Toelichting bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Bergambacht
Toelichting bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Bergambacht
1. Algemeen
Gemeenten en andere overheden verstrekken subsidies. In de verhouding tussen de subsidieverstrekker en de subsidieontvanger is het goed te weten welke rechten en verplichtingen gelden.
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn voor de subsidieverstrekking door bestuursorganen zoals een gemeente, regelingen opgenomen waaraan voldaan moet worden. De algemene subsidieverordening gemeente Bergambacht (vanaf nu genoemd subsidieverordening) is een uitwerking van de Awb op lokaal niveau.
De subsidieverordening heeft betrekking op uitgaande subsidies. Het regelt de algemene rechten en plichten van de subsidieontvanger en de subsidiegever. Het is een instrument om rechtszekerheid te bieden aan de subsidie aanvragers en beoogt tevens de doelmatigheid van de verleende subsidies te vergroten.
De subsidieverordening heeft alleen betrekking op het subsidieproces. De inhoudelijke afspraken zijn opgenomen in onder andere beleidskaders, eventuele deelverordeningen, subsidiebeschikkingen en subsidieovereenkomsten.
1.1 Wettelijke grondslag
De algemene subsidieverordening en eventuele deelverordeningen vormen de wettelijke grondslag voor de subsidieverlening.
2. Opbouw van de verordening
De algemene subsidieverordening is een nadere uitwerking van hoofdstuk 4, titel 4.2 van de Awb op lokaal niveau. De opbouw van deze verordening volgt zoveel mogelijk de chronologie van het subsidieproces:
- Algemene bepalingen
- Subsidie aanvrager en ontvanger
- Subsidie aanvraag
- Subsidie verlening
- Subsidie vaststelling en betaling
- Slotbepalingen
3. Wat is een subsidie?
Om een goed beeld te krijgen van wat een subsidie is, wordt hieronder een toelichting gegeven op wat wel en wat geen subsidie is.
In de Algemene Wet Bestuursrecht wordt onder subsidie verstaan: “de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.”
Geen subsidie in de zin van de wet zijn inkomensoverdrachten (uitkeringen, huursubsidie), voordelen in de sfeer van belastingen en premies, uitkeringen van hogere overheden (doeluitkeringen), het uitloven van een prijs, het betalen van contributie, bijdragen aan een gezamenlijke regeling, het “uitbetalen” in natura (bijvoorbeeld het gratis ter beschikking stellen van een accommodatie) of deelneming in vennootschap.
De gemeente kan een subsidie verlenen voor activiteiten die om redenen van algemeen belang wenselijk worden geacht. Subsidie komt van één kant. De subsidiegever (de gemeente) verplicht zich om de andere partij een budget te geven voor bepaalde activiteiten. Als de subsidieontvanger de activiteiten niet uitvoert conform de afspraken, dan kan de gemeente slechts één ding doen: de subsidie naar rato terugvorderen.
4. Toelichting bij de subsidieverordening
Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippenlijst
Met de opneming van een aantal definities wordt getracht de betekenis van een aantal gebruikte begrippen weer te geven.
Het begrip activiteitenplan kan aanleiding geven tot misverstanden. Een aantal instellingen organiseert een beperkt aantal activiteiten. Zo zal een zangvereniging een aantal maal repeteren voor een jaarlijkse uitvoering. In dat geval is een activiteitenplan niet meer dan een korte opsomming van activiteiten met de daarbij gebruikte (financiële) middelen.
Artikel 3 Reikwijdte
In de Awb is bepaald dat subsidieverstrekking op een verordening moet zijn gebaseerd. Artikel 3 voorziet hierin. Een nadere aanduiding van de activiteiten die op grond van beleidsmatige overwegingen voor subsidiëring in aanmerking komen, kan in een beleidsnota worden gemaakt. In de gemeente Bergambacht wordt het subsidieprogramma aangemerkt als zo'n nota. Hierin worden activiteiten genoemd die in aanmerking komen voor subsidie, criteria voor subsidieverstrekking en regels ten aanzien van verplichtingen die gelden bij subsidieverlening.
