INHOUD
MARINEBLAD
DE MARINE ALS MILITAIR-DIPLOMATIEK INSTRUMENT
1883 | 2023
LUCHT- EN RAKETVERDEDIGING VAN DE TOEKOMST
Fregatten met adaptive pitch control Tit for tat in de Straat van Hormuz
De Slag bij Schooneveld & Kijkduin: deel 2 Nederlandse Realpolitik na 14 jaar Rutte
5
2023
JAARGANG 133
04
INHOUD
R OB XXXXXX , X OORZITTER KVMO @V OORZITTER_KVMO
Laat het niet zover komen
N
04
FORMIDABLE SHIELD 2023
Xxxxxx xxx Xxxxxxxx
10
ADAPTIVE PITCH CONTROL
Xxxx Xxxxxxxx & Xxxxxxx Xxxxxxxxx
20
TIT FOR TAT
Xxxxxx Xxxx
32
RAMPJAAR 1673 DEEL II
Xxxxxx Xxxx
EN VERDER
03 Voorwoord Voorzitter KVMO
17 Cartoon
18 Gastcolumn
28 Vanuit het Buitenland
31 Column Xxxx Xxxxxxx
40 Boekrecensie
42 Signalementen
32
43 Column Xxxxxx van de Kraats
aar het zich laat aanzien zal de Rusland-Oekraïne oorlog nog een
10
tijd duren en ook na een toekomstig einde daarvan zal het nog jaren duren voor al het leed geleden is, als dat überhaupt ooit geleden zal zijn. De oorlog
maakt ons een heleboel zaken duidelijk. Zaken die we al wisten, zoals dat oorlog het slechtste en soms ook het beste in mensen naar boven brengt. En nieuwe dingen zoals het intensieve gebruik van drones, het gevaar van mobiele telefonie en de toch niet grote successen door cy- beroorlogvoering.
Ook komt politiek en bestuurlijk Den Haag er, ondanks alle eerdere waarschuwingen, nu achter dat de jarenlange bezuinigingen op de krijgsmacht en het veronachtzamen van de Europese en Nederlandse defensie-industrie geen goed idee waren. Er komt langzaam maar zeker geld bij, al is het de vraag of dat voor de lange(re) termijn voldoende geborgd is. De oorlog in Oekraïne zal ooit tot een einde komen, maar ook daarna zullen we ervoor moeten zor- gen dat we een capabele krijgsmacht op de been kunnen brengen en houden. En dan niet alleen in het landdomein. Het is zeer begrijpelijk dat met name het landdomein en daarnaast het lucht- en cyberdomein, veel aandacht krij- gen. De problemen aldaar zijn actueel en urgent. Dat wil echter niet zeggen dat we het zeedomein dan maar even links moeten laten liggen. Hoewel het een mantra is en zal blijven, 90% van de wereldhandel gaat over zee. De zee is een zeer belangrijke bron van grondstoffen, brandstoffen, energie en voedsel en de overgrote meerderheid van het internetverkeer verloopt via kabels die op de zeebodem liggen.
Daarnaast is er ook nog het space-domein, waarin het aantal satellieten hand over hand toeneemt en waardoor ballistische raketten (kunnen) vliegen op weg naar hun doel. Het belang van Starlink-internet in Oekraïne is nau- welijks te overschatten. Maar ook in andere delen van de wereld sluimeren en smeulen de nodige conflicten. In de Straat van Hormuz, bij Taiwan, de Oostzee, overal gebeurt wat en in dit nummer van het Marineblad leest u daar van alles over. Het artikel van Xxxxxx Xxxx beschrijft recente incidenten in de Perzische Golf en de Straat van Hormuz, maar ook dat er veel lager in het geweldspectrum, in de vorm van militaire diplomatie, zeker ook succes te behalen zijn. Xxxxxx xxx Xxxxxxxx beschrijft hoe zij grootschalig met andere NAVO-eenheden geoefend heeft, onder meer in het detecteren en aanvallen van ballistische raketten en hoe dit in een genetwerkte omgeving plaatsvindt en in de toekomst steeds meer zal plaatsvinden. Vanuit het NIMH schrijft Xxxxxx xxx xxx Xxxx een recensie over het boek
U.S. Naval Power in the 21th Century, waarin ook de situatie
rondom Taiwan uitgebreid aan de orde komt. En in zijn column geeft Xxxx Xxxx aan dat we naast de NAVO ook de EU vooral niet moeten uitvlakken op het gebied van veiligheid. En mochten wij al deze adviezen (weer) niet ter harte nemen, dan leest u wat de gevolgen kunnen zijn in het tweede artikel over het rampjaar.
Laten we er gezamenlijk voor zorgen dat het niet weer zo ver komt. Door de nodige tijd, aandacht en middelen aan alle domeinen te besteden, kunnen we ervoor zorgen dat de Nederlandse krijgsmacht in staat zal zijn om de Neder- landse, en bondgenootschappelijke, belangen wereldwijd te beschermen en verdedigen. Ook op de lange termijn, zal de wereldvrede niet uitbreken, ook niet na het einde van de Oekraïne-oorlog. Helaas.
20
44 KVMO Beschrijvingsbrief 2023
51 KVMO-zaken
Foto cover:
Bemanning van Xx.Xx. Tromp op post tijdens oefening Formidable Shield 2023
Colofon
ISSN: 0025-3340
Hoofdredactie:
KLTZ R.O.P. Pulles EMSD
C.B. Naafs
Eindredactie
C.B. Naafs
Artikelencommissie
XXXX X.X. xxx Xxxxxxxx, drs. X.X. Xxx, LTZ1 (TD) ing. J.M.T. Xxxxxxxx, KTZ (LD), mr. dr. X.X. Xxxx, XXXX (TD) F.G. Xxxx MSc. EMSD, LTZ1 (TD)
dr. ir. X.X. xxx Xxxxxx, dr. X.X. xxx xxx Xxxx, KOLMARNS X.X.X. xx Xxx
Medewerkers:
mw. xxx. X. Xxxxxxx-Xxxxx, prof. dr. T.B.F.M. Xxxxxxx, X. van de Kraats,
Adres xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx 0 0000 XX Xxx Xxxx Tel. 000-000 00 00
xxxxxxxxxx@xxxx.xx xxx.xxxx.xx
Vormgeving
Drukwerk Wilco Art Books Xxxxxxxxxxx 0
3812 PZ Amersfoort
Abonnementen
Voor leden van de KVMO is het Marineblad gratis. Informatie over het lidmaatschap van de KVMO staat op: xxx.xxxx.xx onder ‘FAQ’. Niet-leden betalen € 49,50
Advertenties Redactie Marineblad T: 06-59815466
E: xxxxxxxxxx@xxxx.xx I: xxx.xxxx.xx
Adreswijziging
Zo tijdig mogelijk schriftelijk doorgeven aan:
Secretariaat KVMO Antwoordnummer 93244 2509 WB Den Haag (geen postzegel nodig) of xxxx@xxxx.xx
KVMO
MARINEBLAD IS EEN UITgAVE VAN DE KONINKLIJKE VERENIgINg VAN MARINEOFfiCIEREN
De KVMO maakt deel uit van de
(Xxxxxx Xxxxxxxxx | MCD)
KLTZ (TD) X. Xxxxxxxx (cartoon)
(NL) of € 69,50 (buitenland) per jaar.
‘Marineblad’.
2 MARINEBLAD | 5 - 2023
3
XXXX XXXXXX XXX XXXXXXXX
LUCHT- EN RAKET- VERDEDIGING
VAN DE TOEKOMST
Formidable Shield 2023
In mei 2023 nam Xx.Xx. Tromp deel aan de luchtverdedigingsoefening Formidable Shield 2023. Gedurende een maand trainden meer dan tien NAVO-landen in geïntegreerde lucht- en raketverdediging, ofwel Integrated Air and Missile Defense (IAMD). Het Luchtverdediging en Commandofregat (LCF) nam deel aan diverse lanceer- en tracking scenario’s en vuurde twee raketten type Standard Missile 2 (SM-2) en twee Evolved
Sea Sparrow Missiles (ESSM) af. Wat leren we van deze At Sea Demonstration en wat is de doorkijk voor de Koninklijke Marine naar de luchtverdediging van de toekomst? Dit artikel beschrijft het verloop van de oefening en de belangrijkste onderwerpen en ontwikkelingen die van toepassing zijn op toekomstige lucht- en raketverdediging.
Foto's: Xxxxxx Xxxxxxxxx | MCD
4 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 5
B
egin mei vertrokken drie NAVO-schepen uit de Noorse haven Bodø. Xx.Xx. Tromp en de Spaanse oorlogsbodems ESPS Xxxx xx Xxxx en ESPS Patiño zetten koers naar het noordelijk deel van de
Lofoten eilandengroep. Formidable Shield 2023 (FOSH23) ging van start met een groot aantal eenheden, bestaande uit schepen, jachtvliegtuigen en grondgebonden lucht- verdedigingssystemen. Deze bevonden zich verspreid over twee gebieden in Noord-Europa; de eerste groep nabij Andøya, Noorwegen en de tweede groep bij de Hebriden in Noordwest Schotland. Na ruim een week verplaatste de noordelijke groep schepen zich zuidwaarts en werden de maritieme eenheden bijeengebracht tot een grote taakgroep nabij de Hebriden. In de geografische opzet van de oefening zaten de meervoudige doelen van deze manoeuvre besloten. Ten eerste het opereren in het noordelijkste deel van Europa, waar de zichtbaarheid van de NAVO van belang is en de omgeving operationele uitdagingen met zich meebrengt. Ten tweede het bijeenbrengen van twee groepen marinevaartuigen vanaf grote afstand, waarbij in een zo vroeg mogelijk stadium verbindingen van de netwerken tot stand komen. De tactische datalink (TDL) netwerken zijn een essentieel onderdeel voor het uitvoeren van IAMD. Tot slot boden beide locaties een geschikt oefengebied met testfaciliteiten waar diverse IAMD-scenario’s werden beoefend.
Europa’s noordflank
Noorwegen bevindt zich op een strategische locatie aan de grens van het NAVO-bondgenootschap. Langs de noordkust loopt de vaarroute richting Russische marinebases zoals Moermansk en Severodvinsk. Russische schepen en onderzeeboten varen aldaar naar en vertrekken vanuit hun thuishavens, onderwijl vliegtuigen langeafstandspatrouilles uitvoeren over de Noorse zee. Hier, aan de Noordflank van Europa laat de verdragsorganisatie zich graag zien en het is daarom geen onbekend terrein voor de Koninklijke Marine. Er worden veelvuldig (NAVO)-oefeningen gehouden in het kader van amfibische operaties, onderzeebootbestrijding en luchtverdediging (lanceeroefeningen). De fjorden bieden een uitstekende uitvalsbasis om zowel op open zee als in een beschutte omgeving te oefenen. De warme Golfstroom en koude landtemperaturen leiden tot interessante weerseffecten, die van invloed zijn op tactieken en sensor performance. Boven de poolcirkel nemen deze effecten op communicatiesystemen alleen maar toe. Schepen ondervinden bijvoorbeeld geregeld problemen met de continuïteit van communicatie vanwege de lage elevatie van satellieten op grote noorderbreedte en de effecten van space weather. De satellietcommunicatie is nodig voor de uitvoering van geïntegreerde luchtverdedigingsoperaties en command and control (C2). Een interruptie in de communicatie betekent dat een back up moet worden aangesproken, of dat taken anders moeten worden belegd. Door het oefenen en opereren van eenheden in de regio van de Noorse Zee leren operationele teams om te gaan met de beperkingen en alternatieven van verschillende communicatiesystemen en C2-procedures. Het is een vorm van fight through, dat nodig is om tactisch voordeel te behalen in het Above Water Warfare (AWW-) domein.
LUCHT- EN RAKETVERDEDIGING VAN DE TOEKOMST
Genetwerkt verband
Toekomstige marineschepen en jachtvliegtuigen opereren meer en meer in een genetwerkt verband.1 TDL-netwer- ken zijn al jaren een onderdeel van de maritieme doctrine, echter in de eerste plaats ten dienste van de beeldop- bouw en niet van wapeninzet. Met behulp van nieuwe technieken en vernieuwingen van schepen en wapen- systemen wordt geïntegreerde verdediging een steeds realistischer scenario. Het TDL-netwerk Link-16 koppelt schepen en jachtvliegtuigen aan elkaar zodat inkomende doelen en uitgaande raketten zichtbaar worden tussen de eenheden. Het Joint Range Extension Application Protocol (JREAP) verbindt informatie zodat in een regio veel meer data beschikbaar komt voor de verschillende luchtverde- digingseenheden. Maritieme eenheden, vliegtuigen, air operation centers en hoofdkwartieren worden op deze manier aan elkaar geknoopt.
‘Uitdagingen om het genetwerkt opereren tot stand te brengen zijn er nog voldoende’
Uitdagingen om het genetwerkt opereren tot stand te brengen zijn er nog voldoende. In deze beginfase van ope- rationeel gebruik van geavanceerde netwerken is niet al- leen het tot stand brengen van de verbinding een opgave, het is ook noodzakelijk de regie te voeren over de ver- schillende deelnemers. Het coördineren van de uitwisse- ling van data en de verdeling van taken voorkomt fouten in het beeldopbouw- en targetting proces. Dit betekent dat schepen en vliegtuigen genetwerkt doelen en orders kunnen ontvangen en opvolgen van een coördinator op een hoofdkwartier. Gedurende FOSH23 werden dagelijks instructies uitgereikt vanuit Air Component Command te Ramstein, Duitsland aan marineschepen om de kwaliteit van data-uitwisseling te verbeteren. Het vergde een flin- ke inspanning van de operators zich strikt aan de regels te houden en de beeldopbouw niet te frustreren. De ge- dragsregels en discipline, behorend bij genetwerkt optre- den, zijn daarmee een nieuw element in het gezamenlijk optreden.
Een oude bekende in het TDL-domein is het van origine uit de zestiger jaren daterende Link-11. Dit netwerk wordt in 2024 afgebouwd en Link-22 is de beoogde opvolger. Evenals als Link-11, is het nieuwe netwerk bedoeld voor opereren in het maritieme domein, maar robuuster gecon- strueerd en levert een groter bereik op. Tijdens FOSH23 werden diverse testen uitgevoerd tussen Nederlandse en andere NAVO-schepen om het netwerk te bestendigen. In de nabije toekomst vormen Link-16, Link-22 en een joint verbinding met de wal de basis om geïntegreerd mari- tiem- en luchtoptreden mogelijk te maken.
PLDEF
Om aan te sluiten op een beter beeldopbouwproces en benodigde wapeninzet in toekomstige operaties, is nieu- we techniek benodigd. Moderne dreigingen in het AWW- domein worden sneller en bewegelijker. Jamming, stealth doelen en doelen met supersone snelheden bemoeilijken het proces van nauwkeurige beeldopbouw en succesvolle wapeninzet. Er moet een robuust en eenduidig tactisch
beeld worden gevormd: het Common Operational Picture (COP). Traditioneel is de opbouw van een COP mogelijk door middel van een TDL. TDL-technologie blijft geschikt voor een groot deel van de beeldopbouw, maar het kan de toekomstige luchtdreiging niet snel genoeg verwerken om wapeninzet te garanderen. Een mogelijke oplossing hiervoor is Plot Level Data Exchange and Fusion (PLDEF). Deze technologie wordt onder begeleiding van COMMIT ontwikkeld door Thales Nederland en TNO.2 PLDEF is een invulling van genetwerkt optreden in joint operaties, zo- als beschreven in de Nederlandse Defensie Doctrine.3
Het concept van PLDEF is dat eenheden ruwe radardata in de vorm van sensor-plots (potentiële detecties) uitwisse- len en individueel verwerken voor het opbouwen van een gemeenschappelijk tactical picture. Dit vervangt het tra-
ditioneel uitwisselen van tracks (bijvoorbeeld via Link-16), wat onder andere resulteert in veel operationele werklast om het ‘plaatje’ schoon te houden. De kracht van PLDEF is, dat wanneer meerdere sensoren van meerdere eenheden sensor-plots met elkaar delen, correleren en daar tracks op baseren, een razendsnel en accuraat beeld ontstaat van de omgeving. Deze tracks worden langer behouden en zijn daardoor beter geschikt voor wapeninzet dan via de relatief langzame weg van TDL met een relatief lage up- date-snelheid. Kruispeilingen tussen de eenheden maken het mogelijk om stealth doelen makkelijker te detecteren en ook anomalies zoals jamming zijn sneller uit te sluiten.
Tijdens Formidable Shield 2017 is gestart met de uitvoe- ring van PLDEF-experimenten. Nederland werkt hierbij samen met Frankrijk en in 2021 werd voor
het eerst real-time een tactical picture opgebouwd met PLDEF tussen varende eenheden van de twee landen. Tijdens FOSH23 nam Frankrijk niet deel aan de tests. Aan boord van de Tromp werden PLDEF-experimenten uitgevoerd waarbij zowel de SMART-L en APAR van het schip als de SMART-L van het CLSK-radarstation te Wier, Friesland plots met elkaar uitwis- selden. De drie sensoren leverden samen een gedetailleerd beeld van een aanzien- lijk deel van het Noordzeegebied voor de Nederlandse kust.
In de toekomst worden zowel het Anti
Submarine Warfare Frigate (ASWF) als de Future Air Defender (FuAD) uitgerust met PLDEF-technologie. De nieuwkomer op het gebied van genetwerkt opereren lijkt daarmee zijn plek te hebben ingenomen binnen het IAMD-domein.
TBMD en Multi-Mission Radar FOSH23 bestond, niet in de laatste plaats, uit het beoefenen van lanceerscenario’s. Tijdens FOSH21 werden dergelijke scena- rio’s voor het eerst beoefend door een LCF met SMART-L Multi-Mission / Naval (MM/N) met extended long range capaci- teit. De vernieuwde luchtwaarschuwings- radar heeft een multi-mission functie waarmee het gelijktijdig doelen in een ballistische baan kan tracken en doe- len binnen- en buiten de dampkring kan volgen. Gedurende verschillende scena- rio’s in de oefening van dit jaar werden zowel de multi-mission functie van de SMART-L aangetoond, als verschillende doelen vernietigd met de SM-2 en ESSM. Met behulp van drones werd een steeds meer geavanceerde dreiging nagebootst en testte de NAVO zijn capaciteiten inzake IAMD. Naast wapeninzet speelden eerder- genoemde netwerkontwikkelingen hierin een grote rol.
Het multi-mission karakter van de SMART- L sluit goed aan op de nieuwere ontwikke- lingen binnen IAMD, waarbij Theatre Bal-
6 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 7
LUCHT- EN RAKETVERDEDIGING VAN DE TOEKOMST
listic Missile Defence (TBMD) een steeds grotere rol is gaan spelen. Het onderscheid tussen BMD4 en TMBD wordt gemaakt op basis van de geografische inzet van ballisti- sche raketten. Waar voorheen de inzetdoctrine voor Long Range en Medium Range Ballistic Missiles zich vooral richt- te op strategische doelen op (NAVO) en Europees grond- gebied op grotere afstand, richt deze zich nu met Short Range Ballistic Missile (SRBM) toenemend op specifieke eenheden of installaties dicht bij het front. De verdedi- ging speelt zich af binnen het theatre of operations.
‘De verbeterde luchtverdedigings- capaciteit van het LCF is een feit’
Een goed voorbeeld van deze nieuwere dreiging zijn de Anti-Ship Ballistic Missiles (ASBM) zoals de Russische Kinz- hal. Deze ASBM (in de volksmond ook wel carrier killers genoemd) zijn voor conventionele luchtradars moeilijk te detecteren en zijn vanwege hun hoge inclinatiehoek en supersone snelheid ook zeer lastig te onderscheppen.
TMBD wordt, anders dan bij ‘traditionele’ BMD, verder bemoeilijkt omdat de NAVO rekening dient te houden met andere (lucht)dreigingen die ook actief zijn binnen het theatre. In deze situaties toont de SMART-L haar meerwaarde doordat de radar in staat is gelijktijdig Air
Surveillance en Ballistic Missile search & tracking te plegen. Dit stelt een LCF in staat tot het simultaan verzorgen van vroegtijdige detectie van een ballistisch doel, dat wordt doorgegeven aan een shooter, en het verdedigen van een taakgroep tegen andere (conventionelere) luchtdreiging. De meerwaarde van deze capaciteit bewees zich tijdens FOSH23. De radar volgde een SRBM-oefendoelwit in een exo-atmosferische ballistische baan en tegelijkertijd kwam het tot een succesvolle onderschepping van een luchtdoeldrone met een SM-2. Dit is een realistisch TMBD- scenario en de uitvoering is een primeur voor het LCF na het Instandhoudingsprogramma. De verbeterde luchtver- dedigingscapaciteit van het LCF is een feit.
Ten slotte
Formidable Shield 2023 was een belangrijke oefening voor Xx.Xx. Tromp en de Koninklijke Marine. De uitgestrekte oefengebieden in Noord-Europa boden een goede omge- ving om schepen en vliegtuigen in NAVO-verband te trai- nen in IAMD. Nederland loopt met het LCF en de SMART-L luchtwaarschuwingsradar voorop in de ontwikkeling van lucht- en raketverdediging. In het theatre van de toe- komst worden luchtverdedingseenheden geconfronteerd met carrier killers en conventionele luchtdreiging. Voor optimale wapeninzet is verregaande samenwerking met NAVO-partners benodigd zodat de dreiging tijdig gede-
tecteerd en onderschept kan worden. In een genetwerkte en joint omgeving zorgen Link-16, Link-22 en JREAP voor een verbeterde situational awareness van maritieme eenheden. Nieuwe ontwikkelingen in sensorfusie, zoals PLDEF, verbeteren het tactical picture en bieden oplossin- gen voor het bestrijden van moderne dreigingen en jam- ming. Tijdens FOSH23 werden diverse realistische scena- rio’s beoefend met behulp van drones. De Tromp heeft de multi-mission functie van de SMART-L radar aangetoond en daarmee de defensieve slagkracht van de Koninklijke Marine in multi-domeinoperaties bestendigd.
KLTZ Y.A. (Xxxxxx) xxx Xxxxxxxx is commandant van het luchtverdedigings- en commandofregat Xx.Xx. Tromp. NAVO-oefening Formidable Shield 2023 vond plaats van 8 tot en met 26 mei.
Noten
1 Bestuursstaf 17 mei 2023 – BS2023013435 Kamerbrief Transitie Koninklijke Marine.
2 Defensie Intranet website Defensie Innovatieplatform PLDEF
– FS23.
3 Defensiestaf 22 februari 2013 – Nederlandse Defensie Doctrine. 4 Ballistic Missile Defense; raketverdediging buiten de dampkring.
8 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 9
LTZ1 XXXX XXXXXXXX & XXXXXXX XXXXXXXXX
XXXXXXX, XXXXXXX, XXXXXXXX
fregatten met
adaptive pitch control
Moderne marineschepen, in het bijzonder fregatten, stellen hoge eisen aan hun voortstuwingssystemen, zowel op het gebied van manoeuvreerbaarheid, uitgestraald onderwatergeluid als brandstofverbruik. Bij conventionele
voortstuwingsregelingen kunnen deze eisen elkaar in de weg zitten: manoeuvreren gaat bijvoorbeeld ten koste van een toename van schroefgeluid als gevolg van cavitatie.1 Door toepassing van een voortstuwingsregeling die zich aanpast aan de operationele omstandigheden is het mogelijk de prestaties op deze verschillende gebieden te optimaliseren. Dit kan van doorslaggevend belang zijn bij operaties als onderzeebootbestrijding, waarvoor beperking van het onderwatergeluid essentieel is.
raditionele voortstuwingsregelingen, zoals die op de huidige fregatten van de Koninklijke Marine, maken gebruik van combinator curves.
