AB/JB/2023.002278.01/STATUTEN
- 1 -
AB/JB/2023.002278.01/STATUTEN
Statuten van Coöperatie ABZ U.A., een coöperatie, statutair gevestigd in de gemeente Nijkerk, kantoorhoudende te Xxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 08001276, zoals deze luiden na wijziging daarvan, bij akte van fusie op 26 april 2024 (ingangsdatum 27 april 2024) verleden voor Mr A.Q. Xxxxxxxx, notaris te Rijswijk.
=================================================
S T A T U T E N
Naam en zetel. Artikel 1.
1. De coöperatie draagt de naam: Coöperatie ABZ U.A., hierna te noemen: "coöperatie".
2. De coöperatie is gevestigd in de gemeente Nijkerk.
Begripsbepaling "schriftelijk"
Artikel 1.A.
Onder "schriftelijk" wordt in deze statuten tevens verstaan: per e-mail of via enig ander telecommunicatiemiddel dat in staat is geschreven tekst over te brengen.
Doel en bedrijf. Artikel 2.
1. Het doel van de coöperatie is het voorzien in de stoffelijke belangen van haar leden, krachtens overeenkomsten met hen gesloten in het bedrijf dat zij ten behoeve van haar leden uitoefent of doet uitoefenen.
2. De coöperatie tracht haar doel te bereiken door:
a. het uitoefenen van een bedrijf ten behoeve van- en voor rekening van haar leden, dat onder meer omvat de aan- en verkoop en de be- en verwerking of bereiding van diervoeder, de op- en overslag van grondstoffen, de aan- en verkoop van meststoffen, zaai- en pootgoed, ruwvoeders, bestrijdingsmiddelen, brandstoffen en andere benodigdheden voor het landbouwbedrijf, alsmede van detailhandelsgoederen, waaraan op de
- 2 -
bedrijven van haar leden behoefte bestaat;
b. alle andere wettige middelen, welke aan het gestelde doel bevorderlijk kunnen zijn.
3. De coöperatie is bevoegd ter bereiking van haar vorenomschreven doel, deel te nemen in- of samen te werken met andere bedrijven of ondernemingen met een soortgelijk doel als dat van de coöperatie of met een doel dat nuttig is of kan zijn voor de coöperatie.
4. De coöperatie is bevoegd (achtergestelde) leningen te verstrekken die kunnen bijdragen aan de continuïteit van de Nederlandse veehouderij.
5. De coöperatie is bevoegd haar activiteiten geheel of gedeeltelijk te doen uitoefenen door een andere rechtspersoon.
6. De coöperatie kan haar werkkring ook tot derden uitstrekken, mits dit niet in zodanige mate geschiedt dat de overeenkomsten met de leden voor haar bedrijf van ondergeschikte betekenis zijn.
Lidmaatschap. Artikel 3.
1. Lid van de coöperatie kunnen zijn natuurlijke personen, rechtspersonen en combinaties, die voldoen aan de navolgende eisen:
a. zij oefenen een landbouwbedrijf uit, in de ruimste zin des woords;
b. zij zijn bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen en zij verkeren niet in staat van faillissement of surseance van betaling;
c. zij hebben een zakelijke of persoonlijke band met de coöperatie van zodanige aard dat de coöperatie hun betrokkenheid in de vorm van het lidmaatschap van de coöperatie passend acht.
2. a. De personen die deel uitmaken van een combinatie (zoals een maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap) zijn ten opzichte van de coöperatie hoofdelijk verbonden voor alle lidmaatschapsverplichtingen van de combinatie.
b. Combinaties dienen één factuurnaam en -adres aan de coöperatie op te geven.
3. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of overgang, noch kunnen daarop beperkte zakelijke rechten worden gevestigd. Niettemin kan het bestuur in daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende gevallen, zoals bijvoorbeeld overlijden, juridische fusie of splitsing, wijziging van
- 3 -
vennoten in een combinatie en wijziging van rechtsvorm, na overleg met betrokkenen regelingen treffen ertoe strekkend dat een rechtverkrijgende geheel of gedeeltelijk voor de toepassing van daarvoor in aanmerking komende bepalingen in de plaats treedt van zijn rechtsvoorganger.
Lidmaatschap; aanvraag en toelating.
Artikel 4.
1. a. Wie als lid tot de coöperatie wenst te worden toegelaten, dient een daartoe strekkend verzoek te richten tot het bestuur. Wanneer een rechtspersoon of een combinatie wenst te worden toegelaten dient bij bovengenoemd verzoek, voor wat betreft een combinatie indien van toepassing, te worden overgelegd een recent uittreksel uit het handelsregister waarin hij is ingeschreven, almede, indien het bestuur daarom verzoekt, een exemplaar van de tekst van zijn statuten respectievelijk van het contract dat de combinatie regeert.
Een verzoek om toelating door een combinatie wordt gedaan door allen die van die combinatie deel uitmaken uitgezonderd commanditaire vennoten. Daarbij wordt tevens aangegeven wie van hen bevoegd, hetzij krachtens de overeenkomst waarbij de combinatie is aangegaan, hetzij krachtens afzonderlijke volmacht, de lidmaatschapsrechten voor en namens de combinatie uit te oefenen.
b. Omtrent de beslissing tot al dan niet toelating wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.
Deze mededeling vermeldt tevens het tijdstip van de aanvang van het lidmaatschap.
c. Indien degeen die tot het lidmaatschap werd toegelaten reeds afnemer is van producten/artikelen van de coöperatie kan het aanvangstijdstip van het lidmaatschap worden gesteld op een datum gelegen vóór de aanvang van het lidmaatschap, doch niet eerder dan op de aanvang van het boekjaar waarin de aanvrage werd gedaan.
