BETEREXCEDENT
BETEREXCEDENT
Voor de gelieerde ondernemingen behorende bij
<WERKGEVER>
Contractnr. <REG>/001
Versie 1 januari 2023 met grondslagen per 1 januari 2023
Hoofdstuk I Algemene inleidende bepalingen Artikel 1 Definities
1. In dit Pensioenreglement BeterExcedent zijn de definities van het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW van toepassing tenzij het tegendeel is bepaald in lid 2 van dit artikel.
2. In afwijking van het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW worden in dit Pensioenreglement BeterExcedent aangemerkt als:
Werkgever:
<werkgever> en de ondernemingen die met deze werkgever in groepsverband staan (gelieerd zijn) in de zin van artikel 2:24b BW dan wel, na toetreding tot dat groepsverband, daarvan deel uitmaken en waarop de verplichtstelling van bpfBOUW van toepassing is. Een overzicht van de deelnemende ondernemingen die in groepsverband staan is opgenomen in bijlage 3 van de Uitvoeringsovereenkomst BeterExcedent;
Werknemer:
De persoon die werkzaam is bij de werkgever en die krachtens de verplichtstelling van bpfBOUW verplicht is tot deelneming in de pensioenregeling volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW;
Deelnemer BeterExcedent regeling:
De werknemer die door de werkgever is aangemeld voor de beschikbare premieregeling uit hoofde van dit Pensioenreglement BeterExcedent.
In geval de werknemer door de werkgever niet als deelnemer voor de beschikbare premieregeling van BeterExcedent is aangemeld, terwijl de werkgever dit wel verplicht is, kan de werknemer desalniettemin als deelnemer beschouwd worden; de werknemer dient hiertoe op een door het fonds aan te geven wijze de informatie te verstrekken die noodzakelijk is om vast te stellen dat de werknemer als deelnemer aan de beschikbare premieregeling is aan te merken; de werknemer kan tevens gevraagd worden de informatie als bedoeld in artikel 6, lid 3, van dit Pensioenreglement BeterExcedent aan het fonds te verstrekken;
Pensioeninkoopvariant BeterExcedent regeling:
De regeling, omschreven in hoofdstuk II van dit Pensioenreglement BeterExcedent, waarbij de ten behoeve van de deelnemer beschikbaar gestelde premie na de onttrekking van de risicopremies inclusief het uit waardeoverdracht verkregen pensioenkapitaal, wordt omgezet in pensioenaanspraken volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW;
Beleggingsvariant BeterExcedent regeling:
De regeling, omschreven in hoofdstuk III van dit Pensioenreglement BeterExcedent, waarbij de ten behoeve van de deelnemer beschikbaar gestelde premie na de onttrekking van de risicopremies wordt belegd op een wijze waarbij het beleggingsrisico tot (uiterlijk) de pensioenleeftijd stapsgewijs afneemt;
Pensioenloon BeterExcedent regeling:
Het tot EUR 128.810 (fiscale begrenzing 2023) gemaximeerde pensioenloon zoals omschreven in artikel 18ga Wet op de loonbelasting 1964; voor zover van toepassing op en met inachtneming van de volgens bijlage 1 van dit Pensioenreglement BeterExcedent geldende maximale beschikbare premie.
Tevens dient voor het vaststellen van het pensioenloon bij een dienstbetrekking in deeltijd worden verwezen naar artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964;
Premiegrondslag BeterExcedent regeling:
Het verschil tussen het tot EUR 128.810 (fiscale begrenzing 2023) gemaximeerde pensioenloon BeterExcedent en het maximum pensioenloon zoals omschreven in het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW;
Risicopremies BeterExcedent regeling:
Risicopremie voor het risicogedekt partnerpensioen, voor het risicogedekt wezenpensioen en/of voor de risicopremie voor de voortzetting van de deelneming zonder premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid.
Uitvoeringsovereenkomst:
De tussen de werkgever en bpfBOUW gesloten uitvoeringsovereenkomst op basis waarvan dit Pensioenreglement BeterExcedent uitgevoerd wordt.
Beëindigingsdatum:
De datum waarop de deelname aan het Pensioenreglement BeterExcedent wordt beëindigd.
Opgebouwd partnerpensioen:
Het partnerpensioen in de pensioeninkoop- of beleggingsvariant dat verkregen wordt na omzetting van het opgebouwde pensioenkapitaal bij overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum.
Risicogedekt partnerpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023:
Het risicogedekt partnerpensioen is gelijk aan het aantal deelnemingsjaren vanaf de maand volgend op het overlijden van de deelnemer tot aan de pensioendatum vermenigvuldigd met 1,3125% en vermenigvuldigd met de premiegrondslag in de BeterExcedent regeling.
Risicogedekt wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023:
Het risicogedekt wezenpensioen is gelijk aan het aantal deelnemingsjaren vanaf de maand volgend op het overlijden van de deelnemer tot aan de pensioendatum vermenigvuldigd met 0,2625% en vermenigvuldigd met de premiegrondslag in de BeterExcedent regeling.
Stabiele pensioenuitkering:
Een pensioenuitkering die vastgesteld wordt op basis van het pensioenkapitaal, waarbij vanaf een bepaalde leeftijd risico-afbouw plaatsvindt naarmate de pensioendatum dichterbij komt en waardoor de hoogte van de jaarlijkse pensioenuitkering vast is als bedoeld in de Pensioenwet.
Variabele pensioenuitkering:
Een pensioenuitkering die vastgesteld wordt op basis van het pensioenkapitaal, waarbij sprake is van risicodragend doorbeleggen van het pensioenkapitaal vanaf de pensioendatum en waardoor de hoogte van de jaarlijkse pensioenuitkering kan variëren als bedoeld in de Pensioenwet.
Artikel 2 Deelneming aan de BeterExcedent regeling
1. De deelneming aan dit Pensioenreglement BeterExcedent vangt aan zodra de deelnemer een pensioenloon heeft dat hoger is dan het maximum pensioenloon zoals omschreven in het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW, echter niet eerder dan na inwerkingtreding van dit Pensioenreglement BeterExcedent.
