De regeling lesmaterialen van NSG Groenewoud
De regeling lesmaterialen van NSG Groenewoud
De regeling lesmaterialen van de scholen van @voCampus
§ 1. Inleiding
In dit document wordt een globale uitleg gegeven van de Regeling en van de wijze waarop de school uitvoering geeft aan deze Regeling.
Behalve deze uitleg is er het document “Overeenkomst m.b.t. de bruikleen van Lesmaterialen”, dat verder in het kort aangeduid wordt met de term “Bruikleenovereenkomst”.
Daarin wordt een aantal begrippen nauwkeurig omschreven. Als in de tekst van deze Regeling of in die van de Bruikleenovereenkomst, zo’n begrip gebruikt wordt en als het daarbij met een hoofdletter gespeld wordt, dan wordt nadrukkelijk het begrip bedoeld, zoals dat in Art. 1 van de Bruikleenovereenkomst omschreven is.
Ter toelichting een voorbeeld. Als gesproken wordt over een leerling (met een kleine letter), dan wordt daarbij gedoeld op een jongere die een deel van de tijd op school doorbrengt en daar onderwijs geniet.
Als daarentegen sprake is van de Leerling (met hoofdletter) dan kan volgens de begripsomschrijving de leerling zelf, maar ook zijn wettelijke vertegenwoordiger bedoeld zijn.
Een daadwerkelijke overeenkomst tussen School en Leerling met betrekking tot de bruikleen van Lesmaterialen komt tot stand, door ondertekening van die “Overeenkomst m.b.t. de bruikleen van Lesmaterialen” bij aanvang van de schoolloopbaan van de betrokken leerling op de School.
De ondertekende Bruikleenovereenkomst wordt bewaard op de School. De tekst ervan is door belanghebbenden te raadplegen op de website van de School en op die van @voCampus. (xxx.xxxxxxxx.xx).
§ 2. Bruikleen
Ingevolge de wettelijke bepalingen (Art. 6e van de Wet op het Voortgezet Onderwijs) stelt het bevoegd gezag van de school lesmaterialen, zoals leerboeken en een aantal andere leermiddelen, om niet – zoals dat heet – ter beschikking van de leerling.
Eenvoudig gezegd komt het erop neer dat lesmateriaal dat leerstof bevat en dat voor klassikaal gebruik in een bepaald jaar is voorgeschreven, kosteloos ter beschikking gesteld wordt.
De tekst van het wetsartikel luidt als volgt:
Artikel 6e. Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen
1. Het bevoegd gezag stelt elk leerjaar om niet aan een leerling lesmateriaal ter beschikking.
2. Onder lesmateriaal wordt verstaan: lesmateriaal dat naar vorm en inhoud is gericht op informatieoverdracht in onderwijsleersituaties en waarvan het gebruik binnen het onderwijsaanbod door het bevoegd gezag specifiek voor het desbetreffende leerjaar is voorgeschreven.
Voorgeschreven lesmateriaal dat de school kosteloos aan de leerling verstrekt, bestaat uit:
leerboeken;
werkboeken;
projectboeken en tabellenboeken;
examentrainingen en examenbundels;
eigen leermateriaal van de school en bijbehorende cd’s en dvd’s;
licentiekosten van digitaal leermateriaal;
lesmateriaal voor keuzevakken;
aangepaste schoolboeken voor leerlingen met een leesbeperking zoals visueel gehandicapten en dyslectici.
Lesmateriaal dat niet onder de regeling valt en dat ouders zelf op aanwijzing van de school aanschaffen, of waarvan (afhankelijk van de school) het gebruik via de vrijwillige ouderbijdrage in rekening kan worden gebracht, betreft bijvoorbeeld:
atlas;
woordenboeken;
agenda;
rekenmachine;
sportkleding;
gereedschap;
schrift en multomap;
pennen en dergelijke.
De rechtsvorm waarin het lesmateriaal ter beschikking wordt gesteld, heet bruikleen. Dat betekent dat de leerling de boeken en dergelijke, gedurende het Schooljaar in gebruik krijgt, maar ze niet hoeft te kopen en er ook geen huur voor verschuldigd is. Aan het eind van het Schooljaar worden ze weer ingeleverd.
Preciezer: bruiklening is een overeenkomst tussen twee partijen, waarbij essentieel is dat de ene partij een zaak om niet ter beschikking stelt en de andere partij zich verplicht dezelfde zaak na een bepaalde tijd weer terug te geven.
De leerling mag de materialen gedurende het Schooljaar gebruiken, maar dient er zorgvuldig mee om te gaan, zodat ze een volgend jaar weer zonder bezwaar door een andere leerling gebruikt kunnen worden. Dat, ook bij zorgvuldig gebruik, een zekere mate van slijtage optreedt, is onvermijdelijk. Maar bij andere vormen van beschadiging of bij vermissing, is men tot schadevergoeding verplicht.
Het bevoegd gezag van de school blijft eigenaar van deze leermiddelen, die gemiddeld per leerling een vervangingswaarde van ongeveer € 700,- vertegenwoordigen.
Aan het einde van het Schooljaar, of bij tussentijds schoolverlaten, moeten de boeken weer op aanwijzing van de School worden ingeleverd. Indien één of meer in te leveren boeken ontbreken ofwel bovenmatig beschadigd zijn, worden de kosten in rekening gebracht bij de ouders van de betreffende leerling. De ouders van de leerling zijn op grond van de Bruikleenovereenkomst verplicht tot het voldoen van deze kosten.
Ter informatie: een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren (ook wel WA-verzekering genoemd) zal deze schade veelal niet vergoeden.
§ 3. Uitvoering
Het bevoegd gezag van de school wordt gevormd door de Stichting @voCampus, verder te noemen @voCampus.
@voCampus vormt het bevoegd gezag van in totaal veertien scholen. De communicatie over de Regeling en het afsluiten van de Bruikleenovereenkomst, is door het bevoegd gezag aan de individuele scholen gemandateerd.
Teneinde de kosten te kunnen beheersen heeft @voCampus besloten de uitvoering van de regeling in eigen hand te nemen. Zij heeft daartoe een afdeling in het leven geroepen met de naam Leermiddelenservice @voCampus (LS).
De LS is belast met de uitvoerende werkzaamheden van @voCampus ter zake van de beschikbaarstelling van de leermiddelen en verricht zodoende taken die in het verleden ondergebracht waren bij een boekenfonds of bij een boekenhuis.
De LS neemt ook een deel van de uitvoerende werkzaamheden over van de veertien scholen van @voCampus.
Leerlingen en ouders krijgen dus met betrekking tot het boekenpakket te maken met de LS.
De LS zorgt voor de samenstelling van de boekenpakketten en levert deze op school af, waar ze door de leerlingen opgehaald worden.
Aan het einde van het Schooljaar neemt de LS de boeken weer in ontvangst.
In geval van vermissing of beschadiging van de materialen is de Leerling daarvoor aansprakelijk en zal dan ook de schade moeten vergoeden. De LS zorgt dan voor de facturering. De betaling van een schadevergoeding dient ook te geschieden aan de LS.
Behalve met de het beschikbaar stellen van de leermiddelen kiezen scholen er soms voor om vanuit het oogpunt van efficiencyoverwegingen ook de incasso van de vrijwillige ouderbijdrage door de LS te laten uitvoeren.