T
Dat zijn voorgedefinieerde combinaties van schroefbladstand (of spoed, Eng: pitch) en schroef- astoerental, met voor elke vaartinstelling een andere, vaste combinatie van deze twee parameters. Spoed en toerental worden afzonderlijk door middel van een eigen regelkring geregeld. Dat is eenvoudig en doeltreffend, maar niet per se de beste strategie, indien bijvoorbeeld het doel is zo stil mogelijk te varen. Diverse studies en praktijktesten2 laten namelijk zien dat er veel te winnen is door de schroefspoed continu bij te regelen3 om zodoende, afhankelijk van de omstandigheden, een zo gunstig mogelijke aanstroming te krijgen van de schroefbladen. Zo’n adaptieve schroefspoedregeling (Eng: adaptive pitch control) is het onderwerp van dit artikel, dat beoogt de mogelijke voordelen van deze regelstrategie voor
(foto: Wikimedia Commons)
de operationele gebruiker te kwantificeren. Het artikel is gebaseerd op de resultaten van een uitgevoerde simulatiestudie.
Het project Adaptive Pitch Control
In 2020 is in opdracht van de Defensie Materieel Organisatie
– het huidige Commando Materieel en IT (COMMIT) – een studieproject gestart met als doel adaptive pitch control (APC) te testen op een marineschip. Het uiteindelijke doel is APC te implementeren op de anti-submarine warfare (ASW) fregatten, de vervanger van de M-fregatten. Het studieproject is deels gefinancierd door het ASWF-project en deels door budget dat beschikbaar is gesteld door MIND.4 Samen met industriële partners Damen Naval en RH Marine is in het kader van het APC-project een simulatiestudie uitgevoerd naar de effecten van APC voor het ASW-fregat. Deze deelstudie is inmiddels afgerond. Dit artikel beschrijft de resultaten van de studie voor een
10 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 11
XXXXXXX, XXXXXXX, XXXXXXXX
Figuur 1: voorstuwing van conceptueel fregat; een van de twee schroefassen is afgebeeld
Scenario | Omgevings- conditie | Manoeuvre | APC | Regel- mode | Voortstuwings- mode | ||
Stair case | Slam start | Vast | |||||
1 | Base, A | x | Uit | SIL | EPM | ||
2 | Base, A | x | Aan | SIL | EPM | ||
3 | Base, A, B | x | Uit | MAN | MDE | ||
4 | Base, A, B | x | Aan | MAN | MDE | ||
5 | Base, A, B | x | Uit | MAN | MDE | ||
6 | Base, A, B | x | Aan | MAN | MDE | ||
7 | Base, A | x | Uit | MAN | COMB | ||
8 | Base, A | x | Aan | MAN | COMB | ||
9 | Variabel | x | Uit | ECO | MDE | ||
10 | Variabel | x | Aan | ECO | MDE |
Tabel 1: overzicht gesimuleerde scenario’s
conceptueel fregat. Vanwege classificatie van data van
het ASW-fregat is hier een vergelijkbaar (conceptueel) fregat als uitgangspunt genomen.
Vervolgstappen in het project zijn 1. het testen van APC op de platformtrainer van het LC-fregat5 en 2. het testen van de voortstuwingsregeling met APC op een varend LC-fregat.6 De functionaliteit APC wordt dan toegevoegd aan de bestaande regeling en kan naar wens worden bij- of afgezet. De laatste stap is de daadwerkelijke productontwikkeling van APC ten behoeve van implementatie op de ASW-fregatten.
Voortstuwingsmodel
In de simulatiestudie zijn de prestaties van een concep- tueel fregat met APC vergeleken met die van hetzelfde fregat zonder APC, dus met een conventionele voort- stuwingsregeling. Het vaartuig heeft twee schroefassen met verstelbare schroef, zie Fig. 1 waarin één schroefas is afgebeeld. De schroef wordt aangedreven door een dieselmotor (MDE – main diesel engine) en/of een elektro- motor (EPM – electric propulsion motor) via een tandwielkast. In de simulaties kiest de operator een van volgende voortstuwingsconfiguraties: diesel (MDE), elektrisch (EPM) of beide (COMB). In deze laatste configuratie zal de elektromotor samen met de dieselmotor het schip voortstuwen of, aangedreven door de tandwielkast, als generator elektrische energie opwekken. Een dergelijke voortstuwingsconfiguratie heet CODLAD: combined diesel- electric and diesel. Dit is de voortstuwingsconfiguratie waarmee het ASW-fregat zal worden uitgerust.
De voortstuwingsregeling kent drie regelmodes waaruit de operator kan selecteren:
• MAN: manoeuvreermode, om snel te kunnen accelereren en decelereren;
• ECO7: gericht op een laag brandstofverbruik;
• SIL8: silent mode, lage productie van onderwatergeluid door cavitatie te beperken.
De verschillende regelmodes kennen verschillende verstelsnelheden van spoed en toerental, overeenkomstig hun specifieke doelen. Zo is in MAN-mode de verstel- snelheid van beide groter dan in SIL-mode.
Scenario’s
Om de effecten van APC te kunnen kwantificeren zijn in de simulatiestudie een groot aantal verschillende operationele scenario’s gedefinieerd. In dit artikel beschouwen we tien scenario’s. Scenario’s 1 tot en met 8 betreffen heftige manoeuvres waarbij APC potentieel het verschil maakt:
• Slam start: acceleratie vanuit stilstand tot maximale snelheid.
• Staircasesprint: de vaartinstelling wordt in stappen van 25 rpm opgeregeld van 0 tot maximum schroefastoerental en weer terug naar 0 rpm.9
Inzake de omgevingscondities zijn drie gevallen gede- finieerd, allemaal met frontaal inkomende golven:
• Base: sea state 3.
• A: sea state 3, met onregelmatige golven.
• B: sea state 6, met onregelmatige golven.
Tabel 1 geeft een overzicht van de gesimuleerde scenario’s. Bij scenario’s 1 en 2, varend op elektromotoren in silent mode, ligt de focus op het beheersen van cavitatie. Scenario’s 3 tot en met 8, varend in manoeuvreermode op de diesels, al dan niet gecombineerd met elektromotoren, testen het acceleratie- en deceleratiegedrag van het fregat. Hierbij wordt ook gekeken naar mogelijke overbelasting van de dieselmotoren. Scenario’s 9 en 10 zijn vaste vaartinstellingen in ECO-mode bij omgevingscondities die variëren tussen base, A en B. Bij deze scenario’s kijken de onderzoekers naar het brandstofverbruik en dieselmotorbelasting onder wisselende omgevingscondities.
‘De laatste stap is de daadwerkelijke
productontwikkeling van APC ten behoeve van implementatie op de ASW-fregatten’
Resultaten
Bij scenario’s 1 en 2 gaat het, zoals gezegd, vooral om het beperken van cavitatie. De mate waarin deze optreedt, kan met behulp van een zogeheten cavitation bucket inzichtelijk worden gemaakt. Fig. 3 geeft een dergelijke cavitation bucket weer behorende bij scenario’s 1 en 2. De zwarte lijnen die de trechter (bucket) vormen, geven
Figuur 2: aanstroming van schroefblad
Effectieve aanstromingshoek en cavitatiegetal
Fig. 2 toont schematisch de aanstroming van een schroefblad. De pijlen stellen snelheidsvectoren voor: is de snelheid van het recht van voren aankomende water; samen met de omtreksnelheid van de schroef,
resulteert dit in de relatieve aanstroomsnelheid .
De hoek waarmee het schroefblad wordt aangestroomd wordt de effectieve aanstromingshoek genoemd.
de grenzen aan van het cavitatievrije werkgebied van de schroefbladen; binnen de trechter treedt geen cavitatie op, daarbuiten wel. Op de x-as van de grafiek is de effectieve aanstromingshoek van de schroefbladen weergegeven en op de y-as het cavitatiegetal . Het kader hieronder geeft uitleg over deze twee parameters.
Refererend aan Fig. 2 is te bepalen met de volgende vergelijking, waarbij de stand van het schroefblad op 0,7x de straal10 wordt genomen:
Hierin is een experimenteel te bepalen constante en de hoek waarbij het aanstromende water bij intrede perfect in lijn is met de kromming (Eng: camber) van het schroefblad.
Het cavitatiegetal is gedefinieerd als de verhouding van de statische druk minus de dampdruk, en de dynamische druk, gebaseerd op de omtreksnelheid.11 In formule:
Hierin is de statische druk in het water en
de dampdruk.12 Elk werkpunt, dus elke combinatie van schroefspoed, schroefastoerental en aanstroomsnelheid is aldus te transformeren naar een combinatie van en .
12 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 13
XXXXXXX, XXXXXXX, XXXXXXXX
Figuur 3: cavitation bucket van scenario 1 (links – APC uit) en 2 (rechts – APC aan)
Figuur 5: dieselmotorbelasting scenario 3 met sea state 6 (links – APC uit) en 4 (rechts – APC aan)
verticale afstand tussen blauwe en zwarte lijn, waardoor de motoren minder zwaar hoeven te worden belast.
De vraag is nu wat APC voor invloed heeft op de acceleratietijd (geluid is in manoeuvreermode van ondergeschikt belang). In Tabel 2 staan deze tijden weer- gegeven voor de scenario’s 5 tot en met 8. De getoonde
waarden zijn de resultaten van een simulatie bij sea state 3. Zoals de tabel toont, zijn de acceleratietijden met APC nauwelijks langer dan zonder APC, zeker in COMB- mode, waarbij de elektromotoren samen met de diesels het schip voortstuwen. Een gunstigere belasting van de dieselmotoren en verminderde cavitatie hoeft dus geen (significante) toename van acceleratietijden te betekenen.
APC uit | APC aan | APC uit | APC aan | |
Snelheid (knopen) | Scen. 5: MDE | Scen.6: MDE | Scen. 7: COMB | Scen. 8: COMB |
Van 0 tot 22 | 115 s | 120 s | 88 s | 90 s |
Van 0 tot 27 | 114 s | 117 s |
Figuur 4: snelheid en acceleratie van scenario 1 (links – APC uit) en 2 (rechts – APC aan)]
Tabel 2: acceleratietijden bij de slam start manoeuvres van scenario’s 5 tot en met 8 met sea state 3
De grafieken in Fig. 3 illustreren dat tijdens het accele- reren zonder APC (links) de werkpunten (blauwe lijn) op de rand van of net buiten het cavitatievrije gebied (trechter) liggen. Het grillige verloop is het gevolg van de onregelmatige golven die bij omgevingsconditie A horen. De groene lijn toont het verloop zonder verstoring van het aankomende water ten gevolge van de golven; dit is een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Met APC ingeschakeld (rechts) liggen de werkpunten voornamelijk in het midden van de ‘trechter’. Op het gebied van cavitatie presteert APC hier dus beter. Boven een bepaalde snelheid, echter, is cavitatie onvermijdelijk. Dit is te zien onderin de bucket in de rechtergrafiek.
In Fig. 4 zijn de snelheid (knopen) en versnelling (m/s2) van het schip geplot in de tijd voor scenario’s 1 en 2. Op t = 100 s begint de slam start manoeuvre. De rode lijn geeft de versnelling weer, die beduidend groter is wanneer APC is ingeschakeld. Dit resulteert in een veel snellere realisatie van de maximumsnelheid (blauwe lijn): 153 s met APC versus 427 s zonder APC. Dit is het gevolg van de lage verstelsnelheid die nodig is om stil te varen met
een conventionele voortstuwingsregeling. Deze beperking geldt niet bij APC.
Van scenario’s 3 en 4 is de resulterende belasting van de dieselmotoren weergegeven in Fig. 5: op de y-as het motor- vermogen, op de x-as het schroefastoerental.13 De zwarte lijnen geven de grens van het toelaatbare werkgebied van de motor weer. De verticale afstand van een werkpunt (op de rode of blauwe kromme) tot de zwarte lijn is de marge van de motor: het vermogen dat de motor nog extra kan leveren bij dat schroefastoerental. Te zien is dat, zonder APC (links), de blauwe lijn de zwarte een aantal maal raakt, een indicatie dat de motoren op de limiet worden belast. Met APC ingeschakeld (rechts) is er over het algemeen een grotere
Een gunstigere belasting van de dieselmotoren en verminderde cavitatie hoeft geen (significante) toename van acceleratietijden te betekenen’
Figuur 6: dieselmotorbelasting scenario 9 in ECO-mode (links – APC uit) en 10 (rechts – APC aan)
14 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 15
XXXXXXX, XXXXXXX, ZUINIGER CARTOON
Als laatste is gekeken naar de invloed van APC tijdens een transit, varend met constante snelheid op diesels in ECO- mode. Bij deze simulatie varieerde de omgevingsconditie als volgt: van 0-200 s base, 200-600 s conditie A, 600- 1000 s conditie B. De werkpunten van dit scenario, zonder en met APC, zijn geplot in Fig. 6.
Evenals bij de scenario’s 3 en 4 – in manoeuvreermode – is ook in ECO-mode te zien dat de dieselmotoren beter worden belast bij gebruik van APC (rechts) dan zonder APC (links). Er is dan meer marge van de werkpunten op de blauwe lijn tot de motorlimiet. Het risico op overbelasting van de motoren is kleiner. Hierdoor kan ook in ruwe zee een hogere snelheid worden gehaald. Op het gebied van brandstofverbruik is geconstateerd dat dit bij beide scenario’s nauwelijks verschilde, dus op basis van deze simulatie is niet te zeggen of APC leidt tot (significante) brandstofbesparing.
Ten slotte
Dit artikel heeft de mogelijke operationele voordelen van een adaptieve schroefspoedregeling, APC, ten opzichte van een conventionele voortstuwingsregeling van een toekomstig fregat onderzocht. De scenario’s die in het kader van dit artikel zijn beschouwd, vormen slechts een kleine greep uit alle denkbare operationele scenario’s. Zo is het varen in een bocht bijvoorbeeld niet gesimuleerd en zijn rolbewegingen van het schip ook niet meegenomen. De modellen zouden anders te complex worden. Niettemin illustreren de uitgevoerde simulaties dat APC kan leiden tot een stiller en sneller schip en minder snel overbelaste motoren. De simulaties hebben geen significante brandstofbesparing aan kunnen tonen. De schrijvers verwachten echter dat APC ook zal leiden tot brandstofbesparing doordat de regeling, ongeacht de omstandigheden, een efficiënt werkpunt van de schroef opzoekt, iets wat een conventionele voortstuwingsregeling niet kan. Zeker wanneer de weerstand van het schip toeneemt, bijvoorbeeld door aangroei of vervuiling van de romp, of door een towed array, kan APC wellicht een verschil van betekenis maken. Of deze beloftes in de praktijk ook worden waargemaakt, zal echter moeten blijken uit full-scale testen aan boord.
Ir. M. (Xxxxxxx) Drakoulas en J.M.T. (Xxxx) Xxxxxxxx zijn werkzaam bij Bureau Marine Engineering van COMMIT/Afd. Maritieme Systemen. Dit artikel is een bewerking van het conferentiepaper Adaptive pitch control: Simulation performance evaluation against conventional propulsion control,14 geschreven voor de International Naval Engineering Conference and Exhibition (INEC) 2022.
Noten
1 Cavitatie behelst het ontstaan van dampbellen (niet: luchtbellen) die in het water ontstaan door de lage druk die het gevolg is van de stroming van het water langs de schroefbladen. Wanneer deze dampbellen imploderen bij druktoename, kan dat leiden tot veel geluidproductie en een schokgolf door het water met zelfs optredende schade aan de schroefbladen.
2 PhD-theses (TU Delft) van xx.xx. Xxxxxx Xxxxxxx (2009) en KLTZ (TD) xx.xx. Xxxxx Xxxxxxxx (2019). Xx.xx. Xxxxxxx voerde in het kader van zijn promotieonderzoek full-scale proeven uit op een M-fregat en is als onafhankelijk consultant betrokken bij het APC-project.
3 De schroeven van de LC-, M-fregatten en OPV’s hebben verstelbare schroefbladen.
4 COMMIT/MIND (military innovation by doing): onderdeel van COMMIT dat voor de krijgsmacht kansrijke innovaties stimuleert
5 Deze testen vonden plaats bij RH Marine in Schiedam. De resultaten hiervan worden verwacht in september 2023.
6 Deze test zal plaatsvinden op het LC-fregat Xx.Xx. Tromp, naar verwachting in najaar 2023 of voorjaar 2024.
7 Deze regelmodus komt overeen met de bekendere TRANSIT- mode.
8 Deze mode is niet beschikbaar in traditionele voortstuwings- regelingen maar is wel beschikbaar op het ASWF.
9 Dit betreft het virtuele schroefastoerental (ook wel VRA- toerental genoemd, VRA = voortstuwingsregelautomatiek). Dit toerental verloopt vrijwel lineair met de scheepssnelheid.
10 Omdat een schroefblad geen vlakke plaat is, is de spoedhoek bij elke afstand tot de schroefas anders. Als referentiehoek wordt de hoek op 0,7x de straal genomen.
11 De (constante) factor π die eigenlijk in de noemer hoort te
staan, is weggelaten in deze definitie omdat dat ‘prettiger’ hanteerbare waarden voor het cavitatiegetal oplevert.
12 De statische druk wordt genomen in het midden van de schroef en de dampdruk bij 15° watertemperatuur.
13 Het toerental van de dieselmotor is 7,4x het schroef- astoerental (1000 rpm van de dieselmotor komt overeen met 135 rpm van de schroefas).
14 M. Xxxxxxxxx et al. “Adaptive pitch control: Simulation perfor- mance evaluation against conventional propulsion control”. Conferentiepaper, INEC 2022, Delft. DOI: 10.24868/10679
ADVERTENTIE
Een sfeervolle middag/avond die helemaal in het teken staat van het warme Herfstseizoen. Denk aan warme cocktails, diverse foodstands, live cooking en live-muziek. | |
Prijs € 37,50 (entree, food & welkomstcocktail). Consumptiemunten zijn aan de kassa verkrijgbaar. Van 17:00-21:00 uur. Meer info volgt via de agenda op Marineclub-website. | |
16 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 17
VAN DOGMA NAAR PRAGMATISME
Nederlandse Realpolitik tijdens 14 jaar Rutte
D
GASTCOLUMN
xxxxxxx actief optreden.’ En daarmee doelde hij expliciet op het bestrijden van onder meer piraterij. De lezers van dit blad die de marine een warm hart toedragen weten natuurlijk dat de regering hiermee bevestigde wat we al enkele maanden daarvoor zagen, toen een boardingteam van Hr. Ms. Tromp het koopvaardijschip Taipan van pi- raten bevrijdde. Tegelijkertijd bleef het denken over Ne- derlandse veiligheid en defensie vrij dogmatisch. Als een mantra werd – te pas en te onpas – het woordje NAVO gepreveld als er om ons heen weer iets gebeurde. Andere organisaties, zoals de EU of de OVSE, die ook een belang- rijke veiligheidsfunctie in Europa en erbuiten vervullen,
‘Binnen politiek en bestuur wordt steeds meer het belang van andere organisaties dan de NAVO voor de Nederlandse
veiligheid erkend. Helaas is deze verandering nog niet tot het brede publiek doorgedrongen’
Vlak na de aankondiging van zijn vertrek
herhaalde demissionair minister-president Xxxx Xxxxx dat de ramp met vlucht
MH17 het verschrikkelijkste is wat hij heeft meegemaakt. De dood van 298 onschuldige mensen zal voor lange tijd ook in het geheugen van de Nederlandse bevolking gegrift staan. Deze oorlogsdaad heeft niet enkel het leven van zoveel mensen verwoest, maar wordt ook regelmatig gezien als het moment waarop Nederland zijn naïviteit met betrekking tot veiligheid en defensie heeft verloren.
it is uiteraard waar, maar de werkelijkheid is veel
gecompliceerder. Eigenlijk veranderde het den- ken over veiligheid en defensie al tijdens Rutte I.
Daar, waar de meeste defensiespecialisten enkel oog en kritiek hadden voor de bezuinigingen, zagen ve- len over het hoofd dat Nederland op weg was naar een Realpolitik in de originele zin van het woord. De meesten die de ontwikkelingen in de wereld volgen zien het begrip Realpolitik regelmatig opduiken in het kader van realisme en machtspolitiek. Men moet niet naïef te werk gaan en beseffen dat het anarchistische systeem, met geen ho- gere autoriteit dan de staat, en macht de belangrijkste rol spelen in de relaties tussen staten. Deze interpretatie is het gevolg van bijna 100 jaar dominantie van Anglo-Ame- rikaanse schrijvers en weerspiegelt volgens de Britse his- toricus en beleidsadviseur Xxxx Xxx meer hun kijk op de wereld dan dat het ons als richtlijn voor het handelen van de staat kan helpen.
Realpolitik wordt terecht geassocieerd met kritiek op het najagen van politieke dromen. Tegelijkertijd mag dit niet bij voorbaat worden uitgesloten. De Duitser Xxxxxx xxx Xxxxxx schreef in 1853 dat succesvolle politieke stuurman- nen de historische context beseffen waarin zij opereren en tegelijkertijd zich ervan bewust zijn wanneer zij moeten anticiperen op de veranderende condities van de moder- ne tijd. Ideeën zijn belangrijk in de politiek, met name in democratieën, maar moeten worden beoordeeld op wat ze uiteindelijk teweegbrengen; niet of ze mooi zijn.1 Met andere woorden, ware Realpolitik is – naast alle visies die men mogelijk heeft (zonder dat men meteen naar de oog- arts moet) – flexibel, pragmatisch en vooral níet dogma- tisch.
Dit pragmatisme kwam al in een drieluik van de toenma- lige minister van Buitenlandse Zaken, Xxx Xxxxxxxxx, naar voren. Aan de ene kant flink bezuinigen, maar tegelijker- tijd het buitenland- en veiligheidsbeleid ook benutten om Nederland beter te maken. Zo zei de minister in zijn derde toespraak, nota bene uitgesproken op de KMA op 24 mei 2011, ‘[o]m Nederland veilig te houden moeten we interna-
‘Ware Realpolitiek is – naast alle visies die men mogelijk heeft –
flexibel, pragmatisch en vooral níet dogmatisch’
werden met minachting gestraft.
Aansluitend bij mijn vorig column, toen ik heldhaftig voor mijn eigen Odyssee het ruime sop verkoos op zoek naar de Nederlandse strategische cultuur, werd en word ik in het Nederlands debat tot op heden regelmatig aan Skylla en Charybdis herinnerd: we voeren ‘de nauwe zeestraat jam- merend binnen: want aan de ene kant dreigt Skylla, aan de andere kant slorpt angstwekkend de godelijke Charyb- dis het zoute zeewater binnen.’ Vreemd genoeg lijkt, op het moment dat de Nederlandse veiligheid in het nauw komt, niet het gevaar de dreiging, maar de vermeende op- lossing. Met andere woorden beide monsters zijn de EU!
Aan de ene kant is dit Trans-Atlantische reflex begrijpe- lijk, temeer omdat de NAVO en vooral de VS decennialang aan de Nederlandse verdediging heeft bijgedragen; nog steeds. Aan de andere kant is defensie niet hetzelfde als veiligheid. Dit laatste kan deel uitmaken van het eerste, maar veiligheid is zoveel breder. Sinds de jaren ’90 werd dit steeds duidelijker, toen het veiligheidsbegrip zowel verdiepte als verbreedde. Met andere woorden, veilig- heid omhelsde opeens zoveel meer sectoren dan enkel de militaire. Daarnaast stond niet meer enkel de veiligheid van de staat centraal, maar werden andere niveaus, van het individu tot aan het systeem, opeens betrokken bij het denken over en het werken aan (nationale) veiligheid. Impliciet heeft de overheid dit erkend, maar zowel in het publieke als het politieke debat werd er – ook in de laat- ste jaren – weinig over gesproken.