2. De pensioenregeling krachtens dit Pensioenreglement BeterExcedent betreft een beschikbare premieregeling die is gebaseerd op een premieovereenkomst als bedoeld in artikel 10, sub c, van de Pensioenwet.
3. BpfBOUW stuurt de deelnemer binnen drie maanden na aanvang van de deelneming een startbrief als bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet. Daarin wordt de werknemer erop gewezen dat het Pensioenreglement BeterExcedent kan worden opgevraagd bij bpfBOUW. Bij een wijziging van het pensioenreglement zorgt bpfBOUW ervoor dat de deelnemers worden geïnformeerd over de mogelijkheid om het gewijzigde Pensioenreglement BeterExcedent op te vragen bij bpfBOUW.
4. De deelneming eindigt:
a. bij het einde van de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de deelnemer;
b. op de pensioendatum;
c. zodra de uitvoeringsovereenkomst eindigt;
d. bij overlijden van de deelnemer; of
x. xxxxx de premiegrondslag nihil is.
5. Indien wegens arbeidsongeschiktheid gehele of gedeeltelijke voortzetting van de deelneming zonder premiebetaling krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid is verleend, eindigt de deelneming niet eerder dan op de dag waarop de voortzetting van de deelneming zonder premiebetaling wordt beëindigd.
6. Indien sprake is van een wijzigingsbeding en/of betalingsvoorbehoud van de kant van de werkgever dan is dit beding/voorbehoud opgenomen in bijlage 1 bij dit Pensioenreglement BeterExcedent.
Artikel 3 Keuzemogelijkheid in de BeterExcedent regeling
1. De deelnemer kan bij aanvang van de deelneming aan dit Pensioenreglement BeterExcedent voor het BeterExcedent kiezen voor de beleggingsvariant dan wel de pensioeninkoopvariant. Indien de deelnemer niet binnen drie maanden na aanvang van de deelneming zijn keuze aan bpfBOUW kenbaar heeft gemaakt, geldt de beleggingsvariant/stabiele pensioenuitkering.
2. De deelnemer die heeft gekozen voor of die op grond van lid 1 is ingedeeld in de beleggingsvariant/stabiele pensioenuitkering kan deze keuze maximaal een keer per kalenderjaar wijzigen in de pensioeninkoopvariant.
De deelnemer doet dit verzoek tot wijziging schriftelijk of elektronisch. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de datum van ontvangst van het verzoek.
Per de eerste dag van de maand volgend op de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek wordt het in het kalenderjaar tot dan toe totaal opgebouwde pensioenkapitaal van de deelnemer omgezet in pensioenaanspraken volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW. Vervolgens is voor de resterende duur van de deelname de pensioeninkoopvariant op de deelnemer van toepassing. Tot dat de deelnemer van de wijzigingsmogelijkheid vermeld onder lid 3 gebruikmaakt.
De deelnemer die heeft gekozen voor of die op grond van lid 1 is ingedeeld in de beleggingsvariant/stabiele pensioenuitkering kan deze keuze ook maximaal een keer per kalenderjaar wijzigen in de beleggingsvariant/variabele pensioenuitkering. De deelnemer doet dit verzoek tot wijziging schriftelijk of elektronisch. De wijziging gaat in op de eerste dag van het kwartaal volgend op de datum van ontvangst van het verzoek.
Per de eerste dag van het kwartaal volgend op de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek wordt het in het kalenderjaar tot dan toe totaal opgebouwde pensioenkapitaal van de deelnemer omgezet in pensioenaanspraken volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW. Vervolgens is voor de resterende duur van de deelname de beleggingsvariant/variabele pensioenuitkering op de deelnemer van toepassing. Tot dat de deelnemer van de kalenderjaarlijkse wijzigingsmogelijkheid gebruikmaakt.
3. De deelnemer die heeft gekozen voor de pensioeninkoopvariant kan deze keuze maximaal eenmaal per kalenderjaar wijzigen in de beleggingsvariant/stabiele of variabele pensioenuitkering. De deelnemer doet dit verzoek tot wijziging schriftelijk of elektronisch. De wijziging gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de datum van ontvangst van het verzoek.
Per de eerste dag van de maand volgend op de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek wordt het tot dan toe totaal opgebouwde pensioenkapitaal van de deelnemer omgezet in pensioenaanspraken volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW. Vervolgens is voor de resterende duur van de deelname de beleggingsvariant op de deelnemer van toepassing. Tot dat de deelnemer van de wijzigingsmogelijkheid vermeld onder lid 2 gebruikmaakt.
Artikel 4 Aanspraken in de BeterExcedent regeling
1. Voor de deelnemer aan BeterExcedent wordt een pensioenkapitaal opgebouwd dat is samengesteld uit;
- de beschikbaar gestelde premies exclusief de risicopremies;
- indien de beleggingsvariant van toepassing is: het volgens artikel 10, lid 2, toegekende rendement; en
- pensioenkapitaal verkregen uit waardeoverdracht.
Op dit pensioenkapitaal is, afhankelijk van zijn keuze, het bepaalde in hoofdstuk II (pensioeninkoop) dan wel hoofdstuk III (beleggen) van toepassing.
De hoogte van de risicopremie als bedoeld in de eerste volzin staat vermeld in de bijlagen 2 en 3 bij dit Pensioenreglement BeterExcedent.
2. De aan dit Pensioenreglement BeterExcedent te ontlenen aanspraken zijn afhankelijk van de door of namens de werkgever en de deelnemer aan bpfBOUW verstrekte schriftelijke inlichtingen.
3. De werknemer voor wie in strijd met de uitvoeringsovereenkomst geen premie beschikbaar is gesteld, kan, met inachtneming van artikel 6, lid 3, van dit Pensioenreglement BeterExcedent aanspraak maken op bijboeking van die premie voor rekening van bpfBOUW onder aftrek van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde risicopremies.
