Kraamzorgovereenkomst Kraamzorgaanbieders en JBZ
Kraamzorgovereenkomst Kraamzorgaanbieders en JBZ
De ondergetekenden:
1. Kraamzorginstelling ........................, statutair gevestigd te , ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna ook te noemen: Xxxxxxxxx;
2. Stichting Xxxxxx Xxxxx Ziekenhuis, statutair gevestigd te ‘s-Hertogenbosch ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door drs. M.B.P.M. Visser, Raad van Bestuur, hierna te noemen: JBZ;
nemen in aanmerking:
- JBZ exploiteert een algemeen ziekenhuis te ’s-Hertogenbosch en geeft toegang tot de kraamvrouwen met wie de Kraamzorg een afspraak heeft voor de verzorging van hen en hun pasgeborene(n).
- Kraamzorginstelling ................... exploiteert een instelling voor kraamzorg te ..............
en biedt onder andere kraamzorg aan kraamvrouwen/kraamgezinnen.
- Het JBZ heeft in haar ziekenhuis op een aantal afdelingen kraamkamers ingericht, voor kraamvrouwen en/of baby die nog medisch zorg nodig heeft/hebben.
- Een kraamverzorgster komt voor partusassistentie bij een 1e lijns partus in het JBZ en vertrekt binnen een paar uur weer naar huis alles onder leiding van de 1e lijn verloskundige. Als de kraamvrouw antenataal of postpartum overgedragen wordt aan de 2e lijn draagt de kraamzorg ook over aan 2e lijn.
- Partijen willen hun onderlinge rechtsverhouding, in het bijzonder de wederzijdse rechten en verplichtingen in het kader van deze overeenkomst met betrekking tot de verlening van kraamzorg in het JBZ ziekenhuis met inachtneming van het voorgaande, door middel van deze overeenkomst, schriftelijk vastleggen.
zijn overeengekomen als volgt:
1. Kraamzorg
1.1 Kraamzorginstelling verleent partusassistentie op verzoek van een
kraamvrouw/kraamgezin die verblijft in het JBZ. Het JBZ zal de kraamverzorgende van Kraamzorginstelling toestaan om deze PA te leveren, indien en voor
zover voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a. de kraamverzorgende beschikt over een diploma kraamverzorgende, niveau 3;
b. de kraamzorginstelling is verantwoordelijk voor de deskundigheid en professionaliteit van de kraamverzorgende.
1.2 De kraamverzorgenden van Kraamzorginstelling dienen de zorgverlening uit
hoofde van deze overeenkomst op zorgvuldige wijze te verrichten overeenkomstig de binnen de beroepsgroep van kraamverzorgenden geldende (kwaliteits)normen (aangesloten bij KCKZ (kenniscentrum kraamzorg))en op basis van het Landelijk Indicatie Protocol voor de kraamzorg. De zorgverlening zal plaatsvinden op dezelfde wijze als wanneer een kraamvrouw in de thuissituatie verblijft. JBZ en de Kraamzorginstelling hebben samen een werkwijze opgesteld en vastgelegd, welke als bijlage bij de overeenkomst wordt gevoegd en daarmee een onlosmakelijk onderdeel van vormt.
1.3 Ieder der partijen verleent de door haar te verlenen zorg zelfstandig en voor eigen rekening en risico. Indien en voor zover beide partijen zorg aan een kraamvrouw/kraamgezin verlenen, sluiten zij ieder afzonderlijk een zorgovereenkomst met de kraamvrouw/het kraamgezin. De kraamzorginstelling zorgt dat de instelling en alle medewerkers daar werkzaam voldoen aan de volgende kwaliteitseisen: lidmaatschap BO Geboortezorg, HKZ/ISO gecertificeerd, werkt (werken) volgens landelijke protocollen, de kraamverzorgenden dienen KCKZ gecertificeerd te zijn.
