NV BEKAERT SA
ONVOORWAARDELIJK OPENBAAR BOD TOT OMRUILING
door
NV BEKAERT SA
op alle 150.000 obligaties die een vaste interest opleveren van 6,75% per jaar, uitgegeven zijn op 16 april 2009 en een vervaldag hebben op 16 april 2014 (ISIN BE0002167337) (de “Bestaande Obligaties”) uitgegeven door
NV BEKAERT SA
in ruil voor een overeenkomstig aantal door NV Xxxxxxx SA uit te geven obligaties die een vaste interest opleveren van 4,750% per jaar die een vervaldag hebben op 17 oktober 2020 (de “Nieuwe Obligaties”)
(het “Ruilbod”)
De bruto vaste interestvoet van de Nieuwe Obligaties is 4,750% per jaar en bestaat uit de som van (i) 4,395% (de interestvoet die van toepassing zou zijn indien de Nieuwe Obligaties a pari op een stand-alone basis (met uitsluiting van enige toepasselijke distributievergoeding) werden uitgegeven), (ii) 0,501% (de spreiding van de latente meerwaarde op de Bestaande Obligaties), en (iii) 0,150% (de aanmoedigingspremie om houders van Bestaande Obligaties aan te moedigen om hun Bestaande Obligaties in te brengen in het Ruilbod), verminderd met (iv) 0,296% (de plaatsingsvergoeding (zie de Sectie “Waardering” in het Hoofdstuk “Het Ruilbod en aanbod van Nieuwe Obligaties” op pagina 96 e.v. van het Prospectus). Het netto actuarieel rendement van de Nieuwe Obligaties, berekend vanuit economisch oogpunt, voor natuurlijke personen met fiscale woonplaats in België (rekening houdend met de directe belastingen die verschuldigd zijn door de beleggers op de datum van dit Prospectus, inclusief de Belgische roerende voorheffing van 25%) bedraagt 3,085% per jaar (berekend op basis van onder andere de referentiemarktprijs van de Bestaande Obligaties van 102,963% op 18 september 2013).
Voor één ingebrachte Bestaande Obligatie zal één Nieuwe Obligatie worden overgemaakt. Het Ruilbod is aan geen enkele voorwaarde onderworpen.
De aanvaardingsperiode zal lopen van 23 september 2013 tot 7 oktober 2013 (16:00 CET) (de “Aanvaardingsperiode”). De aanvaardingsformulieren kunnen worden ingediend bij KBC Bank NV, ING Bank N.V., Belgisch bijkantoor en BNP Paribas Fortis SA/NV, rechtstreeks of via tussenkomst van welke andere financiële tussenpersoon dan ook.
Enkel houders van Bestaande Obligaties kunnen deelnemen aan het Ruilbod en de beslissing om het Ruilbod te aanvaarden behoort uitsluitend toe aan deze houders. De Bestaande Obligaties die niet in het Ruilbod worden ingebracht, blijven toegelaten tot verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels tot aan hun vervaldag. De Bestaande Obligaties kunnen niet het voorwerp uitmaken van een uitkoopbod of enige andere vorm van verplichte verkoop.
Er werd een aanvraag ingediend teneinde de toelating te bekomen voor de notering van de Nieuwe Obligaties op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels.
Dit prospectus in verband met het bod tot omruiling, de aanbieding van effecten en de toelating tot de verhandeling van effecten op een gereglementeerde markt (het “Prospectus”) is gedateerd op 18 september 2013 en is goedgekeurd door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (de “FSMA”) overeenkomstig artikel 18 van de wet van 1 april 2007 betreffende de openbare overnamebiedingen (de “Overnamewet”) en artikel 23 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (de “Prospectuswet”) op 20 september 2013.
NV Bekaert SA heeft de FSMA verzocht om het Prospectus ter kennis te brengen van de European Securities and Markets Authority (“ESMA”) en de Luxemburgse Commission de Surveillance du Secteur Financier (“CSSF”), zoals bepaald in artikel 36 van de Prospectuswet. Dit resulteert in een “paspoortering” in Luxemburg van de aanbieding van de Nieuwe Obligaties en van hun toelating tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels, maar de Luxemburgse wet van 19 mei 2006 betreffende openbare overnamebiedingen (de “Luxemburgse Overnamewet”) is niet van toepassing op het Ruilbod.
De Nieuwe Obligaties zijn schuldinstrumenten. Deelnemen aan het Ruilbod en investeren in de Nieuwe Obligaties brengt xxxxxx’x met zich mee. Xxxxxxxxx in de Nieuwe Obligaties lenen geld aan de Vennootschap, die er zich op haar beurt toe verbindt om op jaarbasis interest te betalen en de hoofdsom terug te betalen op de vervaldatum. In geval van faillissement of wanprestatie van de Vennootschap bestaat er een risico dat de beleggers de aan hen verschuldigde bedragen niet terugkrijgen en dat zij het geheel of een deel van hun belegging verliezen. De Nieuwe Obligaties zijn bestemd voor beleggers die in staat zijn om de interestvoeten te beoordelen in het licht van hun kennis en financiële ervaring. Elke beslissing om deel te nemen aan het Ruilbod en om te investeren in de Nieuwe Obligaties moet gebaseerd zijn op alle informatie die dit Prospectus bevat, met inbegrip van de sectie over risicofactoren op pagina 25 e.v. (en opgenomen in de samenvatting op pagina 17 e.v.) en meer in het algemeen risicofactoren die de mogelijkheid van de Vennootschap om haar verplichtingen uit hoofde van de Nieuwe Obligaties na te komen zouden kunnen aantasten en risicofactoren die belangrijk zijn om de marktrisico’s verbonden aan de Nieuwe Obligaties te beoordelen. Inzonderheid wordt verwezen naar de risicofactoren die van bijzonder belang zijn als gevolg van de lange looptijd van de Nieuwe Obligaties (1.20-Liquiditeitsrisico, 2.9-Marktrenterisico, 2.10-Inflatierisico en 2.13-Marktwaarde Nieuwe Obligaties).
Global Coordinator
Dealer Managers
Dit Prospectus werd opgesteld door NV Bekaert SA, een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx en met ondernemingsnummer 0405.388.536, RPR Kortijk (de “Vennootschap”) in verband met het Ruilbod in België en in het Groothertogdom Luxemburg en het corresponderende openbaar aanbod en toelating tot de verhandeling van de Nieuwe Obligaties op de geregelementeerde markt van NYSE Euronext Brussels.
Er werd een aanvraag ingediend bij NYSE Euronext Brussels tot notering van de Nieuwe Obligaties op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. Verwijzingen in dit Prospectus naar de Nieuwe Obligaties als zijnde genoteerd (en alle andere vergelijkbare verwijzingen), betekenen dat de Nieuwe Obligaties zijn genoteerd op de officiële lijst van NYSE Euronext Brussels en zijn toegelaten tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. De gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels is een gereglementeerde markt in de betekenis van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten tot wijziging van Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, zoals gewijzigd. Vóór het openbaar aanbod van de Nieuwe Obligaties waarnaar verwezen wordt in dit Prospectus, bestond er geen markt voor de Nieuwe Obligaties.
De Nieuwe Obligaties zullen worden uitgegeven in gedematerialiseerde vorm overeenkomstig artikel 468 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen (het “Wetboek van vennootschappen”) en kunnen niet fysiek worden afgeleverd. De Nieuwe Obligaties zullen uitsluitend worden vertegenwoordigd door een boeking op rekening van het X/N-vereffeningsstelsel van de Nationale Bank van België (de “NBB”) of enige rechtsopvolger daarvan (het “X/N-Systeem”). De eigendomsoverdracht van de Nieuwe Obligaties zal gebeuren door middel van een overdracht op rekening. Toegang tot het X/N-Systeem kan verkregen worden via de deelnemers aan het X/N-Systeem waarvan het lidmaatschap betrekking kan hebben op effecten zoals de Nieuwe Obligaties. Tot de deelnemers aan het X/N-Systeem behoren bepaalde banken, beursvennootschappen, Euroclear Bank SA/NV (“Euroclear”) en Clearstream Banking, société anonyme, Luxembourg (“Clearstream, Luxembourg”). Bijgevolg komen de Nieuwe Obligaties in aanmerking om vereffend, en bijgevolg aanvaard, te worden door Euroclear en Clearstream, Luxembourg en de beleggers kunnen hun Nieuwe Obligaties plaatsen op effectenrekeningen bij Euroclear en Clearstream, Luxembourg.
Noch BNP Paribas Fortis SA/NV (“BNP Paribas Fortis”), ING Bank N.V., Belgisch bijkantoor (“ING”) of KBC Bank NV (“KBC” of de “Global Coordinator”) (samen, de “Dealer Managers”), noch de Vennootschap, hebben enige actie ondernomen om het Ruilbod of de openbare aanbieding van de Nieuwe Obligaties in enig rechtsgebied buiten België en het Groothertogdom Luxemburg te doen. De verspreiding van dit Prospectus, het Ruilbod en het aanbod of verkoop van de Nieuwe Obligaties kan in bepaalde rechtsgebieden, inclusief, in het bijzonder, de Verenigde Staten, aan wettelijke beperkingen onderworpen zijn. Noch dit Prospectus, noch enige aanvulling gepubliceerd overeenkomstig artikel 17 van de Overnamewet en/of in overeenstemming met artikel 34 van de Prospectuswet of enige andere informatie in verband met het Ruilbod (voor doeleinden van deze Sectie, de “Informatie”) zal een aanbod tot kopen, wederinkopen, ruilen, verwerven of verkopen van effecten uitmaken of een verzoek tot kopen, wederinkopen, ruilen, verwerven of verkopen van effecten (a) in enig rechtsgebied waar dergelijk aanbod of verzoek onwettig is of (b) gericht aan enige persoon waaraan dergelijk aanbod of verzoek onwettig zou zijn. Het is de verantwoordelijkheid van elkeen in het bezit van Informatie om informatie te verkrijgen omtrent het bestaan van dergelijke beperkingen en om de naleving daarvan, waar noodzakelijk, te garanderen.
Dit Prospectus mag enkel worden gebruikt in België en het Groothertogdom Luxemburg en vormt geen aanbod tot omruiling, wederinkoop, aankoop, verkoop of overdracht op enige wijze (of een verzoek daartoe door iemand) in enig land waar de publicatie, distributie, lectuur of communicatie op enige wijze,
of het handelen op grond ervan onwettig zou zijn of onderworpen zou zijn aan de toestemming of goedkeuring van, of neerlegging bij, enige autoriteit of instelling of waar een dergelijk aanbod of verzoek niet mag worden gedaan of aan iedere persoon die zich op een grondgebied bevindt waar het onwettig is om een dergelijk aanbod of verzoek te doen.
In het kader van het Ruilbod mogen geen Bestaande Obligaties worden ingebracht, en noch het Prospectus noch enige informatie in verband met het Ruilbod mag worden verspreid of bekendgemaakt in enig rechtsgebied, behalve wanneer de toepasselijke wetgeving en regelgeving wordt nageleefd. Elke persoon die toegang heeft tot dit Prospectus dient inlichtingen in te winnen in verband met deze beperkingen en desgevallend deze beperkingen na te leven. Door aanvaarding van een kopie van het Prospectus of enige kennisgeving of informatie met betrekking tot het Ruilbod en/of door indiening van een Aanvaardingsformulier, zal elke Houder van Bestaande Obligaties worden geacht akkoord te gaan met dergelijke beperkingen en verklaren dat hij naleeft.
Behalve in België en het Groothertogdom Luxemburg werd geen enkele actie ondernomen om een openbaar bod mogelijk te maken in een land waar daarvoor formaliteiten zouden zijn vereist.
Noch dit Prospectus, noch enige andere informatie of publiciteit mag ter beschikking worden gesteld van het publiek in een ander land dan België en het Groothertogdom Luxemburg waarin een registratie-, kwalificatie- of andere verplichting van kracht is of zou zijn met betrekking tot de omruiling, wederinkoop, aankoop, verkoop of overdracht van effecten (of een verzoek hiertoe door iemand) en mag niet worden verspreid in de Europese Economische Ruimte (behalve in België en het Groothertogdom Luxemburg of aan gekwalificeerde beleggers in de zin van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG, zoals gewijzigd (de ”Prospectusrichtlijn”), zoals omgezet in de lidstaat waar zulke persoon zich bevindt voor zover het zulke persoon is toegestaan om het Ruilbod te aanvaarden in zulke lidstaat), Canada, Japan en de Verenigde Staten. Elke niet-naleving van deze beperkingen kan een inbreuk inhouden op de toepasselijke wetgeving en regelgeving van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte, Canada, Japan en de Verenigde Staten of enig ander land. Noch de Vennootschap, noch een van de Dealer Managers, de Centralisatieagent of de Global Coordinator is aansprakelijk voor enige inbreuk op deze beperkingen door derden.
In het bijzonder wordt het Ruilbod niet gedaan en zal het niet worden gedaan, rechtstreeks of onrechtstreeks, in of naar, door het gebruik van de post van, door enig middel van of gebruik van tussenstatelijk of buitenlandse handel van, of door het gebruik van enige voorziening van een nationale effectenbeurs van, de Verenigde Staten. Dit omvat, maar is niet beperkt tot, telefax, elektronische post, telex, telefoon en internet. Kopieën van dit Prospectus en eender welke andere documenten die verband houden met het Ruilbod zullen niet en mogen niet, rechtstreeks of onrechtstreeks verzonden, verdeeld of doorgestuurd worden (zonder beperking inclusief door bewaarnemers, lasthebbers of trustees) in of naar de Verenigde Staten en Bestaande Obligaties mogen niet worden ingebracht in het kader van het Ruilbod door middel van dergelijk gebruik, dergelijke middelen of voorzieningen of vanuit de Verenigde Staten. Elke aanbieding om Bestaande Obligaties om te ruilen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomt uit een schending van deze beperkingen, zal ongeldig zijn en elk vermeend ruilbod gemaakt vanuit de Verenigde Staten of door een vertegenwoordiger, pandhouder of andere tussenpersoon die handelt op een niet-discretionaire basis voor een opdrachtgever die instructies geeft vanuit de Verenigde Staten, of dat op eender welke andere manier in strijd is met de in dit document uiteengezette overdrachtsbeperkingen die van toepassing zijn op de Nieuwe Obligaties, zal ongeldig zijn en zal niet worden aanvaard. Dit document vormt geen aanbod voor de verkoop van effecten in de Verenigde Staten. De Bestaande Obligaties en de Nieuwe Obligaties zijn niet en zullen niet geregistreerd worden onder de U.S. Securities Act van 1933, zoals aangepast (de ”Securities Act”) of onder de
effectenwetgeving van enige staat van de Verenigde Staten en mogen niet worden aangeboden, verkocht of geleverd, rechtstreeks of onrechtstreeks, binnen de Verenigde Staten. De strekking van dit document is beperkt tot het Ruilbod en dit document mag niet worden verzonden of gegeven aan enig persoon tenzij in het kader van een offshore verrichting in overeenstemming met Regulation S onder de Securities Act. Door het aanvaarden van een kopie van het Prospectus of enige andere kennisgeving of vorm van informatie met betrekking tot het Ruilbod, zal elke Houder van Bestaande Obligaties die deelneemt aan het Ruilbod, geacht worden te verklaren dat hij deelneemt aan het Ruilbod in overeenstemming met Regulation S onder de Securities Act, dat hij niet deelneemt aan het Ruilbod vanuit de Verenigde Staten en dat hij geen vertegenwoordiger, lasthebber of andere tussenpersoon is die handelt op een niet- discretionaire basis voor een opdrachtgever die instructies geeft vanuit de Verenigde Staten.
De Dealer Managers, de Centralisatieagent en de Global Coordinator kunnen in geen geval contractueel, buitencontractueel of op enige andere wijze aansprakelijk gesteld worden voor de informatie opgenomen in of door middel van verwijzing opgenomen in dit Prospectus of enige andere informatie in verband met de Vennootschap, het Ruilbod, het aanbod van de Nieuwe Obligaties of de verdeling van de Nieuwe Obligaties die niet is opgenomen in hun respectievelijke marketing brochures of verspreid is door hun respectievelijke kantoren en personeel.
Dit Prospectus of enige andere financiële verklaringen zijn niet bedoeld om als grondslag te dienen voor de beoordeling van de kredietwaardigheid of enige andere beoordeling van de Vennootschap en dienen in geen geval beschouwd te worden als een aanbeveling van de Vennootschap, de Dealer Managers, de Centralisatieagent of the Global Coordinator dat de ontvangers van dit Prospectus of enige andere financiële informatie, hun Bestaande Obligaties dienen in the brengen in het Ruilbod. Het omruilen van Bestaande Obligaties voor Nieuwe Obligaties dient gebaseerd te zijn op zulk onderzoek van de Vennootschap en het Prospectus als nodig wordt geacht door de persoon die overweegt het Ruilbod te aanvaarden. De Dealer Managers, de Centralisatieagent en de Global Coordinator verbinden zich er niet toe om de financiële toestand of activiteiten van de Vennootschap gedurende de looptijd van de verplichtingen opgenomen in dit Prospectus op te volgen, noch enige personen die zijn Bestaande Obligaties voor Nieuwe Obligaties in het Ruilbod omruilt omtrent enige informatie die onder de aandacht komt van de Dealer Managers, de Centralisatieagent of de Global Coordinator, te informeren.
De Vennootschap geeft haar toestemming voor het gebruik van dit Prospectus in het kader van het Ruilbod, door elke financiële tussenpersoon die gemachtigd is om zulke aanbiedingen te maken onder Xxxxxxxxx 2004/39/EG (een “Financiële Tussenpersoon”). De toestemming om dit Prospectus te gebruiken is gegeven voor de duur van de inschrijvingsperiode die start op 23 september 2013 en eindigt op 7 oktober 2013. De toestemming om dit Prospectus te gebruiken is enkel gegeven voor het Ruilbod door de Vennootschap in België en in het Groothertogdom Luxemburg op basis van dezelfde voorwaarden zoals beschreven in dit Prospectus.
GOEDKEURING VAN HET PROSPECTUS
Dit Prospectus met betrekking tot zowel het Ruilbod als het aanbod en de notering van de Nieuwe Obligaties werd goedgekeurd door de FSMA op 20 september 2013 bij toepassing van artikel 18 van de Overnamewet en artikel 23 van de Prospectuswet.
Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de opportuniteit en de kwaliteit van het Ruilbod, noch van de toestand van de Vennootschap en de FSMA draagt geen enkele verantwoordelijkheid in dit verband.
Dit Prospectus werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk II van de Prospectusverordening van de Europese Commissie nr. 809/2004 van 29 april 2004, tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken
informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft, zoals gewijzigd (de “Prospectusverordening”), de Overnamewet en het Koninklijk Besluit van 27 april 2007 betreffende openbare overnames (het “Overnamebesluit”).
De Vennootschap heeft de FSMA verzocht om, zoals bepaald in artikel 36 van de Prospectuswet, aan ESMA en de CSSF een goedkeuringscertificaat te bezorgen, dat bevestigt dat dit Prospectus werd opgesteld in overeenstemming met de Prospectusrichtlijn. Dit resulteert in een “paspoortering” in het Groothertogdom Luxemburg van de aanbieding van de Nieuwe Obligaties en van hun toelating tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels, maar de Luxemburgse Overnamewet is niet van toepassing op openbare biedingen tot omruiling van effecten zonder stemrecht, zoals de Bestaande Obligaties.
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN
De Vennootschap, vertegenwoordigd door haar raad van bestuur (de “Raad van Bestuur”), is verantwoordelijk voor de informatie opgenomen in dit Prospectus. De Vennootschap verklaart dat, voor zover haar bekend en na het treffen van alle redelijke maatregelen om zulks te garanderen, de gegevens in het Prospectus in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het Prospectus zou wijzigen.
Niemand is of werd gemachtigd om gegevens te verstrekken of verklaringen af te leggen die niet in het Prospectus zijn opgenomen of die niet stroken met de informatie opgenomen in het Prospectus, en indien dergelijke informatie of verklaringen toch worden verstrekt of afgelegd dan mag men er niet van uitgaan dat dergelijke informatie werd goedgekeurd door of namens de Vennootschap of de Dealer Managers.
Het beschikbaar stellen van dit Prospectus of een aanbod, ruil of verkoop gemaakt op basis van dit Prospectus, zal, onder geen enkele omstandigheid, betekenen (i) dat de informatie opgenomen in dit Prospectus correct is na de datum van het Prospectus of dat er geen wijziging in de zaken van de Vennootschap zijn gebeurd, na de datum van dit Prospectus of de datum waarop dit Prospectus voor het laatst werd gewijzigd of aangevuld, (ii) dat er geen nadelige verandering of enig feit dat waarschijnlijk een nadelige verandering tot gevolg heeft, in de toestand (financiële of andere) van Bekaert vanaf de datum hiervan of, indien later, datum waarop het Prospectus voor het laatst werd gewijzigd of aangevuld, heeft plaatsgevonden en (iii) dat de informatie hierin opgenomen of enige andere informatie verstrekt in verband met de Vennootschap juist is op enig moment na de datum waarop dergelijke informatie werd verschaft, of indien verschillend, de datum aangegeven op het document dat dergelijke informatie bevat. Let wel, elk nieuw betekenisvol feit, materiële vergissing of onjuistheid met betrekking tot de informatie opgenomen in dit Prospectus, die de beoordeling van het Ruilbod en de Nieuwe Obligaties kan beïnvloeden en die zich voordoet of geïdentificeerd wordt tussen de datum van het Prospectus en het tijdstip waarop de verhandeling van de Nieuwe Obligaties aanvangt, zal in België en het Groothertogdom Luxemburg worden bekend gemaakt door middel van een aanvulling op het Prospectus zoals bepaald in artikel 34 van de Prospectuswet en, tot het einde van de aanvaardingsperiode van het Ruilbod, zoals bepaald in artikel 17 van de Overnamewet.
VOORAFGAANDE WAARSCHUWING
Dit Prospectus werd opgesteld om informatie te geven over het Ruilbod en de Nieuwe Obligaties. Wanneer potentiële beleggers beslissen om deel te nemen aan het Ruilbod en te beleggen in de Nieuwe Obligaties, moeten zij zich daarvoor baseren op een beoordeling van de Vennootschap, het Ruilbod en de Nieuwe Obligaties, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de daaraan verbonden voordelen en risico’s, alsook de voorwaarden van het Ruilbod en de Nieuwe Obligaties (“Voorwaarden van de Nieuwe
Obligaties”). De beleggers moeten zelf beoordelen, samen met hun eigen raadgevers indien nodig, of de Nieuwe Obligaties voor hen geschikt zijn, gelet op hun eigen inkomen en hun financiële toestand. In geval van twijfel over de risico’s die de aankoop van de Nieuwe Obligaties met zich meebrengen, dienen beleggers zich te onthouden van in de Nieuwe Obligaties te beleggen en deel te nemen aan het Ruilbod.
De samenvattingen en beschrijvingen van wettelijke bepalingen, boekhoudprincipes of vergelijkingen van dergelijke principes, rechtsvormen van vennootschappen of contractuele relaties die zijn vermeld in het Prospectus mogen in geen geval geïnterpreteerd worden als beleggings-, juridisch of fiscaal advies aan potentiële beleggers. Potentiële beleggers worden verzocht om hun eigen adviseur, hun eigen boekhouder of andere adviseurs te raadplegen voor wat betreft de juridische, fiscale, economische, financiële en andere aspecten die verbonden zijn aan het deelnemen aan het Ruilbod en de inschrijving op de Nieuwe Obligaties.
De informatie opgenomen in dit Prospectus is correct op de datum van dit Prospectus. Elk nieuw betekenisvol feit, materiële vergissing of onjuistheid met betrekking tot de informatie opgenomen in dit Prospectus, die de beoordeling van het Ruilbod en de Nieuwe Obligaties kan beïnvloeden en die zich voordoet of geïdentificeerd wordt tussen de datum van het Prospectus en het tijdstip waarop de verhandeling van de Nieuwe Obligaties aanvangt, zal in België en het Groothertogdom Luxemburg worden bekend gemaakt door middel van een aanvulling op het Prospectus zoals bepaald in artikel 34 van de Prospectuswet en, tot het einde van de aanvaardingsperiode van het Ruilbod, zoals bepaald in artikel 17 van de Overnamewet.
Xxxxxxxxx die reeds hebben aanvaard om hun Bestaande Obligaties in te brengen in het Ruilbod, hebben, overeenkomstig artikel 25, 1° van het Overnamebesluit en artikel 34 van de Prospectuswet, het recht om hun akkoord in te trekken (i) gedurende de volledige Aanvaardingsperiode van het Ruilbod en
(ii) gedurende een periode van twee Werkdagen vanaf de dag na de bekendmaking van een aanvulling, zelfs indien deze periode zou vallen na de afsluiting van de Aanvaardingsperiode van het Ruilbod.
TOEKOMSTGERICHTE VERKLARINGEN
Dit Prospectus bevat toekomstgerichte verklaringen. Deze verklaringen komen op verschillende plaatsen in het Prospectus voor, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de Sectie “Risicofactoren” en “Beschrijving van de Vennootschap” en omvatten verklaringen in verband met de voornemens, de overtuiging en de huidige verwachtingen van de Vennootschap en haar bestuurders, met betrekking tot (onder andere) de financiële toestand van de Vennootschap. Dergelijke toekomstgerichte verklaringen zijn voornamelijk gebaseerd op huidige verwachtingen van toekomstige gebeurtenissen en tendensen, die de activiteiten en bedrijfsresultaten van de Vennootschap beïnvloeden of kunnen bevloeden. Alhoewel de Vennootschap van oordeel is dat deze toekomstgerichte verklaringen gebaseerd zijn op redelijke veronderstellingen, zijn zij onderworpen aan verschillende risico’s en onzekerheden en zijn zij gebaseerd op de informatie waarover de Vennootschap op dit moment beschikt.
De woorden “geloven”, “kan”, “zou kunnen”, “zou”, “voortzetten”, “voorzien”, “verwachten”, “voornemen” en vergelijkbare uitdrukkingen zijn bedoeld om toekomstgerichte verklaringen te identificeren. Toekomstgerichte verklaringen zijn gemaakt op de datum van dit Prospectus en zowel de Vennootschap als de Dealer Managers wijzen elke verplichting af om enige toekomstige verklaring bij te werken of aan te passen als gevolg van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of enige andere factoren. Toekomstgerichte verklaringen houden risico’s en onzekerheden in en zijn geen waarborg voor toekomstige prestaties, aangezien de effectieve resultaten of ontwikkelingen in belangrijke mate kunnen afwijken van de verwachtingen omschreven in de toekomstgerichte verklaringen. Als gevolg van de hoger aangegeven risico’s en onzekerheden, kunnen de gebeurtenissen beschreven in dit Prospectus al dan
niet gebeuren, en de activiteiten en de bedrijfsresultaten van de Vennootschap kunnen in belangrijke mate afwijken van de verwachtingen beschreven in de toekomstgerichte verklaringen, als gevolg van de factoren waaronder, maar niet beperkt tot, de hoger beschreven factoren. Xxxxxxxxx worden ervoor gewaarschuwd om bij het nemen van beslissingen met betrekking tot het Ruilbod en de beslissing om te beleggen in de Nieuwe Obligaties niet zonder meer te vertrouwen op toekomstgerichte verklaringen.
DEFINITIES
Tenzij uitdrukkelijk anders voorzien, zullen woorden met hoofdletter gedefinieerd in Sectie II (“Bepalingen en Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties”) dezelfde betekenis wanneer zij gebruikt worden in andere delen van het Prospectus (met uitzondering van de samenvatting van het Prospectus).
“Bekaert” betekent de Vennootschap of de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, afhankelijk van de context.
BESCHIKBAARHEID VAN HET PROSPECTUS
De Nederlandse versie van het Prospectus werd goedgekeurd door de FSMA. Het Prospectus is eveneens beschikbaar in het Engels. De samenvatting van het Prospectus is eveneens beschikbaar in het Frans. De Vennootschap heeft zorg gedragen voor en is verantwoordelijk voor de consistentie tussen de verschillende versies. Bij verschil tussen de Nederlandse, de Engelse en de Franse versies, zal de Nederlandse versie voorrang hebben.
Het Prospectus is gratis beschikbaar op het kantoor van de Vennootschap te Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx.
Het is eveneens gratis beschikbaar bij BNP Paribas Fortis op x00 (0)0 000 00 00 (Nederlandstalige
telefonist) of x00(0)0 000 00 00 (Franstalige telefonist), ING op x00 (0)0 000 00 00 (Nederlandstalige
telefonist) of x00 (0)0 000 00 00 (Franstalige telefonist) en KBC op x00 (0)00 00 00 00 (Nederlandstalige
telefonist) or x00 (0)00 00 00 00 (Franstalige telefonist). Het Prospectus is eveneens beschikbaar op de websites van de Vennootschap (xxx.xxxxxxx.xxx), BNP Paribas Fortis (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx of xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx) ING (xxx.xxx.xx, “Beleggen – Obligaties” of “Investir – Obligations”) en KBC (xxx.xxx.xx/xxxxxxx). .Het Prospectus is eveneens beschikbaar in de kantoren van BNP Paribas Fortis, Fintro, ING, KBC, CBC Banque SA en KBC Securities NV.
INHOUDSTAFEL
0. SAMENVATTING . - 10 -
I. RISICOFACTOREN ................................................................................................................. - 25 -
1. RISICOFACTOREN MET BETREKKING TOT DE VENNOOTSCHAP .................................................... - 25 -
2. Risicofactoren verbonden aan het ruilbod en de nieuwe obligaties ............................. - 33 -
II. BEPALINGEN EN VOORWAARDEN VAN DE NIEUWE OBLIGATIES................................ - 46 -
1. DEFINITIES .............................................................................................................................- 46 -
2. VORM, NOMINALE WAARDE EN STATUS ..................................................................................... - 49 -
3. NEGATIEVE ZEKERHEID ........................................................................................................... - 50 -
4. INTEREST ............................................................................................................................... - 51 -
5. TERUGBETALING, AANKOOP EN UITDOVING ............................................................................... - 51 -
6. BETALINGEN ........................................................................................................................... - 54 -
7. WANPRESTATIES .................................................................................................................... - 55 -
8. VERJARING.............................................................................................................................- 56 -
9. ALGEMENE VERGADERING VAN DE HOUDERS VAN NIEUWE OBLIGATIES EN WIJZIGING .................. - 56 - 10. BIJKOMENDE UITGIFTEN ........................................................................................................ - 58 - 11. SUBSTITUTIE ........................................................................................................................ - 58 - 12. KENNISGEVINGEN ................................................................................................................. - 59 - 13. TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANKEN .............................................................. - 59 -
III. CLEARING .............................................................................................................................. - 61 -
IV. BESCHRIJVING VAN DE VENNOOTSCHAP ........................................................................ - 62 -
1. OVERZICHT ............................................................................................................................ - 62 -
2. OPRICHTING ........................................................................................................................... - 64 -
3. COMMISSARIS......................................................................................................................... - 64 -
4. GESCHIEDENIS EN ONTWIKKELING VAN BEKAERT ...................................................................... - 64 -
5. INVESTERINGEN ...................................................................................................................... - 65 -
6. OVERNAMES EN DESINVESTERINGEN ....................................................................................... - 65 -
7. BELANGRIJKSTE ACTIVITEITEN ................................................................................................. - 66 -
8. BELANGRIJKSTE MARKTEN....................................................................................................... - 69 -
9. INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE DOCHTERVENNOOTSCHAPPEN VAN DE VENNOOTSCHAP .... - 70 - 10. ORGANISATIESTRUCTUUR ..................................................................................................... - 72 - 11. BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN .......................................................................................... - 72 - 12. RECHTSZAKEN EN ARBITRAGE ............................................................................................... - 72 -
13. Tendensen en recente gebeurtenissen – wijzigingen van betekenis in de
FINANCIËLE OF HANDELSPOSITIE VAN DE VENNOOTSCHAP ................................................. - 72 -
V. GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE ................................................................... - 75 -
1. GEAUDITEERDE CIJFERS ......................................................................................................... - 75 -
2. NIET-GEAUDITEERDE TUSSENTIJDSE CIJFERS ........................................................................... - 76 -
3. DEFINITIES .............................................................................................................................- 77 -
VI. BESTUUR EN CORPORATE GOVERNANCE....................................................................... - 80 -
1. RAAD VAN BESTUUR ................................................................................................................ - 80 -
2. UITVOEREND MANAGEMENT: HET BEKAERT GROUP EXECUTIVE .................................................. - 82 -
3. COMITÉS VAN DE RAAD VAN BESTUUR ...................................................................................... - 83 -
4. OPVOLGING VOORZITTER EN GEDELEGEERD BESTUURDER ........................................................ - 86 -
5. BELANGENCONFLICTEN VAN DE BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN ....................................................................................................................... - 87 -
VII. BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS .............................................................................. - 88 -
1. BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS . - 88 -
2. CONTROLEWIJZIGING .............................................................................................................. - 88 -
VIII. BESCHRIJVING VAN HET MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL EN STATUTEN ................... - 90 -
1. MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL ................................................................................................... - 90 -
2. STATUTEN ..............................................................................................................................- 90 -
IX. BESTEMMING VAN DE OPBRENGSTEN; DOEL VAN HET RUILBOD .............................. - 91 -
X. HET RUILBOD EN AANBOD VAN NIEUWE OBLIGATIES .................................................. - 92 -
1. CONTEXT EN KENMERKEN VAN HET BOD ................................................................................... - 92 -
2. DEALER MANAGER AND CENTRALISING AGENCY OVEREENKOMST............................................... - 94 -
3. TEGENPRESTATIE EN RECHTVAARDIGING ................................................................................. - 94 -
4. AANVAARDINGSPERIODE EN AANVAARDINGSPROCEDURE .......................................................... - 97 -
5. UITGIFTEPRIJS VAN DE NIEUWE OBLIGATIES .............................................................................. - 99 -
6. TOTAAL BEDRAG IN HOOFDSOM ............................................................................................... - 99 -
7. BEKENDMAKING VAN DE RESULTATEN VAN HET RUILBOD ........................................................... - 99 -
8. LEVERINGSDATUM EN -DETAILS................................................................................................ - 99 -
9. KOSTEN EN HONORARIA VERBONDEN AAN DE UITGIFTE VAN DE NIEUWE OBLIGATIES ................. - 100 - 10. FINANCIËLE DIENSTEN ......................................................................................................... - 100 - 11. VERWACHTE TIJDSCHEMA VAN HET RUILBOD ........................................................................ - 100 - 12. OVERDRACHT VAN DE NIEUWE OBLIGATIES ........................................................................... - 101 - 13. OVERDRACHTSBEPERKINGEN .............................................................................................. - 101 - 14. DE BESTAANDE OBLIGATIES ................................................................................................. - 102 - 15. FISCALE ASPECTEN VAN HET RUILBOD .................................................................................. - 103 -
XI. FISCAAL STELSEL VAN DE NIEUWE OBLIGATIES ......................................................... - 106 -
1. EU SPAARRICHTLIJN ............................................................................................................. - 106 -
2. BELASTING IN BELGIË............................................................................................................ - 106 -
3. BELASTING IN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG ............................................................. - 110 -
4. FINANCIËLE TRANSACTIETAKS ............................................................................................... - 113 -
XII. ALGEMENE INFORMATIE ................................................................................................... - 115 -
XIII. DOCUMENTEN OPGENOMEN DOOR MIDDEL VAN VERWIJZING ................................. - 117 - BIJLAGE 1- Aanvaardingsformulier ................................................................................................ - 119 - BIJLAGE 2- Memorie van Antwoord ............................................................................................... - 123 - BIJLAGE 3- Voorwaarden van de Bestaande Obligaties .............................................................. - 127 - BIJLAGE 4- Vorm van Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put ............... - 134 -
0. SAMENVATTING
Deze samenvatting werd voorbereid overeenkomstig de inhoudelijke vereisten en vormvereisten van de Verordening van de Europese Commissie nr. 809/2004 van 29 april 2004, tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van reclame betreft, zoals gewijzigd (de ”Prospectusverordening”). Voor doeleinden van de Prospectusverordening zijn samenvattingen opgesteld op basis van verplichte rubrieken van kerngegevens die gekend zijn als “Elementen”. Deze Elementen zijn genummerd in Afdelingen A – E (A.1
– E.7).
Deze samenvatting bevat alle Elementen die moeten worden opgenomen in een samenvatting voor dit type van effecten en emittent. Omdat sommige Elementen niet dienen te worden besproken, kunnen er lacunes zijn in de volgorde van de nummering van de Elementen.
Ook wanneer een Element moet worden opgenomen in de samenvatting omwille van het type van effecten en de emittent is het mogelijk dat geen relevante informatie kan worden gegeven met betrekking tot het Element. In dat geval wordt een korte beschrijving van het Element opgenomen in de samenvatting met de vermelding ‘niet van toepassing’.
Afdeling A – Inleiding en waarschuwingen
A.1 Inleiding Deze samenvatting moet worden gelezen als een inleiding op het Prospectus en iedere
beslissing om het Ruilbod te aanvaarden en te beleggen in de Nieuwe Obligaties moet gebaseerd zijn op een bestudering van het volledige Prospectus door de belegger. Wanneer er een vordering met betrekking tot de informatie in het Prospectus bij een gerechtelijke instantie aanhangig wordt gemaakt, zal de belegger die als eiser optreedt, volgens de nationale wetgeving van de Lidstaten, eventueel de kosten van de vertaling van het Prospectus moeten dragen voordat de rechtsvordering kan worden ingesteld. Niemand kan burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld op grond van deze samenvatting tenzij de inhoud ervan, wanneer zij samen met de andere delen van het Prospectus wordt gelezen, misleidend, onjuist of inconsistent is, of indien zij, wanneer zij samen met de andere delen van het Prospectus wordt gelezen, niet de kerngegevens bevat om beleggers te helpen wanneer zij overwegen het Ruilbod te aanvaarden en te beleggen in de Nieuwe Obligaties.
A.2 Uitdrukkelijk
toestemming van de Vennootschap voor het gebruik van het Prospectus
NV Bekaert SA (de “Vennootschap”) stemt in met het gebruik van dit prospectus (het “Prospectus”) voor doeleinden van het bod tot omruiling op de 150.000 obligaties uitgegeven met een vaste interestvoet van 6,75% per jaar op 16 april 2009 met vervaldag op 16 april 2014 (ISIN BE0002167337) (de “Bestaande Obligaties”) in ruil voor obligaties met een vaste interestvoet van 4,750% per jaar (bruto) met vervaldag op 17 oktober 2020 (ISIN BE0002206721) (de “Nieuwe Obligaties”) en voor het corresponderende openbaar aanbod en notering op NYSE Euronext Brussels van de Nieuwe Obligaties (het “Ruilbod”), door iedere financiële tussenpersoon (andere dan de Dealer Managers) dewelke gemachtigd is om zulke aanbiedingen te maken krachtens Richtlijn 2004/39/EG (een “Financiële Tussenpersoon”).
De toestemming om dit Prospectus te gebruiken wordt gegeven voor een aanbiedingsperiode die begint op 23 september 2013 en eindigt op 7 oktober 2013.
De toestemming om dit Prospectus te gebruiken is enkel gegeven voor het Ruilbod door de Vennootschap in België en in het Groothertogdom Luxemburg op basis van dezelfde voorwaarden zoals beschreven in dit Prospectus.
Afdeling B – Vennootschap
B.1 Officiële en
handelsnaam
NV Bekaert SA
B.2 Vestigingsplaats/
Rechtsvorm/Land van oprichting
De Vennootschap is een naamloze vennootschap, opgericht onder Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx.
