MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
I-SZW Nr. 8315
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-8-1995, nr. 155
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE LANDELIJKE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE TIMMERFABRIEKEN IN NEDERLAND
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Hout- en Bouwbond CNV mede namens de Bouw- en Houtbond FNV als partijen te anderer zijde en mede namens de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten als partij te ener zijde bij de landelijke collectieve arbeidsovereenkomst voor de Timmerfabrieken in Nederland, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepa- lingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Gezien het advies van de Stichting van de Arbeid; Besluit:
Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, ’s-Gravenhage 1995
51U2120 1
I. Trekt in zijn besluiten van 28 april 1994 (Stcrt. 1994, nr. 84) en 29 juli 1994 (Stcrt. 1994, nr. 146) voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindend verklaren van de hoofdstukken 8, 12 en 13 van de landelijke collectieve arbeidsovereenkomst voor de Timmerfabrieken in Nederland, zulks met inachtneming van hetgeen onder VI en VII is bepaald;
II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 1995 (en voorzover het betreft de hoofdstukken 8, 12 en 13 tot en met 30 april 1998) de navolgende bepalingen van de landelijke collectieve arbeids- overeenkomst voor de Timmerfabrieken in Nederland, zulks met inacht- neming van hetgeen onder III, IV, V, VI en VII is bepaald:
PROTOCOLLEN
Protocol deeltijd-werk
Het personeelsbeleid in de Timmerindustrie zal er op gericht zijn om het werken in deeltijd te bevorderen
Protocol watergedragen verven
De bedrijfstak zal zich inspannen om zo veel mogelijk milieuvriende- lijke c.q. oplosmiddelarme verven te gebruiken bij het spuiten van tim- merwerk in de timmerfabrieken. Hierbij kan worden gedacht aan de toe- passing van high solids en watergedragen verven.
Protocol ouderschapsverlof
Aan het bestuur van het pensioenfonds wordt het verzoek gericht om van werknemers die wettelijk ouderschapsverlof opnemen de pensioen- opbouw voort te zetten, zoals die bestond voordat er ouderschapsverlof werd opgenomen.
Indien dit verzoek door het pensioenfonds wordt gehonoreerd zullen werknemers die van de ouderschapsverlofregeling gebruik maken zelf zorg moeten dragen voor het doorlopen van de opbouw van de pensioen- rechten door dit bij het pensioenfonds aan te melden.
Protocol scholing en werkgelegenheid
Ter uitvoering van het accoord in de stichting van de arbeid om etnische minderheden aan werk te helpen is de bedrijfstak een inspannings- verplichting aangegaan om 25 Opleidings- en werkervaringsplaatsen te cree¨ren voor etnische minderheden. Daarnaast komt er een inspannings- verplichting om 25 vrouwen en gedeeltelijk arbeidsgeschikten een opleidings- en werkervaringsplaats te geven. Deze inspannings- verplichting komt bovenop het in artikel 56 lid 4 bepaalde.
2
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Protocol bedrijfsbee¨indiging, fusie of reorganisatie
Gedurende de looptijd van de CAO kunnen werknemers van 56 jaar en ouder, die als het gevolg van reorganisatie of bedrijfssluiting werkloos worden, een aanvulling op de WW-uitkering krijgen tot VUT-niveau indien:
– De bonden nadrukkelijk bij de reorganisatie of bedrijfssluiting zijn betrokken
– Het aantal oudere werknemers dat voor een ontslagvergunning in aanmerking komt, in verhouding staat tot het totale bestand werkne- mers dat een ontslagvergunning krijgt.
HOOFDSTUK 1
DEFINITIES EN WERKINGSSFEER
Artikel 1
Definities
1. Onder deze collectieve arbeidsovereenkomst (nader ook genoemd deze CAO) wordt verstaan de overeenkomst met de daarbij beho- rende bijlagen en reglementen.
2. Onder ,,werkgever’’ wordt verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die, bij een bedrijfsuitvoering als bedoeld in artikel 2, in Nederland arbeid doet verrichten door e´e´n of meer werknemers.
3. Onder ,,werknemer’’ wordt verstaan hij/zij die in Nederland werk- zaam is ingevolge een arbeidsovereenkomst bij een onder lid 2 bedoelde werkgever.
De CAO is tevens van toepassing voor werknemers behorende tot het:
– leidinggevend;
– toezichthoudend;
– administratief;
– tekenkamer- en
– verkooppersoneel
voor zover een en ander is bepaald in Bijlage D. Niet als ,,werknemer’’ wordt beschouwd:
– de vakantiewerker;
– de stagiair(e) (niet behorende tot het Kort Middelbaar Beroeps Onderwijs – Kort MBO-ers).
3
4. Onder ,,jeugdige werknemer’’ wordt verstaan een werknemer bene- den de leeftijd van 22 jaar.
5. Onder ,,volwassen werknemer’’ wordt verstaan een werknemer van 22 jaar en ouder.
6. a. Onder ,,garantieloon’’ wordt verstaan het loon waarop de werk- nemer na toepassing van artikel 19 of 20 krachtens artikel 22 lid 2 of 4 per week of per uur recht kan doen gelden.
b. Onder ,,individueel overeengekomen loon’’ wordt verstaan het loon bedoeld in artikel 21.
7. Onder ,,Xxxxxxx’’ wordt verstaan een door partijen ingesteld orgaan waarin werkgevers en werknemers zitting hebben op basis van ge- lijkheid.
*8. Onder het systeem ,,Vaststelling en Inning Premies’’ (VIP) wordt verstaan het voor de bouwnijverheid ontwikkelde systeem waarbin- nen de werkgever gehouden is de betalingen van bijdragen en pre- mies te doen, die hij verschuldigd is ten aanzien van de bij hem in dienst zijnde werknemers, ter voorziening in de doelstellingen van:
– De Stichting Vacantiefonds voor de Timmerfabrieken;
– De Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid;
– De Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Tim- merfabrieken;
– De Stichting Scholings- en werkgelegenheidsfonds voor de Tim- merfabrieken;
– De CAO voor de Timmerfabrieken inzake ,,Voorziening bij on- geval’’;
– De CAO voor de Timmerfabrieken inzake Vrijwillig Vervroegde Uittreding;
– Deze CAO inzake de collectieve financiering bedrijfs- gezondheidszorg genoemd in artikel 48;
een en ander zoals nader omschreven in Bijlage C van deze CAO.
9. Onder ,,premiewaardenoverzicht’’ wordt verstaan de door partijen, op advies van het bestuur van het Vacantiefonds voor de Timmerfa- brieken vast te stellen overzicht waarin opgenomen hetgeen de werk- gever in relatie tot het voor de werknemer geldende uurloon voor de berekening van loonderving en toeslag verschuldigd is aan premies en bijdragen ten behoeve van vakantierechten, pensioenpremies, O&O-bijdragen, heffing Scholings- en Werkgelegenheidsfonds, col- lectieve ongevallenverzekering en financiering bedrijfsgezond- heidszorg.
10. Onder ,,rechtjaar’’ wordt verstaan het door partijen, op advies van het bestuur van het Vacantiefonds voor de Timmerfabrieken vast te stellen tijdvak waarin vakantierechten worden opgebouwd.
4
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Dit tijdvak loopt globaal van de maand mei van enig jaar tot en met de maand april van het jaar daaraanvolgend.
Artikel 2
Werkingssfeer
1. De bepalingen van de CAO voor de Timmerfabrieken zijn van toe- passing op ondernemingen en afdelingen van ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak – gemeten naar de loonsom – het bedrijf wordt uitgeoefend van het met gemechaniseerde produktiemiddelen vervaardigen van timmerwerk van hout of kunststof.
Onder timmerwerk worden onder meer begrepen:
– kozijnen;
– ramen;
– deuren;
– trappen;
– gevelvullende elementen;
– interieurbouw;
– en andere houtconstructies zoals haspels en betonmallen;
– decoratieve produkten van hout voor de particuliere tuin. Onder vervaardigen van timmerwerk wordt mede begrepen het op de bouwplaats stellen en afwerken van in eigen fabriek gereed ge- maakte produkten.
2. Onder timmerwerk worden ook begrepen de produkten in het kader van de lijm- en/of houtbouw, zoals:
– gelijmde dragende houtconstructies;
– kapelementen;
– uit elementen opgebouwde demontabele keten, hallen, scholen, zomerhuisjes en dergelijke;
– alsmede onderdelen van bouwsystemen zoals bijvoorbeeld scheidingswanden.
Onder houtbouw wordt tevens verstaan het vervaardigen en toeleve- ren van alle ,,verplaatsbare houten verblijfsruimten’’ als verzamel- naam van twee soorten produkten nl.:
– de ruimten die in een onderneming geheel gebruiksklaar gemaakt worden en waarvoor op de plaats van bestemming geen of zo goed als geen verdere bewerking meer nodig is.
– de systeembouw: dat is het proce´de´ en alle variaties daarop waar- bij voor zover uitsluitend of in hoofdzaak -gemeten naar de loonsom-bouwelementen van hout en kunststof in de fabriek worden gemaakt maar op de plaats van bestemming worden gemonteerd.
5
Onder houtbouw wordt eveneens begrepen wagenbouw voor zover de wagens naar bestemming niet mobiel zijn en de vervoersfunctie ondergeschikt is, zoals:
– houten stacaravans;
– keet-, schaft- en woonwagens en
– casco-opbouw.
Onder casco-opbouw wordt verstaan: de houten opbouw van casco’s van beton en/of staal met als eindprodukt het woonschip.
Onder houtbouw wordt mede begrepen het op de bouwplaats stellen en afwerken van in eigen fabriek gereed gemaakte produkten.
3. Deze CAO is tevens van toepassing op ondernemingen, waarin de vervaardiging van timmerwerk naar de loonsom gemeten de belang- rijkste activiteit is maar waarin tevens de activiteiten gericht zijn op verhuur en lease.
4. Deze CAO is eveneens van toepassing op de ondernemingen, die uit- sluitend of in hoofdzaak loon-, zaag- en/of schaafwerk verrichten, direct ten behoeve van de vervaardiging van timmerwerk.
5. a. Ondernemingen of delen van ondernemingen, waarvoor de CAO voor de Groothandel in Hout c.q. de algemeen verbindend ver- klaring van deze CAO van toepassing is, vallen niet onder deze collectieve arbeidsovereenkomst.
b. Voor zover de werkzaamheden resulteren in het optrekken van een traditioneel bouwwerk, is deze collectieve arbeidsovereen- komst niet van toepassing.
c. Deze CAO is eveneens niet van toepassing indien een timmerfa- briek onderdeel is van een onderneming, waarvoor de landelijke CAO voor het Bouwbedrijf – of een in haar plaats getreden rege- ling – geldt en de produkten van bedoelde timmerfabriek in hoofdzaak worden gebruikt in het kader van de bouw- werkzaamheden van die ondernemingen.
Artikel 3
Inlening van arbeidskrachten
Het personeelsbeleid zal erop gericht zijn zoveel mogelijk met eigen per- soneel de benodigde produktie te vervaardigen. Mocht dit door bepaalde omstandigheden voor korte tijd niet mogelijk zijn, dan kan de werkge- ver gebruik maken van ingeleende tijdelijke arbeidskrachten.
Dit kan onder de navolgende voorwaarden:
a. De werkgever zal er voor zorgdragen dat de in deze CAO opgeno- men arbeidsvoorwaarden zoveel mogelijk ook van toepassing zijn
c.q. van overeenkomstige toepassing zijn op door hem tijdelijk xxxx- xxxxxx arbeidskrachten. De werkgever zal er in ieder geval zorg voor
6
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
dragen dat het CAO-loon en overige vergoedingen op basis van de betreffende functiegroep wordt uitbetaald.
Partijen bij de CAO voor de Timmerfabrieken zullen deze bepaling ter kennis brengen van de Stichting Meldingsbureau Uitzendbranche, zoals dit op grond van de CAO voor Uitzendkrachten vereist is.
HOOFDSTUK 2
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 4
Verplichtingen van werkgevers en werknemers en hun organisaties
1. Werkgevers en werknemers zijn verplicht tijdens de duur van deze overeenkomst de in de navolgende artikelen aangegeven loonen andere arbeidsvoorwaarden in acht te nemen. Dit geldt ook wanneer in zogenaamd tarief-, stuk- of aangenomen werk arbeid wordt ver- richt.
Artikel 5
De Vakraad voor de Timmerfabrieken
1. Door de werkgevers- en werknemersorganisaties is een orgaan inge- steld, genaamd ,,De Vakraad voor de Timmerfabrieken’’, hierna te noemen de ,,Vakraad’’. In dit orgaan hebben werkgevers en werkne- mers zitting op basis van gelijkheid. Het adres van de Vakraad is xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxx.
2. De Vakraad is bevoegd uit zijn midden instanties of commissies in te stellen bestaande uit een werkgevers- en een werknemerslid.
3. Door de Vakraad zijn onder andere de volgende instanties/commissies ingesteld:
a. de ,,Vertrouwensinstantie’’ die de directeuren van RBA’s advi- seert bij ontslagaanvragen, de directeuren van de Arbeidsinspec- ties adviseert bij aanvragen van werktijdverkorting (shorttime- regeling) en die beslist over alle zaken deze CAO betreffende, behoudens het onder b bepaalde;
b. de ,,Indelingscommissie’’ die adviseert c.q. beslist over alle za- ken ten aanzien van functie-indeling en beloning;
7
4. Elke afwijking van deze CAO behoeft de goedkeuring van de Vak- raad voor zover in deze CAO daarin niet reeds is voorzien. Hierbij zal rekening gehouden worden met het advies c.q. de instemming van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging.
HOOFDSTUK 3
ARBEIDSVERHOUDINGEN
Artikel 6
Aanvang van de dienstbetrekking
De dienstbetrekking wordt – tenzij schriftelijk anders is overeengeko- men – aangegaan voor onbepaalde tijd.
Wanneer een proeftijd wordt overeengekomen, dient deze schriftelijk te worden vastgelegd. Een dergelijke proeftijd mag overeenkomstig artikel 1639n van het Burgerlijk Wetboek ten hoogste twee maanden bedragen.
Artikel 7
Introductie
De werkgever zal de werknemer in de eerste week van zijn dienstver- band laten kennismaken met de collega’s waarmee zal worden samen- gewerkt, alsmede met de bij het werk betrokken functionarissen.
De werknemer zal inzicht worden gegeven omtrent het bedrijf en het project waaraan hij zal gaan werken. Hij zal tevens ge¨ınformeerd wor- den over alle zaken die een goede introductie kunnen bevorderen.
Ook zal informatie worden verstrekt over de wijze waarop de vakantie- data worden afgesproken. Indien dit reeds vastgesteld is op de datum van indiensttreding zal mededeling worden gedaan over de data van de aaneengesloten vakantieperiode.
Artikel 8
Bijzondere verplichtingen van de werknemer
1. De werknemer is verplicht de hem door of vanwege de werkgever opgedragen werkzaamheden naar diens voorschriften op de best mogelijke wijze te verrichten en alles te doen, respectievelijk na te laten wat een plichtsbetrachtend werknemer kan worden geacht te doen, respectievelijk na te laten.
2. De werknemer is niet verplicht arbeid te verrichten in een andere onderneming dan die van de werkgever, bij wie hij in dienst is.
8
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. De werknemer dient bij het begin van de werktijd volledig gereed te zijn zich aan het werk te begeven en zijn taak, met inachtneming van de schafttijd, tot het einde van de werktijd te blijven verrichten.
Artikel 9
Fabrieksreglement
De werkgever is bevoegd het fabrieksreglement vast te stellen in over- leg met de Vakraad.
In ondernemingen waarvoor een ondernemingsraad is ingesteld, is voor de vaststelling van een fabrieksreglement mede de instemming van de ondernemingsraad vereist (artikel 27 van de Wet op de Ondernemings- raden).
Voorschriften van een fabrieksreglement, welke in strijd zijn met het bepaalde in artikel 1637 j tot en met v van het Burgerlijk Wetboek of met de bepalingen van deze CAO zijn nietig. Indien er verschil van mening bestaat over de toepassing van het fabrieksreglement kan de Vakraad voor bemiddeling ingeschakeld worden.
Artikel 10
Einde van de dienstbetrekking (zie ook Aanhangsel 1)
1. Aangegaan voor onbepaalde tijd
a. Opzegging van het dienstverband zal schriftelijk geschieden.
b. Het opzeggen van een dienstverband dient zodanig te geschieden dat het einde van de termijn van opzegging samenvalt met het einde van een loonbetalingsperiode.
c. De termijn van opzegging is voor zowel de werkgever als de werknemer tenminste gelijk aan de tijd die gewoonlijk tussen twee opvolgende uitbetalingen van het in geld vastgestelde loon (daarmee wordt ook bedoeld opeisbare voorschotten) verstrijkt, doch niet langer dan zes weken.
Laatstgenoemde beperking geldt niet voor zover een langere duur uit het in dit lid sub b, d, e en f bepaalde voortspruit.
d. Behoudens het sub c bepaalde en in afwijking van artikel 1639j van het Burgerlijk Wetboek, worden de termijnen van opzegging als volgt vastgesteld:
– voor de werknemer bedraagt de termijn van opzegging e´e´n week voor elke twee gehele jaren dienstbetrekking, met een minimum van e´e´n week en een maximum van zes weken;
– voor de werkgever bedraagt de termijn van opzegging e´e´n
9
week voor elk geheel jaar dienstverband met een minimum van e´e´n week en een maximum van dertien weken.
e. De termijn van opzegging die krachtens het vorige lid voor de werkgever geldt, wordt verlengd met een week voor elk jaar dat de werknemer na het bereiken van de leeftijd van 45 jaar bij hem in dienst is geweest. De duur van deze verlenging bedraagt ten hoogste dertien weken.
f. De termijn van opzegging voor de werkgever bedraagt tenminste drie weken ten aanzien van een werknemer die op de dag van opzegging de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en tenminste e´e´n jaar bij hem in dienst is geweest.
g. De dienstbetrekking eindigt automatisch als de werknemer de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. In die situatie is geen opzeg- gingstermijn vereist.
Indien de dienstbetrekking na het bereiken van de 65-jarige leef- tijd van de werknemer stilzwijgend of uitdrukkelijk wordt voort- gezet c.q. aangevangen, kan worden volstaan met een opzegging- stermijn van e´e´n week. Dit met uitsluiting van hetgeen verder in dit artikel met betrekking tot de termijnen van opzegging is bepaald.
h. Indien de in de termijn van opzegging verlofdagen als bedoeld in artikel 40 lid 1 (zomervakantie) dan wel aaneengesloten ver- plichte snipperdagen als bedoeld in artikel 40 lid 2 sub a (Kerst- vakantie) vallen, wordt de termijn van opzegging met deze dagen verlengd.
2. Aangegaan voor bepaalde tijd.
a. De dienstbetrekking eindigt van rechtswege, wanneer de tijd is verstreken, waarvoor de dienstbetrekking bij schriftelijke over- eenkomst is aangegaan.
b. Een arbeidsovereenkomst aangegaan voor een bepaalde tijd kan slechts eenmaal voor bepaalde tijd worden verlengd met een maximum periode van 6 maanden.
3. Ontslag wegens dringende redenen.
a. Bij opzegging om een dringende, aan de wederpartij onmiddel- lijk meegedeelde reden, zal de schriftelijke bevestiging van de ontslagreden aangetekend geschieden binnen 24 uur (zaterdagen, zondagen en feestdagen niet meegerekend) na het tijdstip waarop het dienstverband werd bee¨indigd.
b. Dringende redenen voor de werkgever zullen, overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek, onder andere aanwezig geacht kunnen worden:
– wanneer de werknemer bij de afsluiting van de overeenkomst de werkgever heeft misleid door het vertonen van valse of vervalste getuigschriften; of deze opzettelijk valse inlichtin- gen heeft gegeven omtrent de wijze waarop zijn vorige dienst- betrekking is gee¨indigd;
10
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– wanneer hij zich ondanks waarschuwing overgeeft aan dron- kenschap of ander liederlijk gedrag;
– wanneer hij zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt;
– wanneer hij de werkgever, diens familieleden of huisgenoten, of zijn mede-arbeiders mishandelt, grovelijk beledigt of op ernstige wijze bedreigt;
– wanneer hij de werkgever, diens familieleden of huisgenoten, of zijn mede-arbeiders verleidt of tracht te verleiden tot han- delingen, strijdig met de wetten of de goede zeden;
– wanneer hij opzettelijk, of ondanks waarschuwing roekeloos de werkgever zijn eigendom beschadigt, of aan ernstig gevaar blootstelt;
– wanneer hij zich zelf of anderen aan ernstig gevaar blootstelt; opzettelijk, of ondanks waarschuwing roekeloos,
– wanneer hij bijzonderheden aangaande de werkgever zijn huishouding bedrijf die hij behoorde geheim te houden, be- kend maakt;
– wanneer hij hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten, hem door of namens de werkgever verstrekt;
– wanneer hij op andere wijze de plichten grovelijk veronacht- zaamt, welke de overeenkomst hem oplegt;
– wanneer hij door opzet of roekeloosheid buiten staat geraakt of blijft de bedongen arbeid te verrichten;
– wanneer hij het loon niet op bepaalde tijd voldoet;
– wanneer hij de arbeider, wiens loon afhankelijk van de uit- komsten van de te verrichten arbeid is vastgesteld, geen vol- doende arbeid verschaft;
– wanneer hij de arbeider, wiens loon afhankelijk van de uit- komsten van de te verrichten arbeid is vastgesteld, de bedon- gen hulp niet of niet in behoorlijke mate verschaft;
– wanneer hij zonder dat de aard van de dienstbetrekking dit medebrengt, de arbeider, niettegenstaande diens weigering, gelast, arbeid in het bedrijf van een andere werkgever te ver- richten;
– wanneer hij op andere wijze grovelijk de plichten veronacht- zaamt, welke de overeenkomst hem oplegt;
– wanneer de voortduring der dienstbetrekking voor de arbei- der verbonden zou zijn met ernstige gevaren voor leven, gezondheid, zedelijkheid of goede naam, welke niet blijkbaar waren ten tijde van het sluiten van de overeenkomst;
– wanneer de arbeider door ziekte of andere oorzaken zonder
11
zijn toedoen buiten staat geraakt de bedongen arbeid te ver- richten.
HOOFDSTUK 4
ARBEIDSTIJD EN ARBEIDSDUUR
Artikel 11
De arbeidstijd
1. De arbeid wordt tussen 07.00 uur ’s morgens en 17.00 uur ’s avonds verricht. De dagelijkse werktijden en rusttijden worden door de werkgever na redelijk overleg met en met instemming van een repre- sentatief deel van de werknemers in zijn onderneming c.q. de onder- nemingsraad vastgesteld.