2. De aanvrager op wiens verzoek om toelating afwijzend door het bestuur werd beslist, staat gedurende dertig dagen na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving beroep open op de raad van commissarissen.
3. Wijzigingen in de personen die een combinatie vormen, alsmede de beëindiging daarvan, dienen door de betrokkenen onverwijld schriftelijk ter kennis te worden gebracht aan het bestuur. Indien als gevolg van het niet of niet tijdig gedaan zijn
- 4 -
van deze kennisgeving schade ontstaat voor de coöperatie, is/zijn de nalatige(n) (hoofdelijk) jegens de coöperatie aansprakelijk voor die schade.
Ledenregistratie.
Artikel 5.
De coöperatie houdt een ledenregister bij, waarin de leden worden opgenomen onder vermelding van hun namen, woonplaatsen en adressen en de datum van ingang van het lidmaatschap.
De leden dienen ervoor te zorgen dat hun woonplaats en adres bij de coöperatie bekend is.
De laatste zin van het derde lid van het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
Einde lidmaatschap. Artikel 6.
Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van een lid of, indien het lid een rechtspersoon is, door het ophouden te bestaan;
b. door opzegging door het lid overeenkomstig artikel 8;
c. door opzegging door het bestuur namens de coöperatie ingevolge artikel 9;
d. door ontzetting door het bestuur namens de coöperatie ingevolge artikel 10.
Einde lidmaatschap; tijdstip en gevolgen. Artikel 7.
1. Wanneer een lid-natuurlijk persoon overlijdt of een lid-rechtspersoon ophoudt te bestaan, eindigt het lidmaatschap op de dag van overlijden van de lid-natuurlijk persoon respectievelijk op de dag waarop het lid-rechtspersoon ophoudt te bestaan.
2. De leden van wie het lidmaatschap - op welke wijze ook - is geëindigd, verliezen daardoor terstond alle voor hen daaraan verbonden rechten en functies, doch alleen voor het vervolg. Zij zijn verplicht op eerste aanmaning van het bestuur aan de coöperatie te voldoen al hetgeen zij, uit welken hoofde ook, aan de coöperatie verschuldigd zijn.
3. Een lid van wie het lidmaatschap is geëindigd, heeft geen recht of aanspraak op het vermogen van de coöperatie, behoudens een eventuele vordering op grond van artikel 27.
Opzegging door een lid.
- 5 -
Artikel 8.
1. Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan slechts schriftelijk geschieden. Het lid dat opzegt ontvangt van het bestuur schriftelijk bericht van ontvangst van de gedane opzegging.
2. Opzegging door het lid kan te allen tijde plaatsvinden; geschiedt zij eerder dan vier weken vóór het einde van het lopende boekjaar dan eindigt het lidmaatschap aan het eind van het lopende boekjaar; geschiedt de opzegging op een later tijdstip van het boekjaar dan eindigt het lidmaatschap aan het eind van het volgende boekjaar.
3. In afwijking in zoverre van het in de beide vorige leden bepaalde kan een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen:
a. indien van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
b. binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld of bekend geworden waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, behoudens evenwel ingeval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen;
c. binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld of bekend geworden tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm of tot fusie of splitsing.
Opzegging door de coöperatie. Artikel 9.
1. Het lidmaatschap kan namens de coöperatie worden opgezegd:
a. wanneer een lid niet meer voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap;
b. wanneer een lid gedurende één kalenderjaar minder dan tien (10) ton mengvoeders van de coöperatie heeft afgenomen;
c. wanneer een lid, zijnde een rechtspersoon, wordt ontbonden;
d. wanneer een lid failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt;
e. wanneer bij een lid-combinatie door wijziging in samenstelling van een combinatie of bij een lid-rechtspersoon door wijziging van de uiteindelijk belanghebbende(n) een situatie ontstaat als bedoeld in onderdeel f;
f. wanneer redelijkerwijs van de coöperatie niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
- 6 -
2. Opzegging van het lidmaatschap namens de coöperatie geschiedt schriftelijk door het bestuur waarbij de reden van opzegging wordt vermeld, gericht aan het betrokken lid.
3. Opzegging namens de coöperatie geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste dertig dagen, tenzij bij het besluit gemotiveerd wordt medegedeeld dat het besluit onmiddellijk werking heeft.
Ontzetting door de coöperatie. Artikel 10.
1. Ontzetting uit het lidmaatschap kan geschieden door het bestuur indien een lid:
a. in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie handelt, of;
b. de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
2. Een lid dat deel uitmaakt van de raad van commissarissen kan in de hiervoor genoemde gevallen slechts worden ontzet uit het lidmaatschap door de ledenraad. Hetzelfde geldt voor het lid-rechtspersoon waarvan een commissaris rechtstreeks of middellijk bestuurder is.
3. Het bestuur geeft van een besluit tot ontzetting onverwijld in een aangetekend schrijven kennis aan het betrokken lid, met vermelding van de redenen.
4. Het ontzette lid - behalve wanneer het betreft een door de ledenraad op de voet van lid 2 van dit artikel ontzet lid - heeft gedurende een maand na datum van verzending van de kennisgeving recht van beroep op de raad van commissarissen, die in hoogste instantie beslist en welke beslissing eveneens op een wijze als in het vorige lid omschreven aan het betrokken lid wordt medegedeeld.
5. Het lidmaatschap eindigt onmiddellijk na het verstrijken van de termijn van beroep of - in geval van beroep - op de dag waarop het besluit tot ontzetting door de raad van commissarissen wordt bekrachtigd.
Rechten en plichten van een lid. Artikel 11.
1. De leden hebben het recht om hun bedrijfsbenodigdheden en producten voor zover mogelijk van de coöperatie te betrekken en/of aan de coöperatie te leveren en voorts om van de overige diensten van de coöperatie gebruik te maken.
