DEEL I
Standaardbestek 270
DEEL I
Administratieve en contractuele bepalingen
INHOUDSTAFEL
2 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 4
Art. 6 §3 Gebruik elektronische middelen 5
Art. 7 §1 Technische specificaties en normen algemeen 5
Art. 9 §2 Indiening van varianten 5
Art. 18 Keurings- en opleveringskosten 5
Art. 19 §1 Elementen die in de prijzen begrepen zijn 6
Art. 21 §2 Controle ter plaatse 8
Art. 57 Verbintenistermijn voor de inschrijvers 9
Art. 60 Administratieve vereenvoudiging 9
Art. 61 §4 Uitsluitingscriteria 9
Art. 74 Beroep op draagkracht andere entiteiten 10
Art. 80 Vorm van de offerte 10
Art. 81 Inhoud van de offerte 10
Art. 83 Samenvattende opmeting 10
Art. 89 Prijsopgave en percelen 11
Art. 90 §1 Indiening offertes 11
Administratieve voorschriften voor alle aannemingen van werken, leveringen of diensten 13
Art. 33 Vrijgave van de borgtocht 15
Art. 35 Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid 16
Art. 36 Detail- en werktekeningen opgemaakt door de opdrachtnemer 16
Art. 42 Voorafgaande keuringen 17
Art. 44 In gebreke blijven en sancties 18
Art. 45 §1 Bijzondere straffen 19
Art. 55 Schadevergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbestedende overheid 19
Art. 58 Verificaties ter plaatse van de boekhoudkundige stukken 19
Art. 65, §3 Waarborgtermijn 20
Art. 69 Intrest voor laattijdige betaling 22
2.3.1 Specifieke bepalingen voor aannemingen van werken 22
Art. 76 Uitvoeringstermijnen 22
Art. 79 Organisatie van de bouwplaats 23
Art. 80 Wijzigingen aan de opdracht 26
Art. 84 Aansprakelijkheid van de opdrachtnemer 27
Art. 90 Vondsten tijdens de werken 27
Art. 95 Betalingen van werken 27
2.3.2 Specifieke bepalingen voor aannemingen van leveringen 27
Art. 115 Gedeeltelijke bestellingen 27
Art. 118 Leveringsmodaliteiten 28
Artikel 120 Nazicht van de levering 30
Art. 121§2 Wijzigingen aan de opdracht 31
Art. 127 Betalingen van leveringen 31
2.3.3 Specifieke bepalingen voor aannemingen van diensten 31
Art. 146 Uitvoeringsmodaliteiten 31
Art. 150 Nazicht van de diensten 34
Art. 151§2 Wijzigingen aan de opdracht 34
Art. 156 Oplevering van de opdracht 34
Art. 160 Betalingen van diensten 35
1 ALGEMEEN
De nummers van de artikelen waarnaar verwezen wordt, stemmen overeen met de nummers van de artikelen uit:
• de wet van 15.06.2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, hierna genoemd “de wet”;
• het koninklijk besluit van 15.07.2011 plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren, hierna genoemd “het KB plaatsing”;
• het koninklijk besluit van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, hierna genoemd “AUR”.
Dit standaardbestek bevat een afwijking van de artikelen van het koninklijk besluit van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken:
• Art. 44 (In gebreke blijven en sancties);
• Art. 55 (Schadevergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbestedende overheid);
• Art. 95/127/160 (Betalingen).
2 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
2.1 Administratieve voorschriften bij toepassing van de wet van 15.06.2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (BS 15 februari 2007)
Art. 7 Betalingen
De voorraden die aangelegd zijn voor de uitvoering en die door de aanbestedende overheid zijn goedgekeurd, worden niet beschouwd als verstrekte en aanvaarde prestaties zolang deze voorraden niet op de plaats van verwerking zijn toegekomen tenzij andersluidende beslissing van de leidend ambtenaar.
2.2 Administratieve voorschriften bij toepassing van het Koninklijk Besluit van 15.07.2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren (BS 09 augustus 2011)
Art. 6 §3 Gebruik elektronische middelen
De aanbestedende overheid staat het gebruik van elektronische middelen toe voor het uitwisselen, in de loop van de procedure, van schriftelijke stukken, andere dan offertes. Deze communicatie gebeurt enkel rechtsgeldig via het e-mailadres vermeld in de opdrachtdocumenten.
Art. 7 §1 Technische specificaties en normen algemeen
Naast de wettelijke en reglementaire voorschriften zijn de volgende documenten van toepassing op de opdrachten onderhevig aan dit Standaardbestek:
• de technische bepalingen van het Standaardbestek 270 versie 3.0 (hoofdstukken 40 tot en met 53);
• de technische bepalingen van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw van toepassing één maand voor de openingszitting;
• de technische bepalingen van het Standaardbestek 260 voor kunstwerken en waterbouw van toepassing één maand voor de openingszitting.
In geval van tegenstrijdigheden tussen de vermelde standaardbestekken geldt de hierna volgende hiërarchie:
1. Standaardbestek 270;
2. Standaardbestek 250;
3. Standaardbestek 260.
De opdrachtdocumenten vermelden de overige documenten die op de opdracht van toepassing zijn. De opdrachtdocumenten vermelden eveneens waar de documenten kunnen geraadpleegd worden. Elke verwijzing naar typevoorschriften dient te worden gelezen als aangevuld met “of gelijkwaardig”.
De wijzigingsberichten die zes kalenderdagen voor de datum, bepaald voor de ontvangst van de offertes, in het Bulletin der Aanbestedingen en desgevallend in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn verschenen, maken integraal deel uit van de contractuele bepalingen. De inschrijver wordt geacht hiervan kennis te hebben genomen en ermee rekening te hebben gehouden bij het opstellen van zijn offerte.
Art. 9 §2 Indiening van varianten
Indien varianten zijn toegestaan of worden opgelegd, dienen zowel de basisofferte als elke variante via een afzonderlijk offerteformulier en samenvattende opmeting of inventaris te worden ingediend.
Art. 16 Allerlei heffingen
De belasting over de toegevoegde waarde wordt in een afzonderlijke post van de samenvattende opmeting of inventaris vermeld en wordt bij de prijs van de offerte gevoegd.
Art. 18 Keurings- en opleveringskosten
De opdrachtdocumenten bepalen wie de keuringskosten zal dragen.
De kosten van de prestaties die in verband met de opleveringen door derden worden geleverd, worden ten laste van de opdrachtnemer aangerekend tegen de door deze derden gefactureerde kostprijs. De kosten van de prestaties die de opdrachtnemer in verband met de oplevering zelf uitvoert, blijven te zijnen laste.
Art. 19 §1 Elementen die in de prijzen begrepen zijn
De opdrachtnemer is verplicht op zijn kosten alle ondergeschikte werken en leveringen uit te voeren die niet expliciet vermeld zijn in een post van de samenvattende opmeting of inventaris, maar die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht zoals bepaald in de opdrachtdocumenten, en/of voor de uitvoering van die post.
Alle kosten inherent aan de uitvoering van de algemene maatregelen zoals voorzien in artikel 79 van de AUR, zijn voor rekening van de opdrachtnemer, tenzij anders bepaald in de opdrachtdocumenten.
De kosten van het lossen en van het stapelen en van de nodige werfsignalisatie op de plaats van de levering zijn voor rekening van de opdrachtnemer, mits de opdrachtdocumenten de juiste plaats van levering en de toegangswijzen vermelden.
Het tijdelijk stockeren van uitgegraven bodem binnen de werf is voor rekening van de opdrachtnemer, tenzij hiervoor een afzonderlijke post voorzien is.
De kosten voor de opmaak van alle detail- en werktekeningen die tijdens de uitvoering nodig zijn, zijn voor rekening van de opdrachtnemer, tenzij daarvoor een afzonderlijke post wordt voorzien.
Alle kosten van verzekeringen zijn voor rekening van de opdrachtnemer, met uitzondering van de verzekeringspolis “Algemene Bouwplaats-Risico’s” en de verzekeringspolis voor de 10-jarige aansprakelijkheid waarvoor een afzonderlijke post wordt voorzien in de samenvattende opmeting of inventaris.
De aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van de intellectuele eigendomsrechten waarvan de opdrachtnemer niet de eigendomsrechten heeft, zijn voor rekening van de opdrachtnemer, tenzij anders bepaald in de opdrachtdocumenten.
Volgende kosten zijn eveneens voor rekening van de opdrachtnemer, tenzij hiervoor een aparte post in de samenvattende opmeting of inventaris werd voorzien:
• het aanpassen van de fasering en planning van de werken aan de definitieve verplaatsingen van nutsleidingen die nog tijdens de uitvoering van de werken dienen te gebeuren;
• het werken met de nodige en wettelijke voorzorgsmaatregelen en voorzichtigheid in de omgeving van nutsleidingen en hun bijhorende installaties, alsook de eventuele peilingen om deze voorzorgsmaatregelen wat te kunnen verminderen;
• de eventueel vereiste bescherming van de bestaande en te behouden nutsleidingen en hun bijhorende installatie.
De kosten voor het plaatsen, ter beschikking stellen en wegnemen van de nodige signalisatie zijn niet in de prijzen inbegrepen en worden afzonderlijk vergoed, tenzij anders bepaald in de opdrachtdocumenten.
Art. 20 §1 Prijsherziening
Algemeen
Het prijsherzieningsmechanisme voor elektrische en elektromechanische uitrustingen wordt gerealiseerd door toepassing van volgende parametrische formule:
⎧
⎪
⎪a1
p = P
sem Sem
+ a2
nace _ 2500
NACE _ 2500
+ a3
nace _ 2600 ⎫
+
NACE _ 2600 ⎪
⎨
⎪
⎪a4
⎩
nace _ 2700
NACE _ 2700
+ a5
⎬
nace _ 2800 + c ⎪
NACE _ 2800 ⎪⎭
De symbolen van de bovenvermelde formule hebben de volgende betekenis:
Symbool | Beschrijving |
P | de herziene prijs, geldig voor de prestatieperiode |
P | de oorspronkelijke prijs, geldig op het moment van opening of uiterste indiening van de offerte |
a1 tot a5 | de wegingscoëfficiënten |
sem | de prijsherzieningsparameter voor het loon van een hulpwerkman-elektricien (PSC 149.01), afgerond tot 4 cijfers na de komma, terug te vinden als PDF bestand onder “Lonen, sociale lasten en verzekering – Elektriciens” op de website: xxxx://xxxxxxxx.xxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxxxx_xxxx/xxxxx herzieningsindexen/ Referentietermijn van de parameter: het uurloon van kracht op aanvangsdatum van de prestatieperiode |
Sem | de prijsherzieningsparameter voor het loon van een hulpwerkman-elektricien (PSC 149.01), afgerond tot 4 cijfers na de komma, terug te vinden als PDF bestand onder “Lonen, sociale lasten en verzekering – Elektriciens” op de website: xxxx://xxxxxxxx.xxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx_xxxxxxxx/xxxxxxxxx_xxxx/xxxxx herzieningsindexen/ Referentietermijn van de parameter: het uurloon van kracht 10 kalenderdagen vóór opening of uiterste indiening offerte |
nace_xxxx | de prijsherzieningsparameters voor materialen, afgerond tot 1 cijfer na de komma, uitgegeven door FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, terug te vinden op de website xxxx://xxxxxxx.xxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/ Referentietermijn van de parameter: het indexcijfer van kracht één maand voor de aanvangsdatum van de prestatieperiode |
Symbool | Beschrijving |
NACE_XXX X | de prijsherzieningsparameters voor materialen, afgerond tot 1 cijfer na de komma, uitgegeven door FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, terug te vinden op de website xxxx://xxxxxxx.xxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/ Referentietermijn van de parameter: het indexcijfer van kracht 1 maand vóór opening of uiterste indiening offerte |
nace_2500 NACE_2500 | de prijsherzieningsparameter voor de vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten (binnenlandse markt) |
nace_2600 NACE_2600 | de prijsherzieningsparameter voor de vervaardiging van informaticaproducten en elektronische en optische producten (binnenlandse markt) |
nace_2700 NACE_2700 | De prijsherzieningsparameter voor de vervaardiging van elektrische apparatuur (binnenlandse markt) |
nace_2800 NACE_2800 | De prijsherzieningsparameter voor de vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g (binnenlandse markt) |
C | de vaste term, het gedeelte van de prijs dat niet voor prijsherziening in aanmerking komt |
en:
5
� 𝑎𝑖 + 𝑐 = 1
𝑖=1
Toepassingsmodaliteiten
Vaste herzieningsfrequentie
De prestaties worden maandelijks herzien (d.w.z. vaste herzieningsfrequentie van één maand).