2. Functie, ruimte en outillage en personeel van de Stichting
2.1 Het JBZ verbindt zich tegenover de medeweker van de kraamzorginstelling om in overeenstemming met de door het JBZ uitgeoefende functie en binnen de door de Raad van Bestuur vastgestelde financiële kaders naar vermogen de patiënten die zich aan de zorg van het JBZ toevertrouwen, respectievelijk op de gebruikelijke wijze aan de zorg van het JBZ worden toevertrouwd, te behandelen, daaronder tevens begrepen verpleging en verzorging.
2.2 De medewerker van de kraamzorginstelling zal de vereiste zorgvuldigheid in acht nemen ten aanzien van de aan haar door het JBZ ter beschikking gestelde hulpmiddelen. De medewerker van de kraamzorginstelling is aansprakelijk tegenover het JBZ voor schade aan deze hulpmiddelen welke haar verwijtbaar is.
2.3 De medewerkers van de kraamzorginstelling zullen door het JBZ op adequate wijze worden ingewerkt op de kraamafdeling en op de verloskamers. Het JBZ zorgt voor een aantal nader overeen te komen scholingen/instructies en veiligheidsmaatregelen die gelden binnen het JBZ.
3. Aanwijzingen van de Raad van Bestuur
De medewerker van de kraamzorginstelling neemt bij de uitoefening van haar werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst de aanwijzingen van de Raad van Bestuur van financiële en organisatorische aard en ter bevordering van de orde en de goede gang van zaken in het ziekenhuis in acht.
4. Aansprakelijkheid
4.1 Het JBZ is op grond van haar centrale aansprakelijkheid (artikel 7:462 BW) verantwoordelijk en aansprakelijk voor fouten die gemaakt worden binnen haar muren, onafhankelijk door wie de fout is gemaakt. Dit houdt in dat het JBZ ook aansprakelijk is indien bij de behandeling van een kraamvrouw/kraamgezin een fout gemaakt wordt door een kraamverzorgende van Kraamzorginstelling ................
Kraamzorginstelling is aansprakelijk voor fouten die gemaakt worden door
kraamverzorgenden in de uitvoering van de overeenkomsten die Kraamzorginstelling
................... sluit met de kraamvrouwen/kraamgezinnen. Partijen spreken af dat Kraamzorginstelling in de onderlinge verhouding de aansprakelijkheid voor
de kraamverzorgden zal dragen en het JBZ zal vrijwaren indien fouten gemaakt worden bij uitvoering van de overeenkomsten die Kraamzorginstelling sluit
met de kraamvrouwen/kraamgezinnen, tenzij de fout toe te rekenen is aan het JBZ en/of enig handelen of nalaten van (medewerkers van) het JBZ.
4.2 Indien een kraamvrouw/kraamgezin een klacht heeft over de zorgverlening door een kraamverzorgende, dan is de klachtenprocedure van Kraamzorginstelling .................
van toepassing en de klachtencommissie van Kraamzorginstelling bevoegd
kennis te nemen van deze klacht. Mocht de klacht tevens betrekking hebben op medewerkers en medisch specialisten van het JBZ, zal alleen dat klachtdeel door de klachtenbemiddelaars of Klachtencommissie van het JBZ worden behandeld.
5. Financiële afspraken
De kraamzorginstelling declareert zelf de zorg die is verleend bij de zorgverzekeraar van de kraamvrouw, totdat er sprake is van een integraal tarief, waarna partijen nieuwe afspraken maken over de verdeling van het integraal tarief, welke afspraken dan zullen worden bijgevoegd als bijlage bij deze overeenkomst.
6. Duur en opzegging
6.1 Deze samenwerkingsovereenkomst gaat in op en wordt aangegaan voor
onbepaalde tijd.
Partijen zullen voor afloop van deze overeenkomst overleg plegen over een voortzetting van de samenwerking. Indien partijen besluiten de samenwerking voort te zetten en/of de samenwerking feitelijk voortzetten na , dan blijven de
bepalingen uit deze overeenkomst van toepassing, tenzij partijen anderszins besluiten.
6.2 Iedere partij kan deze overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van één maand bij aangetekende brief en onder opgave van redenen opzeggen.