2. Verschoven arbeidstijd.
In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de werkgever, is de werk- nemer verplicht te werken buiten de uren die in het eerste lid van dit artikel zijn voorgeschreven.
3. Ploegendienst.
Bij ploegendienst volgens dienstrooster kan worden afgeweken van de in het eerste lid genoemde arbeidstijd. Echter met dien verstande dat de normale arbeidstijd moet liggen tussen maandagochtend 00.00 uur en vrijdagavond 24.00 uur.
Per twee weken mag de normale arbeidsduur niet meer dan 75 uur bedragen.
Artikel 12
De arbeidsduur
De werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. De normale arbeids- duur bedraagt 371⁄2 uur per week. Hiervan mag worden afgeweken met het oog op deeltijd- en parttimebanen. Een afwijkende arbeidsduur dient schriftelijk te worden vastgelegd.
De normale arbeidsduur per dag bedraagt hoogstens 9 uur.
Artikel 13
Overwerk
1. Het is de werkgever niet toegestaan overwerk te laten verrichten.
2. In bijzondere omstandigheden is de werkgever gerechtigd om inci- 12
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
denteel en van korte duur af te wijken van het in lid 1 gestelde. Dit kan alleen met instemming van de meerderheid van de bij het over- werk betrokken werknemers. De werknemers zijn dan verplicht dat overwerk te verrichten.
3. Onder overwerk wordt verstaan het verrichten van arbeid buiten de grenzen van de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 12.
4. Indien een werkgever langer dan e´e´n week de bij hem in dienst zijnde werknemers overwerk laat verrichten, dan is naast de instem- ming van de daarbij betrokken werknemers ook de instemming van de eventueel aanwezige ondernemingsraad vereist.
5. Indien per kwartaal meer wordt overgewerkt dan 1% van het totale aantal in dat kwartaal, binnen de grenzen van artikel 12 in de onder- neming te werken uren, is de werkgever verplicht dit te melden bij de Vakraad.
6. Een werknemer kan niet verplicht worden tot arbeid tussen 00.00 uur en 24.00 uur op zaterdag, zondag of de feestdagen in artikel 39 lid 3.
7. Een werknemer van 50 jaar of ouder kan niet verplicht worden over- werk te verrichten.
8. Een werknemer die jonger is dan 18 jaar mag geen overwerk ver- richten.
9. Indien met inachtneming van het in de voorgaande leden gestelde overwerk wordt verricht, dan zal dat overwerk zoveel mogelijk wor- den verricht in de uren die onmiddellijk voorafgaan aan de aanvang of onmiddellijk aansluiten aan het einde van de gewone werktijd.
HOOFDSTUK 5
JEUGDIGE WERKNEMERS
Artikel 14
Partie¨le leerplicht
1. Voor de jeugdige werknemer die krachtens de bepalingen van de leerplichtwet gedurende twee dagen per week leerplichtig is, geldt
13
een 3-daagse werkweek. Over de dagen waarop hij onderricht ont- vangt, dan wel onderwijsvakantie heeft, kan hij geen aanspraak op loon alsmede op overige tot het loon behorende aanspraken doen gel- den.
2. Voor de jeugdige werknemer die krachtens de bepalingen van de leerplichtwet gedurende e´e´n dag per week leerplichtig is, geldt een 4-daagse werkweek. Over de dagen waarop hij onderricht ontvangt, dan wel onderwijsvakantie heeft, kan hij geen aanspraak op loon als- mede op overige tot het loon behorende aanspraken doen gelden.
3. In afwijking van het bepaalde in artikel 39 heeft de partieel leerplich- tige werknemer als bedoeld in lid 1 over enig rechtjaar recht op 18 dagen verlof en de leerplichtige werknemer als bedoeld in lid 2 over enig rechtjaar recht op 24 dagen verlof.
Artikel 15
Vormingswerk
De werkgevers zullen, met inachtneming van de bepalingen als genoemd in artikel 14, de jeugdigen van 17 jaar die een niet op het beroep gerichte opleiding volgen, maximaal gedurende 1 dag per week in de gelegen- heid stellen deel te nemen aan het vormingswerk van e´e´n der vormings- instituten voor werkende jongeren. Dit met behoud van loon voor zover deze opleiding wordt gegeven binnen de normale werktijd.
Artikel 16
Leerlingwezen
1. a. De werkgevers en werknemers zullen de vakopleiding en het leerlingwezen bevorderen. Te dien einde zullen de werkgevers zoveel mogelijk voor de bij hen in dienst zijnde werknemers zon- der opleiding een leerovereenkomst aangaan op basis van de Wet op het Cursorisch beroepsonderwijs en zal het oprichten van samenwerkingsverbanden ten behoeve van de opleiding van zo- wel jeugdige als oudere werknemers worden bevorderd.
b. In principe zal aan werknemers waarmee een leerovereenkomst is aangegaan een werkgarantie worden geboden voor de duur van de primaire opleiding tot maximaal twee jaar.
Mocht de leerling op dat moment de opleiding nog niet hebben voltooid, dan kan deze met maximaal een half jaar worden ver- lengd, indien naar de opvatting van de consulent van het betrok- ken landelijk orgaan voor het beroepsonderwijs de voltooiing binnen het tijdvak van een half jaar valt te verwachten.
In bijzondere gevallen kan door de Vakraad aan de individuele
14
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
werkgever dispensatie van deze opleidingsgarantie worden ver- leend.
2. De werknemer die de primaire opleiding heeft voltooid en naar het oordeel van de consulent in staat moet worden geacht de voortge- zette opleiding te volgen, heeft het recht om de voortgezette oplei- ding in het bedrijf te vervolgen.
3. De werkgever die met een werknemer een leerovereenkomst heeft afgesloten is verplicht, met inachtneming van de bepalingen als genoemd in artikel 14, deze werknemer in de gelegenheid te stellen:
a. tot bijwoning van het theoretisch onderwijs, als dit wordt gege- ven binnen de normale werktijd. Dit voor ten hoogste 71⁄2 uur per week. Over de uren dat dit onderwijs binnen de normale werk- tijd valt wordt het loon alsmede de overige tot het loon beho- rende aanspraken doorbetaald;
b. tot afleggen van het examen en andere activiteiten, welke in het belang van de vakopleiding nodig worden geacht door het opleidingsorgaan. Over de hieraan verbonden verzuimuren zal de werkgever eveneens het loon alsmede de overige tot het loon behorende aanspraken doorbetalen.
4. De jeugdige werknemer, die in dienst is van een samenwerkingsver- band dat ten behoeve van de opleiding beschikt over, naar het oor- deel van de Stichting Hout en Meubel, adequate werkplaats- faciliteiten, ontvangt gedurende de eerste zes weken van zijn dienstverband per week een loonbetaling ter grootte van 75% van het weekloon van een jeugdige in primaire opleiding. De werknemer van 22 jaar en ouder ontvangt een loonbetaling van 75% van het week- loon van loongroep A, met dien verstande dat dit loon per uur niet lager mag zijn dan het minimumloon.
5. Wanneer bij een leer-/arbeidsovereenkomst, waarbij een samenwer- kingsverband als werkgever, als bedoeld in artikel 1 lid 2, optreedt, de leerovereenkomst wordt verbroken, is op dat moment van rechts- wege de arbeidsovereenkomst bee¨indigd.1)
Werkgevers betrokken bij een samenwerkingsverband, zullen zoveel mogelijk behulpzaam zijn bij het plaatsen van de betreffende werk- nemer bij een werkgever.
6. Het SSWT gaat onderzoeken of oudere werknemers die niet eerder
1) Het bepaalde in artikel 1639N van het Burgerlijk Wetboek blijft onverkort van toepas- sing.
15
in de gelegenheid zijn gesteld om vakdiploma’s te behalen, hiertoe alsnog behoefte voelen. Bij gebleken behoefte wordt aan de betref- fende werknemers een vakopleiding aangeboden.
Artikel 17
Verbodsbepalingen
1. Jeugdige personen vallende onder de Arbeidswet 1919 en het Arbeidsbesluit 1920 mogen in een timmerfabriek geen machinale arbeid verrichten, tenzij zij dispensatie of toestemming van de Ar- beidsinspectie hebben.
2. Jeugdige werknemers beneden 18 jaar mogen geen overwerk ver- richten.
HOOFDSTUK 6
HET LOON
Artikel 18
Wijze van loonbetaling
1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen, is de periode tussen twee opeenvolgende betalingen (de loonperiode) gelijk aan e´e´n kalenderweek van maandag tot en met zondag. De loonbetaling zal uiterlijk plaatsvinden op de tweede werkdag na de verstreken loon- periode. Dit is de betaaldag.
Indien de werkgever om administratieve redenen niet in staat is op de betaaldag het volledige loon te betalen, zal hij uiterlijk op de betaaldag een voorschot verstrekken, dat tenminste gelijk moet zijn aan het voor de verstreken periode verschuldigde garantieloon.
2. De werkgever is bevoegd, na redelijk overleg met zijn werknemers en met instemming van een aanmerkelijke meerderheid onder hen, de loonbetaling in meerwekelijkse perioden vast te stellen. Een ver- lengde loonperiode mag echter niet langer dan e´e´n maand zijn. Indien de betaaldag me´e´r dan twee werkdagen na afloop van de loon- periode valt, zal – behoudens over de laatste twee weken van deze loonperiode – volledige loonbetaling over de voorgaande weken die- nen plaats te vinden. Voor deze laatste weken zal de werkgever mogen volstaan met een voorschot dat tenminste gelijk moet zijn aan het voor deze weken verschuldigde loon op basis van het garantie- loon.
3. a. Indien de dienstbetrekking op een andere dag dan de betaaldag 16
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
eindigt, zal de werkgever aan het einde van de werktijd op die dag aan de werknemer het gehele nog toekomende loon uitbeta- len. In het geval echter de loonadministratie is geautomatiseerd zal de betaling plaatsvinden op de eerstvolgende betaaldag.
b. Indien de werknemer zelf ontslag heeft genomen, anders dan met dringende reden, als bedoeld in artikel 1639q BW, of als aan hem ontslag is verleend op grond van een dringende reden als bedoeld in artikel 1639p BW zal de uitbetaling plaatsvinden op de eerst- volgende betaaldag.
4. De werkgever is bevoegd de loonbetaling in contant geld te vervan- gen door betaling per bank- of girocheque of door overschrijving op bank-of girorekening. De werkgever dient ervoor te zorgen dat de werknemer ook bij deze wijze van betaling op het in lid 1 bedoelde tijdstip kan beschikken over zijn loon of een overeenkomstig lid 1 berekend voorschot.
5. De werkgever dient per loonbetalingstijdvak, doch tenminste een- maal per vier weken, de door hem verschuldigde premies en bijdra- gen aan de in artikel 32 vermelde fondsen te betalen aan de Stichting Fondsenadministratie voor de Timmerfabrieken onder gelijktijdige verstrekking van alle gegevens benodigd voor rechtenbijboeking van de individuele werknemer.
6. Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een specificatie worden verstrekt van:
a. het bruto-loon verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisvergoeding en andere vergoedingen en/of toesla- gen;
b. de inhoudingen van loonheffing en het aandeel van de werkne- mer in premies ingevolge de sociale verzekeringswetgeving en deze CAO;
c. de werkgever is tevens gehouden bij elke loonbetaling gespecifi- ceerd aan te geven hetgeen hij voldaan heeft aan:
– de Stichting Vacantiefonds;
– de Stichting Bedrijfspensioenfonds.
7. Achterstand ten aanzien van de in dit artikel voorgeschreven loon- betaling of in de betaling van rechten, kan voor de werknemer een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 1639q BW, tot onmiddellijke bee¨indiging van de dienstbetrekking.
8. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 weken na afloop van elk kalenderjaar zal de werkgever aan al zijn werknemers die op 31
17
december van dat jaar in dienst zijn, dan wel in dat kalenderjaar in dienst zijn geweest, een opgave verstrekken van het in dat jaar door hem betaalde bruto-loon, de belasting- en premie-inhouding, als- mede het werkgeversaandeel in de Ziekenfondswet-premie.
9. Bij bee¨indiging van het dienstverband zal de werkgever bij de laat- ste loonbetaling de werknemer tevens de door hem afgetekende ver- klaring overeenkomstig de Wachtgeld- en Werkloosheidswet ver- strekken.
Artikel 19
Functie-indeling volwassen werknemers
1. Iedere volwassen werknemer wordt door de werkgever ingedeeld in een der functiegroepen A tot en met E conform het bepaalde in Bij- lage A van deze CAO (Functielijst).
3. Niet uit de timmerindustrie of aanverwante bedrijfstakken afkom- stige werknemers van 22 jaar en ouder die (nog) niet voor een bepaalde functie (kunnen) worden aangenomen en waarmee een proeftijd is overeengekomen, behoeven tijdens deze proeftijd niet te worden ingedeeld.
4. Bij voortzetting van het dienstverband moeten deze werknemers uiterlijk na afloop van de proeftijd worden ingedeeld.
5. Werknemers, die eerder hebben gewerkt in de timmer- of houtindus- trie, worden – ongeacht een overeengekomen proeftijd direct bij indiensttreding ingedeeld.
6. Van deze indeling, alsmede van het individueel overeengekomen bruto-loon per betalingsperiode, dient de werkgever schriftelijk me- dedeling te doen aan de werknemer (zie Aanhangsel 2).
Artikel 20
Indeling jeugdige werknemers
1. De jeugdige werknemer tot de leeftijd van 22 jaar wordt, behoudens het in lid 2 en artikel 22 lid 1c bepaalde niet ingedeeld in een functie- groep.
Hij ontvangt afhankelijk van zijn leeftijd, opleiding c.q. het volgen van een vakopleiding een garantieloon waarvan de hoogte is afgeleid van het garantieloon van volwassen werknemers.
2. De jeugdige werknemer die in het bezit is van het diploma voortge- zette opleiding timmerfabrieken wordt in afwijking van het in het
18
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
eerste lid bepaalde ingedeeld in een der functiegroepen A tot en met E als bedoeld in artikel 19 lid 1 en ontvangt het loon dat voor deze groep is vastgesteld. De indeling in schaal A duurt maximaal 2 jaar.
Artikel 21
Individueel overeengekomen loon
1. De werkgever zal met de werknemer een individueel overeengeko- men loon per betalingsperiode afspreken.
2. Onder individueel overeengekomen loon wordt verstaan het garantie- loon vermeerderd met de eventueel overeengekomen individuele toe- slag als bedoeld in artikel 24 alsmede de in artikel 25 lid 1 tot en met 4 genoemde toeslagen.
Niet tot het individueel overeengekomen loon behoren variabele gra- tificaties, tantie`mes en dergelijke toeslagen.
Artikel 22
Garantielonen
1. Volwassen werknemers.
a. De werkgever zal aan de werknemer van 22 jaar en ouder per volle werkweek minimaal het in lid 2 opgenomen garantieloon betalen dat voor de functiegroep waarin de werknemer is inge- deeld geldt.
b. Wanneer de werknemer binnen de normale werktijd volgens arti- kel 12 minder dan 371⁄2 uur per week heeft gewerkt, moet hem per gewerkt uur minimaal het voor zijn functiegroep vastgestelde garantie-uurloon opgenomen in lid 2 worden betaald.
c. Werknemers van 21 jaar welke in het bezit zijn van het diploma primaire opleiding/KMBO en worden te werk gesteld in een functie in de loongroepen B, C, D of E ontvangen minimaal het garantieloon dat geldt voor een werknemer van 22 jaar.
d. Werknemers van 22 jaar en ouder die een primaire opleiding vol- gen, krijgen een beloning voor de duur van de opleiding over- eenkomstig loongroep A.
19
2. Tabel 1: garantieloon volwassenen
Functiegroep Weekloon | Uurloon | bij 371⁄2 uur |
A 22 jaar en ouder | f 17,09 | f 640,88 |
B 22 jaar en ouder | f 18,05 | f 676,88 |
C 22 jaar | f 18,22 | f 683,25 |
C 23 jaar en ouder | f 18,57 | f 696,38 |
D 22 jaar | f 18,94 | f 710,25 |
D 23 jaar en ouder | f 19,67 | f 737,63 |
E 22 jaar | f 19,12 | f 717,– |
E 23 jaar | f 19,81 | f 742,88 |
E 24 jaar en ouder | f 20,55 | f 770,63 |
3. Jeugdige werknemers.
Voor jeugdige werknemers gelden de in lid 4 opgenomen garantie- lonen welke afhankelijk zijn van leeftijd, voltooide vakopleiding c.q. het volgen van een vakopleiding.
Onder vakopleiding worden in dit verband verstaan de uit hoofde van een leerovereenkomst in het kader van de Wet op het leerling- wezen georganiseerde primaire en voortgezette opleidingen van de Stichting Hout en Meubel, de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf of daarmee door de Vakraad gelijk te stellen primaireof voortgezette vakopleidingen. Met het diploma primaire opleiding wordt in dit ver- band gelijkgesteld het KMBO-diploma richting Bouw.
4. Tabel 2 garantieloon jeugdige werknemers
Zonder vakopleiding | Tijdens primaire vak- opleiding | Met diploma primaire opleiding/ KMBO | Tijdens voort- gezette vakop- leiding | |||||
Garantieloon per | Garantieloon per | Garantie- loon per | Garantieloon per | |||||
371⁄2 | 371⁄2 | 371⁄2 | 371⁄2 | |||||
lft. | uur | uur | uur | uur | uur | uur | uur | uur |
16 jaar | 6,99 | 262,13 | 7,40 | 277,50 | ||||
17 jaar | 8,25 | 309,38 | 8,69 | 325,88 | 11,68 | 438,– | 11,68 | 438,– |
18 jaar | 9,90 | 371,25 | 10,44 | 391,50 | 13,32 | 499,50 | 13,32 | 499,50 |
19 jaar | 11,55 | 433,13 | 12,17 | 456,38 | 15,– | 562,50 | 15,– | 562,50 |
20 jaar | 13,15 | 493,13 | 13,87 | 520,13 | 17,49 | 655,88 | 17,49 | 655,88 |
21 jaar | 14,82 | 555,75 | 15,65 | 586,88 | ||||
20 |
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. Werkgevers kunnen dispensatie1) voor de toepassing van CAO-lonen verkrijgen, indien duidelijk kan worden aangetoond dat door deze maatregel werkgelegenheid wordt gecree¨erd. Voorwaarde is dat het bedrijf overeenstemming bereikt dient te hebben met de vakbonds- vertegenwoordigers, zoals districtsbestuurders, en dat betrokken werknemers naar een volwaardige arbeidsmarktpositie moeten kun- nen doorgroeien.
Artikel 23
Wijziging lonen tijdens contractsduur
1. Behoudens het in de leden 2 en 3 van dit artikel bepaalde, worden de garantielonen tijdens de contractsduur van deze CAO niet gewij- zigd.
2. Per 17 juli 19952) en 31 december 1995 worden de vast- overeengekomen lonen verhoogd met de procentuele stijging van de afgeleide consumentenprijsindex van werknemersgezinnen met een laag inkomen van april 1995 ten opzichte van dat van oktober 1994, respectievelijk van oktober 1995 ten opzichte van april 1995.
3. In verband met de kostenontwikkeling in de bedrijfstak zal in 1995 de compensatie voor de gestegen prijzen als genoemd in het voor- gaande lid tot een totaal van maximaal 2,25% worden uitbetaald. Indien de uitbetaling van 2,25% volgens de in het vorige lid ge- noemde methodiek onvoldoende mocht zijn om de gestegen prijzen te compenseren zal het meerdere tot uitbetaling komen per 15 juli 1996.
Mochten volgens aangegeven methodiek de prijzen met meer dan 2,5% zijn gestegen dan zal 0,15% van de prijscompensatie per 31 december 1995 worden besteed aan het werknemersdeel in de VUT. De Werkgeverspremie zal in dat geval met 0,15% worden vermin- derd.
4. In geval het prijsindexcijfer op de peildatum lager is dan dat van zes maanden voordien, worden de lonen niet verlaagd. Deze daling van de prijsindex zal dan in de eerstvolgende aanpassing(en) van de lonen op grond van de ontwikkeling van de prijsindex worden ver- werkt.
1) P/a Vakraad voor de Timmerfabrieken, xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxx.
2) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
21
Artikel 24
Afwijkende lonen
1. De werkgever is bevoegd boven het voor de werknemer geldende garantieloon individuele toeslagen toe te kennen.
2. Wanneer de in lid 1 bedoelde toeslag afhankelijk wordt gesteld van een prestatiebevorderend systeem, dient dit systeem met instemming van de daarbij betrokken werknemers te worden vastgesteld en schriftelijk te worden vastgelegd. In ondernemingen waar een OR is ingesteld zal voorafgaand aan de invoering instemming van die OR nodig zijn.
3. Bij een verhoging van het garantieloon, anders dan op grond van plaatsing in een hogere functiegroep mag de werkgever deze verho- ging niet in mindering brengen op de resultaten van overeengekomen prestatiebeloning.
Artikel 25
Toeslagen op lonen
1. Verschoven arbeidstijd.
In de gevallen waarin de werknemer op grond van het bepaalde in artikel 11 lid 2 gehouden is te werken buiten de grenzen voorge- schreven in artikel 11 lid 1, doch onder handhaving van de normale arbeidsduur, zal het loon voor de uren welke vallen buiten de in arti- kel 11 lid 1 bedoelde grenzen, worden verhoogd met 25%, tenzij op het betreffende werk van toepassing is datgene wat is bepaald in arti- kel 26 lid 1.
2. Ploegendienst.
Indien, op grond van artikel 11 lid 3, in roulerende ploegen wordt gewerkt, zullen de volgens deze overeenkomst geldende garantie- lonen worden verhoogd met de volgende toeslagen:
– 06.00 uur tot 22.00 uur 10%;
– 22.00 uur tot 06.00 uur 20%.
3. Voorlieden.
Voor werknemers ingedeeld in groep E, die de functie vervullen van voorman en leiding geven aan tenminste vijf werknemers, zal het garantieloon worden verhoogd met tenminste 12,5% en ten hoogste 20%.
Voor de als voorman bij de spantenmontage en houtmontage optre- dende all-round monteur bouwplaats, ingedeeld in groep E, die lei- ding geeft aan tenminste vijf werknemers, zal het garantieloon wor- den verhoogd met tenminste 12,5% en ten hoogste 25%.