2. Leden hebben het recht deel te nemen aan door of vanwege de coöperatie voor haar leden georganiseerde bijeenkomsten.
3. Met betrekking tot de ledenraad hebben alle gewone leden het recht:
- 7 -
- voorstellen in te dienen ter behandeling in de ledenraad;
- spreektijd aan te vragen voor bijeenkomsten van de ledenraad;
- schriftelijk vragen te stellen aan de ledenraad.
De voorzitter van de raad van commissarissen is bevoegd deze bevoegdheden te beperken of te verdagen naar een volgende vergadering van de ledenraad, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk is.
De voorzitter informeert het lid binnen redelijke termijn na ontvangst van een verzoek van een lid omtrent de uitoefening van deze rechten.
In het ledenraadsreglement kunnen nadere regels worden gesteld omtrent (de uitoefening van) deze rechten.
4. De leden zijn verplicht tot naleving van de statuten, reglementen en rechtsgeldig door de organen van de coöperatie genomen besluiten.
Aansprakelijkheid leden. Artikel 12.
Elke aansprakelijkheid van de leden voor een tekort van de coöperatie bij ontbinding wordt uitgesloten. Hetzelfde geldt voor tussentijdse tekorten.
Bestuur; taken en samenstelling. Artikel 13.
1. De coöperatie wordt - onverminderd de taken en bevoegdheden opgelegd en toegekend aan de raad van commissarissen - bestuurd door een bestuur, dat bestaat uit één of meer natuurlijke personen.
2. Lid van het bestuur kunnen niet zijn personen die:
- lid zijn van de raad van commissarissen;
- leverancier, concurrent of als personeelslid of op enige andere wijze betrokken bij een concurrent van de coöperatie.
Ook personen die niet lid zijn van de coöperatie kunnen tot lid van het bestuur worden benoemd.
Tussen de leden van het bestuur onderling, alsook tussen een lid van het bestuur en een lid van de raad van commissarissen, mag geen bloed- of aanverwantschap tot en met de tweede graad bestaan.
3. De leden van het bestuur worden benoemd door de raad van commissarissen. De leden van het bestuur worden voor onbepaalde tijd benoemd, tenzij bij de benoeming anders wordt bepaald.
4. Indien het bestuur uit meer personen bestaat, wordt de voorzitter van het bestuur
- 8 -
door de raad van commissarissen in functie benoemd.
5. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Het bestuur blijft volledig bevoegd, ook zolang zij onvoltallig is.
6. Een lid van het bestuur kan te allen tijde door de raad van commissarissen worden geschorst of ontslagen. Een besluit van de raad van commissarissen tot schorsing of ontslag van een lid van het bestuur wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen, in een vergadering van de raad van commissarissen waarin ten minste drie vierden van het aantal leden van de raad van commissarissen aanwezig is. Indien in geval van schorsing van een lid van het bestuur de raad van commissarissen niet binnen drie maanden daarna tot zijn ontslag heeft besloten, eindigt de schorsing. Een geschorst lid van het bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering waarin zijn ontslag aan de orde is, te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.
7. In geval van belet of ontstentenis van één of meer leden van het bestuur nemen de overige leden of neemt het enige overgebleven lid van het bestuur zijn/hun taak over. In geval van belet of ontstentenis van alle leden van het bestuur wijst de raad van commissarissen, al dan niet uit zijn midden, één of meer personen aan, die tijdelijk met het bestuur van de coöperatie is/zijn belast.
8. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de coöperatie en de met haar verbonden onderneming.
Als vanwege het bepaalde in de eerste zin van dit lid geen besluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen.
9. De bezoldiging en verdere emolumenten van de leden van het bestuur worden vastgesteld door de raad van commissarissen.
(Overige) functionarissen. Artikel 14.
1. Het bestuur benoemt en ontslaat de personeelsleden van de coöperatie en bepaalt hun bezoldiging en overige arbeidsvoorwaarden.
2. Het bestuur kan aan functionarissen in dienst van de coöperatie een zodanige titel toekennen als zij zal bepalen, waaronder de titel van (adjunct)directeur en/of operationeel, vestigings-, financieel of commercieel directeur.
Deze functionarissen hebben, onder toezicht en verantwoordelijkheid van het
- 9 -
bestuur, die taken en bevoegdheden die het bestuur hun zal toekennen.
Bestuur; taken en bevoegdheden. Artikel 15.
1. Behoudens beperkingen volgens de wet en de statuten - waaronder begrepen de taken en bevoegdheden van de raad van commissarissen - bestuurt het bestuur de coöperatie met inachtneming van het hierna volgende.
2. Het bestuur heeft alle bevoegdheid, welke bij deze statuten niet aan de ledenraad of aan de raad van commissarissen is voorbehouden. Elke bestuurder is tegenover de coöperatie gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.
3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de coöperatie en van alles betreffende de werkzaamheden van de coöperatie, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de bestuurder rechten en verplichtingen van de coöperatie kunnen worden gekend.
4. De bevoegdheden en verplichtingen van het bestuur worden geregeld in een door de raad van commissarissen vast te stellen bestuursreglement.
Bestuur; goed te keuren besluiten. Artikel 16.