6.3 Een partij is gerechtigd de (verdere) uitvoering van deze overeenkomst op te schorten, dan wel zonder rechterlijke tussenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden, onverminderd haar bevoegdheid om vervangende of aanvullende schadevergoeding te vorderen, indien:
a) de andere partij in staat van faillissement wordt verklaard of surseance van betaling aanvraagt;
b) beslag wordt gelegd op een belangrijk deel van het vermogen van de andere partij of indien deze partij anderszins de vrije beschikking over een belangrijk deel van haar vermogen verliest;
c) een wijziging optreedt in de zeggenschap over en/of het economisch belang bij (de onderneming of instelling van) de andere partij;
d) de andere partij wordt ontbonden of anderszins ophoudt te bestaan;
e) de andere partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst en die toerekenbare tekortkoming niet binnen een redelijke termijn is hersteld na een daartoe strekkende schriftelijke ingebrekestelling.
7. Conversie
7.1 Voor zover een of meerdere bepalingen van deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk in strijd mocht(en) komen met regels van dwingend recht of aan de bepaling(en) – al dan niet door invoering van nieuwe regelgeving – gevolgen zouden moeten worden verbonden die niet overeenstemmen met de afspraken en bedoeling van partijen zullen partijen met elkaar in overleg treden teneinde tot een met de bestaande regelgeving of uitleg daarvan in overeenstemming zijnde wijziging van de overeenkomst te komen die zoveel mogelijk aansluit bij de afspraken en bedoeling van partijen.
8. Onvoorziene omstandigheden
Indien zich onvoorziene, niet in deze overeenkomst geregelde omstandigheden voordoen van dien aard dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet meer van partijen kan worden gevergd, zullen partijen met elkaar in overleg treden teneinde tot een wijziging van de overeenkomst te komen, die zoveel mogelijk aansluit bij de afspraken en de bedoeling van partijen.
9. Meldingsplicht incidenten
9.1 De medewerker van de kraamzorginstelling zal alle incidenten, zoals omschreven in het vigerende reglement incidentmeldingen (VIM) van het ziekenhuis, aan de door de Raad van Bestuur ingestelde meldingscommissie incidenten patiëntenzorg (waaronder in ieder geval begrepen worden: ernstige maternale en/of perinatale morbiditeit en/of mortaliteit ten gevolge van het (nalaten van) verloskundig handelen) melden en daarbij alle feitelijke informatie verschaffen die in het belang van de patiënt en het ziekenhuis redelijkerwijs noodzakelijk geacht kan worden.
Bij incidenten waarvan redelijkerwijs te verwachten is dat die verstrekkende gevolgen hebben of kunnen hebben voor de patiënt is de medeweker van de kraamzorginstelling verplicht om tegelijk met de melding aan de interne meldingscommissie ook de Raad van Bestuur op de hoogte te stellen.
Indien het gaat om incidenten waarbij sprake is van ernstige maternale en/of perinatale morbiditeit of mortaliteit zal dit incident vakinhoudelijk besproken worden in het kader van de Perinatale Audit.
9.2 De medeweker van de kraamzorginstelling zal de Raad van Bestuur in voorkomende gevallen per ommegaande informeren over tegen haar in verband met haar werkzaamheden in het ziekenhuis ingestelde civielrechtelijke en/of strafrechtelijke procedures/vorderingen dan wel tuchtrechtelijke klachten, waaronder de klachten die aanhangig zijn gemaakt bij de Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden (NBvK), en de naar aanleiding daarvan gewezen vonnissen c.q. uitspraken. Partijen stemmen ieders rol bij afhandeling van de betreffende klacht of vordering met elkaar af.
9.3 Het in behandeling nemen en afhandelen van klachten van de cliënt over enig onderdeel van de poliklinische bevalling geschiedt in overeenstemming met de terzake vigerende wettelijke regelingen en richtlijnen over klachtbehandeling.
De medeweker van de kraamzorginstelling verklaart kennis te hebben genomen van het reglement incidentmeldingen (VIM) en van het reglement van de Klachtencommissie van het ziekenhuis.