22
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
4. Dienstjarentoeslag.
De werkgever zal aan een werknemer, die een onafgebroken periode in de timmerfabrieken werkzaam is geweest, de volgende dienstjaren- toeslag betalen:
– na 5 dienstjaren f 0,14 per uur;
– na 10 dienstjaren f 0,31 per uur;
– na 15 dienstjaren f 0,45 per uur.
Jaarlijks, per 1 januari, zullen deze bedragen worden aangepast met het procentuele cijfer waarmee de lonen overeenkomstig de index- clausules in het voorafgaande jaar zijn verhoogd.
5. Gevarentoeslag.
Voor het opstellen en monteren van montagespanten en houtbouw mag de werkgever aan de werknemers die hiermee belast zijn een toeslag op het garantieloon geven over de uren die zij hiermee bezig zijn. De toeslag zal varie¨ren naar gelang de hoogte waarop gewerkt wordt, te rekenen vanaf de minimale hoogte van vier meter en zal maximaal 5% bedragen.
Artikel 26
Vergoeding overwerk
1. Voor het verrichten van de eerste 21⁄2 uur overwerk per week ont- vangt de werknemer een vergoeding naar keuze:
– van vrije tijd, gelijk aan de duur van het overwerk, o´f
– in geld, zijnde het individueel overeengekomen loon over de tijd die is overgewerkt.
Vervangende tijd zal worden opgenomen in overleg tussen de werk- nemer en de werkgever.
2. Voor zover dat overwerk meer omvat dan 21⁄2 uur per week ontvangt de werknemer een vergoeding van:
– vrije tijd, gelijk aan de duur van het meerdere overwerk, e´n
– een toeslag, te zijner keuze in vrije tijd of geld.
Vervangende tijd zal worden opgenomen indien de werkzaamheden dat toelaten, een en ander ter beoordeling van de werkgever.
De toeslag bedraagt:
a. 50% met uitzondering van het onder sub b en c gestelde;
b. 100% voor het overwerk verricht tussen zaterdag 21.00 uur en maandag 05.00 uur alsmede voor arbeid verricht op Koninginne- dag, Hemelvaartsdag;
23
c. 200% voor het overwerk verricht op de eerste en tweede Paas- dag, eerste en tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.
3. De uitbetaling van overwerk is gemaximeerd op 70 uur per kalen- derjaar.
De werknemer die per kalenderjaar meer dan 70 uur overwerkt dient het meerdere op te nemen in vrije tijd.
Het blijft voor de werknemer zowel gedurende de eerste 70 uren overwerk als daarna mogelijk om overwerk in vrije tijd om te zet- ten.
4. Deeltijdwerkers die per week meer uren arbeid verrichten dan op basis van hun contract is overeengekomen ontvangen tot het 40e gewerkte uur per week een overwerktoeslag van 10%.
Voor het overwerk vanaf het 40e gewerkte uur per week alsmede op de zaterdagen, zon- en feestdagen gelden de toeslagpercentages uit lid 2.
5. De in lid 2 sub a omschreven toeslag is niet van toepassing wanneer deze meerdere arbeidstijd in te halen uren voor het nemen van vrije dagen betreft.
Artikel 27
Vergoeding reisuren
1. Onder reisuren worden verstaan de uren gedurende welke gereisd wordt van de woning tot het werk en terug. Zij moeten worden ver- goed indien de werknemer door de werkgever wordt tewerkgesteld in een andere gemeente of gedeelte van een gemeente dan waarvoor hij is aangenomen.
2. Reisuren worden aan de in het eerste lid bedoelde werknemer ver- goed tegen het voor die werknemer geldende garantieloon voor de duur van de reis (reistijd) met uitzondering van de eerste zestig minuten per dag.
3. a. Als reistijd bij gebruik van een openbaar middel van vervoer geldt de reistijd volgens de dienstregeling.
b. Bij elk ander vervoermiddel wordt aangenomen dat per uur wordt afgelegd door:
– een voetganger 5 km
– een rijwiel 15 km
– een rijwiel met hulpmotor 25 km
– een twee- of driewielig motorrijwiel 40 km
– een auto 50 km.
c. Bij gebruik van een twee- of driewielig motorrijwiel, dan wel van een auto kan in afwijking van hetgeen hierboven is bepaald door
24
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
werkgever en werknemer in onderling overleg een andere afstand per uur worden vastgesteld. Dit met inachtneming van de af te leggen route.
4. Indien de werktijd, de wettelijk voorgeschreven rusttijd en de reistijd tezamen meer bedragen dan 101⁄2 uur per dag zal de werktijd in zoverre worden ingekort. De in de normale werktijd vallende reis- uren zullen in dit geval als arbeidsuren worden betaald.
HOOFDSTUK 7
KOSTENVERGOEDINGEN
Artikel 28
Gereedschaps- en kledingvergoeding
1. Aan fabriekstimmerlieden wordt, voor zover door hen gebruik wordt gemaakt van eigen gereedschap, een gereedschapsvergoeding van ƒ 0,88 per gewerkte dag verstrekt.
2. De werkgever zal aan elke werknemer jaarlijks drie overalls ver- strekken en wel op 1 maart, 1 september en 1 december. In geval van bijzondere slijtage, ter beoordeling van de werkgever, zullen meer overalls worden verstrekt. Bij impregneerwerkzaamheden zal nood- zakelijke passende kleding worden verstrekt.
3. In plaats van het verstrekken van werkkleding in natura is het de werkgever toegestaan een kledingvergoeding te betalen ad. ƒ 0,99 per gewerkte dag.
4. Deze vergoedingen worden jaarlijks per 1 januari aangepast met de stijging van de (afgelei-de) consumenten prijsindex van werknemers- gezinnen met een laag inkomen van oktober van enig jaar ten opzichte van oktober van het daaraan voorafgaande jaar.
Artikel 29
EHBO Diploma- en onkostenvergoeding
1. De werkgever zal per 25 werknemers aan e´e´n werknemer met een geldig EHBO-diploma een diplomavergoeding verstrekken van ƒ 8,91 per week. In bedrijven met minder dan 25 werknemers, zal
25
deze diplomavergoeding aan e´e´n werknemer met een geldig EHBO- diploma worden vergoed.
Jaarlijks, per 1 januari, zal dit bedrag worden aangepast met het pro- centuele cijfer waarmee de lonen overeenkomstig de indexclausules in het voorafgaande jaar zijn verhoogd.
2. De werknemer die op verzoek van de werkgever een EHBO-cursus dan wel een cursus hulpverlening volgt krijgt de hiervoor gemaakte kosten vergoed.
Artikel 29A
Examen- en Lesgeld-vergoeding
Het scholingsfonds1) zal (mits binnen het redelijke) de kosten van examen- en lesgeld vergoeden indien een werknemer een opleiding volgt, die op de bedrijfstak is gericht.
Artikel 30
Reiskosten
1. De werknemer die op last van zijn werkgever wordt tewerkgesteld in een andere gemeente of deel van een gemeente dan waarvoor hij is aangenomen, kan recht doen gelden op vergoeding van de reiskos- ten. Dit geldt tevens voor de werknemer die door tussenkomst van het RBA wordt bemiddeld voor arbeid buiten zijn woonplaats.
2. De werkgever is gerechtigd een vervoermiddel aan te wijzen, mits dit in alle opzichten aan de door de wet gestelde eisen voldoet.
3. Kosten van reizen met een openbaar middel van vervoer worden in de laagste klasse vergoed.
4. Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever gebruik moet maken van een ander dan een openbaar middel van vervoer, zal hem hiervoor worden betaald:
– voor het gebruik van een rijwiel: ƒ 1,52 per dag tenzij de reis- afstand minder bedraagt dan 5 km per dag. In dat geval bedraagt de vergoeding ƒ 0,63 per dag;
– voor het gebruik van een rijwiel met hulpmotor (bromfiets): ƒ 0,12 per kilometer met een minimum van ƒ 2,28 per dag;
– voor het gebruik van een motorvoertuig op minder dan vier wie- len: ƒ 0,39 per km;
– voor het gebruik van een auto: ƒ 0,18 per km per inzittende met een minimum van ƒ 0,55 en een maximum van ƒ 0,63.
1) Zie ook artikel 47B van deze cao.
26
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. De in het vorige lid genoemde vergoedingen zullen ook worden betaald wanneer de werknemer met goedkeuring van de werkgever tijdens en ten behoeve van de werkzaamheden van deze vervoermid- delen gebruik moet maken.
6. De vergoedingen in de leden 3 en 4 zullen ook worden betaald, wan- neer de werknemer een oproep krijgt voor een keuring van de BGD of op het spreekuur van deze dienst dient te verschijnen, met dien verstande dat de vergoedingen niet hoger zullen zijn dan de fiscaal vrijgestelde bedragen.
7. Deze vergoedingen worden jaarlijks per 1 januari aangepast met de stijging van de (afgeleide) consumenten prijsindex van werknemers- gezinnen met een laag inkomen van oktober van enig jaar ten opzichte van oktober van het daaraan voorafgaande jaar.
8. In andere gevallen als genoemd in de leden 1 en 5 kan de werkgever vergoedingen voor reiskosten verstrekken zonder daarbij gehouden te zijn aan de in lid 4 genoemde bedragen.
Artikel 31
Tijdelijk verblijf elders
1. Indien het werk zo ver buiten de plaats waarvoor de werknemer is aangenomen, respectievelijk diens woonplaats is gelegen, dat de werknemer na afloop van de werktijd niet huiswaarts kan keren, die- nen op kosten van de werkgever behoorlijke voeding en logies te worden verstrekt.
2. Ee´nmaal per week zullen deze werknemers naar huis mogen gaan met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van deze overeen- komst. De daaruit voortvloeiende reiskosten (laagste klasse) zullen eveneens door de werkgever worden vergoed. Noodzakelijk te ma- ken reisuren zullen aan de werknemer worden vergoed tegen het voor hem geldende uurloon.
3. Wanneer de arbeid moet worden onderbroken wegens een algemeen erkende christelijke feestdag, welke niet op zondag valt, geldt even- zeer het in voorafgaande bepaalde betreffende de vergoeding van reiskosten.
4. De werknemer bedoeld in dit artikel behoudt recht op vrije voeding en logies, indien hij door ziekte of ongeval arbeidsongeschikt wordt
27
voor zolang hij verblijf houdt in de plaats waar hij te werk is gesteld. De werkgever heeft het recht op zijn kosten de werknemer naar diens woonplaats te vervoeren, indien dit medisch verantwoord wordt geacht. Indien vervoer van deze werknemer naar diens woonplaats medisch noodzakelijk is, dan is de werkgever verplicht de daaraan verbonden kosten geheel voor zijn rekening te nemen.
HOOFDSTUK 8
SOCIALE FONDSEN EN PREMIEVERPLICHTINGEN
Artikel 32
Sociale Fondsen
1. De bepalingen van:
– de Statuten van het Vacantiefonds voor de Timmerfabrieken c.q. de Statuten en Reglementen van de Stichting Vacantiefonds Bouwnijverheid1) voor zover deze laatste van toepassing zijn voor de timmerfabrieken, hierna te noemen het Vacantiefonds Timmerfabrieken respectievelijk het Vacantiefonds Bouw;
– de Statuten van de Stichting Scholings- en Werkgelegenheids- fonds;
– de Statuten en het Financieringsreglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken, hierna te noemen het O&O-fonds;
binden werkgevers en werknemers alsof die bepalingen in deze CAO waren opgenomen2).
2. Waar in deze CAO wordt gesproken over een bijdrage- en premie- verplichtingen van de werkgevers jegens de bovengenoemde fond- sen, wordt daarmee aan het Pensioenfonds en het O&O-fonds en het Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerindustrie een zelfstandig recht op invordering jegens de werkgevers toegekend.
3. Waar in deze CAO wordt gesproken over een bijdrageverplichting van de werkgevers ten behoeve van de financiering van de bedrijfs- gezondheidszorg c.q. de bijdrageverplichting uit hoofde van de CAO inzake voorziening bij ongeval wordt daarmee aan de Stifa een zelf- standig recht op invordering jegens de werkgevers toegekend.
1) Statuten en Reglementen van de Stichting Vacantiefonds Bouwnijverheid worden bij afzonderlijk besluit algemeen verbindend verklaard.
2) Zie de bijlagen I, II, III en IV.
28
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 33
Bijdrage- en premieverplichtingen
1. a. Krachtens de bepalingen van de reglementen bedoeld in artikel 32 is de werkgever voor de tijd waarop de werknemer in zijn dienst betaalde arbeid heeft verricht dan wel doorbetaling van loon heeft genoten, jegens hem gehouden tot het storten van de voorgeschreven bijdragen en premies in de in artikel 32 lid 1 genoemde fondsen, met dien verstande dat die verplichtingen over zaterdagen en zondagen niet op de werkgever rusten, tenzij de op zaterdag en zondag verrichte arbeid betrekking heeft op buiten de grenzen van artikel 11 lid 1 vallende uren, waarbij de normale arbeidsduur niet wordt overschreden.
Tot de normale arbeidsduur worden eveneens gerekend de uren vrijaf wanneer de werknemer gebruik maakt van de regeling zoals bepaald in artikel 26 lid 1 en 2 (Overwerkvergoeding in vrije tijd).
b. De werkgever betaalt hetgeen hij ten aanzien van zijn werkne- mer verschuldigd is aan de in artikel 18 lid 6 onder c genoemde fondsen aan de Stichting Fondsenadministratie Timmerindustrie, welke stichting zorgdraagt voor afdracht aan de Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid, het uitvoeringsorgaan van bedoelde fond- sen. Voor de wijze waarop deze werkgever zijn betalingen dient te verrichten, alsmede de wijze waarop zijn werknemers over hun uit deze betalingen voortvloeiende rechten kunnen beschikken, wordt verwezen naar artikel 1 lid 8 en 9, alsmede naar bijlage C.
2. Achterstand in het nakomen door de werkgever ten aanzien van de in dit artikel neergelegde verplichtingen kan voor de werknemer een dringende reden opleveren, als bedoeld in artikel 1639q BW, tot onmiddellijke bee¨indiging der dienstbetrekking.
Artikel 34
Uitkering vakantierechten en rechtwaarden
1. De ten aanzien van een werknemer verschuldigde bijdragen aan het Vacantiefonds Timmerfabrieken betreffen voorzieningen voor de be- strijding van loonderving over de in deze CAO aangegeven vakantie-, snipper- en feestdagen en voor vakantietoeslag.
a. Voor zover de voor de werknemer gestorte bijdragen dit toelaten, wordt in het rechtjaar 1995/1996 uit het Vacantiefonds Bouw ver- goed de loonderving over het aantal verlofen feestdagen opgeno-
29
men in artikel 39 alsmede een vakantietoeslag van 8%, met inachtneming van hetgeen onder b, c en d is bepaald.
b. De zeven extra verlofdagen voor werknemers vanaf 55 jaar res- pectievelijk 10 extra verlofdagen voor werknemers vanaf 60 jaar, als bedoeld in artikel 39 lid 1 zullen door de werkgever worden betaald.
De werkgever zal aan de werknemer het individueel overeenge- komen loon betalen. De werkgever is eveneens verplicht te vol- doen aan de bijdrage- en premieverplichting, zoals bedoeld in artikel 32 en 33 jegens de werknemer.
c. De loonkosten, verbonden aan de opneming van de extra ver- lofdagen als genoemd in lid 1 b worden aan de werkgever ver- goed door het Vacantiefonds voor de Bouw. Daartoe dient een declaratieformulier van het Vacantiefonds te worden onderte- kend, zowel door de werkgever als door de betrokken werkne- mer.
d. Een extra verlofdag als genoemd in lid 1 b kan worden opgeno- men indien daarvoor voldoende rechten zijn opgebouwd. Slechts indien een extra verlofdag daadwerkelijk wordt opgenomen zal het Vacantiefonds tot uitbetaling overgaan.
2. Per betalingsperiode zal de opbouw van deze loonderving tijdens vakantie-, feest- en snipperdagen en deze vakantietoeslag van de werknemer geschieden door middel van een uniform door partijen1) vast te stellen percentage op het individueel overeengekomen loon.
Voor de door partijen vastgestelde uniforme percentages wordt ver- wezen naar het VIP-premiewaardenoverzicht, dat is opgenomen in bijlage B en dat als zodanig ook onderdeel uitmaakt van deze CAO.
In het VIP-premiewaardenoverzicht zijn tevens opgenomen de bij- dragen en premies verschuldigd aan de Stichting Bedrijfspensioen- fonds voor de Bouwnijverheid, de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken, het Scholings- en Werkgelegenheidsfonds alsmede bijdragen in de kosten van de CAO voor de Timmerfabrieken inzake voorziening bij ongeval en collec- tieve financiering bedrijfsgezondheidszorg.
1) Bedoeld worden partijen te ener zijde en partij te anderer zijde bij deze cao.
30
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK 9
ARBEIDSVERHINDERING
Artikel 35
Algemeen
Geen loon is verschuldigd over de tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht (artikel 1638b BW).
De werknemer kan evenwel zijn aanspraak op loon doen gelden, indien hij geen arbeid kon verrichten door bijzondere omstandigheden, zoals vermeld in artikel 1638c BW (doorbetaling loon bij verhindering werk- nemer) en 1638d BW (doorbetaling loon bij verhindering werkgever) een en ander met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 36 (doorbetaling loon bij arbeidsongeschiktheid) alsmede 41 (vakantie-, snipper- en feestdagen) en 42 (roostervrije tijd).
De werking van artikel 1638c BW1) is uitgesloten voor werknemers van 65 jaar en ouder.
Artikel 36
Doorbetaling loon bij arbeidsongeschiktheid.
1. Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer zijn van toepassing:
– de bepalingen van de Ziektewet;
– de Statuten en Reglementen van de Bedrijfsvereniging waarbij de werkgever is aangesloten;
– de voorschriften die door of namens genoemde organen worden gegeven; met dien verstande dat:
a. De werkgever ter zake van arbeidsongeschiktheid gedurende ten hoogste 52 weken het individueel overeengekomen loon voor 100% doorbetaalt, zorg draagt voor bijboeking van vakantierechten en voldoet aan de andere verplichtingen voortvloeiende uit het VIP-systeem als zou de werknemer de arbeid hebben verricht evenwel dat voor de bijboeking van de VIP-rechten en de pensioenpremie een maximum van 230 dagen per jaar geldt. De aan de werknemer toekomende ziektewet-uitkering die conform het ,,Besluit Bovenwettelijke Uitkering ZW van de BV Hout- en Meubelindustrie en Groot-
1) Artikel 1638c lid 1 van het Burgerlijk Wetboek jo lid 7 en 8 blijft onverkort van toe- passing.
31
handel in Hout 1985’’ wordt uitbetaald kan in mindering op het uitbetaalde loon worden gebracht.
b. Slechts e´e´n wachtdag zal gelden welke na een arbeidsonge- schiktheid van twee of meer dagen eveneens overeenkomstig het onder a bepaalde zal worden vergoed.1)
c. Er geen ziekengeld wordt uitgekeerd op de erkende feestda- gen zoals genoemd in artikel 39 lid 3.
Artikel 36B
Invaliditeitspensioen
Er is een invaliditeitspensioen ten behoeve van werknemers. Dit invaliditeitspensioen dient als aanvulling op een uitkering krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en maakt deel uit van het Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid.
Artikel 36C
3. Bij een bedrijfsongeval zal de werkgever het bij deze overeenkomst vastgestelde loon uitbetalen over de dag waarop het ongeval is geschied dan wel de dag waarop de arbeid ten gevolge van het onge- val is gestaakt, voor zover dit niet uit anderen hoofde is vergoed.
4. Geen recht op aanvulling, respectievelijk op uitkering uitgaande boven de door de Bedrijfsvereniging uitgekeerde bedragen ontstaat indien en voor zover de werknemer een derde aansprakelijk kan stel- len ter zake van zijn ziekte, respectievelijk ongeval. Daarvoor kan de werknemer een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving doen gelden.
In dit geval zal de werkgever toch de voorziene betaling aan de werknemer doen, doch alleen bij wijze van voorschot op deze scha- devergoeding.
De werknemer wordt geacht zijn recht op schadevergoeding ten belope van het bedrag van het voorschot aan de werkgever te heb- ben gecedeerd en is desgewenst verplicht een hierop betrekking heb- bende akte van cessie te ondertekenen. De werkgever zal het voor- schot met de uit te keren schadevergoeding verrekenen.
5. Indien een werknemer overlijdt, is het bepaalde in artikel 1639l van het Burgerlijk Wetboek van kracht (uitkering door de werkgever aan de nabestaanden). De uitvoering berust bij de Bedrijfsvereniging voor de Hout- en Meubelindustrie en Groothandel in Hout, ingevolge artikel 35 van de Ziektewet en artikel 53 van de Wet op de Arbeids- ongeschiktheidsverzekering.
De werkgever zal de uitkering van de bedrijfsvereniging zo nodig
1) Artikel 1638c lid 8 van het Burgerlijk Wetboek blijft onverkort van toepassing.
32
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
aanvullen tot het in artikel 1639l van het Burgerlijk Wetboek aange- geven bedrag.
6. Indien een werknemer, in opdracht van de werkgever buiten zijn woonplaats verblijvende, tijdens de duur van het werk dan wel op weg van en naar het werkobject dan wel tijdens het verblijf buiten zijn woonplaats in verband met dit verafgelegen werkobject, over- lijdt, dan zal de werkgever de kosten van het vervoer van het stof- felijk overschot naar de woonplaats van de betrokkene in Nederland vergoeden aan de nabestaanden, dan wel aan degene(n) die de kos- ten van het vervoer gedragen heeft (hebben), indien hiervoor geen andere regelingen zijn getroffen.
Overigens is tevens het bepaalde in lid 4 van dit artikel van toepas- sing.
7. Mocht de betrokken werkgever door insolvabiliteit of door andere oorzaken, dit ter beoordeling van de Stichting Vacantiefonds voor de Timmerfabrieken, de in lid 6 van dit artikel neergelegde verplichtin- gen op korte termijn niet nakomen, dan zal genoemd Vacantiefonds bedoelde uitkeringen verstrekken.
De rechthebbende(n) wordt (worden) dan geacht zijn (hun) recht op uitkering aan de Stichting Vacantiefonds voor de Timmerfabrieken te hebben gecedeerd en is (zijn) desgewenst verplicht een hierop be- trekking hebbende akte van cessie te ondertekenen.
Artikel 36D
Werkloosheid
1. Iedere werknemer die na een vast dienstverband werkloos wordt, krijgt van zijn werkgever op de laatste dag van zijn dienstverband het recht op een aanvulling op zijn uitkering ter grootte van 10% voor een periode gelijk aan de duur van zijn werkloosheid met een maximum van 8 weken direct aansluitend aan het dienstverband, indien:
a. er geen sprake is van verwijtbare werkloosheid, dit door de bedrijfsvereniging waaronder de werkgever valt, vast te stellen;
b. er – ter voorkoming van cumulatie van WW-aanvullingen – geen sprake is van een andere afvloeiingsregeling die een WW- aanvulling geeft;
2. Indien gedurende de in lid 1 bedoelde werkloosheidsperiode een vakantie-uitkering vanuit het VIP-systeem wordt verstrekt, dan wordt de aanvullingsperiode met deze dag(en) verkort.
33
3. a. Iedere werknemer die recht verkrijgt op een uitkering in de zin van de werkloosheidswet, uitgezonderd de regeling werktijd- verkorting, van de bedrijfsvereniging voor de Houten Meubileringsbedrijven en de Groothandel in Hout, de Bedrijfs- vereniging voor de Bouwnijverheid of de Nieuw Algemene Be- drijfsvereniging, behoudt gedurende maximaal de eerste 26 we- ken recht op bijdragen in het vakantiefonds waarvan de waarde gelijk is aan die hij direct voor zijn werkloosheid ontving.
De bovenwettelijke kosten die de bedrijfsvereniging hier voor moet maken worden haar vergoed door de Stichting Vakantie- fonds voor de Timmerfabrieken.
b. Gedurende de onder 3a bedoelde periode heeft de werkloze werknemer tevens recht op volledige doorbetaling van de pen- sioenpremie aan de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid.
Artikel 37
Korte verzuimen
1. De hieronder volgende bepalingen omtrent vergoedingen van kort verzuim zullen alleen gelden indien de plechtigheden worden bijge- woond e`n plaatsvinden op dagen, waarop in de fabrieken wordt gewerkt (derhalve indien de werknemer werkelijk verzuimt).
2. Vergoeding van verzuim vindt plaats tegen het individueel overeen- gekomen loon voor de duur van het verzuim conform het in lid 5 en volgende bepaalde.
3. Bij het zich gelijktijdig voordoen van twee of meer gevallen waarin de werknemer aanspraak op doorbetaling van verzuim kan doen gel- den is slechts e´e´n, en wel de langste duur van toepassing.
4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de ongehuwde werknemer die duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een andere ongehuwde.
5. Met inachtneming van het bepaalde in de leden 1 tot en met 4 wordt het verzuim vergoed in de navolgende gevallen voor de daarbij aan- gegeven duur:
a. Bij ondertrouw van een werknemer e´e´n dag
b. Bij huwelijk van de werknemer, mits drie
dagen tevoren aangekondigd twee dagen
c. Bij huwelijk van xxe´n der ouders, schoonouders, (adoptief-)kinderen, kleinkinderen, broers, zusters, zwagers of schoonzusters van de werknemer, mits
drie dagen tevoren aangekondigd e´e´n dag
d. Bij bevalling van de echtgenote van de werknemer twee dagen
34
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Als echter de bevalling plaatsvindt op een vrijdag (na 12 uur ’s middags) of op een zaterdag of op een zondag of op een christelijke feestdag, dan zal de werkgever het verzuim van e´e´n dag vergoeden alsmede de verzuimuren op vrijdag.
e. Bij het overlijden van de echtgenote of echtgenoot, inwonende ouder of schoonouder of een inwonend
kind of adoptiefkind van de werknemer de dag van het overlijden tot en met de dag van de uitvaart
f. Bij het overlijden van een der ouders, schoonouders, eigen, geadopteerde of aangehuwde kinderen van
de werknemer de dag van
overlijden en de
dag van de
uitvaart
g. Bij de uitvaart van een der broers, zusters, zwagers, schoonzusters, grootouders, behuwd grootouders
of kleinkinderen van de werknemer e´e´n dag
h. Bij 25-, 40- en 50-jarig huwelijk van de werknemer; alsmede 40- en 50-jarig huwelijksfeest van ouders en schoonouders van de werknemer en bij 25-,
40- en 50-jarig dienstjubileum van de werknemer e´e´n dag
i. Bij opname en bij ontslag van de echtgenote of echtgenoot van de werknemer in respectievelijk uit het ziekenhuis, behalve in geval van een
bevalling beide dagen.
In geval van acute noodzaak tot een poliklinische behandeling van de echtgenote of echtgenoot van de werknemer in het
ziekenhuis maximaal e´e´n dag
j. Bij ontslag van de werknemer wegens slapte in het bedrijf, mits hij drie achtereenvolgende maanden bij dezelfde werkgever werkzaam is geweest, voor het zoeken van een andere werkgever tijdens het
dienstverband en na aanzegging van het ontslag e´e´n dag
k. Bij uitoefening van het kiesrecht maximaal 2 uur
l. Bij militaire inspectie of bij het vervullen van andere militaire verplichtingen, met uitzondering van de militaire keuring en opkomst in werkelijke
dienst maximaal 4 uur
m. Bij verzuim van de werknemer ter
35
voldoening aan een oproep voor militaire keuring de eerste
keuringsdag.
6. Bij dokters- of tandartsbezoek wordt het verzuim alleen vergoed indien dit niet mogelijk is buiten de normale arbeidstijd. Bij tijdige kennisgeving zal het verzuim worden vergoed voor de duur van:
a. Bij doktersbezoek, als de werknemer woon- achtig is in dezelfde plaats als waar het bedrijf
gevestigd is maximaal 11⁄2 uur
Is de werknemer woonachtig in een andere
plaats dan waar het bedrijf gevestigd is reiskosten openbaar vervoer
+ maximaal 21⁄2 uur
Indien de werkgever een bedrijfsgenees- kundige in dienst heeft of deelneemt aan
een gemeenschappelijke bedrijfsgeneeskundige dienst, geldt deze vergoeding voor bezoek aan de bedrijfsarts en ook voor bezoek aan de huisarts als de bedrijfsarts de werknemer naar zijn huisarts verwijst.
b. Bij het op doktersvoorschrift noodzakelijke bezoek aan een specialist of een medisch
consultatiebureau maximaal e´e´n dag
c. Voor noodzakelijk bezoek aan een tandarts ter verkrijging of vernieuwing van een
kunstgebit het werkelijke verzuim
d. Voor het noodzakelijke bezoek aan de
tandarts maximaal een 1⁄2 uur
e. Voor medische keuring op verzoek van
de werkgever het werkelijke verzuim.
7. In de gevallen genoemd in lid 6 a tot en met e zal de vergoeding slechts geschieden indien niet uit andere hoofde het loon over de ver- zuimde tijd wordt vergoed.
Artikel 38
Werktijdverkorting
De werkgever, die een werktijdverkorting of nul-urenvergunning heeft gekregen, zal het door de Bedrijfsvereniging uit te keren wachtgeld en/of werkloosheidsuitkering aanvullen tot het normale nettoloon en tevens de verschuldigde bijdragen en premies betalen overeenkomstig artikel 33 lid 1 a.
36
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK 10
VAKANTIE-, SNIPPER- EN FEESTDAGEN; ROOSTERVRIJE TIJD; BIJZONDER VERLOF
Artikel 39
Aantal verlofdagen
1. Aantal verlofdagen.
Ten aanzien van iedere werknemer is het recht op verlof als volgt geregeld:
b. over het rechtjaar 1995/1996: Werknemers met een 371⁄2-urige werkweek
– beneden 18 jaar 29 werkdagen
– van 18 jaar tot en met 54 jaar 25 werkdagen
– geboren xxxx´r 1 januari 1941 32 werkdagen
– geboren xxxx´r 1 januari 1936 35 werkdagen
c. De partieel leerplichtige jeugdige werknemer, als bedoeld in arti- kel 14, heeft bij een tweedaagse schoolplicht over een rechtjaar recht op 18 werkdagen verlof. Bij een e´e´ndaagse schoolplicht is dat 24 dagen.
d. Het rechtjaar 1995/1996 loopt van 24 april 1995 tot en met 21 april 1996.
e. In afwijking van Lid b van dit artikel hebben oudere werknemers die gebruik maken van het recht op deeltijd-VUT geen aanspraak op 32 respectievelijk 35 dagen verlof, maar op het aantal werk- dagen verlof per jaar dat geldt voor werknemers van 18 tot en met 54 jaar.
2. Extra verlof.
In het jaar dat de wintersluiting (de dagen tussen Kerstmis en Nieuw- jaar) vijf verplichte snipperdagen vergt, hebben de werknemers recht op 1 verlofdag extra.
3. Feestdagen.
Iedere werknemer heeft recht op verlof tijdens de erkende algemene en erkende christelijke feestdagen, te weten de beide Kerstdagen, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pink- sterdag, alsmede op de dag die als Koninginnedag wordt gevierd. Wanneer bij ploegendienst op deze dagen wordt gewerkt, zal ter compensatie op een andere dag vrijaf worden gegeven.
37
Artikel 40
Opname verlof- en snipperdagen
1. Zomervakantie.
15 dagen van de beschikbare verlofdagen moeten aaneengesloten worden opgenomen in de zomer; deze vakantieperiode wordt jaar- lijks en wel uiterlijk 1 december van het jaar voorafgaande aan de zomervakantie, in overleg tussen de werkgever en werknemers of hun gekozen vertegenwoordigers vastgesteld. Deze collectieve bedrijfsvakantie dient te worden vastgesteld binnen het tijdvak waarin de zomervakantie van kleuter-, lager- en voortgezet onderwijs voor de betreffende regio is vastgesteld c.q. aanbevolen door de minister van Onderwijs. Van deze collectieve bedrijfsvakantie kan in overleg tussen de werkgever en de werknemer in individuele gevallen wor- den afgeweken onder voorbehoud, dat ook deze afwijkende vakan- tieperiode(n) een aaneengesloten tijdvak van 15 verlofdagen omvat- (ten).
De werkgever is verplicht bij bee¨indiging van het dienstverband aan de werknemer een schriftelijke verklaring te verstrekken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantiedagen de werknemer tijdens het lopende recht- jaar heeft opgenomen.
2. Snipperdagen.
a. Verplichte snipperdagen.
Van de in het rechtjaar 1995/1996 overblijvende verlofdagen zijn vier dagen als verplichte snipperdagen aangewezen, te weten de vrijdag na Hemelvaartsdag1) en de periode van 27, 28 en 29 december 1995.
b. Vrije snipperdagen.
De nog resterende verlofdagen in een rechtjaar kunnen in onder- ling overleg tussen werkgever en werknemer in de loop van het rechtjaar worden opgenomen.
Het is ook mogelijk deze in een aaneengesloten periode op te nemen als winter(sport)vakantie, mits ruim tevoren aangekon- digd.
3. Doorwerken bij verplichte snipperdagen.
De Vertrouwensinstantie is bevoegd in bijzondere gevallen toestem- ming te verlenen tot het doorwerken tijdens de verplichte snipperda- gen, onder voorwaarde, dat deze snipperdagen op een ander tijdstip opgenomen kunnen worden.
4. Verhindering verlof.
a. Voor zover de werknemer wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 1638ee van het Burgerlijk Wetboek verhinderd is zijn ver-
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
38
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
lof te genieten, moet hem alsnog verlof worden gegeven. Het tijdstip wordt door de werkgever vastgesteld na overleg met de werknemer, voorwaarde is wel dat de werknemer voor de aan- vang van de verhindering deze aan de werkgever heeft medege- deeld, tenzij het dagen betreft waarop de werknemer wettelijk ziekengeld genoten heeft.
b. Indien de vastgestelde verlofdagen vallen in een periode waar- over de werknemer wettelijk ziekengeld geniet, kan de werkge- ver bepalen dat genoemde verlofdagen of een deel daarvan, direct of kort nadat de werknemer hersteld is, alsnog moeten worden opgenomen.
Artikel 41
Betaling verlof- en feestdagen
2. Betaling bij reeds genoten vakantie.
Indien een werkgever met een werknemer, die in een kalenderjaar elders reeds eerder 15 aaneengesloten vakantiedagen heeft genoten, een arbeidsovereenkomst sluit, terwijl bij deze werkgever de vastge- stelde aaneengesloten vakantieperiode nog moet ingaan dan wel is aangevangen, zal deze werkgever de desbetreffende werknemer diens loon doorbetalen gedurende de door de onderneming geldende vakantieperiode na het tot stand komen van de dienstbetrekking.
Gedurende deze periode is de werknemer verplicht andere hem na redelijk overleg in redelijkheid toe te wijzen werkzaamheden binnen de onderneming te accepteren.
Artikel 42
Roostervrije tijd
1. Roostervrije tijd is arbeidstijd waarop niet gewerkt wordt.
Iedere werknemer, heeft bij een volledige werkweek van 371⁄2 uur recht op zeven roostervrije dagen per kalenderjaar.
Voor werknemers met een normale werkweek van minder dan 371⁄2 uur is het aantal roostervrije dagen naar verhouding.
2. De roostervrije dagen worden door de werkgever vastgesteld in over- leg met de werknemers c.q. de ondernemingsraad (OR).
3. Indien de werkgever in overleg met de werknemers c.q. de OR besluit de roostervrije tijd op een andere wijze vorm te geven dan bedoeld in lid 1 respectievelijk lid 2, dient dat te worden aangemeld
39
bij de Vakraad voor de Timmerfabrieken (Postbus 520, 3440 AM Woerden).
4. De werkgever zal aan de werknemer over roostervrije tijd het indi- vidueel overeengekomen loon betalen alsmede de in lid 33 lid 1 sub a bedoelde bijdragen en premies.
5. Aangewezen roostervrije tijd kan bij ziekte van de werknemers niet worden vervangen door uitbetaling in geld of vrijaf met behoud van loon op een ander tijdstip.
6. Indien de aangewezen roostervrije tijd valt in een periode waarin door de onderneming met ontheffing ingevolge artikel 8 BBA korter wordt gewerkt, zal de Vakraad buiten de periode van verkort werken vervangende roostervrije tijd aanwijzen.
7. Indien en voor zover jeugdigen tijdens roostervrije tijd onderwijs moeten volgen zal door de werkgever vervangende roostervrije tijd worden aangewezen binnen de betreffende werkweek dan wel 4-wekelijkse periode.
Artikel 43
Bijzonder verlof
2. Buitenlandse werknemers uit de zogenaamde verdragslanden en wier gezin niet in Nederland woonachtig is, kunnen 10 dagen onbetaald verlof per jaar opnemen mits dit vroegtijdig wordt gemeld.
3. Werknemers met een andere dan christelijke religieuze overtuiging worden in de gelegenheid gesteld onbetaald verlof te nemen op hun feest- en gedenkdagen.
Artikel 44
Scholing
A. Pre´-pensioneringscursus
Werknemers die er over denken om gebruik te maken van de (deeltijd)-VUT regeling of met pensioen gaan, kunnen gebruik ma- ken van de pre´-pensioneringscursus die wordt opgenomen in de scholingscatalogus van de SSWT. De normaal geldende scholings- voorwaarden zijn van toepassing.
B. Bijscholing
1. De sociale partners in de bedrijfstak hechten grote waarde aan een goed scholingsniveau van de werknemers. Daartoe zullen werkgevers financieel in staat worden gesteld een scholingsbeleid
40
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
te voeren dat minstens tweemaal zoveel scholingsdagen omvat als het aantal werknemers in de onderneming.
2. De werkgever stelt jaarlijks (een deel van) de werknemers in staat bijscholingscursussen te volgen, die zijn goedgekeurd door of namens de CAO-partijen.
3. Voor de werknemers die een vorenbedoelde cursus volgen, zal het gederfde loon worden doorbetaald. Daarnaast zullen cursus- kosten en reiskosten worden vergoed (zie ook Aanhangsel 3).
4. De werkgever kan de bruto-verletkosten voortvloeiend uit de toe- passing van lid 2 en 3 declareren bij het Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerindustrie. Hetzelfde geldt voor cursusen reiskosten voor zover deze op grond van de Rege- ling Scholing Werkenden declarabel zijn.
5. Voor zover de werkgever in een kalenderjaar geen scholings- beleid voert conform lid 1, dan wel onvolledig gebruik maakt van de declaratiemogelijkheden conform lid 4, heeft de werknemer recht op maximaal 20 uur per jaar betaald vrijaf voor het volgen van een cursus als bedoeld in lid 2. Cursuskosten en reiskosten worden door het Fonds vergoed voor zover deze kosten op grond van de Regeling Scholing Werkenden declarabel zijn.
HOOFDSTUK 13
FINANCIERING COLLECTIEVE BELANGEN TIMMERFABRIEKEN
Artikel 47A
Bijdrage Opleidings- en Ontwikkelingsfonds
1. De werkgever is voor iedere dag waarover hij ingevolge het bepaalde in artikel 33 van deze CAO jegens zijn werknemer(s) gehouden is tot het betalen van de bijdrage in het Vacantiefonds, aan de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken een bijdrage verschuldigd van 1,25%1) van het individueel overeengeko- men loon. De bijdrage wordt via het Systeem Vaststelling en Inning Premies betaald, dan wel op nota in rekening gebracht voor werkge- vers die niet deelnemen aan het VIP-Systeem.
2. De bovengenoemde bijdrage omvat heffingen voor de bestrijding van:
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht en geen werking.
41
1. de kosten van de vakopleiding, van andere opleidings- en beroeps- scholingsprojecten en van daarmee verband houdende weten- schappelijke onderzoekingen;
2. de kosten van overige werkgevers- en werknemersactiviteiten in het kader van de doelstellingen zoals omschreven in de statuten van de stichting.
3. De bepalingen van de statuten en het financieringsreglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrie- ken binden de werkgever alsof zij in deze CAO opgenomen waren. Waar in dit artikel wordt gesproken over verplichtingen van werkge- ver jegens voornoemde Stichting wordt daarmee aan de Stichting een zelfstandig recht op invordering jegens de werkgever toegekend.
Artikel 47B
Bijdrage Scholings- en Werkgelegenheidsfonds
1. De werkgever is voor iedere dag waarover hij ingevolge het bepaalde in artikel 33 van deze CAO jegens zijn werknemer(s) gehouden is tot het betalen van de bijdrage in het Vacantiefonds, aan het Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerindustrie, een bijdrage verschuldigd van 0,7%1) van het individueel overeengeko- men loon. De bijdrage wordt via het VIP-Systeem betaald, dan wel op nota in rekening gebracht voor werkgevers die niet deelnemen aan het VIP-Systeem.
Indien na 1 januari 1997 als het gevolg van de verlaging van de pre- mie van 1,0% naar 0,7% mocht blijken dat de SSWT onvoldoende gelden binnen krijgt ter financiering van haar activiteitenontwikkeling dan wordt de heffing verhoogd.
2. De in lid 1 genoemde bijdrage dient ter financiering van:
1. onderzoek naar de behoefte aan scholing en leerstofontwikkeling in de bedrijfstak timmerindustrie;
2. verletkosten verbonden aan het volgen van, door het bestuur van het fonds goedgekeurde om-, her- en bijscholingsprojecten door in de timmerindustrie werkzame personen;
3. bijdragen in door het bestuur van het fonds goedgekeurde scholingsprojecten en werkervaringsplaatsen voor langdurig werklozen.
4. herscholing van werknemers die als gevolg van reorganisatie of bedrijfssluiting buiten de timmerindustrie in samenwerking met het RBA nieuw werk zoeken.
3. De bepalingen van de statuten van de Stichting Scholings- en
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht en geen werking.
42
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken binden de werk- gever alsof zij in deze CAO opgenomen waren.
Waar in dit artikel wordt gesproken over verplichtingen van werkge- ver jegens voornoemde Stichting wordt daarmee aan de Stichting een zelfstandig recht op invordering jegens de werkgever toegekend.
Artikel 48
Bedrijfsgezondheidszorg
1. Ter financiering van de collectieve bedrijfsgezondheidszorg in de timmerindustrie, is de werkgever aan het O & O fonds per werkne- mer een bijdrage verschuldigd, welke via het VIP wordt betaald. Per 1 januari 19951) is deze bijdrage ƒ 0,77 per dag.
2. Bedrijven wordt de mogelijkheid geboden om dispensatie te krijgen voor het collectieve contract dat is gesloten tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties enerzijds en de ARBO-Unie anderzijds. Dispensatie kan worden aangevraagd bij de Vakraad van de Timmer- fabrieken p/a Xxxxxxx 000 0000 XX Xxxxxxx. Bij de aanvraag dient een verklaring van de OR te zijn bijgesloten waaruit blijkt dat deze hun instemming met de dispensatie betonen. Bij het ontbreken van een OR dient de verklaring te worden ondertekend door de meerder- heid van het personeel. In dat geval dient ook duidelijk te zijn hoe- veel werknemers in de onderneming werkzaam zijn.
3. Voor het jaar 1995 wordt het contract met de ARBO-Unie geconti- nueerd en gee¨valueerd.
5. Alle werknemers in de Timmerfabrieken hebben recht op het pakket voorzieningen zoals omschreven in bijlage E bij deze CAO.
6. De werkgever is verplicht om functionarissen van de gecontracteerde ARBO-dienst een algemeen verkennend werkplekonderzoek te laten uitvoeren.
Artikel 48A
Arbeidsomstandigheden en Arbeidsongeschiktheidsbestrijding
1. a. De werkgever dient minimaal eens per jaar met zijn werknemers
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
43
te overleggen over de arbeidsomstandigheden en het verzuim- beleid in de onderneming.
b. Vooruitlopend op de wettelijke maatregelen terzake dient elke onderneming een arbo-contactpersoon aan te wijzen.
In bedrijven met minder dan 10 werknemers geschiedt aanwij- zing in overleg met de werknemers. In bedrijven met 10 werk- nemers of meer geschiedt dat in overleg met de werknemersor- ganisaties, voorzover er geen OR aanwezig is.
De taken van de arbocontactpersoon zijn:
– het inventariseren van arborisico’s in het bedrijf;
– het bespreken van arborisico’s met de bedrijfsleiding;
– Het voorstellen van maatregelen om arborisico’s te beperken of op te heffen en ten behoeve daarvan;
– voeren van overleg en het maken van afspraken met werkne- mers, (bedrijfs)leiding en de noodzakelijke externe instanties.
c. De ondernemingen in de bedrijfstak zullen benaderd worden om te melden wie in de bedrijfstak de taak vervult van arbocontact- persoon.
d. Binnen de subsidiesfeer van het Scholings- en Werkgelegenheids- fonds Timmerindustrie zullen onder de geldende voorwaarden arbo-cursussen gevolgd kunnen worden.
De arbo-contactpersoon heeft het recht zich te scholen om zijn taken naar behoren te kunnen uitvoeren.
e. Ondernemingen met tenminste 35 werknemers zijn verplicht om een arbo-beleidsplan op te stellen.
Desgevraagd moet de Vakraad voor de Timmerfabrieken in het bezit worden gesteld van e´e´n of meerdere exemplaren van het arbo-beleidsplan.
f. Iedere timmerfabriek dient daarnaast jaarlijks een arbo-jaarplan te maken, waarin de actiepunten voor het komende jaar worden geformuleerd.
g. Het arbo-beleidsplan en -jaarplan zal worden gebaseerd op een analyse door de ARBO-unie van de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim in de onderneming.
2. a. In de krachtens de ARBO-wet verplichte risico-inventarisatie en evaluatie zal voor de Timmerindustrie expliciete aandacht wor- den gegeven aan het onderkennen van werkomstandigheden in het produktieproces waar volgens de deskundige dienst bescher- mende maatregelen noodzakelijk zijn. De werkgever zal volgens de aanwijzingen van de deskundige dienst adequate bescher- mende maatregelen doorvoeren en geadviseerde persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken.
b. Indien werknemers volharden in het weigeren van het gebruik van verplichte persoonlijke beschermings- en beveiligingsmid- delen kan de werkgever de betrokken werknemers een boete opleggen. Deze boetemogelijkheid alsmede de hoogte van de boete moeten expliciet in het fabrieksreglement zijn opgenomen.
44
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Werknemers die, bevestigd door een medische verklaring, als gevolg van hun arbeid binnen de onderneming dreigen arbeidsongeschikt te worden door full-time te blijven werken, hebben het recht om min- der uren te gaan werken tegen evenredige betaling en voor zover daarmee een bijdrage wordt geleverd aan herstel dan wel stabilisatie van de mate van arbeidsongeschiktheid.
4. Zodra daartoe de faciliteiten beschikbaar zijn worden de onderne- mingen verplicht ten behoeve van de zieke werknemer terugkeer- plannen op te stellen in overleg tussen de werkgever, de werknemer, de verzekeringsgeneeskundige, dan wel de bedrijfsgeneeskundige. Het initiatief voor de opzet van terugkeerplannen ligt bij de verze- keringsgeneeskundige.
5. Arbeidsongeschikt geworden ex-werknemers hebben, indien zich een voor hem of haar passende functie voordoet, het recht om in die functie te worden aangenomen. Werkgevers dienen iedere vacature te melden bij het RBA.
6. Werknemers die ongeschikt worden en aan het einde van het ZW- jaar wegens hun handicap bij hun werkgever alleen nog maar deeltijd-werk kunnen doen, hebben daartoe het recht. De beloning voor deeltijd-werk geschiedt naar evenredigheid.
7. Indien een werknemer geconfronteerd wordt met een situatie die aantoonbaar gezondheidsbedreigend is, heeft hij of zij het recht om het werk te onderbreken. De werknemer dient dit zo spoedig moge- lijk en met redenen omkleed te melden bij de OR dan wel de arbo- contactpersoon. Indien de werknemer naar het oordeel van de Ar- beidsinspectie ten onrechte gebruik heeft gemaakt van de regeling kan hem een boete worden opgelegd indien daartoe bij fabrieks- reglement een mogelijkheid bestaat.
8. De bedrijfstak zal worden voorgelicht over schadelijk geluid, toxi- sche stoffen en over bedrijfsgeneeskundige zorg door middel van daartoe te vervaardigen of reeds vervaardigde folders.
9. a. Per 1 januari 1996 zal een MAC-waarde houtstof van 2 mg/m3 gelden.
10. a. Werkgevers zijn verplicht zich te laten adviseren door een door de Vakraad van de Timmerfabrieken erkend adviesbureau over de wijze waarop kan worden voldaan aan de in lid 5 vastgestelde MAC-waarde houtstof. Dit adviesbureau neemt daartoe voor 1
45
januari 1996 met het bedrijf contact op. Bedrijven die door mid- del van houtstofmetingen – verricht door een nader door de vak- raad timmerfabrieken in te stellen instantie – kunnen aantonen dat de bestaande outillage voldoet aan de in lid 5 genoemde MAC-waarde wordt van verplichte advisering vrijgesteld.
b. De advieskosten zijn voor rekening van de werkgever en kunnen voor maximaal 50% tot een bedrag door het O&O-fonds nader vast te stellen door dit fonds worden vergoed.
11. a. De bedrijfstak zal worden voorgelicht over de uitkomsten van het paritair overleg, waarbij de nadruk zal liggen op de aanschaf van machines met een lage uitstoot van houtstof. Daarnaast zullen andere op dat moment bekende zaken en mogelijkheden om blootstelling aan houtstof te beperken in de voorlichting worden meegenomen. Hiertoe zullen partijen voorlichtingsmateriaal ont- wikkelen.
b. In de bedrijfstak zullen 5 proefprojecten worden opgezet, waar- bij rekening wordt gehouden met de aard van het bedrijf en de regionale spreiding.
c. Uit de door de adviseur opgedane ervaringen alsmede de uit de proefprojecten verkregen inzichten wordt voorlichtingsmateriaal samengesteld en verspreid.
13. a. Bedrijven zijn verplicht om ziekteverzuim en de oorzaak daarvan direkt te melden aan de Arbo-dienst, met medeweten van de werknemer, die de ziekmelding doorgeeft aan de bedrijfsvereni- ging.
b. Ondernemingen in de bedrijfstak zijn verplicht om een adequate ziekteverzuimregistratie bij te houden.
Artikel 48b
Controle en sanctiemaatregelen bij arbeidsongeschiktheid
Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer zijn de sanctie- en controle- voorschriften van toepassing als omschreven in bijlage F.
HOOFDSTUK 14
OVER VERZEKERINGEN
Artikel 49
Verzekering tegen ziektekosten
3. De werkgeversbijdrage in de premie van de ziektekostenverzekering, tezamen met een eventueel anderszins toegekende tegemoetkoming
46
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
aan de werknemer met betrekking tot zijn ziektekosten, zal tenmin- ste 50% van de premie, inclusief de extra bijdragen die vanaf 1 januari 19871) door de particulier verzekerde moet worden betaald, bedragen. De werknemer zal echter niet meer kunnen claimen dan het bedrag dat voor rekening van de werkgever zou komen als de werknemer verplicht verzekerd was.
4. Onder een ziektekostenverzekering als bedoeld in dit artikel wordt tenminste verstaan een verzekering voor de werknemer en zijn ge- zinsleden behelzende vergoedingen in de rubrieken:
– kosten van verpleging en behandeling in de laagste klasse van een ziekenhuis, een sanatorium en een psychiatrische inrichting;
– kosten van niet-klinische specialistische behandeling;
– kosten van kunst- en hulpmiddelen.
Artikel 50
Verzekering bij vervoer
1. Indien een werknemer bij het zich van en naar het werk begeven en/of tijdens en ten behoeve van de werkzaamheden in opdracht van
c.q. met instemming van de werkgever gebruik maakt van:
a. een door de werkgever ter beschikking gesteld motorrijtuig;
b. een motorrijtuig dat voor dat doel door een der medewerknemers beschikbaar is gesteld;
is in geval a de werkgever, die eigenaar is van het betreffende motor- rijtuig, en in geval b de medewerknemer, die eigenaar is van het betreffende motorrijtuig, verplicht een ongevallenverzekering af te sluiten voor alle inzittenden, inclusief de bestuurder van het motor- rijtuig.
2. De verzekering zal minimaal een dekking geven voor de volgende uitkeringen per inzittende:
– bij overlijden ten gevolge van een ongeval ƒ 27.500,–
– bij volledige of gedeeltelijke invaliditeit ten gevolge van een ongeval ƒ 55.000,–
3. De werknemer is niet verplicht gebruik te maken van een voor hem ter beschikking gesteld motorrijtuig, indien niet kan worden aange- toond dat een verzekering als omschreven in lid 2 en de wettelijk verplichte WA-verzekering is afgesloten.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
47
Artikel 51
Vergoeding bij schade
1. De werkgever is verplicht de door brand ontstane schade aan de werknemer toebehorende gereedschappen en/of werkkleding, voor zover deze in zijn onderneming worden gebruikt voor door de werk- gever opgedragen werkzaamheden en deze voorkomen op een door hem ingediende bij de werkgever berustende inventarislijst te ver- goeden.
2. De werkgever zal de schade aan brillen, contactlenzen en gebitsprot- hesen vergoeden, indien deze schade buiten de schuld van de werk- nemer en met inachtneming van de voorgeschreven veiligheidsmaat- regelen, tijdens de normale uitvoering van de werkzaamheden is ontstaan en de schade niet elders kan worden verhaald.
HOOFDSTUK 15
WERKGELEGENHEIDSOVERLEG EN SOCIAAL BELEID
Artikel 52A
Ondernemingsraden
1. In afwijking van artikel 35a lid 1 van de Wet op de Ondernemings- raden geldt dat ondernemingen met minder dan 100 werknemers in dienst informatie schriftelijk dienen te verstrekken indien de onder- nemingsraad daarom verzoekt.
Artikel 53
Werkgelegenheidsoverleg binnen de onderneming
1. Ten behoeve van het werkgelegenheidsoverleg binnen de onderne- ming zullen de ondernemingen waarop deze CAO van toepassing is de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging die de werknemers in de onderneming vertegenwoordigt:
a. tijdig informeren over beslissingen, waaronder investeringen, welke van invloed zijn op de inhoud, de kwaliteit of de kwanti- teit van het werk in de onderneming;
b. jaarlijks een jaarplan met betrekking tot de werkgelegenheid bin- nen de onderneming ter beschikking stellen;
c. indien in de regel tenminste 35 werknemers in dienstbetrekking zijn jaarlijks, en wel uiterlijk zes maanden na afloop van het kalenderjaar, een sociaal jaarverslag ter beschikking stellen.
In het sociaal jaarverslag wordt informatie gegeven over:
48
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– de doelstelling van de onderneming;
– de uitgangspunten voor het sociaal beleid;
– de verbetering van arbeidsomstandigheden;
– de gang van zaken in de onderneming;
d. indien in de regel tenminste 35 werknemers in dienstbetrekking zijn een overzicht ter inzage verstrekken waarin zijn opgenomen de economische kerncijfers van de onderneming alsmede een motivering van de eventuele bestemming der netto-winst.
2. Het beleid van de onderneming zal, binnen het kader van het continu¨ıteitsbeleid, gericht zijn op behoud van de bestaande arbeids- plaatsen en zo mogelijk op uitbreiding daarvan.
In verband daarmee verstrekt de onderneming aan de ondernemings- raad c.q. de personeelsvertegenwoordiging die de werknemers in de onderneming vertegenwoordigt informatie over het ontstaan van en de opvulling van vacatures. Indien in de ontstane vacatures niet wordt voorzien stelt de onderneming genoemde vertegenwoordigers van de werknemers in de onderneming in kennis van de redenen daarvan en treedt daarover in overleg.
3. De werkgever zal alle buiten de onderneming gepubliceerde vacatu- res tevens melden aan het Regionaal Bureau voor de Arbeid (RBA) tenzij de publikatie alleen plaatsvindt binnen de ondernemingen behorende tot hetzelfde concern.
Artikel 55
Fusie, reorganisatie, sluiting bedrijf of bedrijfsonderdeel en technische vernieuwing
4. Als in een bedrijf of afdeling een aanmerkelijk aantal werknemers ten gevolge van technische vernieuwing in een andere functie moet worden ingedeeld, zullen de betrokken werknemers tenminste het niveau van hun oude functie behouden en de beloning die voor hen daarbij gold.
De werkgever zal in dat verband de werknemer zonodig in de gele- genheid stellen om,- her- of bijscholing te volgen ten behoeve van een goede nieuwe (of gewijzigde) functie. Het Scholings- en Werkgelegenheidsfonds kan voorzien in een tegemoetkoming aan de werkgever van de loonkosten van de werknemer die tijdens werktijd van deze scholing gebruik maakt.
5. Indien werknemers als het gevolg van een reorganisatie of bedrijfs- sluiting voor het verkrijgen van arbeid her- of bijscholing behoeven,
49
dan zal de SSWT hiervoor zorg dragen. De werkgever hoeft in dat geval geen rekening te houden met het maximum aantal te declare- ren scholingsdagen. (zie artikel 47B lid 2.4)
Artikel 56
Arbeidsplaatsen voor zwakkere groeperingen
1. De werkgever zal de grootst mogelijke aandacht besteden aan het scheppen van plaatsingsmogelijkheden voor zwakkere groeperingen op de arbeidsmarkt: met name voor oudere, jongere en gehandicapte werknemers. De werkgever zal hierover overleg voeren met de OR
c.q. de personeelsvertegenwoordiging.
Indien een werkgever een mogelijkheid tot plaatsing heeft gevonden welke naar zijn verwachting of die van de OR c.q. de personeels- vertegenwoordiging ook in andere ondernemingen toegepast kan worden, informeert hij de Commissie Bedrijfstakaangelegenheden hierover.
2. Indien een werknemer in de loop van het dienstverband met de werk- gever gedeeltelijk arbeidsongeschikt ingevolge de WAO mocht gera- ken zal de werkgever de grootst mogelijke aandacht schenken aan mogelijke herplaatsing van de werknemer in een voor hem geschikte functie.
3. De werkgever zal bij werving van nieuw personeel bij voorrang aan- dacht besteden aan de mogelijkheid van plaatsing van werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn ingevolge de WAO in voor hen geschikte functies en aan plaatsing van jeugdige werknemers die partieel leerplichtig zijn.
4. Werkgevers die boven de normale personeelsformatie werkervarings- plaatsen cree¨ren voor langdurig werklozen kunnen, naast de moge- lijke overheidssubsidie op grond van de Kaderregeling Arbeidsin- passing (KRA), van de bedrijfstak een subsidie ontvangen op grond van artikel 47B lid 2.3. De CAO-partijen streven ernaar om op deze wijze 180 werkervaringsplaatsen in de bedrijfstak te laten ontstaan. Vrouwen die willen herintreden, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en mensen van buitenlandse afkomst zullen hierbij extra goed benaderd worden.
Artikel 57
Discriminatie
Het is niet toegestaan, met inachtneming van objectief aan de functie verbonden eisen, gelijkwaardige werkne(e)m(st)ers, gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie te onthouden, op grond
50
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van factoren als leeftijd, sexe, sexuele geaardheid, burgerlijke staat, levens- of geloofsovertuiging, huidskleur, ras of etnische afkomst, natio- naliteit en politieke keuze.
HOOFDSTUK 17
SLOTBEPALING
Artikel 60
Dispensaties
De Vakraad is bevoegd, zonodig onder het stellen van nadere voorwaar- den, afwijking toe te staan van een of meer bepalingen van deze CAO.
51
BIJLAGE A
FUNCTIELIJST
als bedoeld in artikel 19 van en behorende bij de CAO voor de Timmerfabrieken
Toelichting op de functie-indeling
Inleiding
Met de indeling van functies is beoogd een op de praktijk aansluitende systematiek te verkrijgen, waarbij als uitgangspunt niet is gekozen voor het indelen van alle mogelijke functies die in de timmerindustrie voor- komen, doch voor een meer functionele benadering, waarin het niveau van vereiste kennis, ervaring enzovoorts het hoofduitgangspunt vormt. De basis voor het systeem is functieclassificatie, waarbij derhalve de rangorde in niveau wordt bepaald aan de hand van een aantal kenmer- ken. Deze rangorde kan een maatstaf zijn voor de salarie¨ring, doch men bedenke dat dit verband niet altijd rechtstreeks kan worden gelegd omdat in de algemene salarisschalen niet de wijze van taakvervulling door de individuele medewerker tot uitdrukking kan worden gebracht.
Algemeen
Om de methodiek van functie-indelingen gemakkelijk en algemeen toe- gankelijk te maken, is na een algemene omschrijving van het functie- niveau ter bepaling van de gedachten, een aantal voorbeeldfuncties omschreven voor de 5 salarisgroepen A tot en met E. Daarnaast is een aantal functies met indicatieve waarde in de diverse groepen alleen met name genoemd.
De inschaling heeft betrekking op de functie zoals deze zich in het alge- meen zal voordoen. Dit betekent dat er rekening mee is gehouden dat zich in de praktijk onder dezelfde functiebenaming verschillen in functie- inhoud kunnen voordoen.
Deze verschillen in functie-inhoud zullen echter pas tot een indeling in een andere functiegroep leiden indien het totale niveau van de functie- inhoud essentieel verandert. Door deze methodiek wordt het mogelijk zich een goede indruk te vormen over de inhoud van de niveaus van de verschillende groepen.
Andere, niet vermelde functies, kunnen aan de hand van deze voorbeel- den worden ingeschaald.
Indien twijfel of verschil van mening bestaat over de functiegroep, dient de inschaling te worden voorgelegd aan een door de Vakraad aangewe- zen Indelingscommissie.
52
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Uitgangspunten classificatie
Om het niveau van een functie goed te waarderen, is een goede functie- omschrijving van belang. Incidentele bijkomende werkzaamheden beho- ren hier niet in.
Als belangrijkste kenmerken voor de waardering van de functies zijn gekozen:
– benodigde kennis of ervaring
– ingewikkeldheid van de functie
– afbreukrisico bij de uitoefening van de functie
– contacten, nodig voor het vervullen van de functie
– aard en omvang van toezicht als het een leidinggevende functie betreft.
Deze kenmerken sluiten aan bij algemeen aanvaarde verhoudingen en selectie-eisen.
Toelichting op de waarderingskenmerken
Benodigde kennis
Om de benodigde kennis voor een functie te verwerven, bestaan in het algemeen twee wegen:
1. Door middel van een opleiding wordt basiskennis verworven. Het gaat hierbij om de opleiding nodig om de bedoelde functie te kun- nen vervullen.
2. Door middel van ervaring wordt de basiskennis uitgediept en/of ver- der opgebouwd. De benodigde ervaring is dan de tijd welke nodig is om de functie goed te kunnen vervullen. Dit mag niet verward wor- den met de diensttijd, welke soms veel langer is.
De ingewikkeldheid van de functie
Deze kan geanalyseerd worden door af te vragen of:
a. het werk gestandaardiseerd is;
b. welke mate van zelfstandigheid vereist is;
c. welke mate van verscheidenheid van taken binnen de functie voor- komt;
d. welke soort beslissingen genomen moeten worden;
e. in welke mate men moet ontwerpen, analyseren en zich moet kun- nen uitdrukken in woord en/of geschrift.
53
Afbreukrisico
Hiermede wordt bedoeld de schade welke kan ontstaan door fouten of nalatigheid. Deze schade kan zijn een afbreuk van de goodwill van het bedrijf of een schade in geld.
Het is duidelijk dat afhankelijk van het niveau van de functie de gevol- gen van fouten aanzienlijk kunnen verschillen. Daarbij speelt de mate waarin men leiding krijgt en gecontroleerd wordt een rol omdat bij intensieve leiding de kansen op fouten vermindert.
Contacten
Alle contacten binnen en buiten het bedrijf worden gewaardeerd. Deze kunnen varie¨ren van het normaal met elkaar samenwerken tot het stimu- leren van anderen binnen het bedrijf en van het normaal met elkaar samenwerken tot het be¨ınvloeden van anderen buiten het bedrijf.
Aard en omvang van toezicht
Dit kenmerk spreekt voor zich.
Functie-indeling
*Loongroep A
Het onder leiding verrichten van eenvoudige steeds weer terugkerende werkzaamheden waarvoor geen of nagenoeg geen ervaring vereist is. In het algemeen zeer eenvoudige hulparbeid.
Indeling in loongroep A is hoogstens 2 jaar mogelijk. (Zie ook artikel 23 lid 6)
Opleidings-/ervaringsniveau: geen of nagenoeg geen. Omschrijving voorbeeldfuncties:
– Corveee¨r: Moet onder toezicht of volgens vaste instructies diverse afdelingen opruimen en schoonhouden.
– Houtoplatter: Stapels maken van het hout dat gedroogd moet wor- den, met latten ertussen, zonodig lengten apart houden.
Loongroep B
Eenvoudige werkzaamheden die meer zelfstandig, doch wel onder toe- zicht verricht worden en waarvoor reeds een korte tijd praktijkervaring gewenst is.
Opleidings-/ervaringsniveau: enige praktijkervaring. Omschrijving voorbeeldfuncties:
– Assistent opsluiter: is behulpzaam bij het samenstellen van kozijnen, ramen, deuren enzovoorts.
– Assistent heftruckchauffeur: is behulpzaam bij het transporteren van goederen.
54
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
– Assistent machinaal houtbewerker: moet hout aanpakken en opsta- pelen bij machines met mechanische aanvoer, goederen aan- en afvoeren, tijdens stellen behulpzaam zijn, rondom opruimen en schoonhouden.
– Assistent xxxxxxxxx: verricht eenvoudige, repeterende montage- werkzaamheden.
– Andere functies waaraan in deze groep gedacht kan worden: Afkorter, assistent glaszetter, alsmede functies uit loongroep A die langer dan 1 jaar zijn vervuld.
Loongroep C
Het werk vereist over het algemeen ervaring gepaard met enige theore- tische vakkennis.
Opleidings-/ervaringsniveau: ruime ervaring met aanvullende opleiding Stichting Hout en/of LTS-, LEAO-diploma.
Omschrijving voorbeeldfuncties:
– Heftruckchauffeur: moet zelfstandig, na instructies, goederen aan- en afvoeren en auto’s laden en lossen.
– Schilder/spuiter: moet zelfstandig met de kwast, lage- of hogedruk- spuit, de produkten of onderdelen van produkten voorzien van e´e´n of meerdere lagen transparante of dekkende lak in de juiste kleur en laagdikte, volgens gegeven instructies.
– Magazijnbediende: moet zelfstandig inkomende goederen controle- ren en goederen uitgeven volgens instructies.
– Xxxxxxxxx: moet zelfstandig meer ingewikkelde montage- werkzaamheden verrichten volgens gegeven instructies.
– Machinaal houtbewerker: moet zelfstandig eenvoudige machines bedienen en instellen volgens gegeven instructies.
Loongroep D
Werkzaamheden kunnen gevarieerd zijn en vereisen een goede bedrijfs- ervaring, theoretische kennis en eigen initiatief.
Opleidings-/ervaringsniveau: LTS/MAVO/HAVO/MEAO met aanvul- lende gerichte vakopleiding (onder andere voortgezette opleiding Stich- ting Hout) of gelijkwaardige kennis.
Omschrijving voorbeeld functies:
– Allround machinaal houtbewerker: moet ingewikkelde machines be- dienen en alle voorkomende werkzaamheden zelfstandig verrichten volgens gegeven instructies.
– Allround timmerman: moet alle voorkomende werkzaamheden zelf- standig kunnen verrichten volgens gegeven instructies.
– Allround slijper/steller: Moet alle voorkomende gereedschappen zelf-
55
standig slijpen en/of vijlen, waaronder ook hardmetaal en beitel- blokken kunnen stellen.
– Allround onderhouds-monteur: moet alle voorkomende reparaties en werkzaamheden zelfstandig verrichten, mits de juiste machines en gereedschappen beschikbaar zijn.
– Andere functies waaraan in deze groep gedacht kan worden:
Allround glaszetter, allround afkorter.
Loongroep E
Werkzaamheden zijn zeer gevarieerd en vereisen een ruime ervaring, alsmede theoretische kennis en eigen initiatief. Leidinggevende en con- tractuele eigenschappen zijn noodzakelijk.
Opleidings-/ervaringsniveau: LTS met aanvullende opleiding (onder an- dere voortgezette opleiding of -kaderfunctionaris Stichting Hout) MTS/ MAVO/MEAO/HAVO dan wel gelijkwaardige kennis.
Omschrijving voorbeeldfuncties:
– Voorman machinaal houtbewerker: moet alle ingewikkelde machines kunnen bedienen en alle voorkomende werkzaamheden zelfstandig verrichten volgens gegeven instructies. Geeft zelf meewerkend lei- ding aan tenminste 4 collega’s uit de groepen A, B, C en D.
– Voorman timmerman: moet alle voorkomende werkzaamheden zelf- standig kunnen verrichten volgens gegeven instructies. Xxxxx zelf meewerkend leiding aan tenminste 4 collega’s uit de groepen A, B, C, D.
– Eindcontroleur: controleert geheel zelfstandig het produkt zowel voor, tijdens als na de produktiefase op zijn technische kwaliteit.
Waar noodzakelijk zal een corrigerende beslissing moeten worden opgelegd of zal tot afkeur moeten worden overgegaan.
– Allround schrijver: moet alle voorkomende werkstukken kunnen uit- slaan en afschrijven, de benodigde houtsoorten en plaatmaterialen kunnen beoordelen op hun geschiktheid voor het einddoel.
Moet zelfstandig tekening kunnen lezen en op de hoogte zijn van alle constructiemethoden, de produktiegang en de bewerkingsmogelijk- heden van de aanwezige machines.
– Bedrijfsleermeester: is een werknemer of ondernemer wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en begeleiden van werknemers in een onderneming. Hij is daartoe door de werkgever op grond van zijn werkervaring en vakbekwaamheid aangewezen en heeft daartoe de onder verantwoording van de Stich- ting Scholing Hout- en Meubel ontwikkelde opleiding Bedrijfsleer- meester gevolgd, die gegeven wordt door de Pedagogische Techni- sche Hogeschool Nederland dan wel een daar aan gelijkgestelde opleiding.
De bedrijfsleermeester stimuleert werknemers tot het volgen van opleidingen, weet de bedrijfsleiding te overtuigen van het nut van bepaalde opleidingen, houdt controle op de voortgang van de praktijk- component van de opleiding en begeleidt e´e´n of meerdere leerlingen.
56
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
De bedrijfsleermeester is tevens contactpersoon tussen leerling en consulent inzake opleidingsaspecten.
– Andere functies waaraan in deze groep gedacht kan worden:
Allround monteur bouwplaats.
57
BIJLAGE B
VIP-PREMIEWAARDENOVERZICHT
als bedoeld in artikel 34 van de CAO voor de Timmerfabrieken.
I. Uniforme percentages als bedoeld in artikel 34 zullen namens partijen worden aangeleverd door het Sociaal Fonds Bouwnij- verheid
2. In het rechtjaar 1995/1996 worden de percentages:
a. werknemers ouder dan 18 jaar : 23,06%
b. werknemers jonger dan 18 jaar met een volledige werkweek: 25,24%
c. werknemers jonger dan 18 jaar met 1 schooldag per week: 26,76%
d. werknemers jonger dan 18 jaar met 2 schooldagen per week: 28,39%
Bijdrage Opleidings- en Ontwikkelingsfonds 0,0125 over de grondslag. Bijdrage Scholings- en werkgelegenheidsfonds 0,00700 over de grond- slag.
Korting werkgever – 0,0015 over de grondslag.
Collectieve Ongevallenverzekering 229 dagen / 260 dagen ƒ 0,09 / ƒ 0,08 p.p.p.d.
Bedrijfsgezondheidsdienst 229 dagen / 260 dagen ƒ 0,77 / ƒ 0,67 p.p.p. dag.
58
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE C
SYSTEEM VASTSTELLING EN INNING PREMIES (VIP-SYSTEEM)
1. Onder ,,Systeem Vaststelling en Inning Premies VIP’ wordt verstaan het voor de bouwnijverheid ontwikkelde systeem waarbinnen de werkgever gehouden is betalingen van bijdragen en premies te doen ter voorziening in een aantal doelstellingen.
Partijen bij deze CAO zijn overeengekomen om door tussenkomst van de Stichting Fondsenadministratie voor de Timmerfabrieken STIFA deel te nemen aan het VIP-systeem ter voorziening in de gezamenlijke doelstellingen van:
– de Stichting Vacantiefonds voor de Timmerfabrieken en de Stich- ting Vacantiefonds voor de Bouwnijverheid waarmee eerstge- noemd fonds samenwerkt voor wat betreft de uitvoering van hun doelstellingen voor de onder deze CAO vallende ondernemingen;
– de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid; en
daarbij te betrekken de door de werkgever verschuldigde betalin- gen van bijdragen en premies ter voorziening in de doelstellin- gen van:
– de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Tim- merfabrieken;
– de Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerindustrie;
– de CAO voor de Timmerfabrieken in Nederland inzake vrijwil- lig vervroegde uittreding
– de CAO voor de Timmerfabrieken inzake ,,voorziening bij onge- val’’;
– de CAO voor de Timmerfabrieken inzake de collectieve finan- ciering bedrijfsgezondheidszorg.
Deze betalingen dienen rechtstreeks te worden voldaan aan de Stich- ting Fondsenadministratie voor de Timmerfabrieken STIFA. De STIFA draagt de gelden ten behoeve van de vakantie- en pensioen- rechten direct over aan de Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid waaraan de Stichting Vacantiefonds voor de Bouwnijverheid en de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid de admini- stratie hebben opgedragen. De Stichting Sociaal Fonds Bouwnijver- heid is binnen het VIP-systeem onder meer gehouden aan de desbe- treffende werknemers mededeling te doen omtrent de uit voormelde betalingen voortvloeiende opbouw van rechten welke werknemers aan voormelde fondsen kunnen ontlenen.
59
2. In verband met een en ander doet de werkgever schriftelijk medede- ling aan zijn werknemers dat hij is opgenomen als deelnemer in het VIP.
Het Sociaal Fonds Bouwnijverheid (SFB) bevestigt door middel van een brief aan de werknemers dat de werkgever met ingang van een bepaalde datum als deelnemer tot het VIP is toegelaten.
Voor zover een werkgever reeds deelnemer is en er een nieuw dienst- verband tot stand komt met een werknemer, doet hij tevens schrifte- lijk mededeling van het feit dat hij deelnemer is aan het VIP- systeem.
3. De werkgever dient per loonbetalingstijdvak, doch tenminste een- maal per maand/vier weken de door hem wegens rechten en toesla- gen van de in artikel 1 genoemde CAO’s en Stichtingen verschul- digde bedragen te betalen aan de Stichting Fondsenadministratie voor de Timmerfabrieken (STIFA). De STIFA draagt de ten behoeve van de vakantierechten en pensioenpremies verschuldigde bedragen direct over aan het SFB.
De werkgever verstrekt daarbij alle gegevens benodigd voor rechten- bijboeking van de individuele werknemer.
4. Het totaal aan premies en bijdragen verschuldigde dient te worden vastgesteld aan de hand van door de STIFA aan de werkgever te ver- strekken informatie en wordt in een afzonderlijke instructie aan de werkgever ter hand gesteld.
De betaling van de door de STIFA berekende bedragen dient binnen drie weken na afloop van de loonperiode te zijn geschied.
5. De Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid verstrekt aan de werk- nemer iedere vier weken een overzicht van de door zijn werkgever te zijnen name betaalde premies en bijdragen, alsmede van het totaal van zijn tegoed uit het Vacantiefonds voor de Bouwnijverheid, waar- mee het Vacantiefonds voor de Timmerfabrieken ter zake een over- eenkomst heeft gesloten, en de voor hem in het betreffende rechtjaar opgebouwde rechten bij de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid.
6. Het bestuur van het Vacantiefonds voor de Bouwnijverheid stelt nadere voorschriften vast omtrent de wijze waarop de werknemer over zijn tegoed kan beschikken en stelt de werknemer daarvan schriftelijk op de hoogte.
7. Indien door een werkgever in een tijdvak van maximaal vier weken ge´e´n premies en bijdragen als bedoeld onder artikel 1 voor een bij hem in dienst zijnde werknemer worden gestort, ontvangt de desbe- treffende werknemer een tegoedbewijs met de vermelding dat geen premies en bijdragen gestort zijn.
60
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE D-1
BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR LEIDINGGEVEND, TOEZICHTHOUDEND, TEKENKAMER-, ADMINISTRATIEF EN VERKOPEND PERSONEEL, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 LID 3
Artikel 1
Voor leidinggevend personeel, toezichthoudend personeel, tekenkamer- personeel, administratief personeel en verkopend personeel, geldt het- geen bepaald is in deze bijlage, met dien verstande dat het werkgever geoorloofd is in voor de werknemer gunstige zin daarvan af te wijken.
Artikel 2
Op werknemers, behorend tot het leidinggevend, toezichthoudend, admi- nistratief, tekenkamer- en verkopend personeel, die ingevolge een ar- beidsovereenkomst werkzaam zijn bij een werkgever als bedoeld in arti- kel 1 lid 2 van deze CAO is onverminderd van toepassing hetgeen is bepaald in:
1. Hoofdstuk 1 artikel 1 leden 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9; artikel 2, 3 en 5.
2. Hoofdstuk 3 artikel 6, 7, 8 en 10 van deze CAO in hoofdzaak rege- lende de aanvang en het einde van de dienstbetrekking.
3. Hoofdstuk 4 artikel 11 lid 1 en 12 van deze CAO regelende de nor- male arbeidstijd en -duur.
4. Hoofdstuk 5 artikel 14 van deze CAO met betrekking tot de partie¨le leerplicht.
5. Hoofdstuk 6 artikel 18 van deze CAO met betrekking tot de loon- betaling.
Hoofdstuk 6 artikel 22 voorzover het generieke wijzigingen van de garantielonen betreft. Hoofdstuk 6 artikel 23 van deze CAO met betrekking tot wijziging van lonen tijdens de contractsduur.
Hoofdstuk 6 artikel 26 lid 3 met betrekking tot de maximering van overwerk.
6. Hoofdstuk 8 artikel 32, 33 en 34 met betrekking tot de Sociale Fond- sen, de Bijdrage- en Premieverplichtingen en de Uitkering van vakantierechten en rechtwaarden, e´e´n en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 van deze bijlage.
7. Hoofdstuk 9 artikel 35, 36, 36A, 36B, 36C, 36D, 37 en 38 in hoofd- zaak regelende de doorbetaling van loon c.q. aanvullingen bij ar- beidsongeschiktheid, kort verzuim, werktijdverkorting en werkloos- heid, met dien verstande dat in artikel 36 lid 1a de opbouw van pensioenrechten wordt gemaximeerd op 260 dagen.
61
Artikel 36 lid 1 c is niet van toepassing.
8. Hoofdstuk 10 artikel 39, 40, 42, 43 en 44 met betrekking tot het aan- tal vakantie-, verlof- en feestdagen; de opname c.q. vaststelling daar- van, alsmede de roostervrije dagen, het bijzonder en educatief ver- lof.
9. Hoofdstuk 11 artikel 45 met betrekking tot het recht op vrijwillig vervroegd uittreden. Hoofdstuk 12 artikel 46 met betrekking tot het recht op pensioen.
11. Hoofdstuk 13 artikel 47 en 48, 48A en 48B met betrekking tot de financiering van collectieve belangen, arbeidsongeschiktheidsbe- strijding en controle en sanctiemogelijkheden bij arbeidsongeschikt- heid. In afwijking van artikel 48 lid 1 is de verschuldigde bijdrage ƒ 0,67 per dag.
12. Hoofdstuk 14 artikel 49 en 50 met betrekking tot de verzekering tegen ziektekosten en verzekering bij vervoer.
13. De hoofdstukken 15 en 17.
Artikel 3
Individueel overeengekomen loon
1. Op basis van het in 1994 ingevoerde systeem van functieclassificatie en de daarbij gehanteerde criteria worden alle werknemers verplicht ingedeeld in functiegroepen. (Zie bijlage D-2).
2. De werkgever zal aan de werknemer minimaal het in bijlage D-6 opgenomen garantieloon betalen dat voor de funtiegroep waarin de werknemer is ingedeeld geldt.
3. De werkgever is bevoegd om een hoger loon te betalen dan het in bijlage D-6 opgenomen garantieloon behorend bij de functiegroep waarin de werknemer is ingedeeld.
4. Tot het individueel overeengekomen loon behoren alle vaste loon- bestanddelen.
Niet tot het individueel overeengekomen loon behoren variabele gra- tificaties, tantie`mes en dergelijke toeslagen.
Artikel 4
Bijzonder bepalingen met betrekking tot arbeidsongeschiktheid
1. Voor de bepaling van het aantal verlofdagen conform artikel 39 lid 1 van deze CAO wordt de eventuele periode van arbeidsongeschikt- heid in de zin van de Ziektewet beschouwd alsof de werknemer heeft gewerkt.
2. Tijdens de periode waarin de werknemer arbeidsongeschikt in de zin 62
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van de Ziektewet is, zal de werkgever de pensioenpremie voor het in artikel 48 bedoelde pensioen van de Stichting Bedrijfspensioen- fonds voor de Bouwnijverheid doorbetalen.
Artikel 5
Vergoeding verlof- en feestdagen en vakantietoeslag
1. Indien de werkgever met de in deze bijlage bedoelde werknemers is overeengekomen dat vergoeding voor de in artikel 39 van deze CAO bedoelde verlof- en feestdagen, alsmede de in artikel 34 lid 1 sub a bedoelde vakantietoeslag zal worden verstrekt door betaling van vakantierechten via het in artikel 1 sub 9 van deze CAO bedoelde Systeem Vaststelling en Inning Premies VIP zijn de artikelen 32, 33 en 34, alsmede artikel 18 lid 6 en alle andere daarop betrekking heb- bende bepalingen van deze CAO van overeenkomstige toepassing. Doorbetaling van loon over vakantiedagen, snipperdagen en de alge- meen erkende christelijke feestdagen en Koninginnedag zal in dat geval niet plaatsvinden.
2. a. Indien de werkgever met de in deze bijlage bedoelde werknemers is overeengekomen dat het loon over de in artikel 39 van deze CAO de verlof- en feestdagen normaal worden doorbetaald als zou op deze dagen zijn gewerkt, dan zal de werknemer jaarlijks een vakantietoeslag worden uitgekeerd van 8% over het salaris dat de werknemers in de 12 maanden voorafgaande aan 1 mei van het betreffende jaar bij de werkgever heeft genoten. Voor het bepalen van deze toeslag wordt de eventuele periode van arbeids- ongeschiktheid in de zin der Ziektewet beschouwd als normaal te zijn gewerkt.
De bepalingen van artikel 32, 33 en 34 voor zover deze de vakantierechtwaarden en het Vacantiefonds betreffen zijn in het hierboven bedoelde geval niet van toepassing.
b. Indien het dienstverband van een in sub a bedoelde werknemer in een vakantiejaar korter dan 12 maanden heeft geduurd, wordt het aantal verlofdagen naar verhouding bepaald en naar boven afgerond op hele dagen.
c. Aanspraken op vakantie bij bee¨indiging van het dienstverband na twee jaar arbeidsongeschiktheid (e´e´n jaar Ziektewet en e´e´n jaar AAW/WAO) zullen voor de in sub a bedoelde werknemer wor- den omgezet in een uit te betalen bedrag gelijk aan het loon over het verworven aantal vakantiedagen.
63
Artikel 6
Afwijkende arbeidstijd en overwerk
1. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de werkgever, is de in deze bijlage bedoelde werknemer gehouden te werken buiten de uren genoemd in artikel 11 lid 1 dan wel langer dan de in artikel 12 lid 1 genoemde normale arbeidsduur.
In deze gevallen zijn de bepalingen van artikel 11 leden 2 en 3 res- pectievelijk artikel 13 leden 3 tot en met 9 van deze CAO van over- eenkomstige toepassing.
2. Tenzij bij de aanvang van het dienstverband c.q. bij wijziging van de functie in de honorering van de werknemer reeds rekening is gehou- den met de in het in het vorige lid bedoelde factoren zijn de bepa- lingen met betrekking tot de beloning van afwijkende arbeidstijd res- pectievelijk overwerk zoals bedoeld in artikel 24 respectievelijk artikel 26 van deze CAO van overeenkomstige toepassing.
64
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE D-2
FUNCTIE NIVEAU MATRIX (FNM), DE METHODE VAN FUNCTIE-INDELING VOOR DE TIMMERFABRIEKEN
1. Als methode van functie-indeling in de timmerindustrie is van kracht het systeem FNM (zie bijlage D-3).
2. De werkgever draagt er zorg voor dat de werknemers en – indien aanwezig de ondernemingsraad – inzage hebben in de systeem- beschrijving, toepassingsregels, interne en externe beroeps- procedures.
Functie-indeling
1. Iedere werknemer wordt door de werkgever met behulp van de Func- tie Niveau Matrix (conform het bepaalde in Bijlage D-3) ingedeeld in een van de functieniveaus 1 tot en met 10.
2. Indien twijfel of verschil van mening bestaat over indeling in een functieniveau, kan een individuele werknemer in beroep gaan bij een door partijen ingestelde Beroepscommissie.
Salarissysteem
1. Het salarissysteem is gebaseerd op twee criteria:
– de inhoud en zwaarte van de functie
– de beoordeling van het functioneren en de prestaties van de werknemer.
2. De inhoud en zwaarte van de functie komt tot uitdrukking in de inde- ling van de functie in een functieniveau, waaraan een salarisschaal is gekoppeld.
De salarisstructuur heeft in afwijking van de FNM 8 schalen.
3. De structuur kent minimum en maximum bedragen per salarisschaal. Er zijn geen vaste periodieken voorgeschreven.
De werkgever bepaalt, mede op basis van de beoordelingsuitkomsten, de eventuele verhogingen en de doorloopsnelheid per medewerker, van het minimum naar het maximum van de betreffende schaal.
4. a. Bij de toepassing van het salarissysteem zijn de daarbij gehan-
65
teerde minima per functieniveau gebaseerd op een volledig dienstverband.
b. In geval van een deeltijd-dienstverband wordt het functie-salaris vastgesteld naar evenredigheid van het overeengekomen aantal uren.
5. De werknemer wordt beloond volgens de salarisschaal die behoort bij het functieniveau waarin zijn functie is ingedeeld; dit geldt met name voor de schalen 1 tot en met 8. Indien een werknemer in een hogere schaal wordt ingedeeld dan de in de vorige volzin aangege- ven hoogste schaal, dan geldt ook voor deze hogere schalen het mini- mum salaris van die bedoelde hoogste schaal
6. De werknemer kan tijdelijk worden ingedeeld volgens een lagere salarisschaal (e´e´n schaal lager dan de feitelijk bij het functieniveau behorende schaal), indien hij wordt opgeleid voor een functie en in deze functie nog niet alle taken volledig kan vervullen. De werkge- ver dient de opleidingstermijn schriftelijk aan betrokkene te bevesti- gen en de groei naar de juiste salarisschaal alsmede de daarbij beho- rende tijdlijn aan te geven.
Invoeringsregels en overgangsbepalingen
1. De salarissystematiek is per 1 januari 1994 van kracht geworden.
2. De werkelijk verdiende persoonlijke salarissen zoals die bestonden voor het moment van de inschaling worden niet aangetast.
3. Op het tijdstip van invoering van het nieuwe salarissysteem is de bij de werkgever van toepassing zijnde wijze van salarie¨ring komen te vervallen. Werknemers kunnen hieraan geen rechten meer ontlenen.
4. Indien het (oude) persoonlijk functie-salaris zich bevindt tussen het functie-aanvangs-minimum en het functie-eindsalaris-maximum van de schaal die aan het nieuwe functieniveau is verbonden, wordt dat persoonlijk salaris ingeschaald in de voor de werknemer geldende salarisschaal.
5. Indien het (oude) persoonlijk functie-salaris zich ten hoogste 7,5% bevindt onder het functie-aanvangssalaris/minimum van de voor de werknemer geldende salarisschaal dan zal het (nieuwe) persoonlijk salaris gebracht worden op dat functie-aanvangssalaris/minimum van die schaal.
6. Is het verschil als bedoeld bij punt 2 groter dan 7,5% dan zal het (oude) persoonlijk functie-salaris op het moment van invoering van het nieuwe salarissysteem worden verhoogd met tenminste 7,5%.
66
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Het eventuele restant tot het functie-aanvangssalaris/minimum zal uiterlijk per 1 januari 1995 worden toegekend.
7. Indien het (oude) persoonlijk functie-salaris zich bevindt boven het functie-eindsalaris/maximum van de nieuwe salarisschaal die aan de functie verbonden is, wordt dit als (nieuw) persoonlijk salaris gega- randeerd.
8. Dit persoonlijk salaris wordt alleen aangepast met de, voor iedere werknemer geldende algemene inkomensaanpassingen, vastgelegd in de CAO.
9. Indien het te bereiken functie-eindsalaris/maximum in de salaris- schaal die aan zijn nieuwe functieniveau is verbonden, lager ligt dan het te bereiken functie-eindsalaris/maximum volgens de voor de invoering geldende wijze van salarie¨ring, dan zal de werknemer des- alniettemin worden gehonoreerd volgens de salarisschaal die aan zijn nieuwe functieniveau is verbonden. Het volgens deze salarisschaal te bereiken eindsalaris/maximum treedt in de plaats van het oude salarisperspectief, echter met dien verstande dat in ieder geval gedu- rende drie jaar de salarisgroei conform de oude systematiek/afspraken wordt gegarandeerd.
10. In geval van aperte onbillijkheid kan hiervan voor de betrokken werknemer in gunstige zin worden afgeweken.
11. Medewerkers kunnen tegen de indeling van hun functie in een bepaald functieniveau in beroep gaan. In eerste instantie staat hier- voor de gebruikelijke hie¨rarchische weg open. De directeur doet, bij blijvend verschil van mening intern een bindende uitspraak.