In de Geïntegreerde Buitenland en Veiligheidsstrategie (GBVS) uit 2018 worden met name de dreigingen in en rond Europa geschetst, maar de oplossing hiervoor lijkt uiteindelijk de NAVO te zijn. Enkel een klein gedeelte wordt aan de EU Global Strategy gewijd, uiteraard met de bekende slag om de arm: ‘Het kabinet steunt deze ont- wikkelingen en zet zich ervoor in dat versterking van de Europese capaciteiten ook ten goede komt aan de NAVO. Voorkomen moet worden dat er kostbare, parallelle struc- turen komen. Ook is er geen sprake van de oprichting van een ‘Europees leger’.’ (p. 32)
Ook in de recente Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden (2023) lijkt men deze lijn voort te zet- ten. Toch zien we enkele nuances die ook op een lichte kentering duiden. De NAVO staat op één als het om de verdediging gaat, maar ook ‘werken in EU-verband aan de versterking van het gemeenschappelijk veiligheids- en de- fensiebeleid, zoals uiteengezet in het EU Strategisch Kom- pas, ter versterking van het NAVO-bondgenootschap.’
(p. 23) Jammer dat de VN en OVSE pas veel later worden genoemd. Juist die laatste organisatie, OVSE, speelde een belangrijke rol in de nasleep van de MH17-ramp. Ook wa- ren na de Minsk-akkoorden van 2015 veel waarnemers onder OVSE-vlag in Oost-Oekraïne. Uiteraard konden ook zij niet voorkomen dat Poetin de oorlog begin 2022 ver- der escaleerde. Maar ze konden wel voorkomen dat de bezetters in Donetsk en Loehansk tegen de Oekraïense bevolking tekeergingen. En tot slot, zorgt deze organisatie ervoor dat zelfs de meest vijandige groeperingen in Euro- pa een zogenaamde back-channel hebben om met elkaar minimaal contact te blijven houden.
Nog meer wordt echter de waarde van de EU onderschat. Deze organisatie heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan de veiligheid voor Europa en Nederland. Een bekend voorbeeld is Frontex, het Europees grens- en kustwacht- agentschap, dat sinds kort door de Nederlandse generaal Xxxxxxxx geleid wordt. Mede door de destabiliseringscam- pagnes van Rusland in 2015 en later door Rusland en Bela- rus tezamen, is het belang van deze organisatie enorm ge- groeid. Ook met betrekking tot de Oekraïne-oorlog speelt de EU een belangrijke rol. Het is Brussel die het voortouw neemt in sancties tegen Moskou en haar functionarissen. Het is de voorzitter van de commissie, die veel meer dan haar NAVO-counterpart, regelmatig Rusland en Poetin ter verantwoording roept. Tot slot is de EU de leidende orga- nisatie als het gaat om de wederopbouw van Oekraïne na de oorlog.
Tijdens veertien jaar Rutte is Nederland, Europa en de we- reld om ons heen veranderd. Binnen politiek en bestuur wordt steeds meer het belang van andere organisaties dan de NAVO voor de Nederlandse veiligheid erkend. He- laas is deze verandering nog niet tot het brede publiek doorgedrongen. De vraag is of dit de komende maanden wel gaat gebeuren. Met Europa – zo lijkt men in Den Haag nog steeds te denken – win je in Nederland geen verkie- zingen. Wordt vervolgd.
Dr. J.E. (Xxxx) Xxxx (1967) is politicoloog en luitenant- kolonel (r) bij de Bundeswehr. Sinds 2007 is hij univer- sitair hoofddocent Internationale Conflictstudies aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA).
Noot
1 Bew 2017: 6
18 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 19
KTZ (LD) XXXXXX XXXX
TIT FOR TAT
Maritieme diplomatie in de Straat van Hormuz
Het Deense fregat Xxxx Xxxxxxxxx patrouilleert in de Perzische Golf met ondersteuning van haar boordhelikopter (foto: EMASoH)
Sinds eind februari 2022 beheerst het Russisch-Oekraïens conflict het nieuws. Dit houdt geenszins in dat er in andere delen van de wereld niets gebeurt.
Recent vonden er verschillende incidenten op zee plaats in en rondom de Arabische/Perzische Golf, die onder andere geopolitieke omstandigheden waarschijnlijk wat meer onder de aandacht zouden zijn gekomen. Nederland is momenteel met individueel uitgezonden militairen betrokken bij verschillende maritieme coalities in de regio. Deze bijdrage brengt een aantal recente ontwikkelingen en gebeurtenissen onder de aandacht. Daarnaast plaatst het in de context hiervan nog een enkele opmerking over maritieme diplomatie.
Hernieuwde spanningen in de Golf: tit for tat ussen eind april en begin mei van dit jaar bracht Iran in een paar dagen tijd twee tankers op. In het eerste incident stopte de Iraanse marine het Marshalleilanden gevlagde schip Advantage Sweet
T
in internationale wateren van de Golf van Oman, toen het uit de Straat van Hormuz voer, op weg naar Houston, Texas. Het schip werd opgebracht naar Iran. Enkele dagen later overmeesterde de Iraanse Republikeinse Garde een Panamees gevlagd, schip, de Niovi, dat op dat moment in de Straat van Hormuz voer. Ook dit vaartuig werd gedwongen richting Iran te varen. In het eerste geval meenden de Iraanse autoriteiten dat de Advantage Sweet
in botsing was gekomen met een Iraans schip en ondanks herhaaldelijke oproepen was gevlucht.2 In het tweede geval zou de tanker op bevel van een Iraanse rechtbank in beslag zijn genomen.3 De acties zijn zowel door de Amerikaanse 5th Fleet en deelnemende landen aan maritieme coalities bestempeld als schendingen van het internationaal recht. Een aantal dagen eerder, voor deze Iraanse acties, confisqueerde de VS een lading Iraanse olie aan boord van het onder de vlag van de Marshalleilanden varende Suez Rajan.4 De acties van Teheran beziet menigeen daarom ook wel als een reactie op voornoemd Amerikaans ingrijpen.
20 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 21
TIT FOR TAT
Fast-attack vaartuigen van de Iraanse Revolutionaire Garde naderen de tanker Niovi, die op dat moment door de Straat van Hormuz voer, 3 mei 2023 (foto: U.S. Navy photo)
coalities zijn en waarom de Nederlandse regering koos voor het door Frankrijk geleide in plaats van het door de VS geleide verband, komt aan bod in het evaluatierapport over de Nederlandse bijdrage aan de missie van het Ha- gue Centre for Strategic Studies (HSCC).14
De EU-geleide operatie Atalanta bevindt zich ook nog steeds rondom de Hoorn van Afrika. Recent is het man- daat van deze operatie verlengd tot december 2024. Piraterij in de regio is echter sinds 2012 enorm afgeno- men. Daarbij verliep in maart 2022 in alle stilte ook het VN-mandaat, dat onder meer internationale operaties in de Somalische territoriale wateren mogelijk maakte. Het nieuwe mandaat van Atalanta komt neer op het primair kunnen beschermen van World Food Program-schepen en anti-piraterij operaties rondom de Hoorn van Afrika, maar wil ook linken met EMASoH: ‘COOPERATE with operation AGENOR and develop further synergies with European- led Maritime Situation Awareness in xxx Xxxxxx of Hormuz within its means and capabilities and the limits of this new mandate.’15
Daarbij komt dat de EU als onderdeel van het coordinated maritime presences (CMP)-concept het noordwestelijke gedeelte van de Indische Oceaan als maritime area of in- trest heeft aangewezen.16 Hoewel de publieke berichtge-
mandate sets the goal to turn Atlanta into a reference in the whole North Western Indian Ocean as a Maritime Se- curity Provider.’18
Verschil en overeenkomst
Rondom het Arabisch schiereiland opereren dus diver- se samenwerkingsverbanden met een eigen rol: CMF, EMASoH, IMSC en Atalanta, waarbij CMF en Atalanta voor MSO-operaties zijn en EMASoH en IMSC een meer maritiem diplomatieke rol hebben. CMF heeft een brede taak, Atalanta’s taak is zowel geografisch als inhoudelijk beperkter. De statelijke posities inzake de spanningen in de Golf maken het verschil tussen IMSC en EMASoH.
Naast verschillen, is er ook een onderliggend gemeen- schappelijk belang te onderkennen dat gelijk is aan de samenwerkingsverbanden in de Golf. Dit is het belang een economisch belangrijke vaarroute open te houden. Dit is vertaald in een gevoelde verantwoordelijkheid de internationale rechtsorde op zee – en in het bijzonder een recht van vrije navigatie en doortocht door de Straat van Hormuz – in die regio te waarborgen. In de missiedoelen lezen we:
• ‘CMF nations are united in their desire to uphold the IRBO [International rule-bases order] by protecting the free flow of commerce, improving maritime security and to de-
Sinds deze gebeurtenissen zijn de spanningen in de regio niet geluwd. Begin juli zijn volgens de US Navy twee tan- kers (TRF Moss en Richmond Voyager) door Iran benaderd en is laatstgenoemde beschoten. De USS XxXxxx zou inbe- slagname hebben verhinderd.5 Midden juli gaf de VS aan F-16’s naar de regio te sturen, om schepen beter te kunnen beschermen.6 De incidenten vallen in een tit-for-tat pa- troon dat wederom oplaait. Een jaar eerder, in mei 2022, werden de tankers Delta Poseidon en de Prudent Warrior door Iran vastgenomen. Die acties zouden het gevolg zijn van een Griekse inzet tegen het Russisch gevlagde schip Pegas, in april 2022. Griekenland zou het schip ter uit- voering van EU-sancties hebben opgebracht. Washington verzocht Athene de Iraanse olie aan boord over te dra- gen, aangezien de Pegas, alsook vier andere tankers, op een Amerikaanse sanctielijst was geplaatst (overigens nog vóór de Russische invasie in Oekraïne).7 Een Griekse recht- bank belette die overdracht.8 Ook dit incident linkt daar- mee, naast het Russisch-Oekraïens conflict, naar langlo- pende Iraans-Amerikaanse spanningen. Nog iets verder terug, toen deze eerder al in 2019 oplaaiden, reageerde de internationale gemeenschap door middel van het instel- len van nieuwe maritieme samenwerkingsverbanden in de regio. Deze beoogden niet zozeer de bevordering van maritime security operations (MSO), maar eerder de con- text van handelingen van maritieme diplomatie.
‘Sinds ‘9/11’ en na de Irak-oorlog van 2003 is de focus rondom het Arabisch Schiereiland met name komen te liggen op Maritime Security Operations’
Rollen in de Golf
De Arabische Zee/Perzische Golf is sinds lang een gebied waar de verschillende rollen van marines (maritieme oor- logvoering, rechtshandhaving en internationaal engage- ment) tot uiting komen. Naast nationale permanente aan- wezigheid in deze wateren, zoals die van de US Navy 5th Fleet, het Britse Operation Kipion, het Franse ALINDIEN, kent de presence in deze regio ook een aantal maritieme samenwerkingsverbanden. Sinds de terreuraanslagen in de VS op ‘9/11’ en na de Irak-oorlog van 2003 is de xxxxxxx- me focus bij het Arabisch Schiereiland met name komen te liggen op MSO. Kenmerkend aan MSO is dat deze zich richten op niet-statelijke actoren. De Combined Maritime Forces (CMF), opgericht in 2004 met een operatiegebied rondom het gehele Arabisch schiereiland, focust zich met (inmiddels) vijf taakgroepen9 op MSO, waaronder contra- terrorisme, anti-piraterij en wapen en -drugssmokkel.10
De missie EMASoH/AGENOR (European-Led Mission Awa- reness Strait of Hormuz) zag in 2020 het levenslicht na zorgen over oplopende Amerikaans-Iraanse spanningen. In de Golfregio uitte deze spanningen zich ter zee door aanvallen op verschillende tankers in de Golf. Deze wer- den aan Iran toegeschreven.11 Anders dan CMF, moet de aard van EMASoH in het kader van maritieme diplomatie worden geplaatst, nu de inzet zich focust op interstate- lijke spanningen. De operatie categoriseert zichzelf ook als zodanig.12
De oprichting van het International Maritime Security Construct (IMSC) in 2019 heeft dezelfde aanleiding als EMASoH. Dit samenwerkingsverband heeft Coalition Task Force (CTF) Sentinal als operationele poot op zee. Sentinal beoogt ‘to deter state sponsored malign activity throughout the area of operation in order to reassure the
ving over dit CMP-concept weinig duidelijk maakt, lijkt het bewerkstelligen van meer (vrijwillige) samenwerking en informatie-uitwisseling tussen Europese marines het doel te zijn.17 Atalanta zelf is ambitieus: ‘Indeed, the new
terring illicit activity by non-state actors in the CMF Area of Operations.’
• ‘EMASOH will constitute a useful instrument in safeguar- ding the freedom of navigation by ensuring adequate
merchant shipping industry.’13 Ook hier is de focus gericht op statelijke activiteiten. Waarom er twee verschillende
Het Italiaanse multi-purpose fregat Thaon die Revel begeleidt als vlaggenschip van operatie AGENOR een koopvaardijschip door
de Straat van Hormuz, november 2022 (foto: EMASoH)
22 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 23
TIT FOR TAT
coordination and information sharing mechanisms with all partners operating in the area, including the maritime industry.’
• CTF Sentinal (IMSC) is ‘to collaborate in maintaining free- dom of navigation, international law and the free flow of commerce to support regional stability and security of the maritime commons.’19
Militaire en maritieme diplomatie
Bovenstaande ontwikkelingen en gebeurtenissen dwin- gen ons misschien ook ons af te vragen wat maritieme diplomatie is. Er is hier geen plaats om daar uitgebreid bij stil te staan, maar om aan de oproep KLTZ xx. Xxxx Xxxxx (De zeepkist op, het debat hervat!)20 gehoor te geven, plaats ik wel een enkele opmerking over een recent initi- atief om tot een – defensie-brede, denk ik – definitie van militaire diplomatie te komen. Dat raakt mijns inziens ook de wijze waarop één van de drie maritieme hoofdrollen
- international engagement - kan worden gepercipieerd.
De projectgroep militaire diplomatie,21 formuleerde in 2021 een Nederlandse definitie van militaire diplomatie, als start om dit onderwerp als capaciteit van de krijgs- macht verder te kunnen professionaliseren.22 Mij zijn twee artikelen bekend die hierover verschenen; in de Militaire Spectator en in het boek 'Boots and suits'.23 De definitie luidt als volgt: ‘De strategische inzet van militaire func- tionarissen werkzaam binnen het internationale en/of diplomatieke netwerk van Defensie, met als doel veilig- heidsontwikkelingen en activiteiten te monitoren, identi- ficeren, appreciëren en beïnvloeden teneinde bij te dragen aan de uitvoering van het nationale buitenland- en veilig- heidsbeleid.’24
Volgens de schrijvers heeft de definitie ‘als doel consen- sus te krijgen over wat militaire diplomatie is.’25 Het idee steunt op een drietal pijlers: actoren, onderwerpen & ac- tiviteiten. Met betrekking tot de laatste pijler lezen we:
Reikwijdte van maritieme diplomatie
De eerste kanttekening betreft de reikwijdte van mari- tieme diplomatie. Onderzoeker Xxxxx Xxxxxxxx betoogt in zijn beschrijving van dit fenomeen (Naval Diplomacy in the 21st century27) dat maritieme diplomatie een breed concept is dat zowel gelegen is in dwang en dreiging als in het vin- den van partnerschappen en samenwerking. Het volledige spectrum gaat van preventieve activiteiten aan de ene kant, tot en met dwingende activiteiten aan het andere eind van het spectrum. Doorgaans wordt beschouwd dat deze zijde van het spectrum geweldgebruik niet uitsluit, maar is het de kunst acties niet te laten escaleren in daad- werkelijk interstatelijk conflict. Dat geweldgebruik in ma- ritieme diplomatie niet is uitgesloten, lijkt ook maritiem strateeg Xxxxxxxx Xxxx te menen: ‘The demarcation between naval compellence operations and the conduct of a small war may admittedly be a muddy one’.28 In oudere definities, zoals die van Xxxxx Xxxxx beschrijft, wordt gunboat diplo- macy beschreven als: ‘the use or threat of limited naval force, otherwise than as an act of war, in order to secure advantage or to avert loss, either in the furtherance of an international dispute or else against foreign nationals wit- hin the territory or the jurisdiction of their own state’.29
Voorbeeld van het geweldloze deel van het spectrum is de inzet in het kader van EMASoH. LTZ2 Xxxxxxx Xxxxxxxxx, voormalig public affairs officer aldaar, geeft in dit blad aan dat EMASoH tot doel heeft ‘de maritieme handel ge- rust te stellen door een veilige navigatieomgeving te be- vorderen, bij te dragen aan de-escalatie, en een inclusieve, regionale dialoog in de Straat van Hormuz te faciliteren.’30 Dat EMASoH in dit deel van het spectrum zit, lijkt ook de positie van de Nederlandse regering te zijn. Op de con- clusie van het HCSS-evaluatierapport van EMASoH, dat afschrikking gericht op het waarborgen van de veiligheid louter door aanwezigheid en observatie een dubieus con- cept is als er geen geweld mag worden gebruikt, reageert de regering: ‘In de militaire maritieme doctrine bestaat een
‘Xxxxxxxx betoogt dat maritieme diplomatie een breed concept is, dat zowel gelegen is in dwang en dreiging, als in het vinden van partnerschappen en samenwerking.’ Foto: demissionair minister van Buitenlandse Zaken Xxxxx Xxxxxxxx bezoekt het hoofdkwartier van AGENOR, 11 januari 2023 (foto: EMASoH)
‘Het gebruik van militaire middelen en personeel op een geweldloze manier [cursivering auteur] ten behoeve van de bevordering van de doelstellingen van het buitenland- se beleid.’ Het artikel in de Militaire Spectator geeft gun- boat diplomacy ook een plaats, namelijk als een vorm van coercive diplomacy: dreiging met militaire capaciteiten om landen hun gedrag te laten veranderen.26 De genoemde pijlers suggereren dat dergelijke inzet geweldloos moet plaatsvinden. Logischerwijs is maritieme diplomatie een subonderdeel van militaire diplomatie. Maar de gekozen definitie leidt wel tot twee kanttekeningen.
‘Hoewel de reikwijdte van maritieme diplomatie mogelijk vormen van geweld kan inhouden, wordt tegelijkertijd van de Nederlandse krijgsmacht vereist dat het op legitieme wijze optreedt’
significant verschil tussen enerzijds preventief en ander- zijds afschrikkend optreden. Het kabinet onderschrijft de stelling van het rapport niet dat door het kabinet impliciet is verondersteld dat een afschrikkend effect vanuit louter aanwezigheid zou uitgaan. Bij preventief optreden ligt de nadruk […] op het gebruik van het militaire machtsmiddel ter ondersteuning aan (militaire) preventieve diplomatie. Preventieve maritieme inzet wordt gekenmerkt door on- der andere maritieme samenwerking met partnerlanden en langdurige presentie.’31
Voorbeeld van het andere uiteinde van het spectrum kan het Iraanse opbrengen van tankers zijn. Geweld wordt ge- bruikt, maar de omstandigheden zijn zodanig dat deze ac- ties niet worden geapprecieerd als een gewapende aanval en een afglijden naar een interstatelijk conflict het geval is. De keuze van de doelen en acties – overmeesteren en vastnemen van civiele schepen – opgebracht met mari- tieme handhaving en veiligheid als argument, raakt wel, maar toch ook weer niet direct.
Legitimiteit
Eén ding moet hier wel (dik) onderstreept worden: hoewel de reikwijdte van maritieme diplomatie mogelijk vormen van geweld kan inhouden, wordt tegelijkertijd van de Ne-
derlandse krijgsmacht vereist dat het op legitieme wijze optreedt. Dat legt dus een extra kader op de reikwijdte van maritieme diplomatie. Doorgaans zal het juridisch kader waarin maritieme diplomatie plaatsvindt met geen ander juridisch raamwerk dan het internationaal recht van de zee en de regels voor het gebruik van geweld in vredestijd (lees: zelfverdediging) plaatsvinden. Geweld- gebruik om twee tankers op te brengen kan een daad van maritieme (coercive) diplomatie zijn, die tegelijkertijd twij- fels genereert over de rechtsgrond op grond waarvan Iran geweld gebruikt. Gegeven het legitimiteitvereiste waar- aan de Nederlandse krijgsmacht zich heeft te houden, zal voor Nederland de ruimte om op deze manier diplomatie op zee te bedrijven klein zijn.
Er is daarmee geen andere ruimte dan mogelijk de poli- tieke opstelling dat het (fysieke) gedrag en handelen van oorlogsschepen beïnvloedt. Moet de political policy indi- cator de-escalatief van aard zijn, of kan dat ook iets an- ders zijn? Jongstleden juni en juli vond een aantal nieuwe Iraanse acties plaats, tegen de Venture en de eerderge- noemde schepen TRF Moss en Richmond Voyager. Nieuws- berichten stellen dat USS XxXxxx en HMS Lancaster, die actief op de incidenten afgingen, de Iraniërs zou hebben ontmoedigd.32 De vraag is of dit nu een andere opstelling is. In ieder geval maakte 5th Fleet bekend dat de patrouil- les in de Straat van Hormuz worden geïntensiveerd, bol- stering vigilance and presence to enhance security.33
24 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 25
TIT FOR TAT ADVERTENTIE
Militaire functionarissen
De tweede kanttekening is dat definitie (en de onderlig- gende pijler ‘actoren’) zich focust op functionarissen, of- tewel individuen. Deze dienen ‘veiligheidsontwikkelingen en activiteiten te monitoren, identificeren, appreciëren en beïnvloeden.’ Hoewel natuurlijk er altijd iemand aan het roer staat die beslissingen neemt, is een andere kijk hierop dat het uiterlijk gedrag van schepen onderdeel is van ma- ritieme diplomatie. Of bijvoorbeeld een oorlogsschip door de Straat van Taiwan moet varen als boodschap van de staat wiens oorlogsschip het is, is onderdeel van de mate (politieke) beïnvloeding. De kracht van de boodschap komt uit het feit dat het een oorlogsschip is. De door CZSK en de Belgische marinecomponent uitgegeven Grondsla- gen van het Maritieme Optreden (GMO) noteert dan ook: ‘Maritieme diplomatie maakt voornamelijk gebruik van de fysieke aanwezigheid van maritieme eenheden.’34 Deze soort diplomatie is dus vooral vessel-focused in plaats van person-focused.
Tenslotte
Recente ontwikkelingen en incidenten in de Golf laten zien dat deze regio nog altijd niet verlegen zit om spanningen, die eens in de zoveel tijd weer oplopen. Met de komst van IMSC en EMASoH, die zich richten op maritieme diploma- tie, zijn er samenwerkingsverbanden geïntroduceerd die ook een operationeel maritiem element op zee hebben. Daarmee is het maritiem diplomatieke schaakspel in de regio misschien nog interessanter geworden. Aanvang juni deed de commandant van de Iraanse marine de uitspraak met verschillende golfstaten een eigen maritiem samen- werkingsverband op te richten, met als reden eenzelfde verbetering van de regionale veiligheid.35
Deze bijdrage heeft heel kort en ontoereikend gespeeld met het begrip maritieme diplomatie, vooral om daar eni- ge aandacht op te vestigen. Nu ook interstatelijke span- ningen het veiligheidsbeeld weer beheersen, is dit mijns inziens geen onbelangrijk instrument. Als het professiona- liseren van de militair-diplomatieke capaciteit een inspan- ning is in ontwikkeling, dan spreekt het voor zich dat dit ook de marine omvat en in dat kader ook de plaats van maritieme diplomatie verkend wordt. De GMO besteedt zo’n half A-4tje aan deze rol, die van oudsher bestaat en misschien daarom zó vanzelfsprekend is, althans voor de marine zelf, dat er geen woorden meer aan vuil gemaakt hoeven worden. Of leggen we misschien toch nog onvol- doende uit wat deze rol kan inhouden?
KTZ (LD) mr. dr. M.D. (Xxxxxx) Fink is universitair hoofddocent Militair Recht aan de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW) van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA).
26 MARINEBLAD | 5 - 2023
Noten
1 xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xxx- raties/nieuws/2023/06/14/weekoverzicht-defensieoperaties.
