ANNEX 4
ANNEX 4
VOORWAARDEN VAN BEHEER EN BEWARING
7 Juni 2016 |
BLUE SKY EAGLE FUND |
1. BEGRIPSOMSCHRIJVING
1.1 De volgende begrippen hebben in deze voorwaarden de hierna omschreven betekenis, tenzij uitdrukkelijk anders blijkt:
"accountant" betekent de in artikel 18, lid 6 bedoelde registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek, aan wie de opdracht is gegeven het jaarverslag te onderzoeken.
"Autoriteit Financiële Markten" betekent Stichting Autoriteit Financiële Markten.
"beheerder" betekent BSG Fund Management B.V., die belast is met het beheer van het fonds.
"Blue Sky beleggingspool" betekent een besloten fonds voor gemene rekening waarin een subfonds belegt.
"depositary" betekent Kas Trust & Depositary Services B.V., de bewaarder van het Fonds als bedoeld in artikel 4:37f van de Wft, of enige andere persoon of entiteit aan wie het is toegestaan om als bewaarder in voornoemde betekenis op te treden, als van tijd tot tijd benoemd door de beheerder en genoemd in het prospectus.
"FBI-criteria" betekent de vereisten waaraan moet worden voldaan om te kunnen worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
"fonds" betekent een niet in een rechtspersoon ondergebracht vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden en/of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de participatiehouders in de opbrengst daarvan te doen delen.
"handelsdag" betekent de eerste werkdag van de maand of een andere werkdag binnen drie dagen na de eerste werkdag van de maand als bepaald door de beheerder in het belang van de participatiehouders, op welke dag uitgifte, verkoop, overdracht en omwisseling van participaties mogelijk is.
"inhoudingsplichtige" betekent een inhoudingsplichtige in de zin van artikel 6 lid 1 letters a en c van de Wet op de loonbelasting 1964, dan wel de inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 5.3 lid 5 dan wel 5.5 lid 5 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011, zoals van toepassing op 31 december 2011.
"jaarverslag" betekent het in artikel 19, lid 2 omschreven jaarverslag.
"juridisch eigenaar" betekent Stichting Blue Sky Eagle Fund Bewaarder die belast is met het houden van het vermogen van het fonds, als genoemd in het prospectus.
"participatiehouders" betekent de economisch deelgerechtigden in een of meer subfondsen.
"participaties" betekent de evenredige delen waarin de aanspraken van de participatiehouders op een subfonds verdeeld zijn, waarbij de afronding plaatsvindt op vier (4) decimalen.
"prospectus" betekent het prospectus van het fonds inclusief de supplementen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd of aangevuld.
"raad van toezicht" betekent de raad van toezicht van het fonds die toezicht houdt op het beheer door de beheerder, door middel van het uitoefenen van zijn bevoegdheden onder deze voorwaarden.
"register" betekent het in artikel 10, lid 3 omschreven register.
"subfonds" betekent een gedeelte van het fonds waartoe de houders van een bepaalde serie participaties gerechtigd zijn met onder meer een eigen beleggingsbeleid als omschreven in het desbetreffende supplement.
"supplement" betekent de bij het prospectus behorende aanvulling per subfonds waarin onder meer het beleggingsbeleid is opgenomen van het subfonds.
"tussentijds verslag" betekent het in artikel 19, lid 3 omschreven tussentijds verslag.
"verkoop" betekent verkrijging van participaties ten titel van koop door de juridisch eigenaar voor rekening van het fonds.
"waarde van een participatie" betekent de waarde van een subfonds gedeeld door het aantal uitstaande participaties van de desbetreffende serie participaties, uitgedrukt in euro en afgerond tot vier (4) cijfers achter de komma.
"waarde van een subfonds" betekent de som van de waarde uitgedrukt in euro van de tot het subfonds behorende goederen verminderd met de tot het subfonds behorende verplichtingen, waaronder begrepen:
(a) eventuele belastingen;
(b) naar tijdsevenredigheid, de kosten van bewaring, beheer en de overige kosten die ten laste van het subfonds komen; en
(c) eventueel getroffen voorzieningen en aangehouden reserves; uitgedrukt in euro en afgerond tot vier (4) cijfers achter de komma.
"werkdag" betekent een dag waarop de banken in Nederland geopend zijn voor het (laten) uitvoeren van betalingsverkeer en welke dag geen officiële feest- of gedenkdag in Nederland is.
1.2 Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt, heeft een begrip dat in artikel 1.1 is omschreven in het meervoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving, in het enkelvoud dezelfde betekenis. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor een begrip dat in artikel 1.1 is omschreven in het enkelvoud.
1.3 Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, zijn verwijzingen in deze voorwaarden verwijzingen naar de artikelen van deze voorwaarden.
1.4 Kopjes in deze voorwaarden zijn voor de uitleg daarvan zonder betekenis.
2. NAAM. DUUR
2.1 Het fonds draagt de naam: Blue Sky Eagle Fund.
2.2 Het fonds is gevormd voor onbepaalde tijd.
3. AARD. DOEL. FISCALE STATUS
3.1 Het beheer en de bewaring van het fonds geschieden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden van beheer en bewaring. Deze voorwaarden en hetgeen ter uitvoering hiervan geschiedt, vormen geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap.