4. BpfBOUW is niet aansprakelijk jegens de werknemer indien de aanspraken welke de deelnemer uit hoofde van dit Pensioenreglement BeterExcedent verkrijgt ertoe leiden dat de fiscale faciliëring welke de werknemer heeft verkregen ingevolge de Wet inkomstenbelasting 2001 voor de verkrijging van rechten op periodieke uitkeringen/lijfrenten, met terugwerkende kracht vervalt.
Artikel 5 Informatieverplichtingen van bpfBOUW in de BeterExcedent regeling
1. BpfBOUW bevestigt de aanvang van de deelneming schriftelijk aan de deelnemer.
2. BpfBOUW verstrekt aan de deelnemer op wie de beleggingsvariant van toepassing is jaarlijks een pensioenopgave, inclusief een overzicht van het toegekende rendement en weergave van de gemaakte keuze voor een stabiele of variabele pensioenuitkering, als bedoeld in artikel 38 lid 1 van de Pensioenwet. Dit overzicht wordt het jaaroverzicht genoemd.
3. Het jaaroverzicht met het toegekende rendement over het voorgaande jaar wordt uiterlijk in de maand na afloop van het eerste kwartaal in het nieuwe jaar verstrekt.
4. BpfBOUW verstrekt aan de deelnemer op wie de pensioeninkoopvariant van toepassing is jaarlijks een overzicht van de pensioenaanspraken volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW die zijn verworven door aanwending van het opgebouwde pensioenkapitaal. Dit overzicht wordt het omzettingsbericht genoemd.
5. Het omzettingsbericht over het voorgaande jaar wordt uiterlijk in de maand na afloop van het eerste kwartaal in het nieuwe jaar verstrekt.
Gedurende het jaar heeft de deelnemer aan de pensioeninkoopvariant en de deelnemer aan de beleggingsvariant via de MijnOmgeving inzicht in de deelname aan de BeterExcedent regeling.
Artikel 6 Verplichtingen van de deelnemer in de BeterExcedent regeling
1. De deelnemer is verplicht aan bpfBOUW tijdig alle inlichtingen te verstrekken, alsmede de bescheiden te overleggen, waarvan de verstrekking respectievelijk overlegging door bpfBOUW nodig geoordeeld wordt voor een goede uitvoering van dit Pensioenreglement BeterExcedent.
2. De deelnemer is naast de werkgever verplicht een wijziging in de voor de dekking van de pensioenaanspraken uit hoofde van dit Pensioenreglement BeterExcedent van belang zijnde gegevens onverwijld schriftelijk aan bpfBOUW mede te delen. Wijzigingen treden eerst in werking nadat bpfBOUW deze heeft ontvangen.
3. In aanvulling op de voorgaande leden dient de deelnemer voor wie de werkgever geen informatie heeft aangeleverd als bedoeld in de uitvoeringsovereenkomst en voor wie het fonds als gevolg daarvan niet kan overgaan tot bijboeking van premie deze informatie zelf aan het fonds te verstrekken op een door bpfBOUW te bepalen wijze. Na het ontvangen en verifieren van deze informatie zal het fonds alsnog overgaan tot het bijboeken van premie.
Artikel 7 Bijdrage van de deelnemer in de BeterExcedent regeling
1. De ten behoeve van de deelnemer in de BeterExcedent regeling beschikbaar gestelde premie volgt uit de staffel die is opgenomen in bijlage 1 van dit Pensioenreglement BeterExcedent. Van deze premie kan een tussen de deelnemer en de werkgever overeen te komen deel ten laste komen van de deelnemer als bijdrage in de beschikbare premieregeling.
2. De werkgever houdt, voor zover van toepassing, de bijdrage in gelijke (per maand of per periode) delen in op de periodieke loonuitbetaling aan de deelnemer.
De bijdrage dient in overeenstemming te zijn met de hiervoor geldende wet- en regelgeving.
Artikel 8 Arbeidsongeschiktheid in de BeterExcedent regeling
Voortzetting van de deelneming, inclusief voortzetting van de dekking van het risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen, zonder premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is meeverzekerd conform de bepalingen van het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW op basis van de staffel opgenomen in bijlage 1 van dit Pensioenreglement BeterExcedent en met inachtneming van de volgende premievrijstellingspercentages:
Bij arbeidsongeschiktheid in de zin van de | Bedraagt de premievrijstelling: | |
WAO van: | WIA van: | |
65% of meer | Idem | Geheel |
45% of meer, maar minder dan 65% | Idem | Voor de helft |
25% of meer, maar minder dan 45% | 35% of meer, maar minder dan 45% | Voor een kwart |
Minder dan 25% | Minder dan 35% | Geen |
Gedurende de arbeidsongeschiktheid wordt het pensioenloon BeterExcedent vastgesteld en herzien met de loontrend alsof de arbeidsongeschikte niet arbeidsongeschikt is geworden.
De risicopremie voor deze dekking wordt toegevoegd aan de netto beschikbare premie die wordt geacht ten aanzien van de deelnemer te zijn betaald.
Hoofdstuk II Pensioeninkoopvariant
Artikel 9 Pensioeninkoopvariant in de BeterExcedent regeling
1. Indien dit hoofdstuk van toepassing is, wordt voor de deelnemer het in het afgelopen kalenderjaar opgebouwde pensioenkapitaal per 31 december van het jaar - met inachtneming van de van toepassing zijnde fiscale maxima ingevolge de Wet op de loonbelasting 1964 - aangewend ter verhoging van de aanspraken op ouderdomspensioen c.q. partnerpensioen krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW.
Indien de deelneming eindigt vóór het einde van een kalenderjaar dan wordt het in het lopende kalenderjaar opgebouwde pensioenkapitaal op de beëindigingsdatum aangewend als bedoeld in dit lid.
De hoogte van de aan te kopen pensioenaanspraken is afhankelijk van het op de beëindigingsdatum aanwezige pensioenkapitaal, de rentestand, het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW, de op dat moment geldende pensioentarieven van bpfBOUW en de grondslagen bedoeld in de bijlage 2 bij dit Pensioenreglement BeterExcedent. Op de door omzetting verkregen extra pensioenaanspraken is het Pensioenreglement Bouwnijverheid van toepassing.