2 Why did Iran seize a US-bound oil tanker in the Gulf of Oman?
| Oil and Gas News | Al Jazeera
3 xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xxx/xxxx/0000/0/0/xxxx-xxxxxx-xxx- ond-oil-tanker-in-a-week-amid-us-confrontation
4 xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxx/xxxxxx-xxxx/xx-xxxxxx- cates-iran-oil-cargo-tanker-amid-tehran-tensions-sourc- es-2023-04-28/
5 xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxx/xxxxxx-xxxx/xxxxx-xxxxx-xxx- tanker-gulf-maritime-security-bodies-2023-07-05/
6 xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xxx/xxxx/0000/0/00/xx-xx-xxxx-x- 16-fighter-jets-to-gulf-amid-iran-shipping-tensions
7 xxxxx://xxxx.xxxxxxxx.xxx/xxxx/xxxxx-xxxxxxxx/xx0000.
8 xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxx/xxxxxx-xxxx/xxxx-xxxxxxx- swiss-envoy-over-us-seizure-iranian-oil-isna-2022-05-27/
9 Waarvan 4 op zee.
10 xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx/
11 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx/0000/xxx/00/x-xxxxxx- guide-to-the-gulf-tanker-attacks
12 EMASOH Information bulletin, september 2022, 1.
13 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xxx/
14 xxxxx://xxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxxx/, 1 augustus 2021.
15 2 December 2022, Council Decision (CFSP) 2022/2441.
16 xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xxxxxx.xx/xx/xxxxx/xxxxx-xxxxxx- es/2022/02/21/coordinated-maritime-presences-council-ex- tends-implementation-in-the-gulf-of-guinea-for-2-years-and- establishes-a-new-concept-in-the-north-west-indian-ocean/ pdf.
17 xxxxx://xxx.xxxx.xxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx- presences_en.
18 xxxxx://xxxxxxxx.xx/xxxxxxx.
19 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx-xx.
20 P. Droge, ‘De zeepkist op, het debat hervat!’, in Marineblad
2023/3, 40-43.
21 Bestaande uit personen van het Team Conflict Preventie, de directie internationale aangelegenheden (DIA) en van de FMW/MOW.
22 Zie hierover X. Xxxxxxx, X. Xxxxxxxx, ‘Militaire diplomatie als enabler en handelingsoptie voor Defensie’, in Militaire Specta- tor, no. 6 (2021), 300-313.
23 X. Xxxxxxx Xxxxxx, X. Xxxxxx & X. Xxxxxxxxxxx, Military Di- plomacy Conceptualized from a Small State’s Perspective The Case of the Netherlands’, in Ph.S. Kosnett, Boots & Suits. His- torical Cases and Contemporary Lessons in Military Diplomacy (Quantico, Virginia, 2023), 233-256. Te raadplegen op: https:// xxx.xxxxx.xxx/Xxxxxxx/000/Xxxxx%00xxx%00Xxxxx_xxx.xxx.
24 Grandia Mantas & Xxxxxxxx, 306.
25 Grandia Mantas & Xxxxxxxx, 305.
26 Grandia Mantas & Xxxxxxxx, 304.
27 X. Xxxxxxxx, ’Naval Diplomacy in 21st Century : A Model for the Post-Cold War Global Order (Taylor & Francis Group, 2018).
28 G. Till, Seapower (4th edition, Routledge, 2013),
29 J. Cable, Gunboat diplomacy 1919-1991 (3rd ed.), 14.
30 K. Lelieveld, ‘Vanuit het buitenland’, in Marineblad 2023/1, 29-31.
31 Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 29 521, nr. 438, p. 3. 32 xxxxx://xxxxxx.xxx/xxxxxxx/xxxx-xxxxxx-xxxxxxxx-xx-xx-xxxx-
revolutionary-guard-a8996a3dccccc82f8fa8d8bf263c9cfb; xxxxx://xxx.xxxxx.xxxx.xxx/Xxxxx/Xxxx/Xxxxxxx/Xxxx- cle/3448159/us-prevents-iran-from-seizing-two-merchant- tankers-in-gulf-of-oman/.
33 xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/0000/00/00/xx/xxxx- tics/us-navy-iran-ship-seizures-strait-of-hormuz. html?searchResultPosition=1.
34 GMO (2014), 357.
35 xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xx/0000/00/00/xxxxxxxxx-xxxxxxx- strive-to-form-a-naval-alliance-in-the-gulf/
VANUIT HET BUITENLAND
KLTZ drs. ing. Xxxxx xx Xxxxx
Defensieattaché voor de Verenigde Arabische Emiraten, tevens geaccrediteerd voor Koeweit en Bahrein, Xxxxxxxx niet geaccrediteerd, ook verantwoordelijk voor Oman en Jemen.
A
Affiniteit met de Arabische regio begon al vroeg. Mijn ou- ders hebben in 1984-1986 in Manama, Bahrain gewoond en ikzelf heb in 1986 voor een periode van vijf maanden in het toenmalige Hilton Hotel Bahrein gewerkt als life- guard. Dit ter overbrugging van een periode in afwachting van een stageschip, waarbij ik als stuurmansleerling zou opkomen. Het Hilton Hotel van toen is reeds de Golden Tulip, waar ik verblijf als ik op werkbezoek ben in Bahrein. Toenmalig plaatsvervangend general manager, is nu de general manager en schoot mij onlangs aan in een vlaag van herkenning; dat klopte dus, na iets meer dan 36 jaar! Sinds juli 2021 vervul ik de functie van defensieattaché en heb onlangs mijn plaatsingsduur verlengd met één jaar, tot 1 augustus 2026, om vervolgens op 1 september 2026 met leeftijdsontslag te gaan.
In voorbereiding
Het voorbereidingstraject is ergens in 2020 eenvoudigweg begonnen met een email aan de toenmalige plaatsingsof- ficier MD bij CZSK, met de vraag wanneer de vacatures- telling gedaan zou worden. Als ik mij goed kan herinneren, kreeg ik na enige tijd antwoord dat ik aangeboden zou worden bij de Directeur Internationale Militaire Samen- werking (DIMS), waar ik uiteindelijk in juni 2020 op sol- licitatiegesprek mocht komen. Na dit gesprek, waarbij be- halve ikzelf ook de DIMS en het Hoofd Bilaterale Militaire Samenwerking (H-BMS) aanwezig waren, mocht ik gelijk positief antwoord vernemen.
Op dat moment was ik in Duitsland geplaatst en zou ik naadloos daarvandaan naar de VAE verhuizen. Ik wilde echter een goed voorbereidingstraject doorlopen en nog enige tijd met mijn gezin doorbrengen, dat in Nederland woont en is blijven wonen. Na akkoord DIMS en CZSK, ben ik maart 2021 geTTW’ed in Den Haag, bij DIMS als voorbe- reiding. Daar heb ik tijdelijk de functie van Landenofficier Midden Oosten waargenomen; een uitgelezen kans om ingewerkt te raken. Vanuit die functie heb ik uiteindelijk
ben ik, samen met de andere in Abu Dhabi residerende EMASoH1 DEFAT’s, aanwezig bij de Operational Comman- der’s briefing, op de plaatselijke Franse marinebasis. Hier brieft de Force Commander EMASoH, de Franse OPCdr. Ik hecht grote waarde hierbij aanwezig te zijn, om bijgepraat te worden over de regio en om de Nederlandse stafoffi- cieren, werkzaam binnen EMASoH, te spreken.
Werkzaam in een andere wereld
Het bijzondere aan deze plaatsing voor mij, is dat ik als militair nu in een geheel andere wereld werkzaam ben, namelijk in de wereld van diplomatie. En in een andere cultuur, een cultuur die van invloed is op hoe ik mijn werk als defensieattaché uitvoer. Bovendien is deze plaatsing voor mij ook bijzonder gezien het feit dat mijn gezin in Nederland is blijven wonen. Mijn echtgenote en ik hebben hier bewust voor gekozen, daar zij in de VAE als partner van een diplomaat niet werkzaam mag zijn. Ook wilde zij haar baan in Nederland niet opgeven (dit was eerder wel het geval tijdens een plaatsing in het VK). Bij aanvang van mijn plaatsing greep de coronapandemie nog vol om zich heen, wat zeker gedurende het eerste jaar van mijn plaatsing een beperkende factor is geweest in mijn func- tioneren. Ondertussen hebben wij een goede modus ge- vonden. Elke twee maanden is mijn echtgenote zeven tot tien dagen in Abu Dhabi. Of, indien gewenst, bij specifieke sociale aspecten die bij de functie horen, zoals Konings- dag of het zesmaandelijkse hail-and-farewell diner van de defensieattaché-vereniging in de VAE.
It takes two to tango
De militaire samenwerking met de VAE staat of valt op dit moment met de aanpassing van het Nederlandse ex- portbeleid richting de Emiraten. Nu dit beleid recentelijk is aangepast, kan mijns inziens de defensie-samenwerking
ls defensieattaché ben ik de contactpersoon tus- sen de Nederlandse strijdkrachten, in de breedste zin, en de krijgsmachten van de landen waarvoor ik ben geaccrediteerd. Ik rapporteer aan Neder-
land gegevens die van belang kunnen zijn voor de onder- linge relatie, bezien vanuit politiek-militair oogpunt. Ook probeer ik als defensieattaché in het kader van de NIDV Nederlandse defensie-industrie in contact te brengen met de voor die bedrijven relevante contactpersonen binnen de krijgsmachten in de landen van accreditatie. Daarbij streef ik ernaar de belangen te behartigen, in voorko- mende gevallen, van alle Nederlandse militairen die hier werkzaam zijn. Die belangen variëren doorgaans van het aanvragen van residentievisa en omzetting naar lokale rijbewijzen, tot het oplossen van problemen bij de immi- gratiedienst op lokale vliegvelden. Contacten bestaan ook met andere spelers op het (militair) politieke speelveld,
‘Ik wilde een goed voorbereidingstraject doorlopen en nog enige tijd met mijn gezin doorbrengen’
zoals denktanks, universiteiten en in het buitenland ge- plaatste collega-attachés
Als attaché heb ik geen functionele relatie met hier ge- plaatste militairen, maar vanwege hun tijdelijke werk- zaamheden in mijn ressort, voel ik mij toch verantwoor- delijk. Mijn telefoon staat dus ook 24/7 aan, zodat zij mij te allen tijde kunnen bereiken. Zo zat begin vorig jaar een Vessel Protection Detachment (VPD) vast tijdens een tus- senstop op het vliegveld van Dubai. Gedurende de nacht heb ik bij de betrokken (militaire) autoriteiten aan de telefoon gehangen om de zaak te beslechten. Als het de- tachement dan uiteindelijk toch verder kan vliegen, heb ik mijn werk gedaan.
Affiniteit met de regio
Een droomplaatsing als afsluiting van de carrière bij Defensie, zo zie ik mijn functie hier. Belgische havens uitgezonderd, is de haven van Dubai mijn eerste bui- tenlandervaring toen ik als onderdeel van de mijnenbe- strijdingsoperatie Calendar II in 1988 in Dubai bij Xx.Xx. Urk ben opgestapt. Daarbij koesterde ik de ambitie dat het tevens, richting mijn FLO ook mijn laatste buitenland- se zal zijn. Het is Abu Dhabi geworden, maar dat is ook goed.
de militair attaché-cursus gevolgd. Vervolgens ben ik op 19 juli 2021 uitgevlogen en na een korte overgave-/over- nameperiode eind juli effectief in de hot seat beland.
Bilaterale relatie
Naast het lezen van relevante stukken, zoals nieuwsbe- richten, internetartikelen en andere documentatie, is ook het bezoeken van militaire onderdelen een vast onderdeel van mijn werkzaamheden. Nu gaat dat in de VAE wat lastig, gezien de enigszins moeilijke bilaterale relatie. In Koeweit en Bahrein is dit geen enkel probleem. Voor Ne- derlandse militairen op uitzending in de VAE verzorgt de militaire afdeling van de ambassade bij elke rotatie een residentievisum van één jaar. Dit visum wordt verkregen bij de militaire immigratiedienst van het Ministerie van Defensie van de VAE. Na het verkrijgen ervan, mogen Ne- derlandse militairen niet meer rijden met hun nationale rijbewijs, dus moet dat omgezet worden naar een lokaal Emirati rijbewijs. Ook dat doet de defensieattaché.
Tevens neem ik zitting in het politieke- en veiligheids- overleg van de Nederlandse ambassade. Een bijeenkomst waar op gezette tijden de politieke aspecten in de bilate- rale relatie tussen de VAE en Nederland, alsook de regio- nale politieke aspecten worden besproken. Eens per week
Ontmoeting met het hoofd van de NAVO-afdeling Kuweit mvr. Xxxx-Xxxxx Xxxx
28 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 29
VANUIT HET BUITENLAND
Trouw
COLUMN
Ontmoeting met de commandant van de Koninklijke Bahreinse Marine Rear Admiral Xxxxxxxx Xxxxxxx Xx Xxxxxx.
‘Trouw is niet vanzelfsprekend voor veel mensen die de politiek ingaan en die het Kamerlidmaat- schap zien als een nuttige stap in hun carrière’
Als het over veiligheid gaat hebben we het eigenlijk nooit over trouw. Trouw aan elkaar, aan je bemanning, aan je politieke partij, aan de Europese Unie of de NAVO. Trouw in al die verschillende vormen schept een veilige omgeving. Het woord ‘vertrouwd’ is eraan verwant. We weten wat we aan elkaar hebben. We kunnen op elkaar rekenen. Trouw is een sterke lijm, die van alles aan elkaar houdt.
T
rouw is belangrijk, nu er in onze omgeving zoveel aan de hand is. We denken in deze zomer al snel aan het klimaat. De economie groeit, maar de inflatie is hoger dan we gewend zijn. Migranten steken op veel te volle bootjes de Middellandse
Zee over. Sommigen van hen hebben een veilig heenkomen nodig in Europa, anderen komen voor economische vooruitgang. En ondertussen vragen Europese landen zich af waar ze die mensen allemaal laten. En in het nabije Oost-Europa voert Rusland een agressieve en wrede oorlog tegen Oekraïne.
Nederland heeft zich sinds de Russische inval in Oekraïne een trouw bondgenoot ge- toond van de NAVO en de EU. Men kon toen en nu nog steeds op ons rekenen. Dat geldt voor onze buurlanden eigenlijk ook. Dat maakt onze omgeving veiliger, terwijl het er even verderop behoorlijk ruw aan toe gaat. En toch is het goed om over trouw na te den- ken nu Nederland zich opmaakt voor nieuwe verkiezingen. Er komt een heel nieuwe ge-
weer worden opgepakt en gaan we kijken waar beide landen elkaar kunnen vinden. Het weer opbouwen van een gespreksrelatie zou een eerste aanzet kunnen zijn om de onderlinge band tussen de beide krijgsmachten, die er in het verleden zeer zeker geweest is2, weer vlot te trekken. Lukt dat, dan denk ik dat de VAE een goede (militaire) partner kan zijn voor Nederland, alsook voor de Nederlandse defensie-industrie. Dit in een anderzijds toch wel instabiele regio, waar we niet weg moeten lopen voor de verschillende inzichten die er tussen beide lan- den bestaan, waaronder individuele vrijheden. En wellicht kan de regio voor toekomstige missies weer als logistiek knooppunt essentieel zijn voor Nederland.
Eén van de grootste uitdagingen als defensieattaché is het onderhouden van de relatie met het Ministerie van Defensie van de Emiraten. Gezien de gevoelige relatie tus- sen beide landen, gebaseerd op het restrictieve wapenex- portbeleid jegens de VAE als gevolg van diens deelname in de oorlog in Jemen, is het voor mij als attaché lastig om enige voet aan de grond te krijgen. Hopelijk is dit dossier binnenkort opgelost. Zolang dat niet het geval is, is het voor mij de uitdaging om toch het contact met de VAE mi-
‘Relatiemanagement is key in de Arabische wereld en Nederland zou mijns inziens meer moeten investeren in het onderhouden van de militair-diplomatieke relatie in de regio’
litaire autoriteiten aan te blijven gaan, om toch openingen te zoeken op raakvlakken waar we wel op kunnen samen- werken. Om de woorden van de assistent undersecretary for Policy and Strategic Communication van het Ministerie van Defensie van de VAE, te gebruiken: ‘it takes two to tango’. Relatiemanagement is key in de Arabische wereld en Nederland zou mijns inziens meer moeten investeren in het onderhouden van de militair-diplomatieke relatie in de regio.
Een terugkerend item in mijn gesprekken met de xxxxxxx- me entiteiten in de landen, is een verzoek om een haven- bezoek van een Nederlands marineschip. Mijns inziens een uitstekend platform om (maritiem) militaire diploma- tie mee te bedrijven en ook vanuit economisch perspec- tief een uitstekend middel om de Nederlandse belangen in de regio te behartigen. Hopelijk dient deze mogelijkheid zich binnenkort aan.
Noten
1 EMASoH, European lead Maritime Awareness Mission Strait of Hormuz
2 Te denken valt aan de aankoop van twee S-fregatten door de marine van de VAE in de negentiger jaren van de vorige eeuw, of het ruim twintig jaar lang mogen gebruiken van FSE Mirage op AL Minhad Air Base, als hub richting Afghanistan.
Xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxx is KVMO hoogleraar Militair- maatschappelijke studies aan de Universiteit Leiden.
xxxxxxx politiek leiders aan. Niet alleen Xxxx Xxxxx stapt op – begrijpelijk na zo veel jaren trouwe dienst – maar ook de leiders van veel andere partijen houden het voor gezien. Het wordt spannend om te zien hoe dat de campagnes en de uitslagen gaat beïnvloeden.
Trouw is niet vanzelfsprekend. Er zijn partijen die trouw aan internationale organisa- ties niet zo belangrijk vinden. Helemaal op rechts hebben ze wantrouwen richting de Europese Unie. Helemaal op links hebben ze wantrouwen richting de NAVO. Niet wat we nodig hebben, dunkt me, in het licht van de spanningen in de wereld. Ontrouw versterkt onveiligheid.
Trouw is niet vanzelfsprekend voor veel mensen die de politiek ingaan en die het Kamer- lidmaatschap zien als een nuttige stap in hun carrière. Maar ze zijn er, Kamerleden die zich niet meer konden vinden in de lijn van hun partij en daarna maar voor zichzelf be- gonnen, hoewel ze hun Kamerlidmaatschap aan die partij te danken hadden. Maar trouw is ook niet meer vanzelfsprekend voor de kiezer. Die laat zich leiden door tactische over- wegingen – hoewel dat ‘strategisch stemmen’ heet. Flauwekul eigenlijk, want je stemt in Nederland niet voor een coalitieregering, maar voor de volksvertegenwoordiging. De kiezer kiest bij ons het kabinet niet. Veel kiezers weten pas de laatste avond voor zij naar de stembus gaan wat ze zullen doen. En trouw aan hun politieke partij speelt nauwelijks nog een rol.
Ook de kiezer is verantwoordelijk voor versplintering van het partijenlandschap, voor langdurige kabinetsformaties en zeker voor trouw in het Nederlandse veiligheidsbeleid. Ik houd wel van vertrouwdheid in de buitenlandse politiek.
30 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 31
XXXXXX XXXX
350 JAAR NA DE ZEESLAGEN BIJ SCHOONEVELD EN KIJKDUIN
De campagne van 1673 in internationaal historisch perspectief
De eerste slag bij Schooneveld, 28 mei 1673, Xxxxxx xxx xx Xxxxx xx Xxxx (collectie Royal Museums Greenwich)
In het eerste deel van dit tweeluik werd de context geschetst waarin de campagne van de Nederlandse marine in 1673 zich afspeelde. Dit overzicht van de geleidelijke maritiem-tactische ontwikkeling in het optreden in linieverband is nodig om de zeeslagen bij Schooneveld en Kijkduin van dat jaar in een breder internationaal historisch, strategisch en tactisch perspectief te bezien. Een perspectief dat afwijkt van de Nederlandse historiografie waarin deze gevechten onderwerp zijn van afzonderlijke studies, zoals die van J.C.M.
Warnsinck over de dubbele zeeslag bij Schooneveld.1 Ook het werk van X.X. xx Xxxxx geldt ondanks zijn antiquarische leeftijd nog steeds als een gezaghebbende bron. Het zijn studies die, zoals maritiem historicus Xxxx Xxxxxx het mooi omschreef, het gebruik van chauvinistische epitheta ornantia niet schuwden.2 Xxxxxx zelf noteerde evenzeer dat de Nederlandse marine tijdens de zeeslag bij Kijkduin voldoende bewijs had gegeven van wat ‘Dutch courage really meant!’.3
XXXX VERDER OP DE VOLGENDE PAGINA
-—>
32 MARINEBLAD | 4 - 2023 4 - 2023 | MARINEBLAD 33
S
xxxxxx dezes zal proberen weg te blijven van der- gelijke kwalificaties. Wat dit deel van het tweeluik wel beoogt, is Xx Xxxxxxx optreden in 1673 in een internationaal perspectief te plaatsen. De rol die
deze campagne in de Nederlandse (maritieme) geschiede- nis inneemt is welbekend. Dat geldt helaas in veel min- dere mate voor de invloed die de zeeslagen hebben gehad op de verdere internationale tactische evolutie (of eerder het gebrek daaraan) van zeeoorlogen in de periode na Xx Xxxxxx en de rol die hij innam in de ontwikkeling van het maritiem-strategisch denken.
Tactische symmetrie
De Zweedse historicus Xxx Xxxxx heeft in zijn monumen- tale werk over de ontwikkeling van permanente oorlogs- vloten in relatie tot staatsvorming de periode 1650-1688 gedefinieerd als de beslissende fase in de ontwikkeling van ‘main battle fleets’ en bijbehorende linietactieken.4 En binnen die periode geldt de zeeslag bij Solebay (1672) als een belangrijk kantelpunt.5 De tactische uitkomst van de zeeslag zelf was allesbehalve beslissend, maar illus- treert juist om die reden de route die de ontwikkeling van de Europese zeemachten hebben afgelegd en waarna er geen weg meer terug was naar de mêleetactiek die Eu- ropese marines voor 1650 nog hanteerden. Een waar met name de Nederlanders in excelleerden alsook het langst aan vasthielden. De slag bij Solebay in 1672 liet als eerste het resultaat zien van tactische symmetrie tussen twee
Admiral Xxxxxx Xxxxxxx (ca 1620 – 1673), Xxxxx Xxxxx, 1665 (collectie Royal Museums Greenwich)
RAMPJAAR 1673: DEEL 2
elkaar vijandelijke vlootverbanden en gaf daarmee een vroege inkijk in hoe oorlogvoering ter zee zich in de 18e eeuw zou ontwikkelen.
Zoals in het eerste deel in Marineblad 3 (juli 2023) aan bod kwam was de Engelse implementatie van de linieformatie een defensieve reactie om de agressieve Nederlandse groepstactiek te pareren. Evenwel was van meet af aan duidelijk dat de linieformatie offensief optreden bemoeilijkte; zeker in grote vlootverbanden zou iedere aanzet tot een complexe manoeuvre resulteren in het breken van de linie en daarmee riskeren dat schepen in elkanders schootsveld kwamen. De maximale vuurkracht die een linie kon uitbrengen werd dan ondermijnd. Niet voor niets pleitte de Engelse admiraal Xxxxxx Xxxxxxx eerder al tijdens de Tweede Engelse Zeeoorlog (1665- 1667) ervoor de langzame en zwakker bewapende koopvaardijschepen uit de linie te verwijderen. Dat vergrootte de slagkracht en verkortte de linie.6 Zijn collega Xxxxxx Xxxxxxx klaagde na afloop van de tweede slag bij
‘Het grote strategische en historische belang van Solebay was dat dit het primaat van het linieschip en de slagvloot bevestigde als instrument om ‘command of the sea’ veilig te stellen dan wel te betwisten’
Schooneveld (14 juni 1673) dat de linie nog dusdanig lang was dat ieder vlagsignaal opging in de rookdampen van de ruim 8000 stuks geschut die die dag in actie kwamen. De jezuïet Xxxx Xxxxx, die diende als kapelaan aan boord van het Franse eskader tijdens de Derde Engelse Zeeoor- log (1672-1674), was een van de eersten die een tactische verhandeling schreef over oorlogvoering in het zeilende tijdperk. In de periode tussen 1652 en 1677 hadden meer dan twintig grote zeeslagen met zeilende oorlogsschepen plaatsgevonden en Hoste zette de observaties daarvan op papier. Voor zijn tijdgenoten waren die waarnemin- gen vermoedelijk niet wereldschokkend; het is niettemin een verhandeling die moet worden geplaatst in de bre- dere wetenschappelijke revolutie en de ontluikende Ver- lichting in dit tijdsbestek waarbij de ratio en de empirie hun weg vonden naar de militaire wetenschappen. Hoste propageerde in zijn werk de linieformatie te beperken tot grotere linieschepen ten behoeve van de vuurkracht en samenhang.7
In de laatste decennia van de 17e eeuw werd het optreden op zee steeds meer benaderd als een exacte wetenschap met de linieformatie als een onfeilbaar principe. Al was de Engelse ontwikkeling van de single-line ahead rationeel de beste toepassing van de (beperkte) mogelijkheden die het linieschip hen bood, de theoretische keerzijde hier- van was dat wanneer de tegenstander deze formatie ook toepaste een patstelling het gevolg kon zijn. Het was een hypothese die empirisch werd getest toen Xx Xxxxxx op de ochtend van 7 juni 1672 in linie de Engels-Franse vloot nabij Solebay aanviel.