De herzieningsperiodes vallen samen met de in artikel 66 van de AUR en in dit bestek bepaalde betalingsperiodes.
Voor de berekening van de prijsherziening wordt voor iedere prestatie in de staat van prestaties nagegaan binnen welke herzieningsperiode de prestatie aanvangt. De startdatum van de bekomen herzieningsperiode is de referentiedatum waarop de referentietermijn van iedere parameter in de prijsherzieningsformule zal worden toegepast. De bekomen datum bepaalt welke paramaterwaarde zal worden gebruikt in de berekening van de prijsherziening.
In deze situatie is de prestatieperiode (= periode waarbinnen de prestaties worden uitgevoerd) gelijk aan de vorderingsstaatperiode (= periode die de prestaties die in aanmerking voor betaling komen bundelt), met name 1 maand.
Art. 21 §2 Controle ter plaatse
De aanbestedende overheid heeft het recht één of meerdere personen aan te wijzen, die de boekhoudkundige stukken verifiëren en ter plaatse onderzoeken uitvoeren om de juistheid van de door de inschrijver verstrekte inlichtingen te onderzoeken.
Art. 53 §1 Taalgebruik
De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie met de aanbestedende overheid.
Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de aanbestedende overheid een vertaling eisen. De vertaling gebeurt op kosten van de inschrijver. De vertaling is het enige rechtsgeldige document.
Art. 57 Verbintenistermijn voor de inschrijvers
De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderdtwintig (120) kalenderdagen, ingaande de dag na de zitting voor de opening van de offertes, tenzij anders bepaald in de opdrachtdocumenten.
Art. 60 Administratieve vereenvoudiging
§1 De aanbestedende overheid vraagt voor de Belgische inschrijvers zelf de volgende documenten op:
1. Attest inzake sociale zekerheid;
2. Attest niet-faillissement;
3. Bewijs van erkenning;
4. Fiscaal attest inzake directe belastingen en BTW.
§2 De inschrijver voegt de gevraagde inlichtingen en documenten bij zijn inschrijving, ongeacht of hij deze inlichtingen en documenten reeds bij een vroegere procedure aan de aanbestedende overheid heeft voorgelegd of niet.
Art. 61 Toegangsrecht
De niet-naleving van strafrechtelijk sanctioneerbare milieu- en sociale wetgeving kan worden geacht een misdrijf te zijn dat de professionele integriteit aantast. Van zodra deze wordt vastgelegd in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest kan deze worden aangewend als uitsluitingsgrond, ongeacht de stand van de procedure. Onder sociale wetgeving wordt onder meer verstaan:
• het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid; de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde, door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen;
• de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, meer bepaald hoofdstuk Vbis. Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Art. 61 §4 Uitsluitingscriteria
Door in te schrijven verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden zoals bedoeld in artikel 61 §1 en §2.
De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor om de attesten die de niet- uitsluiting bewijzen op te vragen ongeacht het moment van de procedure voor de sluiting van de opdracht.
Art. 64 Belangenvermenging
Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van belangenvermenging zoals bedoeld in artikel 64 te bevinden.
Art. 74 Beroep op draagkracht andere entiteiten
Als de inschrijver zicht beroept op de draagkracht van andere entiteiten, moet de behoorlijk ondertekende en gedagtekende verbintenis met deze entiteit bij de offerte gevoegd worden. Deze verbintenis vermeldt steeds voor welk gedeelte de inschrijver beroep doet op de draagkracht van de andere entiteit.
Het is de inschrijver niet toegelaten een beroep te doen op de draagkracht van andere entiteiten wanneer aan deze laatste het toegangsrecht is ontzegd op grond van artikel 21 van de wet.
Art. 80 Vorm van de offerte
De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte en zijn samenvattende opmeting of inventaris moet invullen op de bij de opdrachtdocumenten gevoegde formulieren.
Art. 81 Inhoud van de offerte
Bij het offerteformulier dienen de volgende documenten te worden gevoegd:
1. De samenvattende opmeting (artikel 83) of inventaris (artikel 84);
2. Alle documenten die bij de inschrijving moeten gevoegd worden conform de opdrachtdocumenten;
3. De bewijzen dat de personen, die de offerte ondertekenden, statutair of bij volmacht bevoegd zijn om de bedrijven geldig in en buiten rechte te vertegenwoordigen (artikel 82 §3). Dit gebeurt naargelang de rechtsvorm van de bedrijven door het bijvoegen van één van de volgende documenten:
a) uittreksel of kopie van de statutaire clausule i.v.m. de vertegenwoordigingsbevoegdheid en een kopie van de akte of afschrift van de notulen van de algemene vergadering, zoals verschenen in het B.S., houdende benoeming van de bestuurders;
b) volmacht om het bedrijf te vertegenwoordigen of om bevoegdheid door te geven aan een ander persoon;
c) voorleggen van benoemingsbesluit van zaakvoerder;
d) andere documenten ter staving van de bevoegdheid;
Art. 83 Samenvattende opmeting
In de samenvattende opmeting gaat de post vergezeld:
a) van de vermelding “GP”, globale prijs, als de hoeveelheid niet aangegeven is;
b) van de vermelding “VH”, vermoedelijke hoeveelheid;
c) van de vermelding “FH”, forfaitaire hoeveelheid;
d) van de vermelding “VS”, voorbehouden som;
e) van de vermelding “GS”, geraamde som;
De vermoedelijke hoeveelheden mogen niet verbeterd worden in de samenvattende opmeting zelf, maar enkel in een apart document vergezeld van een verantwoording.
Voorbehouden som
Indien een voorbehouden som voor onvoorziene prestaties is voorzien, dan is dit bedrag gereserveerd voor leveringen en werken voor de uitvoering van aanpassingen aan onverwachte situaties of oplossingen van ad hoc problemen die niet vooraf konden worden vastgesteld en waarvoor geen specifieke posten in de samenvattende opmeting voorzien zijn. Meer bepaald gaat het over montagewerken, graafwerken, bijkomende leveringen en bijkomende toestellen voor de besturing.
Op de onder deze post in rekening gebrachte bedragen voor geleverde materialen en prestaties van onderaannemers, wordt een coëfficiënt voor onkosten en winst in rekening gebracht die overeenstemt met de omzendbrief MOW/2006/01.
De voorbehouden som geeft de opdrachtnemer geen recht op enige bestelling, noch op het bedrag dat eventueel besteld wordt. Het is enkel een indicatie van het budget dat voor dergelijke uitgaven gereserveerd is. De aanbestedende overheid beslist over de uitgaven die met deze post betaald worden.
Art. 84 Inventaris
In de inventaris gaat de post vergezeld:
a) van de vermelding “GP”, globale prijs, als de hoeveelheid niet aangegeven is;
b) van de vermelding “VH”, vermoedelijke hoeveelheid;
c) van de vermelding “FH”, forfaitaire hoeveelheid;
d) van de vermelding “VS”, voorbehouden som;
e) van de vermelding “GS”, geraamde som;
Voorbehouden som
Indien een voorbehouden som voor onvoorziene prestaties is voorzien, dan is dit bedrag gereserveerd voor leveringen en werken voor de uitvoering van aanpassingen aan onverwachte situaties of oplossingen van ad hoc problemen die niet vooraf konden worden vastgesteld en waarvoor geen specifieke posten in inventaris voorzien zijn. Meer bepaald gaat het over montagewerken, graafwerken, bijkomende leveringen en bijkomende toestellen voor de besturing.
Op de onder deze post in rekening gebrachte bedragen voor geleverde materialen en prestaties van onderaannemers, wordt een coëfficiënt voor onkosten en winst in rekening gebracht die overeenstemt met de omzendbrief MOW/2006/01.
De voorbehouden som geeft de opdrachtnemer geen recht op enige bestelling, noch op het bedrag dat eventueel besteld wordt. Het is enkel een indicatie van het budget dat voor dergelijke uitgaven gereserveerd is. De aanbestedende overheid beslist over de uitgaven die met deze post betaald worden.
Art. 85, 1 Interpretatie
In geval van tegenstrijdigheden tussen het bestek en de gebruikte genormaliseerde post in de opmeting/inventaris, heeft de opmeting/inventaris voorrang.
Art. 88 Prijsopgave
Bij vermoedelijke hoeveelheden moeten de eenheidsprijzen tot op 5 decimalen na de komma worden afgerond. De totaalprijzen voor deze posten moeten worden afgerond tot op 2 decimalen na de komma.
Bij een globale prijs moet worden afgerond tot op 2 decimalen na de komma.
Art. 89 Prijsopgave en percelen
Het is niet toegestaan prijskortingen of verbeteringsvoorstellen aan te bieden in geval meerdere of alle percelen aan één en dezelfde inschrijver worden toegekend.
Art. 90 §1 Indiening offertes
De offertes moeten elektronisch worden ingediend via de e-tendering-website: xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 52 §1 KB Plaatsing.
Meer informatie kan verkregen worden op de website xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of via de e- procurement helpdesk op het nummer x00 (0)0 000 00 00.
De met elektronische middelen ingediende offertes moeten worden opgemaakt in een afdrukbaar PDF- formaat. De maximale grootte per document is 80 MB. Een te groot document kan worden opgesplitst in meerdere deeldocumenten. Het geheel van alle documenten mag evenwel niet groter zijn dan
350 MB.
De samenvattende opmeting of inventaris wordt via een Excel-bestand ter beschikking gesteld. De inschrijver maakt gebruik van dit bestand voor het invullen van zijn samenvattende opmeting of inventaris. Aan dit bestand mogen geen wijzigingen worden aangebracht met uitzondering van het invullen van de grijze invulvelden. De inschrijver dient het ingevulde Excel-document te converteren naar een afdrukbaar pdf-bestand. Zowel het Excel- als het pdf- bestand moeten worden opgeladen en ingediend via e-tendering. Bij tegenstrijdigheid tussen
beide bestanden, wordt het pdf bestand geacht de werkelijke bedoeling van de inschrijver te zijn en is het pdf bestand aldus het enige rechtsgeldige.
U kunt als buitenlandse inschrijver de offerte en alle bijhorende documenten ondertekenen met een gekwalificeerd certificaat dat u kunt aankopen via een private actor en dat door de applicatie herkend wordt als een geldig certificaat dat geschikt is voor het plaatsen van een wettelijke digitale handtekening ofwel met een elektronisch middel, aangekocht bij een private actor en waarvan zij zelf garanderen dat dit voldoet aan alle wettelijke voorwaarden:
• Gekwalificeerde certificaten, die geschikt zijn voor het plaatsen van een wettelijke digitale handtekening, kunnen aangekocht worden bij private actoren. Voor meer informatie over deze private actoren kunt u terecht op x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx of x00 (0)0 000 00 00.