Het JBZ verklaart het reglement van de BO geboortezorg te hebben ontvangen en dit Reglement ter beschikking te stellen van de Klachtenfunctionaris en de Klachtencommissie van het ziekenhuis met het expliciete doel cliënten te kunnen verwijzen naar de klachtenregeling waarbij de medewerker van de kraamzorginstelling over wie geklaagd wordt, is aangesloten.
9.4. Overeenkomstig de geldende normen heeft de medewerker van de kraamzorginstelling haar cliënt geïnformeerd over de klachtenregeling waarbij de medewerker van de kraamzorginstelling zich heeft aangesloten en waartoe de cliënt zich kan wenden. In geval er sprake is van een klacht over het functioneren van de medewerker van de kraamzorginstelling tijdens een poliklinische bevalling in het ziekenhuis, en de cliënt ondanks de informatie over de meest geëigende klachtenregeling, er niettemin voor kiest de klacht in te dienen bij de Klachtencommissie van het ziekenhuis, zal het JBZ zich inspannen om een Kraamverzorgend lid van de Klachtencommissie van de NBvK toe te voegen aan de Klachtencommissie van het ziekenhuis voor de duur van de behandeling van de klacht.
9.5 Het JBZ zal de medewerker van de kraamzorginstelling van het verloop en afhandeling van aansprakelijkstellingen en klachten die ten opzichte van de medewerker van de kraamzorginstelling zijn ingesteld op de hoogte houden.
10. Op non-actiefstelling
10.1 De Raad van Bestuur kan de kraamverzorgende of de Kraaminstelling toegang tot het ziekenhuis ontzeggen indien er omstandigheden zich voordoen van een dergelijk ernstige aard dat onmiddellijke beëindiging van de werkzaamheden die de medewerker van de kraamzorginstelling op grond van artikel 2 van deze overeenkomst verricht noodzakelijk moet worden geacht. Gedurende de non- actiefstelling kan de Raad van Bestuur de medewerker van de kraamzorginstelling de toegang tot het ziekenhuis ontzeggen.
10.2 Het besluit tot non-actiefstelling is slechts geldig, wanneer dit onder vermelding der gronden, waarop het berust, binnen tweemaal 24 uur na aanzegging, zaterdagen, zondagen en andere feestdagen niet meegerekend, bij aangetekend schrijven aan de medewerker van de kraamzorginstelling is meegedeeld of bevestigd.
11. Geheimhouding
11.1 Partijen zullen zowel gedurende de looptijd van deze overeenkomst als na beëindiging hiervan volledige vertrouwelijkheid en geheimhouding in acht nemen ten aanzien van alle informatie, documentatie en overige gegevens met betrekking tot de bedrijfsvoering van partijen en al hun overige activiteiten (in de meest brede zin van het woord), die naar hun aard geheim of vertrouwelijk zijn, dan wel een van partijen schade zou kunnen berokkenen, behoudens voor zover het betreft informatie die krachtens de wet of een daarop gebaseerde regeling openbaar gemaakt moet worden.
12. Geschillenregeling
12.1 Indien tussen partijen een geschil mocht ontstaan naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst of daarmee samenhangende overeenkomsten, zullen partijen eerst trachten dat geschil in goed onderling overleg op te lossen. Met instemming van beide partijen kan daarbij zo nodig een in onderling overleg aan te wijzen bemiddelaar worden ingeschakeld.
12.2 Indien dit geschil niet in overeenstemming met het bepaalde in lid 1 van dit artikel door partijen in onderling overleg wordt opgelost, zal het geschil op verzoek van de meest gerede partij worden beslecht door de bevoegde burgerlijke rechter.
13. Slotbepalingen
13.1 Op deze overeenkomst en alle daarmee samenhangende of daaruit voortvloeiende overeenkomsten is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
13.2 De considerans van deze overeenkomst vormt een integraal onderdeel van deze overeenkomst.
Aldus in tweevoud overeengekomen en ondertekend te ............... op .....................
Kraamzorginstelling .......................... JBZ ziekenhuis
………………………………….. …………………………………
.............. drs. M.B.P.M. Visser
.............. Raad van Bestuur