1. Aan de goedkeuring van de raad van commissarissen zijn onderworpen de besluiten van het bestuur omtrent:
a. uitgifte van schuldbrieven ten laste van de rechtspersoon;
b. uitgifte van schuldbrieven ten laste van een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma waarvan de rechtspersoon volledig aansprakelijke vennoot is;
c. het aanvragen van toelating van de onder a en b bedoelde schuldbrieven tot de handel op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is dan wel het aanvragen van een intrekking van zodanige toelating;
d. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de rechtspersoon of een afhankelijke maatschappij met een andere rechtspersoon of
- 10 -
vennootschap dan wel als volledig aansprakelijk vennoot in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de rechtspersoon;
e. het nemen van een deelneming ter waarde van ten minste een vierde van het bedrag van het eigen vermogen volgens de balans met toelichting van de rechtspersoon, door deze of een afhankelijke maatschappij in het kapitaal van een vennootschap, alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulk een deelneming;
f. investeringen welke een bedrag vereisen, gelijk aan een vierde van het eigen vermogen volgens de balans met toelichting van de rechtspersoon;
g. een voorstel tot wijziging der statuten;
h. een voorstel tot ontbinding van de rechtspersoon;
i. aangifte van faillissement en aanvrage van surséance van betaling;
j. beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de rechtspersoon of een afhankelijke maatschappij tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;
k. ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de rechtspersoon of van een afhankelijke maatschappij;
l. het aangaan van rechtshandelingen en het verbinden van de coöperatie voor bedragen die een door de raad van commissarissen vast te stellen bedrag te boven gaan;
m. het uitoefenen van het stemrecht van de coöperatie als aandeelhouder van deelnemingen waarin de coöperatie een meerderheidsbelang heeft, voor zover dat stemrecht wordt uitgeoefend terzake van de benoeming en ontslag van bestuurders, décharge van het bestuur voor het gevoerde beleid en het vaststellen van de jaarrekening.
De in dit artikellid aangewezen bestuursbesluiten behoeven evenwel niet de vereiste goedkeuring indien het betreft besluiten welke de uitvoering vormen van door de raad van commissarissen goedgekeurde plannen, blijkende uit een begroting, jaarplan en/of dekkingsplan.
2. Het ontbreken van de goedkeuring van de raad van commissarissen op een besluit als bedoeld in lid 1 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of
- 11 -
bestuurders niet aan.
3. Voor besluiten van de rechtspersoon als bedoeld in de onderdelen d, e, f, j en k van lid 1 is enig besluit vereist van het bestuur.
4. De ledenraad is bevoegd ook andere bestuursbesluiten dan die in lid 1 van dit artikel zijn vermeld, aan de goedkeuring van de raad van commissarissen te onderwerpen, mits de ledenraad zodanige bestuursbesluiten nauwkeurig omschrijft en aan het bestuur schriftelijk mededeelt.
5. Het toezicht van de raad van commissarissen omvat ook de gang van zaken van de onderneming in deelnemingen waarin de coöperatie een volledig belang heeft.
6. Xxxxxxxxx derden blijkt van toestemming van de raad van commissarissen uit een door tenminste twee leden van die raad getekend geschrift.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid. Artikel 17.
1. Het bestuur vertegenwoordigt de coöperatie. Indien het bestuur uit meer dan één persoon bestaat, komt deze vertegenwoordigingsbevoegdheid tevens aan iedere bestuurder afzonderlijk toe.
2. Het bestuur kan besluiten tot verlening van doorlopende volmacht (procuratie) aan één of meer functionarissen van de coöperatie, alsook aan derden, zowel aan hen gezamenlijk als afzonderlijk, om de coöperatie binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Raad van commissarissen; taken en bevoegdheden. Artikel 18.
1. De coöperatie heeft een raad van commissarissen. De raad van commissarissen heeft tot taak:
a. toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de coöperatie en de met haar verbonden onderneming;
b. het bestuur met raad ter zijde te staan.
Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de coöperatie en de met haar verbonden onderneming.
2. De taakverdeling van de raad van commissarissen alsmede zijn werkwijze wordt neergelegd in het commissarissenreglement. Daarin wordt ook de samenstelling en werkwijze van de auditcommissie, de remuneratiecommissie en de selectie- en benoemingscommissie vastgelegd.
3. De raad van commissarissen kan zich in de uitoefening van zijn taak, voor
- 12 -
rekening van de coöperatie, doen bijstaan door deskundigen.
Raad van commissarissen; samenstelling en benoeming. Artikel 19.
1. De raad van commissarissen bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste negen leden, allen natuurlijke personen.
2. Van het aantal commissarissen dient ten minste een twee derden gedeelte afkomstig te zijn uit de kring van de leden. Onder "de kring van de leden" wordt verstaan leden-natuurlijke personen, de rechtstreekse of middellijke bestuurders van leden-rechtspersonen of de deelgenoten (of de rechtstreekse of middellijke bestuurders daarvan) van een combinatie die lid is van de coöperatie.
3. De leden van de raad van commissarissen worden op voordracht van de raad van commissarissen benoemd door de ledenraad.
De ledenraad, de ondernemingsraad en het bestuur kunnen aan de raad van commissarissen personen voor benoeming tot commissaris aanbevelen. De raad van commissarissen deelt hun daartoe tijdig mede, wanneer en ten gevolge waarvan in zijn midden een plaats moet worden vervuld.
De raad geeft aan de ledenraad en de ondernemingsraad schriftelijk kennis van de kandidaat die hij voordraagt, onder vermelding van naam, leeftijd, beroep en de betrekkingen die deze persoon bekleedt of heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een commissaris. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen de kandidaat reeds als commissaris is verbonden. Indien zich daaronder rechtspersonen bevinden, die tot een zelfde groep behoren, kan met de aanduiding van de groep worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht worden met redenen omkleed.
4. De ledenraad benoemt de voorgedragen persoon, tenzij de ondernemingsraad binnen twee maanden na de kennisgeving als in lid 3 bedoeld of de ledenraad zelf uiterlijk in de eerste vergadering na die twee maanden tegen de voordracht schriftelijk bezwaar maakt op grond van:
a. het feit dat de voorschriften van lid 3 niet behoorlijk zijn nageleefd;
b. de verwachting dat de voorgedragen persoon ongeschikt zal zijn voor de vervulling van de taak van commissaris; of
c. de verwachting dat de raad van commissarissen bij de benoeming overeenkomstig het voornemen niet naar behoren zal zijn samengesteld.
