NVVK – XXX
Convenant Lokale Overheid
Convenant t.b.v. Minnelijke Schuldhulpverlening
NVVK – XXX
DE ONDERGETEKENDEN:
De NVVK, vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, statutair gevestigd te Amsterdam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx en de heer
X.X.X. xxx xxx Xxxxxxx, respectievelijk in de hoedanigheid van voorzitter en secretaris hierna te noemen: “NVVK”;
en:
XX, statutair gevestigd te XXX, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door XXX, in de hoedanigheid van XXX, hierna te noemen de lokale overheidscrediteur, af te korten tot “Overheidscrediteur”;
NVVK en Overheidscrediteur tezamen te noemen: Partijen OVERWEGENDE DAT:
a. Er sprake is van een grote groep natuurlijke personen die in een problematische schuldsituatie verkeert of dreigt te verkeren, hetgeen leidt tot tal van maatschappelijke problemen, zoals armoede, sociale uitsluiting en gezondheidsproblemen;
b. Sommige schuldenaren van de Overheidscrediteur (terug)vordering(en) niet (kunnen) betalen, waarna het incassobeleid in gang gezet wordt met mogelijk een dwangbevel dan wel gerechtelijk vonnis;
c. De NVVK als belangenbehartiger, met de bij haar aangesloten gemeentelijke kredietbanken, publieke en private instellingen, streeft naar uniformiteit en hoogwaardige onafhankelijke dienstverlening op het terrein van schuldhulpverlening;
d. De Overheidscrediteur bereid is in het geval van een problematische schuldsituatie bij zijn debiteuren mee te werken aan de totstandkoming van een minnelijke regeling;
e. Partijen hun afspraken omtrent de medewerking van Overheidscrediteur wensen vast te leggen in dit convenant;
f. Partijen vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen samenwerken teneinde de situatie onder a. positief te beïnvloeden.
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
Algemene Bepalingen
1 Definities
Partijen hanteren de volgende definities:
1.1 Aanvraag: Een verzoek van een natuurlijk persoon aan een Schuldhulpverlener om hem behulpzaam te zijn bij het vinden van een oplossing voor zijn problematische schuldsituatie.
1.2 Bedreigende Situatie: (Dreigende) Gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.
1.3 Betalingsregeling: Een overeenkomst tussen Schuldenaar en de schuldeiser, tot stand gekomen door bemiddeling via een Schuldhulpverlener, waarbij wordt bepaald dat de vastgestelde vordering volledig wordt terugbetaald in een vooraf vastgesteld aantal termijnen.
1.4 Herfinanciering: Een financieringsovereenkomst tussen Schuldenaar en kredietverstrekker, waarmee de vastgestelde vorderingen van alle schuldeisers voor 100% ineens worden voldaan.
1.5 Kennisgeving: De schriftelijke mededeling van een Schuldhulpverlener aan de schuldeiser dat stabilisatie van de problematische schuldsituatie van een Schuldenaar wenselijk is door middel van een melding en/of een Stabilisatieovereenkomst.
1.6 Minnelijk Voorstel:
Een voorstel voor zowel de Schuldenaar als voor de schuldeiser gebaseerd op een:
a. Schuldregeling, welke kan bestaan uit:
i. een schuldbemiddeling, waarbij de Schuldhulpverlener een betalingsvoorstel voor de totale schuldenlast tegen finale kwijting doet aan de schuldeiser;
ii. een saneringskrediet waarbij de Schuldhulpverlener één betaling voor de totale schuldenlast tegen finale kwijting doet aan de schuldeiser;
b. Herfinanciering;
c. Betalingsregeling.
1.7 Overheidscrediteur: Lokale overheidspartij, te weten: gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden tussen gemeenten en/of waterschappen, met vorderingen op een Schuldenaar op het gebied van gemeentelijke belastingen, sociaal domein, sociale kredietverlening en/of privaatrechtelijke vorderingen.
1.8 Periodieke Termijnen: Voorschotten, lopende premies en/of betaaltermijnen die de Schuldenaar verschuldigd is voor een product of dienst.