12. Medewerkers kunnen tegen de indeling van hun functie in een bepaald functieniveau, nadat de interne procedure is doorlopen, in beroep gaan bij een externe beroepscommissie. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. De beroepscommissie wordt het eerste jaar van invoering bijgestaan door een externe adviseur van de systeemhouder, Berenschot.
67
BIJLAGE D-3
GEBRUIKSINSTRUCTIE FNM
Stap 1: Ga na welke de belangrijkste werkzaamheden zijn die regelma- tig in de functie voorkomen. Een hulpmiddel hierbij is bijvoorbeeld een functiebeschrijving of een functiekarakteristiek.
Stap 2: Kies voor de in te delen functie de overeenkomstige functie- familie (kolommen 2 tot en met 7 uit de FNM, bijvoorbeeld ,,Produktie- leiding’’).
Stap 3: Xxxx deze functiefamilie helemaal door.
Stap 4: Zoek in deze functiefamilie het niveau dat het meest met de in te delen functie overeenkomt.
Lees de bijbehorende niveau-indicator (kolom 1 uit de FNM) die past bij het soort functie en controleer of voor het juiste niveau is gekozen. Lees bij twijfel ook de niveau-indicatoren van een niveau hoger en een niveau lager.
Stap 5: Stel vast dat de karakteristiek en de niveau-indicator op de hogere trede ook duidelijk hoger en die op de lagere trede ook duidelijk lager zijn dan het niveau van de desbetreffende functie.
– Opmerking 1:
Wanneer er sprake is van een duidelijke combinatiefunctie, die niet als zodanig voorkomt in de FNM, splits deze functie dan op en volg de stappen 4 en 5 voor de afzonderlijke delen. In dat geval geldt het hoogste functieniveau als het niveau van de functie en de bijbeho- rende salarisschaal.
– Opmerking 2:
Voor medewerkers in opleiding wordt geen afzonderlijk functie- niveau onderscheiden. Deze medewerkers worden tijdelijk e´e´n ni- veau lager ingedeeld dan de functie waarvoor zij in opleiding zijn.
Stap 6: Ken een salarisbedrag toe dat past binnen de aangegeven gren- zen van het minimum en het maximum van de betreffende salarisschaal.
Stap 7: Deel het functieniveau en het bijbehorende salarisbedrag mee aan de desbetreffende medewerker en eventueel aan de afdeling Perso- neelszaken.
Gebruik voor de onderbouwing van de indeling de argumenten (functie- karakteristiek en niveau-indicator) behorende bij het gekozen niveau in de FNM.
68
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE D-4
FUNCTIE NIVEAU MATRIX
In onderstaande tabel treft u de combinatiemogelijkheden tussen functie- niveau en functiefamilies.
functie- | Financie¨le | Produktie- | Onder- | Werkvoor- | Commercie/ |
ladder | admini- | leiding | steuning | bereiding/ | Xxxxxxx/ |
functie- | stratie | (secr./ | Produktie- | Verkoop- | |
niveau | autom./pz) | onder- | ondersteu- | ||
steuning | ning | ||||
10 | X | X | |||
9 | X | X | X | X | X |
8 | X | X | X | X | X |
7 | X | X | X | X | X |
6 | X | X | X | X | X |
5 | X | X | X | X | X |
4 | X | X | X | X | |
3 | X | X | X | ||
2 | X | ||||
1 | X |
69
BIJLAGE D-5 | ||
Tabellen functie niveau matrix | ||
Niveau-indicator | Functiefamilies | |
Niveau 1 | Financie¨le administratie | Produktieleiding |
Het verrichten van eenduidige taken | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
volgens voorschriften en instructies op | ||
een beperkt gebied. Vaardigheid kan | ||
snel in de werksituatie worden | ||
opgedaan. | ||
Ondersteuning | Werkvoorbereiding/Produktie- | Commercie/Verkoop/Verkoopondersteuning |
Secretariaat/Automatisering/PZ | ondersteuning | |
Verricht schoonmaakwerkzaamheden in | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
de kantoor- en de produktieruimten. | ||
of | ||
Verzorgt koffie, thee en eenvoudige | ||
lunches in de bedrijfskantine. |
70
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 2 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het toezicht houden op en het geven van aanwijzingen aan enkele medewer- kers betreffende werkzaamheden van eenvoudige, routinematige aard.
Niet van toepassing Niet van toepassing
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie- ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verkoop- ondersteuning
Ziet toe op schoonmaakwerkzaamheden en voert ze uit.
Draagt zorg voor de opvolging van pro- cedures en instructies voor hygie¨ne en dergelijke.
of
Houdt toezicht op en werkt mee in een kleine bedrijfskantine waar koffie, thee en eenvoudige lunches worden verzorgd.
71
Beheert de kas. Verzorgt de bestelling van benodigde artikelen.
Niet van toepassing Niet van toepassing
Niveau-indicator | Functiefamilies | |
Niveau 3 | Financie¨le administratie | Produktieleiding |
Het verrichten van vaktechnische werk- | Verwerkt gegevens uit de financie¨le | Beheert het magazijn door het afgeven van |
zaamheden op een smal of beperkt deel | administratie volgens voorschriften en | goederen, het registreren van inkomende en |
van het vakgebied volgens vaste voor- | instructies. Werkzaamheden zoals: het | uitgaande goederen. Bergt de goederen op in |
schriften en instructies. | controleren van berekeningen in de | het magazijn. Houdt het magazijn schoon. |
facturen, het verzamelen van gegevens | ||
ten behoeve van invoering, het | ||
invoeren van gegevens en het archive- | ||
ren van diverse gegevens. | ||
Ondersteuning | Werkvoorbereiding/ Produktie- | Commercie/Verkoop/ Verkoop- |
Secretariaat/Automatisering/PZ | ondersteuning | ondersteuning |
Behandelt inkomende telefoongesprek- | Niet van toepassing | Niet van toepassing |
xxx, draagt zorg voor het doorverbinden | ||
naar de juiste persoon. Geeft eventueel | ||
boodschappen door bij afwezigheid. | ||
Ontvangt bezoekers. Voert eventueel | ||
eenvoudig administratief werk uit zoals | ||
eenvoudig typewerk, kopie¨ren en het | ||
uitsturen van faxberichten. | ||
of |
72
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie- ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verkoop- ondersteuning
73
Voert administratieve werkzaamheden uit volgens gegeven richtlijnen of instructies. Werkzaamheden zoals het completeren van administratieve gegevens, het archiveren van gegevens, het invoeren van gegevens, het verrich- ten van eenvoudig typewerk.
74
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 4 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het toezicht houden op en het geven van aanwijzingen aan een kleine groep medewerkers, belast met werkzaamhe- den van meestal routinematig tot een- voudig vaktechnische aard.
Het verrichten van vaktechnische werk- zaamheden ter ondersteuning van een werkeenheid of discipline volgens aan- gegeven werkwijze, waarbinnen enige vrijheid van handelen staat.
Controleert, codeert en verwerkt diverse boekhoudkundige gegevens volgens vaststaande procedures. Werk- zaamheden zoals: het controleren en coderen van facturen, het verwerken van gegevens uit de loonadministratie in de financie¨le administratie, het con- troleren en boeken van voorraad- mutaties. Stelt op verzoek overzichten op van diverse boekhoudkundige en financie¨le gegevens, zoals debiteuren- overzichten en resultatenoverzicht.
Houdt toezicht op de werkzaamheden binnen e´e´n afgebakend onderdeel van de produktie. Heeft hierbij de dagelijkse leiding over een kleine groep medewerkers. Geeft instructies aan de medewerkers en controleert de werk- zaamheden. Bewaakt de kwaliteit van het geleverde werk. Werkt voor een groot deel zelf mee in de produktie.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verkoopondersteuning
Voert secretariaatswerkzaamheden uit ter ondersteuning van de verkoop- afdeling. Verzorgt de correspondentie, onder andere offertes, brieven, rapporten voor de verkopers aan de hand van concept in de engelse en Nederlandse taal.
Maakt verslagen van het werkoverleg, houdt agenda’s bij en maakt afspraken voor de verkopers.
Vervaardigt onder begeleiding detail- tekeningen van meestal standaard- constructies , deels via de computer. Werkt aanzichten en perspectiefteke- ningen uit ten behoeve van de diverse bewerkingen in de produktie.
Signaleert afwijking en rapporteert deze. Stelt alternatieven voor uit kosten-overwegingen.
of
Xxxxxxx onder begeleiding werken voor van meestal standaard- constructies. Trekt materialen uit op basis van goedgekeurde tekeningen. Maakt bestelspecificaties ten behoeve van Inkoop. Maakt detailschetsen en aanzichten ten behoeve van diverse bewerkingen in de produktie.
75
of
Bezoekt klanten volgens een vaste planning. Verkoopt het standaardassortiment volgens vaste prijsniveaus, geeft korting in overleg. Verzorgt rondleidingen en andere promotio- neel activiteiten.
76
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/Pz
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verkoopondersteuning
Calculeert onder begeleiding, dikwijls via het matrixcomputersysteem, meestal standaardconstructies.
Controleert de tekeningen aan de hand van de offerteaanvraag. Overlegt met opdrachtgevers bij onvolledige gegevens. Stelt alternatieve oplossin- gen voor voor materiaalgebruik, con- structie, prijs en dergelijke. Voert alle gegevens, bewerkingen en normtijden in volgens richtlijnen. Xxxxxxx volgens aanwijzingen meer /minder werk voor. Stelt kostprijsbegrotingen op en bereidt offertes voor.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 5 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het operationeel leiding geven door werkverdeling, instructies en controle aan een kleine groep medewerkers belast met de uitvoering van vaktechni- sche werkzaamheden op een beperkt deel van het vakgebied.
Het verrichten van specialistisch- vaktechnische werkzaamheden met vrijheid van handelen binnen operatio- nele richtlijnen op een onderdeel van een werkeenheid of discipline, of ter ondersteuning van een werkeenheid of discipline.
Draagt zorg voor de uitvoering van e´e´n of enkele subadministraties.
Codeert de gegevens ten behoeve van de verwerking. Controleert de fiatte- ring van stukken en invoer van gegevens. Draagt zorg voor de betaling van gefiatteerde stukken. Ver- strekt gegevens ten behoeve van de balans, verlies- en winstrekening.
Controleert doorberekeningen aan derden.
of
Beheert en voert de salarisadmini- stratie volgens vaste procedures van een minder grote organisatie met circa 50 medewerkers. Beheert het salaris- systeem en houdt het up-to-date.
77
Draagt zorg voor berekening en uitbe- taling van lonen en salarissen rekening houdend met de van toepas- sing zijnde cao’s en sociale verzekerings- en loonbelastingwetten. Verstrekt opgaven aan bedrijfsvereni- gingen en belasting. Draagt zorg voor overzicht en informatie van loon- en salarisgegevens.
Geeft leiding aan enkele afdelingen binnen de produktie. Heeft hierbij de dagelijkse leiding over een groep medewerkers. Geeft instructies aan de medewerkers, stelt prioriteiten, contro- leert de werkzaamheden en bewaakt de kwali- teit, stelt mede de produktieplanning op en bewaakt deze. Signaleert storingen en proble- men aan machines. Werkt voor de helft van de tijd mee in de produktie.
of
Beheert het magazijn en bewaakt de voorra- den. Draagt zorg voor het afboeken van mate- rialen van de voorraad en het inboeken naar de juiste order. Roept materiaal af bij leveran- ciers volgens vastgestelde leveringscondities. Registreert en controleert de inkomende en uitgaande goederen, meldt goederen aan bij de Produktie.
78
Niveau 5 Financie¨le administratie Produktieleiding
of
Voert de projectadministratie van een kleinere organisatie tot 50 medewer- kers. Verwerkt de gegevens van uren, materialen en kosten. Signaleert afwij- kingen, draagt zorg voor periodieke overzichten.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Ondersteuningl Secretariaat/ Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktieondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verkoopondersteuning
Voert secretariaatswerkzaamheden uit ter ondersteuning van de directie, waar- onder de behandeling van vertrouwe- lijke stukken. Neemt in steno op en werkt correspondentie uit in de Neder- landse en Engelse taal.
Maakt verslagen van directievergaderin- gen, stafvergaderingen en dergelijke.
Xxxxx agenda’s bij, maakt op verzoek afspraken. Beheert het directie-archief. of
79
Voert volgens vaste procedures werk- zaamheden uit ten behoeve van Perso- neelszaken. Verzorgt de werving en selectie van medewerkers in samenwer- king met de afdelingsleiding. Voert de personeelsadministratie. Initieert activi- teiten op het gebied van opleidingen.
Voert zelfstandig werkvoorbereiding uit ten behoeve van zowel standaard- als niet-standaardconstructies. Trekt materialen uit op basis van goedge- keurde tekeningen. Maakt bestel- specificaties ten behoeve van Inkoop. Maakt detailschetsen en aanzichten ten behoeve van diverse bewerkingen in de produktie. Signaleert meer/ minder werk, bereidt dit voor, bestelt materialen bij Inkoop, adviseert over
,,meelopen’’ meer/minder werk in de produktie.
Verzorgt administratieve taken volgens richt- lijnen ter ondersteuning van de Verkoop Bin- nendienst. Werkt offertes en orderbevestigin- gen uit. Geeft telefonische informatie aan klanten over het produktassortiment, de stan- daardprijzen, leveringsvoorwaarden en derge- lijke. Stelt facturen op, controleert de eindfac- turering.
Beheert en verzorgt de orderadministratie.
80
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 6 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het leiding geven met beperkte hie¨rar- chische bevoegdheden gericht op vak- technische begeleiding, werkverdeling, planning, instructies, kwaliteit en voort- gang aan een groep medewerkers belast met de uitvoering van meest vak- technische werkzaamheden in een zelf- standig bedrijfsonderdeel.
Het verrichten van specialistische- vaktechnische werkzaamheden met vrijheid van handelen binnen operatio- nele richtlijnen op een breed c.q. diep- gaand terrein van het vakgebied ten aanzien van een zelfstandig bedrijfs- onderdeel of discipline, of ter onder- steuning van een bedrijfsonderdeel of discipline.
Beheert en voert enkele sub- administraties van een kleinere organi- satie tot circa 50 medewerkers, volgens een vaste procedure. De sub- administraties kunnen omvatten: salaris-, debiteuren- en crediteuren- administratie. Verzorgt eventueel het grootboek. Stelt periodiek de balans op, signaleert afwijkingen en licht ze toe. Rapporteert de financie¨le gegevens volgens een standaard- systeem.
Levert jaarcijfers aan. of
Voert de projectadministratie van een middelgrote organisatie van 50 tot 100 medewerkers, volgens vaste pro- cedures. Registreert, controleert, en analyseert de gegevens zoals: uren, materialen en kosten. Xxxxxxxxxx xxxxx- xxxxxx, verzorgt management- informatie.
Geeft leiding aan de werkzaamheden van (een deel van ) de produktie afdeling van een kleinere organisatie tot 50 medewerkers, via enkele voorwerkers. Stelt mede de produktie- planning op en bewaakt deze, maakt schattin- gen van de te werken uren per project. Geeft instructies aan de voorwerkers.
Draagt zorg voor de planning/inzet van de medewerkers. Stelt prioriteiten. Controleert de werkzaamheden en bewaakt de kwaliteit.
Draagt zorg voor de registratie en bewaking van de gewerkte uren. Draagt zorg voor het voorkomen en repareren van storingen aan machines.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Niveau 6 Financie¨le administratie Produktieleiding
of
Beheert en voert de salaris- administratie volgens vaste procedures van een grote organisatie van 100 tot 150 medewerkers. Beheert het salaris- systeem en houdt het up-to-date.
81
Draagt zorg voor berekening en uitbe- taling van lonen en salarissen rekening houdend met de van toepas- sing zijnde cao’s en sociale- verzekerings- en loonbelastingwetten. Verstrekt opgaven aan bedrijfsvereni- ging en belasting. Draagt zorg voor overzichten en informatie van loon- en salarisgegevens.
82
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verk. ondersteuning
Voert secretariaatswerkzaamheden uit ter ondersteuning van de directie, waar- onder de behandeling van vertrouwe- lijke stukken. Geeft daarbij eventueel leiding aan enkele medewerkers. Voert zelfstandige afgeleide staf- werkzaamheden uit zoals werkzaamhe- den op het gebied van personeelszaken, verkoop- of inkoopadministratie. Neemt in steno op en werkt correspondentie uit in de Nederlandse- en Engelse taal.
Maakt verslagen van directievergaderin- gen, stafvergaderingen en dergelijke.
Legt volgens aanwijzingen management- informatie vast. Xxxxx agenda’s bij, maakt op verzoek afspraken. Beheert het directie-archief.
of
Verwerkt gegevens op de computer- systemen en de randapparatuur. Verzorgt volgens gegeven richtlijnen de uitdraai
Verzorgt de detailplanning voor diverse fases van de produktie ter ondersteuning van de produktie- leiding. Bewaakt de planning en sig- naleert afwijkingen aan de produktie- leiding. Draagt zorg voor management informatie over planninggegevens. of
Maakt normstellingen voor taaktijden ten behoeve van het interne produktie- proces, ofwel op basis van ervarings- cijfers, ofwel door verrichtingen van tijdstudies. Xxxxx arbeidsanalytisch onderzoek uit bij afwijkingen in geplande en gewerkte tijd.
of
Calculeert zelfstandig, meestal via het matrixcomputersysteem, zowel stan- daard als niet-standaardconstructies. Zorgt voor het doen opstellen van tekeningen. Controleert de tekeningen
Voert onder leiding enkele inkooptaken uit zoals het afroepen van orders bij vaste leve- ranciers binnen de raam-contracten. Bewaakt de levertijden, signaleert en rapporteert afwij- kingen in planning, kwaliteit en dergelijke. Controleert de inkoopfacturen. Verzorgt de inkoopadministratie waaronder het sorteren van pakbonnen en het invullen van bestelfor- mulieren.
of
Verzorgt de totstandkoming van produkt- documentatie volgens concept door het uitbe- steden van werk aan drukkerijen, reclamebu- reaus en dergelijke.
Bewaakt prijzen en planning, controleert de werkzaamheden. Verzorgt de voorbereiding van beursdeelnames zoals standopbouw en aanwezigheid promotiemateriaal.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verk. ondersteuning
van gegevens. Lost storingen randappa- ratuur op. Beheert de computersupplies en bewaakt de voorraad. Draagt zorg voor het kopie¨ren van gegevens- bestanden en de archivering.
of
Schrijft, wijzigt en vult de computerpro- gramma’s aan volgens opgekregen spe- cificaties. Test programmatuur, assisteert bij de systeemtest en -invoering. Stelt programmadocumentatie op en bedieningsinstructies voor operators.
aan de hand van de offerte aanvraag. Overlegt met opdrachtgevers bij onvolledige gegevens. Geeft waar mogelijk alternatieve oplossingen aan voor materiaalgebruik, constructie, prijs en dergelijke. Voert alle gegevens, bewerkingen en normtijden in volgens richtlijnen. Vraagt prijzen op bij vaste leveranciers en beslist over aanvraag van meerdere offertes. Berekent meer/minder werk in overleg met de leiding.
Stelt kostprijs samen en bereidt offertes voor.
of
83
Xxxxxxx werken voor vanaf de offerte- aanvraag tot en met de overdracht naar de produktie. Vervaardigt detail- tekeningen van meestal standaard- constructies, deels via de computer.
84
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 7 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het leiding geven met beperkte hie¨rar- chische bevoegdheden waaronder planning, indeling medewerkers, bewaken van planning, kosten, kwali- teit, voortgang en prioriteitsstelling aan een groep medewerkers belast met de uitvoering van meest vaktechnische werkzaamheden binnen enkele subafde- lingen van een zelfstandig bedrijfs- onderdeel.
Het verrichten van specialistisch- vaktechnische werkzaamheden met veelal functionele relaties naar de uit- voering binnen operationele richtlijnen, waarbij doorgaans vakinhoudelijke advi- sering over enkelvoudige probleemstel- lingen, verzorgen van instructies en vak- inhoudelijke overtuiging een rol spelen; externe contacten kunnen een essentieel onderdeel zijn.
Beheert en voert enkele sub- administraties van een middelgrote organisatie van 50 tot 100 medewer- kers, volgens vaste procedures.
De subadministraties kunnen omvatten: salaris-, debiteuren- en crediteurenadministratie. Geeft hierbij eventueel leiding aan enkele mede- werkers. Verzorgt het grootboek. Stelt periodiek de balans op, signaleert en licht afwijkingen toe.
Rapporteert de financie¨le gegevens volgens een standaardsysteem. Levert jaarcijfers aan.
Geeft leiding aan de werkzaamheden van een deel van de produktieafdeling van een mid- delgrote tot grote organisatie, van 50 tot 150 medewerkers, via enkele voorwerkers. Levert gegevens aan ten behoeve van de produktie- planning en bewaakt deze op onderdelen, maakt schattingen van de te werken uren per project. Draagt zorg voor een efficie¨nt pro- duktieproces. Geeft instructies aan de voor- werkers. Draagt zorg voor de planning/inzet van de medewerkers. Stelt prioriteiten. Con- troleert de werkzaamheden en bewaakt de kwaliteit. Draagt zorg voor de registratie en bewaking van de gewerkte uren. Beslist in overleg met de produktieleiding over afkeu- ring goederen, uitstel of stopzetten produktie. Draagt zorg voor het voorkomen of repareren van storingen aan machines.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Niveau 7 Financie¨le administratie Produktieleiding
85
Het verrichten van specialistisch- vaktechnische werkzaamheden met vrijheid van handelen binnen operatio- nele kaders op een breed c.q. diepgaand terrein van het vakgebied binnen een zelfstandig bedrijfsonderdeel of disci- pline of ter ondersteuning van een bedrijfsonderdeel of discipline. Het geven van sturing aan de activiteiten binnen het eigen vakgebied waarbij eventueel leiding gegeven wordt aan enkele medewerkers.
86
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verk. ondersteuning
Draagt er zorg voor dat het gebruik van geautomatiseerde systemen volgens vastgestelde procedures verloopt. Ziet toe op tijdige verwerking van gegevens en oplevering van informatie. Ziet toe op de integriteit van de gegevens.
Beheert de systeemdocumentatie. Regis- treert en bewaakt de werking van de systemen. Coo¨rdineert de onderhouds- wensen. Handhaaft de beveiligingseisen. Draagt zorg voor de acceptatie van nieuwe systeemversies. Ondersteunt en instrueert gebruikers.