Het bezwaar wordt aan de raad van commissarissen onder opgave van redenen
- 13 -
medegedeeld.
5. Niettegenstaande het bezwaar van de ondernemingsraad kan de benoeming overeenkomstig het voornemen geschieden, indien de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam het bezwaar ongegrond verklaart op verzoek van een daartoe door de raad van commissarissen aangewezen vertegenwoordiger. Indien de ledenraad bezwaar heeft gemaakt, of de voorgedragen persoon niet in haar daartoe bijeengeroepen vergadering heeft benoemd, benoemt de ondernemingskamer de voorgedragen persoon op verzoek van de in de vorige zin bedoelde vertegenwoordiger, tenzij de ondernemingskamer een bezwaar van de ledenraad gegrond acht.
Tegen de beslissing van de Ondernemingskamer staat geen rechtsmiddel open.
6. Verweer kan worden gevoerd door een vertegenwoordiger, daartoe aangewezen door de ledenraad of door de ondernemingsraad die het in lid 4 bedoelde bezwaar heeft gemaakt.
7. Commissarissen kunnen niet zijn:
a. personen in dienst van de coöperatie;
b. personen in dienst van een afhankelijke maatschappij als bedoeld in artikel 63a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
c. bestuurders en personen in dienst van een werknemersorganisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de onder a en b bedoelde personen;
8. a. Ontbreken alle commissarissen, dan kunnen de ondernemingsraad en het bestuur personen voor benoeming tot commissaris aanbevelen aan de ledenraad. Degene die de ledenraad bijeenroept, deelt de ondernemingsraad en het bestuur tijdig mede dat de benoeming van commissarissen onderwerp van behandeling zal zijn.
b. De benoeming is van kracht, tenzij de ondernemingsraad binnen twee maanden na in kennis te zijn gesteld van de naam van de benoemde persoon onder vermelding van de gegevens als genoemd in lid 3 van dit artikel, bij de coöperatie bezwaar maakt op de gronden als genoemd in lid 4 van dit artikel. Niettegenstaande dit bezwaar wordt de benoeming van kracht, indien de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam op verzoek van een daartoe door de ledenraad aangewezen vertegenwoordiger het bezwaar ongegrond verklaart.
- 14 -
c. Tegen de beslissing van de ondernemingskamer staat geen rechtsmiddel open.
9. Een commissaris treedt uiterlijk af in de ledenraad die gehouden wordt, nadat vier jaren zijn verlopen na zijn laatste benoeming.
10. Met betrekking tot ontslag en schorsing van commissarissen geldt:
a. De ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam kan op verzoek een commissaris ontslaan wegens:
- verwaarlozing van diens taak, of
- andere gewichtige redenen
- ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan handhaving van de commissaris redelijkerwijs niet van de coöperatie kan worden verlangd.
Het verzoek kan worden ingediend door een vertegenwoordiger, daartoe aangewezen door de raad van commissarissen, door de ledenraad of door de ondernemingsraad.
b. Een commissaris kan slechts worden geschorst door de raad van commissarissen. De schorsing vervalt van rechtswege, indien niet binnen een maand na de aanvang der schorsing een verzoek als in sub a bedoeld is ingediend bij de ondernemingskamer.
11. De raad van commissarissen wijst uit zijn midden een voorzitter, een vicevoorzitter en een secretaris aan.
12. Aan de commissarissen wordt een redelijke bezoldiging en kostenvergoeding toegekend waarvan de grondslagen en wijze van vaststelling worden vermeld in het commissarissenreglement.
Raad van commissarissen; rooster van aftreden. Artikel 20.
1. De leden van de raad van commissarissen worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar. De leden van de raad van commissarissen treden af volgens een door de raad van commissarissen op te stellen rooster van aftreden. Wijziging van het rooster kan niet meebrengen dat een zittend commissaris tegen diens wil dient af te treden voor het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd.
2. Een door het verstrijken van zijn benoemingsperiode aftredend lid van de raad van commissarissen is twee maal terstond herbenoembaar. Een aldus voor de tweede maal herbenoemd lid van de raad van commissarissen, aftredend door het
- 15 -
verstrijken van die laatste benoemingsperiode, is eerst weer benoembaar na verloop van twee jaren.
3. Een benoeming in een tussentijdse vacature geschiedt voor ten hoogste de resterende duur van de benoemingstermijn van de commissaris in wiens vacature werd voorzien. De gedeeltelijke zittingsperiode van een in een tussentijdse vacature benoemde commissaris wordt voor de toepassing van lid 2 meegeteld indien de benoeming geschiedt in het eerste of tweede jaar van de lopende zittingsperiode, en buiten aanmerking gelaten indien de benoeming geschiedt in het derde of vierde jaar.
Raad van commissarissen; vergaderingen. Artikel 21.
1. De raad van commissarissen vergadert ten minste vier (4) keer per jaar en voorts wanneer de voorzitter of ten minste twee leden van de raad van commissarissen zulks wenselijk oordeelt, één en ander met inachtneming van de bepalingen van het commissarissenreglement.
Ook het bestuur is bevoegd een vergadering van de raad van commissarissen bijeen te roepen.
2. In de vergadering van de raad van commissarissen kunnen besluiten slechts worden genomen indien ten minste twee derden van het aantal leden van de raad aanwezig is. Ieder lid van de raad heeft in de vergadering van de raad van commissarissen één stem. Besluiten worden genomen met volstrekte (normale) meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Een lid van de raad van commissarissen kan zich ter vergadering van de raad van commissarissen niet doen vertegenwoordigen.
3. De raad van commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits met inachtneming van de regels daaraan gesteld in het commissarissenreglement. In het commissarissenreglement kan tevens worden bepaald onder welke voorwaarden de vergaderingen van de raad van commissarissen op elektronische wijze kunnen worden gehouden.