1.9 Schuldenaar: Een natuurlijk persoon die een vordering te voldoen heeft bij één of meerdere schuldeiser(s).
1.10 Schuldhulpverlener: Een schuldhulpverlenende organisatie die is geregistreerd als NVVK- lid.
1.11 Schuldregelingsvoorstel: Een document waarin de Schuldhulpverlener de schuldeiser, namens de Schuldenaar, verzoekt akkoord te gaan met een Schuldregeling zoals bedoeld in onderdeel a van artikel 1.6.
1.12 Stabilisatieovereenkomst: Een overeenkomst tussen Schuldenaar en NVVK-lid waarin de rechten en verplichtingen van en de voorwaarden voor beide Partijen ten behoeve van de stabilisatie van de financiële situatie van de Schuldenaar zijn opgenomen.
2 Doelstelling
2.1 De samenwerking is gericht op het bieden van een toekomst zonder problematische schulden voor Schuldenaren van de Overheidscrediteur, op het terugdringen van het aantal Schuldenaren van de Overheidscrediteur met betalingsproblemen en op het voorkomen van het verder oplopen van schulden.
2.2 Uitgangspunt bij dit convenant is dat schulden van Schuldenaren volledig aan de Overheidscrediteur worden betaald. Indien volledige betaling van de schuld door middel van een Betalingsregeling of Herfinanciering niet mogelijk is op grond van de criteria in de modules van de NVVK, zal de Schuldhulpverlener in zijn Schuldregelingsvoorstel vragen akkoord te gaan met een schikkingsbedrag tegen finale kwijting.
2.3 Naast de bepalingen uit dit convenant gelden in een problematische schuldsituatie de volgende uitgangspunten, waarbij het eerstgenoemde uitgangspunt het hoogst in rang staat en voorgaat op een later genoemd uitgangspunt:
a. Wet- en regelgeving die geldt voor de belastingheffing en -inning van lokale belastingen (gemeente/waterschappen) en wet- en regelgeving die geldt voor uitkeren en terugvorderen binnen het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet).
b. De NVVK Gedragscode Schuldhulpverlening, onderliggende modules en de NVVK Belofte (Bijlage 1).
c. Het incassobeleid van de Overheidscrediteur (dat dient te zijn afgestemd op de inhoud van dit convenant).
3 Duur van het convenant
3.1 Dit convenant heeft een looptijd van 1 jaar, te rekenen vanaf de dag van ondertekening door Partijen. Deze looptijd wordt steeds stilzwijgend verlengd met een periode van 1 jaar, tenzij één partij uiterlijk 3 maanden voor deze verlenging het convenant schriftelijk heeft opgezegd.
3.2 Indien van toepassing, vervallen met het tekenen van dit convenant alle voorgaande convenanten tussen de NVVK en de Overheidscrediteur op het gebied van schuldenrust en schuldregelen.
3.3 Partijen zullen tussentijds in overleg treden indien men niet tevreden is over de uitvoering van het convenant. Indien Partijen niet tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen, zijn Partijen afzonderlijk gerechtigd het convenant per direct te beëindigen.
3.4 Bij beëindiging van het convenant blijven de in het convenant opgenomen bepalingen onverkort van toepassing op lopende minnelijke regelingen waarbij de Overheidscrediteur akkoord is gegaan met het Minnelijk Voorstel.
Preventief beleid
4 Preventieve maatregelen
4.1 Indien een Schuldenaar aan de Overheidscrediteur kenbaar maakt financiële problemen te hebben, wijst de Overheidscrediteur de Schuldenaar op de mogelijkheid van schuldhulpverlening. Een Schuldenaar is zelf verantwoordelijk voor het doen van een Aanvraag of het opstarten van andere (vervolg)acties.
5 Aanvraag
5.1 De Schuldhulpverlener voert binnen 4 weken na de Aanvraag voor schuldhulpverlening door de Schuldenaar het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.