Geeft leiding aan een groep tekenaars en/of werkvoorbereiders en werkt zelf mee aan complexe werken. Draagt zorg voor de afstemming van de werkzaamheden met de opdrachtgever met name bij afwijkingen/wijzigingen en bij onvolledige gegevens. Overlegt met de leveranciers over de keuze van materialen. Draagt zorg voor de over- dracht en planning naar de Produktie. Bestelt materialen via Inkoop. Contro- leert de werkzaamheden en bewaakt de kwaliteit. Beheert het afdelings- archief.
Voert volgens richtlijnen verkoop- ondersteunende taken uit in de Binnendienst Verkoop. Verzorgt telefonische acquisitie van potentie¨le klanten. Onderhoudt telefonisch contact met klanten in verband met follow-up van offertes, stand van zaken op de bouw, planning van de bouwactiviteiten en derge- lijke. Geeft telefonisch (technische) adviezen over keuze en toepassing produkten, prijzen en leveringsvoorwaarden. Rapporteert rele- vante informatie aan betrokkenen intern.
Adviseert over commercieel-strategische zaken in verband met concurrentie en derge- lijke. Stelt offertes op basis van produkt- en prijsgegevens.
of
Ziet toe op de technische kant van de project- uitvoering bij maatwerk. Neemt maten op op de bouwplaats. Stelt de benodigde tekeningen op. Begeleidt het project tijdens fabricage, ziet toe op de kwaliteit. Onderhoudt contact met de klant inzake specificaties.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 8 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het hie¨rarchisch leiding geven waaron- der planning, indeling medewerkers, bewaken van planning, kosten, kwali- teit, voortgang, prioriteitsstelling, beheer en bevoegdheden ten aanzien van de bedrijfsvoering aan een groep medewer- kers belast met de uitvoering van de meest vaktechnische werkzaamheden binnen enkele subafdelingen in een zelf- standig bedrijfsonderdeel.
87
Het verrichten van werkzaamheden die een verdiepte deskundigheid op een vakgebied vereisen binnen functionele richtlijnen. Het geven van probleem- gerichte adviezen en beleidsadviezen over meer ingewikkelde probleemstel- lingen en het geven van ondersteuning bij beleidsbeslisssingen. Er zijn in beperkte mate raakvlakken met andere vakgebieden. Er kan sprake zijn van functionele en operationele verantwoor- delijkheden voor (deel) projecten, dan wel leiding geven aan enkele medewer- kers.
Voert de financie¨le administratie van een werkmaatschappij binnen een holding of van een zelfstandige werk- maatschappij.
Geeft hierbij leiding aan de medewer- kers op de afdeling belast met finan- cie¨le administratie en loonadministra- tie.
De financie¨le gegevens worden verwerkt via een centraal systeem met vaste procedures. Stelt financieel jaarplan op op basis van historische gegevens. Stelt financieel jaarplan op op basis van historische gegevens.
Stelt de balans, verlies- en winst- rekening op, alsmede periodieke tussenbalansen. Adviseert de directie op financieel en fiscaal gebied.
Bewaakt het debiteurenbestand. Ziet toe op de loonadministratie.
Draagt zorg voor opgave diverse belastingen. Beheert de bedrijfsverze- keringen.
Geeft leiding aan de werkzaamheden bij de gehele produktieafdeling van een kleinere organisatie tot 50 medewerkers, via enkele voorwerkers. Stelt de produktieplanning op en bewaakt deze, maakt inschattingen van de te werken uren per project. Draagt zorg voor een efficie¨nt produktieproces. Geeft instructies aan de voorwerkers. Draagt zorg voor de planning / inzet van de medewerkers. Stelt prioriteiten. Controleert de werkzaamheden en bewaakt de kwaliteit. Draagt zorg voor de registratie en bewaking van de gewerkte uren. Beslist over afkeur goederen, uitstel of stop- zetten produktie. Draagt zorg voor het voor- komen of repareren van storingen aan machines.
of
Bewaakt de kwaliteit van materialen, bewer- kingen en eindprodukt op basis van interne en externe (Houtinstituut, TNO) kwaliteitsnor- men. Voert steekproefsgewijs controles uit, registreert de resultaten. Rapporteert afwijkin- gen en adviseert over oorzaken en verbeterin- gen. Onderzoekt kwaliteitsklachten op de
88
Niveau 8 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het uitoefenen van leidinggevende bevoegdheden bij een kleine afdeling belast met de uitvoering van met name specialistisch vaktechnische werkzaam- heden ter ondersteuning van een bedrijfsonderdeel of discipline. Het meestal projectmatig uitvoeren van specialistisch-vaktechnische werkzaam- heden ter ondersteuning en voorberei- ding van beleidsbeslissingen over bedrijfsvoering dan wel ter ondersteu- ning van een bedrijfsonderdeel of disci- pline.
bouwplaats, neemt beslissingen, bij grote gevolgen in de vorm van een voorstel aan de directie. Voert onderzoek uit naar kosten- besparing, adviseert en doet voorstellen.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verk. ondersteuning
Adviseert de directie over de automatiseringstrajecten. Maakt toepas- baar, voert in en beheert geautomati- seerde informatiesystemen ten behoeve van kantoorautomatisering voor onder andere calculatie, werkvoorbereiding en informatievoorziening naar de Produk- tie. Draagt zorg voor het operationeel houden van aanwezige geautomatiseerde technische produktiesystemen. Voert informatieanalyses uit en ontwikkelt in samenwerking met derden geautomati- seerde systemen. Ontwikkelt applicaties op bestaande systemen. Begeleidt en instrueert gebruikers. Onderhoudt en beheert de bestanden, draagt zorg voor back-up procedures.
of
Geeft sturing aan de activiteiten op het gebied van personeelsmanagement in een middelgrote organisatie, geeft daarbij leiding aan enkele medewerkers. Adviseert de directie over het perso- neelsbeleid. Formuleert het personeels
Geeft leiding aan het Bedrijfsbureau met enkele medewerkers belast met de ontwikkeling en ondersteuning van de produktie. Doet voorstellen tot en initieert produktontwikkeling. Draagt zorg voor prototype-ontwikkeling.
Stelt de bewerkingmethodes vast voor nieuwe produkten.
of
Doet onderzoek, adviseert en werkt voorstellen uit ter optimalisering van de produktieprocessen zoals toe te passen technieken, lay-out van produktieruimten en normstelling.
Stelt begrotingen op voor in te voeren verbeteringen.
of
89
Ontwerpt nieuwe constructies. Voert hiertoe statistische berekeningen uit met behulp van een computer. Xxxxxxx de goedgekeurde constructie voor ten behoeve van de produktie. Ziet toe op de kwaliteit van de constructies voor ten behoeve van de produktie. Ziet toe
Verzorgt de inkoop van bulk- en niet- standaard materiaal ten behoeve van een grotere organisatie. Sluit in overleg met de directie jaarcontracten af met een 20-tal vaste leveranciers van bulkmateriaal zoals hout, plaatmaterialen, bevestigingsprofielen en staal. Koopt niet-standaard materiaal in bij een wis- selend aantal leveranciers, weet alternatieven te beoordelen. Zorgt volgens aanwijzing voor het uitbesteden van werk zoals sloop- werkzaamheden.
Stelt de verrekenprijzen vast ten behoeve van de calculatie volgens vaste marges. (Stelt prijzen voor meer/minder werk vast, bij grote bedragen in overleg met de Verkoop.) Ziet toe op de navolging van overeengekomen leve- ringscondities en kwaliteitseisen. Onderzoekt en selecteert leveranciers.
of
Draagt zorg voor de verkoop en de fabricage van e´e´n produktsoort. Ziet toe op het realise- ren van de gestelde omzet- en prijsniveau- targets.
Verzorgt zowel de verkoop door het bezoeken
90
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verk. ondersteuning
beleid. Ondersteunt en ziet toe op de uitvoering van het personeelsbeleid inzake werving en selectie, aanstelling, lonen, salarissen en overige arbeidsvoor- waarden, naleving van de bepalingen uit de cao’s.
op de kwaliteit van de constructies in de fabricage. Voert kwaliteitsproeven uit. Zorgt voor de overdracht van alle gegevens naar de Produktie/ Werkvoorbereiding/Calculatie.
en adviseren van bestaande en potentie¨le klanten, als de calculatie, de offerte, de werk- voorbereiding en de produktieplanning.
Onderhandelt met klanten over prijzen en leveringscondities. Verzorgt de inkoop- specificaties. Draagt zorg voor promotionele acties en materiaal.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 9 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het hie¨rarchisch leiding geven waaron- der planning, indeling medewerkers, bewaken van planning, kosten, kwali- teit, voortgang, prioriteitsstelling, beheer en bevoegdheden bij de bedrijfsvoering, voorbereiding investeringen, aan een grote groep medewerkers belast met de uitvoering van de meest vaktechnische werkzaamheden binnen enkele subafde- lingen in een zelfstandig bedrijfs- onderdeel.
Het verrichten van werkzaamheden die een verdiepte deskundigheid op een vakgebied vereisen binnen functionele richtlijnen, inzicht in samenhang met andere vakgebieden, vaktechnische advisering inzake ingewikkelde pro- bleemstelling, beleidsadvisering en
-voorbereiding.
Stelt de balans, verlies- en winst- rekening op voor een zelfstandige werkmaatschappij of voor meerdere werkmaatschappijen binnen e´e´n holding.
91
Stelt de jaarrekening op. Begeleidt controles door externe accounts. Voert bedrijfseconomische controles en analyses uit, adviseert over en doet voorstellen tot investeringen, alsmede financiering, belastingen, verzekerin- gen en juridische zaken aan de directie. Geeft leiding aan de activitei- ten op bedrijfseconomisch en financieel-administratief gebied binnen de eigen organisatie. Draagt zorg voor (de ontwikkeling van) financie¨le en bedrijfseconomische informatie- voorzieningen planningsystemen.
Geeft leiding aan de werkzaamheden bij de produktieafdeling van een middelgrote organi- satie van 50 tot 100 medewerkers, via een aantal voorwerkers. Doet voorstellen voor technische investeringen. Begeleidt de invoe- ring van nieuwe produktietechnieken. Stelt de produktieplanning op en bewaakt deze. Stelt de produktieplanning op en bewaakt deze.
Stelt prioriteiten in de produktie, levertijd en kwaliteit volgens bestek, tekeningen, het gestelde budget en de planning, neemt maat- regelen bij afwijkingen.
Niveau 9 | Financie¨le administratie | Produktieleiding |
Er kan sprake zijn van functionele en | ||
operationele verantwoordelijkheden voor | ||
meer gecompliceerde (deel) projecten | ||
dan wel leidinggevende verantwoorde- | ||
lijkheden voor enkele medewerkers. | ||
Het uitoefenen van leidinggevende | ||
bevoegdheden over een afdeling c. | ||
meerdere groepen belast met voorberei- | ||
ding en uitvoering van in hoofdzaak | ||
vaktechnische en specialistisch- | ||
vaktechnische werkzaamheden. | ||
Ondersteuning | Werkvoorbereiding/ | Commercie/Verkoop/ |
Secretariaat/Automatisering/PZ | Produktie-ondersteuning | Verk. ondersteuning |
Adviseert over het automatiseringsbeleid | Geeft leiding aan het Bedrijfsbureau | Coo¨rdineert de verkoopactiviteiten in zowel |
aan de directie. Ontwerpt, voert in en | met een groep medewerkers belast | binnen- en buitendienst Verkoop, eventueel |
beheert geautomatiseerde informatie | met onder andere werkvoorbereiding, | voor een afgebakend marktsegment. Geeft |
systemen ten behoeve van kantoorauto- | opstellen tekeningen, plannen en | leiding aan enkele medewerkers. Legt vast en |
matisering en technische automatisering/ | kwaliteitsbewaking. Coo¨rdineert de | ziet toe op de navolging van verkoop- |
procesautomatisering (of laat dit doen). | werkzaamheden tussen de Produktie | procedures van onder andere offerte- en |
Geeft eventueel leiding aan enkele | en de eigen afdeling. Verzorgt de | orderbehandeling. Stelt de periodieke |
medewerkers. Voert informatie-analyses | overall-planning ten behoeve van de | verkoopschema’s op en ziet toe op de opvol- |
uit en ontwikkelt in samenwerking met | produktie. Bewaakt de planning. | ging van onder andere af te leggen bezoeken, |
derden geautomatiseerde systemen. Ont- | Draagt zorg voor een juiste en tijdige | offerte-follow-up. |
92
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereid/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verk. ondersteuning
wikkel applicaties op bestaande systemen. Beheert de hardware. Verzorgt gebruikersopleidingen. of
Geeft sturing aan de activiteiten op het gebied van personeelsmanagement in een grote organisatie, geeft daarbij leiding aan enkele medewerkers. Advi- seert de directie over het personeels- beleid. Formuleert het personeelsbeleid. Ondersteunt en ziet toe op de uitvoering van het personeelsbeleid inzake werving en selectie, aanstelling, lonen, salarissen en overige arbeidsvoorwaarden, naleving van de bepalingen uit de cao’s.
informatievoorziening aan de Produk- tie.
Stelt verkoopprijzen vast op basis van kost- prijs als voorstel naar de verkoopleiding.
Adviseert over al dan niet aanbieden bij offerte-aanvragen. Onderzoekt potentie¨le klanten. Bewaakt het offertebestand. Xxxxxxx bezoeken voor door het samenstellen van informatiemappen, het opsturen van documen- tatie en dergelijke. Zet in overleg mailing- en advertentiecampagnes, beursdeelname en der- gelijke op. Draagt de opdracht over aan de Produktie. Coo¨rdineert problemen bij meer/ minder werk.
of
Draagt zorg voor de verkoop van werken, zowel standaard- als maatwerk, door het volgens richtlijnen bezoeken van (potentie¨le) klanten, onderhouden van relaties met vaste klanten, geven van technisch advies over keuze en toepassing van produkten aan onder andere architecten en aannemers, neemt deel aan beurzen en dergelijke. Onderhandelt met klanten binnen gegeven marges. Overlegt bij afwijkingen in prijs, produkt, leveringscondi- ties en dergelijke met de verkoopleiding.
93
Niveau-indicator
94
Niveau-indicator Functiefamilies
Niveau 10 Financie¨le administratie Produktieleiding
Het hie¨rarchisch leiding geven waaron- der planning, indeling medewerkers, bewaken van planning, kosten, kwali- teit, voortgang, prioriteitsstelling, beheer en bevoegdheden bij de bedrijfsvoering, voorbereiding investeringen aan een zeer grote groep medewerkers verdeeld over enkele afdelingen belast met de uitvoering van meest vaktechnische werkzaamheden in een zelfstandig bedrijfsonderdeel.
Niet van toepassing. Geeft leiding aan de werkzaamheden bij de produktieafdeling van een grote organisatie van 100 tot 150 medewerkers, via 5 tot 10 ploegbazen. Draagt zorg voor het ontwikkelen van met name logistieke processen, produktie- methoden en machines ten behoeve van een efficie¨nte produktie. Doet voorstellen voor technische investeringen. Begeleidt de invoe- ring van nieuwe produktiemethoden. Stelt de produktieplanning op en bewaakt deze. Stelt prioriteiten in de produktie. Ziet toe op het verloop van de produktie, levertijden en kwa- liteit volgens bestek, tekeningen, het gestelde budget en de planning, neemt maatregelen bij afwijkingen.
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Ondersteuning Secretariaat/Automatisering/PZ
Werkvoorbereiding/ Produktie-ondersteuning
Commercie/Verkoop/ Verk. ondersteuning
Niet van toepassing Niet van toepassing. Begeleidt complexe accounts, meestal
95
maatwerk, van de offerte-aanvraag tot en met de oplevering. Geeft leiding aan enkele (junior) vertegenwoordigers. Overlegt met en adviseert (potentie¨le) opdrachtgevers zoals aannemers, woningbouwverenigingen en architecten over de technische uitvoering, bouwtechnische mogelijkheden en dergelijke. Onderhandelt over prijzen en leveringsvoor- waarden. Besteedt onderdelen van werken uit aan derden, onderhandelt over prijs en lever- tijden. Stelt de prijzen van meer/minder werk vast. Begeleidt de werken tijdens de bouw- periodes vanuit technisch/commercieel oogpunt.
BIJLAGE D-6
Maandlonen
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | |
Max. | 2925 | 3055 | 3300 | 3581 | 4064 | 4702 | 5498 | 6452 |
Min. | 0000 | 0000 | 0000 | 2864 | 3250 | 3762 | 4399 | 5163 |
lft | ||||||||
21 | 2402 | 2436 | 2508 | |||||
20 | 0000 | 0000 | 0000 | |||||
19 | 1912 | 1939 | 2244 | |||||
18 | 1667 | 1690 | 2112 | |||||
17 | 1421 | |||||||
16 | 1178 |
96
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE E
DIENSTVERLENING BEDRIJFSGEZONDHEIDSZORG
De ingevolge artikel 48 door de ARBO-dienst te verrichten diensten ten behoeve van de bedrijven respectievelijk de werknemers in de timmer- industrie omvatten minimaal de volgende activiteiten.
I. Arbeidsomstandighedenzorg op organisatieniveau
a. Algemene bedrijfsverkenning:
De gegevens van het bedrijf worden hierbij door de ARBO-dienst geactualiseerd
b. Risico- inventarisatie en -evaluatie:
Inventariseren van bedreigende factoren voor veiligheid, gezondheid en arbo-welzijn en voorstellen doen voor beleid.
x. XXXX-beleidsplan (voor 35 + bedrijven):
Het beleidsmatig vormgeven aan verbetering van arbeidsomstandig- heden; het arbobeleidsplan wordt vormgegeven door het bedrijf, in overleg met en in elk geval getoetst door een arbo-dienst aangeslo- ten bij de ARBO-unie.
x. Xxxx-jaarplan:
Prioriteiten bepalen in de uitvoering van het arbo-beleidsplan daar waar het beleidsplan door het bedrijf is vorm gegeven.
e. Overleg en advisering op bedrijfsniveau:
Begeleiding bij de opzet, bijstelling en zo nodig uitvoering van het arbo-beleid c.q. advisering ten aanzien van de ondernemer c.q. on- dernemingsraad.
f. Voorlichting ten aanzien van arbo en gezondheid:
Het voorlichten van de betrokkenen in bedrijf of afdeling over de risico’s en het geven van adviezen omtrent het voorkomen van c.q. het omgaan daarmee.
g. Ondersteuning van de arbo-contactpersoon
Begeleiding c.q. instructie van de in de CAO bedoelde arbo- contactpersoon in een onderneming.
97
II. Arbeidsomstandighedeno nderzoek op individu-niveau
a. Intrede-onderzoek:
De Arbo-dienst maakt bij de intrede in de bedrijfstak een afweging tussen de belastbaarheid van betrokkene en de belasting van de toe- komstige functie. Het intrede-onderzoek vormt tevens een eerste registratie van de gezondheidstoestand van de werknemer in zijn nieuwe loopbaan.
De inhoud van het onderzoek is afhankelijk van de belasting die de toekomstige functie met zich meebrengt.
b. Aanstellingsonderzoek/functiewisselingsonderzoek
Doel: zie intrede onderzoek, alleen wordt dit onderzoek verricht bij een nieuwe aanstelling of functiewisseling.
c. Periodiek arbeidsgezondheidkundig onderzoek
Op geleide van de risico-inventarisatie kan voor bepaalde catego- riee¨n werknemers een hogere periodiciteit zijn ge¨ındiceerd.
Protocol:
1. Biometrisch onderzoek: meten van lengte, gewicht; onderzoek gezichtsscherpte; gehoor; urine. Voor lichamelijk belastende func- ties uit te breiden met een longfunctie-onderzoek en rust ECG.
2. Gesprek aan de hand van de vragenlijst periodiek arbeids- gezondheidskundig onderzoek FAB.
3. Lichamelijk onderzoek: Op geleide van de functie en gesprek. Altijd onderzocht zullen worden: houdings- en bewegingsap- paraat, hart-longsysteem en huidafwijkingen.
4. Beoordeling gezondheidstoestand en advisering
d. Gericht periodiek onderzoek
Doelgroep: werknemers die in de arbeidssituatie blootstaan aan spe- cifieke invloeden (bijv. lawaai, beeldschermwerk, werkstress, licha- melijke belasting, houtstof, chemische stoffen).
Doel: het voorkomen van schade aan de gezondheid van de werkne- mer
e. Bedrijfsgezondheidskundig spreekuur:
Op verzoek van de werknemer of daartoe uitgenodigd door de Arbo- dienst, al dan niet op verzoek van de werkgever.
Doelgroep: individuele werknemers, die problemen ervaren in de relatie werk/gezondheid.
f. Werkplekbezoek
Op verzoek van de werkgever x.x. xxxxxxxxx mede op geleide van spreekuur met als doel het globaal inzicht verkrijgen in de belasting van het werk en de werkomstandigheden, in het bijzonder ter pre- ventie van effecten die voor de gezondheid schadelijk zijn.
98
Timmerfabrieken in Nederland 1995 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
g. Werkplekonderzoek
Het op verzoek van de werkgever c.q. werknemer(s- vertegenwoordiging) mede op geleide van het sociaal medisch team en arbo-jaarplan/risico-evaluatie specifiek verkrijgen van inzicht in de belasting van het werk en de werkomstandigheden, van e´e´n of meerdere werknemers in het bijzonder ter preventie van effecten die voor de gezondheid schadelijk zijn.
h. Gezondheidsvoorlichting m.b.t. arbo en gezondheid
Algemene advisering en voorlichting omtrent risicofactoren en het geven van advies daaromtrent.
i. Trainingen
Het voorzien in training aan personen, die daarvoor in aanmerking komen op het gebied van arbeidsomstandigheden be¨ınvloedende fac- toren (tilinstructie, EHBO, leidinggeven).
III. Verzuimbeheersing op organisatieniveau
a. Advisering opzet verzuimbeleid:
Wordt in beginsel eenmalig opgezet met als doel het in de onderne- ming en de werknemer mogelijk maken zelf zo groot mogelijke invloed uit te oefenen op het verzuim en de beheersing daarvan op basis van een verzuimbeheersingsmodel.
b. Overleg en advisering
c. Sociaal Medisch Team (SMT)
Plaatsing van problematiek van individuele werknemers in organisa- torische context en bespreking signalen voor beleidsbijstelling.
IV. Verzuimbeheersing op individuniveau
a. Spreekuur.
b. verzuimbegeleiding gedurende het eerste jaar.
c. gezondheidsvoorlichting/GVO.
99