4. De voorzitter leidt de vergadering van de raad van commissarissen; is hij afwezig dan leidt de vicevoorzitter de vergadering. Is ook deze afwezig dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
5. Een commissaris neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met
- 16 -
het belang van de coöperatie en de met haar verbonden onderneming.
Als vanwege het bepaalde in de eerste zin van dit lid geen besluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de ledenraad.
6. In geval van belet of ontstentenis van één of meer leden van de raad van commissarissen nemen de overige leden of neemt het enige overgebleven lid van de raad van commissarissen zijn/hun taak over. In geval van belet of ontstentenis van alle leden van de raad van commissarissen wijst de ledenraad, al dan niet uit zijn midden, één of meer personen aan, die tijdelijk met het toezicht op de coöperatie is/zijn belast. Van deze aanwijzing doet de ledenraad melding aan de ondernemingsraad en het bestuur. Het bepaalde in artikel 19 lid 4 is van overeenkomstige toepassing.
7. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van commissarissen worden notulen gehouden door of in opdracht van de secretaris, of een door de voorzitter aangewezen persoon.
De notulen vermelden ook de daar genomen besluiten. De notulen worden bij het begin van de volgende vergadering, al of niet gewijzigd, vastgesteld. Op verzoek van de voorzitter kunnen de notulen of door de voorzitter aan te geven gedeelten daarvan, in dezelfde vergadering worden vastgesteld. Ten blijke van de vaststelling worden de notulen of het bedoelde gedeelte daarvan (eventueel als uittreksel) terstond daarna door de voorzitter en de secretaris of notulist ondertekend.
8. Indien en voor zover leden van het bestuur ter vergadering van de raad van commissarissen worden opgeroepen, zijn zij verplicht daar aanwezig te zijn teneinde alle dienstig te achten informatie te verschaffen.
Ledenraad. Artikel 22.
1. De ledenraad vormt de algemene vergadering van de coöperatie.
2. De ledenraad bestaat uit ten minste vijftien (15) en ten hoogste vijfendertig (35) leden.
3. De leden van de ledenraad worden door en uit de leden gekozen, hetzij middels schriftelijke of elektronische verkiezingen, hetzij middels verkiezing in (een) daartoe te houden ledenbijeenkomst(en).
Niet verkiesbaar zijn leden van de raad van commissarissen, leden van het bestuur en leden van de selectiecommissie van de ledenraad.
4. De ledenraad vergadert ten minste één maal per jaar. Binnen de eerste zes
- 17 -
maanden van het boekjaar wordt een ledenraadsvergadering gehouden, de jaarvergadering, waarin de jaarstukken worden vastgesteld.
5. Alle leden van de ledenraad die niet geschorst zijn, hebben in de vergadering van de ledenraad recht op het uitbrengen van één stem.
6. De ledenraad besluit met volstrekte (gewone) meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij de wet, de statuten of het ledenraadsreglement anders bepalen.
7. De taken, rechten en bevoegdheden van de ledenraad worden, voor zover die niet voortvloeien uit of omschreven zijn in de wet en deze statuten, geregeld in één of meer reglementen als bedoeld in artikel 28 van de statuten, waaronder met name het ledenraadsreglement.
In het ledenraadsreglement wordt de samenstelling, de wijze van verkiezing, de werkwijze en andere huishoudelijke regelingen betreffende de ledenraad nader geregeld.
In het ledenraadsreglement kan tevens worden bepaald onder welke voorwaarden de vergaderingen van de ledenraad op elektronische wijze kunnen worden gehouden of bijgewoond en het stemrecht ook elektronisch kan worden uitgeoefend.
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx. Artikel 23.
1. Xxxxxxxxxxxxxxxxxx zijn vergaderingen waartoe alle (niet geschorste) leden van de coöperatie worden uitgenodigd.
Ledenbijeenkomsten worden gehouden wanneer de ledenraad dan wel het bestuur en de raad van commissarissen tezamen, zulks nodig of nuttig achten.
2. a. Toegang tot de ledenbijeenkomsten hebben de leden, de leden van het bestuur en van de raad van commissarissen, alsmede degenen die door het bestuur en/of de raad van commissarissen zijn uitgenodigd. Namens de
leden-rechtspersonen en combinaties hebben toegang de personen bedoeld in artikel 19 lid 2.
b. Geen toegang echter tot de ledenbijeenkomsten hebben leden die geschorst zijn, personen die rechtstreeks of middellijk bestuurder zijn van een lid dat geschorst is, alsook geschorste leden van het bestuur en de raad van commissarissen.
3. De oproeping tot een ledenbijeenkomst geschiedt door schriftelijke mededeling
- 18 -
(per email daaronder begrepen) aan de leden op een termijn van tenminste tien dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. De oproeping houdt in de plaats waar, en het tijdstip waarop, de vergadering wordt gehouden, zo mede de agenda.
4. Tot de ledenbijeenkomsten toegangsgerechtigden hebben, binnen de door de voorzitter te stellen grenzen, spreekrecht in de vergadering.
Indien de voorzitter van de vergadering besluit omtrent een te bespreken onderwerp een stemming te houden, bepaalt de voorzitter de wijze van stemming en al hetgeen daarvoor verdere regeling behoeft.
5. De ledenbijeenkomsten worden geleid door de voorzitter van de raad van commissarissen of zijn plaatsvervanger en bij hun afwezigheid door de voorzitter van de ledenraad. Is ook deze afwezig, dan voorziet de vergadering, op voorstel van het bestuur, zelf in haar leiding.
Ledenraadpleging (referendum). Artikel 24.