Luitenant-admiraal Xxxxxxx xx Xxxxxx (1607-1676), Xxxxxxxxx Xxxx, 1667 (collectie Rijksmuseum)
Materiële asymmetrie
In het eerste deel van dit tweeluik heb ik kort verwezen naar de Solebay wandtapijten in relatie tot de tactische ontwikkeling die de oorlogvoering ter zee sinds 1652 had doorgemaakt. Doorgaans zijn het de overwinningen die hun weg vonden naar het schilderdoek. Zo zijn er van Ne- derlandse hand maar weinig schilderijen die de zeeslag bij Lowesoft (1665) afbeelden. Dat Xxxxxxx door beide zijden als een overwinning werd beschouwd zien we ook terug in de vereeuwiging ervan. Xxxxxx xxx xx Xxxxx xx Xxxxx maakte voor de Nederlandse markt een schilderij dat het meest dramatische moment van de zeeslag afbeeldde: de verbranding van het first rate linieschip xx Xxxxx Xxxxx. Zijn vader werd daarentegen ingeschakeld de schetsen aan te leveren die uiteindelijk resulteerden in de wand- tapijten die zijn vervaardigd in opdracht van de Engelse koning Xxxxxxx XX.8
De wederzijdse claim op overwinning verwondert, kijkend naar het resultaat van de slag, niet. Ondanks de aanvan- kelijke verrassing op die ochtend van 7 juni wist ook de Engels-Franse vloot zich in linie te formeren en wat volgde was een uiteindelijk onbesliste strijd waar ook Xx Xxxxxx na afloop van opmerkte dat hij nooit in een ‘scherper en langduuriger gevecht’ was geweest.9 Dat beide zijden in linie het gevecht aanvingen en er voor het eerst sprake was van tactische symmetrie betekende niet dat de zee- slag plots minder intens verliep dan in eerdere confronta-
ties waarbij de Nederlandse zeemacht vasthield aan de groeps- en mêleetactiek. Zoals eerder vermeld kon het in een mêlee voor komen dat sommige schepen de vijand niet konden aangrijpen en hun vuurkracht dus onbenut bleef. Bij Solebay deed zich nu een situatie voor waarbij beide linies urenlang in actie bleven. Het resultaat: in to- taal meer dan 4000 dodelijke slachtoffers in wat één van de bloedigste zeeslagen van de 17e eeuw was.
Dat de Britse historicus Xxxxxxxx Xxxxxx de zeeslag om- schreef als ‘one of the most critical battles of the Anglo- Dutch Wars’ of dat zijn landgenoot Xxxxx Xxxxxxxx het gevecht bij Solebay in zijn werk opnam als één van de ‘naval campaigns that shaped the modern world’, was niet zozeer vanwege de intensiteit of bloederigheid van die dag.10 De oorlog ter zee was geen Verdun waarbij het aanbrengen van zoveel mogelijk slachtoffers een doel op zich was. Het grote strategische en historische belang van Solebay was dat dit het primaat van het linieschip en de ‘slagvloot’ bevestigde als instrument om ‘command of the sea’ veilig te stellen dan wel te betwisten. De methoden om eerstgenoemde te realiseren waren volgens de Britse maritieme strateeg Xxxxxx Xxxxxxx 1) ‘obtaining a decision’ of 2) het doorvoeren van een ‘blockade’.11 De ontwikke- ling die de zeilende oorlogsschepen had doorgemaakt in combinatie met de nu beproefde linieformatie maakte echter dat het behalen van die beslissende overwinning in een zeeslag lastig werd. De ‘houten muren’ van met name de zwaardere linieschepen waren goed in staat breed- teschoten te incasseren. Op open water waren ze bijna ‘impregnable’.12 Het wordt vaak over het hoofd gezien dat gedurende de drie Engelse zeeoorlogen, de Republiek in reguliere zeeslagen slechts twee Engelse ‘first rates’ wist uit te schakelen. In beide gevallen niet als gevolg van een rechtstreeks duel met een Nederlands oorlogsschip. Tij- dens de Vierdaagse Zeeslag liep de Prince Royal vast op een zandbank en bij Solebay was het de inzet van een brander die xx Xxxxx Xxxxx tot de waterlijn deed verbran- den.13 Niet voor niets zijn dit de twee momenten die Xxx xx Xxxxx op doek heeft vereeuwigd.
Helemaal ‘impregnable’ waren die zware linieschepen dus niet, maar meer dan tijdens de eerste twee Engelse zeeoorlogen waren de Nederlanders doordrongen van het belang de slagkracht en het voortzettingsvermogen te concentreren in een kleiner aantal zwaardere schepen. Dit in combinatie met het opereren in linie maakte het steeds lastiger om dergelijke grote oorlogsbodems te isoleren en in een mêlee te lijf te gaan. Dat het eskader van luitenant- admiraal Xxxxxx Xxxxxx xxx Xxxxx er bij Solebay in slaag- xx xx Xxxxx Xxxxx op voornoemde wijze uit te schakelen was de uitzondering. Tijdens de vier grote zeeslagen van de Derde Engelse Zeeoorlog zijn er van het totaal aantal betrokken schepen (684) ‘slechts’ acht, ofwel één procent, tot zinken gebracht of als prijs buitgemaakt. Ter vergelij- king: tijdens de drie zeeslagen van de Tweede Engelse zee- oorlog betrof dit 75 schepen, ofwel bijna vijftien procent van het totale aantal betrokken bodems (507).14 Hoewel in mindere mate, maakten zowel de Engelsen als Nederlan- ders tijdens de tweede zeeoorlog onderling nog gebruik van bewapende koopvaarders. Het aandeel VOC-schepen in de Nederlandse vloot bij Lowesoft was bijvoorbeeld nog van dien aard dat de historicus Xxxx Xxxxxxx spreekt
34 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 35
RAMPJAAR 1673: DEEL 2
van een ‘zesde admiraliteit’.15 Deze schepen hadden door de bank genomen een kleiner voortzettingsvermogen en waren dus kwetsbaarder in de linie, wat mede het grote aantal verloren schepen verklaart.
Engeland had deze les definitief geleerd. Koning Xxxxx XX was vanwege financiële moeilijkheden gedwongen de maritieme expansie te temporiseren. Vergeleken met de omvang van de Engelse marine onder Xxxxxxxx was er zelfs sprake van stagnatie. Wat onder Xxxxx XX wel werd bewerkstelligd was een grotere nadruk op de bouw van de first rates. In 1673 beschikte de Engelse zeemacht alleen al over acht schepen met tussen de 90 en 100 stuks geschut. De Franse marine telde zelfs zes schepen die het aantal van 100 stuks ontstegen.16 Kijkend naar de totale tonnage, zoals berekend door Glete, dan is er van materiële asymmetrie op het eerste oog geen sprake. Vanwege de stagnatie in de Engelse scheepsbouw en de nog in opbouw zijnde Franse marine is er volgens Xxxxx rond 1670 zelfs kortstondig een moment dat de Republiek de grootste staande vloot bezat. De nuance die hier moet worden aangebracht is dat er een vage scheidslijn was tussen schepen geschikt voor de gevechtslinie en degenen die dat niet waren.17 Met andere woorden, ondanks de scheepsbouwprogramma’s bezat de Republiek nog steeds geen echte ‘slagvloot’ met de concentratie van vuurkracht zoals de Engelsen en Fransen die ontwikkelden. Nederland bleef ‘hangen’ bij de, zoals X.X. xx Xxxxx ze omschreef, ‘tachtigers’ die het resultaat waren van het laatste grote scheepsbouwprogramma van 1664-1667. Dit betrof een tiental schepen met een nominale bewapening van 74 tot 84 stuks geschut.18
‘Zonder schepen die als ijkpunt in een linie konden fungeren was het enige Nederlandse alternatief terug te vallen op de verouderde mêlee- en groepstactiek,
van de groep ‘tachtigers’ linieschepen letterlijk het schild van de Republiek waren. Waar de enorme verliezen tijdens met name de Eerste Engelse Zeeoorlog vrijwel direct weer konden aangevuld dankzij de ruime beschikbaarheid van bewapende Nederlandse koopvaarders, zou het mogelijke verlies van tachtigers als de Zeven Provinciën of de Voorzichtigheid de reeds bestaande materiële asymmetrie tijdens de campagnes van 1672-1673 onoverkomelijk maken. En zonder schepen die als ijkpunt in een linie konden fungeren was het enige Nederlandse alternatief terug te vallen op de verouderde mêlee- en groepstactiek, met alle gevolgen van dien.
Het breken van de linie
Voor de verdere Engels-Franse oorlogsinspanningen op zee woog niet alleen het verlies xxx xx Xxxxx Xxxxx zwaar op het geallieerde vermogen na Solebay nog iets uit te richten in het campagnejaar 1672. De schade aan de overige first rates was groter dan de Engelse maritieme infrastructuur aankon. Ook dit was een gevolg van de ontwikkeling van battle fleets.19 Xxxxxxx stond het Xx Xxxxxx toe een deel van zijn vloot op te leggen en mariniers en bemanning te ontschepen voor inzet langs de Waterlinie. Xxxxxxx was duidelijk dat de vloot die hij het komend campagnejaar tot zijn beschikking had kleiner van omvang zou zijn. Ook aan Nederlandse zijde was de schade opgelopen bij Sole- bay aanzienlijk. En vanwege de aanhoudende druk op de landsgrenzen hadden met name de kleinere admiraliteits- colleges moeite schepen uit te rusten. Tegelijk was in 1673 het Engelse verlies xxx xx Xxxxx Xxxxx reeds goedgemaakt met het van stapel lopen van de eveneens met 100 kanons bewapende ‘first rate’ Royal Xxxxxxx.
De nog grotere materiële asymmetrie tijdens de zeeslagen van 1673 noopte Xx Xxxxxx om de linietactiek te verfijnen op een manier die hem later internationale faam opleverde. De Nederlander was, zoals de Franse strategisch denker Xxxxx Xxxxxx schreef, de eerste admiraal die een poging deed een vijandelijke linie te doorbreken.20 Castex doelt hier op de
Xx Xxxxxxx Xxxxxxxx, naar ontwerp van Xxxxxx xxx xx Xxxxx xx Xxxx (collectie Het Scheepvaartmuseum)
Twee maanden later, in de zeeslag bij Kijk- duin, perfectioneerde Xx Xxxxxx de aan- valsmethode die hij een jaar eerder had toegepast bij Solebay. Volgens Xxxxxxx was dit ‘the form of attack which thenceforward became the orthodox one for an inferior fleet’.26 De historicus X.X. Xxxxx schreef dat ‘Xx Xxxxxx’x defensive strategy provides perhaps the classical example of the intel- ligent and effective use of inferior resources to baffle and checkmate an opponent with superior strength’.27 Want hoewel de cam- pagne van 1673 defensief van aard bleef, was zijn optreden bij Schooneveld en vooral bij Kijkduin een vorm van wat de Amerikaan Xxxxx Xxxx omschreef als ‘offensive-defen- sive warfare’.28
Het idee was de linie als een elastiek tot het uiterste te rekken om zodoende het Franse eskader, dat de geallieerde voorhoede vorm- de, goeddeels buiten het gevecht te houden. Net als bij Solebay was het aan luitenant- admiraal Xxxxxxx Xxxxxxxx de Fransen aan zich te binden, met als cruciaal verschil dat hij dat ditmaal deed met slechts één van zijn drie smaldelen. Zijn voorste smaldeel liet hij parallel aan de Fransen het elastiek verder rekken, terwijl Xxxxxxxx zich met het gros van zijn schepen bij De Ruyter voegde om het middelste, en sterkste Engelse eskader aan te grijpen. Ondanks zijn algehele nume- rieke minderheid, had De Ruyter desondanks dus een situatie van lokale materiële pariteit gecreëerd, wat hem in staat stelde zich met vijf smaldelen op het middelste deel van de geallieerde linie te storten. Het is een aanval die Mahan vergeleek met Xxxxxxx manoeu- vre bij Trafalgar, de grote vernietigingsslag
met alle gevolgen van dien’
Nu is het geenszins het oogmerk van dit artikel de repu- bliek een calimerocomplex toe te dichten. De wanhoop van Xxxxxxx Xxxxx in 1653 dat er volgens hem wel 50 Engelse schepen beter bewapend waren dan zijn eigen vlaggen- schip was echt verleden tijd. En al waren de Engelse sche- pen tijdens de Derde Engelse Zeeoorlog gemiddeld van een groter tonnage, het was niet als het verschil tussen een Dreadnought en een pre-Dreadnought slagschip. In het duel tussen Xxxxxxxx Xxxxxx Gouden Leeuw (84 stuks) en Xxxxxx Xxxxxxx’x Royal Prince (100 stuks) tijdens de zee- slag bij Kijkduin was de materiële asymmetrie niet meer te vergelijken met het door Xxx Xxxxxxxxxxx vereeuwigde gevecht tussen de Brederode van Xxxxxx vader en de Re- solution twintig jaar eerder. Ook de Republiek had geleerd. Wel had de beperkte beschikbaarheid van Nederlandse schepen die zich in een linie staande kon houden ontegen- zeggelijk invloed op de campagne van Xx Xxxxxx in 1673.
Hoewel scribent dezes had beloofd weg te blijven van chauvinistisch klinkende epitheta ornantia, is het niet geheel overdreven te stellen dat in 1673 de houten muren
manoeuvre bij Solebay het Franse eskader te binden om
vervolgens op agressieve wijze secties van de Engelse linie te doorbreken en isoleren. Deze tactiek was volgens de Brits historicus Xxxxxxx Xxxxxxxx door Xx Xxxxxx ondernomen in een – en over chauvinisme gesproken – ‘Nelsonic manner’, meer dan een eeuw voor de Britse admiraal dit inderdaad op nog destructievere wijze ten uitvoer bracht.21 Deze zeker niet ongerechtvaardigde Britse obsessie met Xxxxxx moet gezien worden in het licht van de stilstand in de verdere tactische ontwikkeling van de linieformatie in de periode tussen Xx Xxxxxx en de beroemde Brit.22 Castex stelde over Xx Xxxxxxx leiderschap bij Kijkduin, dat toen de rook was opgetrokken niemand begreep wat hij had gedaan en dat de komende honderd jaar ook niemand het zou begrijpen.23 Hij linkte het onbesliste karakter van de oorlogvoering op zee nadien aan het dogmatische geloof in ‘de linie’ en fantasieloos leiderschap in de eeuw na De Ruyter. In tactisch opzicht beslissende zeeslagen vonden zeker nog wel plaats, maar dan binnen het raamwerk van die linie. Met name het Britse officierskorps ontwikkelde een agressief esprit de corps dat uiteindelijk culmineerde in Trafalgar, maar een vlootvoogd met persoonlijk ‘cachet’, zoals Castex dat omschreef, liet na Xx Xxxxxx lang op zich wachten.
Dit persoonlijk cachet van Xx Xxxxxx was alleen mogelijk
door de ervaring die niet alleen hij, maar ook zijn vlag- officieren hadden opgedaan in de eerdere confrontaties met Engeland. Xxxxxxx schreef dat het geleidelijk perfec- tioneren van het Engelse optreden in linieverband tijdens de Tweede Engelse Zeeoorlog enkel het resultaat kon zijn van ‘constant practice in fleet tactics’. Ook meende hij dat het tijdens dit eerdere conflict niet uitmaakte in hoeverre ‘Dutch tacticians had sought to imitate it, they had not yet succeeded in forcing it on their seamen’.24 Uit het op- treden van de Nederlandse zeemacht op het Schooneveld en bij Kijkduin bleek dat Xx Xxxxxx verder ging dan slechts het imiteren van de bestaande linietactiek. Hoewel hij blijk gaf van zijn vertrouwen in het belang van de linie en het openhouden van een vrij schootsveld voor zijn infe- rieure vlootverband, werd het bij hem geen dogma. Cas- tex schrijft dat hij linievorming verlangde binnen zijn drie losse eskaders, zonder per se over te willen gaan tot het vormen van een algehele linie.25 Voor Xx Xxxxxx was de linie geen doel op zich, maar een tactiek om toe te passen wanneer de omstandigheden ideaal waren, zoals het tot tweemaal toe uitdelen van een tik op het Schooneveld, om vervolgens weer georganiseerd terug te vallen achter de gelijknamige zandbanken.
van het zeilende tijdperk.29 Zij het dat Xxxxxxxx zich niet
ontvouwde tot een vernietigingsslag. Daarvoor was Xx Xxxxxxx algehele numerieke en materiële inferioriteit te groot en zijn tactiek nog te orthodox om de onfeilbaar- heid van de linie al in 1673 letterlijk en figuurlijk te breken.
Conclusie
De historicus Padfield stelt dat Xx Xxxxxxx voorzichtig- heid, zeker vergeleken met de latere onorthodoxe agres- siviteit van Britse vlootvoogden als Xxxxxx, moet worden gezocht in het feit dat hij doorgaans numeriek en mate- rieel zwakkere vlootverbanden commandeerde dan zijn tegenstanders.30 Hoewel dit tweeluik de vingers niet wil branden aan dergelijke what if’s, is het een aanname die over hoofd ziet dat, los van de materiële inferioriteit, de strategische context waarin Xx Xxxxxx in 1673 opereerde geheel anders was dan bijvoorbeeld die van Xxxxxx in 1805.
De mythe van Xxxxxxxxx is inmiddels al net zo doorbroken als de Franse linie die dag door Xxxxxx. Trafalgar blijft on- tegenzeggelijk een van de meest complete overwinningen uit de maritieme geschiedenis, maar deze werd behaald met slechts een relatief klein deel van de gehele Britse
36 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 37
De Gouden Leeuw van Xxxxxxxx Xxxxx (links) in gevecht met de gehavende Royal Prince van Xxxxxx Xxxxxxx (midden) tijdens de Slag bij Kijkduin, 23 augustus 1673. Xxxxxxx verdronk nadat zijn sloep door een kanonskogel werd geraakt. Xxxxxx xxx xx Xxxxx xx Xxxxx (collectie Rijksmuseum)
Noten
1 Zie: J.C.M. Xxxxxxxxx, Admiraal de Xxxxxx. De Zeeslag op Schooneveld, juni 1673 (Den Haag: Xxxxxxxx Xxxxxxx, 1930).
2 Xxxx X. Xxxxxx, De oorlogvoering ter zee in 1673 in journalen en andere stukken (Groningen: J.B. Wolters, 1966), 6.
3 Xxxx X. Xxxxxx, The Dutch Navy of the Seventeenth and Eighteenth
10 Xxxxxxxx Xxxxxx, The Dutch Republic: Its Rise, Greatness, and Fall 1477-1806 (Oxford: Oxford University Press, 1995), 797; Xxxxx Xxxxxxxx, Maritime Supremacy & The opening of the Wes- tern mind. Naval campaigns that shaped the modern world, 1588-1782 (London: Xxxx Xxxxxx, 1999).
‘Of Xx Xxxxxx met de beschikking over een groter vlootverband op een ‘Nelsonic manner’ meer risico had genomen valt te betwijfelen’
11 Xxxxxx Xxxxxxx, Principles of Maritime Strategy (London: Long- mans, Green and Co., 1911), 168.
12 Xxxxxxx Xxxxxxx, Seapower and Naval Warfare, 1650-1830
(London: UCL Press, 1999), 92.
13 Hierbij tel ik de schepen buitgemaakt of vernietigd bij Chat- ham niet mee.
14 Xxxxxx, “The ‘Military Revolution’ Afloat: The Era of the Anglo-Dutch Wars and the Transition to Modern Warfare at Sea,” 138, 46. Ook hier is de Tocht naar Xxxxxxx buiten beschouwing gelaten.
15 Zie: Xxxx Xxxxxxx, “The sixth admiralty: The Dutch East India Company and the military revolution at sea, c. 1639–1667,” International Journal of Maritime History 26, no. 4 (2014).
16 Al speelde prestige een grote rol en zouden deze Franse sche- pen ‘de Premier Rang Extraordinaire’ in 1672-73 niet worden ingezet.
17 Glete, Navies and Nations: Warships, Navies and State building in Europe and America, 1500-1860, I, 189-90.
18 De veelgehoorde verklaring dat de Republiek geen gro- tere schepen kon bouwen vanwege haar ondiepe havens vertelt maar een deel van het verhaal. Deze uitleg ziet over het hoofd dat dat de Staten-Generaal na 1682 een nieuw scheepsbouwprogramma autoriseerde dat ook enkele linie- schepen omvatte die wel degelijk waren bewapend met 90
tot 100 stuks geschut, al waren deze niet optimaal voor inzet voor de Nederlandse kust.
19 Xxxxxxx, Seapower and Naval Warfare, 1650-1830, 94.
20 Xxxxx Xxxxxx, Les idées militaires de la marine du XVIIIme siècle: Xx Xxxxxx à Suffren (Parijs: X. Xxxxxxxx, 1911), 15.
21 Xxxxxxx Xxxxxxxx, Statesmen and Sea Power (Oxford: Oxford University Press, 1943), 52.
22 Al wordt de Franse viceadmiraal Xxxxxxx, die in de marge van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog met een klein eska- der in de Indische Oceaan opereerde ook xxxxxxxx beschouwd als een tactisch vernieuwer.
23 Castex, Les idées militaires de la marine du XVIIIme siècle: Xx Xxxxxx à Xxxxxxx, 16.
24 Xxxxxx Xxxxxxx, Fighting Instructions, 1530-1816, Navy Records Society, (London, 1905; herdruk 1971), 120.
25 Castex, Les idées militaires de la marine du XVIIIme siècle: Xx Xxxxxx à Xxxxxxx, 11.
26 Xxxxxx Xxxxxxx, A Note on the Drawings in the Possession of the Earl of Darmouth illustrating the Battle of Sole Bay and the Battle of the Texel, Navy Records Society, (London: Spottis- woode and Co. Ltd., 1908), 38.
27 X.X. Xxxxx, “The Dutch Navy and National Survival in the Seventeenth Century,” The International History Review 10, no. 1 (1988): 30.
28 Xxxxx Xxxx, Maritime Strategy and Sea Denial. Theory and Practice (Londen: Routledge, 2019), 140.
29 A.T. Xxxxx, Xxx Influence of Sea Power upon History, 1660-1783
(Boston: Little, Brown, and Company, 1890; 1894), 157.
