Contract
C-189
Green Deal Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op sportvelden
Partijen
a. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Xxxxxxxx en de Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid;
b. Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie, hierna te noemen NOC*NSF; vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer J.H.A. Bolhuis;
c. De Nederlandse Golf Federatie, hierna te noemen NGF, vertegenwoordigd door haar president de heer W.P. Zelsmann;
d. De Nederlandse Greenkeepers Associatie, hierna te noemen NGA, vertegenwoordigd door haar voorzitter de xxxx X. xxx Xxxxxx;
e. De Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties, hierna te noemen NVG, vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer M.J.J. Vernooij;
c. tot en met x. hierna samen te noemen: de Nederlandse Golfsport
f. De Vereniging Sport en Gemeenten, hierna te noemen VSG, vertegenwoordigd door haar directeur de heer A. de Jeu;
g. De Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek, hierna te noemen BSNC, vertegenwoordigd door haar directeur de heer L.G.W. Moonen;
h. De branchevereniging VHG, hierna te noemen VHG, vertegenwoordigd door haar directeur de xxxx X.X.X.X. Xxxxxx;
i. CUMELA Nederland, vertegenwoordigd door haar algemeen directeur xxxxxxx X. Xxxxxxxxx; Hierna allen samen te noemen: partijen;
Algemene overwegingen
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Gebruik van Gewasbeschermingsmiddelen op Sportvelden:
1. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is gereguleerd in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, ter implementatie van Verordening (EG) 1107/2009 betreffende het op de markt
brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Gewasbeschermingsmiddelen mogen alleen op de markt komen als zij als veilig zijn beoordeeld. In Nederland voert het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) deze beoordelingen uit. Volgens de Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden (EG 2009/128) moet het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden geminimaliseerd of verboden in gebieden die door het brede publiek of door kwetsbare groepen worden gebruikt. Deze verplichting is dus van toepassing op sportvelden, waaronder ook golfbanen worden verstaan.
2. Het Kabinetsbeleid is er op gericht om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen per begin 2016 en het gebruik op overige terreinen per november 2017 te verbieden, behoudens enkele aangewezen uitzonderingen waaronder sportvelden (zie brief van 6 februari 2014 aan de Tweede Kamer, Kamerstukken II, 2013/15, 27 858, nr. 227).
3. De reden voor de uitzondering voor sportvelden is dat het nog niet mogelijk is om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geheel achterwege te laten zonder dat de speelkwaliteit en de veiligheid voor de sporters worden geschaad.
4. De Staatssecretaris van XxxX heeft in haar bovengenoemde brief van 6 februari 2014 gemeld dat het aantal uitzonderingen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw binnen enkele jaren tot een minimum wordt gereduceerd en dat zij met betrokken organisaties afspraken wil maken om dat te bereiken. Deze Green Deal is voor partijen het instrument om deze afspraken vorm te geven.
5. Door middel van deze Green Deal nemen de partijen de regie in eigen handen en streven naar beheer zonder de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Partijen realiseren zich dat de transitie naar het beheer zonder gewasbeschermingsmiddelen veel inzet vergt en willen daarom de krachten bundelen voor een gezamenlijke aanpak en inzet.
6. Partijen zijn van mening dat eventuele uitzonderingen op het beoogde beheer zonder de inzet van gewasbeschermingsmiddelen gebaseerd moeten zijn op een diepgaande analyse en alleen mogen resteren nadat redelijkerwijs alles is ondernomen om gebruik te voorkomen. Partijen zijn van mening dat in deze uitzonderingsgevallen gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico moeten worden ingezet, voor zover die beschikbaar en voldoende effectief zijn.
7. De afspraken in deze Green Deal laten de rechten en plichten die voortvloeien uit de wet Gewasbeschermingsmiddelen en biociden onverlet.
8. De wijze waarop het beheer is georganiseerd, verschilt per sportveld. In een aantal gevallen voert de gebruiker van het sportveld (de sportvereniging of golfbaanexploitant) het beheer zelf uit en in een aantal gevallen doet de gemeente dit. Daarnaast kan het beheer ook zijn uitbesteed aan een aannemer in opdracht van de gebruiker of de gemeente. In deze Green Deal zijn partijen vertegenwoordigd
met verschillende rollen in het beheer. Partijen die gebruikers van sportvelden vertegenwoordigen, hebben een groot belang bij het behalen van de doelen in deze Green Deal vanwege de relatie tussen het beheer en de speelkwaliteit en veiligheid van sportvelden. Zij moeten voorkomen dat sporters klachten krijgen over een achteruitgang van de speelkwaliteit en de veiligheid. Daarnaast is het cruciaal dat ook brancheorganisaties van gemeenten en aannemers zijn vertegenwoordigd in deze Green Deal. Daarmee wordt bewerkstelligd dat alle actoren van hun vertegenwoordigende koepelorganisaties dezelfde boodschap krijgen. Gebruikers, gemeenten en aannemers hebben in hun specifieke rollen tenslotte allen te maken met de voorschriften volgens de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Deze gelden voor zowel degene die een gewasbeschermingsmiddel toepast als degene die daar opdracht toe verleent.