B.4b Tendensen die zich voordoen voor de Vennootschap en de sectoren waarin zij werkzaam is
Het gebrek aan consistente tekenen van wereldwijd economisch herstel, het gebrek aan richting van de financiële markten, de onstabiele vraag overal in de wereld en de gebruikelijke seizoenseffecten in de tweede jaarhelft zullen wegen op de winstgevendheid van de Vennootschap. De onstabiele economische omgeving en de toenemende concurrentie in Azië kunnen bovendien leiden tot hernieuwde prijsdruk en leggen voorzichtigheid op met betrekking tot de vooruitzichten voor de middellange termijn. Om de gewenste rentabiliteit te herstellen neemt de Vennootschap alle nodige maatregelen om haar ongewijzigde strategische ambities voor duurzame rendabele groei te vrijwaren. Om op de meest doeltreffende manier te beantwoorden aan wereldwijde uitdagingen en toekomstige groeikansen, heeft Bekaert haar algemene organisatiestructuur gewijzigd in 2012 en is ze een kostenreductieprogramma aan het doorvoeren, hetgeen verwacht wordt de rentabiliteit te zullen blijven ondersteunen (de implementatie van de laatste stappen van het programma is gestart in de loop van 2013, maar nog niet alle acties zullen al hun volledige invloed hebben op de resultaten van 2013). De Vennootschap is vastberaden om dankzij haar globale geografische aanwezigheid en brede productportefeuille, technologische en marktleider te blijven, ten dienste van haar klanten en alle andere stakeholders wereldwijd.
B.5 Beschrijving van de Groep en de plaats van de Vennootschap in de Groep
De Vennootschap is de houdstermaatschappij van een geïntegreerde groep, met hoofdzetel in België, met dochtervennootschappen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen in heel Europa, Noord-Amerika, Latijns-Amerika en in Pacifisch Azië (de “Dochtervennootschappen”) (de Dochtervennootschappen, samen met de Vennootschap, de “Groep”). De Groep is een wereldwijde markt- en technologische leider in staaldraadtransformatie en deklagen. De Groep stelt ongeveer 27.000 medewerkers te werk en realiseerde een gezamenlijke omzet van EUR 4,4 miljard in 2012.
B.9 Winstprognoses of
-ramingen
Niet van toepassing; het Prospectus bevat geen winstprognoses of -ramingen.
B.10 Voorbehoud in de afgifte van verklaring
B.12 Geselecteerde
Niet van toepassing; er zijn geen voorbehouden in de afgiftes van verklaring van de commissaris betreffende de historische financiële informatie opgenomen in het Prospectus.
Geauditeerde cijfers
belangrijke historische | Gezamenlijke cijfers | 2011 | 2012 |
financiële | in miljoen EUR | ||
informatie/ | Omzet | 4.599 | 4.387 |
negatieve wijziging | Investeringen (materiële vaste activa) | 313 | 139 |
van betekenis | Personeel op 31 december | 28.353 | 27.063 |
Geconsolideerde jaarrekening | 2011 | 2012 | |
in miljoen EUR | |||
Winst-en-verliesrekening | |||
Omzet | 3.340 | 3.461 | |
Bedrijfsresultaat (EBIT) | 289 | -49 | |
Bedrijfsresultaat vóór eenmalige opbrengsten en | 281 | 118 | |
kosten (REBIT) | |||
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 207 | -191 | |
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | - | - | |
Perioderesultaat | 207 | -191 | |
toerekenbaar aan de Groep | 193 | -197 | |
toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden | 15 | 6 | |
EBITDA | 497 | 274 | |
Afschrijvingen materiële vaste activa | 171 | 195 | |
Waardeverminderingen en bijzondere | 129 | ||
waardeverminderingen | 37 | ||
Balans | |||
Eigen vermogen | 1.766 | 1.604 | |
Vaste activa | 1.900 | 1.747 | |
Investeringen (materiële vaste activa) | 267 | 123 | |
Balanstotaal | 4.169 | 3.668 |
Netto schuld | 856 | 700 |
Kapitaalgebruik (CE) | 2.568 | 2.375 |
Werkkapitaal | 1.031 | 898 |
Personeel op 31 december | 22.413 | 22.549 |
Xxxxx’x EBITDA op omzet | 14,9% | 7,9% |
REBIT op omzet | 8,4% | 3,4% |
EBIT op omzet | 8,7% | -1,4% |
EBIT interestdekking | 4,8 | -0,7 |
ROCE (EBIT op kapitaalgebruik) | 12,0% | -2,0% |
XXX (winst op eigen vermogen) | 12,0% | -11,3% |
Eigen vermogen op totaal activa | 42,4% | 43,7% |
Gearing (Netto schuld op eigen vermogen) | 48,5% | 43,7% |
Netto schuld op EBITDA | 1,7 | 2,6 |
Joint ventures en geassocieerde ondernemingen in miljoen EUR | 2011 | 2012 |
Omzet | 1.259 | 926 |
Bedrijfsresultaat | 90 | 49 |
Perioderesultaat | 61 | 36 |
Aandeel van de Groep in het perioderesultaat | 25 | 10 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 46 | 16 |
Afschrijvingen | 28 | 23 |
Aandeel van de Groep in het eigen vermogen | 252 | 162 |
Personeel op 31 december | 5.940 | 4.514 |
Niet-geauditeerde cijfers
Hieronder volgen de niet-geauditeerde kerncijfers voor de semesters die eindigen op 30 juni 2012 en 30 juni 2013 (bron: interne rekeningen van Bekaert).
Gezamenlijke kerncijfers in miljoen EUR | 30 juni 2012 | 30 juni 2013 | |
Omzet | 2.255 | 2.139 | |
Investeringen (materiële vaste activa) | 67 | 36 | |
Personeel op 30 juni | 27.138 | 26.648 | |
Geconsolideerde rekeningen in miljoen EUR | 30 juni 2012 | 30 juni 2013 | |
Winst-en-verliesrekening Omzet | 1.783 | 1.649 | |
Bedrijfsresultaat (EBIT) | 4 | 89 | |
Bedrijfsresultaat vóór eenmalige opbrengsten en (REBIT) Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | kosten | 85 -71 | 91 35 |
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | - | - | |
Perioderesultaat | -71 | 35 | |
toerekenbaar aan de Groep | -80 | 26 | |
toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden | 8 | 9 | |
EBITDA | 160 | 172 | |
Afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen | 157 | 83 | |
Balans Eigen vermogen | 1.761 | 1.564 | |
Vaste activa | 1.912 | 1.694 | |
Investeringen (materiële vaste activa) | 58 | 32 | |
Balanstotaal | 4.055 | 3.535 | |
Netto schuld | 866 | 770 | |
Kapitaalgebruik (CE) | 2.718 | 2.393 |
Werkkapitaal | 1.117 | 974 |
Personeel op 30 juni | 22.566 | 22.022 |
Xxxxx’x EBITDA op omzet | 9,0 % | 10,4 % |
REBIT op omzet | 4,8 % | 5,5 % |
EBIT op omzet | 0,2 % | 5,4 % |
EBIT interestdekking | 0,10 | 2,97 |
ROCE (EBIT op kapitaalgebruik) | 0,3 % | 7,4 % |
XXX (winst op eigen vermogen) | -8,1 % | 4,4 % |
Eigen vermogen op totaal activa | 43,4 % | 44,2 % |
Gearing (Netto schuld op eigen vermogen) | 49,2 % | 49,3 % |
Netto schuld op EBITDA | 2,70 | 2,24 |
Joint ventures en geassocieerde ondernemingen in miljoen EUR | 30 juni 2012 | 30 juni 2013 |
Omzet | 472 | 491 |
Bedrijfsresultaat | 32 | 55 |
Perioderesultaat | 19 | 42 |
Aandeel van de Groep in het perioderesultaat | 6 | 17 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 8 | 4 |
Afschrijvingen | 12 | 11 |
Aandeel van de Groep in het eigen vermogen | 172 | 168 |
Personeel op 30 juni | 4.572 | 4.626 |
“Geassocieerde ondernemingen” betekent ondernemingen die geen Dochterondernemingen of Joint Ventures zijn waarin de Vennootschap een invloed van betekenis heeft, over het algemeen weerspiegeld door een belang van minstens 20 procent.
“Joint ventures” betekent ondernemingen waarover de Vennootschap gezamenlijke zeggenschap uitoefent, en waarin zij over het algemeen een belang van ongeveer 50 procent heeft.
Er heeft zich geen negatieve wijziging van betekenis voorgedaan in de vooruitzichten van de Vennootschap sinds 31 december 2012
Er hebben zich geen belangrijke veranderingen in de financiële of handelspositie van de Vennootschap voorgedaan sinds 30 juni 2013.
B.13 Recente gebeurtenissen van grote betekenis voor de beoordeling van de solvabiliteit
Niet van toepassing; er hebben zich geen recente gebeurtenissen van bijzonder belang voorgedaan, die van grote betekenis zijn voor de beoordeling van de solvabiliteit van de Vennootschap.
B.14 Afhankelijkheid van andere entiteiten in de Groep
Hoewel de Vennootschap eigen operationele activiteiten heeft, is zij, als de houdstermaatschappij van de Groep, ook afhankelijk van de operationele activiteiten van haar Dochtervennootschappen en van de mogelijkheid van die Dochtervennootschappen om inkomstenstromen te genereren en dividenden uit te keren. Zie eveneens Element B.5.
B.15 Belangrijkste
activiteiten van de Vennootschap
De Vennootschap is de houdstermaatschappij van de Groep, die een wereldwijde technologische en marktleider is in staaldraadtransformatie en deklagen. De Vennootschap heeft ook eigen operationele activiteiten. De belangrijkste vaardigheden van de Groep zijn staaldraadtransformatie en het toepassen van deklaagtechnologieën.
B.16 Rechtstreekse of
onrechtstreekse controle over de Vennootschap
Op basis van de laatste verklaringen die de Vennootschap heeft verkregen in krachtens de toepasselijke wetgeving, bezitten Stichting Administratiekantoor Bekaert, Velge International NV, Berfin SA, Subeco SA, Millenium 3 SA en Gedecor SA (de “Referentieaandeelhouders”) samen 38,18% van de aandelen van de Vennootschap. De Referentieaandeelhouders hebben verklaard dat zij in onderling overleg handelen en een akkoord hebben gesloten (a) dat ertoe strekt de controle te verkrijgen, het welslagen van een bod te dwarsbomen dan wel de controle te behouden en (b) aangaande de onderling afgestemde uitoefening van stemrechten om een duurzaam gemeenschappelijk beleid te voeren.
B.17 Kredietrating
toegewezen aan de Vennootschap of de Nieuwe Obligaties
Niet van toepassing; de Vennootschap en de Nieuwe Obligaties hebben geen kredietrating en de Vennootschap heeft niet de intentie om een kredietrating aan te vragen.
Afdeling C – Effecten
C.1 Beschrijving van
de Nieuwe Obligaties
4,750% vastrentende obligaties, met vervaldag op 17 oktober 2020, uitgedrukt in euro.
ISIN BE0002206721; Common Code 097392013.
C.2 Munteenheid van de Nieuwe Obligaties
C.5 Overdraagbaar- heid
EUR
Onder voorbehoud van beperkingen krachtens toepasselijke effectenwetgeving of andere wetten met betrekking tot de aanbiedingen, verkopen of overdrachten van obligaties, zijn de Nieuwe Obligaties vrij overdraagbaar overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen.
C.8 Rechten verbonden aan de Nieuwe Obligaties
Status De Nieuwe Obligaties vormen rechtstreekse, onvoorwaardelijke, niet-achtergestelde en (zonder afbreuk te doen aan de Negatieve Zekerheid) niet door zekerheden gedekte verbintenissen van de Vennootschap. De Nieuwe Obligaties zullen onderling in gelijke rang (pari passu) komen en nemen een gelijke rang met alle andere bestaande en toekomstige niet door zekerheden gedekte en niet-achtergestelde verbintenissen van de Vennootschap, met uitzondering van de verbintenissen die bevoorrecht zijn krachtens wetsbepalingen van dwingend recht die van algemene toepassing zijn.
Uitgiftedatum 17 oktober 2013.
Nominale waarde EUR 1.000 per Nieuwe Obligatie.
Gevallen van Wanprestatie
Wanprestaties ten aanzien van de Nieuwe Obligaties omvatten (i) niet-betaling van de hoofdsom of interest met betrekking tot de Nieuwe Obligaties; (ii) inbreuk op andere verbintenissen, overeenkomsten of verplichtingen opgenomen in het Prospectus; (iii) wanprestatie met betrekking tot bepaalde andere schulden; (iv) insolventie; (v) vereffening; (vi) reorganisatie; en (vii) stopzetting van notering van de Nieuwe Obligaties wegens een wanprestatie.
Wanprestatie met betrekking tot bepaalde andere schulden
Enige andere huidige of toekomstige schuld van de Vennootschap met betrekking tot geleende bedragen wordt niet betaald op de betrokken betaaldatum of, desgevallend, na het verstrijken van enige toepasselijke of toegestane termijn van respijt of uitstel, op voorwaarde dat het bedrag van de relevante schulden waarnaar wordt verwezen in één of meer van de bovenstaande gebeurtenissen, in totaal gelijk of hoger is dan EUR 20.000.000 of het equivalent daarvan.
Negatieve Zekerheid De Vennootschap verbindt zich ertoe om, voor de looptijd van de Nieuwe Obligaties, geen zekerheid of ander voorkeurrecht te vestigen ten gunste van Relevante Schuldeisers met betrekking tot haar huidige of toekomstige activa tenzij dezelfde zekerheid (of wezenlijk dezelfde zekerheid of ander voorkeurrecht) in gelijke mate en in gelijke rang wordt toegekend
met betrekking tot de Nieuwe Obligaties.
Het bovenstaande geldt echter onverminderd:
(a) het recht van de Vennootschap om een zekerheid te vestigen met betrekking tot haar activa of om andere voorkeurrechten toe te kennen ten gunste van andere dan Relevante Schuldeisers;
(b) het recht of de verplichting van de Vennootschap om een zekerheid te vestigen of andere voorkeurrechten toe te kennen of om zekerheden of voorkeurrechten te laten vestigen op haar activa ingevolge van toepasselijke bepalingen van dwingend recht;
(c) het recht van de Vennootschap om een zekerheid te vestigen op bepaalde activa met het oog op de financiering van dergelijke activa; en
(d) het recht van de Vennootschap om zekerheden te vestigen op bestaande activa op het ogenblik van de verwerving van dergelijke activa door de Vennootschap.
“Relevante Schuldeisers” betekent elke persoon of rechtspersoon die houder is van obligaties of andere schuldeffecten van de Vennootschap, die worden verhandeld op een gereglementeerde markt, over the counter of anderszins, en met een initiële looptijd van meer dan één jaar.
Vergadering van Obligatiehouders
De voorwaarden van de Obligaties bevatten bepalingen voor het bijeenroepen van vergaderingen van obligatiehouders voor het beraadslagen over aangelegenheden die hen in algemene zin aanbelangen. Op grond van deze bepalingen is de stem van een vastgestelde meerderheid bindend voor alle Obligatiehouders, met inbegrip van obligatiehouders die de betreffende vergadering niet hebben bijgewoond en Obligatiehouders die een van de meerderheid afwijkende stem hebben uitgebracht.
C.9 Bijkomende beschrijving van de rechten verbonden aan de Nieuwe Obligaties (zie ook Element C.8)
Gelieve ook Element C.8 te bestuderen voor meer informatie.
Interest
Interestbetaaldatum
Vervaldag
Terugbetaalbedrag op Vervaldag
Onverminderd een verhoging zoals beschreven onder “Controlewijziging Step Up”, zal elke Nieuwe Obligatie een interest opbrengen vanaf (en met inbegrip van) de Uitgiftedatum tegen een bruto vaste interestvoet van 4,750% per jaar berekend door toepassing van de intrestvoet op de Nominale Xxxxxx (zijnde EUR 1.000).
17 oktober in elk jaar, te beginnen op 17 oktober 2014, tot en met 17 oktober 2020. 17 oktober 2020.
De Nieuwe Obligaties zullen worden terugbetaald aan 100% van hun Nominale Waarde op de Vervaldag.
Rendement De bruto vaste rentevoet van de Nieuwe Obligaties is 4,750% per jaar (zie Element E.3 voor meer informatie). Het netto actuarieel rendement van de Nieuwe Obligaties, berekend vanuit economisch oogpunt, voor natuurlijke personen met fiscale woonplaats in België (rekening houdend met de directe belastingen die verschuldigd zijn door de beleggers op de datum van dit Prospectus, inclusief de Belgische roerende voorheffing van 25%) bedraagt 3,085% per jaar (berekend op basis van de referentiemarktprijs van de Bestaande Obligaties van 102,963% op 18 september 2013, een uitgifte van de Nieuwe Obligaties op 17 oktober 2013 en onder de veronderstelling dat de Nieuwe Obligaties zullen worden aangehouden vanaf hun uitgifte tot hun vervaldag wanneer ze aan 100% van hun nominale waarde zullen worden terugbetaald).
Vervroegde terugbetaling
• De Obligaties kunnen naar keuze van de houders van Nieuwe Obligaties naar aanleiding van een wanprestatie (zie Element C.8) vervroegd worden terugbetaald (tegen 100% van hun Nominale Waarde plus alle interest die vervallen is sinds de laatste interestbetalingsdatum).
• De Nieuwe Obligaties kunnen naar keuze van de houders van Nieuwe Obligaties vervroegd worden terugbetaald in geval van een Controlewijziging (tegen het Put Terugbetalingsbedrag, dat desgevallend zal verschillen van (maar nooit lager zal zijn dan) de som van 100% van de Nominale Waarde plus alle interest die vervallen is sinds de laatste interestbetalingsdatum. Zie “Put Terugbetalingsbedrag” hieronder) (de “Controlewijziging Put Optie”).
• Indien houders van Nieuwe Obligaties kennisgevingen van uitoefening van de Controlewijziging Put Optie indienen met betrekking tot ten minste 85% van de totale Nominale Waarde van de Nieuwe Obligaties die op dat ogenblik uitstaan, kan de Vennootschap alle (maar niet slechts een deel) van de dan uitstaande Nieuwe Obligaties terugbetalen (aan het Put Terugbetalingsbedrag, dat desgevallend zal verschillen van (maar nooit lager zal zijn dan) de som van 100% van de Nominale Waarde plus alle interest die vervallen is sinds de laatste interestbetalingsdatum. Zie “Put Terugbetalingsbedrag” hieronder).
Een “Controlewijziging” doet zich voor wanneer een persoon, anders dan een Vrijgestelde Persoon, een bod uitbrengt gericht aan alle (of, inzoverre praktisch mogelijk, alle) aandeelhouders van de Vennootschap (of alle (of, inzoverre praktisch mogelijk, alle) aandeelhouders van de Vennootschap andere dan de bieder en/of met de bieder in onderling overleg handelende personen (zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 5°, van de wet van 1 april 2007 betreffende openbare overnamebiedingen, zoals gewijzigd) om alle of een meerderheid van de uitstaande gewone aandelen van de Vennootschap te verwerven en (nadat de aanvaardingsperiode voor dergelijk bod is gesloten, de resultaten van dergelijk bod zijn bekendgemaakt en dergelijk bod onvoorwaardelijk is geworden) de bieder gewone aandelen van de Vennootschap of andere stemrechten van de Vennootschap heeft verworven of, na de bekendmaking van de resultaten van dergelijk bod door de bieder, gerechtigd is tot het verwerven daarvan ingevolge dergelijk bod en na voltooiing ervan, zodat deze het recht heeft om de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de Vennootschap, uit te oefenen, waarbij de datum waarop de Controlewijziging zal worden geacht te hebben plaatsgevonden de datum zal zijn van de bekendmaking door de bieder van de resultaten van het betreffende bod (en duidelijkheidshalve vóór enige heropening van het bod overeenkomstig artikel 42 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, zoals gewijzigd).
“Vrijgesteld Persoon” betekent de Stichting Administratiekantoor Bekaert, alleen of in onderling overleg handelend met enige andere persoon met wie de Stichting Administratiekantoor Bekaert in onderling overleg handelt (zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 5°, van de wet van 1 april 2007 betreffende openbare overnamebiedingen, zoals gewijzigd).
Put Terugbetalings- bedrag
Een bedrag per Nieuwe Obligatie berekend door de Terugbetalingsvoet te vermenigvuldigen met de Nominale Waarde van deze Nieuwe Obligatie en, indien nodig, het resultaat af te ronden naar de dichtstbijzijnde eurocent (een halve eurocent zal naar beneden worden afgerond), vermeerderd met alle vervallen maar onbetaalde interest op deze Nieuwe Obligatie tot de relevante terugbetalingsdatum (niet inbegrepen).
Het Put Terugbetalingsbedrag is gelijk aan een maximum rendement van 0,75 punten boven het rendement van de betreffende Nieuwe Obligaties op de Uitgiftedatum tot de Vervaldag overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding van de roerende voorheffing, dat bepaalt dat met betrekking tot Nieuwe Obligaties die kunnen worden verhandeld op N-rekeningen, indien beleggers het recht uitoefenen dat betrekking heeft op de vervroegde terugbetaling van Nieuwe Obligaties, het actuariële rendement niet meer dan 0,75 punt hoger kan zijn dan het actuariële rendement van de Nieuwe Obligaties bij uitgifte tot aan de eindvervaldag.
“Terugbetalingsvoet” betekent MIN (101%; 100% x Exp (T x 0,74720148386%)), naar beneden afgerond tot op het negende cijfer na de komma.
“T” betekent de tijd, uitgedrukt in decimalen van een jaar, verlopen vanaf de uitgiftedatum van de betreffende Nieuwe Obligaties (inbegrepen) tot de terugbetalingsdatum (niet inbegrepen).
Voor alle duidelijkheid, ‘Exp’ betekent de exponentiële functie, wat betekent de functie ex, waarbij e het getal is (ongeveer 2,718) zodanig dat de functie ex gelijk is aan zijn eigen afgeleide.
Controlewijziging Step up
Houders van Nieuwe Obligaties moeten zich ervan bewust zijn dat het uitoefenen van de Controlewijziging Put Optie enkel effect zal hebben naar Belgisch recht indien, voorafgaand aan de eerdere gebeurtenis van (a) de mededeling door de FSMA aan de Vennootschap van het feit dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de Vennootschap of (b) het zich voordoen van de Controlewijziging, (x) de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap de Controlewijziging Put Xxxxx heeft goedgekeurd
(zulk goedkeuringsbesluit, de “Controlewijziging Besluiten”) en (y) de Controlewijziging Besluiten zijn neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel van Kortrijk.
Indien uiterlijk op 14 juli 2014 (a) de Controlewijziging Besluiten niet zijn goedgekeurd of (b) de Controlewijziging Besluiten niet werden neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel van Kortrijk, zal, met ingang van de Interestperiode die aanvangt op de eerste Interestbetaaldatum volgend op 14 juli 2014, het bedrag van de interest die betaalbaar is met betrekking tot de Nieuwe Obligaties worden vermeerderd met 0,50% per jaar. In geval naar behoren aangenomen Controlewijziging Besluiten daarna naar behoren worden neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel van Kortrijk zal de interestvoet niet langer worden vermeerderd met 0,50% per jaar vanaf de eerste Interestperiode volgend op de Interestperiode tijdens dewelke zulke naar behoren aangenomen Controlewijziging Besluiten naar behoren worden neergelegd.
“Interestperiode” is de periode die aanvangt op (en met inbegrip van) de Uitgiftedatum en die eindigt op (maar met uitsluiting van) de eerste Interestbetaaldatum en elke daaropvolgende periode die aanvangt op (en met inbegrip van) een Interestbetaaldatum en die eindigt op (maar met uitsluiting van) de eerstvolgende Interestbetaaldatum.
Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank
• Belgisch recht.
• Exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel.
Wezenlijke verschillen tussen de voorwaarden van de Nieuwe Obligaties en de Bestaande Obligaties
De Nieuwe Obligaties vervallen op 17 oktober 2020, hebben een looptijd van zeven jaar en een bruto vaste interestvoet van 4,750% per jaar, in tegenstelling tot de Bestaande Obligaties die vervallen op 16 april 2014, een looptijd van vijf jaar hebben vanaf hun uitgiftedatum en een bruto vaste rentevoet van 6,75% per jaar. Het bruto actuarieel rendement van de Nieuwe Obligaties bedraagt 4,252% per jaar (berekend op basis van de referentiemarktprijs van de Bestaande Obligaties van 102,963% op 18 september 2013, een uitgifte van de Nieuwe Obligaties op 17 oktober 2013 en onder de veronderstelling dat de Nieuwe Obligaties zullen worden aangehouden vanaf hun uitgifte tot de Vervaldag wanneer ze aan 100% van hun nominale waarde zullen worden terugbetaald), in vergelijking met het bruto actuarieel rendement van de Bestaande Obligaties van 6,461% per jaar (berekend op de uitgiftedatum van de Bestaande Obligaties op basis van de uitgifteprijs en de interestvoet van de Bestaande Obligaties) dat zou worden verkregen indien de Bestaande Obligaties door de belegger aangekocht waren op hun uitgiftedatum en aangehouden zouden worden tot hun vervaldag waarop ze aan 100% van hun nominale waarde zouden worden terugbetaald. Verder genieten de houders van Nieuwe Obligaties (“Houders van Nieuwe Obligaties”) het recht om de vervroegde terugbetaling van de Nieuwe Obligaties te eisen in het geval van een Controlewijziging, terwijl de Houders van Bestaande Obligaties geen gelijkaardig recht genieten. Bovendien geniet de Vennootschap van een call optie om alle Nieuwe Obligaties terug te betalen indien Houders van Nieuwe Obligaties die ten minste 85% van het totale Nominale Bedrag van de Nieuwe Obligaties vertegenwoordigen hun recht om de vervroegde terugbetaling te eisen vermeld in de vorige zin hebben uitgeoefend.
C.10 Derivaten- component in interestbetalingen
C.11 Notering en
toelating tot verhandeling
Niet van toepassing; de Nieuwe Obligaties hebben geen derivatencomponent in de interestbetalingen.
Er werd een aanvraag ingediend tot notering van de Nieuwe Obligaties op de officiële lijst van NYSE Euronext Brussels en toelating van de Nieuwe Obligaties tot verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels.
Afdeling D – Risico’s
D.2 Kerngegevens over de voornaamste risico’s die specifiek zijn voor de Vennootschap
• Globaliserende concurrentie en algemene druk op de winstgevendheid. De Vennootschap is blootgesteld aan risico’s verbonden aan druk op de winstmarges in een steeds toenemend concurrentiële omgeving gecombineerd met een onstabiele vraag overal in de wereld. Het concurrentiële landschap bestaat uit internationale, nationale, regionale en lokale actoren. In groeimarkten zoals China en Korea komen concurrenten de markt binnen, waar zij niet enkel lokale actoren worden, maar ook actief worden op de internationale markt. Een globale economische crisis kan een impact hebben op de
belangrijkste sectoren waarin de Vennootschap actief is, namelijk de automobielindustrie, energie en nutsvoorzieningen en de bouwsector. Energie en nutsvoorzieningen zijn gedeeltelijk gerelateerd aan de markt van zonne-energie, die zoals ze bewezen heeft een erg volatiele markt is. Over het algemeen slaagt de Groep erin om haar sterke marktpositie te verdedigen, maar de tekenen van een wereldwijd economisch herstel zijn nog niet zichtbaar in de markten waarin zij actief is. De aanhoudende slechte economische toestand, het gebrek aan consistente indicatoren van wereldwijd herstel, overcapaciteit in de meeste sectoren en de resulterende globalisering van de concurrentie en algemene prijs- en margedruk kunnen blijven wegen op de winstgevendheid.
• Politiek/economische/sociale instabiliteit in groeimarkten. De Vennootschap is in grote mate, voor meer dan 70%, afhankelijk van groeimarkten. Politieke, economische en sociale instabiliteit in deze groeimarkten, met inbegrip van wijzigingen in belastingen en handelsheffingen, kan niet uitgesloten worden en kan een impact hebben op de resultaten van de Vennootschap. De Vennootschap identificeert Venezuela in het bijzonder als één van de regio’s met grote politiek/economische risico’s.
• De product-mix van rubberversterking in eindmarkten. Het aandeel van de omzet van Bekaert in de high-end bandenmarkt voor vrachtwagens enerzijds versus de bandenmarkt voor personenwagens anderzijds beïnvloedt het algemeen margeniveau van het platform voor rubberversterking. In tijden van moeilijke economische markomstandigheden is de verkoop van banden voor vrachtwagens normaal gezien laag en verloopt de vervanging van banden voor vrachtwagens vertraagd, wat de winstgevendheid van dit platform onder druk zet ten gevolge van ongunstige product-mix elementen.
• Activa- en winstconcentratie. Ondanks het feit dat Bekaert een echt globale onderneming is met een netwerk van productieplatformen en verkoop- en distributiekantoren wereldwijd, en zo de concentratie van activa en winst tot een minimum beperkt, ziet de Vennootschap evenwel een risico op activa- en winstconcentratie op bepaalde locaties, zoals Zwevegem in België en Jiangying in China.
• Xxxxxx’x met betrekking tot intellectuele eigendom. De Vennootschap is een wereldwijd technologieleider in staaldraadtransformatie en deklagen en investeert intensief in voortdurende innovatie. De Vennootschap beschouwt haar technologisch leiderschap als dat wat het verschil maakt ten opzichte van de concurrentie. Bijgevolg vormt de bescherming van haar intellectuele eigendom een belangrijke bezorgdheid en risico.
• Personeelscontinuïteit en opvolgingsplanning. Een competitieve arbeidsmarkt kan de kosten voor de Vennootschap verhogen en zo de resultaten verminderen. Het succes van de Vennootschap is voornamelijk afhankelijk van haar capaciteit om op alle niveaus gekwalificeerde medewerkers aan te trekken en te behouden. Een tekort aan gekwalificeerd personeel kan de Vennootschap ertoe dwingen om de lonen of andere voordelen te verhogen. Een toenemende mobiele jonge populatie in groeimarkten verhoogt het risico van personeelscontinuïteit verder. Systemen voor opvolgingsplanning zijn in werking om continuïteit van de onderneming te verzekeren, in het licht van personeelswijzigingen in kritische functies.
• Prijsvolatiliteit van walsdraad en bronafhankelijkheid. De kost van grondstoffen vertegenwoordigde 40% van de geconsolideerde omzet of 46% van de kostprijs van verkopen in 2012. De voornaamste grondstof voor de onderneming is walsdraad, een staalproduct. De laatste jaren werden gekarakteriseerd door hoge volatiliteit van de prijs van walsdraad. In principe worden prijsveranderingen zo snel mogelijk doorgerekend in de verkoopprijs. Het niet tijdig doorrekenen van kostenverhogingen naar de klanten kan de financiële resultaten van de Vennootschap negatief beïnvloeden. Niettegenstaande het feit dat de verkoopsprijzen prijsverlagingen van grondstoffen reflecteren, kan de prijsval van walsdraad belangrijke afwaarderingen van voorraden veroorzaken.
• Kredietwaardigheid van klanten (bv., zaagdraadklanten in 2011). De Vennootschap is blootgesteld aan het kredietrisico van haar operationele activiteiten en sommige financieringsactiviteiten. Zwakke economische voorwaarden en strenge kredietrestricties van financiële instellingen kunnen een impact hebben op de kredietwaardigheid van de klanten.
• Belastingen. Wijzigingen in belastingen kunnen de netto winstgevendheid van de Vennootschap beïnvloeden. In België bijvoorbeeld, kan dit betrekking hebben op wijzigingen in het notionele interestaftrekbeleid. In China heeft dit betrekking op aflopende belastingvrijstellingen. Wereldwijde zwakke economische omstandigheden kunnen ook leiden tot hogere belastingen en/of het verminderen van fiscale stimuliprogramma’s ter ondersteuning van industriële sectoren.
• Liquiditeitsrisico. Het liquiditeitsrisico is het risico dat de Vennootschap haar verplichtingen niet zal kunnen nakomen op de vervaldag als gevolg van een onvermogen om activa te
gelde te maken of voldoende financiering te bekomen. De liquiditeit van de Vennootschap kan ook beïnvloed worden door de garanties die de Vennootschap aan derden verschaft namens haar dochtervennootschappen. Om dit risico te beperken en om te allen tijde liquiditeit en financiële flexibiliteit te verzekeren, heeft de Groep, naast haar beschikbare cash, meerdere niet-toegezegde korte-termijn kredietlijnen ter beschikking in de belangrijkste valuta’s en voor bedragen die de Vennootschap toereikend acht voor haar huidige en toekomstige financiële noden. Deze kredietfaciliteiten hebben meestal een gemengd karakter en kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor voorschotten, kaskredieten, acceptkredieten en verdiscontering. De Groep heeft ook toegezegde kredietfaciliteiten ter beschikking voor een totaal maximumbedrag gelijk aan EUR 50 miljoen tegen een variabele interestvoet met vaste rentemarges. Daarnaast heeft de Groep ook een commercial paper programma en een medium-term note programma voor een totaal maximumbedrag van EUR 124 miljoen. Het looptijdprofiel van de schulden van Bekaert was eind juni 2013 als volgt: EUR 272 miljoen in 2013, EUR 221 miljoen in 2014, EUR 113 miljoen in 2015, EUR 212 miljoen in 2016, EUR 7 miljoen in 2017, EUR 100 miljoen in 2018 en EUR 195 miljoen in 2019. De Nieuwe Obligaties zullen vervallen in 2020.
D.3 Kerngegevens over de voornaamste risico’s die specifiek zijn voor de Nieuwe Obligaties en het Ruilbod
• De mogelijkheid bestaat dat de Vennootschap niet in staat is de Nieuwe Obligaties terug te betalen. Het zou kunnen dat de Vennootschap de Nieuwe Obligaties niet kan terugbetalen op de vervaldag of de Vennootschap kan worden verplicht om alle of een deel van de Nieuwe Obligaties terug te betalen in geval van een wanprestatie, in welk geval de Vennootschap mogelijk niet in staat is om het vereiste bedrag volledig te betalen. De mogelijkheid van de Vennootschap om de Nieuwe Obligaties terug te betalen, zal afhankelijk zijn van haar financiële toestand (waaronder haar kasmiddelenpositie die voortvloeit uit haar mogelijkheid om inkomsten en dividenden van haar dochtervennootschappen te verkrijgen) ten tijde van het verzoek tot terugbetaling, en kan beperkt worden door de wet, door de voorwaarden van haar overige schulden en door de overeenkomsten die zij kan gesloten hebben op of vóór dergelijke datum, die haar bestaande of toekomstige schulden kunnen vervangen, aanvullen of wijzigen. De onmogelijkheid van de Vennootschap om de Nieuwe Obligaties terug te betalen, kan resulteren in een wanprestatie krachtens de voorwaarden van andere uitstaande schulden.
• Het is mogelijk dat de Nieuwe Obligaties geen geschikte belegging zijn voor elke belegger. Elke potentiële deelnemer aan het Ruilbod dient te bepalen of een dergelijke belegging geschikt is in het licht van zijn eigen situatie. Een potentiële belegger kan beter niet deelnemen aan het Ruilbod en in de Nieuwe Obligaties investeren tenzij hij ervaring heeft (alleen of met het advies van een financiële raadgever) in het beoordelen van hoe de Nieuwe Obligaties zich zullen gedragen in wijzigende omstandigheden, de daaruit voortvloeiende impact op de waarde van de Nieuwe Obligaties en de impact die de belegging zal hebben op de algemene beleggingsportefeuille van de potentiële belegger. Xxxxxxxxx dienen zich ervan bewust te zijn dat zij alle of een deel van hun investering kunnen verliezen.
• De Vennootschap en de Nieuwe Obligaties hebben geen kredietrating, en de Vennootschap is momenteel niet van plan een kredietrating te vragen voor zichzelf of de Nieuwe Obligaties op een latere datum. Dit kan de prijszetting van de Nieuwe Obligaties moeilijker maken.
• Er is geen zekerheid dat er zich voor de Nieuwe Obligaties een actieve verhandelingsmarkt zal ontwikkelen of dat zulke markt zal blijven bestaan. De enige manier voor de Houder van de Nieuwe Obligaties om zijn investering in de Nieuwe Obligaties in cash om te zetten vóór de Xxxxxxxxx is deze te verkopen tegen de op dat ogenblik toepasselijke marktprijs. Deze prijs kan lager zijn dan de nominale waarde van de Nieuwe Obligaties. De Nieuwe Obligaties zijn nieuwe effecten die mogelijk niet wijdverspreid zullen worden verhandeld en waarvoor er op dit ogenblik nog geen actieve markt bestaat. Er werd een aanvraag ingediend voor toelating van de Nieuwe Obligaties tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. Indien de Nieuwe Obligaties worden toegelaten tot de verhandeling na hun uitgifte, is er geen garantie dat er zich een actieve verhandelingsmarkt zal ontwikkelen.
• Er is mogelijk geen actieve verhandelingsmarkt voor niet omgeruilde Bestaande Obligaties. Hoewel de Bestaande Obligaties die niet worden ingebracht in het Ruilbod op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels genoteerd zullen blijven tot hun vervaldag op 16 april 2014, zou de verhandelingsmarkt voor de Bestaande Obligaties die na de voltooiing zullen blijven uitstaan veel beperkter kunnen zijn. Dergelijke overblijvende Bestaande Obligaties zullen mogelijk een lagere waardering hebben dan vergelijkbare
effecten met een grotere marktliquiditeit. Een verminderde marktwaarde en liquiditeit kan ook aanleiding geven tot een grotere volatiliteit van de koers van de overblijvende Bestaande Obligaties.
• Betalingen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties kunnen onderworpen zijn aan Belgische roerende voorheffing zonder verhoging van de betaling als gevolg van de voorheffing. Indien de Vennootschap, de Nationale Bank van België, de Agent of enige andere persoon verplicht zijn om een bronheffing in te houden voor, of voor rekening van, alle huidige of toekomstige belastingen, heffingen of lasten van gelijk welke aard in verband met de Nieuwe Obligaties, zullen dergelijke personen deze betalingen uitvoeren nadat deze bronheffing zal zijn ingehouden en zullen zij aan de bevoegde autoriteiten het bedrag overmaken dat aan de bron werd ingehouden. De Vennootschap zal geen bijkomende bedragen betalen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties omwille van zulke heffingen.
• De Nieuwe Obligaties zijn blootgesteld aan een marktrenterisico, een inflatierisico, een wisselkoersrisico en wisselkoerscontroles. De Nieuwe Obligaties bieden een vaste interestvoet tot de Vervaldag. Een belegging in de Nieuwe Obligaties behelst het risico dat latere wijzigingen in de marktrentevoeten een negatieve impact kunnen hebben op de marktwaarde van de Nieuwe Obligaties. Het inflatierisico behelst het risico van toekomstige waardevermindering van geld. Het werkelijk rendement van een belegging in de Nieuwe Obligaties kan worden verminderd door inflatie. Hoe verder in de toekomst de vervaldag van obligaties, hoe meer ze zijn blootgesteld aan schommelingen van marktrentevoeten en aan het inflatierisico.
• De Nieuwe Obligaties kunnen vervroegd worden terugbetaald, onder andere bij een Controlewijziging. (zie Element C.9). In dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat een deelnemer aan het Ruilbod niet in staat is om de eventuele betalingsopbrengsten (indien die er zijn) te herinvesteren tegen een opbrengst die vergelijkbaar is met die van de Nieuwe Obligaties. Deelnemers aan het Ruilbod dienen er zich tevens van bewust te zijn dat de putoptie enkel kan worden uitgeoefend in de specifieke omstandigheden van een Controlewijziging zoals gedefinieerd in de Voorwaarden, en dat deze definitie niet noodzakelijkerwijze alle situaties van controlewijziging of opeenvolgende controlewijzigingen met betrekking tot de Vennootschap dekt.
• De marktwaarde van de Nieuwe Obligaties kan worden beïnvloed door de kredietwaardigheid van de Vennootschap en een aantal bijkomende factoren, zoals marktrentevoeten en -rendementen, de resterende looptijd tot de vervaldag, alsook, meer in het algemeen, door elke economische, financiële en politieke gebeurtenis in een land.
• De Vennootschap kan bijkomende schulden aangaan, aangezien de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties geen beperking opleggen aan het bedrag van niet-gewaarborgde schuldinstrumenten die de Vennootschap kan uitgeven of andere schulden (al dan niet gewaarborgd) die de Vennootschap kan aangaan.
