BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET GEMENGD VETERINAIR COMITÉ INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN
HaNDELINGEN vaN BIJ INTERNaTIONaLE
OvEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGaNEN
BESLUIT Nr. 1/2018 VAN HET GEMENGD VETERINAIR COMITÉ INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN
van 12 juni 2018
tot wijziging van bijlage 11, aanhangsel 6, bij de overeenkomst [2020/554]
HET GEMENGD vETERINaIR COMITÉ,
Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (1), en met name bijlage 11, artikel 19, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (“de landbouwovereenkomst”) is op 1 juni 2002 in werking getreden.
(2) Overeenkomstig bijlage 11, artikel 19, lid 1, bij de landbouwovereenkomst is het bij de landbouwovereenkomst opgerichte Gemengd veterinair Comité (“het Gemengd veterinair Comité”) belast met het onderzoeken van elke kwestie die betrekking heeft op die bijlage en de uitvoering daarvan, en neemt het bovendien alle taken in verband met deze bijlage op zich. Overeenkomstig lid 3 van dat artikel kan het Gemengd veterinair Comité besluiten de aanhangsels bij die bijlage te wijzigen, met name om deze aan te passen en bij te werken.
(3) Bij Besluit nr. 2/2003 van het Gemengd veterinair Comité (2) zijn de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst voor het eerst gewijzigd.
(4) Bij Besluit nr. 1/2015 van het Gemengd veterinair Comité (3) zijn de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10 en 11 van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst voor het laatst gewijzigd.
(5) voor karkassen en vlees van gedomesticeerde mest- en slachtvarkens in slachthuizen met een geringe capaciteit heeft Zwitserland gedurende meerdere achtereenvolgende perioden mogen afwijken van het onderzoek op de aanwezigheid van Trichinella. In Zwitserland is al meer dan vijftig jaar geen enkel geval van Trichinella vastgesteld. Bovendien beschikt Zwitserland over een opsporingsprogramma dat werkt, en verplicht het zich ertoe dat het vlees van gedomesticeerde varkens dat in de Europese Unie in de handel wordt gebracht, altijd is onderzocht op de aanwezigheid van Trichinella. Er kan derhalve een einde worden gemaakt aan het tijdelijke karakter van de afwijking.
(6) Teneinde te voorkomen dat bestaande en goed werkende praktijken worden stopgezet en te zorgen voor rechtscon tinuïteit zonder voorzienbare negatieve gevolgen, is het passend dit besluit met terugwerkende kracht toe te passen vanaf 1 januari 2017.
(7) Dit besluit moet in werking treden op de dag waarop het wordt vastgesteld.
(8) Bijlage 11, aanhangsel 6, bij de landbouwovereenkomst moet derhalve worden gewijzigd,
(1) PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132.
(2) Besluit nr. 2/2003 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten opgerichte Gemengd veterinair Comité van 25 november 2003 tot wijziging van de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de overeenkomst (PB L 23 van 28.1.2004, blz. 27).
(3) Besluit nr. 1/2015 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten opgerichte Gemengd veterinair Comité van 17 december 2015 tot wijziging van de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10 en 11 van bijlage 11 bij de overeenkomst (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 128).
HEEFT HET vOLGENDE BESLUIT vaSTGESTELD:
Artikel 1
aanhangsel 6 van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) Punten 4 tot en met 6 van het hoofdstuk “Bijzondere voorwaarden”, worden vervangen door:
“4) De bevoegde autoriteiten van Zwitserland verplichten zich ertoe dat de karkassen en het vlees van gedomesticeerde varkens die in de Europese Unie in de handel wordt gebracht, zijn onderzocht op de aanwezigheid van Trichinella in de karkassen en het vlees van gedomesticeerde varkens.
5) voor de onderzoeken op de aanwezigheid van Trichinella worden in Zwitserland de in bijlage I, hoofdstukken I en II, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie (*) beschreven detectiemethoden gebruikt.
6) Overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, lid 1, onder a), en lid 3, van de verordening van het DFI van 23 november 2005 inzake de hygiëne bij het slachten van dieren (OHyab; RS 817.190.1) en artikel 10, lid 8, van de verordening van het DFI van 16 december 2016 inzake levensmiddelen van dierlijke oorsprong (RS 817.022.108) zijn die karkassen en dat vlees van gedomesticeerde mest- en slachtvarkens alsook de daarvan afgeleide vleesbereidingen, vleesproducten en verwerkte vleesproducten die niet voor de markt van de Europese Unie bestemd zijn, voorzien van een gezondheidsmerk overeenkomstig bijlage 9, laatste alinea, van de verordening van het DFI van 23 november 2005 inzake de hygiëne bij het slachten van dieren.
Overeenkomstig artikel 10 van de verordening van het DFI van 16 december 2016 mogen deze producten niet in het handelsverkeer met de lidstaten van de Europese Unie worden gebracht.
2) Punt 7 wordt geschrapt.
Artikel 2
Dit besluit, opgesteld in twee exemplaren, wordt ondertekend door de medevoorzitters of andere personen die gemachtigd zijn namens de partijen bij de landbouwovereenkomst op te treden.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Het is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 2017.
Gedaan te Xxxxxxx, 00 juni 2018.
Voor de Europese Unie Hoofd van de delegatie Xxxx xxX XXXX
Voor de Zwitserse Bondsstaat Hoofd van de delegatie
Xxxx XXXX