Er dient wel te worden opgemerkt dat het enige tijd in beslag kan nemen vooraleer u de drager met uw gekwalificeerd certificaat ontvangt.
• Wanneer de buitenlandse inschrijver een eigen elektronisch middel gebruikt om de handtekening te plaatsen, garandeert hij zelf dat deze handtekening voldoet aan de voorwaarden van artikel 52 §1, 1°. Deze elektronische handtekening moet aldus conform zijn met de regels van het Europees, en het daarmee overeenstemmend nationaal, recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening.
Gelieve ook alle nuttige informatie over het gebruikte elektronische middel aan de offerte toe te voegen opdat de aanbestedende overheid kan nagaan of het gebruikte elektronische middel geldig is en conform is met de bepalingen in de regelgeving.
Er mag geen gebruik worden gemaakt van een dubbele elektronische zending noch van een veiligheidskopie.
Indien in de opdrachtdocumenten de indiening van bepaalde maquettes modelstukken of monsters wordt gevraagd en deze stukken zijn niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen over te maken, mogen de inschrijvers de vereiste maquettes, modelstukken of monsters op niet-digitale wijze aan de aanbestedende overheid bezorgen. Deze stukken dienen vóór de opening van de offertes bij de aanbestedende overheid toe te komen met een duidelijke verwijzing naar de betrokken overheidsopdracht en de offerte waarvoor ze worden ingediend.
Belangrijk bericht voor opdrachten in percelen: Indien de inschrijver wenst in te schrijven voor meerdere percelen, heeft hij de verplichting voor elk perceel afzonderlijk een inschrijvingsbiljet en samenvattende opmeting of inventaris te bezorgen. Voor de overige gevraagde bijlagen kan hij één dossier indienen, met dien verstande dat de overige documenten die specifiek per perceel verschillend zijn, afzonderlijk worden ingediend.
Dezelfde werkwijze wordt gehanteerd wanneer de inschrijver varianten aan zijn inschrijving toevoegt.
2.3 Administratieve voorschriften bij toepassing van het Koninklijk Besluit van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (BS 14 februari 2013)
In hoofdstuk 40 zijn aanvullende bepalingen bij het Koninklijk Besluit van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (BS 14.02.2013) opgenomen. Deze bepalingen dienen samen met de onderstaande bepalingen gelezen te worden.
Administratieve voorschriften voor alle aannemingen van werken, leveringen of diensten
Art. 11 Leidend ambtenaar
De leidend ambtenaar is de vertegenwoordiger en de woordvoerder van de aanbestedende overheid in haar betrekking met de opdrachtnemer.
Indien de leiding van en het toezicht op de uitvoering worden toevertrouwd aan een ambtenaar (zowel contractueel als statutair) van de aanbestedende overheid, bestaat het mandaat van de leidend ambtenaar enkel uit:
• de technische en administratieve opvolging van de prestaties, inbegrepen de goedkeuring van de detail- en werktekeningen en de berekeningsnota’s, tot en met de definitieve oplevering;
• de keuring van de producten en/of prestaties, zowel de a priori als de a posteriori keuring;
• het nazicht van de vorderingsstaten en van de facturen;
• het opstellen van de processen-verbaal;
• de voorlopige en definitieve oplevering;
• het instaan voor het bestendig toezicht op de prestaties.
Indien de leiding van en het toezicht op de uitvoering worden toevertrouwd aan een persoon buiten de aanbestedende overheid, wordt de draagwijdte van zijn mandaat omschreven in de opdrachtdocumenten of de sluiting van de opdracht.
De werfcontroleur is eveneens bevoegd om processen-verbaal van vaststelling op te stellen en te ondertekenen. Deze processen-verbaal worden door de leidend ambtenaar overgemaakt aan de opdrachtnemer.
Art. 12 Onderaannemers
De opdrachtnemer deelt aan de leidend ambtenaar schriftelijk de naam van zijn eventuele onderaannemers mee. Hij doet dat ten minste 15 kalenderdagen vóór de aanvang van de overeenstemmende werken, behalve in geval van hoogdringendheid waarbij deze termijn van 15 kalenderdagen kan ingekort worden.
De opdrachtnemer dient daarbij het bewijs voor te leggen dat de betrokken onderaannemer voldoet aan de wetgeving inzake de erkenning van aannemers voor dat deel van de opdracht dat die onderaannemer zal uitvoeren.
Xxxxxx dat bewijs niet is overgelegd, mag een onderaannemer de werkzaamheden niet aanvatten.
De onderaannemer moet tijdens de uitvoering van het hem toevertrouwde deel van de opdracht in het bezit zijn van de vereiste erkenning.
In geval van door de opdrachtnemer uit te voeren studies, is het de opdrachtnemer niet toegelaten zich na de sluiting tot een ander burgerlijk ingenieur of ingenieursbureau te wenden, tenzij een gelijkwaardige ingenieur of ingenieursbureau wordt voorgesteld, waarvan de gelijkwaardigheid vooraf en schriftelijk wordt aanvaard door de aanbestedende overheid.
Art. 18 Vertrouwelijkheid
De opdrachtnemer en zijn medewerkers zijn gebonden door discretieplicht met betrekking tot informatie waarvan zij kennis krijgen bij het ontvangen van de opdrachtdocumenten en bij de uitvoering van de opdracht. Die informatie kan in geen geval zonder schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid meegedeeld worden aan derden. De gekozen opdrachtnemer mag deze opdracht wel opgeven als referentie.
Art. 24 §1 Verzekeringen
1. Aansprakelijkheden
De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor alle roerende en onroerende goederen welke rechtstreeks of onrechtstreeks in betrekking staan met zijn werk, zijn personeel, zijn materieel en alle schade aan derden in de breedste zin van het woord.
De verantwoordelijkheden van de opdrachtnemer ten overstaan van de opdrachtgever en/of zijn aangestelden en/of zijn gevolmachtigden zijn vastgesteld door het Belgisch Burgerlijk Wetboek.
In zijn hoedanigheid van bouwvakman draagt de opdrachtnemer de technische verantwoordelijkheid. Bijgevolg is hij verplicht de opdrachtgever en/of zijn aangestelden en/of zijn gevolmachtigden te verwittigen van abnormale en/of met de bouwtechnieken strijdige schikkingen die op de opdrachtdocumenten zouden voorkomen of in de documenten die tijdens of voor de werken aan hem werden overhandigd. Bij ontstentenis van melding hiervan draagt de opdrachtnemer de volledige verantwoordelijkheid.
Alle schade aan derden, inbegrepen de schade voortspruitend uit de toepassing van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, is voor rekening van de opdrachtnemer en zal door de opdrachtnemer op zijn eigen kosten vergoed of hersteld worden.
De opdrachtnemer zal de opdrachtgever verdedigen, vrijstellen en vergoeden van en tegen alle verliezen, kosten, uitgaven en klachten van welke aard ook, inbegrepen deze op basis van artikel 544, geleden of ingesteld door derden wegens en/of bij gelegenheid van de uitvoering van de werken zoals ze beschreven zijn in de opdrachtdocumenten en/of de aanhangsels hieraan.
2. Verzekeringen
Onverminderd de aansprakelijkheden van de opdrachtnemer, zoals bepaald in artikel 84 KB AUR, verbindt de opdrachtnemer zich ertoe de hierna genoemde verzekeringspolissen af te sluiten.
Wanneer in de samenvattende opmeting een afzonderlijke post/afzonderlijke posten voorzien is/zijn voor het afsluiten van verzekeringspolissen “alle bouwplaatsrisico’s” en “tienjarige aansprakelijkheid”, dan zullen deze polissen beantwoorden aan de hiernavolgende bepalingen in art. 1.4 en 1.5. Bij ontstentenis van deze afzonderlijke post/posten beperkt de verplichting van de opdrachtnemer zich tot de voorzieningen van artikel 24, §1 AUR.
De polissen moeten voldoen aan de bepalingen van de wet op de landverzekeringsovereenkomst. De polissen moeten een clausule bevatten, die bepaalt dat elke schorsing, verbreking, opzegging of vervallenverklaring van het verzekeringscontract door de verzekeraar onmiddellijk per aangetekend schrijven ter kennis wordt gebracht van de aanbestedende overheid. De schorsing kan ten vroegste 5 werkdagen na kennisgeving ingaan.
De polissen moeten een clausule bevatten die bepaalt dat de verzekeringsmaatschappij zich, na uitkering, in geen enkel geval tot de aanbestedende overheid kan richten om de gedane uitkering te verhalen.
De vermelde te verzekeren kapitalen houden geen beperking van verantwoordelijkheid in. Alle hiernavermelde uitgesloten risico’s, bedragen van de vrijstellingen en schadevergoedingen die de verzekerde kapitalen overtreffen (zelfs indien gebaseerd op art. 544 BW), blijven ten laste van de betrokken opdrachtnemers en kunnen onder geen enkel beding gerecupereerd of verhaald worden bij de aanbestedende overheid.
De opdrachtnemer legt voor de aanvang van de werken, via een attest, het bewijs voor dat de polissen vermeld onder 1.1, 1.2, 1.3 en desgevallend 1.4 afgesloten zijn conform de onderstaande bepalingen. Voor elke dag vertraging wordt een dagelijkse straf toegepast zoals bepaald in artikel 45.
Op eenvoudig verzoek van de aanbestedende overheid levert de opdrachtnemer het bewijs van premiebetaling.
2.1 Arbeidsongevallen
De waarborg geldt voor de ongevallen van het personeel van de opdrachtnemer tijdens de uitoefening van hun activiteit op de bouwplaats en voor de ongevallen op de weg van en naar het werk.
Deze polis voorziet uitdrukkelijk een afstand van verhaal van de verzekeraar ten overstaan van de aanbestedende overheid en/of zijn aangestelden en/of zijn gevolmachtigden.
2.2 Burgerlijke Aansprakelijkheid
Het minimaal verzekerde kapitaal per schadegeval bedraagt: 1.250.000,00 euro voor lichamelijk letsel, stoffelijke schade en immateriële gevolgschade gemengd voor schade aan derden gebaseerd op de artikelen 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek.
Volgende dekkingen dienen, naast de klassieke basisdekkingen, minimaal in de polis voorzien te zijn:
• voor de schade gebaseerd op artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, inbegrepen voor de contractuele overdracht, een dekking van minimum 500.000 euro per schadegeval inbegrepen in het kapitaal zoals hierboven vermeld
• zonder sublimiet, de schade veroorzaakt door trillingen, de verlaging van de grondwaterstand, het wegnemen, ontbreken of verzwakken van steunen en alle gevolgen ervan
• zonder sublimiet, de schade aan alle leidingen, kabels, kanalisaties, al dan niet ondergronds, en alle gevolgen van deze schade
• zonder sublimiet, de schade veroorzaakt door het materieel van de opdrachtnemer en door het door hem gehuurd materieel
• zonder sublimiet, de schade veroorzaakt door niet-geïmmatriculeerde (werf)voertuigen, bouwplaats- en hijstoestellen
• de waarborg toevertrouwd voorwerp: verzekerd kapitaal van minimum 250.000,00 euro per schadegeval. Onder toevertrouwd voorwerp moet verstaan worden de goederen, zowel roerende als onroerende, dewelke aan de opdrachtnemer zijn toevertrouwd, waaraan op het ogenblik van de schade gewerkt wordt. De andere goederen, zowel roerende als onroerende, eigendom van de aanbestedende overheid of waarvoor zij verantwoordelijk is, waaraan op het ogenblik van de schade niet gewerkt wordt, moeten beschouwd worden als zijnde van derden.