30 Padfield, Maritime Supremacy & The opening of the Western mind. Naval campaigns that shaped the modern world, 1588-
marine. Een eventuele Britse nederlaag bij Trafalgar had
de strategische situatie op land net zomin beïnvloed als Xxxxxxx overwinning. Het duurde immers nog tien jaar eer Xxxxxxxx definitief werd verslagen. Of Xx Xxxxxx met de beschikking over een groter vlootverband op een Nelso- nic manner meer risico had genomen valt te betwijfelen. Er stonden dan wel geen legerkorpsen klaar zoals in 1805 bij Boulogne, toch was de dreiging in 1673 van een En- gelse legermacht gestationeerd bij Yarmouth voldoende om haar een rol te laten spelen in de strategische overwe- gingen tijdens de campagne van dat jaar. Xx Xxxxxx was een tacticus, niet een strateeg, maar de wijze waarop hij invulling gaf aan de instructies van stadhouder Xxxxxx XXX geeft blijk van een goed begrip van wat Xxxxxxx later ‘combined strategy’ zou noemen. Het betwisten van de
‘command of the sea’ was het hogere strategische doel en
het onnodig riskeren van de Staatse vloot paste niet in die strategie. Xx Xxxxxx realiseerde zich dit terdege en ‘exhi- bited an example of naval defence’, waar Xxxxxxx met be- wondering van schreef dat die, ‘perhaps, has never been equalled’.31 Een grotere breuk met de agressieve doctrine die het Nederlandse maritieme optreden tot die tijd ka- rakteriseerde, en waar Xx Xxxxxx zelf onderdeel van was, is haast niet denkbaar.
D.P. (Xxxxxx) Turk, MA, MSc is als onderzoeker verbonden aan de Nederlandse Defensie Academie. Zijn promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel richt zich op hoe kleinere zeemogendheden zich in de huidige strategische context manifesteren.
Centuries (St. Xxxx’x Newfoundland: International Maritime Economic History Association, 1993; 2011 revised edition), 77.
4 Xxx Xxxxx, Navies and Nations: Warships, Navies and State building in Europe and America, 1500-1860, vol. I (Stockholm: Almqvist & Wiksell International, 1993), 203.
5 Zie voor een omvangrijke recente beschrijving van de zeeslag bij Solebay: Xxxxxx Xxxxx, “Op de rand van de afgrond. De zeeslag bij Solebay, 7 juni 1672,” Scheepshistorie 31, no. 1 (2022).
6 Quote uit: M.A.J. Xxxxxx, “The ‘Military Revolution’ Afloat: The Era of the Anglo-Dutch Wars and the Transition to Modern Warfare at Sea,” War in History 4, no. 2 (1997): 138.
7 Ibidem, 141-2.
8 In de hoedanigheid van de hertog van York leidde Xxxxxxx XX (Xxxxx XX) de Engels-Franse vloot in de zeeslag bij Solebay en eerder ook de Engelse zeemacht in de zeeslag bij Lowesoft.
9 Xxxxxx Xxxx’xxxxx van Reine, Rechterhand van Nederland. Biografie van Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx xx Xxxxxx (Amsterdam: De Arbeiderspers, 1996), 242.
1782, 118.
31 Xxxxxxx, X Note on the Drawings in the Possession of the Earl of Darmouth illustrating the Battle of Sole Bay and the Battle of the Texel, 44.
38 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 39
RECENSIE
STRATEGISCH ‘OMDENKEN’
(foto: Wikimedia Commons)
DE TERUGKEER VAN GREAT POWER COMPETITION
‘Conventional thinking has not delivered the results or the forces needed te effectively compete with China and Russia. Time is in short supply, and the Navy has been unable to grow to meet the challenges fast enough.’ Xxxxx Xxxxx Xxxxxx, oud- marineofficier met zowel jarenlange ervaring op (vooral) nucleaire onderzeeboten als
op stafhoofdkwartieren en later actief in de militaire diplomatie in Azië. Hij stelt in zijn
U.S. Naval Power in the 21st Century dan ook dat het nu of nooit is voor de Amerikaanse marine om de groeiende Chinees-Russische dreiging ter zee nog het hoofd te kunnen bieden.
‘Hoe prikkelend en overtuigend U.S. Naval Power ook is geschreven, is het boek niet zonder kritiek’
minder dan een revolutie inzake marine-operaties waarbij maritieme platforms kleinschaliger bemand zijn, alsook een herverdeling van de schaarse eigen marine-eenheden naar louter dié geografische posities waar China en Rus- land de VS en het Westen het meest uitdagen.
Xxxxxx acht bovendien een zogeheten Comprehensive National Maritime Initiative (CNMI) noodzakelijk. Deze is zijns inziens vergelijkbaar met de aanvang jaren tach- tig door de VS gelanceerde Maritime Strategy en het 600 Ship Navy Plan, die de Sovjet-Unie (maritiem) op de knieën zouden hebben gekregen. Hij roemt in die zin de visionaire blik van de toenmalige politieke leiding als Se- cretary of the Navy Xxxx Xxxxxx en VS-president Xxxxxx Xxxxxx. Daarbij omvat aangehaald Initiative en hiermee Naval Statecraft volgens Xxxxxx veel meer dan Koude Oorlog-containment; ze behelst dus tevens grip op de wereldwijde bevoorradingslijnen alsook een diepgaande coördinatie tussen diplomatie, militaire operaties en eco- nomisch beleid.
Terwijl hij de Amerikaanse militair-maritieme politieke lei- ding van de tachtiger jaren prijst, bekritiseert Sadler juist de huidige top in Washington, die de U.S. Navy over de komende tien jaar in verhouding tot de PLA Navy verder zou doen terugvallen. Het is een duidelijke sneer naar het in 2022 gepresenteerde Navigation Plan 2022, dat na haar presentatie vergelijkbare kritiek ontving, welke de USN- leiding pareerde met de opmerking dat ze zich ervan be- wust is dat het de VS ontbreekt aan de industriële capa-
is in die zin een waardevolle bijdrage aan Amerikaans/ westers debat hoe te reageren op de opkomst van China en Ruslands agressieve optreden. Dit geldt des te meer voor marine-denkers, omdat Xxxxxx’x bepleitte ‘whole- of-government approach’ zeestrijdkrachten als het nood- zakelijke kernsegment opvoert om wereldwijd vrede en veiligheid te kunnen handhaven.
Hoe prikkelend en overtuigend U.S. Naval Power ook is geschreven, is het boek niet zonder kritiek. Allereerst zijn bepaalde argumenten van Xxxxxx niet nieuw. Zo bepleitte USN-officier Xxxxxx Xxxx medio vorig jaar al in een door het U.S. Naval Institute uitgegeven artikel terug te grijpen op een ‘clear naval strategy and advocacy’ zoals het 600 Ship Navy Plan, om zo de hedendaagse great power com- petition in westers voordeel te beslechten. Verder gelijkt de door Xxxxxx gepromote alomvattende Comprehensive Approach meer op een abstracte politiek-bureaucratische aanpak, dan een handzame roadmap voor operationele commandanten of vlagofficieren, die met praktische toekomstige zaken als het laten ‘wennen’ van een vloot aan een hybride samenstelling moeten omgaan. Ook zijn, gebaseerd op historische achtergronden, vraagtekens te plaatsen hoezeer het de door Sadler geroemde Maritime Strategy was die het Kremlin tot inbinden dwong, waar- mee de parallel en hiermee het alomvattende oogmerk van de CNMI discutabel is. In die zin geven Xxxxxx’x zor- gelijke analyses en intrigerende aanbevelingen de Ameri- kaanse marineleiding en haar politieke meesters, inzake de toekomst van de USN des te meer aanleiding deze tegen het licht te houden en te bediscussiëren. Met kaarten, ta- bellen, annotatie, beredeneerde literatuurlijst en register.
Xxxxxx xxx xxx Xxxx, NIMH
O
nder verwijzing naar klassieke maritieme denkers als Xxxxxx Xxxxx Xxxxx en Xxxxxx Xxxxxxx hamert hij er op dat Amerikaanse, en hiermee westerse zee-
strijdkrachten, in een nabije oorlog enkel de bovenliggen- de partij kunnen zijn dankzij de opbouw van een grotere, moderne vloot, alsook vergaand ‘omdenken’ qua type platforms en een geïntegreerde nationale aanpak. Kern- begrip van zijn negen hoofdstukken tellende boek is een te bereiken Naval Statecraft, die de VS in staat moeten stellen China en Rusland terug te wijzen. Sadler onderkent vijf ‘levers’ (hefbomen) die tezamen deze Naval Statecraft vormen: 1) posture; 2) presence; 3) partner capacity buil- ding; 4) treaties and agreements en 5) informational ope- rations.
Revolutie van marine-operaties
Voorwaarden voor het kunnen inbrengen van bovenge- noemde vijf ingrediënten van Naval Statecraft zijn, aldus de auteur, sowieso een aanmerkelijk grotere omvang van
de U.S. Navy, die wat betreft aantallen vaartuigen in 2021 door China werd ingehaald. Historische voorbeelden wij- zen namelijk uit dat aantallen en type inzetmiddelen in crisis en oorlog vaak het verschil maken, om respectievelijk een tegenstander af te schrikken of een gewapend conflict te kunnen winnen. Om het laatste te bereiken is volgens Xxxxxx een ingrijpende schaalvergroting van de VS-werfin- dustrie noodzakelijk, die sinds de Koude Oorlog, en zeker in vergelijking met die van China, dramatisch is geslonken. Ook dient er intensiever met bepaalde bevriende marines te worden samengewerkt; zoals die van de NAVO in Euro- pese en aangrenzende wateren en met onder meer die van Australië, Japan en India in de Indo-Pacific. Verder bena- drukt Xxxxxx het in hoge mate verbeteren van de (controle over) bevoorradings- en communicatielijnen. Hoe dit alles bereikt moet worden schetst hij in detail waar het onder meer C2 aangaat, alsook inzake de inzet van de jongste technologie zoals onbemande eenheden (UUVs, UAVs), ro- botisering, AI, cyber warfare, etc. De auteur bepleit niets
citeit op korte en middellange termijn veel meer schepen te bouwen. Argumentatie overigens, die de stelling van Xxxxxx bevestigt dat de Amerikanen (en zij niet alleen!) over te weinig industriële slagkracht beschikken om de gestage vlootopbouw van China te kunnen bijbenen.
Conclusie
Voortbouwend op de eerdere aanpak van een peer oppo- nent in de latere Koude Oorlog-jaren, wil Xxxxxx met zijn boek de U.S. Navy een uitgebreide roadmap aanreiken hoe ze in de nabije toekomst China en Rusland succesvol tegemoet kan treden. Naval Statecraft staat hierbij voorop, die het nodige ‘omdenken’ en verdere nieuwe ideeën dient aan te wakkeren waarmee de VS uit de huidige strategische hachelijke situatie kunnen geraken. De uit de jaren tachtig en het tijdperk van constabulary en wereldwijde antiterrorisme daterende structuur van de USN, schreeuwt gelet op de terugkeer van great power competition namelijk om een rigoureuze update. Dit boek
U.S. Naval Power in the 21st Century
A New Strategy for Facing the Chinese and Russian Threat
Auteur Xxxxx Xxxxxx Xxxxxx
Uitgever Naval Institute Press Annapolis, MD (2023) Omvang 336 blz
Prijs $ 39,95
ISBN 9781682477779
40 MARINEBLAD | 5 - 2023 41
SIGNALEMENTEN
geschiedenis van deze twintig schepen. Het geeft tevens een inkijk in de levens- omstandigheden van de Koninklijke Marine in de vorige eeuw. Een mooie terugblik op de mijnenbestrijdingsvaar- tuigen, onderwijl een nieuwe generatie
mandeerde vanaf september 1940 de Marcello-klasse onderzeeboot
Commandante Cappellini en zag inzet op de Atlantische Oceaan vanuit de nieuw gebouwde onderzeebootbasis te Bordeaux. De Regia Marina Italiana
DE VERANDERING ZIJN...
Intersubjectiviteit
COLUMN
Naar Soerabaja
Het verhaal van mijn vader over de muiterij op De Zeven Provinciën
Auteur Xxx xx Xxxxx
Uitgever Walburg Pers, Zutphen (2023) Omvang 160 blz
Prijs € 22,99
ISBN 9789464561500
Begin 1933 vaart het pantserschip
schepen haar opwachting maakt.
The Sinking of the Blücher
The Battle of Drobak Sound, April 1940
voerde vanuit deze basis patrouilles uit in door de Kriegsmarine gealloceerde gebieden, voornamelijk ten zuiden van Lissabon. Het boek focust zich op een treffen tussen Xxxxxx en een Belgisch koopvaardijschip Kabalo in oktober 1940. Het vormt tevens de basis van een gelijknamige film, geregisseerd door co-auteur Xx Xxxxxxx. Deze zal vanaf
30 augustus te zien zijn.
Terwijl ik dit schrijf zijn gisteren de drie offertes binnengekomen
voor nieuwe onderzeeboten. Drie industrieën hebben hun uiterste best gedaan hun concepten te verwoorden naar aanleiding van de opgemaakte specificaties. Deze specificaties, opgemaakt door Defensie anno nu, zijn een interpretatie van wat we denken in de toekomst nodig te hebben én wat we daar nu voor over hebben. De beste boot voor de beste prijs. Ik wens veel oude maatjes succes met de laatste concluderende fase om tot een bevrijdende keuze te komen.
Xx.Xx. De Zeven Provinciën door
H
de Indische wateren als er op
zaterdag 4 februari muiterij uitbreekt. Dat veroorzaakt zowel in Nederland als Nederlands-Indië grote opschud- ding. Hoofdzaak was het korten op de salarissen van het marinepersoneel.
Na zes dagen maakt de regering een einde aan de muiterij door een bom op het schip te gooien toen zij ter hoogte van de straat Soenda voer. Er vallen drieëntwintig doden en veel gewonden. Opvarenden worden gearresteerd en krijgen zware gevangenisstraffen. Eén van die opvarenden is Xxxxxx xx Xxxxx, vader van auteur Xxx xx Xxxxx.
AMS-en en Oceans
Beemster- en Onversaagd klasse, de Amerikaanse mijnenvegers van de Mijnendienst
Auteur Xxx Xxxxxxxxx
Uitgever Walburg Pers, Zutphen (2023) Omvang 168 blz
Prijs € 39,99
ISBN 9789464561005
Na de Tweede Wereldoorlog werd in Amerika naar aanleiding van alle
oorlogservaringen bij het bestrijden van mijnen een nieuwe klasse mijnenvegers gebouwd: de AMS-60 class. Via het MDAP-programma verkreeg Nederland deze vaartuigen en doopte ze tot Beem- ster- en Onversaagd klasse. Oud-Com- mandant der Mijnendienst Xxx Xxxxx- ring schrijft daarover een omvangrijk
en rijkelijk geïllustreerd werk. Dit boek beschrijft het ontwerp, de bouw en de
Auteur Xxxxx X. Haarr & Tor Melien
Uitgever Naval Institute Press, Annapolis MD (2023)
Omvang 342 blz
Prijs $ 55,00
ISBN 9781784388751
Het zinken van de zware kruiser Blücher op 9 april 1940 nabij Drøbak in de wateren van Oslofjord, is een signifi- cant hoofdstuk in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het markeert niet alleen de start van de Duitse cam- pagne in het Noorden, maar betekende tevens het einde van de phony war.
De Noorse auteurs Xxxxx en Melien duiken in het verlies van de Blücher en het succes van de Fort Oscarborg, door een gedetailleerde studie van primair bronmateriaal. Fijne toevoeging is het onderzoek naar de Britse politieke en militaire invloed op Duitse overwe- gingen voor operatie Weserübung: de Duitse invasie van Noorwegen.
Commandant
Een waargebeurd verhaal over moed en mededogen
Auteur Xxxxxx Xxxxxxxx & Xxxxxxx Xx Xxxxxxx
Uitgever Prometheus, Amsterdam (2023) Omvang 176 blz
Prijs € 18,99
ISBN 9789044653281
Een waargebeurd verhaal over de Italiaanse onderzeebootcomman- dant Xxxxxxxxx Xxxxxx. Xxxxxx com-
Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel
Trauma-Discussie-Eerherstel
Auteur Xxxxx Xxxxxxxx
Uitgever Aspekt, Soesterberg (2023) Omvang 374 blz
Prijs € 29,95
ISBN 9789464629545
De dekolonisatie van Nederlands- Indië geeft tot op de dag van vandaag aanleiding tot uiteenlopende inzichten. Er vond destijds een strijd plaats om het innemen van een machtspositie en overleving in een sterk veranderende wereld. Een waarin deelnemers uit ei-
genbelang handelden, afspraken maak- ten en verbraken en waarbij niet zelden werd gekozen voor de aanpak van het doel die de middelen heiligt. Deze titel beschrijft die periode, gebaseerd op
de feiten en inzichten van destijds. De zestien auteurs – (militair-)historici, (militair-)juristen, officieren, veteranen en publicisten – hebben hun bijdragen geschreven vanuit de brede historische context, in al zijn complexiteit met tal van actoren, wisselende rollen en strijd om de macht als constante factor.
‘Geluk is niet objectief te meten, maar veel mensen snappen wel wat ermee bedoeld wordt’
Xxxxxx van de Kraats
is oud-onderzeeboot- commandant en nu sociaal ondernemer. Met OceansX, werkt hij nu aan nieuwe manieren van organiseren waarbij het collectief menselijk potentieel optimaal benut wordt om te werken aan wat ons dierbaar is.
BLIJF IN CONTACT
et proces is tot kunst verheven. Toch lijkt het voor de buitenwereld een dans waar het uitvoeren van de juist pasjes prevaleert boven de artistieke schoonheid. Oftewel de functionaliteit (lees: het ‘doel’ waar een proces veelal toe dient te leiden zoals kortere tijdslijnen, coördinatie van aanwezig potentieel,
kostenbesparing, etc.) was van ondergeschikt belang. Anderzijds was de dans van juiste pasjes alleen al functioneel. Want zónder een dergelijk robuust proces, zo leert de ervaring, waren we als Nederland sowieso niet gekomen tot het exploreren van (semi-)collectief onderwater-potentieel. Nu kan ik daar heel diep op in gaan, maar het is vakantie. Ook een tijd om te reflecteren en jezelf juist niet al te serieus te nemen. Dan word je door de gekste dingen weer aan het denken gezet.
Zo liepen we eergisteren als familie door het Guggenheim in Bilbao. Het eerste Guggenheim-museum werd in 1937 opgericht als plek voor niet-objectieve kunst. Inmiddels heeft de Guggenheim-stichting vijf musea wereldwijd. Ondanks het totale gebrek aan functionaliteit van de kunst en het gebouw was de beleving in Bilbao (het proces?) verwonderlijk inspirerend en bevrijdend voor ons vijven.
Het woord ‘niet-objectief’ bleef bij mij hangen. Waarom noemen ze het dan niet subjectief? Subjectief is als het een mening betreft of ideeën die ingekleurd zijn door hoe mensen er zelf over denken. Objectief is als het een feit is. Sommige filosofen, zoals Xxxx, geloofden niet dat het mogelijk was om ooit objectieve kennis te hebben. Dit niet- objectieve en niet-subjectieve gebied noemen ze intersubjectief, zo leerde ik.
Intersubjectiviteit zijn dingen die door meerdere mensen worden gedeeld. Een bekend voorbeeld van intersubjectiviteit is taal. Taal is namelijk bedoeld om elkaar te kunnen begrijpen. Als dat ook lukt, dan moet er dus wel iets zijn als intersubjectiviteit. Dit hoeft niet per se objectief zo te zijn. ‘Geluk’ is bijvoorbeeld niet objectief te meten (voor iedereen anders), maar veel mensen snappen wel wat ermee bedoeld wordt. Voor OceansX, in zijn streven om het aanwezige collectieve potentieel optimaal te organiseren, is het cruciaal om intersubjectiviteit verder te Xploreren.
Terug naar de offertes, laten we ervoor gaan dat het niet-functionele robuuste keuzeproces de komende veertig jaar ruimte gaat geven aan de veranderende intersubjectiviteit rondom de term ‘onderzeeboot’. Als dat lukt, denk ik dat het een plekje verdient in het Guggenheim, naast de Walrusklasse.
42 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 43
KVMO
Beschrijvingsbrief 2023
Twitter. Zowel de voorzitter KVMO (@Voorzitter_KVMO) als het HSGO van de GOV|MHB (@HSGO_GOV|MHB) zijn ook in 2022 actief geweest op Twitter. De interactie is met name door het
KVMO-ZAKEN
sies in het veiligheidsdomein. Daarnaast heeft ‘Breef’ de ambitie om werkzoekenden de mogelijkheid te bieden om te ontdekken op welke werkzaamheden binnen het veiligheidsdomein aanslui-
De Beschrijvingsbrief 2023 geeft inzicht in de relatie tussen de doelstellingen, plannen, activiteiten, begroting en resultaten van de Koninklijke Vereniging van
Marineofficieren (KVMO). Hierbij wordt teruggekeken naar 2022 en vooruitgeblikt naar 2023 en verder.
In hoofdstuk I is in het statutaire jaarverslag een terugkoppeling op de drie statutaire doelstellingen van de vereniging opgenomen. Hoofdstuk II omvat het secretarieel jaarverslag, waarin de bestuurlijke samenstelling,
de staat van de vereniging en de activiteiten van de
Hoofdstuk I
Statutair Jaarverslag 2022
1.1 De Zeemacht
De KVMO heeft zich in 2022 met gevraagd en ongevraagd advies aan beleidsmakers, politici en andere besluitvormers onverminderd ingespannen om bij te dragen aan een goede positie voor de zee- macht en, via de GOV|MHB, voor de gehele defensieorganisatie.
De samenwerking met de andere officierenverenigingen is voort- gezet, zodat namens de gezamenlijke officierenverenigingen (resp. KVMO, KVNRO en NOV) een krachtig geluid kan worden afge- geven. Deze samenwerking verliep ook in 2022 in goede sferen.
Meer informatie over de voortgang van de GOV|MHB is te vinden in hoofdstuk 1, paragraaf 3.
1.2 De zichtbaarheid
De KVMO is in 2022 na een rustige periode door toedoen van de coronapandemie weer in toenemende mate actief geworden op de website en via sociale media. Een overzicht van deze inspan- ningen is opgenomen in paragraaf 1.2.2. In de afgelopen jaren is hard gewerkt om de zichtbaarheid van de vereniging te vergro- ten. Duidelijk is echter, dat de KVMO nog altijd tijd en aandacht kan investeren om de zichtbaarheid in het digitale domein te vergroten. In de externe communicatie is veel aandacht uitgegaan naar de voortgang in de arbeidsvoorwaardengesprekken. Hierom- trent zijn veel nieuwsberichten geplaatst, zijn er online voorlich- tingsbijeenkomsten georganiseerd en is de achterban via digitale formulieren geraadpleegd in toenadering naar een akkoord. Rond het arbeidsvoorwaardenakkoord is in de communicatie veel sa- mengewerkt met de drie verenigingen in de GOV|MHB.
1.2.1 Marineblad
Marineblad is in 2022 acht keer verschenen. Twee edities kregen een thema: in november over reservisten en in december over het KVMO-symposium. Met een gevarieerde inhoud richt het zich op de doelgroep van professionals in de maritiem-militaire sector.
Terugkerende onderwerpen zijn geopolitiek, techniek, juridische zaken en historie, met altijd een duidelijke relatie met de Konink- lijke Marine. De vaste rubrieken (vanuit het buitenland, KVMO- zaken, columns, boeken en cartoon) zorgen voor het herkenbare ‘geluid’ van het blad. Omdat het ook de aandacht trekt van Tweede Kamerleden en de media, draagt Xxxxxxxxxx actief bij aan de discussie rondom een voor haar taak berekende zeemacht. In 2022 is door de hoofdredactie een begin gemaakt met het visiedocument Visie Marineblad 2023, waarin enkele pijlers van ontwikkeling zijn geïdentificeerd. Dit betreft het uiterlijk van het
afdelingsbesturen worden beschreven. In hoofdstuk III staan de bestuurlijke activiteiten beschreven.