3.2 Deze voorwaarden vormen geen overeenkomst tussen enige of alle participatiehouders en zijn ook (anderszins) niet gericht op enige samenwerking tussen enige of alle participatiehouders, en geen enkele bepaling van deze voorwaarden zal enig recht of enige verplichting tussen enige of alle participatiehouders onderling tot stand doen komen, of als zodanig worden uitgelegd.
3.3 Een verplichting van een participatiehouder om een vergoeding te betalen voor uit te geven participaties is alleen een verplichting jegens de beheerder en de juridisch eigenaar. Deze verplichting is geen inbreng of verplichting om in te brengen als bedoeld in titel 7A.9 van het Burgerlijk Wetboek.
3.4 Het doel van het fonds is het per subfonds afzonderlijk, collectief beleggen van de goederen die tot het fonds behoren voor rekening en risico van de participatiehouders van het betreffende subfonds, teneinde de participatiehouders in de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Elk subfonds belegt conform het prospectus in een of meerdere Blue Sky beleggingspools, welke nader worden omschreven in het desbetreffende supplement bij het prospectus.
3.5 Het fonds opteert voor de status van fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
4. BEHEERDER. DEPOSITARY
4.1 De beheerder is belast met het beheer van het fonds. De beheerder is bevoegd om, onder zijn verantwoordelijkheid, een deel van de beheertaken met betrekking tot het fonds uit te besteden aan een of meer derden, niet zijnde de depositary, of om een samenwerkingsovereenkomst met het oog op het beheer van het fonds met een of meer derden te sluiten, niet zijnde de depositary, na verkrijging van voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht.
4.2 Het is de beheerder niet toegestaan om deel te nemen in andere ondernemingen of het beheer te verrichten ten behoeve van andere beleggingsinstellingen dan de Blue Sky beleggingspools, anders dan na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht.
4.3 De raad van toezicht is bevoegd tot benoeming en ontslag van de beheerder, overeenkomstig hetgeen in artikel 24 is bepaald.
4.4 De depositary is belast met de bewaring van het fonds zoals nader omschreven in artikel 4, lid 5. De depositary is bevoegd om, onder zijn verantwoordelijkheid, een
deel van de bewaartaken uit te besteden aan een of meer derden, niet zijnde de beheerder.
4.5 De beheerder en de depositary zijn onafhankelijk van elkaar. Het is bestuurders van de beheerder niet toegestaan enige functie te vervullen bij de depositary en vice versa.
4.6 De beheerder en de depositary treden bij het beheer respectievelijk de bewaring uitsluitend in het belang van de participatiehouders op.
4.7 De depositary wordt benoemd door de beheerder om ten behoeve van het fonds de verplichtingen van de bewaarder op grond van artikel 4:37f van de Wft uit te oefenen, die in essentie bestaan uit:
(a) de monitoring en verificatie van de kasstromen van het fonds;
(b) het bewaren van het vermogen van het fonds;
(c) waarborgen dat (i) de uitgifte, inkoop, intrekking en waardering van participaties plaatsvindt in overeenstemming met deze voorwaarden en toepasselijke wet- en regelgeving, (ii) in transacties ten aanzien van het vermogen van het fonds enige vergoeding binnen de gebruikelijke tijdslimieten wordt betaald aan het fonds, en (iii) het inkomen van het fonds wordt toegepast in overeenstemming met deze voorwaarden en toepasselijke wet- en regelgeving; en
(d) het uitvoeren van de instructies van de beheerder, tenzij die in strijd zijn met toepasselijke wet- en regelgeving.
4.8 De depositary kan door de beheerder worden ontslagen, en de depositary kan opzeggen als bewaarder van het fonds, op grond van bepaalde redenen en/of onder bepaalde voorwaarden als bepaald in de overeenkomst tussen de beheerder, de juridisch eigenaar en de depositary.
5. JURIDISCH EIGENAAR
5.1 De juridisch eigenaar is juridisch eigenaar van of juridisch gerechtigd tot alle goederen die tot het fonds behoren.
5.2 Alle goederen die deel uitmaken of deel gaan uitmaken van het fonds zijn respectievelijk worden ten titel van beheer verkregen door de juridisch eigenaar ten behoeve van de participatiehouders.
5.3 Overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring met een beperkt recht van goederen die tot het fonds (gaan) behoren, worden aangegaan door de juridisch eigenaar.
5.4 De raad van toezicht is bevoegd tot benoeming en ontslag van de juridisch eigenaar, overeenkomstig hetgeen in artikel 24 is bepaald.
5.5 Verplichtingen die tot het fonds (gaan) behoren, zijn respectievelijk worden aangegaan op naam van de juridisch eigenaar, waarbij uitdrukkelijk wordt vermeld
dat de juridisch eigenaar optreedt in zijn hoedanigheid van juridisch eigenaar van het fonds. De juridisch eigenaar kan de participatiehouders niet vertegenwoordigen.