• voor schade door brand, vuur, rook, ontploffing en water wordt een minimum verzekerd kapitaal van 1.250.000,00 euro voorzien.
De in de polis voorziene vrijstellingen mogen maximum 5.000,00 euro per schadegeval bedragen voor andere dan letselschade.
2.3 Motorrijtuigen
Een verzekering overeenkomstig de wet van 21 november 1989 voor alle geïmmatriculeerde voertuigen die toegang hebben tot de werf. Niet-geïmmatriculeerde (werf)voertuigen, bouwplaats- en hijstoestellen die enkel ingezet worden op de afgesloten werf, dienen verzekerd te zijn onder de polis Burgerlijke Aansprakelijkheid (zie punt 1.2).
Art. 33 Vrijgave van de borgtocht
Bij herstellingswerken binnen het laatste jaar van de waarborgtermijn bepaalt de aanbestedende overheid het bedrag van de borgtocht dat behouden blijft tot het einde van de bijkomende waarborgtermijn van deze herstellingswerken.
Art. 35 Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid
In verband met de voorwaarden voor het gebruik van de plannen, documenten van de opdracht wordt verduidelijkt dat de aanduidingen op de tekeningen betreffende de bestaande toestand slechts bij wijze van inlichtingen gegeven worden. De opdrachtnemer is ertoe gehouden zich vooraf persoonlijk te vergewissen over de uitvoeringsvoorwaarden van zijn prestaties.
De plannen, documenten en voorwerpen gemaakt en/of ter beschikking gesteld door de aanbestedende overheid, mogen door de opdrachtnemer niet worden gereproduceerd, noch voor enig ander gebruik dan in het kader van de uitvoering van de opdrachten aangewend worden, dan met de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden verbonden worden.
Art. 36 Detail- en werktekeningen opgemaakt door de opdrachtnemer
De opdrachtdocumenten vermelden welke detail- en werktekeningen door de opdrachtnemer moeten opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd worden.
De detail- en werktekeningen, alsook het as-builtdossier, worden opgemaakt conform de bepalingen van 40-3.
Art. 41 Soorten keuringen
De opdrachtdocumenten vermelden de instanties die als onafhankelijke instantie, zoals bedoeld in artikel 41, tweede lid van de AUR erkend zijn. Daar waar in het standaardbestek nog sprake is van “onafhankelijke instantie” worden uitsluitend de in de opdrachtdocumenten vermelde instellingen bedoeld of eventueel instellingen van een lidstaat van de Europese Unie waarvoor de certificatieprocedure als gelijkwaardig wordt bevonden.
2. Gelijkwaardige certificatieprocedure
Een andere certificatieprocedure kan door de aanbestedende overheid als gelijkwaardig met de certificatieprocedure van een erkende onafhankelijke instelling worden bevonden indien het vertrouwen dat gesteld kan worden in de overeenkomstigheid van het product met de vooropgestelde eisen onder de andere certificatieprocedure, even groot is als onder het erkend productcertificatiesysteem. Daartoe dient de opdrachtnemer aan te tonen dat onder de andere certificatieprocedure minstens aan de volgende voorwaarden voldaan is:
• de andere certificatieprocedure bevestigt de overeenkomstigheid met minstens alle eisen die onder het erkend productcertificatiesysteem voor het betreffende product worden bevestigd;
• de certificatie-instelling van de andere certificatieprocedure, beantwoordt aan de eisen van NBN-EN 45011 (ISO Guide 65) en is hiertoe geaccrediteerd door een organisme dat lid is van de EA (European Accreditation) en dat erkend wordt door de Belgische accreditatie-instelling BELAC;
• de andere certificatieprocedure is opgesteld in de zin van ISO/IEC Guide 67;
• de andere productcertificatie-instelling voert minstens de volgende taken uit, voor zoverre deze ook een onderdeel vormen van de erkende certificatieprocedure voor het betreffende product:
o de monsterneming van het product in de fabriek of op de plaats van productie;
o de vaststelling van de kenmerken van het product door beproeving, keuring of nazicht van het ontwerp;
o de beoordeling van de overeenkomstigheid van het gecertificeerd product met de geldende eisen;
o een certificatiebeslissing aangaande toekenning, instandhouding, uitbreiding, opschorting of intrekking van het certificaat;
o de vergunning om het certificaat of merk te gebruiken;
o het toezicht om de doorlopende overeenkomstigheid van het gecertificeerde product met de geldende eisen vast te stellen;
o de beoordeling, de certificatiebeslissing en de vergunning worden door de certificatie- instelling zelf verricht en niet uitgegeven aan derden;
• het toezicht omvat minstens de volgende elementen, voor zoverre deze elementen ook deel uitmaken van de erkende certificatieprocedure:
o beproeving of keuring van monsters ontnomen op de markt en/of in de fabriek;
o toezicht op het productieproces van grondstoffen en materialen tot eindproduct en, in het voorkomend geval, toezicht op het kwaliteitssysteem dat de productie ondersteunt. De systemen 4 en 5 volgens ISO/IEC Guide 67 voldoen aan deze bepalingen;
o alle elementen die deel uitmaken van het doorlopend toezicht op de overeenkomstigheid, worden onder de andere certificatieprocedure gecontroleerd in de fabriek of op de plaats van productie met een controlefrequentie, die minstens even groot is als deze die vereist is onder de erkende certificatieprocedure;
o de andere certificatieprocedure is volledig gedocumenteerd zodat de vermelde voorwaarden kunnen worden nagegaan.
Alle documenten ter staving van de gelijkwaardigheid van de andere certificatieprocedure moeten originele documenten zijn met een Nederlandse vertaling.
Het volledig dossier aangaande de certificatieprocedure dient ten minste 30 kalenderdagen voor de aanwending van de betrokken materialen te worden overgemaakt aan de aanbestedende overheid, bij gebreke daaraan het product automatisch als niet-gelijkwaardig wordt beschouwd.
De leidend ambtenaar beslist om de producten al dan niet te aanvaarden op basis van een beoordeling van de gelijkwaardigheid. Dergelijke beoordeling wordt per werk uitgevoerd en betekent geen automatische gelijkwaardigheid voor andere werken.
Alle kosten verbonden aan voormelde procedure zijn ten laste van de opdrachtnemer.
De certificatieprocedure kan in geen geval aanleiding geven tot enige schorsing van de werken of verlenging van uitvoeringstermijn.
Art. 42 Voorafgaande keuringen
Voor het verkrijgen van iedere voorafgaande keuring moet de opdrachtnemer schriftelijk een verzoek indienen (in drievoud) in de vorm van een formulier dat in volgorde de volgende inlichtingen vermeldt:
• het werk;
• de titel en het nummer van het bijzonder bestek
• het nummer van het perceel en/of van de partij;
• de naam van de opdrachtnemer;
• de naam en de firma die de bestelling plaatste bij de leverancier;
• de referentie en de datum van de bestelling;
• de opgelegde kwaliteitsvoorwaarden
• de referentie van de leverancier;
• de aard van de te keuren materialen, de hoeveelheden, de nummers van de posten van de opmeting of inventaris;
• de plannummers en de stuknummers van de onderdelen die moeten gekeurd worden, of waarvoor de materialen ter keuring aangeboden worden;
• de datum waarop de levering gereed is voor keuring;
• de keuringsplaats (fabriek, werkplaats, bouwplaats)
De opdrachtnemer houdt een lijst bij waarop voor elk plan en elk stuk de datum van de keuringsaanvraag en de goedkeuring vermeld staat voor de keuring van de materialen, de afwerking, de bekleding en de samenstelling van de onderdelen. Deze lijst wordt bij elke keuringsaanvraag gevoegd.
De keuringsverrichtingen met betrekking tot:
• gewalst staal, gietstaal, smeedstaal, corrosievast staal, veredelstaal, brons, aluminium, gietijzer, klinknagels, gewone bouten, bouten met hoge treksterkte, lasproducten, producten voor bescherming tegen corrosie, rubbers en kunststoffen die tot een metaalconstructie behoren;
• de kwalificatie van lasprocedures, lassers en lasoperateurs, brengen een onderzoek in een laboratorium met zich mee.
Art. 44 In gebreke blijven en sancties
Onverminderd de mogelijkheid waarover de aanbestedende overheid beschikt om de opdracht te verbreken zonder het in acht nemen van enige verweermiddelentermijn in uitvoering van artikel 62 AUR mag de aanbestedende overheid in de onderstaande gevallen de ambtshalve maatregelen treffen en/of alle andere noodzakelijke en hoogdringende bevelen geven zonder het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 44, §2, AUR af te wachten:
1) wanneer zij, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek, door een sociaal inspecteur ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is geschoten in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben; of
2) wanneer zij vaststelt of er kennis van heeft dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt.
De aanbestedende overheid stelt de opdrachtnemer in dat geval, per aangetekende zending in kennis van de termijn waarover deze beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden. Deze termijn mag niet korter mag zijn dan 5 werkdagen indien het een zwaarwichtige tekortkoming op het vlak van de uitbetaling van het loon betreft, en 2 werkdagen indien het de tewerkstelling van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen betreft. De termijnen gaan in de eerste werkdag volgend op de datum van de aangetekende verzending van de kennisgeving van de inkorting van de termijn.
Voor de toepassing van deze bepaling, wordt opgemerkt dat een zaterdag niet wordt beschouwd als zijnde een werkdag (overeenkomstig artikel 72bis van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, met verwijzing naar de verordening nr. 1182/71 van de Raad, van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltermijnen ).
Deze afwijking wordt als volgt gemotiveerd:
De termijn van 15 dagen waarover de opdrachtnemer overeenkomstig artikel 44, §2 AUR beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden, zou er in veel gevallen toe leiden dat de termijn van 14 werkdagen na de kennisgeving van de arbeidsinspectie (artikel 35/3, §4, wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers), termijn waarover de aanbestedende overheid beschikt om desgevallend de opdracht nog te verbreken en daarmee de hoofdelijke aansprakelijkheid volledig af te wenden, zal zijn verstreken. De verweermiddelentermijn voor de opdrachtnemer moet in dat geval kunnen worden ingekort door de aanbestedende overheid.
Een verdergaande inkorting van de verweermiddelentermijn van de opdrachtnemer is noodzakelijk wanneer de aanbestedende overheid er kennis van krijgt dat deze onderneming of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt. Immers, vanaf het moment dat de aanbestedende overheid op de hoogte is van het feit dat zijn opdrachtnemer één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt, zal hij in beginsel hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van het door zijn
opdrachtnemer nog verschuldigde loon dat betrekking heeft op de arbeidsprestaties, verricht vanaf het ogenblik dat zij op de hoogte is van voormeld feit, en die kaderen in de in uitvoering zijnde overheidsopdracht (artikel 35/11 wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers).
De verplichting voor de aanbestedende overheid om in voormelde gevallen het verstrijken van een verweermiddelentermijn van 15 kalenderdagen af te wachten gedurende dewelke de opdrachtnemer zijn verweermiddelen kan doen gelden, zou de hoofdelijke aansprakelijkheid van de aanbestedende overheid zelf te zeer verzwaren.
