorgeschreven bij het desbetreffende pensioenreglement.
Partijen verklaren alle eventuele eerdere begunstigingen bij deze te herroepen.
3. Bij ontbinding van deze overeenkomst, anders dan door overlijden van één van partijen, bestaat geen recht op verevening of verrekening van ouderdomspensioen, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
Het afzien van het recht van verevening of verrekening van ouderdomspensioen heeft geen betrekking op de aanspraken op nabestaandenpensioen.
.
RECHTSKEUZE
Xxxxxxxxx verklaarden de verschenen personen, dat op de in deze akte neergelegde overeenkomst Nederlands recht van toepassing zal zijn.
SLOT
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend en de identiteit van de verschenen personen is door mij, notaris, aan de hand van de daartoe bestemde documenten vastgesteld.
WAARVAN AKTE, verleden te Tilburg op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De inhoud van deze akte is aan de verschenen personen opgegeven en toegelicht. De verschenen personen hebben verklaard op volledige voorlezing van deze akte geen prijs te stellen en tijdig voor het verlijden van deze akte van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te stemmen.
Onmiddellijk daarna is deze akte beperkt voorgelezen en door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend.