Vredes- en humanitaire operaties 2019
Vredes- en humanitaire operaties 2019
Vredes- en humanitaire operaties 2019
Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik
Overeenkomst vredes- en humanitaire operaties
De ondergetekenden:
a. De Staat der Nederlanden, gevestigd te ‘s-Gravenhage, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Minister van Defensie, hierna te noemen: “Defensie”.
en
b. De vereniging Verbond van Verzekeraars, gevestigd te ‘s-Gravenhage, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur van het Verbond van Verzekeraars en de algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars, hierna te noemen: “het Verbond”.
overwegende:
• dat er sprake is van uitzending van militairen en ambtenaren die bij defensie in burgerlijke openbare dienst zijn aangesteld, hierna tezamen aangeduid met “Defensie-ambtenaren”, naar gebieden buiten Nederland in het kader van vredes- en humanitaire operaties, waarover ingevolge artikel 100, lid 1 van de Grondwet aan de Staten-Generaal inlichtingen zijn verstrekt en waartegen de meerderheid in de Staten-Generaal geen bezwaren heeft gemaakt.
• dat dezen tijdens de uitoefening van hun dienst in de desbetreffende gebieden een verhoogd overlijdensrisico lopen;
• dat bij het sluiten van levensverzekeringen in het algemeen en de vaststelling van de hoogte van de premies in het bijzonder met dit verhoogde risico door de bij het Verbond aangesloten verzekeraars geen rekening is gehouden;
• dat om deze reden verzekeraars uitsluitingsclausules hebben opgenomen in hun verzekeringsvoorwaarden dan wel in de toekomst zullen opnemen;
• dat hierdoor Defensie-ambtenaren belemmeringen in het maatschappelijk verkeer ondervinden, met name indien de levensverzekering onderdeel uitmaakt van de financiering van de eigen woning;
• dat partijen deze belemmeringen ter zake van de financiering voor aankoop, verbetering of onderhoud van een woning die tot hoofdverblijf dient of zal gaan dienen, wensen weg te nemen door het vastleggen van nauwkeurige afspraken hieromtrent.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 Toepasselijkheid overeenkomst
De onderhavige overeenkomst is alleen van toepassing indien:
a) het een levensverzekering betreft, gesloten bij een bij het Verbond aangesloten levensverzekeraar, die bevoegd is het bedrijf van levensverzekeraar, als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht, uit te oefenen.
ter zake van deze levensverzekering als (één van de) verzekerde(n) optreedt: de Defensie- ambtenaar, die naar gebieden buiten Nederland is of wordt uitgezonden in het kader van vredes- en humanitaire operaties. Xxxxxx naast deze verzekerde een ander persoon op als medeverzekerde, dan is de onderhavige overeenkomst niet van toepassing in geval deze ander overlijdt.
Als verzekeringnemer treedt op:
De verzekerde Defensie-ambtenaar en/of zijn of haar echtgeno(o)t(e), dan wel de geregistreerde partner ofwel de levenspartner met wie de niet-gehuwde Defensie-ambtenaar samenwoont en – met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en plichten ter zake van die samenleving en gemeenschappelijke huishouding.
b) ten tijde van het overlijden de verzekerde Defensie-ambtenaar (mede)eigenaar is van een eigen woning die als hoofdverblijf dient en waarop ten behoeve van de woningfinanciering een recht van hypotheek rust.
Ingeval de Defensie-ambtenaar een woning heeft aangekocht en overlijdt voordat het recht van hypotheek gevestigd is, gaat het om de woning die als hoofdverblijf van de Defensie-ambtenaar zou gaan dienen en waarop een recht van hypotheek ten behoeve van de woningfinanciering gaat of zou gaan rusten.
c) de rechten en aanspraken uit de onder a. genoemde verzekering ten tijde van het overlijden van de verzekerde Defensie-ambtenaar zijn verpand aan de aanbieder van de onder b. genoemde woningfinanciering.
d) indien – in het geval er geen sprake is van een pandrecht – de overlijdensbegunstigde op het moment van het overlijden van de verzekerde Defensie-ambtenaar van de onder de a. genoemde verzekering – al dan niet door vererving – (mede)eigenaar is van het onder b. genoemde hoofdverblijf.