Artikel 4 Bevoegdhedenverdeling
De bevoegdheid voor subsidiering ligt in eerste instantie bij het college. De gemeenteraad stelt de inhoudelijke en financiële kaders vast. Het college van burgemeester en wethouders is belast met de besluitvorming en de uitvoering van het subsidieprogramma.
Artikel 6 Weigeringsgronden
In artikel 4:35 staan een aantal gronden waarop subsidieverlening geweigerd kan worden indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
1. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden
2. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen
3. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze door de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Daarnaast zijn weigeringgronden frauduleus handelen en het voorkomen dat subsidies in een failliete of in een surseance gaande of verkerende boedel terechtkomen.
Artikel 7 Subsidieplafond
Het subsidieplafond is het maximale bedrag dat gedurende een bepaald periode beschikbaar is gesteld door de gemeenteraad voor de verstrekking van subsidies. Een gemeente is verplicht een subsidie te weigeren voor zover toekenning zou leiden tot overschrijding van het plafond. Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld in de gemeentebegroting.
Artikel 8 Indexering
Subsidie kan jaarlijks worden geïndexeerd. Er wordt hierbij uitgegaan van landelijke indexcijfers en een splitsing van personele en overige kosten. Dit geeft het meest zuivere beeld van de reële kosten stijging. De indexering wordt opgenomen in het jaarlijkse subsidieprogramma.
Subsidies
Artikel 10 Subsidievormen
In de algemene subsidieverordening worden drie soorten subsidies onderscheiden: structurele (budget) subsidie, waarderingsubsidie en projectsubsidie.
1. Een structurele (budget) subsidie is een subsidie waarvoor bepaalde activiteiten als prestatie moeten worden geboden. Vooraf worden afspraken gemaakt tussen de
instelling en de gemeente over de besteding van de subsidie. Deze afspraken worden vastgelegd in de subsidie beschikking, eventueel aangevuld met een subsidieovereenkomst.
2. Een projectsubsidie is een eenmalige subsidie voor nieuwe activiteiten, experimenten, bijzondere activiteiten, evenementen en kleine investeringen ten behoeve daarvan.
3. Een waarderingsubsidie is een structurele subsidie van € 300,- (excl. jaarlijkse indexering) ter ondersteuning van georganiseerde en verrichte basisactiviteiten en de instandhouding van verenigingen en organen.
Artikel 13 Hersteltermijn subsidie aanvraag
In artikel 4:5 van de Awb staat dat het bestuursorgaan kan besluiten een aanvraag niet in behandeling te nemen als de verstrekte gegevens en bijbehorende informatie onvoldoende is voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking. Wel moet de aanvrager de gelegenheid hebben gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Het college is in deze bevoegd orgaan.
Artikel 14 Toetsingskaders
De aanvraag moet procedureel voldoen aan de eisen die staan in de algemene subsidieverordening. Inhoudelijk wordt de aanvraag getoetst aan het geldende gemeentelijk beleid en financieel aan de door de raad vastgestelde subsidieplafonds.
Artikel 15 Subsidieberekening
Er kan subsidie worden toegekend in subsidiabel geachte kostensoorten. De vraag of ook daadwerkelijk subsidie zal worden verstrekt en zo ja waarvoor, wordt in het subsidieprogramma en de beschikking beantwoord.
De splitsing in kostensoorten maakt het mogelijk dat het college de omvang van het subsidiebedrag in deze kostensoorten afzonderlijk, zij het in onderlinge samenhang, afweegt en vaststelt.
Artikel 18 Overleg bij structurele subsidies
Als een instelling beroepskrachten in dienst heeft, treedt het college in overleg met de instelling om tot overeenstemming te komen over de gewenste activiteiten, prestaties en de te verstrekken subsidie. Dit wordt verwerkt in een subsidieovereenkomst.
Met instellingen of organisaties waarbij zowel het bestuurlijke als ook het uitvoerende werk door alleen vrijwilligers wordt verricht, worden geen subsidieovereenkomsten afgesloten. Wel wordt altijd in de subsidiebeschikking vastgelegd waarvoor de subsidie is bedoeld en welke mogelijke specifieke voorwaarden hieraan verbonden zijn.