De juridisch eigenaar is jegens de participatiehouders slechts aansprakelijk voor door hen geleden schade in verband met de uitvoering van zijn verplichtingen en verantwoordelijkheden op grond van deze voorwaarden, hoe dan ook ontstaan, voor zover in een onherroepelijk vonnis is vastgesteld dat de schade het directe gevolg is van (i) grove onzorgvuldigheid, (ii) opzet, (iii) verwijtbare materiële tekortkoming van overeenkomsten gerelateerd aan het fonds, of (iv) fraude door de juridisch eigenaar, of (v) verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming door de juridisch eigenaar van zijn verplichtingen onder deze voorwaarden. Dit geldt ook wanneer de juridisch eigenaar de door hem gehouden goederen geheel of ten dele aan een derde heeft toevertrouwd. De juridisch eigenaar is niet aansprakelijk jegens de participatiehouders voor een verlies geleden door een participatiehouder door een doen of nalaten door een derde partij. Ook is de juridisch eigenaar niet aansprakelijk voor verlies ontstaan door een doen of nalaten door de juridisch eigenaar of door een derde, als gevolg van het vertrouwen door de juridisch eigenaar of een derde op een verklaring of garantie van een participatiehouder.
5.6 De juridisch eigenaar zal die informatie verschaffen en zulke rechtshandelingen met betrekking tot het vermogen van het fonds verrichten als de depositary van tijd tot tijd kan vereisen in de juiste uitvoering van zijn bewaarverplichting en andere verplichtingen als bewaarder van het fonds.
6. RAAD VAN TOEZICHT
6.1 Het fonds heeft een raad van toezicht.
6.2 De raad van toezicht bestaat uit drie leden die natuurlijke personen zijn. Een niet voltallige raad van toezicht behoudt zijn bevoegdheden.
6.3 De raad van toezicht is belast met het interne toezicht op het beleid en het functioneren van de beheerder als beheerder van het fonds.
6.4. De raad van toezicht heeft tevens de overige (goedkeurings)bevoegdheden zoals opgenomen in deze voorwaarden.
6.5 De volgende besluiten van de beheerder zijn onderworpen aan de goedkeuring van de raad van toezicht:
a) Vaststelling beleggingsprofielen voor het fonds;
b) Vaststelling tarieven voor deelname in het fonds;
c) Aangaan van overeenkomsten tot overdracht of uitbesteding van activiteiten door de beheerder aan derden, voor zover dit van invloed is op het beheer van het fonds;
d) Deelnemen in of op andere wijze een belang nemen in, het beëindigen van of aanbrengen van een materiële wijziging in zodanige deelneming of belang, of het aanvaarden of afstand doen van het beheer over andere ondernemingen, voor zover dit van invloed is op het beheer van het fonds; en
e) Aangaan, beëindigen of materieel wijzigen van samenwerkingsovereenkomsten door de beheerder, voor zover dit van invloed is op het beheer van het fonds.
6.6 De raad van toezicht is bevoegd een reglement vast te stellen waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot de taakverdeling binnen de raad van toezicht, mits niet in strijd met deze voorwaarden.
7. BEHEER, BELEGGINGEN EN OVERIGE HANDELINGEN
7.1 De beheerder is belast met het beheer van het fonds, waaronder is begrepen het beleggen van de goederen die behoren tot het fonds, het aangaan van verplichtingen ten laste van het fonds en het verrichten van alle overige handelingen ten aanzien van het fonds, alles met inachtneming van hetgeen overigens in deze voorwaarden is bepaald. De beheerder kan de participatiehouders niet vertegenwoordigen.
7.2 De beheerder is jegens de participatiehouders slechts aansprakelijk voor door hen geleden schade in verband met de uitvoering van zijn verplichtingen en verantwoordelijkheden op grond van deze voorwaarden, voor zover in een onherroepelijk vonnis is vastgesteld dat de schade het directe gevolg is van (i) grove onzorgvuldigheid, (ii) opzet, (iii) verwijtbare materiële tekortkoming van overeenkomsten gerelateerd aan het fonds, of (iv) fraude door de juridisch eigenaar. De beheerder is niet aansprakelijk jegens de participatiehouders voor een verlies geleden door een participatiehouder door een doen of nalaten door een derde partij, tenzij dit voortvloeit uit de wettelijke of overeengekomen aansprakelijkheid van de beheerder, die door uitbesteding niet zal worden aangetast. De beheerder is niet aansprakelijk jegens participatiehouders voor een verlies geleden door een doen of nalaten door de beheerder als gevolg van het door de beheerder vertrouwen op een verklaring of garantie van een participatiehouder.
8. FONDS. SUBFONDSEN
8.1 Het fonds bestaat uit het vermogen dat wordt gevormd overeenkomstig het bepaalde in deze voorwaarden door onder meer hetgeen wordt ingebracht als tegenprestatie voor participaties, opbrengsten van goederen die behoren tot het fonds, verkregen goederen en inkomsten en schulden die worden aangegaan.
8.2 De niet in Blue Sky beleggingspools belegde goederen die behoren tot het fonds zullen worden aangehouden op één of meer rekeningen op naam van de juridisch eigenaar ten behoeve van het fonds bij de depositary.
8.3 Het vermogen van het fonds is onderverdeeld in een of meer subfondsen. Voor elk subfonds wordt een aparte administratie gevoerd, zodat onder meer alle aan een subfonds toe te rekenen activa en passiva alsmede kosten en opbrengsten per subfonds worden verantwoord.