9. De inzet via deze Green Deal is in eerste instantie gericht op het verzamelen en uitdragen van goede voorbeelden om sportvelden te beheren zonder gewasbeschermingsmiddelen of met een minimale inzet daarvan. Partijen verwachten dat hiermee al een grote slag wordt gemaakt in het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Tevens wordt geïnventariseerd voor welke specifieke problemen en in welke situaties het beheer nog niet zonder gewasbeschermingsmiddelen kan worden uitgevoerd. Op basis daarvan zullen partijen evalueren welke uitzonderingen op het beoogde beheer zonder inzet van gewasbeschermingsmiddelen gerechtvaardigd zijn.
10. Om ook in deze laatste gevallen op langere termijn het beheer zonder gewasbeschermingsmiddelen uit te kunnen voeren, zijn kennisontwikkeling en innovatie benodigd. Partijen streven er daarom naar om gezamenlijk tot een innovatieagenda te komen. Het opstellen en uitwerken van deze
innovatieagenda maakt deel uit van deze Green Deal. Partijen willen via deze innovatieagenda andere instanties, die niet zijn aangesloten bij deze Green Deal, betrekken bij de benodigde innovatie.
11. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vertoont voor alle sporten een grote overeenkomst. Voor de golfsport is dit op onderdelen anders, onder andere vanwege een andere opbouw van het sportveld en eisen die de golfsport daaraan stelt. Op onderdelen kan de aanpak tussen de golfsport enerzijds en overige sporten anderzijds in deze Green Deal daarom verschillen.
12. Partijen constateren dat deze Green Deal samenhangt met de Deal groene gewasbeschermingsmiddelen. Daarin verkent de Rijksoverheid met een aantal partijen of en hoe procedures voor de toelating van deze groene gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden versneld teneinde het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico te bevorderen en daarmee de gewasbescherming te verduurzamen.
Komen het volgende overeen:
1. Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
1. Best practices: wijze van aanleg, beheer en onderhoud van sportvelden waarbij geen of zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt en dat volgens praktijkervaringen of wetenschappelijk onderzoek adequaat is om sportvelden langdurig te laten voldoen aan de technische eisen die worden gesteld met het oog op sportieve prestaties en de veiligheid van sporters.
2. Sportvelden: het bespeelbare gedeelte van buitensportterreinen inclusief een beperkte zone daar omheen die voor het beoefenen van de sport nodig is, met name bestaande uit gras, kunstgras, halfverharding of kunststof. Voor golfterreinen bestaat het sportveld uit de baanelementen greens, foregreen, apron, tees, fairways, semirough, rough, natuurlijke elementen, paden en oefenfaciliteiten en is begrensd volgens De Golfregels ofwel Rules of Golf, zoals aangenomen door R&A Rules Limited en The United States Golf Association.
Artikel 2 Doel
1. Partijen willen met deze Green Deal bereiken:
a. dat met ingang van het jaar 2020 geen gewasbeschermingsmiddelen meer worden gebruikt op sportvelden behalve in die situaties waarin dat strikt noodzakelijk is;
b. dat beargumenteerde voorstellen worden gedaan voor die situaties waarin het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen vooralsnog noodzakelijk is;
c. dat in die resterende situaties alleen gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico worden ingezet zodra die voor de betreffende toepassing beschikbaar en voldoende effectief zijn.
2. Partijen stellen als tussendoel dat uiterlijk 1 juli 2016 is bereikt dat:
a. bij de leden van de partijen goede voorbeelden zijn geïnventariseerd van het niet of zo min mogelijk gebruik maken van gewasbeschermingsmiddelen en ook voor welke situaties het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vooralsnog noodzakelijk is;
b. de leden van de partijen zijn geïnformeerd over deze Green Deal en het beoogde einddoel;
c. in het jaar 2015 een nulsituatie is vastgesteld om de omvang van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op sportvelden vast te leggen;
d. een innovatieagenda is opgesteld en een innovatienetwerk is opgericht.
2. Inzet en acties
Artikel 3 Stuurgroep
1. Partijen stellen een stuurgroep in die wordt belast met de uitvoering van deze Green Deal.
2. De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle partijen.
3. De stuurgroep komt binnen 6 weken na ondertekening van deze Green Deal bijeen.
4. NOC*NSF zit de Stuurgroep voor.
Artikel 4 Inzet en acties NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG (Kernteam Uitvoering)
1. NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG vormen samen het Kernteam Uitvoering dat is belast met de dagelijkse uitvoering van deze Green Deal.
2. NOC*NSF zit het Kernteam uitvoering voor.
3. Het Kernteam Uitvoering verzamelt de informatie die door de partijen wordt geïnventariseerd bij hun leden over hoe sportvelden zonder gewasbeschermingsmiddelen worden aangelegd en/of beheerd, en in welke situaties dat nog niet mogelijk is.
4. Het Kernteam Uitvoering stelt de onder lid 3 verzamelde informatie in de vorm van praktische instructies over het uitvoeren van best practices beschikbaar aan de partijen.