5.2 Indien er sprake is van een Bedreigende Situatie voert de Schuldhulpverlener binnen 3 werkdagen na de Aanvraag voor schuldhulpverlening het eerste gesprek waarin de hulpvraag van de Schuldenaar wordt vastgesteld.
5.3 De Schuldhulpverlener wijst de Schuldenaar er tijdens dit eerste gesprek op dat de betaalverplichtingen direct hervat dienen te worden. Mochten de inkomsten van de Schuldenaar daartoe niet toereikend zijn of onmiddellijke hervatting om een andere reden niet haalbaar zijn, dan informeert de Schuldhulpverlener de Overheidscrediteur daarover en wordt bekeken of de Periodieke Termijnen de daaropvolgende maand ingelopen kunnen worden of dat er een andere oplossing voorhanden is.
Stabilisatiefase
6 Stabilisatie
6.1 Indien de Schuldhulpverlener na het gesprek bedoeld in artikel 5.1 of 5.2 oordeelt dat een stabilisatieperiode noodzakelijk is, brengt hij de Overheidscrediteur daarvan op de hoogte door middel van een Kennisgeving en/of Stabilisatieovereenkomst (hierna te noemen: Kennisgeving). Ook indien de Overheidscrediteur de vordering in handen heeft gegeven van een deurwaarder of incassobureau vindt de toezending van de Kennisgeving rechtstreeks aan de Overheidscrediteur plaats.
6.2 De Kennisgeving bevat ten minste de personalia, de geboortedatum en het woonadres van de Schuldenaar (zie ook Bijlage 2).
6.3 Na toezending van de Kennisgeving ziet de Schuldhulpverlener erop toe dat de verplichtingen vanaf dat moment worden betaald en het oplopen van schulden wordt voorkomen.
6.4 De Schuldhulpverlener verbindt zich er toe al hetgeen te doen teneinde de duur van de stabilisatieperiode zoveel mogelijk te beperken.
6.5 Indien tijdens de stabilisatieperiode de schuldhulpverlening vroegtijdig wordt beëindigd, informeert de Schuldhulpverlener de Overheidscrediteur daar direct over.
7 Opschorten incassomaatregelen
7.1 Na ontvangst van de Kennisgeving zal de Overheidscrediteur de op dat moment bestaande vordering niet verder verzwaren en lopende incassomaatregelen ten aanzien van die vordering voor de periode van 8 maanden opschorten.
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
0 Xxxxxx saldo
8.1 Wanneer een minnelijke regeling met een Schuldenaar wordt gestart, verzoekt de Schuldhulpverlener aan de Overheidscrediteur opgave te doen van het saldo van hun vordering(en) op de Schuldenaar. Dit geldt ook indien de Overheidscrediteur een incassobureau of deurwaarderskantoor heeft ingeschakeld om de vordering op de Schuldenaar te verhalen.
8.2 De Overheidscrediteur zet zich in om binnen 5, doch uiterlijk 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek tot saldo-opgave, het saldo van hun vordering(en), inclusief de vordering van de voor hun werkzame deurwaarder of incassobureau, aan de Schuldhulpverlener te verstrekken (zie ook Bijlage 2). Indien er kosten zijn verbonden aan het terughalen van de vordering bij een deurwaarder of incassobureau, dan worden deze kosten meegenomen in het totale saldo.
8.3 Indien er bijzonderheden zijn die instemming met een Minnelijk Voorstel op voorhand belemmeren, dan wordt dit door de Overheidscrediteur aangegeven bij de saldo-opgave.
8.4 Na ontvangst van het verzoek tot saldo-opgave zal de Overheidscrediteur de opschorting zoals bedoeld in artikel 7.1 verlengen met een periode van 4 maanden, doch uiterlijk 8 maanden. Indien het verzoek tot saldo-opgave het eerste contactmoment is met de Overheidscrediteur dan start de opschorting, zoals bedoeld in artikel 7.1 voor een periode van 4 maanden doch uiterlijk 8 maanden.