Daarnaast geldt voor de hoogte van het totale partnerpensioen dat, in geval van overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum, het totale partnerpensioen bestaat uit het opgebouwde partnerpensioen en het risicogedekt partnerpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023.
Het totale wezenpensioen, in geval van overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum, bestaat uit het risicogedekt wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023.
2. Indien en voor zover op de deelnemer de pensioeninkoopvariant van toepassing is:
- wordt de beschikbaar gestelde premie niet belegd volgens een van de Lifecycles als bedoeld in artikel 10, lid 2, van dit Pensioenreglement BeterExcedent; en
- vindt geen jaarlijkse bij- of afschrijving plaats van het rendement.
Hoofdstuk III Beleggingsvariant
Artikel 10 Beleggingsvariant in de BeterExcedent regeling
1. Indien dit hoofdstuk van toepassing is, loopt de deelnemer met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel, het beleggingsrisico vanaf het moment dat de beschikbare premies beschikbaar zijn gesteld aan bpfBOUW. Hierbij geldt als tijdstip van belegging het moment van 28 dagen na het einde van het loontijdvak waarop de beschikbaar gestelde premie betrekking heeft.
Daarnaast geldt voor de hoogte van het partnerpensioen dat, in geval van overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum, het partnerpensioen bestaat uit het opgebouwde partnerpensioen en het risicogedekt partnerpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023.
Het totale wezenpensioen, in geval van overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum, bestaat uit het risicogedekt wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023.
2. Er worden geen separate beleggingen aangehouden per individuele deelnemer. Aan het opgebouwde pensioenkapitaal wordt jaarlijks het door bpfBOUW op de beleggingsportefeuille behaalde rendement toegekend overeenkomstig de
beleggingsmix die, gelet op de keuze voor een stabiele of variabele pensioenuitkering en de leeftijd, op de deelnemer van toepassing is op basis van de door het bestuur van bpfBOUW vast te stellen Lifecycles.
Er geldt een lifecycle die hoort bij de keuze voor een stabiele pensioenuitkering op de pensioendatum.
Er geldt een lifecycle die hoort bij de keuze voor een variabele pensioenuitkering op de pensioendatum.
Volgens beide Lifecycles neemt, naar mate de leeftijd van de deelnemer toeneemt, het percentage van de beschikbare premies dat wordt belegd in vastrentende waarden en vastgoed toe en neemt het percentage van de beschikbare premies dat wordt belegd in alternatives en aandelen af.
Het Lifecycleverloop van beide lifecycles is opgenomen in:
- bijlage 4 (stabiele pensioenuitkering); en
- bijlage 5 (variabele pensioenuitkering)
van onderliggend Pensioenreglement BeterExcedent.
Een deelnemer kan eenmaal per kalenderjaar wijzigen van keuze tussen een stabiele of variabele pensioenuitkering.
De wijziging:
- dient schriftelijk te gebeuren. Of elektronisch via xxxxxxxx@xxxxxxx.xx; en
- gaat in per de eerste dag van het kwartaal volgend op de datum van ontvangst van het schriftelijke of elektronische verzoek tot wijziging.
Bij de toekenning van het rendement geldt:
- dat onder de beleggingscategorieën aandelen, vastrentende waarden, vastgoed en alternatieve beleggingen wordt verstaan de aandelen, de vastrentende waarden, het vastgoed en alternatieve beleggingen van bpfBOUW;
- dat bij de rendementen géén rekening wordt gehouden met andere derivaten en/of andere beleggingscategorieën van bpfBOUW; en
- dat het rendement wordt toegekend conform het valutabeleid zoals dat is opgenomen in het beleggingsplan van bpfBOUW.
3. Per kwartaal wordt door bpfBOUW het rendement bepaald. Jaarlijks wordt, met inachtneming van het bepaalde in de vorige leden:
- het behaalde rendement toegevoegd c.q. onttrokken aan het opgebouwde pensioenkapitaal van de deelnemer; en
- worden (na de onttrekking van de risicopremies als bedoeld in artikel 4, lid 1, van dit reglement) de gedurende het lopende jaar beschikbaar gestelde premies aan het opgebouwde pensioenkapitaal toegevoegd.
Indien de deelneming eindigt vóór het einde van een kwartaal dan wordt het rendement, zoals dat ten aanzien van dat kwartaal is vastgesteld, toegekend naar rato van de deelnemingsduur tijdens dit kwartaal.
Artikel 11 Omzetting van het opgebouwde pensioenkapitaal in de BeterExcedent regeling
1. BpfBOUW werkt mee aan waardeoverdracht van het opgebouwde pensioenkapitaal bij het bereiken van de pensioendatum als bedoeld in artikel 80 van de Pensioenwet.
2. Tenzij het bepaalde in leden 1 en 5 van dit artikel van toepassing is, wordt het volgens de beleggingsvariant opgebouwde pensioenkapitaal omgezet in de volgende pensioenen:
- Ouderdomspensioen; en
- (Bijzonder) partnerpensioen
als bedoeld in het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW en met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.
De hoogte van de aan te kopen pensioenaanspraken is afhankelijk van het op de beëindigingsdatum aanwezige pensioenkapitaal, de rentestand, het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW, de pensioentarieven van bpfBOUW en de grondslagen als bedoeld in de bijlage 3 bij dit Pensioenreglement BeterExcedent.
Op de door omzetting verkregen extra pensioenaanspraken is het Pensioenreglement Bouwnijverheid van toepassing.
3. Overlijden op of vóór de pensioendatum
Indien de deelnemer op of vóór de pensioendatum overlijdt, wordt het opgebouwde pensioenkapitaal - met inachtneming van het van toepassing zijnde fiscale maximum ingevolge de Wet op de loonbelasting 1964 – omgezet voor het verhogen van de krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW verworven aanspraken op partnerpensioen of – in geval de deelnemer geen partner heeft - voor het verhogen van de krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW verworven aanspraken op wezenpensioen.