1. Zowel de ledenraad als de raad van commissarissen als een groep van ten minste vijftig (50) leden kan besluiten, dat over een onderwerp een niet-bindende ledenraadpleging (referendum) wordt gehouden. In het bijzonder kan een dergelijk besluit worden genomen, indien een voorgenomen ledenraadsbesluit een onderwerp betreft, dat van wezenlijk belang is voor de identiteit en het functioneren van de coöperatie en haar onderneming en waarbij het wenselijk wordt geacht dat de ledenraad de mening van de leden bij haar besluitvorming betrekt.
Indien het initiatief komt van bedoelde groep leden, wordt een afvaardiging van de initiatiefgroep uitgenodigd voor de eerstvolgende reguliere of een extra vergadering van de raad van commissarissen om het initiatief toe te lichten. De raad van commissarissen kan vervolgens besluiten geen gehoor te geven aan het ledeninitiatief, indien het onderwerp zich naar hun oordeel niet leent voor een ledenraadpleging. Hiervan wordt melding gedaan in de eerstvolgende ledenraadsvergadering.
2. Indien besloten wordt tot een ledenraadpleging, vindt een (gezamenlijke) ledenbijeenkomst plaats, waarvoor alle stemgerechtigde leden worden uitgenodigd.
Bij een ledenraadpleging wordt het aantal stemmen dat een lid alsdan kan
- 19 -
uitbrengen, berekend als volgt:
bij een afname van of door bemiddeling van de coöperatie gedurende het laatst afgesloten boekjaar van:
* minder dan eenhonderd (100) ton mengvoeders: één (1) stem;
* eenhonderd (100) ton of meer, maar minder dan vijfhonderd (500) ton mengvoeders: drie (3) stemmen;
* vijfhonderd (500) ton of meer, maar minder dan éénduizend (1.000) ton mengvoeders: vijf (5) stemmen;
* éénduizend (1.000) ton of meer, maar minder dan tweeduizend (2.000) ton mengvoeders: zeven (7) stemmen;
* tweeduizend (2.000) ton mengvoeders of meer: negen (9) stemmen. Een in stemming gebracht voorstel wordt aangenomen, indien ten minste twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen vóór het voorstel zijn uitgebracht.
3. Al hetgeen de uitvoering en werkwijze van de ledenraadpleging betreft, geschiedt onder leiding van de raad van commissarissen.
Jaarrekening; bestuursverslag; accountantscontrole. Artikel 25.
1. Het boekjaar van de coöperatie is het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn volgens de wet, maakt het bestuur een jaarrekening en een bestuursverslag op.
De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de leden van het bestuur en de raad van commissarissen. Ontbreekt de handtekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. De raad van commissarissen maakt omtrent deze stukken een verslag op en legt dit over of doet dit overleggen aan de ledenraad.
3. De raad van commissarissen verleent opdracht tot onderzoek van de jaarrekening en het bestuursverslag aan een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2.
4. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van commissarissen en aan het bestuur.
De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening.
- 20 -
De raad van commissarissen brengt naar aanleiding van zijn bevindingen en bedoelde verklaring een verslag (prae-advies) uit aan de ledenraad.
5. Het bestuur legt de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de krachtens artikel 392 lid 1 van Boek 2 toe te voegen gegevens, waaronder de accountantsverklaring, alsmede het verslag van de raad van commissarissen, vanaf de oproep voor de ledenraad bestemd tot behandeling van de jaarrekening, ten kantore van de coöperatie ter inzage voor de leden. De leden kunnen kosteloos een afschrift van deze stukken verkrijgen.
6. De jaarrekening wordt vastgesteld door de ledenraad.
De jaarrekening kan niet worden vastgesteld indien de ledenraad geen kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de accountant en het verslag van de raad van commissarissen.
7. Voor decharge van bestuurders voor het door hen in het betreffende boekjaar gevoerde bestuur is een afzonderlijk besluit van de ledenraad vereist. Hetzelfde geldt voor commissarissen voor het door hen in dat boekjaar gehouden toezicht.
Exploitatieresultaat; batig saldo; tekort. Artikel 26.
1. Indien uit de vastgestelde jaarrekening van de coöperatie een batig saldo blijkt, wordt allereerst gereserveerd een bedrag dat nodig is voor de noodzakelijke voorzieningen, alsmede een bedrag gelijk aan de winst die kan worden toegerekend aan de verkoop in het desbetreffende boekjaar van materiële en/of financiële vaste activa. Een resterend batig saldo wordt geheel of gedeeltelijk uitgekeerd en/of geboekt op de in artikel 27 gemelde rekening-courant leden en/of toegevoegd aan de algemene reserve.
2. Besluiten als bedoeld in het eerste lid worden genomen door de ledenraad, op voorstel van het bestuur.
Op eensluidend voorstel van het bestuur en raad van commissarissen kan de ledenraad afwijken van de in lid 1 bepaalde methodiek van verdeling van een batig saldo.
3. Blijkt uit de vastgestelde jaarrekening van de coöperatie van een tekort dan wordt het tekort ten laste gebracht van de algemene reserve.
4. Slechts op een eensluidend voorstel van het bestuur en de raad van commissarissen kan de ledenraad besluiten tot het doen van uitkeringen ten laste van de algemene reserve. In het voorstel wordt tevens de maatstaf naar welke de
- 21 -
uitkering plaatsvindt, vastgesteld.
5. In geval er ten gevolge van een uitkering aan leden-rechtspersonen een belastingnadeel voor de coöperatie ontstaat, kan het bestuur bepalen dat dit belastingnadeel op die leden-rechtspersonen, ieder voor het hem toerekenbare deel daarvan, wordt verhaald en wordt tevens de wijze van dat verhaal bepaald.
Rekening-courant leden. Artikel 27.