Art. 45 §1 Bijzondere straffen
De aanbestedende overheid heeft het recht om de straffen even vaak toe te passen als:
• de inbreuk is gepleegd;
• er werknemers zijn die het voorwerp uitmaken van de inbreuk.
Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt de straf vermenigvuldigd met het aantal keer dat die inbreuk werd vastgesteld.
Voor elke vertraging in de uitvoering kan een bijzondere straf ten belope van 10% van de oorspronkelijke aannemingssom met een minimum van 200 euro, worden opgelegd.
Deze straf wordt gecumuleerd met de boete wegens laattijdige uitvoering zoals voorzien in Art. 86 § 1 AUR.
Art. 55 Schadevergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbestedende overheid
In afwijking van artikel 55 AUR, kan de schorsing op bevel van de aanbestedende overheid in onderstaande gevallen geen aanleiding geven tot enige schadevergoeding voor de opdrachtnemer:
1) wanneer zij, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek, door een sociaal inspecteur ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is geschoten in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben; of
2) wanneer zij, overeenkomstig artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek, door een sociaal inspecteur ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt.
Deze afwijking kan als volgt worden gemotiveerd:
Het zou niet billijk zijn in deze gevallen waarbij vaststaat dat er een zwaarwichtige inbreuk is gepleegd, dat aanbestedende overheid een schadevergoeding verschuldigd zou zijn wegens schorsingen op zijn bevel overeenkomstig artikel 55 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013, omdat hij de opdrachtnemer de mogelijkheid heeft geboden zijn verweermiddelen te doen gelden, maar wel wil vermijden dat in deze verweermiddelentermijn nieuwe zwaarwichtige inbreuken worden begaan.
Art. 58 Verificaties ter plaatse van de boekhoudkundige stukken
De aanbestedende overheid heeft het recht één of meerdere personen aan te wijzen, die de boekhoudkundige stukken verifiëren en ter plaatse onderzoeken uitvoeren om de juistheid van de door de opdrachtnemer verstrekte inlichtingen te onderzoeken. Dit boekhoudkundig onderzoek kan zowel bij de opdrachtnemer als bij zijn eventuele onderaannemers plaatsvinden. Met het oog op dit onderzoek dient de opdrachtnemer in zijn onderaannemingsovereenkomst een beding ten behoeve van derden (met name de aanbestedende overheid) op te nemen.
Art. 65, §3 Waarborgtermijn
De opdrachtnemer neemt vanaf hun indienststelling en tot op het einde van de waarborgtermijn de verantwoordelijkheid voor de goede werking van alle door hem gerealiseerde installaties op zich. Hij verbindt er zich toe, op eigen kosten, al de veranderingen en verbeteringen aan de defect bevonden delen uit te voeren, met inbegrip van het uiteen halen en weer in elkaar zetten, zulks tot de definitieve keuring.
De bediening, alsmede eventueel de brandstof of de elektrische stroom zijn niet ten laste van de opdrachtnemer, tenzij anders vermeld in de opdrachtdocumenten.
Het staat de aanbestedende overheid vrij om de herstellingen van beschadigingen, die niet de schuld zijn van de opdrachtnemer, te laten uitvoeren door een derde.
De waarborgtermijn bedraagt 2 jaar, tenzij de opdrachtdocumenten een afwijkende termijn voorzien. Op herstellingen die plaats hebben minder dan één jaar voor het verstrijken van de waarborgperiode van de opdracht, wordt een nieuwe waarborgtermijn toegepast zoals vastgesteld in het proces-verbaal van de aanbestedende overheid.
Art. 66 Betalingen
Onderstaande bepalingen zijn integraal van toepassing op de opdrachten van werken, de opdrachten van leveringen en de opdrachten van diensten.
1. Algemeen
Tenzij anders bepaald in de opdrachtdocumenten worden de werken, leveringen of diensten betaald in maandelijkse betalingen in mindering.
De begindag van de eerste afbetalingsperiode is de startdatum zoals bepaald in het aanvangsbevel/dienstbevel/bestelling.
Deze afbetalingsperiode heeft een vaste periodiciteit van één maand en blijft onveranderd gedurende de hele aanneming.
Een post tegen een globale prijs wordt betaald in verhouding tot het uitgevoerde gedeelte. Voor posten tegen vermoedelijke hoeveelheid (VH) of tegen vaste (forfaitaire) hoeveelheid (FH) komen alleen die hoeveelheden voor betaling in aanmerking die volledig zijn uitgevoerd.
Elk berekend totaal bedrag wordt in voorkomend geval afgerond naar de hogere of lagere decimaal al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt.
2. Indienen betalingsaanvragen
Zowel voor de betalingen in mindering, de betaling van het saldo als de eenmalige betaling van de opdrachtsom dient de opdrachtnemer een gedateerde en ondertekende schuldvordering in die steunt op een gedetailleerde staat van de werken, leveringen of diensten (conform het model opgenomen in hoofdstuk 40).
De gedetailleerde staat van werken, leveringen of diensten wordt opgesteld op de volgende wijze:
• Cumulatief: elke staat voor elk artikel en elke post van de samenvattende opmeting of inventaris geeft de totale hoeveelheid aan die is uitgevoerd en goedgekeurd vanaf de aanvang van de opdracht tot op de beschouwde einddatum van de bedoelde staat.
• Maandelijks:
o de eerste staat wordt opgesteld op het einde van de maand van de aanvangsdatum. Indien de aanvangsdatum valt na de 15de van de maand wordt de eerste staat bij het einde van de volgende maand opgemaakt;
o De volgende staten worden opgesteld op het einde van elke daarop volgende maand;
o Als gedurende een bepaalde periode geen prestaties werden uitgevoerd, wordt bij de volgende betalingsaanvraag een verklaring gevoegd met vermelding van de maanden waarvoor geen betaling gevraagd werd en de reden waarom er geen vordering werd gerealiseerd;
o Wat de vermoedelijke hoeveelheden betreft, geheel of gedeeltelijk opgenomen in de staten van werken, leveringen of diensten, voegt de opdrachtnemer bij iedere staat een gedetailleerde berekening, die de aangegeven hoeveelheden rechtvaardigt.
Onder “betaling van het saldo van de opdracht” of “de eindvereffening” wordt verstaan de laatste betaling van de in de samenvattende opmeting of inventaris opgenomen uitgevoerde prestaties als zodanig door de aanbestedende overheid aangegeven, met uitzondering van die prestaties die tijdens de waarborgtermijn moeten worden uitgevoerd.
Enkel de prestaties waarvoor reeds een prijs werd bepaald, met name in de offerte of in een goedgekeurde verrekening, worden opgenomen in de staat van de gerealiseerde werken. Alle overige prestaties die binnen dezelfde betalingsperiode werden verricht en waarvoor nog geen prijs werd bepaald, moeten worden opgenomen in een bisstaat.
De opname in deze (bis)staat houdt niet in dat de desbetreffende werken zouden aanvaard zijn. Immers, de proefuitslagen die op het ogenblik van het opstellen van de vorderingsstaat nog niet gekend zijn of waarover nog geen beslissing is getroffen kunnen later eventueel, ofwel een weigering, ofwel straffen en kortingen wegens minderwaarde (refacties) tot gevolg hebben.
De prestaties, die in deze staat zijn opgenomen, moeten uitgesplitst worden per werkstaat of per gegeven dienstbevel. Als de werken uitgevoerd zijn in verschillende perioden, moeten de gevorderde bedragen per periode uitgesplitst worden.
Zowel een staat van de gerealiseerde werken als een bisstaat moeten vergezeld zijn van de nodige verantwoordingsstukken. Met het oog op het nazicht door de aanbestedende overheid, moeten de verantwoordingsstukken worden genummerd en eenduidig gelinkt aan de desbetreffende prestaties. Daarnaast moet ingeval van een bisstaat steeds melding gemaakt worden van hetzij het wijzigingsbevel gegeven door de aanbestedende overheid hetzij van de melding van de wijziging door de opdrachtnemer.
De prestaties die de aanbestedende overheid bij het nazicht van de schuldvordering niet voor betaling heeft weerhouden, bijvoorbeeld bij een gebrek aan verantwoordingsstukken, mogen niet meer in een nieuwe vorderingsstaat of bisstaat worden opgenomen. Eén en dezelfde prestatie kan dan ook niet het voorwerp van meerdere vorderingsstaten (reguliere staat of een bisstaat) uitmaken.
Indien voor een prestatie die initieel niet voor betaling werd weerhouden, naderhand alsnog de nodige verantwoordingsstukken worden bezorgd, zal tot betaling worden overgegaan rekening houdende met de datum van de initiële schuldvordering.
De prestaties die niet voor betaling werden aanvaard en waar de opdrachtnemer toch meent recht te hebben, moeten worden opgenomen in een door de opdrachtnemer actueel te houden Excel-bestand (conform het model dat door aanbestedende overheid ter beschikking wordt gesteld) dat bij elke daaropvolgende schuldvordering aan de aanbestedende overheid wordt bezorgd
Binnen de 30 dagen na ontvangst van de gedateerde en ondertekende schuldvordering maakt de aanbestedende overheid, op grond van haar eigen gegevens, de verbeterde staat op van de uitgevoerde prestaties die voor betaling aanvaard worden. Het voor betaling aanvaarde bedrag wordt opgenomen in een proces-verbaal. De prestaties die niet op dit proces-verbaal voorkomen, maar die wel door de opdrachtnemer gevorderd werden, dienen derhalve beschouwd te worden als prestaties die niet voor betaling in aanmerking komen.
De opdrachtnemer vertrekt van de gegevens die de aanbestedende overheid heeft aanvaard voor het opmaken van zijn volgende gedetailleerde staat van uitgevoerde werken.
Indien bepaalde documenten en verantwoordingsstukken ontbreken die nodig zijn voor de verificatie van de ingediende staat van de gerealiseerde werken of bisstaat, zal de opdrachtnemer worden verzocht deze stukken binnen de zeven dagen in te dienen.
De verificatietermijn wordt in voorkomend geval verlengd met het aantal dagen dat de bovenvermelde termijn van zeven kalenderdagen voor de indiening van de ontbrekende documenten en verantwoordingsstukken wordt overschreden.
Deze afwijking kan als volgt worden gemotiveerd:
Het zou niet billijk zijn dat de aanbestedende overheid gehouden is tot het betalen van verwijlinteresten, wegens het verstrijken van de verificatietermijn zonder dat ze de mogelijkheid heeft gehad een controle uit te voeren. Deze controle is immers onmogelijk door het nalaten van de opdrachtnemer om de nodige verantwoordingsstukken in te dienen.
Van het bovenvermelde proces-verbaal wordt onmiddellijk een afschrift verstuurd naar de opdrachtnemer met de vraag om voor het aanvaarde bedrag binnen de 5 dagen een factuur in te dienen.
De betalingstermijn wordt in voorkomend geval geschorst met:
1. het aantal kalenderdagen waarmee de termijn van vijf kalenderdagen voor de indiening van de factuur wordt overschreden;
2. het aantal kalenderdagen dat de opdrachtnemer nodig heeft om, in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid, de vragen van de aanbestedende overheid inzake zijn fiscale en sociale schulden te beantwoorden.
4. Adressering schuldvordering en facturen
Tenzij anders bepaald in het dienstbevel en/of in de aanvraagbrief van de overheid voor het indienen van een factuur, worden de schuldvordering en factuur geadresseerd aan de afdeling die het dienstbevel heeft afgeleverd.
De datum van binnenkomen van de betalingsaanvraag en factuur is maar geldig voor het verdere verloop van het dossier, als de adressering van zowel betalingsaanvraag als factuur dezelfde is als deze opgegeven in de opdrachtdocumenten, het dienstbevel en/of in de aanvraagbrief van de overheid voor het indienen van een factuur.