Artikel 20 Informatieverstrekking
De subsidieontvanger is verplicht om het college direct te informeren bij rechtshandelingen die in dit artikel genoemd zijn.
Artikel 23 Egalisatiereserves
Een egalisatiereserve is een algemene reserve om financiële schommelingen op te vangen. Om een egalisatiereserve te kunnen vormen, is schriftelijke toestemming van het college vereist. Hiermee kunnen overschotten in het ene jaar gebruikt worden om tekorten in het andere jaar te dekken. Een egalisatiereserve geeft mede aan dat de instelling zelf verantwoordelijk is voor een gezond financieel beleid. De begrenzing die is aangegeven, ligt bij 10% van de beschikbaar gestelde subsidie.
Artikel 24 Bestemmingsreserves
Een bestemmingsreserve is bedoeld om vermoedelijke toekomstige kosten op een bepaald gebied te kunnen dekken. Om een bestemmingsreserve te kunnen vormen, is schriftelijke toestemming van het college vereist. Zo kan een instelling een planning maken voor het onderhoud van de accommodatie.
Artikel 25 Intrekking en wijziging
In bepaalde situaties kan er aanleiding bestaan om een beschikking tot subsidieverlening in te trekken of te wijzigen. Misbruik van subsidiegelden of het niet nakomen van de aan de subsidie verbonden verplichtingen moet worden voorkomen. Bij dergelijke schendingen van het recht maakt de wetgever gehele of gedeeltelijke intrekking van de subsidie mogelijk. Ook kan de definitieve vaststelling van het subsidiebedrag lager zijn dan aanvankelijk voorzien.
In artikel 4:48 en 4:49 van de Awb staan de bepalingen hiervoor verwoord. In artikel 4:48 staat dat zolang de subsidie niet is vastgesteld het bestuursorgaan (het college) de subsidieverlening kan intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen.
De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
Artikel 27 Aanvraag subsidievaststelling structurele subsidie
Aan de hand van de door de instelling in te leveren afrekening en jaarverslag wordt de definitieve subsidie vastgesteld. Indien de bescheiden niet in orde worden bevonden of niet aan de bepalingen van deze verordening is voldaan, kan dit vermindering van de definitieve subsidie tot gevolg hebben.
Artikel 28 Aanvraag subsidievaststelling projectsubsidie
Bij subsidieverlening van projectsubsidie tot € 1000,- hoeft een instelling geen aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen. Het college behoudt altijd de mogelijkheid om bij twijfel over de besteding van de subsidie, alsnog een afrekening te vragen. Voor projectsubsidies boven de € 1000,- moet de instelling binnen 8 weken na afloop van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling inleveren. Hierbij moet de instelling minimaal een financiële afrekening en een inhoudelijk verslag indienen.
Artikel 29 Hersteltermijn aanvraag subsidievaststelling
Als een instelling niet binnen de gestelde termijn de juiste gegevens aanlevert om de subsidie te kunnen vaststellen, kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve worden vastgesteld. Wel moet de aanvrager de gelegenheid hebben gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Het college is in deze bevoegd orgaan.
Artikel 32 Uitbetaling van de subsidie
Na vaststelling van de subsidie wordt het verleende subsidiebedrag overeenkomstig de subsidievaststelling uitbetaald, eventuele voorschotten worden hierin verrekend.
Artikel 33 Bezwaar en beroep
De hoofdstukken 6, 7 en 8 van de Awb geven de bepalingen aan voor het bezwaar en beroep tegen besluiten en beschikkingen.
Artikel 35 Hardheidsclausule
De vangnetregeling is bedoeld voor incidentele gevallen waarin de verordening niet of onvoldoende voorziet. Het college heeft de beleidsvrijheid om in deze situatie een oplossing te vinden.
Artikel 35 Inwerkingtreding
Dit artikel betreft het overgangsrecht tussen de “oude” verordening en de “nieuwe”. Vastgelegd is dat de nieuwe verordening niet van toepassing is op de subsidiëring die tot stand is gekomen onder de werkingskracht van de oude verordening. De bestaande subsidieverleningen dienen te worden afgewikkeld volgens het ten tijde van ontstaan toepasselijk recht.