8.5 Blijft toezending van het verzoek tot saldo-opgave achterwege dan kan de Overheidscrediteur de opschorting, zoals bedoeld in artikel 7.1, na die termijn zonder berichtgeving beëindigen. In dat geval leidt de latere ontvangst van het verzoek tot saldo- opgave tot hervatting van de opschorting zonder terugwerkende kracht.
9 Minnelijk Voorstel
9.1 De Overheidscrediteur aanvaardt het Minnelijk Voorstel altijd, tenzij belemmeringen zijn aangegeven bij de saldo-opgave zoals bedoeld in 8.3. Wanneer een Minnelijk Voorstel bij voorbaat wordt aanvaard, wordt het Minnelijk Voorstel zelf niet verstuurd aan de Overheidscrediteur. De Overheidscrediteur ontvangt alleen de definitieve uitkomst zoals bedoeld in artikel 9.3, waarbij ten behoeve van de Schuldregeling deze definitieve uitkomst ten minste de informatie bevat conform artikel 10.1 sub a, b, d en e.
9.2 Indien, zoals bedoeld in 8.3, belemmeringen zijn opgegeven bij de saldo-opgave, ontvangt de Overheidscrediteur het Minnelijke Voorstel en zet de Overheidscrediteur zich in om binnen 15 werkdagen inhoudelijk te reageren op het Minnelijk Voorstel.
a. Bij aanvaarding wordt het Minnelijk Voorstel schriftelijk geaccordeerd;
b. Bij afwijzing wordt het Minnelijk Voorstel schriftelijk afgewezen, onder opgaaf van redenen.
9.3 De Schuldhulpverlener streeft ernaar dat binnen 4 maanden, doch uiterlijk 8 maanden na saldo-opgave, er sprake is van een Betalingsregeling, Herfinanciering of Schuldregeling. Dit komt tot stand op het moment dat alle schuldeisers (bij voorbaat) met het Minnelijk Voorstel hebben ingestemd. De Schuldhulpverlener spant zich maximaal in om akkoord te verkrijgen op het Minnelijk Voorstel binnen de gestelde termijn.
9.4 Indien er na 8 maanden geen sprake is van een lopende Schuldregeling, Betalingsregeling of Herfinanciering kan de Overheidscrediteur de opschorting zoals bedoeld in artikel 7.1 na die termijn zonder berichtgeving beëindigen.
9.5 Indien een dwangakkoord in de zin van artikel 287a Faillissementswet is aangevraagd bij de rechter, is artikel 9.4 niet van toepassing. De looptijd van de opschorting wordt verlengd met de periode tussen aanvraag dwangakkoord en de beslissing van de rechter inzake het dwangakkoord. Het NVVK-lid meldt de Overheidscrediteur direct per welke datum een dwangakkoord is aangevraagd en per welke datum de rechter uitspraak heeft gedaan alsmede of de rechter het dwangakkoord heeft afgewezen of toegewezen.
10 Schuldregeling
10.1 Een Schuldregelingsvoorstel bevat in ieder geval:
a. type Schuldregeling (schuldbemiddeling of saneringskrediet);
b. de door de schuldeiser opgegeven vordering;
c. de hoogte van de totale schuldenlast;
d. het afkooppercentage voor de schuldeisers;
e. het (verwachte) afkoopbedrag;
f. informatie over preferente en concurrente schulden;
g. de inkomenssituatie van de Schuldenaar;
h. de afloscapaciteit van de Schuldenaar.
NB Een Schuldregelingsvoorstel wordt alleen verzonden indien er bij saldo-opgave bijzonderheden zijn aangegeven conform artikel 8.3.
10.2 Wanneer een Schuldregelingsvoorstel door één of meerdere schuldeisers wordt afgewezen, bijvoorbeeld omdat Periodieke Termijnen of andere betalingsverplichtingen niet (tijdig) worden nagekomen, dan wel een Schuldregeling tussentijds eindigt, wordt de Overheidscrediteur daar zo spoedig mogelijk door de Schuldhulpverlener over geïnformeerd en:
a. zullen alle afspraken, gemaakt in het kader van een Schuldregeling, vervallen;
b. zullen reeds gereserveerde gelden naar evenredigheid met andere schuldeisers worden uitgekeerd;
c. is de Overheidscrediteur bevoegd hun incassobeleid voort te zetten.