5. Het Kernteam Uitvoering inventariseert op basis van de onder lid 3 verzamelde informatie voor welke situaties kennisontwikkeling of innovatie nodig is om het beheer te kunnen uitvoeren zonder of met minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
6. Het Kernteam Uitvoering stelt een innovatieagenda op en richt een gezamenlijk innovatienetwerk in voor het verkrijgen van de in lid 5 bedoelde kennisontwikkeling en innovatie.
7. Het Kernteam Uitvoering werkt de acties die onder lid 3 tot en met 5 zijn genoemd nader uit in een plan van aanpak.
8. Het Kernteam Uitvoering stelt een communicatieplan op en voert dat uit.
9. Het Kernteam Uitvoering bereidt in overleg met het Kernteam Monitoring de besluitvorming in de Stuurgroep voor en voert beslissingen van de Stuurgroep uit.
Artikel 5 Inzet en Acties Rijksoverheid, NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG (Kernteam Monitoring)
1. De Rijksoverheid, NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG vormen samen het Kernteam Monitoring dat is belast met de begeleiding van de monitoring van de resultaten van deze Green Deal.
2. Het Kernteam Monitoring stelt een plan op voor de monitoring van het actuele gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op sportvelden om inzicht te krijgen in de resultaten van deze Green Deal en maakt hierbij gebruik van het in artikel 7, tweede lid, bedoelde format.
3. De Rijksoverheid, NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG voeren als Kernteam Monitoring het plan voor de monitoring uit en leggen een nulsituatie vast in 2015, voeren een tussenevaluatie uit over 2017 en een eindevaluatie over 2020.
4. De Rijksoverheid, NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG bereiden als Kernteam Monitoring de besluitvorming in de Stuurgroep voor in overleg met het Kernteam Uitvoering en voeren beslissingen van de Stuurgroep uit.
Artikel 6 Inzet en Acties NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG (partijen die beheerders vertegenwoordigen)
1. NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG inventariseren bij hun leden goede voorbeelden van het beheer van sportvelden zonder of met minimale inzet van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ook inventariseren deze partijen ervaringen en situaties waar het niet gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen (vooralsnog) tot knelpunten leidt. Deze partijen stellen
de geïnventariseerde informatie beschikbaar aan het Kernteam Uitvoering.
2. NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG betrekken bij het inventa riseren van de onder het eerste lid genoemde informatie ook goede voorbeelden van terreinbeheer zonder of met minimale inzet van gewasbeschermingsmiddelen buiten de sportsector.
3. NOC*NSF, de Nederlandse Golfsport, BSNC, VHG, CUMELA Nederland en VSG dragen de doelstelling van deze Green Deal uit aan hun leden en bieden de informatie die het Kernteam Uitvoering ter beschikking stelt actief aan hun leden aan, onder andere schriftelijk en via het organiseren van bijeenkomsten en het verwerken van deze informatie in opleidingen en trainingen.
Artikel 7 Inzet en acties Rijksoverheid
1. De Rijksoverheid zit het Kernteam Monitoring voor.
2. De Rijksoverheid ondersteunt inhoudelijk het monitoren door een format voor de monitoringsdata op te stellen.
3. De Rijksoverheid geeft gevraagd advies bij het opstellen van communicatieuitingen.
4. De Rijksoverheid betrekt de uitkomsten van de tussenevaluatie over 2017 en de eindevaluatie over 2020 bij de besluitvorming rond de uitzonderingspositie voor sportvelden op de langere termijn.
5. De Rijksoverheid benut haar mogelijkheden om waar mogelijk een bemiddelende rol te spelen bij het ter beschikking stellen van financiële middelen door derden voor de uitvoering van deze Green Deal.
3. Slotbepalingen
Artikel 8 Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 9 Wijzigingen
1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 10 Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan NOC*NSF. Zodra alle partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij van de Green Deal en gelden voor die partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 11 Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Gebruik van Gewasbeschermingsmiddelen op Sportvelden.
Artikel 12 Opzegging
Een partij kan deze Green Deal met een opzegtermijn van minimaal drie maanden schriftelijk opzeggen, waarbij de deal voor de overige partijen in stand blijft voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten. De schriftelijke opzegging is met redenen omkleed.
Artikel 13 Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 14 Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen en loopt tot en met 2021.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 15 Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Utrecht op 22 oktober 2015.
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld
Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie,
de heer J.H.A. Xxxxxxx, voorzitter
De Nederlandse Golf Federatie,
de heer W.P. Zelsmann, president
De Nederlandse Greenkeepers Associatie,
de xxxx X. xxx Xxxxxx, voorzitter
De Nederlandse Vereniging van Golfaccomodaties,
de heer M.J.J. Xxxxxxxx, voorzitter
De Vereniging Sport en Gemeenten,
de heer A. de Jeu, directeur
De Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek,
de heer L.G.W. Xxxxxx, directeur
De branchevereniging VHG,
de xxxx X.X.X.X. Xxxxxx, directeur
CUMELA Nederland,
xxxxxxx X. Xxxxxxxxx, algemeen directeur