Hoofdstuk IV gaat in op de plannen voor het huidige jaar met een doorkijk naar de komende jaren. Hoofdstuk V gaat in op de begroting van 2023. In het laatste hoofdstuk zijn de statutaire personele wijzigingen van het hoofdbestuur opgenomen. Het gevoerde financiële beleid en de financiële verantwoording over 2022 zijn voor leden op te vragen
bij het secretariaat en zijn ter inzage uitgedeeld bij de Algemene Ledenvergadering.
blad, de zichtbaarheid in het digitale domein en representatie van de Nederlandse zeemacht. Dit laatste heeft vooral tot doel de actief dienende marineofficieren meer te bewegen tot het voeren van inhoudelijke discussies. Het visiedocument is in september positief ontvangen door het HB. Aanvang 2023 zullen de eerste stappen van ontwikkeling worden gemaakt, te beginnen met een ‘herijkt’ uiterlijk.
1.2.2 Websites & social media
Via xxx.xxxx.xx informeert de KVMO een breder publiek over haar activiteiten en standpunten. De weblog van de voorzitter trekt niet alleen de aandacht van leden maar ook van vertegen- woordigers van de media en de politiek. In de beschrijvingsbrief van 2021 werd de verwachting geschetst dat de website in 2022 beter bezocht zou worden door een toename in verenigingsacti- viteiten post-corona enerzijds en door de onderhandelingen rond de nieuwe arbeidsvoorwaarden anderzijds. Het best bekeken arti- kel in 2022 betrof ‘Details onderhandelaarsresultaat arbeidsvoor- waarden’ (resp. 1504 weergaven). De weblogs van de voorzitter KVMO blijven populair, maar kennen in 2022 iets minder weerga- ven. De best bekeken blog is ‘Getting our act together’ (1133 weer- gaven). De activiteiten pagina is als vanouds goed bezocht, met gebruikelijk ruim 100 weergaven per toegevoegde activiteit. Het is dan ook belangrijk dat activiteiten tijdig worden toegevoegd aan de website. Door de toegenomen activiteiten van de vereniging en de voortgang rond de arbeidsvoorwaarden, is de hoeveelheid content voor de website aanzienlijk toegenomen van 101 artikelen in 2021 naar 150 artikelen in 2022.
Weblogs
De weblogs van de voorzitter KVMO gaan over actuele onderwer- pen op het gebied van personeel, Koninklijke Marine en bredere geopolitieke ontwikkelingen. De weblogs worden op de KVMO- website geplaatst. Ze worden geregeld door de landelijke media als nieuwsitem opgepikt en door politici gebruikt als informatie- bron. In 2022 zijn er 21 weblogs gepubliceerd met in totaal 14.552 weergaven.
Social Media
Facebook. In 2022 is de pagina van de KVMO niet geüpdatet. De hoeveelheid interactie is dermate laag, dat hierin geen informe- rende functie is. De sociale mediastrategie zal in 2023 opnieuw bekeken worden met de mogelijkheid om cross-platform artikelen te publiceren. Zo wordt het makkelijker om content van de web- site te verspreiden over diverse platformen tegelijkertijd.
arbeidsvoorwaardenakkoord toegenomen. Berichten op de KVMO- en ProDef-websites worden door hen standaard getweet,
waardoor het bereik en de betrokkenheid zo groot mogelijk wordt gemaakt. Het arbeidsvoorwaardenakkoord in het najaar van 2022 bleek het drukste moment op zowel de social media-pagina’s als de website.
LinkedIn. De voorzitter is onder zijn eigen naam actief op Linke- dIn. Gebleken is dat de artikelen die op LinkedIn worden geplaatst het grootste bereik hebben van de publicaties die op de verschil- lende sociale media worden geplaatst. Om die reden heeft Mari- neblad per december 2021 een eigen LinkedIn-pagina opgezet om de digitale artikelen in een breder netwerk te publiceren. In 2022 is het aantal volgers gestegen naar ruim 400.
Nieuwsbrieven KVMO
Met de geregeld uitgebrachte digitale nieuwsbrief KVMO via Mailchimp worden leden die zich hiervoor hebben aangemeld geïnformeerd over de belangrijkste actuele onderwerpen. De brieven hebben ook in 2022 een relatief hoog ‘openings’- en ‘klik’-percentage gehad. In 2022 zijn er in totaal 15 nieuwsbrieven verstuurd met een gemiddelde ‘click-rate’ van 51%. Dat betekent dat ruim de helft van alle geadresseerden de nieuwsbrief heeft geopend.
1.2.3 KVMO-leerstoel
Het zwaartepunt van de KVMO-leerstoel militair-wetenschap- pelijke studies aan de Universiteit Leiden, die is ingesteld in 2007, ligt op bijdragen aan het onderwijs binnen het Instituut Politieke Wetenschap, zowel in de bachelor- als in de masterfase. Daarbij betreft het vakken die militair-maatschappelijke vraagstukken
in den brede behandelen, inhakend op de actualiteit. Namens de KVMO nemen KTZ b.d. Xxxxxxxx en KTZ b.d. Turnhout zitting in het curatorium. Namens de KVMO is prof. dr. T.B.F.M. (Xxxx) Xxxx- xxx bijzonder hoogleraar Militair-Maatschappelijke Studies aan de Universiteit Leiden. Xxxx Xxxxxxx is tevens universitair docent internationale veiligheidsstudies aan de Nederlandse Defensie Academie.
In 2022 zijn er weer verkennende gesprekken geweest over een tweede leerstoel, te weten in de technische hoek. Daarbij wil de KVMO breder kijken dan alleen scheepbouw of scheepsonder- houd. Daarbij valt te denken aan AI, moderne communicatietech- nieken en IT. Binnen CZSK, DOSCO en DMO (per 2023 COMMIT) bestaat interesse voor een extra leerstoel. De gesprekken worden voorgezet in 2023.
1.2.4 Coalitie voor Veiligheid
De KVMO, maakt naast de zusterverenigingen NOV en KVNRO, deel uit van de Coalitie voor de veiligheid (CvV). De coalitie groeit gestaagd en bestaat op dit moment uit zeventien vakbonden en beroepsorganisaties uit de sector veiligheid en vormen samen de Coalitie voor Veiligheid met als doel een sterk front te vormen en de politiek te bewegen meer te investeren in veiligheid. De ver- wachting is dat de CvV het komend jaar sterk gaat uitbreiden. De CvV heeft in 2022 voor het eerst sinds de coronapandemie weer activiteiten georganiseerd. Het project ‘Breef’ van de Coalitie voor Veiligheid heeft als doel om professionals in het veiligheids- domein de mogelijkheid te bieden om zich te oriënteren op het voortzetten van hun loopbaan binnen een van de andere profes-
ten op hun talenten. Inmiddels hebben de defensieonderdelen interesse getoond in het project.
1.2.5 Activiteiten
In 2022 heeft de KVMO weer activiteiten kunnen organiseren. De vaste activiteiten zoals de ALV, het symposium, de 64-jari- gendag en de regioborrels konden allen weer doorgang vinden. Dit jaar vond het Maritiem Evenement voor het derde jaar op rij niet plaats. Naar verwachting zal deze in 2023 terugkeren. Op
donderdag 16 juni vond de 108ste Algemene Vergadering plaats
in het MEA. De coronapandemie liep in de eerste helft van 2022 langzaam ten einde. Daardoor was het mogelijk om op 16 juni de ALV fysiek te organiseren. Helaas was de spreker, die was uitgeno- digd voor die middag om over de toekomst van vakbonden te praten, toch nog geveld door corona. Afgezien daarvan was het een geslaagde ALV en was het goed de leden weer in levenden lijve te kunnen ontmoeten. De vergadering werd afgesloten in
het voormalige officierenverblijf, dat nu is verbouwd tot pension Homeland.
Op 26 juni is de KVMO-scriptieprijs uitgereikt aan LTZ3 (TD) Xxx Xxxx. Hij ontving de prijs uit handen van vicevoorzitter KLTZ (LD) Xxxxx xxx Xxxx. In zijn scriptie getiteld ‘Thermal runaway bij lithium-ion batterijen’ beschrijft LTZ Wien zijn onderzoek naar de ontwikkeling van warmte en gassen tijdens een thermal runa- way van lithium-ion batterijen en benoemt en onderzoekt hij mogelijkheden om de gevolgen hiervan te beperken of zelfs te voorkomen. Hij zal aanvang 2023 naar aanleiding van zijn scriptie in Marineblad een afgeleide publiceren.
In juli vond de herdenking van de ramp met Xx.Xx. Adder plaats op de boulevard van Scheveningen. De herdenking was georganiseerd door de Stichting Gedenkteken Xx.Xx. Adder in sa- menwerking met de KVMO. De herdenking begon in de Oude Kerk met diverse lezingen, afgesloten met de overdenkingen van de vlootpredikant. Vervolgens werd gezamenlijk naar het monument op de boulevard gelopen voor een kranslegging. De herdenking was drukbezocht.
Op 10 oktober vond de traditionele 64-jarigendag ‘Van UKW naar pensioen’ plaats in het MEA. Doelstelling van die dag is het informeren van deelnemers over alle onderwerpen die relevant zijn bij het passeren van de pensioengerechtigde leeftijd.
Op donderdag 24 november vond het KVMO-symposium ‘De maritieme wereld na het Oekraïneconflict’ plaats in de Beurs van Berlage te Amsterdam. Ondanks een last-minute locatiewijziging was het symposium met ruim 140 aanmeldingen bijzonder goed bezocht. Vier zeer interessante sprekers belichtten het thema vanuit hun eigen perspectief en op verschillende aggregatieni- veaus. Een interessante discussie ontspon zich na de voordrach- ten van de sprekers die tijdens de borrel werd voortgezet. In het Marineblad van december 2022 stonden we nog uitgebreid stil bij het symposium en sloten we het jaar af met een oproep van KTZ Xxxx Xxxxxx om de discussie over de toekomstige strate- gische richting van de Koninklijke Marine te gaan voeren en met aanbevelingen richting de politiek te komen. Een oproep die de KVMO van harte ondersteun en wil faciliteren. Op de behandelde onderwerpen zijn veel reacties gekomen. De lezing van XXXX Xxx
xx Xxxxxx heeft geleid tot inhoudelijke discussies over strategische
44 MARINEBLAD | 5 - 2023
KVMO-ZAKEN
oriëntatie van de Koninklijke Marine en vervolgartikelen in Mari- neblad staan gepland voor 2023.
1.3 De collectieve belangenbehartiging
Namens de KVMO treedt de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF) -sector Defensie, bestaande uit de GOV|MHB, KVMO, KVNRO en de NOV, op als onderhandelings- partner met de werkgever Defensie. In het sectorbestuur van
de CMHF-sector Defensie en in de Ledenraad van de GOV|MHB, waarin de KVMO is vertegenwoordigd, worden inzet en stand- puntbepaling met betrekking tot de verschillende onderwerpen van overleg met Defensie voorbereid en vastgesteld.
1.3.1 Het Georganiseerd Overleg sector Defensie
Bij de start van 2022 herleefde het georganiseerd overleg op een manier zoals dit in jaren niet gezien was. Met recht kon er worden gesproken van het breken met de traditie van vele jaren van moeizame onderhandelingen. Primaire aanleiding hiervoor was het aantreden van een nieuw kabinet in de nadagen van 2021, waarbij toegenomen investeringen in de krijgsmacht in het
algemeen en het defensiepersoneel in het bijzonder werden aan- gekondigd. Met de 500 miljoen structureel die extra beschikbaar werd gesteld voor het nieuwe militaire loongebouw en verbete- ring van arbeidsvoorwaarden, was er ineens weer perspectief om het gesprek aan te gaan.
Naast een toegenomen financieel perspectief in de onderhan- delingen, zorgden ook de geopolitieke veranderingen voor de ingrijpende kentering in de dynamiek van het overleg. Met de inval van de Russische Federatie in Oekraïne op 24 februari 2022 kwam het belang van de krijsmacht, en dus ook haar personeel, in een heel ander daglicht te staan. Onze minister en staatsse- cretaris konden het zich simpelweg niet langer permitteren om
slepende arbeidsvoorwaardenonderhandelingen te hebben en het belang van het snel bereiken van een akkoord was dus nadruk- kelijk voelbaar.
Bovengenoemde factoren vormen tezamen het overleg tot een soort snelkookpan, waarin binnen zeer korte tijd significante resultaten moesten worden geboekt op het vlak van arbeidsvoor- waarden voor het defensiepersoneel. Alles met als doel om nieuw personeel aan te trekken en vooral ook het schaarse defensie- personeel te behouden. Dit bleek, gezien de druk enerzijds en de ambitie anderzijds, bepaald geen sinecure.
Een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord
Na enkele maanden werken onder grote druk was op 31 mei het moment daar: een nieuw onderhandelaarsresultaat arbeidsvoor- waarden voor de periode 2021 – 2023 kon worden gepresenteerd. Met dit resultaat, dat qua financiële omvang zonder twijfel een van de grootste akkoorden in de afgelopen decennia vormt, zouden honderden miljoenen in de arbeidsvoorwaarden voor
het defensiepersoneel worden geïnvesteerd. Naast een brede loonsverhoging voor al het personeel, aanpassing van de tege- moetkoming in reiskosten en voorgenomen aanpassingen in het personeelssysteem, vormde de nieuwe salaristabel voor militairen hierin de grootste koerswijziging. Interessant is te vermelden dat, voor het eerst ooit, de presentatie van dit resultaat door bonden en werkgever gezamenlijk werd aangelopen. In het verleden was het gebruikelijk dat de bonden, al dan niet gezamenlijk, hun leden informeerden en Defensie dit apart organiseerde richting al het personeel. In deze ronde werd de presentatie en voorlichting echter gezamenlijk uitgevoerd en wel naar tevredenheid van het
bestuur van de KVMO. Uiteraard werd door alle bonden afzon- derlijk bij hun achterban een raadpleging gedaan, zo ook bij uw vereniging.
In lijn met het advies van het bestuur, werd het onderhandelaar- sresultaat ook bij grote meerderheid door de leden van de KVMO omarmt. Op 7 juli 2022 kon XXXX Xxx Xxxxxx, namens de CMHF- sector Defensie, onze staatssecretaris en de voorzitters van de andere centrales dan ook vertellen dat het onderhandelaarsre- sultaat wat onze centrale betreft kon worden omgezet in een arbeidsvoorwaardenakkoord. Hetgeen gezien de uitkomst bij de andere centrales zo ook geschiede.
Uitwerking van het akkoord
Na het zomerreces is de rest van het overleg in 2022 met name gevuld geweest met de uitwerking van het akkoord. Onder meer door het vastleggen van de afspraken in onze rechtspositionele regelingen. Waar tijdens de onderhandelingen nooit alle details kunnen worden meegenomen, levert de overgang naar uitvoering ook altijd nog de nodige uitdagingen op. Zo ook bij onder meer de invoering van de nieuwe salaristabel voor militairen. Diverse focusgroepen kwamen bovendrijven die nog een aanpassing be- hoefden, omdat ze bij de transitie naar de nieuwe salaristabel op 1 januari 2023 er op achteruit dreigden te gaan of er andere onge- wenste effecten zouden optreden. Een belangrijke groep waar wij als KVMO ons nadrukkelijk voor hebben ingezet zijn de officieren in opleiding die, met een start in de oude tabel en een afronding van de opleiding in de nieuwe tabel, een significant minder sala- risperspectief te verduren kregen. De aanvullende afspraken en onderhandelingen op dit vlak hebben nog een uitloop gekregen tot in 2023, maar de totstandkoming van deze beschrijvingsbrief
lijkt het erop dat een in onze ogen positieve uitkomst gerealiseerd
zal worden.
Naast de uitwerking van het akkoord zijn in 2022 ook andere zaken opgepakt in het georganiseerd overleg. Hierbij valt voor onze achterban met name te denken aan de diverse pensioen-ge- relateerde onderwerpen, zoals de afronding van de transitie van het eindloonpensioen naar het middelloonpensioen en de daarbij afgesproken pensioencompensatie, maar ook de gesprekken
over hoe we bij Defensie de transitie naar het nieuwe (landelijke) pensioenstelsel vorm gaan geven. Op het vlak van de pensioen- compensatie kan gerustgesteld worden dat dit een hoofdpijn- dossier is geworden. Tot op de dag van het uitkomen van deze beschrijvingsbrief is de definitieve uitbetaling hiervan nog niet gerealiseerd, en dat terwijl de laatste afspraken over uiteindelijke vormgeving al in juni 2021 zijn gemaakt. Als verzachting van het lange wachten, of een doekje voor het bloeden, is in november 2022 echter een voorschotbetaling gedaan aan hen waarvan zeker was dat zij over de periode januari 2019 en juli 2022 pensioen- schade hadden opgelopen door de overgang naar het middelloon. Op basis van de berichtgeving van de werkgever gaan wij er nu vanuit dat eind 2023 de definitieve uitbetaling van de pensioen- compensatie is gerealiseerd. Vanaf dat moment zou iedereen die daadwerkelijk schade heeft in diens pensioen als gevolg van de overgang naar middelloon, een compensatie hiervoor verwachten.
Vooruitblik
Voor 2023 blijft de druk op het overleg onverminderd groot. Er is een aanhoudende behoefte om op het vlak van verbetering
van arbeidsvoorwaarden en modernisering van personeelsbeleid stappen te zetten en zo bij te dragen aan het herstel van onze organisatie. Hierbij worden we geholpen door de veranderde
geopolitieke situatie en een daarmee gepaard gaande hernieuwde politieke interesse in de krijgsmacht. Tegelijkertijd nemen de economische vooruitzichten af en heeft de inflatie als gevolg van de oorlog in Oekraïne een onmiskenbaar effect op de financiële positie van ál het defensiepersoneel. Dit zorgt er enerzijds voor dat het kabinet waarschijnlijk terughoudend zal zijn met het bieden van arbeidsvoorwaardelijke ruimte voor de overheidssec- toren, terwijl anderzijds de verwachtingen en gerechtvaardigde behoefte van het personeel aan loonsverbetering juist groot zijn. Kortom: er is en blijft spanning op het systeem.
Voor de GOV|MHB en haar onderliggende verenigingen, waaron- der de KVMO, is het zaak om vóór het aflopen van het lopende arbeidsvoorwaardenakkoord te komen tot een nieuwe over- eenkomst. Vóór het einde van 2023 moet een nieuw akkoord zijn bereikt. Binnen dit akkoord ligt voor ons de focus op een significante loonsverhoging voor iedereen, op het beter belonen van inzet (varen, vliegen, oefenen en uitzenden) en het transpa- rant en uitlegbaar maken van de overeenkomsten en verschillen in beloning tussen burgers en militairen, onder meer door het zichtbaar maken van de financiële component die gebonden is aan de bijzondere positie van de militair.
Naast de genoemde arbeidsvoorwaardelijke elementen voor een nieuw akkoord, ligt in 2023 de focus nadrukkelijk op de onderhandelingen over de transitie naar het nieuwe (nationale) pensioenstelsel. Hierbij komen zeker ook voor militairen belang- rijke vraagstukken naar boven, zoals wat te doen met het (nog)
begrotingsgedekte deel van de militaire pensioenen en het al dan niet behouden van de eigenstandige militaire pensioenregeling. U zult begrijpen dat wij ook op dit vlak strijden voor de belangen van onze leden. Al met al belooft ook 2023 in het georganiseerd overleg een interessant jaar te worden!
Hoofdstuk II
Secretarieel jaarverslag 2022
Inhoud
2.1 Hoofdbestuur
2.2 Ledenbestand
2.3 Afdelingsbesturen
2.4 Werkgroepen
2.5 Medenzeggenschapscommissies
2.1 Hoofdbestuur
2.1.1 De samenstelling van het hoofdbestuur was op 1 januari 2022 als volgt:
KLTZ R.O.P. Xxxxxx voorzitter
KTZ W.P. Xxxxxxxxxx vicevoorzitter
LTZ2OC (LD) X.X. Xxxx secretaris
XXXX x.x. X.X.X. xxx xx Xxxxx penningmeester
MAJ T. Xxx Xxxxxxx hoofd sectie georganiseerd overleg
KLTZ (LD) X.X xxx Xxxx vertegenwoordiger afdeling Noord
XXXX X.X. xxx Xxxx vertegenwoordiger afdeling Midden
Vacant vertegenwoordiger
afdeling Zuid
LTZ2 (LD) M.E.A. Römer vertegenwoordiger afdeling Caribisch gebied
LTZ2 (LD) K.W. Lelieveld vertegenwoordiger werkgroep Jongeren
XXXX b.d. M.A.W. Xxxxxxx vertegenwoordiger
werkgroep Gender
KLTZ b.d. M.A. Eland vertegenwoordiger werkgroep PA
LTZ1 (LD) KMR X. Xxxxxx vertegenwoordiger
werkgroep EA LTKOLMARNS X.X. xxx Xxxxxxxx vertegenwoordiger
Korps Mariniers
2.1.2 Tijdens de 108ste algemene vergadering op 16 juni 2022 traden statutair af en werden voorgedragen voor herbenoeming:
KLTZ (LD) X.X. xxx Xxxx vertegenwoordiger afdeling
Noord
XXXX x.x. X.X.X. xxx xx Xxxxx penningmeester
2.1.3 Tijdens de 108ste algemene vergadering op 16 juni 2022 traden af:
KTZ W.P. Xxxxxxxxxx vicevoorzitter
2.1.4 Tussentijds zijn afgetreden:
KLTZ b.d. M.A. Eland vertegenwoordiger werkgroep PA
LTZ1 (LD) KMR X. Xxxxxx vertegenwoordiger
werkgroep EA
2.1.5 Tijdens de 108ste vergadering op 16 juni 2022 werden benoemd:
XXXX (LD) J.L ten Berg vicevoorzitter KLTZ b.d. J.B.M. Ouwens vertegenwoordiger
werkgroep PA
2.1.6 De samenstelling van het hoofdbestuur was per 31 december 2022 als volgt:
KLTZ R.O.P Pulles voorzitter
XXXX (LD) J.L ten Berg vicevoorzitter
LTZ2OC (LD) X.X. Xxxx secretaris
XXXX x.x. X.X.X. xxx xx Xxxxx penningmeester XXX X. van Leeuwen hoofd sectie
georganiseerd overleg
KLTZ (LD) X.X xxx Xxxx vertegenwoordiger afdeling Noord
LTZ1 M.M.H. Heijligers vertegenwoordiger afdeling Midden
Vacant vertegenwoordiger
afdeling Zuid
LTZ2 (LD) M.E.A. Römer vertegenwoordiger afdeling Caribisch gebied
LTZ2 (LD) K.W. Lelieveld vertegenwoordiger werkgroep Jongeren
XXXX b.d. M.A.W. Xxxxxxx vertegenwoordiger
werkgroep Gender
XXXX x.x. X. Xxxxxx vertegenwoordiger werkgroep PA
Vacant vertegenwoordiger
werkgroep EA
XXXXXXXXXX X.X. xxx Xxxxxxxx vertegenwoordiger Korps Mari-
niers
2.2 Ledenbestand
De KVMO had op 31 december 2022 in totaal 3505 leden, on- derverdeeld in 1272 actieve leden, 1250 PA-leden en 983 overige leden.
46 MARINEBLAD | 5 - 2023
KVMO-ZAKEN
2.3 Afdelingsbesturen
De vier afdelingsbesturen vormen de bestuurlijke basis van de KVMO. De bezetting van de afdelingen Noord, Midden, Zuid en het Caribisch gebied was in 2022 goed. Gedurende het jaar na het afbouwen van de opgelegde beperkingen inzake de corona- pandemie zijn er meer activiteiten georganiseerd. De afdelingen hebben een gestandaardiseerd bestuur van twee tot vier leden. De bestuursleden behartigen zoveel mogelijk de belangen van de vier doelgroepen: jongeren (tot 35 jaar), actieven, elders-actieven en de postactieven.
2.4 Werkgroepen
Binnen de KVMO bestaan vier werkgroepen, waarvan de voorzit- ters formeel lid zijn van het hoofdbestuur.