1. Door de ledenraad wordt, op voorstel van het bestuur, besloten of, en zo ja, welk gedeelte van een batig saldo als bedoeld in artikel 26 lid 1 wordt toegevoegd aan de rekening-courant leden middels bijschrijven op de rekening-courant rekening van de leden en van hen, van wie het lidmaatschap in of met het einde van het afgelopen boekjaar is geëindigd.
2. De toevoeging aan bedoelde rekening-courant rekeningen geschiedt naar verhouding van het aantal tonnen mengvoeders, dat het lid of oud-lid in het afgelopen boekjaar van of door bemiddeling van de coöperatie heeft betrokken, op basis van de geldende dagprijscourant, conform de administratie van de coöperatie.
3. Over de rekening-courant vordering van de leden vergoedt de coöperatie een jaarlijks door het bestuur vast te stellen rente, die wordt bijgeschreven op de rekening-courant rekening.
4. De rekening-courant vordering van een lid is te allen tijde opeisbaar, behoudens het bepaalde in de volgende zin. In bijzondere gevallen, zoals indien de liquiditeit van de coöperatie zulks vordert, kan het bestuur, met instemming van de raad van commissarissen, besluiten de uitkering van een/de rekening-courantvordering(en) op te schorten of te temporiseren.
5. Het bestuur is te allen tijde gerechtigd te besluiten tot gehele of gedeeltelijke voldoening van de rekening-courant vorderingen van de leden.
6. De coöperatie is steeds bevoegd bedragen die zij te vorderen mocht hebben van een lid te verrekenen met het saldo van dat lid uit hoofde van de rekening-courant vordering.
Reglementen. Artikel 28.
1. a. Het bestuursreglement als bedoeld in artikel 15 lid 4 wordt vastgesteld door de raad van commissarissen;
- 22 -
b. Het commissarissenreglement als bedoeld in artikel 18 lid 2 wordt vastgesteld door de ledenraad.
c. Het ledenraadsreglement als bedoeld in artikel 22 lid 7 wordt vastgesteld door de ledenraad.
d. De ledenraad is bevoegd een huishoudelijk reglement alsook één of meer andere reglementen vast te stellen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
2. Reglementen worden schriftelijk vastgelegd.
Reglementen mogen geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de wet of deze statuten.
Statutenwijziging; fusie; splitsing. Artikel 29.
1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door een besluit van de ledenraad, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij, die de oproeping tot de ledenraad ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste tien dagen vóór de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. Tevens dient de tekst van het voorstel te worden gevoegd bij de oproeping tot de ledenraad bestemd tot de behandeling ervan.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten, tot fusie of splitsing kan door de ledenraad slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
Iedere bestuurder is bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden. De ledenraad kan daartoe tevens andere personen machtigen.
5. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledig doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Het bestuur stelt de tekst van de statuten kosteloos ter beschikking van de leden.
Ontbinding.
- 23 -
Artikel 30.
1. De coöperatie wordt ontbonden:
a. door een daartoe strekkend besluit van de ledenraad;
b. door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel.
Op het besluit bedoeld onder a is het in artikel 29 lid 3 gestelde van overeenkomstige toepassing.
2. Bij ontbinding van de coöperatie buiten het geval van faillissement beslist de ledenraad wat met de activa en passiva van de coöperatie zal geschieden. Met de uitvoering van de desbetreffende besluiten van de ledenraad is -tenzij uit de wet anders voortvloeit- het bestuur belast; de ledenraad kan echter deze uitvoering aan een bijzondere commissie opdragen in welke zij ook niet-leden kan benoemen.
3. Besluit de ledenraad dat de activa en passiva van de coöperatie zullen worden vereffend en blijkt daarbij dat haar activa niet toereikend zijn om aan haar verbintenissen te voldoen, dan zijn zij die bij haar ontbinding lid waren of minder dan één jaar tevoren hebben opgehouden lid te zijn, niet aansprakelijk voor een bij de vereffening van de coöperatie blijkend tekort.
4. Blijkt er bij vereffening een overschot te zijn dan wordt uit het overschot onder hen die op het tijdstip van de ontbinding lid waren verdeeld naar evenredigheid van de door hen gedurende het boekjaar, waarin de ontbinding plaats heeft en zeven voorafgaande boekjaren gerealiseerde afzet van mengvoeders, op basis van de geldende dagprijscourant.
Sancties. Artikel 31.
1. Indien naar het oordeel van het bestuur een lid heeft gehandeld of nagelaten in strijd met de statuten, een reglement of enig besluit van de coöperatie, is het bestuur, onverminderd de artikelen 9 en 10, bevoegd te besluiten tot het opleggen van één of meer van de volgende, bij voorraad uitvoerbare, maatregelen:
a. berisping;
b. een, eventueel al dan niet gedeeltelijk voorwaardelijke, boete welke boete ten hoogste het dubbele bedraagt van het economisch voordeel dat dit lid met zijn gewraakte handelen of nalaten heeft behaald dan wel zal behalen en ten minste gelijk is aan de economische schade die de coöperatie lijdt dan wel zal
- 24 -
lijden; en
c. in geval van niet-betaling of niet tijdige betaling van enige verplichte financiële bijdrage aan de coöperatie: een boeterente over de periode gedurende welke die bijdrage niet voldaan is.
2. Het bestuur stelt het betrokken lid binnen tien werkdagen na het besluit tot het treffen van de maatregel daarvan met opgave van redenen schriftelijk in kennis.
3. Het betrokken lid kan tegen een besluit van het bestuur tot het treffen van een maatregel in de zin van het eerste lid van dit artikel binnen twee maanden nadat dit hem ter kennis is gebracht in beroep gaan bij de raad van commissarissen, die daarover in hoogste ressort beslist.
4. Opgelegde boeten zijn onmiddellijk opeisbaar, niet voor verrekening vatbaar en staan de mogelijkheid tot vordering van aanvullende schadevergoedingen niet in de weg.