8.4 Met inachtneming van het bepaalde in artikel 26 lid 5 komen de beleggingen van een subfonds uitsluitend voor rekening en risico van de participatiehouders van het betreffende subfonds. Uitkeringen ten laste van een subfonds kunnen uitsluitend plaatsvinden op de participaties van het betreffende subfonds.
8.5 Ten laste van (een subfonds van) het fonds kunnen geldleningen worden aangegaan.
8.6 De beheerder besluit tot introductie van een subfonds. Voorafgaand aan die introductie stellen de beheerder en de juridisch eigenaar de nadere specificaties voor dat subfonds vast, waaronder begrepen het beleggingsbeleid, en leggen deze vast in het desbetreffende supplement. Op het wijzigen van deze nadere specificaties is het bepaalde in artikel 25, lid 2 van overeenkomstige toepassing.
8.7 In geval van tegenstrijdigheid tussen het prospectus van het fonds, waaronder begrepen deze voorwaarden, en het supplement van een subfonds prevaleert het supplement.
8.8 Onverminderd het bepaalde in artikel 25, lid 2 kan door het supplement van een subfonds geen wijziging worden aangebracht in de rechten en verplichtingen van participatiehouders van andere subfondsen.
9. RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN PARTICIPATIEHOUDERS
9.1 De participatiehouders zijn economisch tot een subfonds gerechtigd naar verhouding van het aantal participaties van de desbetreffende serie participaties die een participatiehouder houdt. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 lid 2 komen, in de verhouding bedoeld in de vorige zin, alle voor- en nadelen, die economisch aan een subfonds zijn verbonden, ten gunste respectievelijk ten laste van de participatiehouders die de desbetreffende serie participaties houden.
9.2 Participatiehouders zijn niet aansprakelijk voor de verplichtingen van de beheerder en de juridisch eigenaar en dragen niet verder in de verliezen van een subfonds dan tot het bedrag dat in het subfonds is ingebracht of nog moet worden ingebracht als tegenprestatie voor de participaties van de desbetreffende serie die door de participatiehouder worden gehouden of zullen worden gehouden.
10. PARTICIPATIES
10.1 De participaties zijn verdeeld in een of meer series participaties en hebben een zodanige aanduiding dat zij steeds van elkaar kunnen worden onderscheiden. Het aantal series participaties, de aanduiding van elke serie en de aanduiding van elke participatie van een serie worden vastgesteld door de beheerder en de juridisch eigenaar. Onder participaties worden mede begrepen fracties van participaties.
Elke serie participaties vertegenwoordigt de gerechtigdheid tot het vermogen van een bepaald subfonds zoals omschreven in het prospectus en het desbetreffende supplement.
10.2 De participaties luiden op naam. Participatiebewijzen worden niet uitgegeven.
10.3 De beheerder houdt een register, waarin de namen en adressen van alle participatiehouders zijn opgenomen, onder vermelding van de aanduidingen van hun participaties, de datum van verkrijging van de participaties, het bedrag of de waarde van hetgeen dat in het fonds is ingebracht als tegenprestatie voor een participatie, alsmede het aantal participaties waarvoor de participatiehouders deelnemen in een subfonds. Een participatiehouder zal iedere wijziging in de hiervoor bedoelde gegevens onmiddellijk aan de beheerder opgeven.
10.4 Het register wordt regelmatig bijgehouden. Iedere wijziging daarin wordt getekend door de beheerder.
10.5 Iedere participatiehouder ontvangt terstond na de inschrijving of een wijziging daarin een door de beheerder getekend, niet verhandelbaar uittreksel uit het register van participatiehouders, voor zover het zijn participatie(s) betreft.
10.6 Het register ligt ten kantore van de beheerder ter inzage van iedere participatiehouder, doch uitsluitend voor zover het zijn eigen inschrijving betreft.
11. VASTSTELLING VAN DE WAARDE VAN EEN SUBFONDS EN VAN EEN PARTICIPATIE.
11.1 De beheerder stelt ten minste per handelsdag de waarde van een subfonds en de intrinsieke waarde van een participatie van elke serie uitstaande participaties vast, tenzij het desbetreffende supplement anders bepaalt, en publiceert deze op zijn website.
11.2 De waarde van de vermogensbestanddelen die tot een subfonds behoren wordt vastgesteld met inachtneming van de waarderingsmethoden die in het prospectus en het desbetreffende supplement zijn omschreven.
12. TOEKENNING VAN PARTICIPATIES
12.1 Toekenning van participaties heeft op schriftelijk verzoek, dan wel indien mogelijk via een elektronisch beschikbaar gesteld formulier, plaats door de beheerder op de handelsdag.
12.2 De tegenprestatie voor een toe te kennen participatie is gelijk aan de waarde van die participatie op de desbetreffende handelsdag, vermeerderd met een door de beheerder vast te stellen opslag als vermeld in het desbetreffende supplement. De beheerder stelt de verdere voorwaarden van toekenning vast, waaronder mede begrepen de vorm van de tegenprestatie. De tegenprestatie dient uiterlijk op de werkdag voorafgaande aan de handelsdag waarop toekenning wordt gewenst door de juridisch eigenaar te zijn ontvangen.
13. OMWISSELING VAN PARTICIPATIES
13.1 De beheerder kan op schriftelijk verzoek van de participatiehouder een of meer participaties van een bepaalde serie omwisselen in een of meer participaties van een andere serie. Omwisseling is mogelijk op de handelsdag.
13.2 Omwisseling geschiedt (i) tegen betaling van de eventuele hiermee verband houdende opslag, en (ii) overeenkomstig de in het prospectus bepaalde formule. Omwisseling vindt plaats door een daartoe bestemde akte waarbij de verzoekende participatiehouder, de beheerder en de juridisch eigenaar partij zijn.
14. OVERDRACHT VAN PARTICIPATIES
14.1 Participaties kunnen uitsluitend worden overgedragen aan hetzij een derde mits met voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de beheerder, hetzij aan de juridisch
eigenaar, die hierbij optreedt in zijn hoedanigheid van juridisch eigenaar van het fonds.
14.2 Levering van participaties geschiedt door een daartoe bestemde akte en mededeling van de overdracht aan de juridisch eigenaar.
14.3 De participaties kunnen niet met enig beperkt recht worden belast.
15. VERKOOP VAN PARTICIPATIES
15.1 De juridisch eigenaar zal op verzoek van een participatiehouder participaties kopen. Na verkoop van participaties door de participatiehouder aan de juridisch eigenaar gelden de participaties als ingetrokken door de juridisch eigenaar. Verkoop door een participatiehouder aan de juridisch eigenaar is op de handelsdag mogelijk. De verkrijging door de juridisch eigenaar vindt plaats door een daartoe bestemde akte waarbij de vervreemder van de participaties en de juridisch eigenaar partij zijn. De koop van participaties door de juridisch eigenaar vindt niet plaats gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in artikel 11, lid 2 de waarde van de participaties niet wordt vastgesteld. Na ontbinding van het fonds vindt geen verkoop van participaties meer plaats.
15.2 De koopprijs voor een door de juridisch eigenaar in te trekken participatie is gelijk aan de waarde van die participatie (per de handelsdag). Van de verkoop en de daarbij behorende koopprijs wordt aan de beheerder en de participatiehouder zo spoedig mogelijk mededeling gedaan.
15.3 De beheerder zal, na accordering door de juridisch eigenaar, de koopprijs voor de door de participatiehouder verkochte participaties aan de participatiehouder voldoen binnen vijf werkdagen na de verkrijging van de desbetreffende participaties.
15.4 Indien, naar het oordeel van de beheerder, een gerede kans bestaat dan wel gevoeglijk is aangetoond dat een participatiehouder door het kopen of houden van participaties handelt in strijd met de voor hem relevante wet- en regelgeving, vervalt een zodanig aantal van de participaties van de desbetreffende serie(s) die de participatiehouder houdt dat niet in strijd met de relevante wet- en regelgeving wordt gehandeld. Aan de houder van de vervallen participaties zal als vergoeding voor het vervallen van de participaties ten laste van het fonds een bedrag worden voldaan gelijk aan het bedrag dat als verkoopprijs zou zijn voldaan indien de desbetreffende participaties zouden zijn ingekocht. De beheerder zal zo spoedig mogelijk aan de desbetreffende participatiehouder mededelen: hoeveel van welke serie(s) participaties zijn vervallen, aan welke relevante wet- en regelgeving niet meer zou worden voldaan en de hoogte van de in de vorige zin bedoelde vergoeding.
16. GEEN TOEKENNING, INKOOP, VERKOOP EN/OF OMWISSELING VAN PARTICIPATIES
De waardebepaling van het fonds of participaties, en/of de toekenning, inkoop, verkoop en/of omwisseling van participaties, kan onder de volgende omstandigheden door de beheerder worden opgeschort:
(a) indien in strijd zou worden gehandeld met enige wettelijke bepaling, waaronder begrepen de levensloopregeling als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarmee verband houdende uitvoeringsregelingen zoals van toepassing op 31 december 2011, dan wel met het in het prospectus en het desbetreffende supplement omschreven beleid;
(b) indien de beheerder van mening is dat hierdoor de belangen van de bestaande participatiehouders zouden worden geschaad;
(c) indien de beheerder van mening is dat hierdoor het fonds/de subfondsen niet meer aan één of meer van de FBI-criteria zou voldoen dan wel op andere wijze de fiscale status van het fonds/de subfondsen in gevaar komt;
(d) indien de officiële markt van de effectenbeurs van Euronext Amsterdam N.V. of een (officiële) markt van een andere effectenbeurs waaraan effecten zijn genoteerd die behoren tot een subfonds waarin het desbetreffende subfonds belegt, zijn gesloten tijdens andere dan gebruikelijke dagen of wanneer de transacties op deze markten zijn opgeschort of aan niet gebruikelijke beperkingen zijn onderworpen en de beheerder naar zijn oordeel, geen juiste taxatie van de koers van die effecten kan geven;
(e) indien de middelen van communicatie of berekeningsfaciliteiten die normaal worden gebruikt voor de bepaling van de waarde van een subfonds en/of van een participatie, anders dan door verwijtbaar handelen of nalaten van de beheerder, niet meer functioneren of indien om enige andere reden de waarde van een belegging die behoort tot een subfonds en/of van een participatie niet met de door de beheerder gewenste snelheid of nauwkeurigheid kan worden bepaald;
(f) indien de technische middelen van het fonds/het subfonds om participaties toe te kennen, in te kopen, te verkopen en/of om te wisselen door een technische storing tijdelijk niet beschikbaar zijn;
(g) in geval van omstandigheden waarbij het fonds/het subfonds aan de hoeveelheid verzoeken tot toekenning, inkoop, verkoop en/of omwisseling van participaties feitelijk niet onmiddellijk kan voldoen; bijvoorbeeld omdat het administratief niet mogelijk is de verzoeken ordentelijk te verwerken;
(h) in geval van omstandigheden waarbij de toekenning, inkoop, verkoop en/of omwisseling van participaties tijdelijk kan worden gemaximeerd mits de ingestelde limiet in verhouding staat tot het aantal uitstaande participaties en verband houdt met de kenmerken van het fonds/subfonds of het beleggingsbeleid;
(i) indien factoren die onder andere verband houden met de politieke, economische, militaire of monetaire situatie waarover de beheerder geen zeggenschap heeft, de beheerder verhinderen de waarde van een subfondsen en/of een participatie voldoende nauwkeurig te bepalen; en/of
(j) indien een besluit tot opheffing van het desbetreffende subfonds of tot ontbinding van het fonds is genomen.
16.2 Binnen een maand na de opschorting roept de beheerder een vergadering van participatiehouders van de desbetreffende serie(s) participaties bijeen om het besluit tot opschorting toe te lichten.
17. OPROEPINGEN EN MEDEDELINGEN.
Oproepingen van en mededelingen aan participatiehouders geschieden bij brief aan de in het register van participatiehouders vermelde adressen of door middel van een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad, alsmede op de website van de beheerder. Als datum van een oproeping of mededeling per brief geldt de datum van verzending door de beheerder of de juridisch eigenaar. Als datum van de oproeping of mededeling door middel van een advertentie in een in Nederland landelijk verspreid dagblad geldt in dit geval de datum van verschijnen van het dagblad.
18. INFORMATIEVERSTREKKING
De beheerder zal binnen zeven werkdagen na afloop van elke maand een overzicht opstellen hetgeen mede door de juridisch eigenaar zal zijn ondertekend, waarin ten minste de volgende gegevens zijn opgenomen:
(a) de waarde van het subfonds;
(b) het aantal uitstaande participaties;
(c) de waarde van een participatie; en
(d) de totale waarde en de samenstelling van de beleggingen van het desbetreffende subfonds.
De beheerder publiceert dit overzicht op de website van de beheerder en legt dit overzicht ten kantore van de beheerder ter inzage voor de participatiehouders, alwaar dit overzicht tegen ten hoogste de kostprijs beschikbaar wordt gesteld aan de participatiehouders.
19. BOEKJAAR. VERSLAGLEGGING
19.1 Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
19.2 De beheerder maakt jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens betreffende het fonds openbaar over dat boekjaar, met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek. De relevante financiële gegevens met betrekking tot de subfondsen worden opgenomen in de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens betreffende het fonds, daaronder begrepen een overzicht van het verloop gedurende het boekjaar van de waarde van elk van de subfondsen, van de beleggingen en de samenstelling van de beleggingen per subfonds per het einde van het boekjaar.
19.3 Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de beheerder een halfjaarbericht openbaar over de eerste helft van dat boekjaar. Dit halfjaarbericht wordt opgesteld conform de structuur van de jaarrekening. De relevante financiële gegevens met betrekking tot de subfondsen worden opgenomen in
het halfjaarbericht, daaronder begrepen een overzicht van het verloop gedurende de eerste helft van het boekjaar van de waarde van elk van de subfondsen en de samenstelling van de beleggingen per subfonds per het einde van de eerste helft van het boekjaar, alsmede, voor zover beschikbaar, een vergelijking van het resultaat over het boekjaar met het resultaat in de drie voorafgaande boekjaren.
19.4 Het jaarverslag en het halfjaarbericht worden ondertekend door de beheerder en de juridisch eigenaar. Ontbreken een of meer handtekeningen, dan wordt daarvan onder opgave van de reden melding gemaakt.
19.5 Het jaarverslag en het halfjaarbericht worden binnen zes maanden respectievelijk negen weken op de website van de beheerder gepubliceerd, liggen ter inzage voor de participatiehouders ten kantore van de beheerder en zijn aldaar kosteloos beschikbaar voor de participatiehouders.
19.6 De vergadering van participatiehouders zal een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393, lid 1 Burgerlijk Wetboek opdracht geven om het jaarverslag te onderzoeken. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de beheerder en de depositary en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer. De verklaring van de accountant wordt aan het jaarverslag toegevoegd.
19.7 De vergadering van participatiehouders kan opdrachten verstrekken aan de accountant of aan een andere registeraccountant.
20. WINST
20.1 De winst over een boekjaar wordt berekend met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Het gedeelte van de winst van (een subfonds van) het fonds dat moet worden uitgekeerd om te voldoen aan de FBI-criteria zal jaarlijks binnen acht maanden na afloop van het boekjaar worden uitgekeerd. Het resterende gedeelte van de winst wordt toegevoegd aan het fonds.