Daarnaast geldt voor de hoogte van het partnerpensioen dat, in geval van overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum, het partnerpensioen bestaat uit het opgebouwde partnerpensioen en het risicogedekt partnerpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023.
Het totale wezenpensioen, in geval van overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum, bestaat uit het risicogedekt wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023.
Bij het ontbreken van (een) rechthebbende(n) op partner- en/of wezenpensioen vervalt het opgebouwde pensioenkapitaal aan bpfBOUW.
4. Beëindiging van de deelneming vóór de pensioendatum én beëindiging van het deelnemerschap aan het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW
Bij beëindiging van de deelneming vóór de pensioendatum aan de beschikbare premieregeling én beëindiging van het deelnemerschap aan het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW anders dan door overlijden van de deelnemer wordt - met inachtneming van de van toepassing zijnde fiscale maxima ingevolge de Wet op de loonbelasting 1964 - het op de beëindigingsdatum aanwezige pensioenkapitaal aangewend ter verhoging van de premievrije aanspraken op ouderdomspensioen c.q. partnerpensioen krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW. Betrokkene ontvangt hiervan een opgave.
Het recht op risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023 komt te vervallen op basis van het onderliggende reglement.
De omzetting van het pensioenkapitaal in aanspraken op ouderdoms- c.q. partnerpensioen krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW vindt niet plaats, indien de deelnemer gebruik maakt van het recht op waardeoverdracht. In deze situatie vindt overdracht van het opgebouwde (excedent) pensioenkapitaal plaats. Het recht op risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023 komt te vervallen op basis van het onderliggende reglement.
5. Beëindiging van de deelneming vóór de pensioendatum zonder beëindiging van het deelnemerschap aan het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW
Bij beëindiging van de deelneming vóór de pensioendatum aan de beschikbare premieregeling zonder beëindiging van het deelnemerschap aan het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW anders dan door overlijden van de deelnemer wordt - met inachtneming van de van toepassing zijnde fiscale maxima ingevolge de Wet op de loonbelasting 1964 - het op de beëindigingsdatum aanwezige pensioenkapitaal aangewend ter verhoging van de premievrije aanspraken op ouderdomspensioen c.q. partnerpensioen krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW. Betrokkene ontvangt hiervan een opgave.
Het recht op risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023 komt te vervallen op basis van het onderliggende reglement.
De deelnemer kan er op de beëindigingsdatum ook voor kiezen om het pensioenkapitaal premievrij aan te houden. Gedurende de periode dat het pensioenkapitaal premievrij wordt aangehouden, wordt op jaarbasis 0,6 procentpunt op het rendement in mindering gebracht, dat naar rato van het jaar wordt berekend. Het recht op risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023 komt te vervallen op basis van het onderliggende reglement.
6. Bereiken van de pensioendatum
Bij het bereiken van de pensioendatum van de deelnemer wordt het opgebouwde pensioenkapitaal - met inachtneming van de van toepassing zijnde fiscale maxima ingevolge de Wet op de loonbelasting 1964 – omgezet overeenkomstig een stabiele pensioenuitkering:
a. in een aanvullende ouderdomspensioenuitkering en een meeverzekerd partnerpensioen; of
b. in een aanvullende ouderdomspensioenuitkering krachtens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW, indien de deelnemer in het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW heeft gekozen voor de uitruil van het opgebouwde partnerpensioen in ouderdomspensioen en de eventuele partner hiermee heeft ingestemd.
Het recht op risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023 komt te vervallen op basis van het onderliggende reglement.
7. Beëindiging huwelijk of (on)geregistreerd partnerschap
Bij beëindiging van het huwelijk door echtscheiding, ontbinding na scheiding van tafel en bed of ontbinding van het (on)geregistreerd partnerschap wordt het opgebouwde pensioenkapitaal gesplitst in een deel dat bestemd is voor de inkoop van ouderdomspensioen voor de deelnemer, een deel dat bestemd is voor de inkoop van het verevend ouderdomspensioen voor de gewezen partner en een deel dat bestemd is voor de inkoop van bijzonder partnerpensioen voor de gewezen partner. Deze afsplitsing geschiedt per de eerste dag van de maand volgend op de scheidingsdatum op basis van de op het moment van de berekening geldende Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW en overeenkomstig de dan geldende grondslagen.
Het recht op risicogedekt partnerpensioen over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023 komt voor de ex-partner te vervallen.
Met het oog op de hiervoor bedoelde verevening in de zin van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is het bepaalde in artikel 12 (Verevening ouderdomspensioen na scheiding) van het Pensioenreglement Bouwnijverheid overeenkomstig van toepassing.
Hoofdstuk IV Inwerkingtreding en slotbepalingen
Artikel 12 Inwerkingtreding
Dit Pensioenreglement BeterExcedent is in werking getreden op 1 januari 2023. Werknemers kunnen geen aanspraak maken op deelname aan onderliggend Pensioenreglement BeterExcedent voor zover het een periode betreft die ligt vóór de in de bijbehorende Uitvoeringsovereenkomst overeengekomen ingangsdatum.
De ingangsdatum van de Uitvoeringsovereenkomst is bepalend in deze.
Dit reglement kan alleen worden gewijzigd door het bestuur van bpfBOUW met inachtneming van de krachtens de statuten van bpfBOUW geldende procedure. Dit Pensioenreglement BeterExcedent vervangt het tot 1 januari 2023 geldende Pensioenreglement BeterExcedent.
Artikel 13 Slotbepalingen
1. Op dit Pensioenreglement BeterExcedent zijn de bepalingen van de Pensioenwet dan wel de eventueel daarvoor in de plaats tredende wet- en regelgeving van toepassing
2. In de gevallen waarin dit Pensioenreglement BeterExcedent niet voorziet, beslist bpfBOUW in overleg met de werkgever zoveel mogelijk in overeenstemming met de bepalingen van het Pensioenreglement BeterExcedent.