Bij foute adressering zal de aanbestedende overheid de datum van werkelijke ontvangst van het desbetreffende document als bindend in rekening brengen voor het bepalen van de termijn waarbinnen de betaling moet gebeuren.
Dit geldt zowel voor de bepaling van de verificatietermijn als voor de bepaling van de betalingstermijn.
Art. 69 Intrest voor laattijdige betaling
Er wordt uitdrukkelijk afgeweken van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling wordt dan ook bij voorrang toegerekend op de hoofdsommen, en pas daarna op de interesten.
Art. 73 Bevoegde rechtbank
Elke rechtsvordering van de opdrachtnemer wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.
2.3.1 Specifieke bepalingen voor aannemingen van werken Art. 76 Uitvoeringstermijnen
Indien de opdracht in fasen wordt uitgevoerd, gelden volgende voorschriften:
• de aanbestedende overheid heeft het recht gedurende een termijn bepaald in de opdrachtdocumenten, vanaf de aanvangsdatum van de opdracht, dienstbevelen af te leveren;
• De werken worden eventueel uitgevoerd in verschillende fasen. Voor elke fase wordt een dienstbevel afgeleverd;
• de eventuele verschillende uitvoeringstermijnen mogen elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen.
• De aanbestedende overheid bepaalt onder meer in het dienstbevel, hetzij per aangetekende brief, hetzij per telefax of per email en bevestigd door een aangetekende brief:
o de bondige omschrijving van de uit te voeren werken;
o de aanvangsdatum van de werken;
o de plaats van de werken;
o de uitvoeringstermijn;
o de eventuele partiële uitvoeringstermijnen met hun aanvangsdatum.
Om als dagen, zoals bedoeld in artikel 76, § 4, 4° van de AUR, te kunnen worden aanvaard, moet de opdrachtnemer maandelijks een lijst van de voorgekomen dergelijke dagen indienen. Wanneer een dagboek der werken verplicht is, worden deze gegevens hierin opgenomen.
Voor dringende herstellingswerken zijn de bepalingen betreffende “dagen waarop niet kan gewerkt worden wegens het slecht weer” niet van toepassing.
Wanneer een dagboek der werken verplicht is, worden deze gegevens hierin opgenomen.
Art. 79 Organisatie van de bouwplaats
1. Verkeersveiligheid en signalisatie Beperking van de verkeershinder
Zowel bij het stapelen van zijn materiaal als hij het uitvoeren van zijn opdracht, neemt de opdrachtnemer de nodige maatregelen opdat de hinder voor de omwonenden en voor de weggebruikers tot een strikt minimum beperkt blijft. Doorgangen voor voetgangers en toegangen tot opritten dienen steeds verzekerd te zijn, evenals het vrijhouden van fietspaden. Het oprichten van obstakels langs de weg is te vermijden. Sleuven dienen zo snel mogelijk gedicht te worden; over open sleuven dienen op regelmatige afstand bruggetjes aangebracht. Wanneer door zijn toedoen de openbare weg bevuild werd, dient de opdrachtnemer op regelmatige tijdstippen deze openbare weg te kuisen. De kosten verbonden aan deze maatregelen zijn voor rekening van de opdrachtnemer.
Bij niet naleven van deze verplichting, worden de straffen voorzien in artikel 45 van het KB van 14.01.2013 toegepast.
De signalisatie van de werken moet in overeenstemming zijn met het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg (BS 21 mei 1999) en met de algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie en de latere aanvullingen ervan.
Alvorens het plaatsen van de signalisatie, moet de opdrachtnemer altijd beschikken over:
• de nodige toelatingen in overeenstemming met artikel 78.1.1 van het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (BS 9 december 1975);
• de toelating voorzien in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg (BS 21 mei 1999);
• het akkoord van de wegbeheerder.
De opdrachtnemer blijft in alle geval aansprakelijk voor de gehele signalisatie van de werken.
Buiten de werkuren, zowel ’s avonds als tijdens de weekends, en telkens als het werk op de bouwplaats gedurende een bepaalde periode onderbroken wordt, moet in overleg met de aanbestedende overheid de signalisatie die niet absoluut noodzakelijk is voldoende afgedekt of weggenomen worden.
Binnen de 24 uren na beëindiging van de werken, zal de opdrachtnemer de signalisatie van de bouwplaats met inbegrip van de borden tot aanduiding van de bouwplaats (bord van de bouwheer) verwijderen van het openbaar domein. Indien hieraan niet wordt voldaan, zullen deze worden verwijderd door toedoen van de aanbestedende overheid. De kostprijs hiervan wordt forfaitair vastgesteld op 500,00 euro per bord en 25,00 euro per baken. Deze sommen worden afgehouden bij de afrekening van de werken.
2 Vernietiging van gevaarlijk afval
Voor de verwijdering van toestellen die als gevaarlijk afval moeten beschouwd worden en waarop de bepalingen van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en afvalbeheer (VLAREA) van toepassing zijn, dient de opdrachtnemer volgende documenten in:
• een verklaring dat de te verwijderen toestellen overgedragen worden aan een bedrijf dat de vergunning bezit om dit afval te vernietigen;
• een afschrift van de desbetreffende vergunning;
• een verklaring dat de verwerver verantwoordelijk blijft voor de verdere behandeling en vernietiging van de toestellen en dat de aanbestedende overheid vanaf dit ogenblik ontslagen is van de burgerlijke verantwoordelijkheid;
• een verklaring met vermelding van de voorziene tijdelijke opslagplaatsen en de voorziene reisweg voor de afvalstoffen. Deze verklaring vermeldt de data en de plaats waar de afvalstoffen zich op ieder ogenblik bevinden;
• het bewijs van de aflevering bij het bedrijf dat de te vernietigen toestellen ontvangt;
• het attest van het verwerkingsbedrijf dat de betreffende toestellen werden vernietigd. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op de toepassing van:
• het besluit van de Vlaamse Regering van 06.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende milieuvergunningen (VLAREM I);
• het besluit van de Vlaamse Regering van 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II).
De opdrachtnemer verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij waarborgt dit zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, …
De opdrachtnemer verbindt zich er toe, voor zo ver redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseren. (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid).
De opdrachtnemer verbindt er zich toe de werken steeds uit te voeren in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de werknemers en derden zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, … mee te delen dat hij geen rekening zal houden met vragen of wensen van discriminerende aard.
Indien een personeelslid van de opdrachtnemer zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de opdrachtnemer de nodige maatregelen treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De werknemers met hiërarchische verantwoordelijkheden zullen toezien op het naleven van dit engagement.
Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de opdrachtnemer, zal deze zijn volledige medewerking verlenen aan eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door een meldpunt discriminatie of een andere organisatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid.
De opdrachtnemer vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk dienen te melden aan een werknemer met hiërarchische verantwoordelijkheid.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een klant of een derde, om af te zien van eventuele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit verband.
De opdrachtnemer ziet er op toe dat ook de onderaannemers, die hij eventueel inschakelt voor de opdracht, zich houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden.
4. Gelijktijdig uit te voeren werken
De opdrachtdocumenten vermelden de andere werken, leveringen of diensten die geen voorwerp van de opdracht zijn en gelijktijdig moeten worden uitgevoerd. De opdrachtnemer schikt zich naar de bevelen die door de leidend ambtenaar worden gegeven om de uitvoering van die opdrachten mogelijk te maken.
De opdrachtnemers van de gelijktijdig uit te voeren werken maken onderling afspraken om de gelijktijdig uit te voeren werken te coördineren. Voor de aanvang van de werken lichten zij de leidend ambtenaar of leidend ambtenaren in over de gezamenlijk voorgestelde maatregelen.
Als geen vergelijk bereikt kan worden of als bezwaren bestaan tegen de onderlinge afspraak of als de maatregelen die de opdrachtnemer voorstelt niet kunnen worden aangenomen of moeten worden aangevuld, dan geeft de leidend ambtenaar aan welk uitvoeringsprogramma gevolgd dient te worden en welke veiligheidsmaatregelen in acht moeten worden genomen. De opdrachtnemers moeten die aanwijzingen stipt volgen.
Het plaatsen en/of verleggen van leidingen gelegen binnen de grenzen van de werken zijn te beschouwen als gelijktijdig uit te voeren opdrachten.
De opdrachtnemer is ertoe gehouden de aanbestedende overheid onmiddellijk in te lichten wanneer er zich problemen met nutsleidingen voordoen.
5. Publiciteit en reclame op de werf
De aandacht van de opdrachtnemer wordt er op gevestigd dat het overeenkomstig het KB van 14 december 1959 waarbij regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken (BS 04.01.1960) ten stelligste verboden is om publiciteit of reclame te maken op de werf.
Publicitaire boodschappen (zoals voor het huren van materieel) zijn in alle gevallen verboden.
Publiciteit of reclame door middel van stickers of dergelijke op de geplaatste of geleverde installaties of onderdelen daarvan, is evenmin toegestaan.
De ploegleider op de bouwplaats is vlot Nederlandstalig. Met de ploegleider wordt bedoeld, diegene die op de bouwplaats de ploeg leidt en ter plaatse tijdens de leveringen en werken aanwezig is.
De aandacht van de inschrijver wordt er uitdrukkelijk op gevestigd dat alle vergaderingen en opleveringen steeds in het Nederlands gehouden worden.
De opdrachtnemer mag zo nodig een tolk inschakelen. De kosten, verbonden aan het inschakelen van een tolk, zijn een last van de aanneming en worden door de aanbestedende overheid niet afzonderlijk vergoed.
Art. 80 Wijzigingen aan de opdracht
Meldingsplicht
De opdrachtnemer licht de aanbestedende overheid onverwijld, en uiterlijk 3 werkdagen na de vaststelling, in wanneer hij eender welke feiten of omstandigheden vaststelt die al dan niet onder toepassing van artikel 80, §2 AUR vallen.
De meldingsplicht geldt ongeacht of de aanbestedende overheid op de hoogte is van de feiten of omstandigheden. De meldingsplicht vervalt enkel indien de wijziging in de uitvoering het gevolg is van een wijzigingsbevel zoals omschreven in artikel 80, §1 AUR.
De opdrachtnemer vermeldt in de melding minstens de motivering waarom hij de mening is toegedaan dat er sprake is van een wijziging in de zin van artikel 80, §2 AUR. Indien mogelijk bevat de melding reeds een bondige toelichting van de invloed die de wijziging zou kunnen hebben op het verloop en de kostprijs van de opdracht.
Indien geen of geen tijdige melding van de wijziging werd gedaan vervalt het recht op betaling van het deel van de uitgaven dat redelijkerwijze niet meer kan vastgesteld of gecontroleerd worden.
De melding gebeurt bij voorkeur schriftelijk. Indien de melding mondeling gebeurt, zal een aantekening worden gemaakt in het dagboek der werken. De opdrachtnemer moet ofwel de verzending kunnen bewijzen dan wel controleren dat de melding in het dagboek is gebeurd. De opdrachtnemer blijft aldus verantwoordelijk voor de melding.
Opstellen verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst
Door zijn offerte aanvaardt de opdrachtnemer de toepassingsregels van CMK-2003 – Kostenschaal voor aannemersmateriaal, zoals vastgesteld in de omzendbrief MOW/2006/01 (BS 6 oktober 2006) voor het berekenen van de uurkosten van aannemersmateriaal bij het opstellen van verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst
Art. 83 Dagboek van werken
Indien de opdrachtdocumenten het bijhouden van een dagboek van de werken voorschrijven, levert de opdrachtnemer daartoe:
• een automatische stempel die de volgende vermeldingen bevat:
o de naam van de aanbestedende overheid;
o het besteknummer;
o de titel van het bestek;
o de naam van de opdrachtnemer.