De in lid a, c en d omschreven levensverzekering wordt hierna aangeduid met “de verzekering” of “de verzekeringen”.
Artikel 2 Verplichtingen Verbond
Het Verbond zal zoveel mogelijk bevorderen dat elke bij hem aangesloten levensverzekeraar een verklaring afgeeft dat de onderhavige overeenkomst met Defensie zal worden nageleefd.
De vorenbedoelde verklaringen maken deel uit van deze overeenkomst.
Artikel 3 Rechten en verplichtingen verzekeraars
1. De verzekeraar die een verklaring als genoemd in artikel 2 heeft afgegeven, hierna te noemen “de verzekeraar”, is gehouden om bij het sluiten van de verzekeringen ten aanzien van het overlijdensrisico in verband met de uitzending als bedoeld in artikel 1 sub a geen andere maatstaven aan te leggen dan die welke gelden voor verzekerden, niet zijnde Defensie- ambtenaren.
2. De verzekeraar kan, ingeval de verzekerde is overleden tijdens de uitzending zoals is omschreven in artikel 1 sub a, zich rechtstreeks tot Defensie wenden ter verkrijging van een officieel document, waarin de feiten en omstandigheden zijn vermeld waaronder het overlijden ten gevolge van gevechtshandelingen tijdens de uitzending heeft plaatsgehad, aan de hand waarvan de doodsoorzaak van de verzekerde (mede) kan worden vastgesteld.
3. De verzekeraar zal ten aanzien van de verzekeringen geen beroep doen op uitsluitingsclausules die betrekking hebben op het overlijden ten gevolge van gevechtshandelingen (waarbij de verzekerde actief of passief betrokken is) tijdens de uitzending als bedoeld in artikel 1 sub a, voor zover de verzekerde uitkering, inclusief eventuele uitkeringen uit hoofde van winstdeling, de hoogte van de in artikel 1 sub b genoemde woningfinanciering niet overschrijdt op het moment van overlijden van de verzekerde Defensie-ambtenaar en voor zover een bedrag van € 400.000
(vierhonderdduizend euro) niet overschreden wordt. Voor zover dit bedrag wel wordt overschreden, kan de verzekeraar ten aanzien van de overschrijding wel een beroep doen op uitsluitingsclausules.
4. Onder gevechtshandelingen wordt mede begrepen de uitwerking van een wapen van welke aard dan ook.
5. Onder verzekerde uitkering wordt in dit verband verstaan de uitkering uit hoofde van een overeenkomst van levensverzekering zoals gedefinieerd in artikel 975 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
6. Indien de verzekeraar heeft voldaan aan het gestelde in lid 1 en op grond van het gestelde in lid
3 heeft afgezien van een beroep op genoemde uitsluitingsclausules, is hij bevoegd zich rechtstreeks bij Defensie te melden voor een vergoeding door Defensie, zoals hierna is omschreven in Artikel 4. Deze voornoemde melding, hierna aangeduid met “de melding”, dient schriftelijk te geschieden (uiterlijk binnen twee maanden nadat de verzekeraar de overlijdensuitkering aan de begunstigde heeft gedaan).
Tegelijkertijd met de melding dient de verzekeraar de volgende stukken aan Defensie te overleggen:
• een kopie van de desbetreffende polis met bijbehorende verzekeringsvoorwaarden en eventuele aanhangsels en clausulebladen, waaruit blijkt dat er sprake is van een verzekering in de zin van onderhavige overeenkomst;
• de desbetreffende uitkeringskwitantie;
• stukken waaruit de netto voorzieningen blijken als bedoeld in artikel 4.
Artikel 4 Rechten en verplichtingen Defensie
1. Indien de verzekering tot uitkering is gekomen wegens het overlijden van de verzekerde en dit overlijdensgeval heeft plaatsgevonden tijdens een uitzending, zal Defensie aan de betrokken verzekeraar 50% vergoeden van het door deze verzekeraar aan de begunstigde uitgekeerde bedrag verminderd met de netto voorziening verzekeringsverplichtingen en met de netto voorziening van de op het moment van overlijden opgebouwde winstrechten. De vergoeding zal nooit meer zijn dan het in de vorige volzin bedoelde percentage van het laagste van de volgende bedragen:
a. Een bedrag ter grootte van de restanthoofdsom van de woningfinanciering op het moment van overlijden van de verzekerde Defensie-ambtenaar;
b. Een bedrag van € 400.000.