3. Deze regeling betreft een pensioenregeling als bedoeld in artikel 18 van de Wet op de loonbelasting 1964. De aanspraken uit deze regeling kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
Artikel 14 Ondertekening
Aldus overeengekomen d.d. 16 december 2022, in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
Bijlage 1: Bijzondere en aanvullende bepalingen BeterExcedent regeling Staffel beschikbare premie
De door de werkgever toegezegde collectieve pensioenregeling bestaat uit een beschikbare premie. De beschikbare premie op maandbasis bedraagt een percentage van de premiegrondslag als bedoeld in artikel 1, lid 2, van dit Pensioenreglement BeterExcedent zoals dat geldt aan het begin van het loontijdvak en dat afhankelijk is van de leeftijd van de werknemer aan het begin van het loontijdvak. Bij de vaststelling van dit percentage is de fiscaal toelaatbare premiestaffel in acht genomen behorende bij het krachtens artikel 6.1 van de uitvoeringsovereenkomst van toepassing zijnde ambitieniveau van de beschikbare premieregeling.
De weergegeven premiestaffel is gebaseerd op het meest recente Premiestaffelbesluit, geldend op het moment van het afsluiten van de uitvoeringsovereenkomst BeterExcedent. Gedurende de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst wordt onderstaande premiestaffel automatisch geactualiseerd.
De automatische aanpassing zorgt ervoor dat het meest recente Premiestaffelbesluit in de uitvoering van de regeling van toepassing blijft.
De hiervoor bedoelde percentages zijn opgenomen in de volgende staffel.
Staffel per 1 januari 2023 (4%) | |||
Leeftijd klasse | Netto | PVA 2,5% | Bruto |
15-19 | 4,40% | 0,11% | 4,51% |
20-24 | 5,10% | 0,13% | 5,23% |
25-29 | 6,10% | 0,15% | 6,25% |
30-34 | 7,40% | 0,19% | 7,59% |
35-39 | 8,90% | 0,22% | 9,12% |
40-44 | 10,80% | 0,27% | 11,07% |
45-49 | 13,00% | 0,33% | 13,33% |
50-54 | 15,70% | 0,39% | 16,09% |
55-59 | 19,10% | 0,48% | 19,58% |
60-64 | 23,20% | 0,58% | 23,78% |
65-66 | 27,30% | 0,68% | 27,98% |
OF
Staffel per 1 januari 2023 (3%) | |||
Leeftijd klasse | Netto | PVA 2,5% | Bruto |
15-19 | 7,80% | 0,20% | 8,00% |
20-24 | 8,70% | 0,22% | 8,92% |
25-29 | 10,00% | 0,25% | 10,25% |
30-34 | 11,50% | 0,29% | 11,79% |
35-39 | 13,30% | 0,33% | 13,63% |
40-44 | 15,40% | 0,39% | 15,79% |
45-49 | 17,70% | 0,44% | 18,14% |
50-54 | 20,50% | 0,51% | 21,01% |
55-59 | 23,70% | 0,59% | 24,29% |
60-64 | 27,40% | 0,69% | 28,09% |
65-66 | 31,10% | 0,78% | 31,88% |
De risicopremies voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen (vanaf 2023) worden jaarlijks vastgesteld op basis van de actuariële grondslagen, zoals opgenomen in de Actuariële en bedrijfstechnische nota van het fonds.
Risicopremie voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
Het netto percentage wordt verhoogd met:
premievrijstelling voor arbeidsongeschiktheid (risicopremie) | 2,5% van het netto percentage |
Risicopremie voor het risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen inclusief premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid over toekomstige deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023
Het bruto percentage wordt tevens verhoogd met de volgende risicopremies (inclusief dekking voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid):
Risicopremie CS risicogedekt partnerpensioen en wezenpensioen - 2023 | |
Leeftijd | Percentage van de premiegrondslag |
15 - 19 | 0,00 |
20 - 24 | 0,03 |
25 – 29 | 0,12 |
30 – 34 | 0,16 |
35 – 39 | 0,29 |
40 – 44 | 0,42 |
45 – 49 | 0,60 |
50 – 54 | 0,76 |
55 – 59 | 0,84 |
60 - 64 | 0,69 |
65 - 66 | 0,29 |
NB. De tabel bevat definitieve percentages 2023 op basis van de actuariële grondslagen, RTS en solvabiliteitsbuffer per eind november 2022.
Betalingsvoorbehoud als bedoeld in artikel 2, lid 6, van dit Pensioenreglement BeterExcedent
De werkgever heeft zich overeenkomstig artikel 12 van de Pensioenwet tegenover de werknemer het recht voorbehouden de premiebetaling, voor zover deze betrekking heeft op de bijdrage van de werkgever, te verminderen of te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Het reeds opgebouwde pensioenkapitaal of de na omzetting verkregen pensioenaanspraken volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW worden niet aangetast.
Wijzigingsbeding als bedoeld in artikel 2, lid 6, van dit Pensioenreglement BeterExcedent
De werkgever heeft overeenkomstig artikel 19 van de Pensioenwet een wijzigingsbeding gemaakt inhoudende dat hij zich tegenover de werknemers het recht voorbehoudt de pensioenovereenkomst zonder instemming van de werknemers te wijzigen indien sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van de werknemers die door deze wijziging worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moeten wijken. Het reeds opgebouwde pensioenkapitaal of de na omzetting verkregen pensioenaanspraken volgens het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW worden niet aangetast.
Bijlage 2: Pensioeninkoopvariant BeterExcedent regeling
De grondslagen, opslagen en onttrekking gelden per 31 december 2022 tot en met 30 december 2023 en worden vervolgens jaarlijks opnieuw vastgesteld.
Actuariële grond- en opslagen:
Geslachtsafhankelijkheid | Sekseneutraal |
Sterftetafels | Prognosetafel AG2022 in combinatie met bpfBOUW specifieke correctiefactoren 2018 voor BeterExcedent |
Rente | De gemiddelde RTS van de 12 maanden (december- november) voorafgaand aan de omzettingsdatum |
Opslag voor excassokosten | 1,7% |
Solvabiliteitsopslag (bufferopslag) | De beleidsdekkingsgraad per 30 november 2022 minus 100%. De solvabiliteitsopslag is minimaal gelijk aan 0% en maximaal gelijk aan het percentage Vereist Eigen Vermogen ultimo september 2022. |
Inkooptarief pensioeninkoopvariant
Onderstaande inkooptarieven zijn inclusief kosten- en solvabiliteitsopslag.