• De Nieuwe Obligaties zijn niet-gewaarborgde verbintenissen die van geen enkele garantie genieten. Het recht van de Houders van Nieuwe Obligaties op betaling uit hoofde van de Nieuwe Obligaties is niet gewaarborgd en zal daadwerkelijk zijn achtergesteld aan elke gewaarborgde schuld van de Vennootschap.
• De Vennootschap, de Dealer Managers, de Agent en de Berekeningsagent kunnen betrokken worden bij transacties die een negatieve impact hebben op de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties. Potentiële beleggers moeten zich ervan bewust zijn dat de Vennootschap een commerciële relatie heeft met en/of specifieke transacties is aangegaan met de Dealer Managers, de Agent en de Berekeningsagent en dat zij tegenstrijdige belangen zouden kunnen hebben die een negatieve impact zouden kunnen hebben op de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties. Potentiële deelnemers aan het Ruilbod dienen zich er ook van bewust te zijn dat de Dealer Managers, de Agent en de Berekeningsagent van tijd tot tijd schuldinstrumenten, aandelen en/of andere financiële instrumenten van de Vennootschap kunnen houden.
• Xxxxxxxxx kunnen worden verplicht om belastingen of andere documentaire lasten of heffingen te betalen in Luxemburg of in een ander rechtsgebied. Zie Element E.3. Dit is in het bijzonder van belang aangezien de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties geen fiscale gross-up bepaling voorzien.
Afdeling E – Ruilbod
E.2b Redenen voor het
Ruilbod en
Het doel van het Ruilbod is de verlenging van de vervaldag van de Bestaande Obligaties (die
vervallen op 16 april 2014). De Vennootschap zal onmiddellijk alle Bestaande Obligaties die in
bestemming van de opbrengsten
het Ruilbod worden ingebracht, annuleren. Door omruiling van Bestaande Obligaties voor Nieuwe Obligaties in het kader van het Ruilbod hoeft de Vennootschap geen andere financiering te voorzien voor de terugbetaling van de betrokken Bestaande Obligaties op de vervaldag van de Bestaande Obligaties. Het is dus een pro-actieve en optimale manier van herfinanciering die de Vennootschap toelaat om met dezelfde middelen de huidige financiering verder te zetten. Deze middelen zullen dus geen nieuwe bestemming krijgen, maar zullen verder aangewend worden voor de financiering van het werkkapitaal en van de nodige investeringen in het kader van de normale bedrijfsvoering.
E.3 Voorwaarden van het Ruilbod
Tegenprestatie Een houder van Bestaande Obligaties (een “Houder van Bestaande Obligaties”) die zijn Bestaande Obligaties inbrengt in het Ruilbod, zal voor elke Bestaande Obligatie ingebracht in het Ruilbod één Nieuwe Obligatie krijgen.
De Nieuwe Obligaties zullen een intrestvoet hebben die hoger is dan de door de markt verwachte intrestvoet voor gewone obligaties met een looptijd van zeven jaar die door de Vennootschap zouden worden uitgegeven buiten het Ruilbod Deze hogere interestvoet heeft tot doel de latente meerwaarde van de Bestaande Obligaties (d.i. het positieve verschil tussen 100% en de noteringskoers van de Bestaande Obligaties) te compenseren, en bovendien aan de Houder van Bestaande Obligaties een aanmoedigingspremie aan te bieden om hen aan te moedigen om hun Bestaande Obligaties in het Ruilbod in te brengen. Tenslotte reflecteert de interestvoet dat de Vennootschap de plaatsingsvergoeding die zij betaalt aan de Global Coordinator (voor verdeling door de Global Coordinator tussen de Dealer Managers en, waar toepasselijk, relevante andere Financiële Tussenpersonen) doorrekent aan de beleggers.
De interest op de Nieuwe Obligaties wordt als volgt berekend:
(i) De door de markt verwachte interestvoet voor een gewone obligatie met een looptijd van zeven jaar uitgegeven a pari door de Vennootschap op een stand-alone basis in de huidige marktomstandigheden (met uitsluiting van enige toepasselijke distributievergoeding), d.i., 4,395% per jaar. Deze interestvoet is de som van de referentierente voor een obligatie met een looptijd van zeven jaar (1,859% per jaar) en een 2,536% per jaar “spread” die het kredietrisico van de Vennootschap weerspiegelt. De referentierente die in de markt wordt gebruikt is de mid- swaprente. De kredietrisico “spread” wordt ingeschat op basis van verschillende criteria, inclusief de grootte van de vennootschap, de structuur van de balans, de activiteiten van de Groep, de kwaliteit van de activa van de Groep, de looptijd van de Nieuwe Obligaties en een vergelijking met vergelijkbare ondernemingen.
(ii) De latente meerwaarde is het verschil tussen de referentienoteringskoers voor de Bestaande Obligatie op 18 september 2013 (102,963%) en 100%, of 2,963%. De referentienoteringskoers voor de Bestaande Obligatie is het gemiddelde van aanbied- en vraagprijs van de Bestaande Obligaties berekend door Bloomberg Finance L.P. op over-the- counter (OTC) transacties op 18 september 2013 (het gemiddelde van aanbied- en vraagprijs van de Bestaande Obligaties zoals berekend door Xxxxxxxxx is beschikbaar via de volgende Bloomberg ticker: BEKBBB 6 ¾ 04/16/14 Corp). Xxxxxxxxx berekent een real-time composietprijs van respectievelijk de aanbod- en vraagprijzen voor Bestaande Obligaties die door marktdeelnemers worden aangeboden en gevraagd op OTC markten, gewogen door het volume Bestaande Obligaties dat wordt aangeboden en gevraagd op dergelijke markten. De referentiekoers berekend door Xxxxxxxxx kan aldus afwijken van de verhandelingskoers van de Bestaande Obligaties zoals die verschijnt op NYSE Euronext Brussels aangezien die koers geen rekening houdt met een real-time en composietprijswaardering. Op 18 september 2013 bedraagt de verhandelingskoers van de Bestaande Obligaties op NYSE Euronext Brussels 103,01% (de verhandelingskoers van de Bestaande Obligaties op NYSE Euronext Brussels is terug te vinden op het volgende internetadres: xxxxx://xxxxx.xxx.xxx/xx/xxxxxxxx/xxxxx/XX0000000000-XXXX/xxxxxx). De spreiding van deze latente meerwaarde over de looptijd van 7 jaar van de Nieuwe Obligatie vertaalt zich in een stijging van de bruto interest met 0,501% per jaar (d.i. de annuïteit die jaarljks moet worden betaald om 2,963% te betalen over 7 jaar tegen een actualisatievoet van 4,395%, wat de door de markt verwachte interestvoet is van een nieuwe obligatie op 7 jaar a pari uitgegeven door de Vennootschap, zoals berekend in (i)).
(iii) De aanmoedigingspremie die wordt aangeboden om houders aan te sporen hun
Bestaande Obligaties in te brengen in het Ruilbod werd door de Vennootschap vastgesteld op 0,150% per jaar.
(iv) De Vennootschap zal een plaatsingsvergoeding van 1,75% van de nominale waarde van elk van de Bestaande Obligaties die worden ingebracht in de context van het Ruilbod betalen aan de Global Coordinator (voor verdeling door de Global Coordinator onder de Dealer Managers en, desgevallend, relevante andere Financiële Tussenpersonen). Deze plaatsingsvergoeding zal worden doorgerekend aan de beleggers in de vorm van een vermindering van de interestvoet. Aangezien de doorrekening aan beleggers de vorm aanneemt van een vermindering van de interestvoet, wordt de doorrekening gespreid over de looptijd van 7 jaar van de Nieuwe Obligatie. Aldus wordt de bruto interest die wordt bekomen door de optelling van (i), (ii) en (iii) verminderd met 0,296% per jaar (0,296% is de annuïteit die jaarlijks moet worden betaald teneinde 1,75% terug te betalen over een periode van zeven jaar, berekend op basis van een jaarlijkse interest van 4,395%).
De Houders van Bestaande Obligaties die hun Bestaande Obligaties inbrengen in het Ruilbod zullen in ruil voor elke Bestaande Obligatie die wordt ingebracht in het Ruilbod met een nominale waarde van 100% een Nieuwe Obligatie met een nominale waarde van 100% ontvangen die een interest oplevert van 4,750% per jaar (bruto), ofwel de som van de vier voornoemde elementen, 4,395% + 0,501% + 0,150% - 0,296%.
Bestaande Obligaties
Aanvaardings- periode
Aanvaardings- procedure
Bekendmaking van de resultaten
Leveringsdatum
Dealer Managers
De Vennootschap treedt gelijktijdig op als bieder en doelvennootschap in de zin van de toepasselijke overnamewetgeving. Enkel Houders van Bestaande Obligaties kunnen deelnemen aan het Ruilbod. De beslissing om aan het Ruilbod deel te nemen behoort uitsluitend toe aan de Houder van Bestaande Obligaties. De Vennootschap kan een Houder van Bestaande Obligaties niet dwingen om zijn of haar Bestaande Obligaties in het Ruilbod in te brengen. De Bestaande Obligaties die niet in het Ruilbod worden ingebracht, blijven toegelaten tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels.
Van 23 september 2013 tot en met 7 oktober 2013.
Houders van Bestaande Obligaties kunnen het Ruilbod aanvaarden en hun Bestaande Obligaties omruilen tegen Nieuwe Obligaties door het naar behoren ingevulde en ondertekende aanvaardingsformulier dat doorgaans wordt gebruikt door de relevante Financiële Tussenpersoon of, indien niet beschikbaar, het formulier dat in dit Prospectus is opgenomen als Bijlage 1 (het “Aanvaardingsformulier”) uiterlijk voor 16:00 CET op de laatste dag van de Aanvaardingsperiode aan de Centralisatieagent, één van de Dealer Managers of een andere Financiële Tussenpersoon over te maken. Het naar behoren ingevulde en ondertekende Aanvaardingsformulier kan kosteloos rechtstreeks aan de loketten van de Dealer Managers of de Centralisatieagent worden ingediend. Indien de Houder van Bestaande Obligaties ervoor opteert om zijn Aanvaardingsformulier aan een andere Financiële Tussenpersoon over te maken, dient hij of zij zich te informeren over de kosten en vergoedingen die deze Financiële Tussenpersonen zouden kunnen aanrekenen en die hij of zij zou moeten betalen.
Houders van Bestaande Obligaties die het Ruilbod hebben aanvaard, kunnen hun aanvaarding intrekken voor het einde van de Aanvaardingsperiode of gedurende een periode van twee werkdagen volgend op de dag waarop een aanvulling bij het Prospectus wordt bekendgemaakt, zelfs indien dergelijke periode zich zou voordoen na het einde van de Aanvaardingsperiode. Dergelijke intrekking van een aanvaarding zal enkel geldig zijn indien de betrokken Houder van Bestaande Obligaties de Financiële Tussenpersoon bij wie de Houder van Bestaande Obligaties zijn Aanvaardingsformulier heeft ingediend daarvan schriftelijk in kennis stelt (overeenkomstig, naargelang het geval, de specifieke procedure voor de intrekking van een aanvaarding die zal worden beschreven in zodanige aanvulling).
De resultaten van het Ruilbod zullen bekend gemaakt worden op 11 oktober 2013.
De overdracht van de eigendom van de ingebrachte Bestaande Obligaties naar de Vennootschap en de start van de notering van de Nieuwe Obligaties zal plaatsvinden op 17 oktober 2013 (de “Leveringsdatum”)
BNP Paribas Fortis SA/NV, ING Bank N.V. (Belgisch Bijkantoor) en KBC Bank NV (de “Dealer
Managers”).
Global Coordinator
Domiciliary, Paying, Calculation and Listing Agent
Ruilbod rechtsgebieden
Voorwaarden van het Ruilbod
KBC Bank NV (de “Global Coordinator”). KBC Bank NV (de “Agent”).
België en het Groothertogdom Luxemburg.
Het Ruilbod is niet onderworpen aan enige voorwaarde.
Fiscale aspecten van het Ruilbod
België – De omruiling van Bestaande Obligaties tegen Nieuwe Obligaties is noch onderworpen aan Belgische roerende voorheffing (behoudens wat betreft de interest die is aangegroeid tussen 16 april 2013 en de Leveringsdatum op de Bestaande Obligaties die in het Ruilbod worden ingebracht, zoals hierboven beschreven in Element E.3 hierna de “Aangegroeide Interest”), noch aan de taks op de beursverrichtingen. De fiscale behandeling van de Aangegroeide Interest is dezelfde als de fiscale behandeling van de interest op de Nieuwe Obligaties.
Luxemburg – Bronbelasting - De omruiling van Bestaande Obligaties tegen Nieuwe Obligaties is niet onderworpen aan Luxemburgse bronbelasting (behoudens wat betreft Aangegroeide Interest in zoverre die wordt betaald door een uitbetalende instantie gevestigd in Luxemburg, zie hieronder).
Belasting van deelnemers die geen fiscaal inwoner van Luxemburg zijn - Houders van Bestaande Obligaties die geen fiscaal inwoner zijn van Luxemburg en die Bestaande Obligaties inbrengen in het Ruilbod (“Deelnemers”) en die de Bestaande Obligaties niet aanhouden door middel van een vaste inrichting of van een vaste vertegenwoordiger die inwoner is van Luxemburg, zullen niet onderworpen worden aan andere Luxemburgse belasting dan bronbelasting (indien toepasselijk).
Belasting van deelnemers die fiscaal inwoner van Luxemburg zijn - Deelnemers die fiscaal inwoner zijn van Luxemburg zullen onderworpen zijn aan Luxemburgse inkomstenbelasting op de Aangegroeide Interest, afhankelijk van hun persoonlijk fiscaal statuut. De omruiling van de Bestaande Obligaties tegen Nieuwe Obligaties is een belastbare verrichting in Luxemburg. Op dergelijke omruiling is geen roll-over relief van toepassing. Voor de Deelnemer is de belastbare basis gelijk aan het verschil tussen de reële waarde van de Bestaande Obligaties (“valeur estimée de realisation” op de Leveringsdatum; de “Reële Waarde”) en de aanschafprijs van de Bestaande Obligaties (zulk verschil, de “Omruilingwinst”). Tenzij indien de Deelnemer een natuurlijke persoon is die de Bestaande Obligaties aanhoudt in het kader van het beheer van zijn privévermogen voor meer dan zes maanden voorafgaand aan de Leveringsdatum, zal de Omruilingswinst onderworpen zijn aan inkomstenbelasting voor Deelnemers die fiscaal inwoner zijn van Luxemburg, afhankelijk van hun persoonlijk fiscaal statuut.
Voor de Luxemburgse fiscaliteit zal de aanschafprijs van de Nieuwe Obligaties voor de Deelnemers gelijk zijn aan de Reële Waarde. Aangezien, op de vervaldag van de Nieuwe Obligaties, de Vennootschap in de regel enkel de pari waarde van de Nieuwe Obligaties aan de Houders van Nieuwe Obligaties zal terugbetalen, zouden de Deelnemers die de Nieuwe Obligaties aanhouden als bedrijfsactiva in principe een waardecorrectie op de Nieuwe Obligaties moeten kunnen opnemen dat na verloop van tijd gelijk zou moeten zijn aan het verschil tussen de aanschafprijs van de Nieuwe Obligaties (namelijk de Reële Waarde) en de pari waarde van de Nieuwe Obligaties.Deelnemers die de Nieuwe Obligaties aanhouden in het kader van het beheer van hun privévermogen en dergelijke Nieuwe Obligaties overdragen binnen 6 maanden vanaf de datum van hun verwerving (namelijk de Leveringsdatum), zullen belastbaar zijn als en in zoverre dat de reële waarde van de Nieuwe Obligaties op dat ogenblik hoger is dan de Reële Waarde.
E.4 Belangen van betekenis voor het Ruilbod
Voor zover de Vennootschap weet, heeft geen enkele persoon die bij het Ruilbod betrokken is, behalve de Dealer Managers, enig belang, met inbegrip van een tegenstrijdig belang, dat van betekenis is voor het Ruilbod en de uitgifte van de Nieuwe Obligaties. In het kader van een
normale commerciële relatie of financieringsovereenkomsten met haar banken heeft Bekaert leningen en andere faciliteiten afgesloten (de “Schuldfinancieringen”), en kan zij in de toekomst bijkomende Schuldfinancieringen afsluiten, met elk van de Dealer Managers of één of meerdere van hun respectievelijke verbonden vennootschappen (via bilaterale transacties en/of gesyndiceerde leningen samen met andere banken). De Schuldfinancieringen betreffen momenteel toegezegde kredietfaciliteiten bij BNP Paribas Fortis voor een totaal maximumbedrag van EUR 50 miljoen, een commercial paper programma en een medium-term note programma bij Belfius Bank SA/NV en ING Belgium SA/NV voor een totaal maximumbedrag van EUR 124 miljoen, en meerdere niet-toegezegde korte-termijn kredietlijnen bij verschillende kredietverstrekkers, met inbegrip van de Dealer Managers en/of hun respectievelijke verbonden vennootschappen in Europa en Azië. De Dealer Managers of hun respectievelijke verbonden vennootschappen kunnen in de toekomst bijkomende Schuldfinancieringen afsluiten met Bekaert. De Dealer Managers en hun respectievelijke verbonden vennootschappen kunnen van tijd tot tijd schuldinstrumenten, aandelen en/of andere financiële instrumenten van de Vennootschap houden.
E.7 Aangerekende kosten
De kosten en onkosten die verbonden zijn aan de structurering van het Ruilbod en aan de uitgifte van de Nieuwe Obligaties zullen ten laste worden genomen door de Vennootschap. Die kosten omvatten alle honoraria en onkosten aangerekend door de Dealer Managers, de Agent, juridische en administratieve kosten, de kosten aangerekend door de FSMA en de beurs, de wettelijk vereiste publicaties, de kosten voor de publicatie van dit Prospectus en de honoraria van adviseurs.
Bovendien zal de Vennootschap een plaatsingsvergoeding van 1,75% van de nominale waarde van de Bestaande Obligaties ingebracht in het kader van het Ruilbod betalen aan de Global Coordinator (voor verdeling door de Global Coordinator onder de Dealer Managers en, desgevallend, relevante andere Financiële Tussenpersonen) op de Leveringsdatum. In de context van stand-alone aanbiedingen van obligaties betalen de beleggers een verkoop- en distributievergoeding via een uitgifteprijs boven pari. In het kader van het Ruilbod zal de “uitgifteprijs” gelijk zijn aan 100% (aangezien de obligaties zullen worden omgeruild tegen 100% van hun nominale waarde – dit is echter een theoretische waarde in het kader van het Ruilbod vermits, aangezien het gaat om een ruilbod, de tegenprestatie voor de Nieuwe Obligaties bestaat uit de opgegeven waarde van de Bestaande Obligaties die worden ingebracht in het Ruilbod), maar de plaatsingsvergoeding betaald door de Vennootschap zal aan de beleggers worden doorgerekend zoals uiteengezet in “Tegenprestatie” hierboven.
Behalve zoals hierboven uiteengezet, zullen geen kosten worden aangerekend aan Houders van Bestaande Obligaties die hun Bestaande Obligaties inbrengen via een Dealer Manager of de Centralisatieagent. Houders van Bestaande Obligaties die overwegen om hun Bestaande Obligaties op een andere manier in te brengen dan via de Centralisatieagent of een Dealer Managers dienen zich te informeren over de kosten en vergoedingen die dergelijke tussenpersonen zouden kunnen aanrekenen en die zij zullen moeten betalen.
I. RISICOFACTOREN
Hieronder volgt een beschrijving van de risicofactoren die belangrijk zijn in verband met het Ruilbod, de Nieuwe Obligaties en de financiële toestand van de Vennootschap, die mogelijkerwijze een invloed hebben op de mogelijkheid van de Vennootschap om haar terugbetalingsverplichtingen onder de Nieuwe Obligaties na te leven en die potentiële beleggers grondig dienen te overwegen alvorens ze beslissen om deel te nemen aan het Ruilbod. De volgorde waarin de risicofactoren zijn gerangschikt, vormt geen indicatie van de waarschijnlijkheid dat zij zullen gebeuren, noch van de omvang van hun commerciële gevolgen. Bijkomende risico’s en onzekerheden die vandaag niet bekend zijn, of waarvan het management vandaag gelooft dat ze onbelangrijk zijn, kunnen eveneens een invloed hebben op de Vennootschap en een belegging in de Nieuwe Obligaties. Potentiële deelnemers aan het Ruilbod dienen alle informatie opgenomen in dit Prospectus of opgenomen door middel van verwijzing in dit Prospectus te lezen en te overwegen en dienen een eigen onafhankelijke beoordeling te maken van alle risicofactoren en dienen hun eigen professionele raadgevers te raadplegen indien zij dit nodig achten.
1. RISICOFACTOREN MET BETREKKING TOT DE VENNOOTSCHAP
1.1. Algemene druk op winstmarges
Zoals veel industriële ondernemingen is de Vennootschap blootgesteld aan risico’s verbonden aan druk op de winstmarges in een steeds toenemend concurrentiële omgeving gecombineerd met een onstabiele vraag overal in de wereld. Overcapaciteit in de meeste sectoren en een algemene vertraging in de globale marktvraag leidden tot hevige concurrentie en aanhoudende prijs- en margedruk in 2012. Ten gevolge van de ineenstorting van de zaagdraadmarkt vanaf midden 2011, implementeerde de Vennootschap maatregelen om de respectievelijke activiteiten af te stemmen op de nieuwe business realiteit. Dit omvat een ingrijpend herstructureringsprogramma voornamelijk in België en China. Bekaert startte in 2012 ook een globaal kostenbesparingsproject op met als doel een jaarlijkse kostenvermindering van 100 miljoen euro. De implementatie daarvan zit op schema (d.i. de implementatie van de laatste stappen van het programma werd gestart in de loop van 2013 maar niet alle stappen zullen reeds hun volledige uitwerking hebben op de resultaten van 2013). Het globaal kostenbesparingsproject had een impact van EUR 20 miljoen op Bekaerts kostenstructuur in 2012 en Bekaert schat dat er in 2013 een impact van EUR 70 miljoen op haar kostenstructuur zal zijn, terwijl besparingsacties werden geïdentificeerd en ofwel opgestart zijn ofwel geïmplementeerd zijn voor de volledige EUR 100 miljoen op jaarbasis.
In de eerste helft van 2013 bedroegen de eenmalige kosten dewelke gerelateerd zijn aan herstructureringskosten en bijzondere waardeverminderingen EUR 2,3 miljoen. In 2012 liep Bekaert EUR 202 miljoen aan eenmalige kosten op die voornamelijk betrekking hadden op het herstructureringsprogramma in België en China (EUR 117 miljoen had betrekking op de zaagdraadactiviteiten) en aan het globaal kostenbesparingsproject dat bepaalde herstructureringskosten met zich meebracht. Meer details kunnen worden gevonden in noot 5.1 bij de geconsolideerde jaarrekening van 2012 (zie Sectie XII (“Documenten opgenomen door middel van verwijzing”)). In 2011 liep Bekaert EUR 12,4 miljoen aan eenmalige kosten op die voornamelijk betrekking hadden op herstructureringskosten, inclusief bijzondere waardeverminderingen op vaste activa en ontslagvergoedingen met betrekking tot de aanpassing van de zaagdraagcapaciteit in China.
Ondanks het moeilijke economisch en ondernemingsklimaat is Bekaert erin geslaagd stabiele verkoopvolumes te realiseren in 2012, en een solide netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten te genereren, en de schuldgraad substantieel af te bouwen naar het jaareinde toe.
In de eerste helft van 2013 slaagde Bekaert erin haar verkoopvolumes en marges stabiel te houden in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Terwijl gedeprimeerde markten, competitieve prijsdruk en ongunstige valutabewegingen Bekaerts geconsolideerde omzet met 7,5 procent aantastte, werden deze effecten evenwel beperkt op REBIT niveau door de herstructureringsmaatregelen van 2012 en de daarmee gepaard gaande besparingen.
Op strategisch vlak beschermt de Vennootschap zichzelf tegen economische en cyclische risico’s door actief te zijn in verschillende regio’s en verschillende sectoren. De Vennootschap heeft productievestigingen en verkoopkantoren in 39 landen en haar producten kunnen geclusterd worden in zeven sectoren. Deze sectorale spreiding is een voordeel omdat het de Vennootschap minder gevoelig maakt voor sectorspecifieke trends. Niettemin kan een wereldwijde economische crisis een impact hebben op de belangrijkste sectoren waarin de Vennootschap actief is, namelijk de automobielindustrie, energie en nutsvoorzieningen en de bouwsector. Energie en nutsvoorzieningen zijn gedeeltelijk gerelateerd aan de markt van zonne-energie, die zoals ze bewezen heeft een hoog volatiele markt is.
In het algemeen, werden de laatste jaren gekarakteriseerd door een gebrek aan richting van de financiële markten, bezorgdheid over de vertraagde economische activiteit, valutabewegingen, groeiende onzekerheid over Griekenland en de Eurozone, en door een continu negatief groei- momentum. Dit leidt tot onzekere wereldwijde financiële en economische omstandigheden waarvoor de Vennootschap voorzichtig moet blijven omtrent haar perspectieven op middellange termijn. In antwoord op de groeiende concurrentie in China, neemt de Vennootschap verdere maatregelen om haar marktpositie te verdedigen. De crisis in de financiële sector kan een impact hebben op de reële economie en kan verder ook markten en sectoren waarin de Vennootschap actief is, beïnvloeden. Niettegenstaande de Vennootschap over een brede klantenbasis beschikt, kan een verdere verslechtering van de economische situatie een impact hebben op de betaalmogelijkheden van sommige klanten en kan dit leiden tot een stijging van de provisie voor dubieuze debiteuren. Dergelijke economische crisis kan de winstgevendheid van de Vennootschap aantasten.
Korte en lange termijn visibiliteit op marktontwikkelingen blijft enorm beperkt. De Vennootschap heeft veel geïnvesteerd in nieuwe productontwikkeling en veranderde haar productmix de laatste
10 jaar. Innovatieve producten kunnen mogelijks een kortere levenscyclus hebben dan de traditionele productmix van de Vennootschap.
Niettegenstaande de economische omstandigheden, heeft de Vennootschap er vertrouwen in dat haar brede geografische spreiding met een sterke aanwezigheid in groeimarkten, evenals een groeiend variërende portfolio en een sterke focus op innovatie, van strategisch belang zullen zijn. De Vennootschap zal marktontwikkelingen en vereisten van klanten nauwgezet opvolgen, zodat opportuniteiten benut kunnen worden, van zodra ze zich voordoen.
1.2. Politieke, economische of sociale instabiliteit in opkomende landen
De Vennootschap is in grote mate, ongeveer 70%, afhankelijk van groeimarkten, waarin de marktomstandigheden kunnen verschillen van de mature markten. Politieke risico’s of een sneller dan verwachte vertraging kunnen niet uitgesloten worden. Economische instabiliteit te wijten aan wijzigingen in belastingen of handelsheffingenkunnen een impact hebben op de resultaten van de
Vennootschap in bepaalde landen. Sociale instabiliteit kan ook een impact hebben op de resultaten van de onderneming in bepaalde landen.
Verder identificeert Bekaert Venezuela als één van de regio’s met grote politiek/economisch risico’s: het gebrek aan stabiele levering van walsdraad in Vicson (Venezuela) leidde tot verlies van activiteiten en tijdelijke sluitingen van de productievestiging in het laatste kwartaal van 2012, terwijl de marktvraag solide bleef. Met het oog op het voortdurend valutarisico, past Bekaert sinds het begin van 2013 hyperinflatieboekhouding en de daarmee gepaard gaande economische wisselkoers toe. Het aandeel van de activiteiten in Venezuela zal bijgevolg gevoelig dalen. De verwachte nadelige impact op omzet in 2013 wordt geschat op EUR 100 miljoen (niettegenstaande hoge verkoopvolumes daalde de omzet gevoelig (minus EUR 48 miljoen) in het eerste semester van 2013) terwijl de nadelige impact op REBIT wordt begroot op EUR 12 miljoen (EUR 6 miljoen in het eerste semester van 2013).
1.3. Kredietrisico
De mogelijkheid om de hoofdsom en interest op de Nieuwe Obligaties en andere financiële schulden te kunnen betalen hangt af van het toekomstige operationele resultaat. Het toekomstige operationele resultaat hangt af van de marktsituatie en sector gerelateerde factoren, die vaak buiten de controle van de Vennootschap liggen en bijgevolg kan de Vennootschap geen enkele zekerheid verschaffen omtrent de mogelijkheid om voldoende kasstroom te genereren om de hoofdsom en de intresten op haar uitstaande schuld terug te betalen. Er dient echter op te worden gewezen dat de netto schuld in verhouding tot de REBITDA (Recurring Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) ratio op het einde van het moeilijke jaar 2012 tot
2.1 steeg en op het einde van juni 2013 tot 2.2. Het is niet zeker dat nieuwe financiering tegen dezelfde voorwaarden kan afgesloten worden als de huidige financiering en bijgevolg kan de financieringskost omhoog gaan, wat dan weer een negatieve impact kan hebben op de winstgevendheid van de Vennootschap. De Vennootschap is blootgesteld aan het kredietrisico van haar operationele activiteiten en sommige financieringsactiviteiten. Met betrekking tot die operationele activiteiten heeft de Vennootschap een kredietbeleid in voege, dat rekening houdt met het risicoprofiel van de klanten in termen van het marktsegment waartoe deze behoren. Zwakke economische voorwaarden en strenge kredietrestricties van financiële instellingen kunnen een impact hebben op de kredietwaardigheid van de klanten (bijvoorbeeld de zaagdraadklanten in 2011).
1.4. Risico’s met betrekking tot grondstoffen
De kost van grondstoffen vertegenwoordigde 40% van de geconsolideerde omzet of 46% van de kostprijs van verkopen in 2012. De voornaamste grondstof is walsdraad, een staalproduct. De laatste jaren werden gekarakteriseerd door hoge volatiliteit van de prijs van walsdraad. In principe worden prijsveranderingen zo snel mogelijk doorgerekend in de verkoopprijs. Het niet tijdig doorrekenen van kostenverhogingen naar de klanten kan de financiële resultaten van de Vennootschap negatief beïnvloeden.
Grondstoffen in voorraad worden gewaardeerd tegen de lagere waarde van de aanschafkost en netto realiseerbare waarde. De kost wordt bepaald door de first-in, first-out (FIFO) methode. Niettegenstaande verkoopsprijzen prijsverlagingen van grondstoffen reflecteren, kan de prijsval van walsdraad belangrijke afwaarderingen van voorraden veroorzaken om ze te waarderen tegen vervangingswaarde.
1.5. Wijzigingen in de product mix van rubberversterking in eindmarkten
Het productaanbod van Bekaert voor de bandenindustrie omvat staalkoord en draad voor versterking van rubber. Het aandeel van de omzet van Bekaert in de high-end bandenmarkt voor vrachtwagens enerzijds versus de bandenmarkt voor personenwagens anderzijds beïnvloedt het algemeen margeniveau van het platform voor rubberversterking. In tijden van moeilijke economische markomstandigheden is de verkoop van banden voor vrachtwagens normaal gezien laag en verloopt de vervanging van banden voor vrachtwagens vertraagd. Daarom kan een langdurige economische crisis de winstgevendheid van dit platform belasten ten gevolge van ongunstige product-mix elementen.
1.6. Concurrentie
De Vennootschap is actief in een concurrentiële globale en regionale industrie. Risico’s met betrekking tot concurrentie kunnen mogelijks de winstmarges beïnvloeden, die zowel het netto resultaat als de operationele kasstroom kunnen aantasten. De Vennootschap evalueert permanent de risico’s van concurrentiële en alternatieve producten.
Het concurrentieel landschap bestaat uit internationale, nationale, regionale en lokale actoren, die geïntegreerd kunnen zijn of actief kunnen zijn in een specifiek marktsegment. In de belangrijkste markten kunnen klanten zelfs concurrenten zijn. Bandenmakers zoals Michelin, Bridgestone, Pirelli, Sumitomo en anderen gebruiken niet enkel staalkoord van de Vennootschap, maar produceren het zelf ook. In nieuwe markten, zoals China en Korea, duiken concurrenten op zoals Xingda, Hyosung, Hubei Fuxing, Jiangsu en worden ze niet alleen belangrijke lokale actoren, maar ook actief op de internationale markt. Xingda en Jiangsu zijn Bekaerts voornaamste concurrenten in de Chinese markt van staalkoord voor de versteviging van banden.
Voorbeelden van andere concurrenten zijn KIS (Korea), Xxxxx Wire (VSA), Keystone (VSA), Gerdau (Latijns-Amerika), Uralkord (Rusland), Zholobin (Wit-Rusland), enz. In zonne-energie zijn de zaagdraadconcurrenten zoals Fundant, Naisi, Henan Hengxing, Asahi Diamond, etc. opgekomen en belangrijke spelers geworden.
De aanhoudende moeilijke economische context, het gebrek aan consistente indicaties van een globale economische heropleving en de overcapaciteit in de meeste markten hebben geleid tot een globalisering van de concurrentie. Waar sommige van de industriële spelers in staaldraad, zoals in andere industrieën, vroeger enkel hun binnenlandse Aziatische markten bedienden, richten ze zich ook op exportmarkten om de dalende vraag in hun lokale markten te compenseren. Ook de volatiele bewegingen van valuta hebben een impact op het concurrentievermogen van handelsstromen en kunnen leiden tot verhoogde importstromen in directe concurrentie met lokale industrieën. Zo globaliseert de concurrentie en creëert ze ook sterk concurrentiële omstandigheden in andere delen van de wereld.
De globaliserende concurrentie en Bekaerts inspanningen om concurrentieel te blijven, en om de markposities te verdedigen tegenover de concurrentie zetten druk op Bekaerts marges en kunnen ook een invloed hebben op het netto resultaat en de operationele kasstroom en zijn geen garantie op een stijging van de verkoop.
1.7. Activa- en winstconcentratie
Ondanks het feit dat Bekaert een echt globale onderneming is met een netwerk van productieplatvormen en verkoop- en distributiekantoren wereldwijd, en zo de concentratie van
activa en winst tot een minimum tracht te beperken, ziet de Vennootschap een risico op activa- en winstconcentratie op bepaalde locaties. Als een ander risico zich zou voordoen, zoals een politiek of sociaal risico, of een natuurramp met grote schade, dan kan het risico op activa- en winstconcentratie zich voordoen op bepaalde plaatsen, zoals Zwevegem in België of Jiangyin in China.
Natuurrampen, zoals orkanen, aardbevingen, tsunami of pandemieën, en geopolitieke gebeurtenissen, zoals opstanden in een land waar de Vennootschap actief is of waar haar leveranciers gevestigd zijn en aanvallen die transportsystemen verstoren, kunnen een negatieve invloed hebben op de activiteiten en de financiële resultaten van de Vennootschap, vooral als ze zich voordoen in plaatsen met hoge concentraties.
Als onderdeel van een business continuïteitsplan, heeft Bekaert maatregelen genomen om het risico te beperken via back-up scenario’s en goedgekeurde toeleveringen vanuit andere vestigingen.
1.8. Intellectuele eigendomsrechten
De Vennootschap is een wereldwijd technologieleider in staaldraadtransformatie en deklagen en investeert in blijvende innovatie. Bekaert beschouwt haar technologisch leiderschap als dat wat het verschil maakt ten opzichte van de concurrentie. Bijgevolg vormt de bescherming van haar intellectuele eigendom een belangrijke bezorgdheid en risico. Intellectuele eigendomslekken kunnen de onderneming schaden en de concurrentie helpen, zowel op vlak van productontwikkeling procesinnovatie als op vlak van machinebouw.
1.9. Arbeidsmarkt
Een competitieve arbeidsmarkt kan de kosten voor de Vennootschap verhogen en zo de resultaten verminderen. Het succes van de Vennootschap is voornamelijk afhankelijk van haar capaciteit om op alle niveaus gekwalificeerde medewerkers aan te trekken en te behouden. Een tekort aan gekwalificeerd personeel kan de Vennootschap ertoe dwingen om de lonen of andere voordelen te verhogen, om effectief competitief te zijn bij het aanwerven of het behouden van gekwalificeerde medewerkers of bij het tewerkstellen van dure tijdelijke medewerkers. Een toenemende mobiele jonge populatie in groeimarkten verhoogt het risico van personeelscontinuïteit verder. Het is niet zeker dat hogere arbeidskosten kunnen gecompenseerd worden door de inspanningen om de efficiëntie in andere activiteitengebieden van de Vennootschap te verhogen.
Systemen voor opvolgingsplanning zijn in werking om continuïteit van de onderneming te verzekeren, in het licht van personeelswijzigingen in kritische functies.
1.10. Financieel risicobeheer
De Vennootschap is blootgesteld aan risico’s met betrekking tot schommelingen in wisselkoersen, intresten en marktprijzen die een invloed hebben op haar activa en schulden. Financieel risicobeheer van de Vennootschap is erop gericht om de impact van deze marktrisico’s te beperken op lopende operationele en financiële activiteiten. Geselecteerde afgeleide afdekkingsinstrumenten worden gebruikt naar gelang het betrokken risico. De Vennootschap dekt enkel risico’s af die haar kasstroom kunnen beïnvloeden. Derivaten worden exclusief gebruikt als afdekkingsinstrumenten en niet voor handels- of speculatieve doeleinden. Om het kredietrisico te beperken, worden afdekkingstransacties meestal enkel afgesloten met
financiële instellingen waarvan de kredietrating minstens A is. De richtlijnen en principes van de financiële risicopolitiek van de Vennootschap zijn gedefinieerd door het audit en finance comité van de Vennootschap (het “Audit en Finance Comité”) en gecontroleerd door de Raad van Bestuur. De groepthesaurie van de Vennootschap is verantwoordelijk voor het implementeren van de financiële risicorichtlijnen. Dit houdt in: het definiëren van afdoende richtlijnen en het ontwikkelen van effectieve controle en verslaggevingsprocedures. Het Audit en Finance Comité wordt regelmatig op de hoogte gehouden omtrent de blootstelling aan valuta- en interestrisico’s. Desondanks is er geen garantie dat het risicobeheersysteem alle risico’s volledig afdekt of tenminste op een voldoende wijze en dat ongunstige valutabewegingen kunnen uitgesloten worden.
De financiële crisis heeft een belangrijke impact op de kredietmarkt. De strengere kredietpolitiek maakt het moeilijker, evenwel niet onmogelijk, om afdoende financiering te verkrijgen. Toch streeft de Vennootschap ernaar om haar historisch sterke balansstructuur, haar relatief lage gearing en sterke kasstroom te behouden. Traditioneel heeft de Vennootschap een kapitaalratio (eigen vermogen over totale activa) van meer dan 40% en een gearing (netto schuld over eigen vermogen) van ongeveer 50%. De financieringskost verhoogt evenwel door de hogere risicopremies die worden gehanteerd op de financiële markten. Meer informatie over het financieel risicobeheer en financiële derivaten kan worden gevonden in noot 7.3 van Bekaerts Jaarverslag over 2012 op pagina’s 70-83 (zie Sectie XIII van dit Prospectus).
1.11. Interne controle
Een doeltreffende interne controle op financiële verslaggeving is noodzakelijk om een redelijke zekerheid te kunnen geven omtrent de financiële verslaggeving van de Vennootschap en om fraude te voorkomen. Interne controle op financiële verslaggeving kan niet alle fouten voorkomen of opsporen, wegens beperkingen eigen aan de controle, zoals mogelijke menselijke fouten, het misleiden of omzeilen van controles of fraude. Daarom kan een effectieve interne controle enkel een redelijke garantie bieden voor de voorbereiding en de correcte voorstelling van de financiële informatie.
1.12. Risico’s met betrekking tot leveranciers
Politieke en economische instabiliteit in landen waar belangrijke leveranciers zijn gevestigd, financiële instabiliteit van leveranciers, leveranciers die zich niet houden aan de standaarden van de Vennootschap, werknemersproblemen bij de leveranciers, beschikbaarheid van grondstoffen bij de Vennootschap of bij haar leveranciers, kwaliteitsproblemen, wisselkoersen, beschikbaar transport en de daarbij horende kost, inflatie en andere factoren met betrekking tot de leveranciers en landen waar ze gevestigd zijn, vallen buiten de controle van de Vennootschap. Verder heeft de Vennootschap geen controle over, (veranderingen in) invoerrechten en accijnzen en andere taksen op geïmporteerde goederen, embargo’s tegen bepaalde landen of producten of goederen die bepaalde grondstoffen kunnen bevatten en alle andere factoren met betrekking tot import. Al deze factoren die een invloed hebben op de leveranciers van de Vennootschap en de toegang tot producten kunnen een negatieve impact hebben op de financiële resultaten van de Vennootschap.
1.13. Risico’s met betrekking tot IT-storingen
Verschillende operationele activiteiten van de Vennootschap zijn afhankelijk van IT-systemen, ontwikkeld en onderhouden door interne en externe experten. Een storing in één van deze IT-
systemen kan de activiteiten van de Vennootschap onderbreken, wat dan weer een negatieve impact kan hebben op haar omzet en rendabiliteit.
1.14. Naleven van wetgeving en -regels
Verschillende aspecten van de activiteiten van de Vennootschap zijn onderhevig aan federale, regionale, nationale of lokale wetgeving en regelgeving in de verschillende landen waar de Vennootschap actief is. Het naleven van deze wetgeving en regelgeving kan leiden tot extra kosten of kapitaaluitgaven, die een negatieve impact kunnen hebben op de mogelijkheden voor de Vennootschap om verdere activiteiten te ontwikkelen.
1.15. Naleven van milieuwetgeving en regels
Gezien de hoeveelheid vastgoed die de Vennootschap, rechtstreeks of via zijn dochterondernemingen, bezit en verhuurt in en buiten België, loopt zij een mogelijk risico op milieu-aansprakelijkheid. De Vennootschap is onderworpen aan wetten, reglementen en verordeningen van toepassing op de activiteiten en verrichtingen die negatieve milieueffecten zouden kunnen hebben. Die wetten, reglementen en verordeningen kunnen de Vennootschap verplichten kosten aan te gaan voor het saneren en voor het vergoeden van schade op plaatsen waar vroeger gevaarlijk materiaal werd gestort. Krachtens de milieuwetten kan de Vennootschap aansprakelijk worden gesteld voor het herstellen van milieuschade en worden onderworpen aan daarmee verband houdende kosten in zijn productie-eenheden, opslagplaatsen en kantoren alsook de grond waarop deze gevestigd zijn, ongeacht het feit of de Vennootschap de productie- eenheden, opslagplaatsen, kantoren en grond verhuurt, onderverhuurt of bezit en ongeacht het feit of deze milieuschade door de Vennootschap werd aangebracht of door een vroegere eigenaar of huurder. De kosten voor het onderzoeken, herstellen of verwijderen van de milieuschade kunnen aanzienlijk zijn. Het is niet zeker dat milieuschade veroorzaakt door vroegere, bestaande of toekomstige opslagplaatsen de Vennootschap geen nadeel zal berokkenen door middel van, bijvoorbeeld, een werkonderbreking, herstelkosten of reputatieschade.
De Vennootschap heeft milieuvoorzieningen aangelegd die voornamelijk betrekking hebben op vestigingen in EMEA en Noord-Amerika. De verwachte bodemsaneringskosten worden elk jaar opnieuw geschat op basis van een extern expertiserapport. Het is onzeker wanneer de kosten zullen gemaakt worden en dit hangt vaak af van beslissingen inzake de bestemming van de sites.
1.16. Geen geauditeerde financiële informatie voor de periode na 31 december 2012
Het Prospectus bevat geen geauditeerde financiële informatie voor de periode na 31 december 2012. De tussentijdse financiële informatie in Sectie V.2 en XIII werden niet geauditeerd of gecontroleerd door externe commissarissen. Xxxxxxxxx worden hierbij geïnformeerd dat de geauditeerde financiële verslagen voor het financiële jaar dat eindigt op 31 december 2013 mogelijks verschillen kunnen bevatten met de niet geauditeerde financiële informatie opgenomen in dit Prospectus. Er heeft zich echter geen negatieve wijziging van betekenis voorgedaan in de vooruitzichten van de Vennootschap sinds 31 december 2012. Het Prospectus bevat evenwel geen winstprognoses of winstramingen in de zin van de Prospectusverordening.
1.17. Bekaert is blootgesteld aan een aantal operationele risico’s en haar verzekeringsdekking kan mogelijks onvoldoende zijn.
De activiteiten van de Vennootschap zijn onderhevig aan een aantal risico’s en gevaren die mogelijks storingen of schade aan personen of eigendommen kunnen veroorzaken. Deze, en alle andere operationele risico’s werden geanalyseerd en gemonitord in het Enterprise Risk Management systeem (ERM) van de Vennootschap, op basis waarvan de Vennootschap initiativen neemt om de risico’s te beperken en beslist over verzekeringsdekking. Updates over het ERM-systeem worden op regelmatige basis gerapporteerd aan het Audit en Finance Comité. Verdere informatie kan worden gevonden op xxxxx://xxxxxxxxxxxx.xxxxxxx.xxx en in de sectie corporate governance op de website van de Vennootschap.
1.18. Xxxxxx’x met betrekking tot het doorstromen van kasstromen van de dochtervennootschappen van de Vennootschap
Niettegenstaande de Vennootschap zelf operationele activiteiten heeft, is het ook een houdstermaatschappij. Haar mogelijkheid om de Nieuwe Obligaties terug te betalen is bijgevolg deels afhankelijk van de mogelijkheden van de dochtervennootschappen om hun inkomsten via dividenduitkeringen, intra groep vorderingen, beheersvergoedingen en andere betalingen op het niveau van de Vennootschap te brengen. De dochtervennootschappen van de Vennootschap zijn mogelijks niet in staat dividenden uit te keren aan de Vennootschap.
1.19. Belastingen
Wijzigingen in belastingen kunnen de netto winstgevendheid van de Vennootschap beïnvloeden. In België bijvoorbeeld, kan dit betrekking hebben op wijzigingen in het notionele interestaftrekbeleid. In China heeft dit betrekking op aflopende belastingvrijstellingen. Wereldwijde zwakke economische omstandigheden kunnen ook leiden tot hogere belastingen en/of het verminderen van fiscale stimuliprogramma’s ter ondersteuning van industriële sectoren.
1.20. Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico is het risico dat de Vennootschap haar verplichtingen niet zal kunnen nakomen op de vervaldag als gevolg van een onvermogen om activa te gelde te maken of voldoende financiering te bekomen. De liquiditeit van de Vennootschap kan ook beïnvloed worden door de garanties die de Vennootschap aan derden verschaft namens haar dochtervennootschappen.
Om dit risico te beperken en om te allen tijde liquiditeit en financiële flexibiliteit te verzekeren heeft de Groep naast haar beschikbare cash, meerdere niet-toegezegde korte-termijn kredietlijnen ter beschikking (onder andere bij de Dealer Managers en/of hun filialen in Europa en Azië) in de belangrijkste valuta’s en voor bedragen die de Vennootschap toereikend acht voor haar huidige en toekomstige financiële noden. Deze kredietfaciliteiten hebben meestal een gemengd karakter en kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor voorschotten, kaskredieten, acceptkredieten en verdiscontering. De Groep heeft ook toegezegde kredietfaciliteiten ter beschikking bij BNP Paribas Fortis voor een totaal maximumbedrag gelijk aan EUR 50.0 miljoen tegen een variabele interestvoet met vaste rentemarges. Daarnaast heeft de Groep ook een commercial paper programma en een medium term note programma bij Belfius Bank SA/NV en ING Belgium SA/NV voor een totaal maximumbedrag van EUR 124 miljoen.
Het looptijdprofiel van de schulden van Bekaert was eind juni 2013 als volgt: EUR 272 miljoen in 2013, EUR 221 miljoen in 2014, EUR 113 miljoen in 2015, EUR 212 miljoen in 2016, EUR 7
miljoen in 2017, EUR 100 miljoen in 2018 en EUR 195 miljoen in 2019.
De aandacht van de potentiële deelnemers aan het Ruilbod wordt gevestigd op het feit dat deze risicofactor bijzonder relevant is gezien de lange looptijd van de Nieuwe Obligaties.
2. RISICOFACTOREN VERBONDEN AAN HET RUILBOD EN DE NIEUWE OBLIGATIES
2.1. De mogelijkheid bestaat dat de Vennootschap niet in staat is de Nieuwe Obligaties terug te betalen
Het zou kunnen dat de Vennootschap de Nieuwe Obligaties niet kan terugbetalen op de vervaldag. De Vennootschap kan ook worden verplicht om alle of een deel van de Nieuwe Obligaties terug te betalen in een geval van Wanprestatie. Indien de Houders van Nieuwe Obligaties de Vennootschap zouden verzoeken hun Nieuwe Obligaties terug te betalen naar aanleiding van een Wanprestatie, kan de Vennootschap niet garanderen dat zij zich in de mogelijkheid zal bevinden om het vereiste bedrag volledig te betalen. De mogelijkheid van de Vennootschap om de Nieuwe Obligaties terug te betalen, zal afhankelijk zijn van haar financiële toestand (waaronder haar kasmiddelenpositie die voortvloeit uit haar mogelijkheid om inkomsten en dividenden van haar dochtervennootschappen te verkrijgen) ten tijde van het verzoek tot terugbetaling, en kan beperkt worden door de wet, door de voorwaarden van haar overige schulden en door de overeenkomsten die zij kan gesloten hebben op of vóór dergelijke datum, die haar bestaande of toekomstige schulden kunnen vervangen, aanvullen of wijzigen. De onmogelijkheid van de Vennootschap om de Nieuwe Obligaties terug te betalen, kan resulteren in een wanprestatie krachtens de voorwaarden van andere uitstaande schulden.
2.2. Het is mogelijk dat de Nieuwe Obligaties geen geschikte belegging zijn voor elke belegger
Elke potentiële deelnemer aan het Ruilbod dient te bepalen of een dergelijke belegging geschikt is in het licht van zijn eigen situatie. Elke potentiële belegger dient in het bijzonder:
• voldoende kennis en ervaring te hebben om een zinvolle beoordeling te maken van de Nieuwe Obligaties, van de voordelen en risico’s van een deelname aan het Ruilbod en van een belegging in de Nieuwe Obligaties en van de informatie vervat of opgenomen door middel van verwijzing in dit Prospectus of, desgevallend, enige aanvulling daarbij;
• toegang te hebben tot en kennis te hebben van passende analyse-instrumenten om een belegging in de Nieuwe Obligaties en de impact die de Nieuwe Obligaties zullen hebben op zijn totale beleggingsportefeuille te beoordelen, in de context van zijn eigen financiële toestand;
• te beschikken over voldoende financiële middelen en liquiditeit om alle risico’s verbonden aan een belegging in Nieuwe Obligaties te dragen, inclusief de situatie waarin de munteenheid van hoofdsom- of interestbetalingen verschilt van de munteenheid van de verplichtingen van de potentiële belegger;
• de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties goed te begrijpen en vertrouwd te zijn met het gedrag van de relevante financiële markten; en
• in staat te zijn om (alleen of met advies van een financiële raadgever, mogelijke scenario’s te beoordelen inzake economische, interestvoet- en andere factoren die een impact zouden kunnen hebben op zijn belegging en zijn vermogen om de betrokken risico’s te dragen.
Een potentiële belegger kan beter niet deelnemen aan het Ruilbod en in de Nieuwe Obligaties investeren tenzij hij ervaring heeft (alleen of met het advies van een financiële raadgever) in het beoordelen van hoe de Nieuwe Obligaties zich zullen gedragen in wijzigende omstandigheden, de daaruit voortvloeiende impact op de waarde van de Nieuwe Obligaties en de impact die de belegging zal hebben op de algemene beleggingsportefeuille van de potentiële belegger. Xxxxxxxxx dienen zich ervan bewust te zijn dat zij alle of een deel van hun investering kunnen verliezen.
2.3. De Vennootschap en de Nieuwe Obligaties hebben geen kredietrating, en de Vennootschap is momenteel niet van plan een kredietrating te vragen voor zichzelf of de Nieuwe Obligaties op een latere datum. Dit kan de prijszetting van de Nieuwe Obligaties moeilijker maken
De Vennootschap en de Nieuwe Obligaties hebben geen kredietrating op het ogenblik van het Ruilbod, en de Vennootschap is momenteel niet van plan een kredietrating te vragen voor zichzelf of de Nieuwe Obligaties op een latere datum. Er is geen garantie dat de prijs van de Nieuwe Obligaties en de andere voorwaarden op het ogenblik van het Ruilbod, of op een latere datum, het kredietrisico met betrekking tot de Nieuwe Obligaties en de Vennootschap zal dekken.
2.4. Er is geen garantie dat er zich voor de Nieuwe Obligaties een actieve verhandelingsmarkt zal ontwikkelen of dat zulke markt zal blijven bestaan
De enige manier voor de Houder van de Nieuwe Obligaties om zijn investering in de Nieuwe Obligaties in cash om te zetten vóór de Xxxxxxxxx is deze te verkopen tegen de op dat ogenblik toepasselijke marktprijs. Deze prijs kan lager zijn dan de nominale waarde van de Nieuwe Obligaties. De Nieuwe Obligaties zijn nieuwe effecten die mogelijk niet wijdverspreid zullen worden verhandeld en waarvoor er op dit ogenblik nog geen actieve markt bestaat. Er werd een aanvraag ingediend voor toelating van de Nieuwe Obligaties tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. Indien de Nieuwe Obligaties worden toegelaten tot de verhandeling na hun uitgifte, zou het kunnen dat zij verhandeld worden aan een lagere prijs dan hun initiële aanbodprijs, afhankelijk van de dan geldende interestvoeten, de markt voor gelijkaardige effecten, de algemene economische omstandigheden en de financiële toestand van de Vennootschap. Er is geen garantie dat er zich een actieve verhandelingsmarkt zal ontwikkelen. Vandaar dat er geen garantie is met betrekking tot de ontwikkeling of liquiditeit van een verhandelingsmarkt voor de Nieuwe Obligaties.
Bijgevolg zou het kunnen dat deelnemers aan het Ruilbod hun Nieuwe Obligaties niet of niet gemakkelijk kunnen verkopen, of niet tegen een prijs die hen een rendement oplevert dat vergelijkbaar is met gelijkaardige beleggingen waarvoor zich een secundaire markt heeft ontwikkeld. De afwezigheid van liquiditeit kan een aanzienlijk negatief effect hebben op de marktwaarde van de Nieuwe Obligaties. In geval putopties worden uitgeoefend overeenkomstig Voorwaarde 5(b) van de Nieuwe Obligaties, zal de liquiditeit voor de overblijvende Nieuwe Obligaties worden verminderd. Er kan bovendien geen garantie worden gegeven dat eens de toelating voor de notering en verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels is goedgekeurd, deze ook behouden blijft. In geval de toelating tot de notering en verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels zou worden
ingetrokken, zouden de Nieuwe Obligaties niet langer worden verhandeld op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. Dit kan op zijn beurt eveneens de liquiditeit van de Nieuwe Obligaties verminderen.
2.5. Onzekerheid wat betreft de markt voor Bestaande Obligaties die niet worden omgeruild
Hoewel de Bestaande Obligaties die niet worden ingebracht in het Ruilbod op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels genoteerd zullen blijven tot hun vervaldag op 16 april 2014, zou de verhandelingsmarkt voor de Bestaande Obligaties die na de voltooiing zullen blijven uitstaan veel beperkter kunnen zijn. Dergelijke overblijvende Bestaande Obligaties zullen mogelijk een lagere waardering krijgen dan vergelijkbare effecten met een grotere marktliquiditeit. Een verminderde marktwaarde en liquiditeit kan ook aanleiding geven tot een grotere volatiliteit van de koers van de overblijvende Bestaande Obligaties.
Bijgevolg kan de marktprijs voor Bestaande Obligaties die blijven uitstaan na de voltooiing van het Ruilbod ongunstig worden beïnvloed als gevolg van het Ruilbod. Noch de Vennootschap noch een Dealer Manager zijn verplicht om een markt in stand te houden met betrekking tot dergelijke overblijvende Bestaande Obligaties. De Vennootschap is niet verplicht om de Bestaande Obligaties te kopen (anders dan krachtens het Ruilbod) en indien zij beslist om tot dergelijke aankoop over te gaan, is zij niet verplicht om dit tegen een bepaalde datum te doen.
2.6. Verantwoordelijkheid voor het naleven van de procedures met betrekking tot het Ruilbod
Houders van Bestaande Obligaties (de “Houders van Bestaande Obligaties”) moeten alle procedures met betrekking tot het naar omruiling aanbieden van Bestaande Obligaties naleven, zoals samengevat in dit Prospectus (zie Sectie X.0 van dit Prospectus). Noch de Vennootschap, noch een Dealer Manager, noch de Centralisatieagent of enige persoon die controle uitoefent over, of een bestuurder, functionaris, werknemer of agent is van, of verbonden is met, enige dergelijke persoon, is verantwoordelijk voor het inlichten van enige Houder van Bestaande Obligaties over onregelmatigheden met betrekking tot de deelname van dergelijke houder aan het Ruilbod.
2.7. Andere aankopen van Bestaande Obligaties
De Dealer Managers mogen, voor zover toegestaan door de toepasselijke wetgeving, (van tijd tot tijd zowel gedurende als na het Ruilbod) Bestaande Obligaties verwerven, ook op de markt of via private verrichtingen, een openbaar bod, een ruilbod of anderszins. Dergelijke aankopen kunnen plaatsvinden tegen de voorwaarden en de prijs die desgevallend wordt bepaald door de Dealer Managers, d.i., tegen voorwaarden die minder voordelig of voordeliger zijn dan de voorwaarden van het Ruilbod.
Indien voorafgaand aan de bekendmaking van de resultaten van het Ruilbod de Vennootschap (of enig persoon die in onderling overleg met de Vennootschap handelt, inclusief haar Dochtervennootschappen) Bestaande Obligaties verkrijgt of zich verbindt om deze te verkrijgen, anderszins dan door middel van het Ruilbod en tegen een hogere vergoeding dan één Nieuwe Obligatie per Bestaande Obligatie, dan wordt overeenkomstig artikel 15 van het Overnamebesluit de vergoeding aangeboden in het Ruilbod aangepast zodat deze overeenstemt met deze hogere vergoeding. In overeenstemming met artikel 45 van het Overnamebesluit mogen gedurende het jaar volgend op de datum van publicatie van de resultaten van het Ruilbod de Vennootschap en enige personen die in onderling overleg met de Vennootschap handelen (met inbegrip van haar Dochtervennootschappen) noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks Bestaande Obligaties
verwerven tegen een hogere vergoeding dan geboden in het kader van het Ruilbod, tenzij een bedrag dat overeenstemt met het prijsverschil betaald wordt aan alle Houders van Bestaande Obligaties die hun Bestaande Obligaties in het Ruilbod hebben ingebracht. De Dealer Managers handelen echter niet in onderling overleg met de Vennootschap en deze restricties zijn dus niet van toepassing op verwervingen van Bestaande Obligaties door de Dealer Managers.
2.8. Betalingen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties kunnen onderworpen zijn aan Belgische roerende voorheffing zonder verhoging van de betaling als gevolg van de voorheffing
Indien de Vennootschap, de Nationale Bank van België, de Agent of enige andere persoon verplicht zijn om een bronheffing in te houden voor, of voor rekening van, alle huidige of toekomstige belastingen, heffingen of lasten van gelijk welke aard in verband met de Nieuwe Obligaties, zullen dergelijke personen deze betalingen uitvoeren nadat deze bronheffing zal zijn ingehouden en zullen zij aan de bevoegde autoriteiten het bedrag overmaken dat aan de bron werd ingehouden. De Vennootschap zal geen bijkomende bedragen betalen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties omwille van zulke heffingen.
Momenteel is er geen Belgische roerende voorheffing van toepassing op de interesten op de Nieuwe Obligaties die door een Rechthebbende Xxxxxxxx worden aangehouden in een vrijgestelde effectenrekening (een X-rekening) in het X/N-Systeem, zoals verder omschreven in Sectie XI (“Fiscaal stelsel van de Nieuwe Obligaties”). Potentiële beleggers moeten zich ervan bewust zijn dat relevante belastingwetgeving of –praktijken die van toepassing zijn op de datum van dit Prospectus en/of de datum van verwerving van de Nieuwe Obligaties te allen tijde kunnen wijzigen (ook tijdens het Ruilbod of de looptijd van de Nieuwe Obligaties). Elke dergelijke wijziging kan een Houder van Nieuwe Obligaties ongunstig beïnvloeden, onder andere door vermindering van de liquiditeit van de Nieuwe Obligaties en/of door het feit dat de bedragen die betaalbaar zijn aan een Houder van Nieuwe Obligaties of die door een betrokken Houder van Nieuwe Obligaties dienen te worden ontvangen, lager kunnen zijn dan de bedragen die de betrokken Houder van Nieuwe Obligaties had verwacht.
Potentiële beleggers die niet zeker zijn van hun fiscale toestand, dienen hun eigen onafhankelijke fiscale adviseurs te raadplegen.
2.9. De Nieuwe Obligaties zijn blootgesteld aan het marktrenterisico
De Nieuwe Obligaties bieden een vaste interestvoet tot de Vervaldag. Een belegging in de Nieuwe Obligaties behelst het risico dat latere wijzigingen in de marktrentevoeten een negatieve impact kunnen hebben op de marktwaarde van de Nieuwe Obligaties. Hoe verder in de toekomst de vervaldag van obligaties, hoe meer ze zijn blootgesteld aan schommelingen van marktrentevoeten. Een verhoging van de marktrentevoeten kan ertoe leiden dat de Nieuwe Obligaties worden verhandeld tegen een prijs die lager is dan de nominale waarde van de Nieuwe Obligaties. De aandacht van de potentiële deelnemers aan het Ruilbod wordt gevestigd op het feit dat deze risicofactor voor dit geval bijzonder relevant is gezien de lange looptijd van de Nieuwe Obligaties.
2.10. Inflatierisico
Het inflatierisico behelst het risico van toekomstige waardevermindering van geld. Het werkelijk rendement van een belegging in de Nieuwe Obligaties kan worden verminderd door inflatie. Hoe
hoger de inflatiegraad, hoe lager het werkelijk rendement van een Nieuwe Obligatie zal zijn. Indien de inflatiegraad gelijk is aan of hoger is dan het nominale rendement van de Nieuwe Obligaties, zal het werkelijk rendement gelijk zijn aan nul of zal de reële opbrengst zelfs negatief kunnen zijn. De aandacht van de potentiële deelnemers aan het Ruilbod wordt gevestigd op het feit dat deze risicofactor voor dit geval bijzonder relevant is gezien de lange looptijd van de Nieuwe Obligaties.
2.11. De Nieuwe Obligaties kunnen vervroegd worden terugbetaald
In geval zich (i) een Wanprestatie voordoet of (ii) de Vennootschap ervoor zou opteren om alle uitstaande Nieuwe Obligaties terug te betalen indien Houders van Nieuwe Obligaties Kennisgevingen van Uitoefening van de Controlewijziging Put hebben gegeven met betrekking tot ten minste 85% van het totale nominale bedrag van de Nieuwe Obligaties overeenkomstig Voorwaarde 5(b) van de Nieuwe Obligaties, kunnen de Nieuwe Obligaties worden terugbetaald overeenkomstig de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties. In ieder geval van vervroegde terugbetaling (andere dan bij het zich voordoen van een Controlewijziging) is de houder van een Nieuwe Obligatie gerechtigd om de hoofdsom en, indien toepasselijk, de interest die vervallen is sinds de laatste interestbetalingsdatum te ontvangen. In dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat een deelnemer aan het Ruilbod niet in staat is om de eventuele betalingsopbrengsten te herinvesteren tegen een opbrengst die vergelijkbaar is met die van de Nieuwe Obligaties.
2.12. De Nieuwe Obligaties kunnen vervroegd worden terugbetaald in geval van een Controlewijziging
Xxxx Xxxxxx van Nieuwe Obligaties zal het recht hebben om de Vennootschap te verplichten om in geval zich een Controlewijziging voordoet alle of een deel van zijn Nieuwe Obligaties terug te betalen tegen het Put Terugbetalingsbedrag.
De putoptie zich voordoen wanneer de toepasselijke interestvoeten relatief laag zijn. In dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat een deelnemer aan het Ruilbod niet in staat is om de eventuele betalingsopbrengsten te herinvesteren tegen een rendement dat vergelijkbaar is met dat van de Nieuwe Obligaties. Deelnemers aan het Ruilbod dienen er zich tevens van bewust te zijn dat de putoptie enkel kan worden uitgeoefend in de specifieke omstandigheden van een Controlewijziging zoals gedefinieerd in de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties, en dat deze definitie niet noodzakelijkerwijze alle situaties dekt waarin zich een controlewijziging voordoet of waarin zich opeenvolgende controlewijzigingen voordoen met betrekking tot de Vennootschap. Eenmaal afgeleverd is een Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put onherroepelijk en zullen de Houders van Nieuwe Obligaties zich er in de Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put toe moeten verbinden om de betrokken Nieuwe Obligaties niet te verkopen of over te dragen tot de relevante Controlewijziging Put Datum.
Houders van Nieuwe Obligaties die besluiten om hun putoptie uit te oefenen, zullen dit doen via de bank of andere Financiële Tussenpersoon via dewelke de Houder van Nieuwe Obligaties zijn Nieuwe Obligaties houdt en worden aanbevolen om na te gaan wanneer aan deze Financiële Tussenpersoon instructies en Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put moeten worden gegeven door de Houders van Nieuwe Obligaties om de tijdslimieten te respecteren opdat dergelijke uitoefening tijdig zou zijn. De eventuele vergoedingen en/of kosten van de betrokken Financiële Tussenpersoon dienen te worden gedragen door de betrokken Houders van Nieuwe Obligaties. Gekwalifeerde beleggers die hun putoptie uitoefenen door kennisgeving van dergelijke uitoefening aan een betaalagent overeenkomstig de standaardprocedures van de NBB,
Euroclear of Clearstream, Luxembourg in plaats van neerlegging van een Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put bij een Financiële Tussenpersoon, worden eveneens aanbevolen om na te gaan tegen wanneer aan het betrokken effectenvereffeningssysteem kennisgeving moet worden gegeven om de tijdslimieten te respecteren opdat dergelijke uitoefening tijdig zou zijn.
In geval sommige, maar niet alle, Houders van Nieuwe Obligaties hun putoptie uitoefenen, kan de liquiditeit van een verhandelingsmarkt voor de overblijvende Nieuwe Obligaties worden verminderd.
Houders van Nieuwe Obligaties dienen zich echter bewust te zijn van het feit dat de uitoefening door één van hen van de putoptie als gevolg van het zich voordoen van een Controlewijziging onder Belgisch recht enkel uitwerking zal hebben indien, vóór de vroegste datum van (a) de mededeling door de FSMA aan de Vennootschap van het feit dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de Vennootschap of, (b) het zich voordoen van een Controlewijziging, de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap de bepalingen van Voorwaarde 5(b)(i), (ii) en (iii) van de Nieuwe Obligaties heeft goedgekeurd en dergelijke besluiten werden neergelegd ter griffie van de bevoegde rechtbank van koophandel. Er is geen garantie dat dergelijke goedkeuring zal worden gegeven.
Houders van Nieuwe Obligaties dienen zich tevens bewust te zijn van het feit dat indien (a) zich een Controlewijziging voordoet vóór de datum waarop de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap de clausule in verband met de Controlewijziging goedkeurt en de betreffende besluiten worden neergelegd ter griffie van de bevoegde rechtbank van koophandel; en (b) de bovenvermelde besluiten worden goedgekeurd en neergelegd vóór 14 juli 2014, de Houders van Nieuwe Obligaties noch het recht zullen hebben de optie vermeld in Voorwaarde 5(b)(i) uit te oefenen, noch recht zullen hebben op de verhoging van de interestvoet omschreven in Voorwaarde 5(b)(iv).
2.13. De marktwaarde van de Nieuwe Obligaties kan worden beïnvloed door de kredietwaardigheid van de Vennootschap en een aantal bijkomende factoren
De marktwaarde van de Nieuwe Obligaties kan worden beïnvloed door de kredietwaardigheid van de Vennootschap alsook door een aantal bijkomende factoren zoals marktrentevoeten en - rendementen en de resterende looptijd tot de vervaldag, alsook, meer in het algemeen, door elke economische, financiële en politieke gebeurtenis in een land, met inbegrip van elke factor die de kapitaalmarkten in het algemeen en de beurzen waarop de Nieuwe Obligaties zullen worden verhandeld in het bijzonder, beïnvloedt. De Vennootschap heeft van tijd tot tijd eigen aandelen ingekocht en kan dit in de toekomst blijven doen, wat de kredietwaardigheid van de Vennootschap kan aantasten. De prijs waartegen een Houder van Nieuwe Obligaties de Nieuwe Obligaties zal kunnen verkopen voor de vervaldag, kan lager, of gevoelig lager, zijn dan de uitgifteprijs of de aankoopprijs betaald door de koper.
De aandacht van potentiële deelnemers aan het Ruilbod wordt gevestigd op het feit dat deze risicofactor van bijzonder belang is in dit geval als gevolg van de lange looptijd van de Nieuwe Obligaties.
2.14. De Nieuwe Obligaties kunnen beïnvloed worden door de toestand van de globale kredietmarkten
Potentiële deelnemers aan het Ruilbod moeten zich bewust zijn van de huidige en wijdverspreide ongunstige toestand van de globale kredietmarkten (die momenteel nog steeds voortduren), die leiden tot een algemeen gebrek aan liquiditeit op de secundaire markten voor instrumenten gelijkaardig aan de Nieuwe Obligaties. De Vennootschap kan niet voorspellen wanneer deze situatie zal veranderen en, indien en wanneer de situatie verandert, zal er geen zekerheid kunnen worden gegeven dat de omstandigheden inzake algemeen gebrek aan marktliquiditeit voor de Houders van Nieuwe Obligaties en instrumenten gelijkaardig aan de Nieuwe Obligaties niet zullen terugkeren in de toekomst.
2.15. De Houders van Nieuwe Obligaties zouden bepaalde Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties kunnen wijzigen mits goedkeuring door vastgestelde meerderheden van Houders van Nieuwe Obligaties
De Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties bevatten bepalingen voor het bijeenroepen van algemene vergaderingen van de Houders van Nieuwe Obligaties voor het bespreken van aangelegenheden die hen in algemene zin aanbelangen. De algemene vergadering van Houders van Nieuwe Obligaties kan onder andere en mits goedkeuring door bepaalde vastgestelde meerderheden besluiten om de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties te wijzigen. Op grond van de bepalingen over de vergadering van Houders van Nieuwe Obligaties is het bovendien vastgestelde meerderheden toegestaan om alle Houders van Nieuwe Obligaties te binden, met inbegrip van Xxxxxxx van Nieuwe Obligaties die de betreffende vergadering niet hebben bijgewoond en geen stem hebben uitgebracht en Houders van Nieuwe Obligaties die een van de meerderheid afwijkende stem hebben uitgebracht.
2.16. De Vennootschap kan bijkomende schulden aangaan
De Voorwaarden van de Houders van Nieuwe Obligaties leggen geen beperking op aan het bedrag van niet-gewaarborgde schuldinstrumenten die de Vennootschap kan uitgeven of andere schulden (al dan niet gewaarborgd) die de Vennootschap kan aangaan. Indien de Vennootschap bijkomende schulden aangaat, kan dit de mogelijkheid van de Vennootschap om aan haar verplichtingen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties te voldoen, aantasten, hetgeen de marktwaarde van de Nieuwe Obligaties zou kunnen doen dalen.
2.17. De Nieuwe Obligaties zijn niet-gewaarborgde verbintenissen die van geen enkele garantie genieten
Het recht van de Houders van Nieuwe Obligaties op betaling uit hoofde van de Nieuwe Obligaties is niet gewaarborgd en zal daadwerkelijk zijn achtergesteld aan elke gewaarborgde schuld van de Vennootschap, die de Vennootschap kan aangaan krachtens en zonder afbreuk te doen aan de voorwaarden uiteengezet in Voorwaarde 3 (Negatieve Zekerheid) van de Nieuwe Obligaties. In geval van vereffening, ontbinding, reorganisatie, faillissement of een soortgelijke insolventieprocedure, al dan niet vrijwillig, die een invloed heeft op de Vennootschap, zullen de houders van gewaarborgde schulden recht hebben op betaling uit de activa die dienen tot zekerheid van dergelijke schulden vooraleer deze activa kunnen worden gebruikt voor betalingen uit hoofde van de Nieuwe Obligaties en andere niet-gewaarborgde schulden.
2.18. Verlenging van kredieten aangegaan voor de aankoop van de Bestaande Obligaties
Het is mogelijk dat beleggers een krediet zijn aangegaan voor de aankoop van de Bestaande Obligaties en zij dienen, vooraleer zij het Ruilbod aanvaarden, na te gaan of de vervaldag en andere bepalingen en voorwaarden van hun krediet desgevallend kunnen worden verlengd tot de vervaldag van de Nieuwe Obligaties.
Indien de vervaldag van dergelijke financiering wordt verlengd of indien het krediet wordt geherfinancierd met het oog op deelname aan het Ruilbod en indien zich een Wanprestatie voordoet met betrekking tot de Nieuwe Obligaties of indien de verhandelingsprijs van de Nieuwe Obligaties op de gereglementeerde markt significant vermindert, zullen de Houders van Nieuwe Obligaties mogelijkerwijze niet alleen worden geconfronteerd met een verlies van hun belegging, maar kunnen zij ook worden verzocht om de lening en de interest daarop terug te betalen. Dergelijk krediet kan voor de belegger het verlies significant doen toenemen. Potentiële beleggers in de Nieuwe Obligaties moeten niet veronderstellen dat zij in staat zullen zijn om een lening (hoofdsom en interesten op de hoofdsom) terug te betalen enkel op basis van een transactie in verband met de Nieuwe Obligaties. Integendeel, potentiële beleggers moeten hun financiële toestand nauwkeurig inschatten en in het bijzonder nagaan in welke mate zij in staat zijn om interest op de lening te betalen en in welke mate zij in staat zijn om de lening terug te betalen. Potentiële beleggers moeten eveneens voorzien dat zij mogelijkerwijze verlies kunnen lijden als gevolg van hun belegging in de Nieuwe Obligaties in plaats van het realiseren van winst.
2.19. Belgische insolventiewetgeving
De Vennootschap is opgericht, en heeft haar maatschappelijke zetel, in België en is aldus onderworpen aan de Belgische insolventiewetgeving en -procedures. De toepassing van deze insolventiewetgeving kan de eis van de Houders van Nieuwe Obligaties tot het bekomen van (gehele of gedeeltelijke) terugbetaling van de Nieuwe Obligaties aanzienlijk aantasten, bijvoorbeeld als gevolg van een opschorting van betaling, een opschorting van een tenuitvoerleggingsmaatregel of een vonnis dat slechts gedeeltelijke terugbetaling van de Nieuwe Obligaties voorziet.
2.20. Sommige betalingen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties kunnen worden beïnvloed door de EU-Spaarrichtlijn
Onder Xxxxxxxxx 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden (de “Spaarrichtlijn”), zijn EU lidstaten (de “EU Lidstaten” en ieder afzonderlijk een “EU Lidstaat”) ertoe gehouden om de fiscale autoriteiten van andere EU Lidstaten details te bezorgen betreffende de betalingen van interesten (of gelijkaardig inkomen) gedaan door een persoon gevestigd in hun rechtsgebied aan, of ten behoeve van, een natuurlijke persoon inwoner van die andere EU Lidstaat of een gelimiteerd aantal soorten entiteiten gevestigd in die andere EU Lidstaat (de “Informatiebekendmakingsmethode”). Evenwel zijn Luxemburg en Oostenrijk er gedurende een overgangsperiode toe gehouden (tenzij zij tijdens deze periode anders verkiezen) om een bronheffingsysteem toe te passen (de “Bronbelasting”) op zulke betalingen (waarbij het einde van de overgangsperiode afhankelijk is van de afsluiting van een aantal andere overeenkomsten met betrekking tot uitwisseling van informatie met bepaalde andere landen). Een aantal niet-EU landen en gebieden waaronder Zwitserland hebben gelijkaardige maatregelen ingevoerd (een Bronbelasting in het geval van Zwitserland). Op 10 april 2013 heeft Luxemburg
officieel aangekondigd dat het niet langer de Bronbelasting zal toepassen vanaf 1 januari 2015 en vanaf die datum de Informatiebekendmakingsmethode zal toepassen.
Beleggers dienen zich ervan bewust te zijn dat de Europese Commissie bepaalde wijzigingen heeft voorgesteld aan de EU-Spaarrichtlijn die, indien ze worden ingevoerd, het toepassingsgebied van de hierboven geschetste vereisten wijzigen of verruimen. Potentiële beleggers die niet zeker zijn van hun fiscale toestand, dienen hun eigen onafhankelijke fiscale adviseurs te raadplegen.
Indien een betaling zou worden verricht of geïnd via een betaalagent gevestigd in een staat die de Bronbelasting toepast en een bedrag aan, of voor, belasting zou worden ingehouden van deze betaling, is noch de Vennootschap noch de Agent noch enige andere persoon verplicht om bijkomende bedragen te betalen aan de Houders van Nieuwe Obligaties of om de Houders van Nieuwe Obligaties anderszins te vergoeden voor de verminderde bedragen die zij zullen ontvangen tengevolge van de toepassing van zulke Bronbelasting.
2.21. Wijzigingen in het toepasselijke recht kunnen leiden tot wijziging van bepaalde Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties
De Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties zijn gebaseerd op de Belgische wetgeving die op de datum van dit Prospectus van kracht is. Er kan geen enkele garantie worden gegeven over de gevolgen van een gerechtelijke uitspraak of wijziging in de Belgische wetgeving of in de officiële toepassing of interpretatie ervan of de administratieve praktijk, die zich zou voordoen na de datum van dit Prospectus.
2.22. Relaties met de Vennootschap
De Vennootschap zal alle kennisgevingen en betalingen die aan de Houders van Nieuwe Obligaties moeten worden gedaan, doen overeenkomstig de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties. In geval een Houder van Nieuwe Obligaties een kennisgeving of betaling niet ontvangt, zou het kunnen dat hij hierdoor schade lijdt, zonder dat hij het recht heeft de Vennootschap hiervoor aansprakelijk te stellen.
2.23. De overdracht van de Nieuwe Obligaties, betalingen in verband met de Nieuwe Obligaties en communicatie met de Vennootschap zullen verlopen via de procedures van het X/N- Systeem, Euroclear en Clearstream, Luxembourg
De Nieuwe Obligaties zullen worden uitgegeven in gedematerialiseerde vorm krachtens het Wetboek van vennootschappen en zijn niet fysiek leverbaar. De Nieuwe Obligaties zullen uitsluitend worden vertegenwoordigd door inschrijvingen in de registers van het X/N-Systeem. Toegang tot het X/N-Systeem kan worden verkregen via de deelnemers aan het X/N-Systeem waarvan het lidmaatschap betrekking kan hebben op effecten zoals de Nieuwe Obligaties. Tot de deelnemers aan het X/N-Systeem behoren bepaalde banken, beursvennootschappen, Euroclear en Clearstream, Luxembourg. De Nieuwe Obligaties zullen worden overgedragen tussen de deelnemers aan het X/N-Systeem overeenkomstig de regels en operationele procedures van het X/N-Systeem. De overdrachten tussen beleggers zullen gebeuren overeenkomstig de regels en operationele procedures van de deelnemers aan het X/N-Systeem via dewelke zij hun Nieuwe Obligaties houden. De Vennootschap en de Agent zijn niet verantwoordelijk voor de correcte uitvoering door het X/N-Systeem of door de deelnemers aan het X/N-Systeem van hun verbintenissen overeenkomstig de regels en hun operationele procedures die op elk van hen van toepassing zijn.
Betalingen aan de Houders van Nieuwe Obligaties in verband met de Nieuwe Obligaties zullen verlopen via de procedures van het X/N-Systeem, Euroclear en Clearstream, Luxembourg. De Vennootschap is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de registers, of betalingen in verband met de Nieuwe Obligaties binnen het X/N-Systeem.
2.24. De Agent is niet verplicht om de bedragen afgescheiden te houden die door hem ontvangen zijn in verband met de via het X/N-Systeem vereffende Nieuwe Obligaties
De Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties en de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) bepalen dat de Agent de relevante rekening van de Vennootschap zal debiteren en dergelijke fondsen zal gebruiken om de betalingen te maken aan de Houders van Nieuwe Obligaties. De Overeenkomst van Financiële Dienstverlening (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) bepaalt dat de Agent, gelijktijdig met zijn ontvangst van alle relevante bedragen, enige bedragen verschuldigd met betrekking tot de relevante Nieuwe Obligaties zal betalen aan de Houders van Nieuwe Obligaties, rechtstreeks of via het X/N-Systeem. De Agent is echter niet verplicht om de bedragen die hij zal ontvangen in verband met de Nieuwe Obligaties af te zonderen, en in geval de Agent onderworpen zou zijn aan een insolventieprocedure op enig moment waarop hij dergelijke bedragen houdt, hebben de Houders van Nieuwe Obligaties geen enkele verdere vordering tegen de Vennootschap in verband met dergelijke bedragen en zijn zij verplicht om dergelijke bedragen te vorderen van de Agent overeenkomstig de toepasselijke Belgische insolventiewetgeving, aangezien de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties bepalen dat de Vennootschap bevrijdend betaalt aan de Agent voor elk bedrag dat aldus wordt betaald.
2.25. De Berekeningsagent heeft geen fiduciaire of andere plichten jegens de Houders van Nieuwe Obligaties en is in het bijzonder niet verplicht tot het doen van vaststellingen ter bescherming van hun belangen
KBC zal optreden als de berekeningsagent (de “Berekeningsagent”) van de Vennootschap voor de berekening van het Put Terugbetalingsbedrag (zoals gedefinieerd in de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties) overeenkomstig de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties. In de hoedanigheid van Berekeningsagent, zal zij te goeder trouw handelen overeenkomstig de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties en er te allen tijde naar streven om beslissingen te nemen op een commercieel redelijke wijze. Houders van Nieuwe Obligaties moeten er zich echter van bewust zijn dat de Berekeningsagent geen fiduciaire of andere plichten jegens de Houders van Nieuwe Obligaties heeft en dat hij in het bijzonder niet verplicht is om vaststellingen te doen ter bescherming of verbetering van de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties.
De Berekeningsagent kan zich beroepen op alle informatie waarvan hij redelijkerwijze aanneemt dat zij echt is en afkomstig is van de geschikte partijen. De Berekeningsagent is niet aansprakelijk voor de gevolgen voor een persoon (met inbegrip van de Houders van Nieuwe Obligaties) van eventuele fouten of weglatingen in (i) de berekening door de Berekeningsagent van enig bedrag verschuldigd uit hoofde van de Nieuwe Obligaties of (ii) elke vaststelling gedaan door de Berekeningsagent met betrekking tot de Nieuwe Obligaties of interest, telkens tenzij in geval van het voorgaande, is de Berekeningsagent niet aansprakelijk voor de gevolgen voor een persoon (met inbegrip van Houders van Nieuwe Obligaties) van dergelijke fouten of weglatingen ontstaan als gevolg van (i) alle informatie die aan de Berekeningsagent werd verstrekt en waarvan blijkt dat ze onjuist of onvolledig is of (ii) alle relevante informatie die niet tijdig aan de Berekeningsagent werd verstrekt.
2.26. Wisselkoersrisico’s en wisselkoerscontroles
De Vennootschap zal kapitaal en interest op de Nieuwe Obligaties betalen in euro. Dit kan bepaalde risico’s vertegenwoordigen in verband met de omzetting van munteenheden indien de financiële activiteiten van een belegger hoofdzakelijk zijn uitgedrukt in een andere munteenheid (de “Munteenheid van de Belegger”) dan de euro. Deze risico’s omvatten het risico dat de wisselkoersen aanzienlijk kunnen veranderen (met inbegrip van veranderingen door devaluatie van de euro of herwaardering van de Munteenheid van de Belegger) en het risico dat autoriteiten met bevoegdheid over de Munteenheid van de Belegger wisselkoerscontroles kunnen opleggen of aanpassen. Een opwaardering in de waarde van de Munteenheid van de Belegger met betrekking tot de euro zou (i) het in de Munteenheid van de Belegger uitgedrukt rendement op de Nieuwe Obligaties verminderen, (ii) de in de Munteenheid van de Belegger uitgedrukte waarde van het kapitaal betaalbaar op de Nieuwe Obligaties verminderen, en (iii) de in de Munteenheid van de Belegger uitgedrukte marktwaarde van de Nieuwe Obligaties verminderen.
Overheids- en monetaire instanties kunnen wisselkoerscontroles opleggen (zoals sommige in het verleden hebben gedaan) die een negatieve impact zouden kunnen hebben op de toepasselijke wisselkoers. Ten gevolge daarvan kunnen beleggers minder interest of kapitaal ontvangen dan verwacht, of zelfs helemaal geen interest of kapitaal.
2.27. Crisis in de Eurozone
Potentiële deelnemers aan het Ruilbod moeten zich bewust zijn van de crisis in de Eurozone, de turbulentie op de globale kredietmarkten en de algemene economische vooruitzichten. De Vennootschap kan niet voorspellen wanneer deze omstandigheden zullen wijzigen en potentiële beleggers moeten zich bewust zijn van de aanzienlijke onzekerheid over verdere ontwikkelingen in dit verband.
2.28. De Vennootschap, de Dealer Managers, de Agent en de Berekeningsagent kunnen betrokken worden bij transacties die een negatieve impact hebben op de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties
De Dealer Managers, de Agent en de Berekeningsagent zouden tegenstrijdige belangen kunnen hebben die een negatieve impact zouden kunnen hebben op de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties. Potentiële beleggers moeten zich ervan bewust zijn dat de Vennootschap een commerciële relatie heeft met en/of specifieke transacties is aangegaan met de Dealer Managers, de Agent en de Berekeningsagent zoals beschreven in Sectie XI.1 en dat zij tegenstrijdige belangen zouden kunnen hebben die een negatieve impact zouden kunnen hebben op de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties. Potentiële deelnemers aan het Ruilbod dienen zich er ook van bewust te zijn dat de Dealer Managers, de Agent en de Berekeningsagent van tijd tot tijd schuldinstrumenten, aandelen en/of andere financiële instrumenten van de Vennootschap kunnen houden.
In het kader van een normale commerciële relatie of financieringsovereenkomsten met haar banken, is of kan Bekaert leningen of andere faciliteiten afsluiten met de Dealer Managers en/of de Agent (of sommige van haar verbonden vennootschappen) (via bilaterale transacties en/of gesyndiceerde leningen samen met andere banken). De bepalingen en voorwaarden van deze schuldfinancieringen kunnen verschillen van de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties. Bovendien kunnen de respectieve kredietverstrekkers, als onderdeel van deze schuldfinancieringen, mogelijkerwijze genieten van garanties en/of zekerheden, daar waar de
Houders van Nieuwe Obligaties niet van gelijkaardige garanties en/of zekerheden genieten aangezien de toekenning van garanties en/of zekerheden aan zulke kredietverstrekkers niet wordt beperkt door de negatieve zekerheid onder de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties. Het gevolg is dat de Houders van Nieuwe Obligaties achtergesteld zijn aan de kredietverstrekkers onder dergelijke schuldfinancieringen. Als gevolg daarvan kunnen de Dealer Managers en/of de Agent belangen hebben die anders zijn en/of tegengesteld aan de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties gedurende de looptijd van de Nieuwe Obligaties. Dergelijke afwijkende belangen kunnen zich bijvoorbeeld manifesteren in het geval van een wanprestatie onder dergelijke kredietovereenkomsten voor de vervaldag van de Nieuwe Obligaties of in geval van een verplichte vervroegde terugbetaling en kunnen een negatieve impact hebben op de terugbetalingsmogelijkheid van de Vennootschap. De Dealer Managers en/of Agent zijn, in hun hoedanigheid van kredietverstrekker, niet verplicht om rekening te houden met de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties bij de uitoefening van hun rechten onder zulke kredietovereenkomsten.
De Houders van Nieuwe Obligaties moeten zich bewust zijn van het feit dat de Agent en Dealer Manager(s), wanneer zij optreden in hun hoedanigheid van kredietverstrekker van de Vennootschap of een van haar verbonden vennootschappen (of wanneer zij in enige andere hoedanigheid handelen), geen enkele fiduciaire of andere plichten hebben jegens de Houders van Nieuwe Obligaties. Zij zijn niet verplicht om rekening te houden met de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties.
2.29. Wettelijke investeringsbeperkingen kunnen bepaalde beleggingen beperken
De beleggingsactiviteiten van bepaalde beleggers worden beheerst door de beleggingswet- en regelgeving, of beoordeling of regulering door bepaalde autoriteiten. Elke potentiële deelnemer aan het Ruilbod moet zijn juridische adviseurs raadplegen om te bepalen of en in welke mate (i) Nieuwe Obligaties wettelijk toegelaten beleggingen zijn voor hem, (ii) Nieuwe Obligaties kunnen worden gebruikt als onderpand voor verschillende soorten van leningen en (iii) andere beperkingen gelden voor zijn aankoop of inpandgeving van Nieuwe Obligaties. De beleggers moeten hun eigen juridische adviseurs raadplegen om de juiste behandeling van Nieuwe Obligaties te bepalen onder desgevallend toepasselijke op risico gebaseerde kapitaal- of vergelijkbare regels.
2.30. Xxxxxxxxx kunnen worden verplicht om belastingen of andere documentaire lasten of heffingen te betalen in Luxemburg of in een ander rechtsgebied
Potentiële kopers en verkopers van de Nieuwe Obligaties dienen zich ervan bewust te zijn dat zij kunnen worden verplicht om belastingen of andere documentaire lasten of heffingen te betalen overeenkomstig de wetten en praktijken van het land waar de Nieuwe Obligaties worden overgedragen of andere rechtsgebieden. Houders van Bestaande Obligaties die hun Bestaande Obligaties inbrengen in het Ruilbod, kunnen in Luxemburg onderworpen zijn aan inkomstenbelasting (zie Sectie X.15.2). Potentiële beleggers worden geadviseerd om niet af te gaan op de samenvatting over fiscaliteit in dit Prospectus, maar om advies in te winnen bij hun eigen fiscaal adviseur in verband met hun individuele fiscale verplichtingen met betrekking tot de verwerving, verkoop en terugbetaling van de Nieuwe Obligaties. Enkel deze adviseurs zijn in staat om naar behoren de specifieke situatie van de potentiële belegger te beoordelen. Deze beleggingsoverweging moet worden gelezen in samenhang met de delen in dit Prospectus die handelen over fiscaliteit. Bovendien dienen Houders van Bestaande Obligaties die zich voornemen om deel te nemen aan het Ruilbod zich ervan bewust te zijn dat de belastingwetgeving en de toepassing ervan door de relevante belastingautoriteiten van tijd tot tijd
veranderen. Het is dus niet mogelijk om de exacte fiscale behandeling te voorspellen die op een gegeven ogenblik van toepassing zal zijn. Dit is in het bijzonder van belang aangezien de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties geen fiscale gross-up bepaling voorzien.
II. BEPALINGEN EN VOORWAARDEN VAN DE NIEUWE OBLIGATIES
Wat hierna volgt is de tekst van de bepalingen en voorwaarden (de “Bepalingen en Voorwaarden”) van de Nieuwe Obligaties (zoals hieronder gedefinieerd), behalve de cursief gedrukte paragrafen die moeten worden gelezen als aanvullende informatie.
De uitgifte van de 4,750% vastrentende nieuwe obligaties met vervaldag op 17 oktober 2020 (de “Nieuwe Obligaties”, welk begrip in deze Bepalingen en Voorwaarden, tenzij anders aangeduid of tenzij de context anders vereist, alle Bijkomende Nieuwe Obligaties omvat) door NV Bekaert SA (de “Vennootschap”) werd (behalve met betrekking tot alle Bijkomende Nieuwe Obligaties) goedgekeurd bij een besluit van de raad van bestuur van de Vennootschap dat werd aangenomen op 12 september 2013. De uitgifte en levering van de Nieuwe Obligaties zal plaatsvinden op 17 oktober 2013 (de “Uitgiftedatum”) en de notering van de Nieuwe Obligaties op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels zal op dezelfde datum aanvangen.
De Nieuwe Obligaties worden uitgegeven onder de voorwaarden en met toepassing van een overeenkomst van financiële dienstverlening (paying, domiciliary and calculation agency agreement) (dergelijke overeenkomst zoals van tijd tot tijd gewijzigd en/of aangevuld en/of gecoördineerd, de “Overeenkomst van Financiële Dienstverlening” afgesloten tussen de Vennootschap en KBC Bank NV die optreedt als betaalagent en domiciliëringsagent (de “Agent”, waarbij dit begrip alle rechtsopvolgers als betaalagent en domiciliëringsagent onder de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening omvat) uiterlijk op de Uitgiftedatum. De bepalingen van deze Bepalingen en Voorwaarden omvatten samenvattingen van, en zijn onderworpen aan, de specifieke bepalingen van de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening. Kopieën van de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening zijn beschikbaar ter inzage tijdens de kantooruren op de maatschappelijke zetel van de Agent (Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx). De Houders van Nieuwe Obligaties zijn gebonden door en worden geacht kennis te hebben van alle bepalingen van de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening die op hen van toepassing zijn.
Een clearingovereenkomst in het Nederlands met betrekking tot de clearing van de Nieuwe Obligaties zal worden afgesloten tussen de Vennootschap, de NBB en de Agent op of omstreeks de Uitgiftedatum (de “Clearingovereenkomst”).
Verwijzingen hierin naar “Voorwaarden” zijn, tenzij de context anders vereist, verwijzingen naar de genummerde paragrafen hieronder.
1. DEFINITIES
“Agent” heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van de Bepalingen en Voorwaarden.
“Berekeningsagent” betekent KBC Bank NV.
“Bijkomende Nieuwe Obligaties” betekent alle bijkomende Nieuwe Obligaties uitgegeven krachtens Xxxxxxxxxx 00 die geconsolideerd zijn en één enkele serie vormen met de alsdan uitstaande Nieuwe Obligaties.
“Clearingovereenkomst” heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van de Bepalingen en Voorwaarden.
“Clearstream, Luxembourg” betekent Clearstream Banking, société anonyme, 00, xxxxxx X.X. Xxxxxxx, X-0000 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx.
Een “Controlewijziging” doet zich voor wanneer een persoon, anders dan een Vrijgestelde Persoon, een bod uitbrengt gericht aan alle (of, inzoverre praktisch mogelijk, alle) aandeelhouders van de Vennootschap (of alle (of, inzoverre praktisch mogelijk, alle) aandeelhouders van de Vennootschap andere dan de bieder en/of met de bieder in onderling overleg handelende personen (zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 5°, van de Overnamewet) om alle of een meerderheid van de uitstaande gewone aandelen van de Vennootschap te verwerven en (nadat de aanvaardingsperiode voor dergelijk bod is gesloten, de resultaten van dergelijk bod zijn bekendgemaakt en dergelijk bod onvoorwaardelijk is geworden) de bieder gewone aandelen van de Vennootschap of andere stemrechten van de Vennootschap heeft verworven of, na de bekendmaking van de resultaten van dergelijk bod door de bieder, gerechtigd is tot het verwerven daarvan ingevolge dergelijk bod en na voltooiing ervan, zodat deze het recht heeft om de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de Vennootschap, uit te oefenen, waarbij de datum waarop de Controlewijziging zal worden geacht te hebben plaatsgevonden de datum zal zijn van de bekendmaking door de bieder van de resultaten van het betreffende bod (en duidelijkheidshalve vóór enige heropening van het bod overeenkomstig artikel 42 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen).
“Controlewijziging Besluiten” betekent een of meerdere besluiten die rechtsgeldig worden genomen door een algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap tot goedkeuring van de bepalingen (i), (ii) en (iii) van Voorwaarde 5(b).
“Controlewijziging Put Datum” is de veertiende Werkdag na afloop van de Controlewijziging Put Uitoefeningsperiode.
“Controlewijziging Put Uitoefeningsperiode” betekent de periode die aanvangt op de datum van een Controlewijziging en eindigt 45 kalenderdagen volgend op de datum waarop een Kennisgeving van Controlewijziging is gegeven aan de Houders van Nieuwe Obligaties.
“EUR”, “euro” of “€” is de munt die werd geïntroduceerd bij aanvang van de derde fase van de Europese economische en monetaire unie krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zoals gewijzigd.
“Euroclear” betekent Euroclear Bank NV/SA, Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 0, X-0000 Xxxxxxx, Xxxxxx. “FSMA” is de Belgische Autoriteit voor Financiële Markten en Diensten.
“Houder van Nieuwe Obligaties” betekent, met betrekking tot elke Nieuwe Obligatie, de persoon die daartoe gerechtigd is overeenkomstig de X/N-Systeem Regelgeving.
“Interestbetaaldatum” heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 4(a).
“Interestperiode” is de periode die aanvangt op (en met inbegrip van) de Uitgiftedatum en die eindigt op (maar met uitsluiting van) de eerste Interestbetaaldatum en elke daaropvolgende periode die aanvangt op (en met inbegrip van) een Interestbetaaldatum en die eindigt op (maar met uitsluiting van) de eerstvolgende Interestbetaaldatum.
“Kennisgeving van Controlewijziging” heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 5(b)(iii).
“NBB” is de Nationale Bank van België, xx Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx. “Nieuwe Emittent” heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 11.
“Nieuwe Obligaties” heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van de Bepalingen en Voorwaarden.
“Nominale Waarde” heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 2(b).
“Overeenkomst van Financiële Dienstverlening” (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van de Bepalingen en Voorwaarden.
“Overnamewet” betekent de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, zoals gewijzigd.
“Put Terugbetalingsbedrag” betekent een bedrag per Nieuwe Obligatie berekend door de Berekeningsagent door de Terugbetalingsvoet te vermenigvuldigen met de Nominale Waarde van deze Nieuwe Obligatie en, indien nodig, het resultaat af te ronden naar de dichtstbijzijnde eurocent (een halve eurocent zal naar beneden worden afgerond), vermeerderd met alle vervallen maar onbetaalde interest op deze Nieuwe Obligatie tot de relevante terugbetalingsdatum (niet inbegrepen).
“Relevante Schuldeisers” betekent elke persoon of rechtspersoon die houder is van obligaties of andere schuldeffecten van de Vennootschap, die worden verhandeld op een gereglementeerde markt, over the counter of anderszins, en met een initiële looptijd van meer dan één jaar.
“TARGET2 Systeem” betekent het Trans-European Automated Real-Time Gross Settlement Express Transfer (TARGET2) system, of enige opvolger daarvan.
“Terugbetalingsvoet” betekent MIN (101%; 100% x Exp (T x 0,74720148386%)), naar beneden afgerond tot op het negende cijfer na de komma.
“T” betekent de tijd, uitgedrukt in decimalen van een jaar, verlopen vanaf de uitgiftedatum van de betreffende Nieuwe Obligaties (inbegrepen) tot de betrokken terugbetalingsdatum (niet inbegrepen).
Voor alle duidelijkheid, ‘Exp’ betekent de exponentiële functie, wat betekent de functie ex, waarbij e het getal is (ongeveer 2,718) zodanig dat de functie ex gelijk is aan zijn eigen afgeleide.
Het Put Terugbetalingsbedrag is gelijk aan een maximum rendement van 0,75 punten boven het rendement van de betreffende Nieuwe Obligaties op de uitgiftedatum van de Nieuwe Obligaties tot de Vervaldag overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding van de roerende voorheffing, dat bepaalt dat met betrekking tot Nieuwe Obligaties die kunnen worden verhandeld op N-rekeningen, indien beleggers het recht uitoefenen dat betrekking heeft op de vervroegde terugbetaling van
Nieuwe Obligaties, het actuariële rendement niet meer dan 0,75 punt hoger kan zijn dan het actuariële rendement van de Nieuwe Obligaties bij uitgifte tot aan de eindvervaldag.
“Tussenpersoon” betekent de bank of een andere financiële tussenpersoon via dewelke de Houder van Nieuwe Obligatie(s) Nieuwe Obligatie(s) aanhoudt.
“Uitgiftedatum” heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van de Bepalingen en Voorwaarden.
“Vennootschap” heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van de Bepalingen en Voorwaarden.
“Vervaldag” betekent 17 oktober 2020.
“Vrijgesteld Persoon” betekent Stichting Administratiekantoor Bekaert, alleen of samen met enige andere persoon met wie Stichting Administratiekantoor Bekaert in onderling overleg handelt (zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 5°, van de Overnamewet).
“Wanprestatie” heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 7.
“Werkdag” betekent een dag (anders dan een zaterdag of zondag) waarop het TARGET2 Systeem open is voor de afwikkeling van betalingen in euro en waarop de banken in België open zijn voor algemene verrichtingen.
“X/N-Systeem” heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 2(a).
“X/N-Systeem Regelgeving” heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 2(a).
Verwijzingen naar enige wet of decreet of enige bepaling daarvan zullen worden geacht eveneens te verwijzen naar elke wijziging of aanpassing van een wet of enig wettelijk instrument, bevel of regelgeving die daaronder of onder dergelijke wijziging of aanpassing wordt uitgevaardigd.
2. VORM, NOMINALE WAARDE EN STATUS
(a) Vorm
De Nieuwe Obligaties worden uitgegeven in gedematerialiseerde vorm overeenkomstig artikel
468 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en kunnen niet fysiek worden afgeleverd. De Nieuwe Obligaties zullen uitsluitend worden vertegenwoordigd door een boeking op de rekening van het X/N-effectenvereffeningssysteem van de NBB of enige rechtsopvolger daarvan (het “X/N-Systeem”). De Nieuwe Obligaties kunnen door de houders ervan worden aangehouden via deelnemers aan het X/N-Systeem, met inbegrip van Euroclear en Clearstream, Luxembourg en via andere Tussenpersonen die op hun beurt de Nieuwe Obligaties houden via Euroclear en Clearstream, Luxembourg, of andere deelnemers aan het X/N-Systeem.
De Nieuwe Obligaties zijn aanvaard voor clearing via het X/N-Systeem en zijn bijgevolg onderworpen aan de toepasselijke clearingregelgeving, met inbegrip van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, de koninklijke besluiten van 26 mei 1994 en 14 juni 1994 die deze wet uitvoeren en het reglement van het X/N-Systeem en de bijlagen daarbij, zoals uitgevaardigd en van tijd tot tijd gewijzigd door de NBB (de wetten, koninklijke besluiten en reglementen vermeld in deze Voorwaarde worden hierin de “X/N-Systeem
Regelgeving” genoemd). De Nieuwe Obligaties worden overgedragen door overschrijving van rekening op rekening. De Nieuwe Obligaties mogen niet worden omgezet in Nieuwe Obligaties aan toonder.
Indien de Nieuwe Obligaties op eender welk ogenblik worden overgedragen aan een ander clearingsysteem dat niet of slechts gedeeltelijk afhangt van de NBB, zullen de bepalingen hierboven mutatis mutandis van toepassing zijn op dergelijk nieuw clearingsysteem en de vennootschap waartoe het behoort, of op elk ander bijkomend clearingsysteem en de vennootschap waartoe het behoort.
(b) Nominale waarde
De Nieuwe Obligaties hebben elk een nominale waarde van EUR 1.000 (de “Nominale Waarde”).
(c) Status
De Nieuwe Obligaties vormen rechtstreekse, onvoorwaardelijke, niet-achtergestelde en (zonder afbreuk te doen aan Voorwaarde 3) niet door zekerheden gedekte verbintenissen van de Vennootschap. De Nieuwe Obligaties zullen onderling in gelijke rang (pari passu) komen en nemen een gelijke rang met alle andere bestaande en toekomstige niet door zekerheden gedekte en niet-achtergestelde verbintenissen van de Vennootschap, met uitzondering van de verbintenissen die bevoorrecht zijn krachtens wetsbepalingen van dwingend recht die van algemene toepassing zijn.
3. NEGATIEVE ZEKERHEID
De Vennootschap verbindt zich ertoe om, voor de looptijd van de Nieuwe Obligaties, geen zekerheid of ander voorkeurrecht te vestigen ten gunste van Relevante Schuldeisers met betrekking tot haar huidige of toekomstige activa tenzij dezelfde zekerheid (of wezenlijk dezelfde zekerheid of ander voorkeurrecht) in gelijke mate en in gelijke rang wordt toegekend met betrekking tot de Nieuwe Obligaties.
Het bovenstaande geldt echter onverminderd:
(a) het recht van de Vennootschap om een zekerheid te vestigen met betrekking tot haar activa of om andere voorkeurrechten toe te kennen ten gunste van andere dan Relevante Schuldeisers;
(b) het recht of de verplichting van de Vennootschap om een zekerheid te vestigen of andere voorkeurrechten toe te kennen of om zekerheden of voorkeurrechten te laten vestigen op haar activa ingevolge toepasselijke bepalingen van dwingend recht;
(c) het recht van de Vennootschap om een zekerheid te vestigen op bepaalde activa met het oog op de financiering van dergelijke activa; en
(d) het recht van de Vennootschap om zekerheden te vestigen op bestaande activa op het ogenblik van de verwerving van dergelijke activa door de Vennootschap.
4. INTEREST
(a) Interestvoet en Interestbetaaldata
Elke Nieuwe Obligatie zal interest opbrengen vanaf (en met inbegrip van) de Uitgiftedatum ten belope van 4,750% per jaar (bruto) berekend door toepassing van de interestvoet op de Nominale Waarde (i.e., EUR 47,50 per Nieuwe Obligatie) en dergelijk bedrag aan interest is jaarlijks betaalbaar in gelijke bedragen op 17 oktober (“Interestbetaaldatum”), te beginnen met de Interestbetaaldatum die valt op 17 oktober 2014.
Wanneer interest dient te worden berekend voor een periode die korter is dan een Interestperiode, zal deze worden berekend op basis van (i) het effectieve aantal dagen gedurende de relevante periode vanaf (en met inbegrip van) de eerste dag van dergelijke periode tot (maar met uitsluiting van) de datum waarop deze vervalt gedeeld door (ii) het effectieve aantal dagen vanaf (en met inbegrip van) de onmiddellijk voorafgaande Interestbetaaldatum (of, indien onbestaande, de Uitgiftedatum) tot (maar met uitsluiting van) de eerstvolgende Interestbetaaldatum.
(b) Aangroei van interest
Elke Nieuwe Obligatie zal ophouden interest op te brengen vanaf en met inbegrip van haar vervaldag voor terugbetaling, tenzij de betaling van de hoofdsom onterecht werd ingehouden of geweigerd of ingeval van enige andere betaalwanprestatie, in welk geval de interest blijft aangroeien tegen de interestvoet bepaald in Voorwaarde 4(a) (zowel voor als na een rechterlijke uitspraak) tot de dag waarop alle sommen die verschuldigd zijn tot die dag met betrekking tot dergelijke Nieuwe Obligatie worden ontvangen door of ten behoeve van de betrokken houder.
5. TERUGBETALING, AANKOOP EN UITDOVING
(a) Terugbetaling op Vervaldag
Tenzij eerder teruggekocht en geannuleerd of terugbetaald zoals hierin voorzien, zullen de Nieuwe Obligaties door de Vennootschap worden terugbetaald tegen hun Nominale Waarde op de Vervaldag.
De Nieuwe Obligaties kunnen enkel worden terugbetaald naar keuze van de Vennootschap vóór de Vervaldag overeenkomstig Voorwaarde 5(b)(ii).
(b) Terugbetaling in geval van Controlewijziging
(i) Naar keuze van de Houders van Nieuwe Obligaties
Als zich een Controlewijziging voordoet, zal elke Houder van Nieuwe Obligaties het recht hebben om de Vennootschap te verplichten om alle of een deel van de Nieuwe Obligaties van dergelijke Houder van Nieuwe Obligaties terug te betalen op de Controlewijziging Put Datum tegen het Put Terugbetalingsbedrag.
Om dit recht uit te oefenen moet de betrokken Houder van Nieuwe Obligaties bij zijn/haar Tussenpersoon (voor verdere aflevering aan de Vennootschap) op enig ogenblik tijdens de Controlewijziging Put Uitoefeningsperiode een geldig ingevulde en ondertekende kennisgeving van uitoefening (een “Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put”) invullen
en afgeven, wezenlijk in de vorm zoals bij dit Prospectus gevoegd als Bijlage 4, en dat tijdens de kantooruren op verzoek verkrijgbaar is bij het gespecificeerde kantoor van de Agent of op de website van de Vennootschap (xxx.xxxxxxx.xxx).
Eenmaal afgeleverd zal een Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put onherroepelijk zijn. Door een Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put af te leveren, verbindt de Houder van Nieuwe Obligaties zich ertoe om de betrokken Nieuwe Obligaties te houden tot de datum van de effectieve terugbetaling van de betrokken Nieuwe Obligaties.
Betalingen met betrekking tot elke dergelijke Nieuwe Obligatie zullen worden gedaan via overschrijving naar een rekening in euro gehouden bij een bank in een stad waar banken toegang hebben tot het TARGET2 Systeem zoals aangegeven door de betrokken Houder van Nieuwe Obligaties in de betrokken Kennisgeving van Uitoefening van de Controlewijziging Put.
Op de Controlewijziging Put Datum zal de Vennootschap alle Nieuwe Obligaties terugbetalen die het voorwerp uitmaken van Kennisgevingen van Uitoefening van de Controlewijziging Put die afgeleverd zijn zoals vermeld hiervoor.
Houders van Nieuwe Obligaties moeten zich ervan bewust zijn dat het uitoefenen van de optie uiteengezet in Voorwaarde 5(b)(i) enkel effect zal hebben naar Belgisch recht indien, voorafgaand aan de eerdere gebeurtenis van (a) de mededeling door de FSMA aan de Vennootschap van het feit dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de Vennootschap of (b) het zich voordoen van de Controlewijziging, de Controlewijziging Besluiten (x) werden goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap en (y) werden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel van Kortrijk.
De Vennootschap verbindt zich ertoe om (a) de Controlewijziging Besluiten ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap die is gepland plaats te vinden in het tweede kwartaal van 2014 en (b) onmiddellijk na goedkeuring een afschrift van de Controlewijziging Besluiten neer te leggen.
Er kan geen zekerheid worden gegeven dat een dergelijke goedkeuring zal worden bekomen tijdens dergelijke vergadering. Indien een Controlewijziging zich voordoet voorafgaand aan een dergelijke goedkeuring en neerlegging zullen de Houders van Nieuwe Obligaties niet gerechtigd zijn om de optie onder Voorwaarde 5(b)(i) uit te oefenen.
(ii) Keuze van de Vennootschap
Indien als gevolg van Voorwaarde 5(b)(i), Houders van Nieuwe Obligaties Kennisgevingen van Uitoefening van de Controlewijziging Put indienen met betrekking tot ten minste 85% van de totale Nominale Waarde van de Nieuwe Obligaties die op dat ogenblik uitstaan, kan de Vennootschap, mits kennisgeving van niet minder dan 15, maar niet meer dan 30 kalenderdagen, aan de Houders van Nieuwe Obligaties overeenkomstig Voorwaarde 12 (waarbij de kennisgeving onherroepelijk is en de datum vastgesteld voor de terugbetaling moet worden vermeld), alle (maar niet slechts een deel) van de dan uitstaande Nieuwe Obligaties terugbetalen tegen het Put Terugbetalingsbedrag. Betaling voor een dergelijke Nieuwe Obligatie geschiedt zoals hierboven aangegeven.
(iii) Kennisgeving van Controlewijziging
Binnen tien (10) Werkdagen volgend op een Controlewijziging zal de Vennootschap de Houders van Nieuwe Obligaties daarvan op de hoogte brengen overeenkomstig Voorwaarde 12 (een “Kennisgeving van Controlewijziging”). De Kennisgeving van Controlewijziging zal een verklaring bevatten die de Houders van Nieuwe Obligaties op de hoogte brengt van hun recht om de terugbetaling te eisen van hun Nieuwe Obligaties krachtens Voorwaarde 5(b)(i). De Kennisgeving van Controlewijziging zal eveneens de volgende informatie bevatten:
• de aard van de Controlewijziging;
• de laatste dag van de Controlewijziging Put Uitoefeningsperiode;
• de Controlewijziging Put Datum;
• het Put Terugbetalingsbedrag; en
• een samenvatting van de procedure om vervroegde terugbetaling van de Nieuwe Obligaties te vragen.
Noch de Agent noch de Berekeningsagent is verplicht om toezicht te houden of om enige stappen te ondernemen om na te gaan of zich een Controlewijziging of een gebeurtenis die tot een Controlewijziging zou kunnen leiden, heeft voorgedaan of zich zou kunnen voordoen en zal ten opzichte van de Houders van Nieuwe Obligaties of enige andere persoon niet verantwoordelijk of aansprakelijk zijn voor enig verlies dat voortvloeit uit het feit dat hij dit niet heeft gedaan.
(iv) Niet-goedkeuring van Controlewijziging Besluiten
Indien uiterlijk op 14 juli 2014 (a) de Controlewijziging Besluiten niet werden goedgekeurd door een algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap of (b) de Controlewijziging Besluiten niet werden neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel van Kortrijk, zal, met ingang van de Interestperiode die aanvangt op de eerste Interestbetaaldatum volgend op 14 juli 2014, het bedrag van de interest die betaalbaar is met betrekking tot de Nieuwe Obligaties worden vermeerderd met 0,50% per jaar tot en met de laatste dag van de Interestperiode gedurende dewelke de Controlewijziging Besluiten werden goedgekeurd door een algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap en werden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel van Kortrijk.
(c) Aankoop
Mits naleving van (eventuele) vereisten van de beurs waarop de Nieuwe Obligaties kunnen worden toegelaten tot de notering en verhandeling op het relevante tijdstip en mits naleving van de toepasselijke wetgeving of regelgeving, mogen de Vennootschap en elk van haar dochtervennootschappen op elk ogenblik Nieuwe Obligaties kopen op de open markt of anderszins, tegen gelijk welke prijs.
(d) Uitdoving
Alle Nieuwe Obligaties die worden terugbetaald zullen uitdoven en mogen niet worden heruitgegeven of herverkocht. Nieuwe Obligaties die door een dochtervennootschap van de Vennootschap worden gekocht, mogen worden aangehouden, heruitgegeven of herverkocht naar keuze van de betrokken dochtervennootschap.
6. BETALINGEN
(a) Xxxxx xxx xxxxxxxx
Zonder afbreuk te doen aan artikel 474 van het Wetboek van vennootschappen zullen alle betalingen van hoofdsom en interest met betrekking tot de Nieuwe Obligaties worden gedaan via de Agent en het X/N-Systeem overeenkomstig de X/N-Systeem Regelgeving. De betaling door de Vennootschap van elk dergelijk bedrag onder de Nieuwe Obligaties aan de Agent is bevrijdend voor de Vennootschap.
(b) Betalingen
Elke betaling met betrekking tot de Nieuwe Obligaties krachtens Voorwaarde 6(a) zal worden gedaan door overschrijving naar een rekening in euro gehouden door de begunstigde bij een bank in een stad waar banken toegang hebben tot het TARGET2 Systeem.
(c) Betalingen onderworpen aan fiscale en andere regelgeving
Alle betalingen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties zijn in alle gevallen onderworpen aan alle toepasselijke fiscale wetten of andere wetten en regelgevingen.
(d) Agenten, etc.
De Vennootschap behoudt zich het recht voor onder de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) om te allen tijde, mits de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Agent, de benoeming van de Agent te wijzigen of te beëindigen en om bijkomende of andere agenten te benoemen, op voorwaarde dat zij (i) een hoofdbetaalagent zal houden en (ii) een domiciliëringsagent zal houden en dat de domiciliëringsagent te allen tijde deelnemer zal zijn aan het X/N-Systeem. Kennisgeving van enige wijziging van Agent of van zijn gespecificeerde kantoren zal onmiddellijk door de Vennootschap worden gedaan aan de Houders van Nieuwe Obligaties overeenkomstig Voorwaarde 12.
(e) Geen kosten
De Agent zal aan een Houder van Nieuwe Obligaties geen kosten of commissie aanrekenen op enige betaling met betrekking tot de Nieuwe Obligaties.
(f) Fracties
Bij het doen van betalingen aan de Houder van Nieuwe Obligaties, zal, indien de relevante betaling geen bedrag is dat een geheel veelvoud is van de kleinste eenheid van de relevante munteenheid waarin de betaling moet worden gedaan, een dergelijke betaling naar beneden worden afgerond tot de dichtstbijzijnde eenheid.
(g) Geen Werkdag
Indien een betaaldatum met betrekking tot de Nieuwe Obligaties geen Werkdag is, zal de houder geen recht hebben op betaling tot op de eerstvolgende Werkdag, tenzij deze daardoor in de volgende kalendermaand zou vallen, in welk geval deze zal worden vervroegd tot de onmiddellijk voorafgaande Werkdag, noch recht hebben op enige interest of ander bedrag met betrekking tot dergelijke uitgestelde of vervroegde betaling. Voor doeleinden van de berekening van het
interestbedrag dat dan op de Nieuwe Obligaties betaalbaar is, zal de Interestbetaaldatum niet worden gewijzigd.
7. WANPRESTATIES
Indien één of meerdere van de volgende gebeurtenissen (elk, een “Wanprestatie”) zich voordoet en voortduurt, kan een Nieuwe Obligatie, door middel van een door de Houder van Nieuwe Obligaties gegeven schriftelijke kennisgeving aan de Vennootschap op haar maatschappelijke zetel met kopie aan de Agent op zijn gespecificeerd adres, onmiddellijk opeisbaar en terugbetaalbaar worden verklaard tegen de Nominale Waarde samen met (eventuele) vervallen interesten tot de datum van betaling, zonder dat verdere formaliteiten nodig zijn:
(a) Niet-betaling: de Vennootschap laat na de verschuldigde hoofdsom of interest met betrekking tot één van de Nieuwe Obligaties (in geval van een Houder van Nieuwe Obligaties die houder is van één of meer Nieuwe Obligaties) te betalen gedurende een periode van vijf (5) Werkdagen; of
(b) Inbreuk op andere verbintenissen, overeenkomsten of verplichtingen: de Vennootschap verzuimt om één of meer andere verbintenissen, overeenkomsten of verplichtingen in het Prospectus na te leven of uit te voeren, en dergelijke wanprestatie wordt niet rechtgezet binnen vijftien (15) Werkdagen na de datum waarop een kennisgeving van dergelijke wanprestatie werd gegeven aan de Vennootschap door een Houder van Nieuwe Obligaties; of
(c) Wanprestatie met betrekking tot andere schulden: enige andere huidige of toekomstige schuld van de Vennootschap met betrekking tot geleende bedragen wordt niet betaald op de betrokken betaaldatum of, desgevallend, na het verstrijken van enige toepasselijke of toegestane termijn van respijt of uitstel, op voorwaarde dat het bedrag van de relevante schulden waarnaar wordt verwezen in één of meer van de bovenstaande gebeurtenissen in deze paragraaf (c), in totaal gelijk of hoger is dan EUR 20.000.000 of het equivalent daarvan; of
(d) Insolventie: de Vennootschap is door een rechtbank insolvent of failliet verklaard of heeft een procedure ingeleid met het oog op een faillissement of de opening van een insolventieprocedure of de Vennootschap is niet in staat om haar schulden te betalen wanneer deze verschuldigd zijn, staakt of schort de betaling van alle of een wezenlijk deel (of van een bepaald type) van haar schulden op of kondigt de intentie aan om de betaling te staken of op te schorten of begint onderhandelingen met betrekking tot de algemene overdracht of de herschikking of aanpassing van al haar schulden met of ten behoeve van de betrokken schuldeisers van dergelijke schuld, of er wordt een algemeen uitstel van betaling van kracht met betrekking tot alle of een deel van (of een bepaald type van) de schulden van de Vennootschap; of
(e) Vereffening: een definitief vonnis of arrest wordt xxxxxx of een besluit wordt van kracht met betrekking tot de vereffening of ontbinding van de Vennootschap; of
(f) Reorganisatie: de Vennootschap gaat over tot overdracht van alle of nagenoeg al haar activa of gaat over tot stopzetting van alle of nagenoeg al haar activiteiten, behalve:
i. onder voorwaarden goedgekeurd door de algemene vergadering van Houders van Nieuwe Obligaties; of
ii. ingevolge een overdracht van haar activa of haar activiteiten aan een persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks door de Vennootschap wordt gecontroleerd (waarbij “controle” de betekenis heeft die eraan wordt toegekend in artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen) en dergelijke persoon de Nieuwe Emittent wordt krachtens Voorwaarde 11 (zonder inachtneming van het 75% eigendomsvereiste zoals daarin bepaald en met dien verstande dat (x) in geval van een overdracht aan verschillende overnemers, de overnemer die het grootste deel van de overgedragen activa of activiteiten overneemt, de Nieuwe Emittent wordt en verder dat (y) indien de Nieuwe Emittent minder dan 50% van de totale activa of activiteiten van de Vennootschap (berekend voorafgaand aan dergelijke reorganisatie) verwerft, overnemers die in totaal (samen met de Nieuwe Emittent) ten minste 75% van de totale activa of activiteiten van de Vennootschap (berekend voorafgaand aan dergelijke reorganisatie) overnemen, ieder op niet-hoofdelijke basis de verplichtingen van de Nieuwe Emittent onder de Nieuwe Obligaties zal waarborgen); of
iii. voor doeleinden van of krachtens enige andere vorm van reorganisatie of herstructurering terwijl zij solvabel is (anders dan deze uiteengezet onder ii hierboven) die de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties niet ongunstig beïnvloeden; of
(g) Stopzetting van de notering: de schrapping of weglating van de verhandeling van de Nieuwe Obligaties op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels gedurende 15 opeenvolgende Werkdagen ingevolge een tekortkoming van de Vennootschap, behalve als de Vennootschap een effectieve notering van de Nieuwe Obligaties verkrijgt op een andere gereglementeerde markt in de Europese Economische Ruimte uiterlijk op de dag van afloop van deze periode.
8. VERJARING
Vorderingen tegen de Vennootschap voor betaling met betrekking tot de Nieuwe Obligaties zullen, in geval van hoofdsom van de Nieuwe Obligaties, verjaren en nietig worden na verloop van tien (10) jaar vanaf de vastgestelde terugbetalingsdatum, of, in geval van interest met betrekking tot Nieuwe Obligaties, na verloop van vijf (5) jaar vanaf de betrokken vervaldag.
Vorderingen met betrekking tot enige andere betaalbare bedragen met betrekking tot de Nieuwe Obligaties zullen verjaren en nietig worden na verloop van tien (10) jaar volgend op de datum waarop dergelijke betaling verschuldigd wordt.
9. ALGEMENE VERGADERING VAN DE HOUDERS VAN NIEUWE OBLIGATIES EN WIJZIGING
(a) Algemene vergadering van de Houders van Nieuwe Obligaties
Vergaderingen van de Houders van Nieuwe Obligaties kunnen worden bijeengeroepen om aangelegenheden te bespreken met betrekking tot de Nieuwe Obligaties, waaronder de wijziging van sommige bepalingen van deze Voorwaarden, overeenkomstig artikel 568 en volgende van het Wetboek van vennootschappen. De aangelegenheden waarvoor het Wetboek van vennootschappen bepaalt dat de algemene vergadering van obligatiehouders bevoegd is, zijn de
aanvaarding, wijziging of opheffing van zekerheden, verlenging van de rentetermijnen, verlaging van de rentevoet of andere wijziging met betrekking tot de betaling van de rente, de verlenging, schorsing of wijziging van de voorwaarden van de aflossing, de vervanging van de schuldvorderingen van de obligatiehouders door aandelen, het beslissen over bewarende maatregelen die in het gemeenschappelijk belang moeten worden genomen, en de aanstelling van een gemeenschappelijke vertegenwoordiger van de Houders van Nieuwe Obligaties.
Een vergadering van de Houders van Nieuwe Obligaties kan worden bijeengeroepen door de raad van bestuur of door de commissaris van de Vennootschap. De raad van bestuur van de Vennootschap moet een vergadering van de Houders van Nieuwe Obligaties bijeenroepen op verzoek van de Houders van Nieuwe Obligaties die ten minste één vijfde van de uitstaande Nieuwe Obligaties houden. Oproepingen zullen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en in kranten overeenkomstig de regels uiteengezet in het Wetboek van vennootschappen.
De algemene vergadering van de Houders van Nieuwe Obligaties zal het recht hebben om de bevoegdheden uit te oefenen die worden uiteengezet in artikel 568 van het Wetboek van vennootschappen en anderszins bepalingen van deze Bepalingen en Voorwaarden te wijzigen of daaraan te verzaken, telkens overeenkomstig de quorum- en meerderheidsvereisten uiteengezet in het Wetboek van vennootschappen, en, indien Houders van Nieuwe Obligaties die stemmen ten gunste van het betreffende besluit minder dan één derde vertegenwoordigen van de uitstaande Nieuwe Obligaties, mits homologatie van dergelijk besluit door het hof van beroep te Gent.
Besluiten die geldig werden genomen overeenkomstig deze bepalingen zullen alle Houders van Nieuwe Obligaties binden, ongeacht of zij aanwezig waren op de algemene vergadering en of zij voor dergelijk besluit hebben gestemd.
Een schriftelijk besluit ondertekend door of namens alle Houders van Nieuwe Obligaties zal voor alle doeleinden even geldig en doeltreffend zijn als een besluit dat werd genomen op een geldig bijeengeroepen en gehouden algemene vergadering van de Houders van Nieuwe Obligaties. Dergelijk schriftelijk besluit mag vervat zijn in een document of in verschillende documenten in dezelfde vorm, elk ondertekend door of namens één of meerdere Houders van Nieuwe Obligaties.
(b) Wijziging
De Agent en de Vennootschap kunnen, zonder de instemming van de Houders van Nieuwe Obligaties, akkoord gaan met (i) wijzigingen aan de bepalingen van de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) of enige overeenkomst die deze laatste aanvult die de belangen van de Houders van Nieuwe Obligaties niet wezenlijk schaden, of (ii) wijzigingen aan de Nieuwe Obligaties, de Bepalingen en Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties, of de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) die van formele of technische aard zijn en worden aangebracht om een manifeste vergissing te verbeteren of om dwingende wettelijke bepalingen na te leven.
Elke dergelijke wijziging is bindend voor alle Houders van Nieuwe Obligaties en elke dergelijke wijziging zal aan de Houders van Nieuwe Obligaties zo snel mogelijk ter kennis worden gebracht overeenkomstig Voorwaarde 12.
10. BIJKOMENDE UITGIFTEN
Mits toepassing van Voorwaarde 3 mag de Vennootschap van tijd tot tijd zonder de instemming van de Houders van Nieuwe Obligaties bijkomende effecten creëren en uitgeven die dezelfde bepalingen en voorwaarden hebben als de uitstaande Nieuwe Obligaties of die dezelfde bepalingen en voorwaarden hebben met uitzondering van de eerstvolgende betaling van de interest zodat dergelijke verdere uitgifte zal worden geconsolideerd en één enkele serie zal vormen met de uitstaande Nieuwe Obligaties of tegen de voorwaarden met betrekking tot interest, premie, terugbetaling of andere voorwaarden die de Vennootschap kan bepalen op het ogenblik van hun uitgifte. In dat geval zullen de Houders van Nieuwe Obligaties die Nieuwe Obligaties houden van dezelfde serie één vergadering van Houders van Nieuwe Obligaties vormen.
11. SUBSTITUTIE
De Vennootschap zal het recht hebben om te allen tijde via overdracht elke andere vennootschap (de “Nieuwe Emittent”) in haar plaats te stellen als emittent en met betrekking tot alle verbintenissen onder de Nieuwe Obligaties, voor zover aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
(a) de Nieuwe Emittent neemt uitdrukkelijk alle verbintenissen over aangegaan door de Vennootschap en voortvloeiend uit de betreffende Nieuwe Obligaties;
(b) de Nieuwe Emittent is een in België gevestigde vennootschap die, rechtstreeks of onrechtstreeks, wordt gecontroleerd door, controle uitoefent over of onder de gezamenlijke controle met de Vennootschap valt (voor doeleinden van deze Voorwaarde 11, betekent “controle” dat de persoon die controle uitoefent rechtstreeks of onrechtstreeks in het bezit is van ten minste 75% van de stemrechten van de persoon waarover controle wordt uitgeoefend);
(c) de Nieuwe Emittent verkrijgt vooraf alle nodige vergunningen in België om naar de bank belast met de financiële dienst van de betreffende Nieuwe Obligaties de bedragen in euro over te dragen die nodig zijn om de terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de interesten met betrekking tot de betreffende Nieuwe Obligaties te voldoen; en
(d) de Vennootschap waarborgt onvoorwaardelijk en onherroepelijk de verbintenissen van de Nieuwe Emittent.
Bij dergelijke vervanging blijven de Bepalingen en Voorwaarden van de betrokken Nieuwe Obligaties ongewijzigd en de Nieuwe Emittent zal door dergelijke Bepalingen en Voorwaarden gebonden zijn alsof zij de initiële emittent van de betreffende Nieuwe Obligaties was. Bij dergelijke vervanging zullen de rechten en verplichtingen van de Vennootschap die worden beschreven in de Overeenkomst van Financiële Dienstverlening (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) integraal worden overgedragen naar de Nieuwe Emittent. De
Houders van Nieuwe Obligaties zullen op de hoogte worden gesteld van elke vervanging van de Vennootschap overeenkomstig de bepalingen van Voorwaarde 12.
12. KENNISGEVINGEN
Kennisgevingen aan de Houders van Nieuwe Obligaties zullen geldig zijn indien:
(a) afgeleverd door of namens de Vennootschap aan het X/N-Systeem voor mededeling aan de deelnemers aan het X/N-Systeem; en
(b) bekendgemaakt op de website van de Vennootschap (xxx.xxxxxxx.xxx); en
(c) zo lang de Nieuwe Obligaties worden toegelaten tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels en de regels van die beurs dit vereisen, ofwel bekendgemaakt (i) in een krant met verspreiding in België of (ii) op de website van NYSE Euronext Brussels (xxx.xxxxx.xx).
Dergelijk bericht zal worden geacht te zijn gegeven op de laatste datum van (i) zeven dagen na de aflevering ervan aan het X/N-Systeem en (ii) de bekendmaking op de website van de Vennootschap.
De Vennootschap zal er verder voor zorgen dat alle berichten op een geldige wijze worden bekendgemaakt op een wijze die overeenstemt met de regels en reglementen van NYSE Euronext Brussels en elke andere gereglementeerde markt van de Europese Economische Ruimte waarop de Nieuwe Obligaties zijn genoteerd. Dergelijk bericht zal worden geacht te zijn gegeven op de datum van deze bekendmaking of, indien dit bericht moet worden bekendgemaakt in meer dan één krant of op meer dan één wijze, op de datum van de eerste bekendmaking in alle vereiste kranten of op elke vereiste wijze.
Bovenop de hiervoor vermelde mededelingen en bekendmakingen zal, met betrekking tot oproepingen voor een vergadering van de Houders van Nieuwe Obligaties, elke oproeping voor dergelijke vergadering worden gedaan overeenkomstig artikel 570 van het Wetboek van vennootschappen (zie ook Voorwaarde 9(a)).
13. TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANKEN
(a) Toepasselijk recht
De Nieuwe Obligaties en alle niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit of verband houden met de Nieuwe Obligaties worden beheerst door en geïnterpreteerd overeenkomstig het Belgisch recht.
(b) Bevoegde rechtbanken
De rechtbanken van Brussel, België, zijn exclusief bevoegd om kennis te nemen van alle geschillen die kunnen voortvloeien uit of verband houden met de Nieuwe Obligaties en dienovereenkomstig dienen alle rechtsvorderingen of procedures tussen een Houder van Nieuwe Obligaties en de Vennootschap die voortvloeien uit of verband houden met de Overeenkomst van
Financiële Dienstverlening (Paying, Domiciliary and Calculation Agency Agreement) of de Nieuwe Obligaties voor deze rechtbanken te worden ingeleid.
III. CLEARING
De Nieuwe Obligaties zullen worden aanvaard voor clearing (vereffening) via het X/N-Systeem onder het ISIN nummer BE0002206721 en Common Code 097392013 en zullen bijgevolg onderworpen zijn aan de X/N-Systeem Regelgeving.
Het aantal Nieuwe Obligaties in omloop op gelijk welk ogenblik zal worden ingeschreven in het register van effecten op naam van de Vennootschap in de naam van de NBB.
Toegang tot het X/N-Systeem kan worden verkregen via de deelnemers aan het X/N-Systeem die, op basis van hun lidmaatschap, effecten zoals de Nieuwe Obligaties kunnen aanhouden.
Tot de deelnemers aan het X/N-Systeem behoren bepaalde banken, beursvennootschappen, Euroclear en Clearstream, Luxembourg. Dienovereenkomstig komen de Nieuwe Obligaties in aanmerking om te worden vereffend, en bijgevolg aanvaard, door Euroclear en Clearstream, Luxembourg en kunnen beleggers hun Nieuwe Obligaties houden op een effectenrekening bij Euroclear en Clearstream, Luxembourg.
De overdracht van de Nieuwe Obligaties zal tussen de deelnemers aan het X/N-Systeem worden uitgevoerd overeenkomstig de regels en operationele procedures van het X/N-Systeem. Overdrachten tussen beleggers zullen gebeuren overeenkomstig de respectievelijke regels en operationele procedures van de deelnemers aan het X/N-Systeem via dewelke zij hun Nieuwe Obligaties houden.
De Agent zal de verplichtingen van de domiciliëringsagent uiteengezet in de Clearingovereenkomst, uitvoeren. De Vennootschap en de Agent zijn niet verantwoordelijk voor de nakoming door het X/N-Systeem of door de deelnemers aan het X/N-Systeem van hun verplichtingen onder hun respectieve regels en operationele procedures.
IV. BESCHRIJVING VAN DE VENNOOTSCHAP
1. OVERZICHT
Bekaert (xxx.xxxxxxx.xxx) is een wereldwijde technologische en marktleider in staaldraadtransformatie en deklagen. Bekaert (NYSE Euronext Brussels: BEKB) is een globale onderneming met hoofdzetel in België en stelt wereldwijd ongeveer 27.000 medewerkers tewerk. Met een dienstverlening aan klanten in 120 landen, streeft Bekaert duurzame rendabele groei na in al haar activiteiten en realiseerde een gezamenlijke omzet van EUR 4,4 miljard in 2012. Bekaerts kerncompetenties zijn het transformeren van staaldraad en het toepassen van deklaagtechnologieën. De combinatie van deze competenties maakt Bekaert uniek. Als belangrijkste aankoper in de wereld, wordt jaarlijks meer dan 2,7 miljoen ton walsdraad aangekocht, de primaire grondstof. Naargelang de behoeften van haar klanten, worden hiervan draden getrokken van verschillende sterktes en diameters, zelfs tot ultrafijne vezels van 1 micron. Draden worden gegroepeerd tot koord, geweven of gebreid tot weefsel, of verwerkt tot een eindproduct. Afhankelijk van de toepassing, brengt Bekaert er hoogtechnologische deklagen op aan die wrijving verminderen, corrosiebestendigheid verbeteren of weerstand tegen slijtage verhogen. Het voortouw nemen in technologische innovatie is één van de belangrijkste pijlers van Bekaerts strategie.
Bekaerts langetermijnstrategie is gericht op duurzame rendabele groei. In het nastreven van deze bedrijfsstrategie, versterkt Bekaert voortdurend haar succesfactoren: wereldwijd marktleiderschap, technologisch leiderschap en operationele uitmuntendheid. In het voorbije decennium werd de aanwezigheid in snelgroeiende markten versterkt en in 2012 genereerde en realiseerde Bekaert 70% van haar gezamenlijke omzet in groeimarkten, tegenover 30% in Westerse, ontwikkelde markten.
Klanten in meer dan 120 landen en uit uiteenlopende sectoren kiezen voor Bekaert. Ze zijn overtuigd van de door Bekaert aangeboden brede waaier aan hoogtechnologische producten, systemen en diensten. Bekaert concentreert zich op tussenproducten maar houdt ook een vinger aan de pols bij de eindgebruikers. Door te anticiperen op de behoeften van de industriële klanten, biedt de Vennootschap hen een voordeel die hen voorsprong geeft op hun markten. De essentie van Bekaert ligt in de allianties die zij vormt met haar klanten. Bekaert helpt hen om een leiderspositie in hun markten te bereiken. De lokale diensten, dicht bij de klanten, worden ondersteund door de globale aanwezigheid van de Vennootschap in de wereld.
Zowel in tijden van wereldwijde groeimodus zoals in het laatste decennium, als in tijden van herstructurering zoals in 2012, evalueert Bekaert voortdurend haar operationele, technologische en organisatorische opstelling. De Vennootschap blijft verhoogde aandacht schenken aan de efficiëntie van haar organisatie en aan het integreren van haar bedrijfsfilosofie in de recent ontwikkelde bedrijfsproductieplatformen. Het is cruciaal dat alle Bekaert medewerkers blijven samenwerken volgens de better together spirit en zo topprestaties leveren, met tevreden klanten als resultaat.
In nauwe samenwerking met partners en klanten, doet Bekaert aan onderzoek en ontwikkeling in zowel het Bekaert technologiecentrum in Deerlijk (België) als in het Bekaert Azië R&D Center in Jiangyin (China). Bekaert investeert vooral in producten met een hoge toegevoegde waarde, maar ook in processen die de operationele uitmuntendheid verder verhogen. Innovatie is een belangrijke groeimotor voor de Vennootschap.
Eén van de elementen die Bekaert onderscheidt van de concurrentie is het feit dat de Vennootschap een eigen engineering afdeling heeft op globaal niveau die volledige fabrieksplannen en productielijnen ontwerpt en ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de R&D centra en met de productie-eenheden. Bekaerts globale strategie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (corporate social responsibility, “CSR”)) is gebaseerd op vier hoofdpijlers, namelijk, Bekaerts verantwoordelijkheid op de werkplek, op de markt, tegenover het milieu en tegenover de maatschappij. Bekaerts CSR-inspanningen en -activiteiten zijn daarom op zodanige wijze ingericht dat een evenwichtige afweging wordt gemaakt tussen de belangen van alle stakeholders: medewerkers, klanten, aandeelhouders, partners, lokale overheden en de gemeenschappen waarin Bekaert actief is.
Bekaerts CSR rapporten van 2011 en 2012 zijn gebaseerd op de GRI G3 Richtlijnen met betrekking tot het GRI duurzaamheidsverslaggevingskader (GRI Sustainability Reporting Framework). Global Reporting Initiative (GRI) is een non-profitorganisatie die economische duurzaamheid bevordert. Andere CSR gerelateerde certificaten en referenties die geldig zijn voor de rapporteringsjaren 2011-2012 hebben betrekking op Vigeo, Ethibel Excellence Index en Kempen SRI.
Veiligheid is altijd een belangrijke aangelegenheid geweest binnen Bekaert: het is ingebed in de lange traditie van operationele uitmuntendheid van de Vennootschap. Een gezonde en veilige werkomgeving is heel belangrijk. Scherpe en duidelijk afgelijnde globale doelen zullen helpen om de impact op het milieu te verminderen – via procesinnovatie, productontwikkeling en infrastructuur – en om de steun aan de lokale gemeenschap te stroomlijnen.
“Better together” voor een schonere wereld is één van Bekaerts ambities: we streven er voortdurend naar om minder materialen te gebruiken, ons energieverbruik te reduceren en afval te verminderen. Bekaerts zorg voor het milieu is drieledig:
Ten eerste ontwikkelen we nieuwe, eco-vriendelijke productieprocessen voor onze fabrieken over de hele wereld. In 2012 hebben we in niet minder dan 90% van onze fabrieken audits uitgevoerd om de implementatie na te gaan van onze interne procedures ter voorkoming van bodem- en grondwaterverontreiniging. We hebben actieplannen opgesteld om proactieve maatregelen te nemen en om de aandacht voor het milieu hoog te houden. We hebben verder gewerkt aan ons ‘New Environmental Technologies’ project dat gelanceerd werd in 2011, om onze kennis en expertise in milieutechnologieën op te bouwen en zo onze fabrieken wereldwijd milieuvriendelijker te maken. Enkele voorbeelden omvatten de hogere recuperatie van chemicaliën door verbetering van de schrobbers, de behandeling van afvalzepen en de verbeteringsprojecten om afval van koper en zink uit te sluiten. In 2012 was 90% van onze geconsolideerde fabrieken wereldwijd ISO 14001 gecertifieerd. De volledige certificatie van Bekaert over de hele wereld blijft een voortdurende doelstelling en is een element in het integratieproces van nieuw verworven entiteiten en van vennootschappen die toegevoegd werden aan de consolidatiekring.
Ten tweede investeert Bekaert in productinnovaties die procesverbeteringen op de productiesites van onze klanten toelaten. Speciale deklagen op draad, bijvoorbeeld, kunnen bepaalde processtappen bij onze klanten uitschakelen, waardoor zowel de impact op het milieu als de productiekost vermindert.
Ten derde ontwikkelt Bekaert ook producten die bijdragen tot een beter milieu. Een paar voorbeelden: we vervaardigen staaldraad met ultrahoge treksterkte die beantwoordt aan de nood aan lichtere materialen voor auto’s, roestvrije wigvormige profieldraden voor filtratiesystemen van
olie en water, kabelbewapeningsoplossingen voor de distributie van groene energie en substituten voor deklagen met solventen.
2. OPRICHTING
Bekaert werd opgericht als een personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid op 19 oktober 1935 en werd omgezet in een naamloze vennootschap naar Belgisch recht op 25 april 1969. Ze heeft een onbepaalde duur.
Bekaert heeft haar maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx en haar ondernemingsnummer is 0405.388.536 RPR Kortrijk. Haar telefoonnummer is x00 00 00 00 00.
3. COMMISSARIS
De commissaris van Bekaert (de “Commissaris”) is Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxx 0x, 0000 Xxxxxx, Xxxxxx, vertegenwoordigd voor het uitvoeren van haar opdracht door Xxxx Xxxxxxx. De Commissaris werd herbenoemd op de gewone algemene vergadering van 8 mei 2013 voor een termijn van drie (3) jaar. Zijn mandaat eindigt op de gewone algemene vergadering van aandeelhouders in 2016.
Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA is lid van het Belgisch Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
De geconsolideerde jaarrekeningen voor de boekjaren die eindigden op 31 december 2012 en 31 december 2011 werden gecontroleerd en goedgekeurd zonder enig voorbehoud door Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA.
4. GESCHIEDENIS EN ONTWIKKELING VAN BEKAERT
Xxx Xxxxxxx Xxxxxxx startte in 1880 met de productie van prikkeldraad, als antwoord op de vraag naar afrasteringsmateriaal. Het productgamma werd geleidelijk aan uitgebreid en vandaag is Bekaert een multinational met hoofdzetel in België.
De onderneming produceert en commercialiseert een brede waaier van producten gebaseerd op haar twee kerncompetenties: geavanceerde staaldraadtransformatie en deklagen.
Bekaert stak voor het eerst de Belgische grens over in de vroege jaren ‘20 door een participatie te nemen in een Franse onderneming. Doordat het hoge marktpotentieel in Latijns-Amerika in overweging werd genomen startte de internationalisering daar vanaf 1950. De sterke groei vereiste bijkomend kapitaal en Bekaert werd voor het eerst beursgenoteerd in 1972. Dit maakte bijkomende groei in Noord-Amerika in de jaren ‘70 mogelijk. Bekaert lanceerde nieuwe producten zoals metaalvezels en startte hoogtechnologische processen voor deklagen. In 1993 startte Bekaert haar eerste productie investering in de Chinese markt en investeerde daar later aanzienlijk, hetgeen leidde tot een leiderspositie in verschillende markten. Terwijl de Vennootschap haar langdurige positie in ontwikkelde markten verdedigt, blijft Bekaert voortdurend haar wereldwijd marktleiderschap opbouwen en versterken door optimaal de groeiopportuniteiten te benutten in snelgroeiende markten.
De laatste jaren werd een doorbraak gerealiseerd in Latijns-Amerika, Azië en Centraal- en Oost- Europa. Sinds 2005 vertegenwoordigen groeilanden een groter aandeel in Bekaerts gezamenlijke omzet dan de ontwikkelde markten. In 2012 realiseerde Bekaert bovendien 70% van haar
gezamenlijke omzet in de snelgroeiende landen. De Pacifisch-Aziatische markt (23%) vertegenwoordigt ongeveer hetzelfde aandeel in Bekaerts gezamenlijke omzet als de EMEA markt (24%). Noord-Amerika telt voor 15% en de Latijns-Amerikaanse markt (38%) blijft de grootste.
Typerend voor Bekaert is dat het een echt globale onderneming is: omzet gegenereerd in de bovengenoemde regio’s werd ook effectief geproduceerd in deze regio’s. Bekaert investeert daar waar markten zich ontwikkelen, met andere woorden: waar haar klanten zijn en groeien. Bijgevolg kan Bekaert tijdige en marktspecifieke diensten leveren, dicht bij haar klanten; kan ze haar logistieke stromen zo kort mogelijk houden; en kan ze wisselkoersrisico’s met betrekking tot transacties in grote mate vermijden.
5. INVESTERINGEN
In het voorbije decennium heeft Bekaert haar investeringsprogramma geleidelijk verhoogd, in lijn met de snelle expansie in de groeimarkten. Zowel in tijden van snelle groei als bij een diepe crisis of zwaar getroffen marktomstandigheden, past de Vennootschap haar kapitaaluitgaven aan in lijn met de best mogelijke verwachtingen bij het bepalen van de investeringsbehoeften.
De kapitaaluitgaven bedragen in 2012 EUR 127 miljoen, waarvan EUR 123 miljoen in materiële vaste activa. Productie-uitbreidingen en door innovatie gedreven investeringen vonden plaats in onder andere Slovakije, Rusland, België, China en Peru. Bekaert schat dat haar kapitaaluitgaven voor materiële vaste activa in 2013 tussen EUR 130 miljoen en EUR 150 miljoen zullen liggen, waarvan ongeveer EUR 80 miljoen voor onderhoudsinvesteringen en ongeveer EUR 60 miljoen voor uitbreidingsinvestering (in het eerste semester van 2013 werd reeds voor EUR 32,2 miljoen vaste activa aangekocht). Deze investeringen zullen worden gefinancierd door de kasstromen van Bekaerts huidige activiteiten.
De ineenstorting van de zaagdraadmarkt die begon op het einde van de eerste helft van 2011 heeft de Vennootschap zwaar getroffen en heeft de winstgevendheid van een voorheen uitzonderlijk succesvol bedrijfsonderdeel in een mum van tijd uitgewist. Bekaert heeft drastische maatregelen genomen om haar betrokken productie- en technologieplatformen aan de nieuwe bedrijfsrealiteit aan te passen. De toekomstperspectieven en het belang van dit bedrijfsonderdeel zijn nu beperkt geworden binnen de overkoepelende strategie van Bekaert. Deze bedrijfsevaluatie wordt volledig weerspiegeld in de drastische inkrimping van zowel tewerkstelling als productiecapaciteit en ook in de respectievelijke éénmalige kosten in de jaarrekening van 2012. Dit omvatte onder meer de respectievelijke bijzondere waardeverminderingen van zaagdraaduitrusting.
6. OVERNAMES EN DESINVESTERINGEN
Begin 2012 kondigden Bekaert en haar Chileense partners de succesvolle afronding aan van hun aandelentransactie waardoor Bekaert hoofdaandeelhouder (52%) werd in het partnerschap met activiteiten in Chili, Peru en Canada. Als gevolg daarvan neemt Bekaert de resultaten van alle respectievelijke entiteiten sedert begin 2012 op in de geconsolideerde jaarrekening van Bekaert. Ter ondersteuning van het groeiend belang van de regio in de strategie en resultaten van Bekaert, heeft Bekaert in 2012 een regionaal management kantoor geopend in Xxxxxx, Xxxxxxxx.
Xxxxxxx xxx xx Xxxxxxx Xxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxx (xxxxxxxxx Xxxxxxxx) over van Hankuk Steel Wire Co., Ltd (Zuid-Korea) in september 2011 voor een ondernemingswaarde van
ongeveer CNY 270 miljoen. De activiteiten werden in de loop van 2012 volledig geïntegreerd in het productieplatform van Bekaert China. Bekaert (Qingdao) Wire Products Co., Ltd produceert een breed gamma van draden en kabels voor de bouw- en mijnbouwsector alsook de hijskranen- en papierindustrie.
In december 2011 kondigden Bekaert en Xinyu Iron & Steel Co., Ltd (Xinsteel) aan dat Bekaert 50% van de verendraad- en Aluclad-activiteiten van Xinsteel in Xinyu (provincie Jiangxi) had verworven. De transactie vertegenwoordigde een aankoopwaarde van ongeveer CNY 107 miljoen. De resultaten van de joint venture worden sinds 1 december 2011 opgenomen in Bekaerts financiële gegevens en worden gewaardeerd volgens de equity-methode. In 2012 werden de grondwerken voor de bouw van een nieuwe fabriek, Bekaert (Xinyu) New Materials Co., Ltd, opgestart. In het nieuwe gebouw zullen de verendraadactiviteiten ondergebracht worden, die vandaag verspreid zijn over twee afzonderlijke fabrieken.
Bekaert versterkte haar positie in Zuid-Oost Azië door het oprichten op 24 mei 2012 van een joint venture waarin Bekaert 55% van de aandelen bezit, samen met Southern Steel Berhad (SSB), een vooraanstaande Maleisische staalgroep. Bekaert Southern Wire Pte Ltd, met maatschappelijke zetel in Singapore, voorziet klanten in de Zuidoost-Aziatische markten van staaldraden en -kabels. SSB heeft haar belangen in de Maleisische draadactiviteiten in Xxxx Xxxx en Ipoh ingebracht, terwijl Bekaert de verzinkte draadactiviteiten in Karawang, Indonesië, aan de joint venture toevoegde. De transactie had een ondernemingswaarde van ongeveer EUR 47 miljoen. De jaarrekeningen van de joint venture zijn sedert 1 september 2012 opgenomen in Bekaerts geconsolideerde jaarrekening.
In 2011 verkocht Bekaert haar Specialty Films activiteiten aan Saint-Gobain Performance Plastics Corporation met hoofdzetel in Ohio (Verenigde Staten), een onderdeel van de Saint-Gobain Groep. De transactie werd afgerond op 30 september 2011.
In 2012 werden twee relatief kleine bedrijfsactiviteiten gedesinvesteerd: Bekaert verkocht haar kleinschalige Clean Enclosed Burner activiteiten aan Flare Industries LLC op 5 juli 2012. Bekaerts Industrial Coatings activiteiten werden begin 2012 verkocht aan Element Partners. De business van de roterende sputter installaties behelsde de onderhoudsactiviteiten in Spring Green (VS) alsook de productievestigingen in België en China.
Deze transacties zijn een bevestiging van Bekaerts strategische focus op activiteiten die gerelateerd zijn aan de technologische kerncompetenties van de Vennootschap, met name staaldraadtransformatie en gerelateerde deklagen.
7. BELANGRIJKSTE ACTIVITEITEN
Bekaerts activiteiten zijn opgebouwd rond twee kerncompetenties: geavanceerde staaldraadtransformatie en deklagen. De combinatie van deze twee competenties maakt Bekaert uniek.
De Vennootschap streeft naar een optimale synergie tussen haar twee kerncompetenties. Zo kunnen innovatieve deklagen specifieke eigenschappen meegeven aan draadproducten, zoals verminderde wrijving, verbeterde corrosiebestendigheid of verhoogde weerstand tegen slijtage. Bekaert investeert in belangrijke mate in onderzoek en ontwikkeling en onderscheidt zichzelf door klantgerichte innovatie, in nauwe samenwerking met een aantal van haar voornaamste klanten. Zowel in Bekaerts technologiecentra in België en China als in lokale ontwikkelingscentra zoeken internationale teams voortdurend naar een gebalanceerde productmix. Ze werken voor
specifieke domeinen vaak samen met gereputeerde externe onderzoekscentra en instituten, zoals het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology in Boston en de Chinese Tsinghua University in Peking. Door haar technologisch leiderschap kan Bekaert toegevoegde waarde bieden.
Niet enkel de geografische spreiding genereert duurzame groei. Ook de spreiding over zeven uiteenlopende sectoren beschermt Bekaert, in zeker mate, tegen conjunctuurschommelingen en wijzigingen in marktomstandigheden.
De kaart hieronder toont het omzetpercentage van elk van de vier regio’s EMEA, Zuid-Amerika, Noord-Amerika en Pacifisch Azië voor het boekjaar 2002 en de eerste helft van het boekjaar 2013, alsook een schatting van het aandeel van de omzet vertegenwoordigd door de verschillende industriële sectoren in die regio’s.
7.1. Automobielsector
In de automobielsector onderscheidt Bekaert zichzelf door op consistente wijze innovatieve en hoogkwalitatieve producten te ontwikkelen die zijn afgestemd op de behoeften van de klanten. Deze industrie is de grootste afnemer van Bekaert-producten en vertegenwoordigt 34% van de gezamenlijke omzet. Zowel de eerste uitrustingsmarkt (OEM) als de vervangingsmarkt zijn eindgebruikers van het productaanbod van de Vennootschap.
Bekaert levert producten ter versterking van rubber aan zo goed als alle bandenfabrikanten ter wereld. Staalkoord wordt gebruikt ter versterking van radiaalbanden. De nieuwe EU verordening inzake bandenlabels biedt zowel opportuniteiten als uitdagingen voor bandenfabrikanten. Bekaerts nieuwe generatie staalkoord voor banden, zoals de reeks met ultrahoge treksterkte, biedt een verhoogde sterkte. Dit laat onze klanten toe om banden met een lager gewicht en een lagere rolweerstand te produceren, waardoor het brandstofverbruik vermindert en de prestatieklasse van bandmodellen verbetert.
Bekaert voorziet haar klanten ook van gespecialiseerde draadproducten zoals voor ruitenwissers, veringen en dieselfiltratie.
7.2. Bouwsector
De bouwsector vertegenwoordigt 26% van Bekaerts omzet in 2012. De draad-, gaas- en innovatieve vezelproducten vinden hun toepassing in de bouw, in liften en branders, in afrastering en erosiebescherming, in wegen en bruggen, in architecturale oplossingen en in betonversterking.
In de bouwsector was Bekaert in staat om marktaandeel te winnen in de moeilijke economische omstandigheden sinds 2012, dankzij succesvolle productinnovatie. Dit was van toepassing op zowel innovatieve producten als op traditionele versterkingstoepassingen.
Bekaert heeft haar portfolio van Dramix® vezels voor betonversterking uitgebreid met nieuwe staalvezels. Het bestaande productportfolio werd omgedoopt tot de 3D reeks. De toevoeging van de nieuwe staalvezels in de 4D en 5D reeksen tilt betonversterking naar een hogere performantiestandaard: voorheen ongekende niveaus van verankering, treksterkte en buigzaamheid garanderen de best mogelijke oplossing voor een steeds bredere waaier aan toepassingen.
In Latijns-Amerika investeerde Bekaert in snij- en plooimachines om haar productaanbod voor de bouwsector verder uit te breiden.
7.3. Energie- en nutsvoorzieningensector
Of het nu gaat over onshore of offshore olieontginning, gaswinning, energietransport, zonne- energie of zelfs telecommunicatie, Bekaert producten dragen altijd significant bij tot duurzame, veiligere en kostenefficiëntere activiteiten. Deze sector vertegenwoordigt 13% van de gezamenlijke omzet in 2012.
De sector van groene energie groeide sterk en snel tot midden 2011, gedreven door een exponentiële groei in zonne-energie. De sector stortte echter ineen vanaf midden 2011 ten gevolge van de afbouw van fiscale stimulansprogramma’s in Europa en de enorme overcapaciteit die in een mum van tijd in de toeleveringsketen in Azië was opgebouwd. Bekaert was een belangrijke speler in deze sector als vooraanstaande zaagdraadproducent maar zag de winstgevendheid van een voorheen uitzonderlijk succesvol bedrijfsonderdeel in een mum van tijd uitgewist. Bekaert heeft drastische maatregelen genomen om haar betrokken productie- en technologieplatformen aan de nieuwe bedrijfsrealiteit aan te passen.
De sector blijft echter belangrijk met voortdurende innovaties in andere energie gerelateerde toepassingen zoals olie en gas, energietransmissie en telecommunicatie.
7.4. Machinebouwsector
De variëteit aan gespecialiseerde draadproducten voor onderdelen, die machinebouwers en operatoren gebruiken, was goed voor een gezamenlijke 8% van de omzet in 2012. Deze omvatten springveren en profieldraad, hydraulische filtermedia, kaardenoplossingen voor de textielsector, fijnkoord en slangendraad. De producten worden zowel in de machinebouw als in de machine-uitrusting zelf gebruikt.
7.5. Consumptiegoederensector
Consumptiegoederen maken samen 8% uit van Bekaerts omzet in 2012. De vele verschillende producten vinden hun weg in consumptieproducten zoals champagnekurkendraad, papierklemmen, vishaken, nietjes, spaken, enz. en in duurzame industriële toepassingen zoals kabels voor skiliften, inktjet patronen, hittebestendig textiel, enz.
7.6. Landbouwsector
Landbouw vertegenwoordigt 7% van Bekaerts omzet in 2012. De sector is een klant voor, onder andere, gespecialiseerde afrasteringsoplossingen, draad voor wijnbouw en spiraaldraad voor de veevoederindustrie.
Ook in deze sector blijft Bekaert innoveren om aan de veranderende behoeften te blijven voldoen – bijvoorbeeld om klanten te helpen te voldoen aan veranderende standaarden en regelgevingen. Bijvoorbeeld, een richtlijn van de Europese Raad uit 1999 verbiedt het gebruik van conventionele legbatterijen in de EU sinds 2012 en bepaalt de minimumoppervlakte en comforteisen voor batterijkippen in Europa. Bekaert was de voorkeursleverancier van talrijke Europese producenten van kooien voor pluimvee.
7.7. Grondstoffensector
5% van de omzet in 2012 was gerelateerd aan toeleveringen voor de productie of ontginning van grondstoffen: steenkool, metalen, glas, pulp en papier, chemicaliën en textiel. Voorbeelden zijn kabels en weefsel voor transportbanden voor diverse industrieën, filtermedia voor de productie van synthetische vezels en kabels voor mijnbouw.
Bekaerts staalkabelactiviteiten in Canada bijvoorbeeld hebben een toonaangevende technologie in een brede waaier van toepassingen, waaronder de kabels voor mijnbouw. Cushion Ultra™ kabels werden ontwikkeld voor de sleepgravers in de mijnbouw. Deze nieuwe met kunststof afgewerkte kabel verzekert een lange levensduur en minder onderhoud aan de uitrusting.
8. BELANGRIJKSTE MARKTEN
Een onderneming kan haar duurzame rendabele groei vergroten als ze leider is in de markten waarin ze actief is. Dat is de reden waarom Bekaert voortdurend haar positie als globale marktleider verdedigt – en waar mogelijk uitbreidt – door organische groei of door geselecteerde overnames. Joint ventures dragen ook sterk bij tot de groei in bepaalde markten (Brazilië, China). Bekaert is marktleider in staalkoordversterking van banden (één band op vier wereldwijd is versterkt met Bekaert bandenkoord), in rubber voor betonversterking, en in veel andere domeinen.
Bekaert heeft altijd geïnvesteerd in toekomstige groeimarkten, startend in de jaren ‘50 met de eerste joint venture in Latijns-Amerika en activiteit in China sinds het begin van de jaren ‘90. Dankzij een sterke aanwezigheid in de groeimarkten, slaagde Bekaert erin om dicht bij haar klanten te zijn en optimaal aan hun behoeften te voldoen. In deze markten stijgt de vraag naar producten die beantwoorden aan steeds hogere kwaliteitsstandaarden, een vraag waaraan Bekaert perfect kan voldoen met haar uitgebreide productportfolio. Terzelfdertijd laat de aanwezigheid in deze markten Bekaert toe om snel in te spelen op opportuniteiten die zich voordoen.
In de ontwikkelde markten van West-Europa en Noord-Amerika, willen Bekaerts klanten groei realiseren door middel van nieuwe producten en nieuwe functionaliteiten die beter, sterker en sneller zijn, die een langere levensduur hebben en minder grondstoffen bevatten. Bekaert – gefocust op marktgeoriënteerde innovatie – brainstormt met hen en ontwikkelt zowel nieuwe productiemethodes als innovatieve producten.
Onze nieuwe generatie staalkoord voor banden, zoals de reeks met ultrahoge treksterkte, biedt een verhoogde sterkte. Dit laat onze klanten toe om banden met een lager gewicht en een lagere rolweerstand te produceren, waardoor het brandstofverbruik vermindert en de prestatieklasse van bandenmodellen verbetert.
Bekaert, BASF en Voestalpine Plastics Solutions hebben hun mede-ontwikkeling van met staalkoord versterkt thermoplastisch composietmateriaal verdergezet. Dit hybride materiaal heeft veelbelovende toepassingen in de automobielsector aangezien het een sterke weerstand biedt bij aanrijdingen en het gewicht vermindert. Ze combineren een uitstekende energieabsorptie en structurele integriteit met minder complexiteit in het productieproces en een lagere kost. In de automobielsector worden deze botsingsbestendige onderdelen gebruikt in bumpers en carrosserie.
Bekaert heeft in 2012 geïnvesteerd in hoogwaardige uitrusting en verdere productinnovatie voor hoge precisie wigvormige profieldraden. Deze driehoekige staaldraden worden gebruikt om schermen en filters te produceren. Dankzij hun hoge precisietolerantie en mechanische stabiliteit kunnen deze complexe draden geïntegreerd worden in fijne filtratieprocessen voor olie en gas maar bijvoorbeeld ook voor drinkwater.
Zoals hoger beschreven werken klanten uit diverse sectoren samen met Bekaert. Aanwezig zijn in al deze sectoren vormt een troef, niet alleen voor Bekaert maar ook voor haar klanten.
Bekaert streeft ernaar om haar concurrentiële positie in haar markten te versterken, niet alleen door geografisch te groeien, maar ook door het productgamma te verbeteren door de concurrentierisico’s en de risico’s met betrekking tot mogelijke vervangingsproducten te evalueren. Technologisch leiderschap en voortdurende investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn de funderingen om een sterk concurrentiële positie te behouden.
De verklaringen met betrekking tot Bekaerts concurrentiële positie zijn gebaseerd op beschikbare marktstudies en op publiek beschikbare informatie.
9. INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE DOCHTERVENNOOTSCHAPPEN VAN DE VENNOOTSCHAP
De volgende tabel geeft een overzicht van de landen waarin dochtervennootschappen van de Vennootschap en/of entiteiten waarin Bekaert belangen heeft zijn gevestigd. Een volledige lijst van zulke dochtervennootschappen en/of zulke entiteiten kan men vinden in de sectie “Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening” van het Bekaert Jaarverslag 2012 onder Punt
7.8 op pagina 83 (Zie Sectie XIII van dit Prospectus).
Continent | Land | Productievestiging | Verkoopkantoor en |
Europa | België | 🗸 | andere 🗸 |
Denemarken | 🗸 | ||
Duitsland | 🗸 |
Continent | Land | Productievestiging | Verkoopkantoor en |
Finland | andere 🗸 | ||
Frankrijk | 🗸 | 🗸 | |
Ierland | 🗸 | ||
Italië | 🗸 | 🗸 | |
Luxemburg | 🗸 | ||
Nederland | 🗸 | 🗸 | |
Noorwegen | 🗸 | ||
Oostenrijk | 🗸 | ||
Polen | 🗸 | ||
Roemenië | 🗸 | ||
Rusland | 🗸 | 🗸 | |
Slovakije | 🗸 | ||
Spanje | 🗸 | 🗸 | |
Tsjechië | 🗸 | ||
Verenigd Koninkrijk | 🗸 | 🗸 | |
Zweden | 🗸 | ||
Zwitserland | 🗸 | ||
Noord-Amerika | Canada | 🗸 | 🗸 |
Verenigde Staten | 🗸 | 🗸 | |
Latijns Amerika | Argentinië | 🗸 | |
Brazilië | 🗸 | 🗸 | |
Chili | 🗸 | 🗸 | |
Colombia | 🗸 | ||
Curaçao | 🗸 | ||
Ecuador | 🗸 | 🗸 | |
Guatemala | 🗸 | ||
Mexico | 🗸 | ||
Panama | 🗸 | ||
Peru | 🗸 | 🗸 | |
Venezuela | 🗸 | 🗸 | |
Azië | China | 🗸 | 🗸 |
Hong Kong | 🗸 | ||
India | 🗸 | 🗸 | |
Indonesië | 🗸 | ||
Japan | 🗸 | 🗸 | |
Maleisië | 🗸 | ||
Singapore | 🗸 | 🗸 | |
Taiwan | 🗸 | ||
Turkije | 🗸 | 🗸 | |
Verenigde Arabische | 🗸 | ||
Emiraten Zuid-Korea | 🗸 | ||
Australië | Australië | 🗸 |
10. ORGANISATIESTRUCTUUR
Bekaert wil aanwezig zijn in alle markten waar haar klanten aanwezig zijn. Vandaag bedient de Vennootschap klanten in 120 landen wereldwijd en beschikt ze over een globaal verkoopnetwerk dat voortdurend wordt aangepast aan de wijzigingen in de markten. Bekaert wil haar industriële voetafdruk geografisch spreiden om zo een optimaal antwoord op de behoeften van haar klanten te kunnen garanderen.
De algemene organisatie van Bekaert werd in de loop van 2012 gewijzigd om zo goed mogelijk antwoord te bieden op toekomstige groeimogelijkheden en globale uitdagingen. De nieuwe structuur weerspiegelt een gebalanceerde verantwoordelijkheid voor regio’s, bedrijfsplatformen en globale ondersteunende functies. Het regionale management richt zich hoofdzakelijk op operationele efficiëntie en synergiën. De bedrijfsplatformen ontwikkelen onze business vanuit een algemeen perspectief over de regio’s heen en richten zich op de belangen van onze klanten en op toekomstige marktontwikkeling. Globale ondersteunende functies beheren functionele uitmuntendheid en compliance. Het Bekaert Group Executive werd hertekend in lijn met de nieuwe globale organisatiestructuur.
Bekaerts segmentrapportering gebeurt sedert 2009 op regiobasis. Om meer invulling te geven aan de aard van de activiteiten en van de markten geeft de Vennootschap tevens toelichting bij de producten, hun toepassingen en de sectoren waarin Bekaert actief is, zonder evenwel een segmentrapportering op basis van deze sectoren te publiceren. De Vennootschap is van mening dat de relevantie van de regionale segmentering voor wat betreft financiële informatie groter is dan de onderliggende producten- en sectoropsplitsing, gezien de verschillen in groeitrend, investeringsinspanningen, en de evolutie van de markten (voor dezelfde producten en sectoren in verschillende regio’s).
11. BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van Bekaert zijn aangegaan en die ertoe kunnen leiden dat een lid van de groep een verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor het vermogen van Bekaert om haar verplichtingen jegens houders van de uitgegeven effecten na te komen.
12. RECHTSZAKEN EN ARBITRAGE
Noch Bekaert noch één van haar dochtervennootschappen is, noch was, betrokken bij enige overheidsingreep, rechtszaak of arbitrage (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de Vennootschap, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande 12 maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de Bekaert en/of de Bekaert groep.
13. TENDENSEN EN RECENTE GEBEURTENISSEN – WIJZIGINGEN VAN BETEKENIS IN DE FINANCIËLE OF HANDELSPOSITIE VAN DE VENNOOTSCHAP
Hoofdpunten van de halfjaarresultaten 2013 (alle vergelijkingen worden gemaakt ten opzichte van de cijfers van de eerste helft van 2012)
Bekaert hield stabiele volumes en brutomarges aan in de eerste helft van 2013. Terwijl gedeprimeerde markten, concurrentiële prijsdruk en ongunstige wisselkoerseffecten zorgden voor
een omzetdaling met 7,5%, werd de impact ervan ongedaan gemaakt op het REBIT niveau, dit dankzij de herstructureringsmaatregelen van 2012 en de gerealiseerde kostenbesparingen.
Item | Eerste helft 2013 | Vergeleken met de eerste helft 2012 |
Geconsolideerde omzet | EUR 1,65 miljard | -7,5% |
Gezamenlijke omzet | EUR 2,14 miljard | -5,1% |
Item | Eerste helft 2013 | Eerste helft 2012 |
Xxxxx op omzet | EUR 249 miljoen (15,1% marge) | EUR 268 miljoen (15,0% marge) |
REBIT | EUR 91 miljoen(5,5% marge) | EUR 85 miljoen (4,8% marge) |
Eenmalige opbrengsten en kosten | EUR -2,3 miljoen | EUR -80,9 miljoen |
EBIT | EUR 89 miljoen (5,4% marge) | EUR 4 miljoen (0,2% marge) |
EBITDA | EUR 172 miljoen (10,4% marge) | EUR 160 miljoen (9,0% marge) |
EPS | EUR 0,45 | EUR -1,35 |
Nettoschuld | EUR 770 miljoen (op 26 juni 2013) | EUR 866 miljoen |
Vooruitzichten
Bekaert verwacht dat het gebrek aan consistente indicaties van een globale economische heropleving en de gebruikelijke seizoenseffecten in de tweede jaarhelft zullen wegen op de winstgevendheid. De onstabiele economische omgeving en de toenemende concurrentie in Azië kunnen bovendien leiden tot hernieuwde prijsdruk en leggen voorzichtigheid op met betrekking tot de vooruitzichten voor de middellange termijn. Om de gewenste rentabiliteit van de Groep te herstellen neemt Bekaert alle nodige maatregelen om haar ongewijzigde strategische ambities voor duurzame rendabele groei te vrijwaren. Om op de meest doeltreffende manier te beantwoorden aan wereldwijde uitdagingen en toekomstige groeikansen, heeft Bekaert haar algemene organisatiestructuur gewijzigd en een kostenreductieprogramma doorgevoerd. De implementatie van de kostenbesparingen verloopt volgens schema en Bekaert verwacht dat deze de rentabiliteit zullen blijven ondersteunen. Bekaert is vastberaden om dankzij haar globale geografische aanwezigheid en brede productportefeuille, technologische en marktleider te blijven ten dienste van haar klanten en alle andere stakeholders wereldwijd.
Financieel Overzicht
Resultaten
Bekaert boekte een bedrijfsresultaat vóór eenmalige opbrengsten en kosten (REBIT) van EUR 91,0 miljoen, een stijging van 7,4% ten opzichte van de eerste helft van 2012. Dit komt overeen met een REBIT-marge op omzet van 5,5%. De eenmalige kosten bedroegen EUR 2,3 miljoen tegenover EUR 80,9 miljoen in de eerste jaarhelft van 2012 dewelke gerelateerd waren aan herstructureringskosten en bijzondere waardeverminderingen. Inclusief eenmalige opbrengsten en kosten bedroeg het bedrijfsresultaat (EBIT) EUR 88,7 miljoen in vergelijking met EUR 3,8 miljoen. EBITDA bedroeg EUR 172,0 miljoen tegenover EUR 160,5 miljoen, hetzij een EBITDA- marge op omzet van 10,4%. De commerciële en administratieve kosten daalden met 10,2% ten gevolge van een terugdraai van voorzieningen voor dubieuze debiteuren en dankzij de gerealiseerde kostenbesparingen. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling daalden met
17,7% tot EUR 32,0 miljoen door de budgetafname voor activiteiten met betrekking tot toepassingen in zonne-energie. De netto interestlasten bedroegen EUR 32,8 miljoen (tegenover EUR 41,7 miljoen) ten gevolge van een lagere gemiddelde netto- en brutoschuldpositie. De winstbelasting bedroeg EUR 29,7 miljoen tegenover EUR 27,5 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Het aandeel in de resultaten van joint ventures en geassocieerde ondernemingen steeg van EUR 6,0 miljoen tot EUR 17,1 miljoen en weerspiegelt de sterke prestaties van de Braziliaanse joint ventures en eenmalige elementen. Het perioderesultaat bedroeg EUR 34,9 miljoen in vergelijking met EUR -71,1 miljoen. Rekening houdend met de minderheidsbelangen van derden (EUR 8,8 miljoen) bedroeg het perioderesultaat toerekenbaar aan de Bekaert groep EUR 26,2 miljoen.
Balans
Op 30 juni 2013 vertegenwoordigde het eigen vermogen 44,2% van de totale activa. De netto schuld steeg van EUR 700 miljoen per eindbalans 2012 tot EUR 770 miljoen ten gevolge van de uitbetaling van het dividend, de inkoopverrichtingen van eigen aandelen tijdens de eerste jaarhelft van 2013, en een stijging van het werkkapitaal door de gebruikelijke seizoenseffecten. De netto schuld bleef aanzienlijk lager ten opzichte van 30 juni 2012 (EUR 866 miljoen) en resulteerde in een netto schuld op EBITDA van 2,24 tegenover 2,70. De schuldratio, de verhouding tussen netto schuld en eigen vermogen, bedroeg 49,3%.
Kasstroomoverzicht
De netto kasstromen uit bedrijfsactiviteiten bedroegen EUR 61,8 miljoen (tegenover EUR 165,9 miljoen in dezelfde periode vorig jaar), vooral door een stijging van het operationeel werkkapitaal in vergelijking met de eindbalans op 31 december 2012. De investeringen in materiële vaste activa bedroegen EUR 32,2 miljoen versus EUR 58,4 miljoen in de eerste helft van 2012. De terugbetaling van een obligatielening in februari 2013 (EUR 100 miljoen), de hogere uitbetaling van het bruto dividend (EUR 58,5 miljoen in de eerste jaarhelft 2013 tegenover EUR 38,9 miljoen in dezelfde periode vorig jaar), en de inkoop van eigen aandelen (EUR 15,3 miljoen) waren substantiële elementen in de netto kasstroom van financieringsactiviteiten.
Voor meer details met betrekking tot de halfjaarresultaten verwijzen we naar het persbericht van 26 juli 2013 (zie ook Sectie XIII (“Documenten opgenomen door middel van verwijzing”)).
Er hebben zich geen belangrijke veranderingen in de financiële of handelspositie van de Vennootschap voorgedaan sinds 30 juni 2013.
V. GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE
1. GEAUDITEERDE CIJFERS
Hieronder volgen de kerncijfers voor de boekjaren 2011 en 2012.
1.1. Kerncijfers
Gezamenlijke cijfers in miljoen EUR | 2011 | 2012 |
Omzet | 4.599 | 4.387 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 313 | 139 |
Personeel op 31 december | 28.353 | 27.063 |
Geconsolideerde jaarrekening in miljoen EUR | 2011 | 2012 |
Winst-en-verliesrekening Omzet | 3.340 | 3.461 |
Bedrijfsresultaat (EBIT) | 289 | -49 |
Bedrijfsresultaat vóór eenmalige opbrengsten en kosten (REBIT) | 281 | 118 |
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 207 | -191 |
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | - | - |
Perioderesultaat | 207 | -191 |
toerekenbaar aan de Groep | 193 | -197 |
toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden | 15 | 6 |
EBITDA | 497 | 274 |
Afschrijvingen materiële vaste activa | 171 | 195 |
Waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen | 37 | 129 |
Balans Eigen vermogen | 1.766 | 1.604 |
Vaste activa | 1.900 | 1.747 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 267 | 123 |
Balanstotaal | 4.169 | 3.668 |
Netto schuld | 856 | 700 |
Kapitaalgebruik (CE) | 2.568 | 2.375 |
Werkkapitaal | 1.031 | 898 |
Personeel op 31 december | 22.413 | 22.549 |
Xxxxx’x EBITDA op omzet | 14,9% | 7,9% |
REBIT op omzet | 8,4% | 3,4% |
EBIT op omzet | 8,7% | -1,4% |
EBIT interestdekking | 4,8 | -0,7 |
ROCE (EBIT op kapitaalgebruik) | 12,0% | -2,0% |
XXX (winst op eigen vermogen) | 12,0% | -11,3% |
Eigen vermogen op totaal activa | 42,4% | 43,7% |
Gearing (Netto schuld op eigen vermogen) | 48,5% | 43,7% |
Netto schuld op EBITDA | 1,7 | 2,6 |
Joint ventures en geassocieerde ondernemingen in miljoen EUR | 2011 | 2012 |
Omzet | 1.259 | 926 |
Bedrijfsresultaat | 90 | 49 |
Perioderesultaat | 61 | 36 |
Aandeel van de Groep in het perioderesultaat | 25 | 10 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 46 | 16 |
Afschrijvingen | 28 | 23 |
Aandeel van de Groep in het eigen vermogen | 252 | 162 |
Personeel op 31 december | 5.940 | 4.514 |
1.2. Kerncijfers per aandeel
NV Bekaert XX | 0000 | 2012 |
Aantal aandelen op 31 december | 59.976.198 | 60.000.942 |
Beurskapitalisatie op 31 december (in miljoen EUR) | 1.487 | 1.313 |
Per aandeel (in EUR) EPS | 3,27 | -3,30 |
Brut dividend | 1,1700 | 0,8500 |
Netto dividend | 0,8775 | 0,6375 |
Valorisatie (in EUR) Koers op 31 december | 24,785 | 21,875 |
Koers (gemiddelde) | 54,694 | 22,592 |
2. NIET-GEAUDITEERDE TUSSENTIJDSE CIJFERS |
Hieronder volgen de niet-geauditeerde kerncijfers voor de semesters die eindigen op 30 juni 2012 en 30 juni 2013 (bron: interne rekeningen van Bekaert).
2.1. Kerncijfers
Gezamenlijke kerncijfers in miljoen EUR | 30 juni 2012 | 30 juni 2013 |
Omzet | 2.255 | 2.139 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 67 | 36 |
Personeel op 30 juni | 27.138 | 26.648 |
Geconsolideerde rekeningen in miljoen EUR | 30 juni 2012 | 30 juni 2013 |
Winst-en-verliesrekening Omzet | 1.783 | 1.649 |
Bedrijfsresultaat (EBIT) | 4 | 89 |
Bedrijfsresultaat vóór eenmalige opbrengsten en kosten (REBIT) | 85 | 91 |
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | -71 | 35 |
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | - | - |
Perioderesultaat | -71 | 35 |
toerekenbaar aan de Groep | -80 | 26 |
toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden | 8 | 9 |
EBITDA | 160 | 172 |
Afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen | 157 | 83 |
Balans Eigen vermogen | 1.761 | 1.564 |
Vaste activa | 1.912 | 1.694 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 58 | 32 |
Balanstotaal | 4.055 | 3.535 |
Netto schuld | 866 | 770 |
Kapitaalgebruik (CE) | 2.718 | 2.393 |
Werkkapitaal | 1.117 | 974 |
Personeel op 30 juni | 22.566 | 22.022 |
Xxxxx’x EBITDA op omzet | 9,0 % | 10,4 % |
REBIT op omzet | 4,8 % | 5,5 % |
EBIT op omzet | 0,2 % | 5,4 % |
EBIT interestdekking | 0,10 | 2,97 |
ROCE (EBIT op kapitaalgebruik) | 0,3 % | 7,4 % |
XXX (winst op eigen vermogen) | -8,1 % | 4,4 % |
Eigen vermogen op totaal activa | 43,4 % | 44,2 % |
Gearing (Netto schuld op eigen vermogen) | 49,2 % | 49,3 % |
Netto schuld op EBITDA | 2,70 | 2,24 |
Joint ventures en geassocieerde ondernemingen in miljoen EUR | 30 juni 2012 | 30 juni 2013 |
Omzet | 472 | 491 |
Bedrijfsresultaat | 32 | 55 |
Perioderesultaat | 19 | 42 |
Aandeel van de Groep in het perioderesultaat | 6 | 17 |
Investeringen (materiële vaste activa) | 8 | 4 |
Afschrijvingen | 12 | 11 |
Aandeel van de Groep in het eigen vermogen | 172 | 168 |
Personeel op 30 juni | 4.572 | 4.626 |
2.2. Kerncijfers per aandeel | ||
NV Bekaert SA | 30 juni 2012 | 30 juni 2013 |
Aantal aandelen op 30 juni | 59.976.198 | 60.000.942 |
Beurskapitalisatie op 30 juni (in miljoen EUR) | 1.170 | 1.466 |
Per aandeel (in EUR) EPS | -1,35 | 0,45 |
Valorisatie (in EUR) Koers op 30 juni | 19,510 | 24,440 |
Koers (gemiddelde) | 24,416 | 22,362 |
3. DEFINITIES |
Dochterondernemingen
Groep
De ondernemingen waarover de Vennootschap een beslissende invloed (‘zeggenschap’) uitoefent en waarin zij over het algemeen een belang van meer dan 50 procent heeft.
De Vennootschap en haar dochterondernemingen.
EBIT Bedrijfsresultaat (earnings before interest and taxation).
EBIT interestdekking Bedrijfsresultaat gedeeld door de netto interestlasten.
EBITDA Bedrijfsresultaat (EBIT) + afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen van activa.
Eenmalige opbrengsten en kosten
Bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, bedrijfscombinaties, afgestote activiteiten, milieuvoorzieningen en andere gebeurtenissen en transacties die een eenmalig effect hebben.
REBIT Recurring EBIT = Bedrijfsresultaat vóór eenmalige opbrengsten en kosten.
Equity-methode Waarderingsmethode waarbij de deelneming (in een joint venture of geassocieerde onderneming) initieel opgenomen wordt tegen kostprijs en later aangepast wordt voor wijzigingen in het aandeel van de investeerder in de netto activa (= het eigen vermogen) van de joint venture of geassocieerde onderneming. De winst-en-verliesrekening toont het aandeel van de investeerder in het nettoresultaat van de joint venture of geassocieerde onderneming.
Geassocieerde ondernemingen
Ondernemingen die geen dochterondernemingen of joint ventures zijn waarin de Vennootschap een invloed van betekenis heeft, over het algemeen weerspiegeld door een belang van minstens 20 procent. Geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie verwerkt volgens de equity-methode.
Gezamenlijke cijfers Geconsolideerde cijfers plus 100 procent van de cijfers m.b.t. joint ventures en geassocieerde ondernemingen, na eliminatie van intragroepsverrichtingen (indien van toepassing).
Joint ventures Ondernemingen waarover de Vennootschap gezamenlijke zeggenschap uitoefent, en waarin zij over het algemeen een belang van ongeveer 50 procent heeft. Joint ventures worden in de consolidatie verwerkt volgens de equity-methode.
Kapitaalgebruik (CE) Werkkapitaal + netto boekwaarde van goodwill, immateriële en materiële vast activa. Het gemiddeld kapitaalgebruik wordt berekend als het kapitaalgebruik op vorig jaareinde plus het kapitaalgebruik op balansdatum gedeeld door twee.
Netto schuld Rentedragende schulden, verminderd met vorderingen uit leningen, geldbeleggingen, financiële vorderingen op ten hoogste een jaar en kaswaarborgen op meer dan een jaar, geldmiddelen en kasequivalenten. Louter voor de berekening van de schuld wordt bij de waardering van de rentedragende schulden rekening gehouden met het effect van de cross- currency interest-rate swaps (of gelijkaardige financiële instrumenten) die deze schulden omzetten in de functionele valuta van de entiteit.
Omzet (gezamenlijk) Omzet van geconsolideerde ondernemingen plus 100 procent van de
omzet van de joint ventures en geassocieerde ondernemingen na eliminatie van intragroepsverkopen.
ROCE Return On Capital Employed= Bedrijfsresultaat (EBIT) in verhouding tot gemiddeld kapitaalgebruik.
ROE Return On Equity= Perioderesultaat in verhouding tot gemiddeld eigen vermogen.
Werkkapitaal (operationeel)
Voorraden + handelsvorderingen + betaalde voorschotten – handelsschulden – ontvangen voorschotten – schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid – belastingen m.b.t. personeel.
VI. BESTUUR EN CORPORATE GOVERNANCE
1. RAAD VAN BESTUUR
De Raad van Bestuur bestaat uit veertien leden, die zijn benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Acht zijn voorgedragen door de Referentieaandeelhouders. In overeenstemming met artikel 1.5 van de Belgische Corporate Governance Code worden de functies van Voorzitter en van Gedelegeerd Bestuurder nooit door dezelfde persoon uitgeoefend. De Gedelegeerd Bestuurder is het enig lid van de Raad van Bestuur met een uitvoerende functie. Alle andere leden zijn niet-uitvoerende bestuurders.
Drie bestuurders zijn onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en van bepaling 2.3 van de Belgische Corporate Governance Code: Xx. Xxxx Xxxx (voor het eerst benoemd in 2008), Lady Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx (voor het eerst benoemd in 2007), en de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx (voor het eerst benoemd in 2009, onafhankelijk sinds 1 januari 2010). Xxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx (voor het eerst benoemd in 2004) wordt niet langer als onafhankelijk aanzien door zijn herbenoeming voor een vierde opeenvolgende termijn op 9 mei 2012.
Naam Aanvang
eerste mandaat
Einde huidig mandaat
Hoofdfunctie* Kantooradres
Voorzitter
Xxxxx Xxxxxx 2000 2014 NV Bekaert SA NV Bekaert SA,
Diamant Building,
X. Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx
Gedelegeerd Bestuurder
Xxxx Xx Xxxxxx | 0000 | 0000 | XX Xxxxxxx SA | NV Bekaert SA, |
Xxxxxxxxx | ||||
Xxxxxxxxxxx 00, | ||||
0000 Xxxxxxxx, | ||||
Xxxxxx |
Leden voorgedragen door de Referentieaandeelhouders
Baron Bekaert | 1994 | 2015 | Bestuurder van vennootschappen binnen en buiten België | Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx Xxxxx, Xxxxxx |
Xxxxx Xxxxx | 1998 | 2015 | Bestuurder van vennootschappen binnen en buiten België | Xxx xx Xxxxx Xxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx |
Xxxxx Xxxxxxx xx Xxxxxxxxxx | 0000 | 0000 | Bestuurder van vennootschappen binnen en buiten België | Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx |
Xxxxxxxx xx Xxxxxxxx | 1992 | 2016 | President, de Visscher & Co. LLC (Verenigde Staten van Amerika) | de Visscher & Co. LLC, Two Xxxxxxxxx Xxxxxx |
Xxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00000, Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika | ||||
Xxxxxx Xxxxxx xxx Xxxxxx | 2003 | 2015 | President & CEO, IEE SA (Luxemburg) | IEE S.A., ZAE Weiergewan, 11 rue Xxxxxx Xxxxxx, 5326 Contern, Groothertogdom Luxemburg |
Xxxxxx Xxxxx | 1994 | 2015 | CEO en Voorzitter van het directiecomité van BNP Paribas Fortis SA/NV (België) | BNP Paribas Fortis SA/NV, Xxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx |
Xxxxxxx xxx xx Xxxxx xx Xxxxxxx | 2004 | 2016 | Of Counsel, Linklaters (België) | Linklaters, Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx |
Xxxxxxxx Xxxxx | 1998 | 2016 | Managing Partner, Interel Belgium (België) | Interel PR&PA, Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx |
Onafhankelijk bestuurders
Xx. Xxxx Xxxx | 2008 | 2014 | Senior Vice President Technology Development and Quality, SKF (Zweden) | p.a. SKF Group Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxxx 0, 000 00 Xxxxxxxx, Xxxxxx |
Lady Xxxxxxx Xxxxxx Judge | 2007 | 2016 | Voorzitter van het UK Pension Protection Fund (Verenigd Koninkrijk); Voorzitter Emeritus van de UK Atomic Energy Authority (Verenigd Koninkrijk) | Eversheds, Xxx Xxxx Xxxxxx, Xxxxxx XX0X 0XX, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx |
Xxxxxxx Xxxxxxxx | 2009 | 2015 | Bestuurder van | Mierendorffstrasse |
vennootschappen binnen en buiten België | 27, 64625 Bensheim, Duits- land | |||
Andere leden | ||||
Xxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx | 2004 | 2014 | Adviseur bij de Standard Chartered Bank (Verenigd Koninkrijk) | Church Path 11, Merton Park, Londen XX00 0XX, Xxxxxxxx |
Xxxxxxxxxx
* Het uitgebreid curriculum vitae van de leden van de Raad van Bestuur is terug te vinden op xxx.xxxxxxx.xxx.
De bevoegdheden van de Raad van Bestuur worden beschreven in Boek VIII, Titel IV, Hoofdstuk I, Sectie I, Subsectie II van het Wetboek van vennootschappen, Titel III van de statuten van Bekaert en Sectie II.1 van het Bekaert Corporate Governance Charter. De Raad van Bestuur komt minimum zes keer per jaar samen.
2. UITVOEREND MANAGEMENT: HET BEKAERT GROUP EXECUTIVE
Het Bekaert Group Executive bestaat uit acht leden. Het wordt voorgezeten door de Gedelegeerd Bestuurder en bestaat bovendien uit zeven leden die de titel Executive Vice President dragen. Zij zijn verantwoordelijk voor de diverse activiteitensectoren, de regionale activiteiten en de globale functies.
Naam Functie Aantrede Kantooradres
Xxxx Xx Xxxxxx Chief Executive Officer (gedelegeerd bestuurder)
Xxxxxxx Xxxxxx Chief Executive Officer Designate en Executive Vice President
Xxxxx Xxxxxxx Chief Financial Officer en Executive Vice President Regionale Operaties Latijns- Amerika
2006 Xxxxxxxxx
Xxxxxxxxxxx 00,
0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx
2013 Xxxxxxxxx
Xxxxxxxxxxx 00,
0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx
2006 Xxxxxxxxx
Xxxxxxxxxxx 00,
0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx
Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Chief Technology Officer en Executive Vice President
Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxx Executive Vice President
Regionale Operaties Noord- Azië en Zuid-Oost Azië
Xxxxx-Xxxx Xxxxx Executive Vice President Business Platforms
Xxxxx Xxxxxxx Executive Vice President Regionale Operaties Europa, Noord Amerika en Zuid Azië
Xxxx Xxxxx Chief Human Resources Officer en Executive Vice President
2006 Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx
2012 00X, Xxxxx X,
Xxxxxxxxxx Xxxxx Xx.
00, Xxxx 000,
Xxxxxx Xxxx,
000000 Xxxxxxxx, Xxxxx
1998 Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx
2011 Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx
2013 Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx
Elk lid van het Bekaert Group Executive voert zijn mandaat voltijds uit. De bevoegdheden van het Bekaert Group Executive worden beschreven in Sectie IV.1 van het Bekaert Corporate Governance Charter.
Het Bekaert Group Executive komt gemiddeld twee keer per maand samen.
3. COMITÉS VAN DE RAAD VAN BESTUUR
De Raad van bestuur heeft drie adviserende comités opgericht.
3.1 Audit en Finance Comité
Het Audit en Finance Comité is samengesteld zoals vereist door Artikel 526bis, §2 van het Wetboek van vennootschappen: de vier leden zijn niet-uitvoerende bestuurders, en één lid, Lady Judge, is onafhankelijk. De deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van Lady Xxxxx blijkt o.m. uit haar functie van ondervoorzitter van de Financial Reporting Council, de Britse toezichthouder voor boekhouding en corporate governance die ze tot xxxx 0000 xxxxxxx.
In afwijking van bepaling 5.2/3 van de Belgische Corporate Governance Code wordt het comité voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur. Bekaert wenst immers dat de Voorzitter alle comités voorzit, om zo zijn specifieke taak van bescherming van de belangen van alle aandeelhouders optimaal te kunnen vervullen. In afwijking van bepaling 5.2/4 van de Belgische Corporate Governance Code, dat stelt dat minstens een meerderheid van de leden van het comité onafhankelijk dient te zijn, vindt Bekaert het billijk dat het Audit en Finance Comité de evenwichtige samenstelling weerspiegelt van de voltallige Raad van Bestuur.
De Gedelegeerd Bestuurder en de Chief Financial Officer zijn geen lid van het Comité, maar worden op de vergaderingen uitgenodigd. Deze regeling waarborgt de noodzakelijke dialoog tussen de Raad van Bestuur en het uitvoerend management.
Naam | Einde huidig mandaat |
Xxxxx Xxxxxx | 0000 |
Xxxxxxxx xx Xxxxxxxx | 2016 |
Xxxxxxxx Xxxxx | 2016 |
Lady Xxxxxxx Xxxxxx Judge | 2016 |
De bevoegdheden van het Audit en Finance Comité worden beschreven in Artikel 526bis, §4 van het Wetboek van vennootschappen, artikel 20bis van de statuten van Bekaert en Sectie III.2.1 of van het Bekaert Corporate Governance Charter:
• Monitoring van het financieel verslaggevingsproces, inclusief:
o Het nazicht van de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap, het jaarverslag en het geconsolideerd jaarverslag van de Vennootschap voor de voorlegging aan de Raad van Bestuur;
o Het nazicht van de halfjaarresultaten en de trimestriële trading updates van de Vennootschap voor de voorlegging aan de Raad van Bestuur;
o Het adviseren van de Raad van Bestuur over geschikte financiële procedures;
o Het adviseren van de Raad van Bestuur omtrent de financiële positie, schuldgraad en boekhoudregels van de Vennootschap;
o Het bespreken van significante financiële rapporteringskwesties met het Bekaert Group Executive en met de Commissaris;
• Monitoring van de doeltreffendheid van de interne controle- en risicobeheersystemen met het oog op het identificeren, beheersen en bekendmaken van de risico’s overeenkomstig het kader dat werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur (inclusief het nazicht van significante bevindingen van interne onderzoeken);
• Monitoring van het werkprogramma en de doeltreffendheid van de interne audit functie, aanbevelingen doen over de benoeming en ontslag van het hoofd van de interne audit en over het budget toe te kennen aan de interne audit, en het monitoren van de toepassing door het management van de bevindingen en aanbevelingen van het Audit en Finance Comité.
• Monitoren van de wettelijke controle op de jaarrekening van de Vennootschap en de geconsolideerde jaarrekening, en opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de Commissaris, met inbegrip van:
o Het formuleren van aanbevelingen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot de benoeming of herbenoeming van de Commissaris, de verloning van de Commissaris en enige vraag met betrekking tot het ontslag van de Commissaris;
o Het bespreken met de Commissaris van de aard en inhoud van de wettelijke controle, problemen of voorbehouden met betrekking tot of als gevolg van de wettelijke controle en alle andere zaken die de Commissaris wenst te bespreken;
o Het monitoren van de doeltreffendheid van de externe wettelijke controle op de jaarrekeningen en de gevolgen die het management koppelt aan de aanbevelingen gemaakt in het verslag van de Commissaris.
• Als gevolg van een specifieke delegatie door de Raad van Bestuur:
o Goedkeuring van het jaarlijks budget voor het functioneren van de Raad van Bestuur, inclusief de vergoedingen betaald aan de leden van de Raad van Bestuur alsook de kosten van de diensten van de Voorzitter en de kosten voor de werking en de organisatie van de vergaderingen van de Raad van Bestuur; het controleren van de effectieve jaarlijkse uitgaven;
o Goedkeuren van een formele richtlijn omtrent de diensten van de Commissaris die geen betrekking hebben op de wettelijke controle, gelet op een adequate onafhankelijkheid, en het toezicht op de toepassing van deze richtlijn.
Het Audit en Finance Comité vergadert minstens vier keer per jaar.
3.2 Benoemings- en Remuneratiecomité
Het Benoemings- en Remuneratiecomité is samengesteld, zoals voorzien in artikel 526quater, §2 en §3 van het Wetboek van vennootschappen. Alle drie leden zijn niet-uitvoerende bestuurders. Het comité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur en bestaat verder uit twee onafhankelijke bestuurders, Xx. Xxxx en Lady Judge. Het comité heeft de nodige competenties inzake verloningsbeleid.
Naam Einde huidig
mandaat | |
Xxxxx Xxxxxx | 0000 |
Xx. Xxxx Xxxx | 2014 |
Lady Xxxxxxx Xxxxxx Judge | 2016 |
De bevoegdheden van het Benoemings- en Remuneratie Comité zijn beschreven in artikel 526quater, §5 van het Wetboek van vennootschappen, artikel 20bis van statuten van de Vennootschap en Sectie III.3.1 van het Bekaert Corporate Governance Charter:
Het Benoemings- en Remuneratiecomité adviseert de Raad van Bestuur met betrekking tot:
o Het remuneratiebeleid voor de bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de andere leden van het Bekaert Group Executive (met inbegrip van, indien van toepassing, de voorstellen die door de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dienen te worden gemaakt);
o De individuele vergoedingen van de bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de andere leden van het Bekaert Group Executive, met inbegrip van de basisvergoeding, kortetermijn, middelange termijn en langetermijn variabele vergoeding, aandeelgerelateerd of niet, en verbrekingsvergoedingen (met inbegrip van, indien van toepassing, de voorstellen die door de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dienen te worden gemaakt);
o Het remuneratiebeleid voor het hoger kader;
o De benoeming en herbenoeming van de bestuurders, en de benoeming van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het Bekaert Group Executive; en
o De langetermijn incentiveringsplannen.
Daarnaast bereidt het Benoemings- en Remuneratiecomité, het remuneratieverslag voor, dat door de Raad van Bestuur dient opgenomen te worden in de verklaring inzake deugdelijk bestuur opgenomen in het jaarverslag, en zet zij het remuneratiebeleid uiteen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
De Gedelegeerd Bestuurder informeert het Benoemings- en Remuneratiecomité over:
o De toepassing van het bovenvermelde remuneratiebeleid;
o Zijn beoordeling van het functioneren en de prestaties van het Bekaert Group Executive;
o De globale loonkostevolutie van de Vennootschap en de Bekaert groep in het algemeen;
o Belangrijke collectieve arbeidsovereenkomsten; en
o Opvolgingsplanning voor het Bekaert Group Executive en het hoger kader.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité vergadert minstens twee keer per jaar.
3.3 Strategisch Comité
Het Strategisch Comité telt zes leden, waarvan vijf niet-uitvoerende bestuurders zijn. Het comité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur, en bestaat verder uit de Gedelegeerd Bestuurder en vier bestuurders.
Naam | Einde huidig mandaat |
Xxxxx Xxxxxx | 0000 |
Xxxx Xx Xxxxxx | 2015 |
Xxxxx Xxxxxxx | 0000 |
Xxxxx Xxxxxxx xx Xxxxxxxxxx | 2015 |
Xxxxxx Xxxxx | 2015 |
Xxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx | 2014 |
De bevoegdheden van het Strategisch Comité worden beschreven in artikel 20bis van de statuten van de Vennootschap en sectie III.4.1 van het Bekaert Corporate Governance Charter: Het Strategisch Comité adviseert de Raad van Bestuur inzake het algemeen beleid van de Bekaert groep, en inzake de belangrijkste strategische beslissingen omtrent de ontwikkeling van de onderneming. Verder worden de strategische voorstellen van het Bekaert Group Executive onderzocht. Het comité evalueert en controleert belangrijke beslissingen in de eerste fase van hun implementatie of integratie op hun verenigbaarheid met de oorspronkelijke doelstellingen. Het volgt van tijd tot tijd ook grote investeringen verder op.
Het Strategisch Comité komt minstens drie keer per jaar samen.
3.4 Corporate Governance
Bekaert hecht bijzonder belang aan deugdelijk vennootschapsbestuur en is er zich van bewust dat goed bestuur van genoteerde vennootschappen een belangrijk element is bij het maken van investeringsbeslissingen. Als gevolg van de publicatie van de Belgische Corporate Governance Code in 2009, heeft de Raad van Bestuur op 22 december 2009, de deze code aangenomen als de referentiecode voor de Vennootschap en haar Bekaert Corporate Governance Charter aangepast in lijn met de bepalingen van de 2009 versie van de Belgische Corporate Governance Code.
Bekaert past alle corporate governance bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code toe, behalve de uitzonderingen die hoger vermeld zijn in Sectie VI.3.1.1
Het Bekaert Corporate Governance Charter is beschikbaar op xxx.xxxxxxx.xxx.
4. OPVOLGING VOORZITTER EN GEDELEGEERD BESTUURDER
Bekaert kondigde op 27 augustus 2013 aan dat Xxxxx Xxxxxx, de Voorzitter van de Raad van Bestuur, met pensioen gaat in mei 2014, na 14 jaar voorzitterschap. Xxxx Xx Xxxxxx, CEO van Bekaert sinds 2006, zal Xxxxx Xxxxxx vanaf mei 2014 opvolgen. De Raad van Bestuur van Bekaert heeft Xxxxxxx Xxxxxx benoemd als CEO-designate, executive vice-president en lid van het Bekaert Group Executive, met ingang vanaf 1 september 2013. De xxxx Xxxxxx zal de rol van
CEO vanaf mei 2014 opnemen. Zijn benoeming als lid van de Raad van Bestuur zal dan worden voorgelegd aan de jaarlijkse algemene vergadering van de Vennootschap.
Voor verdere details over de opvolging aan de top van Bekaert wordt verwezen naar het persbericht van 27 augustus 2013 (zie ook Sectie XIII (“Documenten opgenomen door verwijzing”)).
5. BELANGENCONFLICTEN VAN DE BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN
5.1 Wetboek van vennootschappen
Krachtens artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen moet een lid van de Raad van Bestuur de overige leden vooraf informeren over agendapunten waaromtrent hij of zij, rechtstreeks of onrechtstreeks, een met de Vennootschap strijdig belang van vermogensrechtelijke aard heeft en moet hij of zij zich onthouden van deelname aan de beraadslaging en de stemming over dergelijk agendapunt. Dit zou bijvoorbeeld een besluit van de Raad van Bestuur met betrekking tot de vergoeding van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder omvatten (beiden zijn bestuurders van de Vennootschap).
Gedurende de voorbije vijf jaar zijn een aantal dergelijke belangenconflicten gerapporteerd in het jaarverslag van de Vennootschap, telkens in verband met de vergoeding van de Voorzitter en/of de Gedelegeerd Bestuurder. De Vennootschap heeft geen weet van andere dergelijke belangenconflicten.
5.2 Andere potentiële belangenconflicten
Het Bekaert Corporate Governance Charter bevat gedragsregels over rechtstreekse en onrechtstreekse belangenconflicten van de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen, die buiten het toepassingsgebied van artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen vallen. Deze regels zijn, bijvoorbeeld, van toepassing op leden die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een aanzienlijk belang in het aandelenkapitaal van de Vennootschap bezitten, en op leden die activiteiten los van de Vennootschap verrichten voor personen die tegenstelde belangen aan die van de Vennootschap kunnen hebben. Voor doeleinden van deze gedragsregels moeten deze leden jaarlijks melding maken van de significante, rechtstreekse of onrechtstreekse, transacties die zij met Bekaert of haar dochterondernemingen hebben aangegaan.
Gedurende de voorbije vijf jaar is slechts eenmaal zulk belangenconflict gerapporteerd, met name in 2008: een Slovaakse dochtervennootschap van de Vennootschap had bepaalde transacties afgesloten voor verkoop van draadproducten aan een andere vennootschap waarover een lid van de Raad van Bestuur zeggenschap had. Deze transacties werden afgesloten tegen vergelijkbare prijzen als bij niet-gedwongen verkoop tussen terzake goed geïnformeerde, onafhankelijke partijen. Er werden geen waarborgen gegeven of ontvangen. Zie voor meer informatie p. 48 van het jaarverslag 2012, p. 51 van het jaarverslag 2011 – zie Sectie XIII (“Documenten opgenomen door verwijzing”) – en p. 110 van het jaarverslag 2010, p. 113 van het jaarverslag 2009 en p. 92 en p. 175 van het jaarverslag 2008 – zie xxxxx://xxxxxxxxxxxx.xxxxxxx.xxx)
Bekaert heeft geen weet van andere potentiële belangenconflicten tussen de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en de Vennootschap.
VII. BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS
1. BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS
Op basis van de kennisgevingen die gemaakt werden krachtens artikel 74 van de Overnamewet en de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen en de statuten van de Vennootschap (die twee extra openbaarmakingsdrempels bevatten op 3% en 7,5%), zijn de huidige belangrijkste aandeelhouders van de Vennootschap, op de datum van het Prospectus:
Aandeelhouder
Datum laatste kennisgeving
Aantal stemrechten
Percentage van totaal aantal stemrechten
Stichting Administratiekantoor Bekaert, Velge International NV, Berfin SA, Subeco SA, Millenium 3
SA en Gedecor SA 28.08.2013 22.913.101 38,18%
In de laatste kennisgeving heeft de Stichting Administratiekantoor Bekaert (houder van
22.441.381 aandelen die 37,39% van het totaal aantal aandelen en stemrechten) aangegeven in onderling overleg te handelen met Velge International NV (57.000 aandelen), Berfin SA (91.920 aandelen), Subeco SA (157.800 aandelen), Millenium 3 SA (90.000 aandelen) en Gedecor SA (75.000 aandelen) in die zin dat ze een akkoord hebben gesloten (a) dat ertoe strekt de controle te verkrijgen, het welslagen van een bod te dwarsbomen dan wel de controle te handhaven, en
(b) aangaande de onderling afgestemde uitoefening van stemrechten, om een duurzaam gemeenschappelijk beleid te voeren. De Stichting Administratiekantoor Bekaert wordt niet gecontroleerd. De andere bovenvermelde vennootschappen worden beheerd door natuurlijke personen, (i) waarvan de (rechtstreekse of onrechtstreeks gehouden) individuele deelneming de drempel van 3% niet bereikt en (ii) die (op individuele basis) een belang hebben van minder dan 3%.
Op 8 december 2007 heeft de Stichting Administratiekantoor Bekaert bekend gemaakt, in overeenstemming met artikel 74 van de Overnamewet, dat het houder was van meer dan 30 procent van de effecten met stemrecht van de Vennootschap op 1 september 2007.
2. CONTROLEWIJZIGING
Overeenkomstig artikel 11 van de statuten van de Vennootschap, is een verwerving van aandelen van de Vennootschap of van instrumenten die recht geven op de verwerving van of inschrijving op of conversie in aandelen van de Vennootschap (hierna gezamenlijk aangeduid als effecten), die leidt tot een controlewijziging over de Vennootschap, onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Raad van Bestuur van de Vennootschap. Indien de Raad van Bestuur aangeeft dat het zich voorneemt de goedkeuring te weigeren, of zich het recht voorbehoudt de goedkeuring te weigeren, moet de Raad van Bestuur, binnen dertig dagen na ontvangst van het goedkeuringsverzoek, aan de kandidaat-overdrager voorstellen dat de effecten worden verworven door één of meer personen, die deze goedkeuring bezitten, tegen een prijs die tenminste gelijk is aan de prijs waartegen de kandidaat-overnemer die effecten van de kandidaat-overdrager kan verwerven. Indien de mogelijke controlewijziging voortvloeit uit een openbaar overnamebod, zal de Raad van Bestuur beschikken over een termijn van vijf volle bankwerkdagen na de datum van afsluiting van het bod om een voorstel als voornoemd te formuleren. De rechten verbonden aan de effecten, verworven met miskenning van onderhavige
goedkeuringsclausule, zullen van rechtswege geschorst zijn en geschorst blijven zolang voornoemde procedure niet vooralsnog wordt doorlopen. Alsdan zal de verwerver van de effecten desgevallend verplicht zijn de door onderhavige goedkeuringsclausule bedoelde effecten aan de door de Raad van Bestuur aangeduide personen over te dragen tegen de prijs waartegen hij de effecten heeft verworven.
VIII. BESCHRIJVING VAN HET MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL EN STATUTEN
1. MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL
Het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap bedraagt op de datum van dit Prospectus EUR 176.640.000, en wordt vertegenwoordigd door 60.019.107 volledig volstorte aandelen zonder nominale waarde en van dezelfde klasse.
In totaal zijn er 601.019 warranten converteerbaar in nieuwe aandelen van Bekaert zoals bepaald in de bestaande aandelenoptieplannen van de Vennootschap gedurende de periode lopende van 15 augustus 2013 tot 30 september 2013, wat kan resulteren in de uitgifte van 601.019 nieuwe aandelen van Bekaert en een verhoging van het maatschappelijk kapitaal met een maximum bedrag van EUR 1.768.799 op een datum dichtbij de Uitgiftedatum van de Nieuwe Obligaties.
2. STATUTEN
Bekaert is een naamloze vennootschap onder Belgisch recht met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx en met ondernemingsnummer 0405.388.536 RPR Kortrijk.
Het maatschappelijk doel van de Vennootschap is als volgt beschreven in artikel 3 van de statuten:
De vennootschap heeft tot doel in België en in het buitenland:
a) De verwerking van grondstoffen, en in het bijzonder metalen, kunststoffen en hout tot halfproducten en eindproducten, alsmede de handel in die producten.
b) Het ontwerpen, de vervaardiging en de handel in uitrustingsgoederen, verband houdend met het bepaalde sub a).
c) De handel in werkwijzen en knowhow, in de meest ruime betekenis, in verband met het sub a) en sub b bepaalde met inbegrip van het verlenen van technische assistentie.
d) De ontwikkeling en de uitbating van, alsmede de handel in technieken van bedrijfsbeheer.
De Vennootschap zal alle handels-, nijverheids-, onroerende, roerende en financiële daden mogen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met het hogervermeld doel.
Zij mag doormiddel van inbreng, inschrijving, financiële tussenkomst, geldschieting of hoe dan ook deelnemen aan alle vennootschappen of ondernemingen die geheel of gedeeltelijk een gelijkaardig doel nastreven of die van aard zouden zijn het bereiken van haar maatschappelijk doel te bevorderen of te vergemakkelijken en zij mag, in het algemeen, met vennootschappen of ondernemingen fusioneren.
IX. BESTEMMING VAN DE OPBRENGSTEN; DOEL VAN HET RUILBOD
Het doel van het Ruilbod is de verlenging van de vervaldag van de Bestaande Obligaties (die vervallen op 16 april 2014).
De Vennootschap zal onmiddellijk alle Bestaande Obligaties die in het Ruilbod worden ingebracht, annuleren.
Door omruiling van Bestaande Obligaties voor Nieuwe Obligaties in het kader van het Ruilbod hoeft de Vennootschap geen andere financiering te voorzien voor de terugbetaling van de betrokken Bestaande Obligaties op de vervaldag van de Bestaande Obligaties. Het is dus een pro-actieve en optimale manier van herfinanciering die de Vennootschap toelaat om met dezelfde middelen de huidige financiering verder te zetten. Deze middelen zullen dus geen nieuwe bestemming krijgen, maar zullen verder aangewend worden voor de financiering van het werkkapitaal en van de nodige investeringen in het kader van de normale bedrijfsvoering.
De kosten in verband met de transactie zijn beschreven in Sectie X (“Het Ruilbod en aanbod van Nieuwe Obligaties”).
X. HET RUILBOD EN AANBOD VAN NIEUWE OBLIGATIES
1. CONTEXT EN KENMERKEN VAN HET BOD
1.1 Goedkeuring door de Vennootschap
Op 12 september 2013 heeft de Raad van Bestuur overeenkomstig de bepalingen van de Overnamewet en het Overnamebesluit besloten om het Ruilbod te lanceren en het Prospectus goedgekeurd.
Op dezelfde datum heeft de raad van bestuur de memorie van antwoord met betrekking tot het Ruilbod krachtens artikel 27 van het Overnamebesluit (de “Memorie van Antwoord”) goedgekeurd. De Memorie van Antwoord is in dit Prospectus opgenomen als Bijlage 2.
1.2 Aantal Bestaande Obligaties aangehouden door de Vennootschap en haar dochtervennootschappen
Op datum van dit Xxxxxxxxxx, hebben de Vennootschap en haar dochtervennootschappen geen Bestaande Obligaties in hun bezit, en zij hebben in de loop van de afgelopen twaalf (12) maanden voorafgaand aan de datum van dit Prospectus geen enkele Bestaande Obligatie verworven.
1.3 Naleving van de vereisten van artikel 3 van het Overnamebesluit
Het Ruilbod wordt gedaan op grond van artikel 47 van het Overnamebesluit en voldoet aan de bepalingen van artikel 3 van dat Overnamebesluit:
- de Raad van Bestuur heeft op 12 september 2013 besloten om een aantal Nieuwe Obligaties uit te geven ten belope van het aantal Bestaande Obligaties ingebracht in het Ruilbod;
- het Ruilbod en het aanbod van Nieuwe Obligaties, evenals de voorwaarden en regels van het Ruilbod en aanbod, zijn in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving, in het bijzonder de Overnamewet, het Overnamebesluit en de Prospectuswet. De Vennootschap oordeelt dat de voorwaarden en regels met betrekking tot het Ruilbod van die aard zijn dat zij de Vennootschap toelaten haar beoogde resultaat te bereiken om Bestaande Obligaties te verwerven;
- de Vennootschap verbindt zich ertoe het Ruilbod tot het einde door te zetten overeenkomstig de voorwaarden uiteengezet in dit Prospectus;
- de Centralisatieagent verzamelt de informatie in verband met de Bestaande Obligaties die werden omgeruild op grond van de door de Financiële Tussenpersonen ontvangen Aanvaardingsformulieren; en
- de Agent levert de Nieuwe Obligaties af op de Leveringsdatum.
De Luxemburgse Overnamewet is niet van toepassing op openbare biedingen tot omruiling van effecten zonder stemrecht, zoals de Bestaande Obligaties.
1.4 Omvang van het Ruilbod
a. Voorwerp van het Ruilbod
De Vennootschap treedt gelijktijdig op als bieder en doelvennootschap in de zin van de Overnamewet.
Het Ruilbod heeft betrekking op alle 150.000 Bestaande Obligaties.
Enkel Houders van Bestaande Obligaties kunnen deelnemen aan het Ruilbod. De beslissing om aan het Ruilbod deel te nemen behoort uitsluitend toe aan de Houder van Bestaande Obligaties.
De Bestaande Obligaties die niet in het Ruilbod worden ingebracht, blijven toegelaten voor verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. De Vennootschap kan de Houders van Bestaande Obligaties niet dwingen om hun Bestaande Obligaties in het Ruilbod in te brengen.
b. Wezenlijke verschillen tussen de Voorwaarden van de Bestaande Obligaties en de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties
Globaal genomen zijn de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties vrij vergelijkbaar met degene die gelden voor de Bestaande Obligaties (de “Voorwaarden van de Bestaande Obligaties”), die opgenomen zijn in dit Prospectus als Bijlage 3 en samengevat in Sectie X.14. Naast de verschillen in verband met prijszetting en vervaldatum, omvatten de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties echter bepaalde verschillen ten opzichte van de Voorwaarden van de Bestaande Obligaties.
Deze sectie brengt enkel de wezenlijke verschillen tussen de Voorwaarden van de Bestaande Obligaties en de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties onder de aandacht en geeft geen volledig overzicht van de Voorwaarden van de Bestaande Obligaties en de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties. Potentiële beleggers wordt aangeraden aandachtig de Voorwaarden van de Bestaande Obligaties zoals opgenomen in Bijlage 3 en de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties zoals uiteengezet in Sectie II van dit Prospectus lezen.
De wezenlijke verschillen tussen de Voorwaarden van de Bestaande Obligaties en de Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties zijn de volgende:
(i) De Nieuwe Obligaties vervallen op 17 oktober 2020, in tegenstelling tot de Bestaande Obligaties, die vervallen op 16 april 2014;
(ii) De looptijd van de Nieuwe Obligaties is zeven jaar, in tegenstelling tot de looptijd van de Bestaande Obligaties, die vijf jaar was vanaf de uitgiftedatum;
(iii) De nominale vaste interest voor de Nieuwe Obligaties is 4,750%, elk jaar verschuldigd op 17 oktober, in tegenstelling tot de nominale vaste interest van 6,75%, voor de Bestaande Obligaties, elk jaar verschuldigd op 16 april;
(iv) Het bruto actuarieel rendement van de Nieuwe Obligaties bedraagt 4,252% per jaar (berekend op basis van de referentiemarktprijs van de Bestaande Obligaties van 102,963% op 18 september 2013, een uitgifte van de Nieuwe Obligaties op 17 oktober 2013 en onder de veronderstelling dat de Nieuwe Obligaties zullen worden aangehouden vanaf hun uitgifte tot de Vervaldag wanneer ze aan 100% van hun Nominale Waarde
zullen worden terugbetaald), in vergelijking met het bruto actuarieel rendement van de Bestaande Obligaties van 6,461% per jaar (berekend op de uitgiftedatum van de Bestaande Obligaties op basis van de uitgifteprijs en de interestvoet van de Bestaande Obligaties) dat zou worden verkregen indien de Bestaande Obligaties door de belegger aangekocht waren op hun uitgiftedatum en aangehouden zouden worden tot hun vervaldag waarop ze aan 100% van hun nominale waarde zouden worden terugbetaald;
(v) De Houders van Nieuwe Obligaties genieten het recht om de vervroegde terugbetaling van de Nieuwe Obligaties te eisen in het geval van een Controlewijziging (zie Voorwaarde 5(b)(i) van de Nieuwe Obligaties), terwijl de Houders van Bestaande Obligaties geen gelijkaardig recht genieten;
(vi) De Vennootschap geniet van een calloptie om alle Nieuwe Obligaties terug te betalen indien Xxxxxxx van Nieuwe Obligaties die ten minste 85% van het totale nominale bedrag van de Nieuwe Obligaties vertegenwoordigen hun recht onder (iv) hebben uitgeoefend (zie Voorwaarde 5(b)(ii) van de Nieuwe Obligaties), terwijl een dergelijke optie niet bestaat voor de Bestaande Obligaties; en
(vii) De interest die verschuldigd is op de Nieuwe Obligaties zal verhoogd worden indien de Controlewijziging Besluiten niet werden goedgekeurd en neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel van Kortrijk tegen 14 juli 2014 (zie Voorwaarde 5(b)(iv) van de Nieuwe Obligaties), terwijl de Voorwaarden van de Bestaande Obligaties geen dergelijke verhoging van de intrestvoet voorzien.
1.5 Voorwaarden van het Ruilbod
Het Ruilbod is onvoorwaardelijk en niet onderworpen aan voorwaarden.
2. DEALER MANAGER AND CENTRALISING AGENCY OVEREENKOMST
De Vennootschap en de Dealer Managers hebben op 18 september 2013 een dealer manager overeenkomst (de “Dealer Manager Overeenkomst”) gesloten, en de Vennootschap en de Centralisatieagent hebben op 18 september 2013 een centralising agency overeenkomst (de “Centralising Agency Agreement”) gesloten in verband met het Ruilbod.
3. TEGENPRESTATIE EN RECHTVAARDIGING
3.1 Tegenprestatie
De Vennootschap biedt Nieuwe Obligaties aan als tegenprestatie voor de Bestaande Obligaties. Voor elke Bestaande Obligatie die in het Ruilbod wordt ingebracht, zal één Nieuwe Obligatie worden uitgegeven en afgeleverd aan de Houder van Bestaande Obligaties die een Bestaande Obligatie inbrengt.
De Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties zijn uiteengezet in Sectie II (“Bepalingen en Voorwaarden van de Nieuwe Obligaties”) van het Prospectus.
Er werd een aanvraag ingediend opdat de Nieuwe Obligaties zouden worden toegelaten tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels.
De interest die vervallen is sinds 16 april 2013 op de Bestaande Obligaties die worden ingebracht in het Ruilbod (zijnde EUR 34,027 per ingebrachte Bestaande Obligatie) zal worden betaald op de Leveringsdatum.
3.2 Waardering
Een Houder van Bestaande Obligaties die zijn Bestaande Obligaties inbrengt in het Ruilbod, zal, in ruil voor elke ingebrachte Bestaande Obligatie met een nominale waarde van 100%, een Nieuwe Obligatie met een nominale waarde van 100% ontvangen.
De Nieuwe Obligaties zullen een interestvoet hebben die hoger is dan de door de markt verwachte interestvoet voor gewone obligaties met een looptijd van 7 jaar die door de Vennootschap zouden worden uitgegeven buiten het Ruilbod. Deze hogere interestvoet heeft tot doel de latente meerwaarde op de Bestaande Obligaties (d.i. het positieve verschil tussen 100% en de noteringskoers van de Bestaande Obligaties) te compenseren, en bovendien aan de Houders van Bestaande Obligaties een aanmoedigingspremie aan te bieden om de Houders van Bestaande Obligaties aan te moedigen om hun Bestaande Obligaties in het Ruilbod in te brengen. Tenslotte reflecteert de interestvoet dat de Vennootschap de plaatsingsvergoeding die zij betaalt aan de Global Coordinator Coordinator (voor verdeling door de Global Coordinator onder de Dealer Managers en, desgevallend, relevante andere Financiële Tussenpersonen) doorrekent aan de beleggers.
Aldus zal de interest van de Nieuwe Obligaties bestaan uit de som van (i) de door de markt verwachte interest voor een gewone obligatie met een looptijd van zeven jaar uitgegeven a pari door de Vennootschap op een stand-alone basis in de huidige marktomstandigheden (met uitsluiting van enige toepasselijke distributievergoeding), (ii) de spreiding van de latente meerwaarde op de Bestaande Obligaties (zoals hieronder berekend), en (iii) een aanmoedigingspremie om de Houders van Bestaande Obligaties aan te moedigen om hun Bestaande Obligaties in te brengen in het Ruilbod, verminderd met (iv) de plaatsingsvergoeding zoals hieronder berekend.
De interest op de Nieuwe Obligaties wordt als volgt berekend:
(i) De door de markt verwachte interestvoet voor een gewone obligatie met een looptijd van zeven jaar uitgegeven a pari door de Vennootschap op een stand-alone basis in de huidige marktomstandigheden (met uitsluiting van enige toepasselijke distributievergoeding), d.i., 4,395% per jaar. Deze interestvoet is de som van de referentierente voor een obligatie met een looptijd van zeven jaar (1,859% per jaar) en een 2,536% per jaar “spread” die het kredietrisico van de Vennootschap weerspiegelt. De referentierente die in de markt wordt gebruikt is de mid- swaprente. De kredietrisico “spread” wordt ingeschat op basis van verschillende criteria, inclusief de grootte van de vennootschap, de structuur van de balans, de activiteiten van de Groep, de kwaliteit van de activa van de Groep, de looptijd van de Nieuwe Obligaties en een vergelijking met vergelijkbare ondernemingen.
(ii) De latente meerwaarde is het verschil tussen de referentienoteringskoers voor de Bestaande Obligatie op 18 september 2013 (102,963%) en 100%, of 2,963%. De referentienoteringskoers voor de Bestaande Obligatie is het gemiddelde van aanbied- en vraagprijs van de Bestaande Obligaties berekend door Bloomberg Finance L.P. op over-the- counter (OTC) transacties op 18 september 2013 (het gemiddelde van aanbied- en vraagprijs van de Bestaande Obligaties zoals berekend door Xxxxxxxxx is beschikbaar via de volgende Bloomberg ticker: BEKBBB 6 ¾ 04/16/14 Corp). Xxxxxxxxx berekent een real-time composietprijs van respectievelijk de aanbod- en vraagprijzen voor Bestaande Obligaties die door marktdeelnemers worden aangeboden en gevraagd op OTC markten, gewogen door het volume Bestaande Obligaties dat wordt aangeboden en gevraagd op dergelijke markten. De referentiekoers berekend door Xxxxxxxxx kan aldus afwijken van de verhandelingskoers van de Bestaande Obligaties zoals die verschijnt op NYSE Euronext Brussels aangezien die koers geen
rekening houdt met een real-time en composietprijswaardering. Op 18 september 2013 bedraagt de verhandelingskoers van de Bestaande Obligaties op NYSE Euronext Brussels 103,01% (de verhandelingskoers van de Bestaande Obligaties op NYSE Euronext Brussels is terug te vinden op het volgende internetadres: xxxxx://xxxxx.xxx.xxx/xx/xxxxxxxx/xxxxx/XX0000000000- XBRU/quotes). De spreiding van deze latente meerwaarde over de looptijd van 7 jaar van de Nieuwe Obligatie vertaalt zich in een stijging van de bruto interest met 0,501% per jaar (d.i. de annuïteit die jaarljks moet worden betaald om 2,963% te betalen over 7 jaar tegen een actualisatievoet van 4,395%, wat de door de markt verwachte interestvoet is van een nieuwe obligatie op 7 jaar a pari uitgegeven door de Vennootschap, zoals berekend in (i)).
(iii) De aanmoedigingspremie die wordt aangeboden om houders aan te sporen hun Bestaande Obligaties in te brengen in het Ruilbod werd door de Vennootschap vastgesteld op 0,150% per jaar.
(iv) De Vennootschap zal een plaatsingsvergoeding van 1,75% van de nominale waarde van elk van de Bestaande Obligaties die worden ingebracht in de context van het Ruilbod betalen aan de Global Coordinator (voor verdeling door de Global Coordinator onder de Dealer Managers en, desgevallend, relevante andere Financiële Tussenpersonen). Deze plaatsingsvergoeding zal worden doorgerekend aan de beleggers in de vorm van een vermindering van de interestvoet. Aangezien de doorrekening aan beleggers de vorm aanneemt van een vermindering van de interestvoet, wordt de doorrekening gespreid over de looptijd van 7 jaar van de Nieuwe Obligatie. Aldus wordt de bruto interest die wordt bekomen door de optelling van (i), (ii) en (iii) verminderd met 0,296% per jaar (0,296% is de annuïteit die jaarlijks moet worden betaald teneinde 1,75% terug te betalen over een periode van zeven jaar, berekend op basis van een jaarlijkse interest van 4,395%).
De Houders van Bestaande Obligaties die hun Bestaande Obligaties inbrengen in het Ruilbod zullen in ruil voor elke Bestaande Obligatie die wordt ingebracht in het Ruilbod met een nominale waarde van 100% een Nieuwe Obligatie met een nominale waarde van 100% ontvangen die een interest oplevert van 4,750% per jaar (bruto), ofwel de som van de vier voornoemde elementen, 4,395% + 0,501% + 0,150% - 0,296%. Het netto actuarieel rendement van de Nieuwe Obligaties, berekend vanuit economisch oogpunt, voor natuurlijke personen met fiscale woonplaats in België (rekening houdend met de directe belastingen die verschuldigd zijn door de beleggers op de datum van dit Prospectus, inclusief de Belgische roerende voorheffing van 25%) bedraagt 3,085% per jaar (berekend op basis van de referentiemarktprijs van de Bestaande Obligaties van 102,963% op 18 september 2013, een uitgifte van de Nieuwe Obligaties op 17 oktober 2013 en onder de veronderstelling dat de Nieuwe Obligaties zullen worden aangehouden vanaf hun uitgifte tot de Vervaldag wanneer ze aan 100% van hun Nominale Waarde zullen worden terugbetaald) (zie Sectie XI van dit Prospectus voor meer informatie met betrekking tot de fiscale behandeling van de Nieuwe Obligaties).
De actuele nettowaarde van de kasstromen van dit Ruilbod tot aan de vervaldag van de Nieuwe Obligaties bedraagt EUR 1.055,03 per Nominale Waarde (berekend op basis van de interestvoet die van toepassing zou zijn indien de Nieuwe Obligaties a pari op een stand-alone basis (met uitsluiting van enige toepasselijke distributievergoeding) zouden zijn uitgegeven)). In een theoretische situatie waar de belegger een Bestaande Obligatie zou verkopen tegen de huidige referentiemarktprijs (zoals vermeld onder (ii) hierboven) en vervolgens zou intekenen op een nieuwe obligatie a pari (vermeerderd met een toepasselijke distributievergoeding van 1,875%) met een looptijd van zeven jaar uitgegeven door Bekaert in de huidige marktomstandigheden zou de actuele nettowaarde van de kasstromen tot aan de vervaldag EUR 1.044,91 per Nominale
Waarde bedragen. Het verschil bedraagt EUR 10,12 (bruto) ten voordele van de houders van Bestaande Obligaties die worden omgeruild in het Ruilbod.
De vervaldag van de Nieuwe Obligaties is 17 oktober 2020, hetgeen ongeveer 6,5 jaar later is dan de vervaldag van de Bestaande Obligaties. Door deelname aan het ruilbod verlengen de Houders van Bestaande Obligaties hun blootstelling aan de Vennootschap met ongeveer 6,5 jaar. Zie hierover risicofactor 1.20 (“Liquiditeitsrisico”) in Sectie I van dit Prospectus.
4. AANVAARDINGSPERIODE EN AANVAARDINGSPROCEDURE
4.1 Aanvaardingsperiode
De Aanvaardingsperiode van het Ruilbod vangt aan op 23 september 2013 en eindigt op 7 oktober 2013, om 16:00 CET.
4.2 Aanvaardingsprocedure
(i) Houders van Bestaande Obligaties kunnen het Ruilbod aanvaarden en hun Bestaande Obligaties omruilen tegen Nieuwe Obligaties door het naar behoren ingevulde en ondertekende aanvaardingsformulier dat doorgaans wordt gebruikt door de relevante Financiële Tussenpersoon, of, indien niet beschikbaar, het formulier dat in dit Prospectus is opgenomen als Bijlage 1 (het “Aanvaardingsformulier”) voor 16:00 CET op de laatste dag van de Aanvaardingsperiode aan de Centralisatieagent, één van de Dealer Managers of een andere Financiële Tussenpersoon over te maken.
Door een Aanvaardingsformulier in te dienen zal de relevante Houder van Bestaande Obligaties, op de datum van de indiening van het Aanvaardingsformulier en Leveringsdatum worden geacht te bevestigen dat, (A) hij of zij deelneemt aan het Ruilbod overeenkomstig Regulation S onder de Securities Act en dat hij of zij niet deelneemt aan het Ruilbod vanuit de Verenigde Staten noch een vertegenwoordiger, lasthebber of andere tussenpersoon is die handelt op een niet-discretionaire basis voor een opdrachtgever die instructies geeft vanuit de Verenigde Staten en (B) zich bevindt
(1) in België of het Groothertogdom Luxemburg of (2) in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte en een gekwalificeerde belegger is voor doeleinden van artikel 3(2)(a) van de Prospectusrichtlijn of op andere wijze toegelaten is om het Ruilbod te aanvaarden in zulke lidstaat. Indien zulke Houder van Bestaande Obligaties zodanige bevestiging niet kan geven dient de Houder van Bestaande Obligaties onmiddellijk contact op te nemen met de Centralisatieagent.
(ii) Het naar behoren ingevulde en ondertekende Aanvaardingsformulier kan kosteloos rechtstreeks aan de loketten van de Dealer Managers, met name BNP Paribas Fortis, KBC en ING of bij de Centralisatieagent, zijnde KBC, worden ingediend. De Bestaande Obligaties waarop het Aanvaardingsformulier betrekking heeft kunnen, met toepassing van de procedures van de relevante financiële instelling worden geblokkeerd naar een andere rekening. Bijgevolg is het mogelijk dat de Houder van Bestaande Obligaties zulke Bestaande Obligaties niet langer meer kan overdragen (tenzij en totdat hij of zij zijn of haar aanvaarding overeenkomstig deze Sectie 4.2(v) en (vi) heeft ingetrokken).
(iii) Indien de Houders van Bestaande Obligaties ervoor opteren om hun Aanvaardingsformulier aan een andere Financiële Tussenpersoon over te maken, dienen zij zich te informeren over de kosten en vergoedingen die deze Financiële Tussenpersonen zouden kunnen aanrekenen en die zij zullen moeten betalen. Deze
Financiële Tussenpersonen zullen desgevallend in ieder geval de procedure omschreven in dit Prospectus moeten naleven. Daarenboven dient elke Houder van Bestaande Obligaties die het Ruilbod aanvaardt de betrokken procedures van zijn Financiële Tussenpersoon (desgevallend met inbegrip van enige instructies met betrekking tot blokkering vereist door dergelijke Financiële Tussenpersoon in verband met de Bestaande Obligaties die worden ingebracht) na te leven. Bijgevolg is het mogelijk dat de Houder van Bestaande Obligaties zulke Bestaande Obligaties niet langer meer kan overdragen (tenzij en totdat hij of zij zijn of haar aanvaarding overeenkomstig deze Sectie 4.2(v) en (vi) heeft ingetrokken).
(iv) Indien de Bestaande Obligaties toebehoren aan twee of meer eigenaars, dient het Aanvaardingsformulier te worden ondertekend door elk van hen. Indien de Bestaande Obligaties bezwaard zijn met een vruchtgebruik, moet het Aanvaardingsformulier gezamenlijk worden ondertekend door de vruchtgebruiker en de naakte eigenaar. Indien de Bestaande Obligaties in pand werden gegeven, moet het Aanvaardingsformulier gezamenlijk worden ondertekend door de eigenaar en de pandhouder, waarbij de pandhouder uitdrukkelijk dient te bevestigen dat hij onherroepelijk en onvoorwaardelijk aan het pand op de betreffende Bestaande Obligaties verzaakt. Indien de Bestaande Obligaties op enige andere wijze zijn bezwaard of het voorwerp uitmaken van enige andere vordering of last, dienen alle begunstigden van dergelijke bezwaring, vordering of belang hoofdelijk het Aanvaardingsformulier ondertekenen en moeten alle dergelijke begunstigden onherroepelijk en onvoorwaardelijk verzaken aan alle dergelijke bezwaringen, vorderingen of belangen met betrekking tot de Bestaande Obligaties.
(v) Houders van Bestaande Obligaties die het Ruilbod hebben aanvaard, kunnen krachtens artikel 25, 1° van het Overnamebesluit hun aanvaarding intrekken, vóór het einde van de Aanvaardingsperiode, d.i. vóór 7 oktober 2013, om 16:00 CET. Dergelijke intrekking van een aanvaarding zal enkel geldig zijn indien de betrokken Houder van Bestaande Obligaties de Financiële Tussenpersoon, bij wie de Houder van Bestaande Obligaties zijn Aanvaardingsformulier heeft ingediend, daarvan vóór het einde van de Aanvaardingsperiode schriftelijk in kennis stelt.
(vi) Houders van Bestaande Obligaties die het Ruilbod hebben aanvaard, kunnen eveneens hun aanvaarding intrekken gedurende een periode van twee werkdagen volgend op de dag waarop een aanvulling bij dit Prospectus werd bekendgemaakt, zelfs indien dergelijke periode zich zou voordoen na het einde van de Aanvaardingsperiode van het Ruilbod (zie pagina 5 “Voorafgaande waarschuwing”). In dergelijke omstandigheden zullen de Dealer Managers verzekeren dat alle Houders van Bestaande Obligaties die het Ruilbod hebben aanvaard, de mogelijkheid krijgen om zulke aanvaarding in te trekken. Dergelijke intrekking van een aanvaarding zal enkel geldig zijn indien de betrokken Houder van Bestaande Obligaties de Financiële Tussenpersoon bij wie de Houder van Bestaande Obligaties zijn Aanvaardingsformulier heeft ingediend daarvan schriftelijk in kennis stelt. Meer specifieke instructies met betrekking tot de procedure voor de intrekking van een aanvaarding volgend op de bekendmaking van een aanvulling op of na de voorlaatste dag van de Aanvaardingsperiode zal worden beschreven in zulke aanvulling. In geval een aanvulling zou worden gepubliceerd op de voorziene Leveringsdatum (d.i. 17 oktober 2013) zouden Houders van Bestaande Obligaties die het Ruilbod hebben aanvaard hun aanvaarding ten laatste kunnen intrekken op 21 oktober 2013 voor 16u00.
(vii) Elke verhoging door de Vennootschap van de tegenprestatie aangeboden in het kader van het Ruilbod krachtens artikel 25, 2° van het Overnamebesluit zal eveneens van toepassing zijn op de Houders van Bestaande Obligaties die hun Bestaande Obligaties reeds hebben ingebracht vóór dergelijke verhoging.
(viii) In geval van een geldig en gunstiger bod, zullen alle Houders van Bestaande Obligaties die hun Bestaande Obligaties reeds hebben ingebracht in het Ruilbod, het recht hebben om hun intrekkingsrecht te gebruiken gedurende de verlengde Aanvaardingsperiode.
5. UITGIFTEPRIJS VAN DE NIEUWE OBLIGATIES
De uitgifteprijs bedraagt 100% (de “Uitgifteprijs”). Dit is echter een theoretische waarde in het kader van het Ruilbod vermits, aangezien het gaat om een ruilbod, de tegenprestatie voor de Nieuwe Obligaties bestaat uit de opgegeven waarde van de Bestaande Obligaties die worden ingebracht in het Ruilbod.
6. TOTAAL BEDRAG IN HOOFDSOM
Het totale bedrag in hoofdsom van de Nieuwe Obligaties is maximum EUR 150.000.000.
Het uiteindelijke totale bedrag in hoofdsom van de Nieuwe Obligaties (het “Totale Bedrag in Hoofdsom”) dat zal worden uitgegeven, zal gelijk zijn aan het totale bedrag in hoofdsom van de Bestaande Obligaties ingebracht in het Ruilbod.
7. BEKENDMAKING VAN DE RESULTATEN VAN HET RUILBOD
De resultaten van het Ruilbod zullen worden bekendgemaakt binnen vijf (5) Werkdagen na het einde van de Aanvaardingsperiode op de website van de Vennootschap (xxx.xxxxxxx.xxx), BNP Paribas Fortis (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx) ING (xxx.xxx.xx, ga naar “Beleggen – Obligaties”) en KBC (xxx.xxx.xx/xxxxxxx).
8. LEVERINGSDATUM EN -DETAILS
De Nieuwe Obligaties zullen worden geleverd en de notering van de Nieuwe Obligaties op NYSE Euronext Brussels zal aanvangen op 17 oktober 2013 (de “Leveringsdatum”). Indien een aanvulling bij dit Prospectus wordt bekendgemaakt (zie pagina 5 “Voorafgaande waarschuwing”) op of na de voorlaatste dag van de Aanvaardingsperiode, kan deze datum gewijzigd worden. Dergelijke wijziging zal desgevallend worden aangekondigd in zulke aanvulling.
De Vennootschap zal op de Leveringsdatum Nieuwe Obligaties uitgeven voor een hoofdsom die gelijk is aan de hoofdsom van de Bestaande Obligaties die in het Ruilbod werden ingebracht. Zodra haar rekening bij de NBB wordt gecrediteerd met zulke Nieuwe Obligaties zal de Agent de Nieuwe Obligaties overschrijven naar de rekeningen van de relevante rechtstreekse deelnemers aan het X/N-Systeem, in ruil voor de Bestaande Obligaties die zijn ingebracht in het Ruilbod. Tegelijkertijd zal de Agent ook de interest die vervallen is sinds 16 april 2013 op de Bestaande Obligaties die zijn ingebracht in het Ruilbod (zijnde EUR 34,027 per ingebrachte Bestaande Obligatie) overschrijven naar de relevante financiële instellingen. De Nieuwe Obligaties en, desgevallend, de vervallen interest zullen dan worden overgedragen aan de Houders van Bestaande Obligaties die deelnemen aan het Ruilbod door middel van de relevante financiële instelling.