10.3 Artikel 10.2 geldt niet als er sprake is van uitvoering van artikel 287a Faillissementswet (dwangakkoord), er een Wsnp aanvraag is ingediend of er sprake is van een andere (voorlopige) voorziening met als doel een algehele Schuldregeling (minnelijk danwel wettelijk).
Overige bepalingen
11 Informatie-uitwisseling
11.1 De Schuldhulpverlener zal de Overheidscrediteur te allen tijde voorzien van informatie die noodzakelijk is in het belang van het convenant en/of de uitvoering van een Minnelijk Voorstel.
11.2 Iedere Partij is zelf verantwoordelijk ervoor te zorgen dat de uitwisseling van informatie plaatsvindt met in achtneming van de bepalingen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (Bgs), de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming en andere relevante wet- en regelgeving.
11.3 De NVVK-leden zijn op basis van één of meerdere grondslagen uit de AVG gerechtigd om gegevens van de Schuldenaar uit te wisselen met de Overheidscrediteur. De grondslag in het kader van de AVG betreft het uitvoeren van de Wgs, het vervullen van een taak van algemeen belang, dan wel de uitvoering van een overeenkomst ter zake schuldhulpverlening.
11.4 De uitwisseling van informatie vindt plaats via door beide Partijen geaccepteerde communicatiemiddelen. De primaire voorkeur voor het uitwisselen van gegevens is het Schuldenknooppunt. Op de uitwisseling van informatie via het Schuldenknooppunt zijn de aanvullende afspraken uit het Handboek Schuldenknooppunt van toepassing.
12 Afwijken convenant
12.1 Een Schuldhulpverlener en de Overheidscrediteur hebben het recht om, in onderling overleg en ten aanzien van een specifiek Minnelijk Voorstel, van bepalingen in dit convenant af te wijken op voorwaarde dat en in zoverre de afwijking passend is bij de doelstellingen van dit convenant.
12.2 De NVVK en de Overheidscrediteur kunnen, indien nodig, afwijkende en aanvullende afspraken opnemen in een addendum.
13 Contactpersonen
13.1. De NVVK en de Overheidscrediteur benoemen beide een contactpersoon voor de uitvoering van het convenant en aanspreekpunt voor de Schuldhulpverlener.
14 Evaluatie
14.1 De NVVK en de Overheidscrediteur verplichten zich de in dit convenant gemaakte afspraken ten minste éénmaal per jaar te evalueren dan wel vaker indien één van de Partijen dit verlangt. Een (tussentijdse) evaluatie vindt tevens plaats indien enige wetswijziging daar aanleiding toe geeft. De NVVK verplicht zich daarbij om het initiatief te nemen voor de jaarlijkse evaluatie.
14.2 Wijzigingen in het convenant kunnen alleen worden aangebracht met wederzijds goedvinden en worden, indien noodzakelijk, vastgelegd in een nieuw convenant of addendum.
14.3 Partijen spannen zich in om het effect van het convenant te meten.
Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend te:
Plaats, Utrecht,
Datum: XXX Datum: XXX
Partij 2 NVVK
Naam ondertekenaar X. Xxxxxxx
Functie ondertekenaar Voorzitter NVVK
X.X.X. xxx xxx Xxxxxxx Secretaris NVVK
Bijlage 1: NVVK Gedragscode Schuldhulpverlening en NVVK Belofte
xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxx xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxx/xxxx-xxxxxxx
Bijlage 2: Minimumeisen Kennisgeving of saldo-opgave
De Kennisgeving (van een Aanvraag tot Schuldregeling) dan wel saldo-opgave voorziet minimaal in de volgende informatie:
▪ Datum van de Aanvraag.
▪ Naam, geboortedatum, adres en woonplaats van de Schuldenaar.
▪ Debiteurennummer(s) van de Overheidscrediteur.