Omtrent het in de eerste volzin genoemde percentage kunnen partijen aanvullende afspraken maken, indien daartoe aanleiding bestaat.
2. Defensie zal in het in lid 1 bedoelde geval het recht hebben (binnen de wettelijke regelgeving) op inzage in alle documenten die van belang kunnen zijn om de juistheid van de hoogte van de bijdrage van Defensie te kunnen controleren.
3. In het eerste lid wordt verstaan onder:
x. een overlijdensgeval
een overlijden van een Defensie-ambtenaar ten gevolge van een gevechtshandeling als bedoeld in artikel 3, leden 3 en 4.
b. een uitzending
De situatie dat een groep Defensie-ambtenaren op grond van een door of namens de minister van Defensie gegeven bevel in een duidelijk aangewezen gebied buiten Nederland deelneemt aan vredes- en humanitaire operaties. Over die situatie moeten ingevolge artikel 100, lid 1 van de Grondwet aan de Staten-Generaal inlichtingen zijn verstrekt en daartegen moet de meerderheid in de Staten-Generaal geen bezwaren hebben gemaakt. Een operatie wordt slechts als beëindigd beschouwd als geen van de uitgezonden Defensie- ambtenaren meer in het betrokken gebied aanwezig is.
4. Defensie zal tot een vergoeding als hierboven overgaan binnen een termijn van drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de melding vergezeld van de in artikel 3 lid 6 genoemde stukken aan haar heeft plaatsgevonden.
Artikel 5 Geschillenregeling
Alle geschillen in verband met de onderhavige overeenkomst worden beslecht door de bevoegde rechter in ‘s-Gravenhage. Het Verbond, de verzekeraar en Defensie blijven evenwel te allen tijde bevoegd om bij aparte overeenkomst een geschil aan arbitrage te onderwerpen.
Artikel 6 Contactadres Ministerie van Defensie
Voor de uitvoering van de onderhavige overeenkomst dient met zich te wenden tot:
Ministerie van Defensie Hoofddirectie Personeel Postbus 20701
2500 ES ‘s-Gravenhage
Artikel 7 Duur overeenkomst
1. De onderhavige overeenkomst vervangt de overeenkomst van 8 augustus 2003, die op zijn beurt de oorspronkelijke overeenkomst tussen partijen van 8 november 1994 heeft vervangen. De onderhavige overeenkomst treedt in werking op 27 maart 2019 en geldt voor onbepaalde duur tenzij zij wordt opgezegd met inachtneming van een termijn van tenminste een jaar.
2. Opzegging is alleen mogelijk bij aangetekend schrijven en wel als volgt:
a. Het Verbond kan (namens de verzekeraars) de onderhavige overeenkomst aan Defensie opzeggen.
Defensie kan de onderhavige overeenkomst (met het Verbond en de verzekeraars) aan het Verbond opzeggen.
In beide gevallen is het Verbond gehouden deze opzegging terstond schriftelijk kenbaar te maken aan de verzekeraars.
b. Een verzekeraar kan de voor hem uit de onderhavige overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen opzeggen en uitsluitend aan het Verbond en Defensie tezamen.
3. Bij onvoorziene omstandigheden, waaronder in ieder geval wordt verstaan de situatie waarbij naar het oordeel van het Verbond het uit deze overeenkomst door de verzekeraars gelopen risico niet meer verantwoord kan worden gedragen, is opzegging zonder inachtneming van een termijn toegestaan.
4. Een opzegging van de onderhavige overeenkomst laat onverlet de rechten en verplichtingen als vastgelegd in deze overeenkomst ter zake van reeds afgesloten verzekeringen, indien en zolang deze voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 1.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en getekend te ‘s-Gravenhage op 27 maart 2019. Namens de Minister van Defensie:
Voor deze,
De Plaatsvervangend Secretaris-Generaal
Xx. X. Xxxxxxxxx
Namens het Verbond van Verzekeraars: Mr. X.X.X. xxx Xxxx, Voorzitter
Xx. X. Xxxxxxxx, algemeen directeur