20.2 Alle participaties van een serie die op het moment van vaststelling van het jaarverslag uitstaan, delen gelijkelijk in de winst over het desbetreffende subfonds over het boekjaar.
20.3 Uitkeringen van de winst zijn opeisbaar vier weken na vaststelling van het jaarverslag, tenzij de vergadering van participatiehouders op voorstel van de beheerder een andere datum bepaalt.
20.4 De betaalbaarstelling van uitkeringen aan participatiehouders, de samenstelling van de uitkeringen en de wijze van betaalbaarstelling worden aan de participatiehouders medegedeeld.
21. VERGADERING VAN PARTICIPATIEHOUDERS.
21.1 Binnen zes maanden na afloop van een boekjaar wordt de jaarlijkse vergadering van participatiehouders gehouden voor welke vergadering alle participatiehouders met inachtneming van het bepaalde in dit artikel worden opgeroepen.
De agenda voor deze vergadering bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:
(a) verslag van de beheerder en de depositary over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar;
(b) de vaststelling van de jaarrekening; en
(c) verlening van decharge aan de beheerder voor de vervulling van zijn taak over het desbetreffende boekjaar; en
(d) verlening van decharge aan de juridisch eigenaar voor de vervulling van zijn taak over het desbetreffende boekjaar.
21.2 In de jaarlijkse vergadering wordt voorts behandeld hetgeen met inachtneming van de lid 4 op de agenda is geplaatst.
21.3 De bestuurders van de beheerder en de juridisch eigenaar worden uitgenodigd vergaderingen van participatiehouders bij te wonen en hebben het recht in de vergadering het woord te voeren. De accountant kan door de vergadering van participatiehouders tot het bijwonen van de vergadering worden uitgenodigd.
21.4 De oproeping tot de vergadering van participatiehouders en de vaststelling van de agenda voor de vergadering geschieden door de beheerder.
21.5 De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering.
21.6 De vergaderingen worden gehouden in Nederland op een door de beheerder te bepalen plaats en tijdstip. Indien de voorschriften omtrent de oproeping en de plaats van de vergadering niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen, mits alle participatiehouders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn en mits bij eenstemmigheid.
21.7 Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de oproeping van de vergadering door de beheerder kosteloos beschikbaar gesteld aan de participatiehouders. De verklaring van de accountant zal aan het jaarverslag worden toegevoegd.
21.8 Binnen acht dagen na vaststelling van een jaarverslag wordt daarvan door de beheerder aan alle participatiehouders mededeling gedaan. Indien een jaarverslag gewijzigd is vastgesteld vermeldt deze mededeling tevens dat het jaarverslag tezamen met de daarop betrekking hebbende verklaring van de accountant door de beheerder kosteloos beschikbaar wordt gesteld aan de participatiehouders.
21.9 De vergaderingen van participatiehouders worden geleid door een bestuurder van de beheerder. Indien meerdere bestuurders van de beheerder aanwezig zijn, zullen deze bestuurders een van hen aanwijzen als voorzitter van de vergadering. Is geen van de bestuurders van de beheerder aanwezig, dan benoemt de vergadering zelf haar voorzitter.
De voorzitter van de vergadering wijst een secretaris aan.
De voorzitter kan ook derden toestaan om de vergadering of een gedeelte daarvan bij te wonen en er het woord te voeren.
21.10 Een participatiehouder kan zich ter vergadering, mits bij schriftelijke volmacht, doen vertegenwoordigen.
21.11 Tenzij deze voorwaarden anders bepalen, worden alle besluiten van de vergadering van participatiehouders genomen met volstrekte meerderheid van de stemmen verbonden aan alle ter vergadering vertegenwoordigde participaties, waarbij aan elke participatie één stem toekomt. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter van de vergadering een beslissende stem. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze van stemming.
21.12 De beheerder kan een vergadering van participatiehouders van een bepaalde serie participaties bijeenroepen.
Op een dergelijke vergadering is het bepaalde in dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
22. VERSLAGLEGGING
Tenzij van het in de vergadering van participatiehouders verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden daarvan door de secretaris van die vergadering notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vergadering dan wel vastgesteld door een volgende vergadering van participatiehouders; in het laatste geval worden zij ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende vergadering ondertekend.
23. DEFUNGEREN VAN DE BEHEERDER OF DE JURIDISCH EIGENAAR.
23.1 De beheerder zal als zodanig defungeren:
(a) op het tijdstip van ontbinding van de beheerder;
(b) vrijwillig, na kennisgeving aan de juridisch eigenaar, alle participatiehouders en de raad van toezicht, minstens twee maanden voor de beoogde datum van defungeren;
(c) doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt, hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, daaronder begrepen aan hem verleende surséance van betaling;
(d) door ontslag door de raad van toezicht.
23.2 De juridisch eigenaar zal als zodanig defungeren:
(a) op het tijdstip van ontbinding van de juridisch eigenaar;
(b) vrijwillig, na kennisgeving aan de beheerder, alle participatiehouders en de raad van toezicht, minstens twee maanden voor de beoogde datum van defungeren;
(c) doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt, hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, daaronder begrepen aan hem verleende surséance van betaling;
(d) door ontslag door de raad van toezicht.