2.4.1 Werkgroep Postactieven
De Werkgroep Postactieven (WGPA) behartigt de belangen van leden met een UKW-uitkering of met een ouderdomspensioen. De werkgroep geeft het hoofdbestuur gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen die van belang zijn voor (postactieve) marineofficieren. Namens de KVMO behartigt de werkgroep ook de belangen van alle leden die veteraan zijn. Onder andere neemt een lid van de werkgroep zitting in het Veteranenplatform.
De werkgroep organiseert periodiek verschillende activiteiten gericht op het postactieve en veteranen ledenbestand van de KVMO. Deze evenementen omvatten de jaarlijkse 64-jarigendag, het jaarlijkse Maritiem Evenement en de tweejaarlijkse KVMO- veteranendag. In 2022 vonden er als nasleep van de Coronapan- demie geen Maritiem Evenement en KVMO-veteranendag plaats. Wel werd in oktober de 64-jarigendag georganiseerd. Op het MEA in Amsterdam werden diverse lezingen gegeven en kon de traditi- onele nasi-maaltijd worden genuttigd. Voor 2023 staan wederom de 64-jarigendag en het Maritiem Evenement op het programma.
2.4.2 Werkgroep Jongeren
De werkgroep jongeren is in 2022 weinig actief geweest. De voorzitter was voor het grootste deel van het jaar op uitzending en daardoor niet in staat om activiteiten te organiseren. Wel is er een concept om in de toekomst meer aansluiting te zoeken met bestaande initiatieven zoals jong CZSK. Dit is iets waar de
werkgroep jongeren zich momenteel meer in verdiept en binnen- kort wordt er toenadering gezocht. Het blijft voor de KVMO een uitdaging om jongeren te engageren in de vereniging en actief
te maken. In de toekomst is het daarom ook het idee om meer online en via sociale media te gaan werken om andere doelgroe- pen te bereiken. Daarnaast is het meer dan ooit belangrijk om nieuwe adelborsten op het KIM zo vroeg mogelijk te benaderen, een project dat in 2023 weer voortgezet wordt.
2.4.3 De werkgroep Elders-Actieven
De werkgroep Elders-Actieven heeft in 2022 de functie van voor- zitter vacant gehad. Eind van het jaar is met LTZ1 b.d. Xxxxxx xxx ’x Xxxx een nieuwe voorzitter gevonden. In 2022 is de werkgroep nog in mindere mate actief geweest. In februari 2023 zal een bijeenkomst georganiseerd worden om de doelstellingen en werk- wijzen te evalueren en concretiseren. Ook zullen oriënterende gesprekken gevoerd worden met diverse functionarissen bij o.a. CZSK, KIMAV en staf IGK.
2.4.4 De werkgroep Gender
De volgende paragrafen geven informatie over onderwerpen gerelateerd aan gender binnen de krijgsmacht en de voortgang die in 2022 op diverse onderwerpen is geboekt.
Diversiteit en inclusie
Eind 2021 is het Plan van Aanpak D&I van de CDS aan de Be- stuursraad verzonden met een aantal maatregelen voor 2022. In 2022 is de Eerste Kamer over deze verscherping en verankering van eerder geformuleerde ambities geïnformeerd, kamerbrief BS 2022 002267 D.D. 29 maart 2022. Aan concrete acties die in het actieplan CDS plan zijn genoemd is direct uitvoering gegeven:
A. Defensieonderdelen (DO’en) zijn gevraagd een eigen D&I plan op te stellen of deze aan te passen zodat de opgedragen maatregelen zijn opgenomen. Alle DO’en hebben inmiddels een plan. CZSK heeft een Gender, diversiteit & inclusie plan (G, D&I) versie 1.0 juli 2022;
B. Met de streefcijfers voor de instroom en doorstroom voor vrouwelijk personeel, inclusief voorkeursbeleid voor vrouwen, is verder gewerkt om de ambitie van 30% vrouwen bij de krijgsmacht in 2030 te kunnen realiseren. Hoewel het totaal aantal militaire functies ten opzichte van juli 2021 licht is gedaald in 2022 is het aantal vrouwelijke militairen gestegen van 4.592 naar 4.808 vte’en. De personeelsrapportage midden 2022 vermeldt de volgende percentages:
- Militairen: 88,35% man en 11,7% vrouw;
- Burgermedewerkers: 73,2% man en 26,8% vrouw;
- Reservisten: 84,6% man en 15,4% vrouw;
- Topfunctionarissen: militair: 93 mannen / 4 vrouwen en bur- gerpersoneel: 19 mannen / 10 vrouwen;
C. Daarnaast is in 2022 gestart met het onderdeel D&I in alle initiële opleidingen, en loopbaanopleidingen. Opleidingen voor leidinggevenden zullen starten in 2023. Met D&I in alle niveau- opleidingen wordt 2024 gestart;
D. Sociale veiligheid en D&I worden een terugkerend onderwerp in de personele processen, bijvoorbeeld door integratie in functio- neringsgesprekken en medewerker tevredenheidsonderzoeken. In hoeverre sociale veiligheid daadwerkelijk een terugkerend onderwerp is in deze gesprekken en onderzoeken is niet bekend.
Behouden, binden en boeien personeel
Op 1 september 2022 heeft de STASDEF de Tweede kamer geïn- formeerd met de zgn. contourenbrief, Kamerstuk 2022Z16038, hoe Defensie gaat zorgen voor voldoende personeel gelet de huidige veiligheidssituatie.
Sociale veiligheid
Met de brief BS2022023443 d.d.4 oktober 2022 heeft de STASDEF de Kamer geïnformeerd over de instelling van de commissie van onderzoek en advies naar meldingen van het vermoeden van misstanden bij de Centrale organisatie integriteit defensie (COID). De melders van de misstanden zijn door de SG aangemerkt als klokkenluiders en maken aanspraak op de daarbij behorende bescherming. De commissie is per 3 oktober begonnen met haar opdracht voor een persoonsgericht en niet-persoonsgericht cul- tuur- en leesonderzoek. Na een maand zijn deze werkzaamheden aangehouden en op 2 februari 2023 hervat als alleen een niet-per- soonsgericht cultuur- en leesonderzoek. Met het onderzoek van de commissie wordt transparantie beoogd onder het waarborgen van de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder. Opdat verbeteringen kunnen worden aangebracht om een sociaal veilige en integere werkomgeving te kunnen bereiken en behouden.
Overig
SCP en inclusieonderzoek. Naar verwachting zal in 2023/2024 de opdracht worden gegeven voor het vervolgonderzoek naar inclu- sie door SCP, dat in 2017 is gedaan en is vastgelegd in het rapport ‘Grenzen aan de eenheid’.
Onderzoek naar barrières uitzendingen. Het eindrapport van het onderzoek naar barrières die vrouwelijke en mannelijke militaire veteranen (hebben) ervaren, zal eind 2023 uitkomen als onderdeel van een zorgbehoeftenonderzoek. De Bundeswehr heeft een on- derzoek afgerond naar barrières die vrouwelijke militairen zouden ondervinden voor specifiek VN-uitzendingen. Een conclusie in het Duitse rapport was dat veel barrières en bevindingen niet speci- fiek zijn voor vrouwelijk militair personeel of voor VN-operaties en eveneens gelden voor mannelijk militair personeel. Het rapport is te vinden met de volgende link: xxxxx://xxxxxxxx.xx/xXXX0
KVMO Workshop Gender in Naval operations. Op 17 maart 2022 heeft de KVMO deze workshop georganiseerd, met gasttrainer Xxxxx Xxxxxxxxx, een specialist in ‘gender in gewapende con- flicten’. De KVMO WG Gender heeft vanwege een te laag aantal inschrijvingen besloten deze workshop te verplaatsen naar een later tijdstip. In het Marineblad maart 2022 is een artikel geplaatst over ‘gender in naval operations’. In het najaar 2022 is besloten tot het maken van de KVMO Podcast ‘Rusland en Oekraïne: het gewapend conflict in genderperspectief’, die op
1 maart 2023 is gelanceerd en is te vinden op de KVMO-website.
Hoofdstuk III
Bestuurlijk jaarverslag 2022
3.1 Algemeen
Het bestuur heeft in 2022 een tweetal vacatures gekend en heeft haar taken, mede dankzij de ondersteuning van de KVMO/ GOV-medewerkers goed kunnen uitvoeren. Dit ondanks de zeer uitdagende en complexe omstandigheden waartoe de ontwik- kelingen vanaf februari 2022 hebben geleid. Er is extra geld voor
Defensie gekomen waarmee grote stappen, met name op het ge- bied van arbeidsvoorwaarden, gemaakt konden worden (zie 1.3). Dit betekende tevens dat op het gebied van communicatie grote inspanningen verzet zijn om de achterban op korte termijn te in- formeren en te raadplegen. Het voorzitterschap van de GOV|MHB is vanaf 2020 geen duo-functie meer. In het najaar van 2022 is het voorzitterschap overgedragen aan voorzitter NOV LKOL Xxxxx xxx Xxxxxxx. De voorzitter GOV|MHB is lid van het centraal bestuur van de CMHF en Algemeen Bestuurslid van de Vakcentrale voor Professionals (VCP). Vertegenwoordigers vanuit de GOV|MHB-staf nemen namens de CMHF zitting in overkoepelende organen, zoals het verantwoordings-orgaan van het ABP en de Beleidsadvies- commissie van de CMHF.
3.2 Hoofdbestuur
In 2022 is het hoofdbestuur zesmaal bijeengeweest. De verslagen van deze vergaderingen werden ook aan de afdelingsbesturen gezonden. Naast de voorzitter, vicevoorzitter, secretaris en pen- ningmeester zijn lid van het hoofdbestuur vertegenwoordigers van afdelingen en van de werkgroepen Post-actieven, Jongeren, Gender, Elders Actieven en vertegenwoordiger van het Korps Mariniers.
3.3 Afdelingsbesturen
Het afschalen van de coronamaatregelen bracht de afdelings- besturen in de positie om in toenemende mate activiteiten te organiseren. Zo heeft afdeling Noord de Heildronk weer kunnen organiseren en is de werkgroep Postactieven maandelijks welkom bij de PA-borrels in de Marineclub. Afdeling Midden organiseert maandelijks de borrel op de PKC en ondanks de vacante voorzit- tersfunctie van afdeling Zuid, worden onder leiding van MAJ (KL)
b.d. Xxxx xxx xxx Xxxx diverse activiteiten geïnitieerd, zoals een maandelijks oploop met nasi-maaltijd, een bezoek aan COVRA Nieuwdorp en een koningsdagborrel.
3.4 Samenwerking KVMO-OB
Al vele jaren bestaat een uitstekende samenwerking tussen de KVMO en de vereniging Onderlinge Bijstand (OB) waarbij
beiden zich enerzijds zelfstandig manifesteren, maar wel in hecht verband optreden. Deze samenwerking heeft vorm gekregen in onder andere de Regeling Tegemoetkoming Thuiszorg (RTT), de Regeling Reiskosten Ziekenhuisbezoek (RRZ) en het Uitzendcer- tificaat. Daarnaast biedt OB via de Stichting Notaris Xxxxxx X. Xxxxxxxx Studiefonds (SNLS) de mogelijkheid voor kinderen van KVMO-leden studiebeurzen te verstrekken in de vorm van rente- loze leningen. De KVMO is OB bijzonder erkentelijk en vertrouwt op een voortzetting van de samenwerking. In 2022 heeft de OB in Marineblad traditiegetrouw de aankondiging en de uitnodiging tot de Algemene Ledenvergadering opgenomen.
3.5 Krachtige Inbreng
In 2022 is Krachtige Inbreng weer een aantal maal bij elkaar gekomen voor het organiseren van het KVMO-symposium. In 2021 was dit nog niet mogelijk. De samenwerking binnen de werkgroep gaat voortvarend en voor het jubileumjaar 2023 komt de groep weer bij elkaar voor het organiseren van het symposium in het najaar.
Hoofdstuk IV Plannen 2023
4.1 Algemene doelstellingen 2023
Is 2022 begonnen met een onderzoek naar de bedrijfsvoering aan de Wassenaarseweg om de samenwerking met de NOV en de KVNRO verdergaand te verbeteren. Het rapport is eind 2022 opgeleverd en wordt nu besproken binnen de verschillende verenigingen. Het is de bedoeling in 2023 de aanbevelingen in de praktijk te gaan brengen.
Per 1 september 2022 is Xxx Xxxxx aangesteld voor onbepaalde tijd als eindredacteur van het Marineblad. De ervaringen met Xxx zijn uitstekend en hij verricht zijn werk met veel enthousiasme en flair. Het Marineblad is veel beter zichtbaar geworden, onder meer op LinkedIn.
Begin 2022 trad het nieuwe kabinet aan. Bij de formatie was al duidelijk geworden dat er extra geld naar Defensie zou gaan en er zelfs een aparte post voor personeel was bijgekomen. Het betrof structureel €500 miljoen per jaar. Helaas zijn de volgende zinnen, op het jaartal na, letterlijk overgenomen uit de beschrijvingsbrief van vorig jaar. Ook in 2022 zijn niet veel knopen doorgehakt over het vernieuwen van de vloot. De KVMO blijft dan ook bezorgd over de toekomst van de Koninklijke Marine. Op de belangrijkste vervangingsprojecten, de nieuwe fregatten en onderzeeboten zijn nog geen definitieve besluiten genomen met als gevolg dat de trajecten zijn vertraagd en onze marine langer met sterk verou- derd materieel moet blijven varen. De operationele inzet zal hier de komende jaren onder gaan lijden, daar het in de lijn der ver- wachting is dat verouderde materieel steeds vaker door proble- men niet inzetbaar zal zijn. De staatssecretaris heeft gelukkig wel de zeer Haags-bureaucratische aansturing van het onderzeeboot- project aangepakt en verkleind. Het is te hopen dat het project daardoor versnelt en het besluit welke onderzeeboot het wordt
48 MARINEBLAD | 5 - 2023
nu eindelijk wordt genomen. Het heeft al veel te lang geduurd en het politiek/ambtelijke geneuzel zorgt er niet voor dat Nederland
KVMO-ZAKEN
We zullen de komende tietallen jaren in onze veiligheid moeten blijven investeren, als we onze manier van leven in stand willen
ACTIVITEITEN ZOMER 2023
KVMO
veiliger wordt.
Het MCM-project laat gelukkig wel vooruitgang zien. Echter, ook de oorlog in Oekraïne heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat ook hier de aantallen veel te klein zijn. In een serieus conflict is de hoe- veelheid taken en opdrachten vele malen groter dan de huidige en toekomstige eenheden aankunnen. Soms lijkt echter het ma- teriële probleem in het niet te vallen bij het personele probleem. Nog steeds lukt het niet om de mensen voor de organisatie te behouden en met name bij de LTZ1’s/MAJMARNS en LTZ2OC’s/ KAPTMARNS is het tekort levensgroot. Mede daarom zal Xx.Xx.
Den Helder deels op alternatieve wijze gevuld gaan worden. Af- gesproken is dat maximaal de helft van de officiers- en onderof- ficiersfuncties gevuld kan worden door mensen die rechtstreeks van de arbeidsmarkt instromen. Daarover zijn in 2022 goede afspraken gemaakt tussen de sociale partners. In tegenstelling tot wat in de Alle Hens en Sterker stond is Xx.Xx. Den Helder een
echt oorlogsschip dat in het gehele geweldspectrum kan worden
houden.
4.3 Processen
2023 zal in het teken staan van het verder implementeren van het arbeidsvoorwaardenakkoord. Daarnaast zullen we alweer vooruit moeten kijken naar het nieuwe akkoord dat op 1 januari 2024 zal moeten. Het behoud van personeel zal een cruciale rol spelen. Dat daar meer dan alleen geld bij komt kijken is evident. Goed leiderschap, goed voorbeeld en vooral luisteren naar het personeel zal essentieel blijken om het personeel te behouden. Zonder het doorbreken van ingesleten patronen en loopbanen zal dat niet gaan lukken. De KVMO zal zich blijven inzetten om op al die gebieden een structurele bijdrage te leveren. Het belang dat wij hebben is hetzelfde als van ieder ander: een op haar taak berekende zeemacht.
Hoofdstuk V
AFDELING NOORD
POSTACTIEVENBORREL
Datum: 5 september, 3 oktober Locatie: Marineclub, Den Helder Aanvang: 17:00
AFDELING ZUID
OPLOOP MET NASI-MAALTIJD
Datum: 27 september
Locatie: Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxxxxx Aanvang: 10:30 uur
AFDELING MIDDEN
BORREL
Datum: 31 augustus, 28 september Locatie: Grand café De Tijd, Den Haag Aanvang: 17:00 uur
BARBECUE
Datum: 29 september Locatie: Merelhoeve Nieuw-
en Sint Joosland Aanvang: 18:00 uur
DE KONINKLIJKE VERENIgINg VAN MARINEOFfiCIEREN
Ereleden:
KOLMARNS b.d. A.H.P. Knoppien KTZ b.d. L.J.M. Smit
KTZA b.d. drs. T.G.D. Steenbeek KLTZ b.d. mr. O.W. Borgeld
KTZ b.d. ing. M.E.M. de Xxxxxx XXXX (LD) b.d. X.X.X. xxx xx Xxxxx
Hoofdbestuur:
Voorzitter:
KLTZ R.O.P. Pulles EMSD
Vice-voorzitter:
KLTZ (LD) X.X. xxx Xxxx Secretaris:
LTZ2OC (LD) K.W. Lelieveld Penningmeester:
XXXX (LD) x.x. X.X.X. xxx xx Xxxxx
Namens Afdeling Noord
ingezet. Het werk aan boord van het schip zal niet anders zijn dan op andere oorlogsschepen. Naast de horizontale instromers is er uiteraard ook ruimte voor regulier marinepersoneel.
Xxxxxx (KL) Xxxxx xxx Xxxxxxx is nog steeds de onderhandelaar in het Georganiseerd Overleg, mede namens de KVMO. Met het extra geld dat voor arbeidsvoorwaarden en personeel beschik- baar is gekomen kon in de eerste helft intensief worden onder- handeld over een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord. In mei 2022 bereikten de sociale partners een onderhandelaarsovereenkomst die een paar weken later door ruim 90% van de leden van de bonden werd goedgekeurd. Begin juli is het akkoord ondertekend.
Door het akkoord zijn alle militairen erop vooruitgegaan en zijn er vooral in de lagere rangen flinke stappen gemaakt. Ook in de operationele toelagen was een verbetering te zien.
Ook in 2022 is discussie rond het nieuwe pensioenstelsel nog steeds bezig. De impact van het nieuwe stelsel blijft volstrekt onduidelijk. Wel kon het ABP de pensioenen op 1 juli met 2,4% verhogen. Per 1 januari 2023 worden de pensioenen met bijna 12% verhoogd.
Begroting 2023
De begroting voor het lopende jaar is, inclusief toelichting, voor leden per e-mail op te vragen bij het secretariaat van de KVMO.
Hoofdstuk VI
Benoeming leden hoofdbestuur
6.1 Tijdens de 109e Algemene Vergadering op 15 juni 2023 traden statutair af en werden voorgedragen voor herbenoeming:
N.v.t.
6.2 Tijdens de 109e Algemene Vergadering op 15 juni 2023 trad af:
N.v.t.
6.3 Tussentijds afgetreden:
LTZ2OC (LD) X.X. Xxxx secretaris
6.4 Tijdens de 109e Algemene Vergadering op 15 juni 2023 zijn benoemd:
SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE OVER ALLE KVMO-ACTIVITEITEN
IN MEMORIAM
HET HOOFDBESTUUR VAN DE KVMO HEEFT DE DROEVE PLICHT U IN KENNIS TE STELLEN VAN HET OVERLIJDEN VAN:
Mw. X. Xxxxxxx-Xxxxxxxxxx († 30 april 2023) Mw. X. Xxxxxxxx-Xxxxxxxxxx († 4 juni 2023) CDRE b.d. ir. A.M.C. Xxxxxx xx Xxxx († 27 juli 2023)
WIJ BETUIGEN DE NABESTAANDEN ONZE DEELNEMING EN WENSEN HEN VEEL STERKTE TOE
SAVE-THE-DATE
KLTZ (LD) J.L. ten Berg Namens Afdeling Midden KLTZ drs. M.M.H. Heijligers Namens Afdeling Zuid Vacature
Namens Afdeling Caribisch gebied
LTZ2 (LD) M.E.A. Römer
Namens Werkgroep Postactieven
XXXX b.d. J.B.M. Ouwens
Namens Werkgroep Elders Actieven LTZ1 b.d. ir. M.R.J. xxx 'x Xxxx MBA Namens Werkgroep Jongeren Vacature
Namens de Werkgroep Gender
XXXX b.d. M.A.W. Riemens
Afdelingsbesturen:
Noord:
XXXX (LD) X.X. xxx Xxxx KLTZ b.d. X. Xxxxxxxxx
LTZ1 (LD) P.Y. Handgraaf-Blok
Midden:
KLTZ drs. M.M.H. Heijligers KTZ (TD) ir. J.J. Bleijs
XXXX x.x. X. xx Xxxxx
4.2 Personeel en middelen
LTZ2 OC (LD) K.W. Xxxxxxxxx secretaris
LTZ1 KMR b.d. M. xxx ’x Xxxx vertegenwoordiger
KTZ x.x. X. xxx Xxxxxxx
Zuid:
Het ledental is in 2022 licht afgenomen. Het was te merken dat eind 2022 veel leden door de gestegen inflatie goed gingen kijken naar hun uitgaven. Bij een aantal leden heeft dat geleid tot het opzeggen van het lidmaatschap.
In 2022 hebben we afscheid genomen van vicevoorzitter Xxxxxx Xxxxxxxxxx en de voorzitter van de Werkgroep Post-actieven, Xxxx Xxxxx. Zij zijn respectievelijk door Xxxxx xxx Xxxx en Xxx Xxxxxx opgevolgd. Ook de voorzitter van de Werkgroep Elders Actieven, LTZ1 (LD) KMR Xxxxxx Xxxxxx, heeft het hoofdbestuur van de KVMO verlaten. Geheel vrijwillig heeft LTZ1 KMR b.d.
Xxxxxx xxx 'x Xxxx zich aangemeld en opgeworpen als nieuwe voorzitter van de WGEA.
Waar ik 2021 nog als een verloren jaar beschouwde, zie ik 2022 als het jaar van een nieuw begin. Meer geld voor Defensie, een
nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord, meer contacten met de leden en meer activiteiten. Helaas ook het jaar van het begin van de oorlog in Oekraïne. Hopelijk is dat wel het begin van een nieuw besef dat veiligheid en vrijheid niet gratis en vanzelfsprekend zijn.
werkgroep EA
XXXX M.M.H. Heijligers vertegenwoordiger afdeling Midden
KVMO
DE KONINKLIJKE VERENIgINg VAN MARINEOFfiCIEREN
KVMO-SYMPOSIUM 2023
Thema 'personeel'
22 november, Marine Etablissement Amsterdam, 12:00-17:00
64-JARIgENDAg (1959)
Thema 'van UKW naar pensioen'
11 oktober, Marine Etablissement Amsterdam, 10:00-16:00
ONDERLINgE BIJSTAND
De KVMO heeft een samenwerkingsverband met Onderlinge Bijstand (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Voor nadere informatie of het verkrijgen van aanvraagformulieren kunt u contact opnemen met het secretariaat van de KVMO.
maj KL b.d. X. xxx xxx Xxxx XXXX (SD) b.d. X.X. Xxxxxx
KLTZA b.d. P.A. Brons (postactieven)
Caribisch Gebied:
LTZ2 (LD) M.E.A. Römer
KVMO-leerstoel Universiteit Leiden: Prof. dr. T.B.F.M. Brinkel
Nuldelijnsondersteuner (NOS) KVMO
KLTZ b.d. Xxxx Xxxxxxx xxx.xxxx.xx@xxxxx.xxx 06-41464319
Adres secretariaat: Xxxxxxxxxxxxxx 0 0000 XX Xxx Xxxx
T : 070-3839504
F : 070-3835911
50 MARINEBLAD | 5 - 2023 5 - 2023 | MARINEBLAD 51
KVMO
VERWELKOMT NIEUWE LICHTING ADELBORSTEN