Inkooptarief BeterExcedent pensioeninkoopvariant Geldig van 31 december 2022 tot en met 30 december 2023 | ||||
Leeftijd | LOP* + PP** | Leeftijd | LOP* + PP** | |
25 | 17,4936 | 47 | 21,2173 | |
26 | 17,6604 | 48 | 21,3813 | |
27 | 17,8273 | 49 | 21,5609 | |
28 | 17,9945 | 50 | 21,7449 | |
29 | 18,1618 | 51 | 21,9214 | |
30 | 18,3291 | 52 | 22,1146 | |
31 | 18,4964 | 53 | 22,3156 | |
32 | 18,6636 | 54 | 22,5274 | |
33 | 18,8307 | 55 | 22,7377 | |
34 | 18,9974 | 56 | 22,9734 | |
35 | 19,1638 | 57 | 23,2231 | |
36 | 19,3298 | 58 | 23,4753 | |
37 | 19,5053 | 59 | 23,7560 | |
38 | 19,6807 | 60 | 24,0522 | |
39 | 19,8454 | 61 | 24,3517 | |
40 | 20,0204 | 62 | 24,6800 | |
41 | 20,1950 | 63 | 25,0262 | |
42 | 20,3584 | 64 | 25,3778 | |
43 | 20,5323 | 65 | 25,7490 | |
44 | 20,7066 | 66 | 26,1425 | |
45 | 20,8696 | 67 | 26,5565 | |
46 | 21,0436 |
*LOP = levenslang ouderdomspensioen ingaand op 67 jaar
**PP = latent partnerpensioen
Tarieven voor deelnemers jonger dan 25 jaar op aanvraag beschikbaar.
Bijlage 3: Beleggingsvariant BeterExcedent regeling
De grondslagen, opslagen en onttrekking gelden per 1 januari 2023 en worden vervolgens per kwartaal vastgesteld.
Actuariële grond- en opslagen
Geslachtsafhankelijkheid | Sekseneutraal |
Sterftetafels | Prognosetafel AG2022 in combinatie met bpfBOUW specifieke correctiefactoren 2018 voor BeterExcedent |
Rente | Voor het eerste kwartaal 2023 geldt de RTS van 30 november 2022. Vervolgens geldt als uitgangspunt per kwartaal: Kwartaal 2: de RTS van 28 februari 2023 Kwartaal 3: de RTS van 31 mei 2023 Kwartaal 4: de RTS van 31 augustus 2023 |
Opslag voor excassokosten | 1,7% |
Solvabiliteitsopslag (bufferopslag) | Voor het eerste kwartaal wordt de opslag vastgesteld aan de hand van de feitelijke dekkingsgraad per 30 november van het voorafgaande jaar minus 100%. Vervolgens geldt als uitgangspunt voor de feitelijke dekkingsgraad per kwartaal: Kwartaal 2: feitelijke dekkingsgraad per 28 februari 2023 Kwartaal 3: feitelijke dekkingsgraad per 31 mei 2023 Kwartaal 4: feitelijke dekkingsgraad per 31 augustus 2023 De solvabiliteitsopslag is minimaal gelijk aan 0%. De solvabiliteitsopslag is maximaal gelijk aan het percentage Vereist Eigen Vermogen ultimo kalenderkwartaal dat voorafgaat aan de bovengenoemde peildata voor de solvabiliteitsopslag. Voor de feitelijke dekkingsgraden in 2023 wordt verwezen naar de publicatie op de website van bpfBOUW (xxx.xxxxxxx.xx) |
Inkooptarief beleggingsvariant (eerste kwartaal 2023)
Onderstaande inkooptarieven zijn inclusief kosten- en solvabiliteitsopslag.
Inkooptarief BeterExcedent beleggingsvariant - eerste kwartaal 2023 | ||||||||
Leeftijd | Uitgesteld LOP* + PP** | Direct ingaand LOP* + PP** | Direct ingaand PP | Leeftijd | Uitgesteld LOP* + PP** | Direct ingaand LOP + PP** | Direct ingaand PP | |
25 | 14,7320 | op aanvraag | 46,7376 | 47 | 18,0159 | op aanvraag | 34,4826 | |
26 | 14,8742 | 46,2452 | 48 | 18,1704 | 33,8488 | |||
27 | 15,0169 | 45,7459 | 49 | 18,3404 | 33,2260 | |||
28 | 15,1600 | 45,2402 | 50 | 18,5164 | 32,5978 | |||
29 | 15,3037 | 44,7278 | 51 | 18,6882 | 31,9468 | |||
30 | 15,4478 | 44,2088 | 52 | 18,8766 | 31,3097 | |||
31 | 15,5922 | 43,6828 | 53 | 19,0748 | 30,6683 | |||
32 | 15,7371 | 43,1498 | 54 | 19,2867 | 30,0223 | |||
33 | 15,8823 | 42,6099 | 55 | 19,5022 | 31,9177 | 29,3529 | ||
34 | 16,0278 | 42,0633 | 56 | 19,7438 | 31,2690 | 28,6985 | ||
35 | 16,1737 | 41,5100 | 57 | 20,0024 | 30,6142 | 28,0388 | ||
36 | 16,3196 | 40,9498 | 58 | 20,2693 | 29,9444 | 27,3572 | ||
37 | 16,4742 | 40,3968 | 59 | 20,5668 | 29,2788 | 26,6895 | ||
38 | 16,6292 | 39,8374 | 60 | 20,8843 | 28,6076 | 26,0179 | ||
39 | 16,7756 | 39,2570 | 61 | 21,2116 | 27,9214 | 25,3258 | ||
40 | 16,9308 | 38,6846 | 62 | 21,5712 | 27,2400 | 24,6493 | ||
41 | 17,0861 | 38,1062 | 63 | 21,9544 | 26,5544 | 23,9683 | ||
42 | 17,2326 | 37,5070 | 64 | 22,3513 | 25,8536 | 23,2619 | ||
43 | 17,3887 | 36,9167 | 65 | 22,7748 | 25,1478 | 22,5535 | ||
44 | 17,5460 | 36,3201 | 66 | 23,2318 | 24,4388 | 21,8410 | ||
45 | 17,6953 | 35,7026 | 67 | 23,7263 | 23,7263 | 21,1236 | ||
46 | 17,8550 | 35,0947 |
*LOP = levenslang ouderdomspensioen ingaand op 67 jaar.