24. VERVANGING VAN DE BEHEERDER OF DE JURIDISCH EIGENAAR
24.1 Indien de beheerder of de juridisch eigenaar zijn functie als beheerder respectievelijk juridisch eigenaar op grond van het in artikel 23 bepaalde wil of moet beëindigen, zal binnen vier weken nadat dit is gebleken de raad van toezicht, bijeenkomen ter benoeming van een opvolgend beheerder respectievelijk juridisch eigenaar. Van de vervanging wordt aan alle participatiehouders mededeling gedaan.
24.2 Indien niet binnen tien weken nadat is gebleken dat de beheerder of de juridisch eigenaar zijn functie wil of moet beëindigen een opvolgende beheerder of juridisch eigenaar is benoemd, is het fonds ontbonden en wordt het vereffend overeenkomstig het bepaalde in artikel 25, tenzij de raad van toezicht, besluit tot verlenging van de bedoelde termijn.
25. TOEPASSELIJKHEID EN WIJZIGING VOORWAARDEN
25.1 Door het verkrijgen van een participatie onderwerpt een participatiehouder zich aan de bepalingen van deze voorwaarden. Deze voorwaarden worden op de website van de beheerder gepubliceerd en zijn gratis verkrijgbaar voor participatiehouders ten kantore van de beheerder.
25.2 De voorwaarden van beheer en bewaring, het prospectus en een supplement kunnen door de beheerder en de juridisch eigenaar tezamen worden gewijzigd. Het wijzigingsbesluit is onderworpen aan de goedkeuring van de raad van toezicht voor zover de wijziging van invloed is op het beheer van het fonds.
25.3 Een voorstel tot wijziging van de voorwaarden met een toelichting van de beheerder wordt aan de participatiehouders bekendgemaakt aan het adres van iedere participatiehouder (zoals opgenomen in het participatieregister) of door middel van een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad, en wordt tevens geplaatst op de eigen website van de beheerder. De wijziging van de voorwaarden wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt indien en voor zover de wijziging afwijkt van het voorstel tot wijziging. Indien de wijziging van de voorwaarden niet afwijkt van het voorstel tot wijziging wordt de wijziging niet separaat bekendgemaakt.
25.4 Eventuele wijzigingen van de voorwaarden, waardoor de rechten of zekerheden van de participatiehouders worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, dan wel waardoor het beleggingsbeleid van het fonds of de subfondsen wordt gewijzigd, worden tegenover de participatiehouders niet ingeroepen voordat een maand is verstreken na de bekendmaking van het voorstel tot wijziging. Gedurende deze periode van één maand kunnen de participatiehouders onder de gebruikelijke voorwaarden uittreden.
26. ONTBINDING
26.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 24, lid 2, wordt een subfonds opgeheven of het fonds ontbonden bij besluit van de beheerder en de juridisch eigenaar gezamenlijk.
26.2 In geval van opheffing van een subfonds of ontbinding van het fonds geschiedt de vereffening van het subfonds respectievelijk het fonds door de beheerder. De voorwaarden van beheer en bewaring blijven tijdens de vereffening voor zover mogelijk van kracht.
26.3 Bij vereffening van een subfonds wordt het liquidatiesaldo aan de participatiehouders die gerechtigd zijn tot het desbetreffende subfonds uitgekeerd in de verhouding van het aantal participaties dat door een dergelijke participatiehouder wordt gehouden, waardoor die participaties vervallen.
26.4 Eerst na het afleggen van de in lid 5 bedoelde rekening en verantwoording kan tot uitkering aan participatiehouders worden overgegaan.
26.5 De beheerder maakt een rekening en verantwoording op die vergezeld gaat van een verklaring van een accountant. Goedkeuring van de rekening en verantwoording door de vergadering van participatiehouders strekt, voor zover die vergadering niet een voorbehoud maakt, tot decharge van de beheerder en de juridisch eigenaar.
26.6 Van een verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten ingevolge artikel 1:104 lid 1 sub a van de Wet op het financieel toezicht tot intrekking van de vergunning zal mededeling worden gedaan in een in Nederland landelijk verspreid dagblad of aan het adres van iedere participatiehouder.
27. AANVULLENDE BEPALINGEN BELEGGERSGIRO'S
De Artikelen 4.6, 5.6, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19.5, 21.1, 21.4, 21.10, 25 en 26.6 zijn
mutatis mutandis mede van toepassing op personen die door middel van een aan de beheerder verbonden beleggersgiro participaties houden in het fonds, tenzij het reglement van een beleggersgiro een afwijkende regeling bevat.
28. TOEPASSELIJK RECHT. BEVOEGDE RECHTER
28.1 De rechtsbetrekkingen tussen de beheerder, de juridisch eigenaar en de participatiehouders zijn uitsluitend onderworpen aan Nederlands recht.
28.2 Alle geschillen die in verband met deze voorwaarden van beheer en bewaring ontstaan, geschillen over het bestaan en de geldigheid daarvan daaronder begrepen, zullen worden beslecht door de rechter in Amsterdam.
***