• een dagboek met vier zelfdoorschrijvende bladen per dag.
Verder levert de opdrachtnemer aan het toezichthoudend personeel van de aanbestedende overheid, van zodra er materieel op de bouwplaats wordt ingezet, een fiche met de technische kenmerken van het ingezet materieel.
Indien de aanbestedende overheid erom verzoekt, stelt de opdrachtnemer, naast het dagboek van de werken op de bouwplaats, ook een dagboek van de werken ter beschikking in de constructiewerkplaats.
Dit dagboek en de eventuele aantekeningen worden opgesteld in de vorm en volgens een werkwijze die te bepalen is door de overheid.
De uitvoering van de grondwerken wordt volgens de aard van de werken genoteerd in een dagboek van de grondwerken (dagrapportering), dat als bijlage gevoegd wordt bij het dagboek van de werken. In de dagrapportering moeten alle rapporten, attesten en verklaringen worden verzameld.
Art. 84 Aansprakelijkheid van de opdrachtnemer
Door zijn offerte aanvaardt de inschrijver dat de uniforme methode voor waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorend tot het openbaar domein, zoals beschreven in hoofdstuk 2-11 van het standaardbestek 250, als basis zal dienen voor de berekening van schade veroorzaakt aan bomen van het openbaar domein ingevolge zijn werken in de omgeving van bomen.
Meer informatie over de waardebepaling van bomen kan gevonden worden op volgende website: xxxx://xxx.xxxx.xxxx/xxxxxxx.xxx?xxxxx00 .
Art. 90 Vondsten tijdens de werken
Onverminderd de bepalingen inzake toevalsvondsten van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium (BS 15 september 1993) moet de opdrachtnemer iedere vondst van enig archeologisch belang die aangetroffen is tijdens het graaf- en slopingswerk binnen drie dagen ter kennis te brengen van de aanbestedende overheid en aan de diensten bevoegd voor het onroerend erfgoed.
De opdrachtnemer laat bij archeologische vondsten tijdens het werk de personeelsleden van de diensten bevoegd voor onroerend erfgoed en de door deze diensten opgeroepen deskundigen of met een opdracht gemandateerde medewerkers toe op het werk te komen.
Als archeologische vondsten op het werk worden aangetroffen, kan de aanbestedende overheid in afspraak met of onder toezicht van voormelde diensten de opdrachtnemer opdragen de voorlopige werken te verwezenlijken om de uitvoering van het terrein gebonden archeologisch onderzoek mogelijk te maken en te vergemakkelijken.
De vergoeding voor deze voorlopige werken wordt in overleg tussen de opdrachtnemer en de aanbestedende overheid overeengekomen.
Wanneer de diensten bevoegd voor onroerend erfgoed in overleg met de aanbestedende overheid met het oog op het terrein gebonden archeologisch onderzoek extra werken noodzakelijk acht, moet de opdrachtnemer voormelde diensten laten beschikken over het personeel en het materiaal dat nodig is voor het verrichten van het wenselijk geacht onderzoek. Het arbeidsloon voor dat onderzoek en, ingeval daarvoor gespecialiseerd materiaal wordt gebruikt, de netto-kosten van dat materiaal, worden door de aanbestedende overheid aan de opdrachtnemer vergoed.
Art. 95 Betalingen van werken
Zie bepalingen onder artikel 66 van de AUR.
2.3.2 Specifieke bepalingen voor aannemingen van leveringen Art. 115 Gedeeltelijke bestellingen
Indien de opdrachtdocumenten deelleveringen voorschrijven, dan gelden de volgende voorschriften: de aanbestedende overheid heeft het recht gedurende een termijn bepaald in de opdrachtdocumenten, vanaf de aanvangsdatum van de opdracht, dienstbevelen af te leveren. De leveringen kunnen het voorwerp uitmaken van verschillende bestellingen. Per deellevering wordt een dienstbevel afgeleverd.
De eventuele verschillende uitvoeringstermijnen mogen elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen.
De aanbestedende overheid bepaalt in het dienstbevel, hetzij per aangetekende brief, hetzij per fax of per email en bevestigd door een aangetekende brief:
o De bondige omschrijving van de uit te voeren leveringen;
o De aanvangsdatum van de leveringen;
o De plaats van de levering;
o De uitvoeringstermijn;
o De eventuele partiële uitvoeringstermijnen met hun aanvangsdatum.
Art. 118 Leveringsmodaliteiten
Aan de voorschriften van artikel 118 van de AUR worden de hierna volgende voorwaarden toegevoegd.
0. Algemeen
Voor de overheidsopdrachten die betrekking hebben op het leveren van producten en in bijkomende orde op plaatsings- en installatiewerkzaamheden in de zin van artikel 3 3°, 2de alinea van de wet, wordt de leveringslijst op te maken overeenkomstig artikel 118 §2 van de AUR vervangen door een schuldvordering gebaseerd op een staat van leveringen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 66 van dit standaardbestek.
De schuldvordering kan niet vervangen worden door een factuur.
1. Meldingsplicht
De opdrachtnemer is gehouden de aanbestedende overheid te verwittigen van de juiste datum van levering en dit minstens 24 uur vóór de dag van de aflevering van de goederen.
2. Verkeersveiligheid en signalisatie Beperking van de verkeershinder
Zowel bij het stapelen van zijn materiaal als hij het uitvoeren van zijn opdracht, neemt de opdrachtnemer de nodige maatregelen opdat de hinder voor de omwonenden en voor de weggebruikers tot een strikt minimum beperkt blijft. Doorgangen voor voetgangers en toegangen tot opritten dienen steeds verzekerd te zijn, evenals het vrijhouden van fietspaden. Het oprichten van obstakels langs de weg is te vermijden. Sleuven dienen zo snel mogelijk gedicht te worden; over open sleuven dienen op regelmatige afstand bruggetjes aangebracht. Wanneer door zijn toedoen de openbare weg bevuild werd, dient de opdrachtnemer op regelmatige tijdstippen deze openbare weg te kuisen. De kosten verbonden aan deze maatregelen zijn voor rekening van de opdrachtnemer.
Bij niet naleven van deze verplichting, worden de straffen voorzien in artikel 45 van de AUR toegepast.
De signalisatie moet in overeenstemming zijn met het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg (BS 21 mei 1999) en met de algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie en de latere aanvullingen ervan.
Alvorens het plaatsen van de signalisatie, moet de opdrachtnemer altijd beschikken over:
• de nodige toelatingen in overeenstemming met artikel 78.1.1 van het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (BS 9 december 1975);
• de toelating voorzien in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg (BS 21 mei 1999);
• het akkoord van de wegbeheerder.
De opdrachtnemer blijft in alle geval aansprakelijk voor de gehele signalisatie.
Buiten de werkuren, zowel ’s avonds als tijdens de weekends, en telkens als het werk op de bouwplaats gedurende een bepaalde periode onderbroken wordt, moet in overleg met de aanbestedende overheid de signalisatie die niet absoluut noodzakelijk is voldoende afgedekt of weggenomen worden.
Binnen de 24 uren na beëindiging van de leveringen, zal de opdrachtnemer de signalisatie van de bouwplaats met inbegrip van de borden tot aanduiding van de bouwplaats (bord van de bouwheer) verwijderen van het openbaar domein. Indien hieraan niet wordt voldaan, zullen deze worden verwijderd door toedoen van de aanbestedende overheid. De kostprijs hiervan wordt forfaitair vastgesteld op 500,00 euro per bord en 25,00 euro per baken. Deze sommen worden afgehouden bij de afrekening van de werken.
3. Vernietiging van gevaarlijk afval
Voor de verwijdering van toestellen die als gevaarlijk afval moeten beschouwd worden en waarop de bepalingen van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en afvalbeheer (VLAREA) van toepassing zijn, dient de opdrachtnemer volgende documenten in:
• een verklaring dat de te verwijderen toestellen overgedragen worden aan een bedrijf dat de vergunning bezit om dit afval te vernietigen;
• een afschrift van de desbetreffende vergunning;
• een verklaring dat de verwerver verantwoordelijk blijft voor de verdere behandeling en vernietiging van de toestellen en dat de aanbestedende overheid vanaf dit ogenblik ontslagen is van de burgerlijke verantwoordelijkheid;
• een verklaring met vermelding van de voorziene tijdelijke opslagplaatsen en de voorziene reisweg voor de afvalstoffen. Deze verklaring vermeldt de data en de plaats waar de afvalstoffen zich op ieder ogenblik bevinden;
• het bewijs van de aflevering bij het bedrijf dat de te vernietigen toestellen ontvangt;
• het attest van het verwerkingsbedrijf dat de betreffende toestellen werden vernietigd. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op de toepassing van:
• het besluit van de Vlaamse Regering van 06.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende milieuvergunningen (VLAREM I);
• het besluit van de Vlaamse Regering van 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II).
4. Non-discriminatieclausule
De opdrachtnemer verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij waarborgt dit zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, …
De opdrachtnemer verbindt zich er toe, voor zo ver redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseren. (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid).
De opdrachtnemer verbindt er zich toe de werken steeds uit te voeren in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de werknemers en derden zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, … mee te delen dat hij geen rekening zal houden met vragen of wensen van discriminerende aard.
Indien een personeelslid van de opdrachtnemer zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de opdrachtnemer de nodige maatregelen treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De werknemers met hiërarchische verantwoordelijkheden zullen toezien op het naleven van dit engagement.
Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de opdrachtnemer, zal deze zijn volledige medewerking verlenen aan eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door een meldpunt discriminatie of een andere organisatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid.
De opdrachtnemer vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk dienen te melden aan een werknemer met hiërarchische verantwoordelijkheid.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een klant of een derde, om af te zien van eventuele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit verband.
De opdrachtnemer ziet er op toe dat ook de onderaannemers, die hij eventueel inschakelt voor de opdracht, zich houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden.
4. Gelijktijdig uit te voeren werken
De opdrachtdocumenten vermelden de andere werken, leveringen of diensten die geen voorwerp van de opdracht zijn en gelijktijdig moeten worden uitgevoerd. De opdrachtnemer schikt zich naar de bevelen die door de leidend ambtenaar worden gegeven om de uitvoering van die opdrachten mogelijk te maken.
De opdrachtnemers van de gelijktijdig uit te voeren werken maken onderling afspraken om de gelijktijdig uit te voeren werken te coördineren. Voor de aanvang van de werken lichten zij de leidend ambtenaar of leidend ambtenaren in over de gezamenlijk voorgestelde maatregelen.
Als geen vergelijk bereikt kan worden of als bezwaren bestaan tegen de onderlinge afspraak of als de maatregelen die de opdrachtnemer voorstelt niet kunnen worden aangenomen of moeten worden aangevuld, dan geeft de leidend ambtenaar aan welk uitvoeringsprogramma gevolgd dient te worden en welke veiligheidsmaatregelen in acht moeten worden genomen. De opdrachtnemers moeten die aanwijzingen stipt volgen.
Het plaatsen en/of verleggen van leidingen gelegen binnen de grenzen van de werken zijn te beschouwen als gelijktijdig uit te voeren opdrachten.
De opdrachtnemer is ertoe gehouden de aanbestedende overheid onmiddellijk in te lichten wanneer er zich problemen met nutsleidingen voordoen.