**PP = latent partnerpensioen
- Tarieven voor deelnemers jonger dan 25 jaar op aanvraag beschikbaar.
- Voor tarieven over de overige kwartalen van 2023 wordt verwezen naar publicatie op de website van bpfBOUW.
Bijdrage in de kosten na einde deelneming BeterExcedent regeling
In het geval artikel 11, lid 5, van dit Pensioenreglement BeterExcedent van toepassing is (beëindiging van de deelneming aan de BeterExcedent regeling zonder beëindiging van de deelneming aan het Pensioenreglement Bouwnijverheid van bpfBOUW) en de deelnemer heeft gekozen voor het premievrij aanhouden van het opgebouwde kapitaal, dan wordt jaarlijks als bijdrage in de kosten 0,6 procentpunt in mindering gebracht op het rendement.
Bijlage 4: Lifecycleverloop BeterExcedent regeling voor aankoop van een stabiele uitkering
Lifecycle BeterExcedent (artikel 10, lid 2)
Leeftijd | Aandelen | Alternatives | Vastgoed | Vastrentend |
25 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
26 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
27 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
28 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
29 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
30 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
31 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
32 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
33 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
34 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
35 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
36 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
37 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
38 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
39 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
40 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
41 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
42 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
43 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
44 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
45 | 65.0% | 20.0% | 0.0% | 15.0% |
46 | 61.5% | 19.1% | 0.6% | 18.8% |
47 | 57.9% | 18.2% | 1.2% | 22.6% |
48 | 54.4% | 17.4% | 1.8% | 26.5% |
49 | 50.9% | 16.5% | 2.4% | 30.3% |
50 | 47.4% | 15.6% | 2.9% | 34.1% |
51 | 43.8% | 14.7% | 3.5% | 37.9% |
52 | 40.3% | 13.8% | 4.1% | 41.8% |
53 | 36.8% | 12.9% | 4.7% | 45.6% |
54 | 33.2% | 12.1% | 5.3% | 49.4% |
55 | 29.7% | 11.2% | 5.9% | 53.2% |
56 | 26.2% | 10.3% | 6.5% | 57.1% |
57 | 22.6% | 9.4% | 7.1% | 60.9% |
58 | 19.1% | 8.5% | 7.6% | 64.7% |
59 | 15.6% | 7.6% | 8.2% | 68.5% |
60 | 12.1% | 6.8% | 8.8% | 72.4% |
61 | 8.5% | 5.9% | 9.4% | 76.2% |
62 | 5.0% | 5.0% | 10.0% | 80.0% |
63 | 5.0% | 5.0% | 10.0% | 80.0% |
64 | 5.0% | 5.0% | 10.0% | 80.0% |
65 | 5.0% | 5.0% | 10.0% | 80.0% |
66 | 5.0% | 5.0% | 10.0% | 80.0% |
Bijlage 5: Lifecycleverloop BeterExcedent regeling voor aankoop van een variabele uitkering
Lifecycle BeterExcedent (artikel 10, lid 2)
Leeftijd | Aandelen | Alternatives | Vastgoed | Vastrentend |
25 | 65% | 20% | 0% | 15% |
26 | 65% | 20% | 0% | 15% |
27 | 65% | 20% | 0% | 15% |
28 | 65% | 20% | 0% | 15% |
29 | 65% | 20% | 0% | 15% |
30 | 65% | 20% | 0% | 15% |
31 | 65% | 20% | 0% | 15% |
32 | 65% | 20% | 0% | 15% |
33 | 65% | 20% | 0% | 15% |
34 | 65% | 20% | 0% | 15% |
35 | 65% | 20% | 0% | 15% |
36 | 65% | 20% | 0% | 15% |
37 | 65% | 20% | 0% | 15% |
38 | 65% | 20% | 0% | 15% |
39 | 65% | 20% | 0% | 15% |
40 | 65% | 20% | 0% | 15% |
41 | 65% | 20% | 0% | 15% |
42 | 65% | 20% | 0% | 15% |
43 | 65% | 20% | 0% | 15% |
44 | 65% | 20% | 0% | 15% |
45 | 65% | 20% | 0% | 15% |
46 | 62.1% | 19.1% | 0.6% | 18.2% |
47 | 59.1% | 18.2% | 1.2% | 21.5% |
48 | 56.2% | 17.4% | 1.8% | 24.7% |
49 | 53.2% | 16.5% | 2.4% | 27.9% |
50 | 50.3% | 15.6% | 2.9% | 31.2% |
51 | 47.4% | 14.7% | 3.5% | 34.4% |
52 | 44.4% | 13.8% | 4.1% | 37.6% |
53 | 41.5% | 12.9% | 4.7% | 40.9% |
54 | 38.5% | 12.1% | 5.3% | 44.1% |
55 | 35.6% | 11.2% | 5.9% | 47.4% |
56 | 32.6% | 10.3% | 6.5% | 50.6% |
57 | 29.7% | 9.4% | 7.1% | 53.8% |
58 | 26.8% | 8.5% | 7.6% | 57.1% |
59 | 23.8% | 7.6% | 8.2% | 60.3% |
60 | 20.9% | 6.8% | 8.8% | 63.5% |
61 | 17.9% | 5.9% | 9.4% | 66.8% |
62 | 15% | 5% | 10% | 70% |
63 | 15% | 5% | 10% | 70% |
64 | 15% | 5% | 10% | 70% |
65 | 15% | 5% | 10% | 70% |
66 | 15% | 5% | 10% | 70% |