5. Publiciteit en reclame op de werf
De aandacht van de opdrachtnemer wordt er op gevestigd dat het overeenkomstig het KB van 14 december 1959 waarbij regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken (BS 04.01.1960) ten stelligste verboden is om publiciteit of reclame te maken op de werf.
Publicitaire boodschappen (zoals voor het huren van materieel) zijn in alle gevallen verboden.
Publiciteit of reclame door middel van stickers of dergelijke op de geplaatste of geleverde installaties of onderdelen daarvan, is evenmin toegestaan.
De ploegleider op de bouwplaats is vlot Nederlandstalig. Met de ploegleider wordt bedoeld, diegene die op de bouwplaats de ploeg leidt en ter plaatse tijdens de leveringen en werken aanwezig is.
De aandacht van de inschrijver wordt er uitdrukkelijk op gevestigd dat alle vergaderingen en opleveringen steeds in het Nederlands gehouden worden.
De opdrachtnemer mag zo nodig een tolk inschakelen. De kosten, verbonden aan het inschakelen van een tolk, zijn een last van de aanneming en worden door de aanbestedende overheid niet afzonderlijk vergoed.
Artikel 120 Nazicht van de levering
Voor de overheidsopdrachten die betrekking hebben op het leveren van producten en in bijkomende orde op plaatsings- en installatiewerkzaamheden in de zin van artikel 3 3°, 2de alinea van de wet, start de verificatietermijn van dertig dagen vanaf de datum van ontvangst van de schuldvordering en de staat van leveringen, afgeleverd overeenkomstig artikel 66 van dit standaardbestek.
Art. 121§2 Wijzigingen aan de opdracht
Door zijn offerte aanvaardt de opdrachtnemer de toepassingsregels van CMK-2003 – Kostenschaal voor aannemersmateriaal, zoals vastgesteld in de omzendbrief MOW/2006/01 (BS 6 oktober 2006) voor het berekenen van de uurkosten van aannemersmateriaal bij het opstellen van verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst.
Art. 127 Betalingen van leveringen
Zie bepalingen onder artikel 66 van de AUR.
2.3.3 Specifieke bepalingen voor aannemingen van diensten Art. 146 Uitvoeringsmodaliteiten
Indien de opdracht in fasen wordt uitgevoerd, gelden de hierna volgende voorschriften.
De aanbestedende overheid heeft het recht gedurende een termijn bepaald in de opdrachtdocumenten, vanaf de aanvangsdatum van de opdracht, dienstbevelen af te leveren. De prestaties worden eventueel uitgevoerd in verschillende fasen. Voor elke fase wordt een dienstbevel afgeleverd.
De eventuele verschillende uitvoeringstermijnen mogen elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen.
De aanbestedende overheid bepaalt in het dienstbevel, hetzij per aangetekende brief, hetzij per telefax of per mail bevestigd door een aangetekend brief:
• De bondige beschrijving van de te leveren diensten;
• De aanvangsdatum van de uitvoering;
• De plaats van de dienstverlening;
• De uitvoeringstermijn;
• De eventuele partiële uitvoeringstermijnen met hun aanvangsdatum.
2. Verkeersveiligheid en signalisatie Beperking van de verkeershinder
Zowel bij het stapelen van zijn materiaal als hij het uitvoeren van zijn opdracht, neemt de opdrachtnemer de nodige maatregelen opdat de hinder voor de omwonenden en voor de weggebruikers tot een strikt minimum beperkt blijft. Doorgangen voor voetgangers en toegangen tot opritten dienen steeds verzekerd te zijn, evenals het vrijhouden van fietspaden. Het oprichten van obstakels langs de weg is te vermijden. Sleuven dienen zo snel mogelijk gedicht te worden; over open sleuven dienen op regelmatige afstand bruggetjes aangebracht. Wanneer door zijn toedoen de openbare weg bevuild werd, dient de opdrachtnemer op regelmatige tijdstippen deze openbare weg te kuisen. De kosten verbonden aan deze maatregelen zijn voor rekening van de opdrachtnemer.
Bij niet naleven van deze verplichting, worden de straffen voorzien in artikel 45 van het KB van 14.01.2013 toegepast.
De signalisatie van de werken moet in overeenstemming zijn met het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg (BS 21 mei 1999) en met de algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie en de latere aanvullingen ervan.
Alvorens het plaatsen van de signalisatie, moet de opdrachtnemer altijd beschikken over:
• de nodige toelatingen in overeenstemming met artikel 78.1.1 van het KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (BS 9 december 1975);
• de toelating voorzien in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg (BS 21 mei 1999);
• het akkoord van de wegbeheerder.
De opdrachtnemer blijft in alle geval aansprakelijk voor de gehele signalisatie van de werken.
Buiten de werkuren, zowel ’s avonds als tijdens de weekends, en telkens als het werk op de bouwplaats gedurende een bepaalde periode onderbroken wordt, moet in overleg met de aanbestedende overheid de signalisatie die niet absoluut noodzakelijk is voldoende afgedekt of weggenomen worden.
Binnen de 24 uren na beëindiging van de werken, zal de opdrachtnemer de signalisatie van de bouwplaats met inbegrip van de borden tot aanduiding van de bouwplaats (bord van de bouwheer) verwijderen van het openbaar domein. Indien hieraan niet wordt voldaan, zullen deze worden verwijderd door toedoen van de aanbestedende overheid. De kostprijs hiervan wordt forfaitair vastgesteld op 500,00 euro per bord en 25,00 euro per baken. Deze sommen worden afgehouden bij de afrekening van de werken.
3 Vernietiging van gevaarlijk afval
Voor de verwijdering van toestellen die als gevaarlijk afval moeten beschouwd worden en waarop de bepalingen van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en afvalbeheer (VLAREA) van toepassing zijn, dient de opdrachtnemer volgende documenten in:
• een verklaring dat de te verwijderen toestellen overgedragen worden aan een bedrijf dat de vergunning bezit om dit afval te vernietigen;
• een afschrift van de desbetreffende vergunning;
• een verklaring dat de verwerver verantwoordelijk blijft voor de verdere behandeling en vernietiging van de toestellen en dat de aanbestedende overheid vanaf dit ogenblik ontslagen is van de burgerlijke verantwoordelijkheid;
• een verklaring met vermelding van de voorziene tijdelijke opslagplaatsen en de voorziene reisweg voor de afvalstoffen. Deze verklaring vermeldt de data en de plaats waar de afvalstoffen zich op ieder ogenblik bevinden;
• het bewijs van de aflevering bij het bedrijf dat de te vernietigen toestellen ontvangt;
• het attest van het verwerkingsbedrijf dat de betreffende toestellen werden vernietigd. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op de toepassing van:
• het besluit van de Vlaamse Regering van 06.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende milieuvergunningen (VLAREM I);
• het besluit van de Vlaamse Regering van 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II).
De opdrachtnemer verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij waarborgt dit zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, …
De opdrachtnemer verbindt zich er toe, voor zo ver redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseren. (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid).
De opdrachtnemer verbindt er zich toe de werken steeds uit te voeren in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de werknemers en derden zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, … mee te delen dat hij geen rekening zal houden met vragen of wensen van discriminerende aard.
Indien een personeelslid van de opdrachtnemer zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de opdrachtnemer de nodige maatregelen treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De werknemers met hiërarchische verantwoordelijkheden zullen toezien op het naleven van dit engagement.
Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de opdrachtnemer, zal deze zijn volledige medewerking verlenen aan eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door een meldpunt discriminatie of een andere organisatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid.
De opdrachtnemer vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk dienen te melden aan een werknemer met hiërarchische verantwoordelijkheid.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een klant of een derde, om af te zien van eventuele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit verband.
De opdrachtnemer ziet er op toe dat ook de onderaannemers, die hij eventueel inschakelt voor de opdracht, zich houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden.
5. Gelijktijdig uit te voeren werken
De opdrachtdocumenten vermelden de andere werken, leveringen of diensten die geen voorwerp van de opdracht zijn en gelijktijdig moeten worden uitgevoerd. De opdrachtnemer schikt zich naar de bevelen die door de leidend ambtenaar worden gegeven om de uitvoering van die opdrachten mogelijk te maken.
De opdrachtnemers van de gelijktijdig uit te voeren werken maken onderling afspraken om de gelijktijdig uit te voeren werken te coördineren. Voor de aanvang van de werken lichten zij de leidend ambtenaar of leidend ambtenaren in over de gezamenlijk voorgestelde maatregelen.
Als geen vergelijk bereikt kan worden of als bezwaren bestaan tegen de onderlinge afspraak of als de maatregelen die de opdrachtnemer voorstelt niet kunnen worden aangenomen of moeten worden aangevuld, dan geeft de leidend ambtenaar aan welk uitvoeringsprogramma gevolgd dient te worden en welke veiligheidsmaatregelen in acht moeten worden genomen. De opdrachtnemers moeten die aanwijzingen stipt volgen.
Het plaatsen en/of verleggen van leidingen gelegen binnen de grenzen van de werken zijn te beschouwen als gelijktijdig uit te voeren opdrachten.
De opdrachtnemer is ertoe gehouden de aanbestedende overheid onmiddellijk in te lichten wanneer er zich problemen met nutsleidingen voordoen.
6. Publiciteit en reclame op de werf
De aandacht van de opdrachtnemer wordt er op gevestigd dat het overeenkomstig het KB van 14 december 1959 waarbij regelen worden gesteld op het aanplakken en reclame maken (BS 04.01.1960) ten stelligste verboden is om publiciteit of reclame te maken op de werf.
Publicitaire boodschappen (zoals voor het huren van materieel) zijn in alle gevallen verboden.
Publiciteit of reclame door middel van stickers of dergelijke op de geplaatste of geleverde installaties of onderdelen daarvan, is evenmin toegestaan.
De ploegleider op de bouwplaats is vlot Nederlandstalig. Met de ploegleider wordt bedoeld, diegene die op de bouwplaats de ploeg leidt en ter plaatse tijdens de leveringen en werken aanwezig is.
De aandacht van de inschrijver wordt er uitdrukkelijk op gevestigd dat alle vergaderingen en opleveringen steeds in het Nederlands gehouden worden.
De opdrachtnemer mag zo nodig een tolk inschakelen. De kosten, verbonden aan het inschakelen van een tolk, zijn een last van de aanneming en worden door de aanbestedende overheid niet afzonderlijk vergoed.
Art. 150 Nazicht van de diensten
De algemene regel is dat aangeleverde producten niet verwerkt mogen worden vooraleer zij door de leidend ambtenaar zijn goedgekeurd. Wanneer evenwel de opdrachtnemer aantoont dat de producten die hij zal aanwenden, door een onafhankelijke instantie werden nagezien, mag hij ze verwerken vooraleer zij door de leidend ambtenaar zijn goedgekeurd.
(Zie bepalingen onder artikel 41 van de AUR).
Verificatietermijn
Voor een overheidsopdracht die betrekking heeft op de in bijlage 2 van de wet bedoelde diensten en ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht bijkomstig werkzaamheden omvat als bedoeld in bijlage 1 van de wet, start de verificatietermijn de dag na de ontvangst van de schuldvordering gebaseerd op een staat van diensten, overeenkomstig artikel 66 van dit standaardbestek.
Art. 151§2 Wijzigingen aan de opdracht
Door zijn offerte aanvaardt de opdrachtnemer de toepassingsregels van CMK-2003 – Kostenschaal voor aannemersmateriaal, zoals vastgesteld in de omzendbrief MOW/2006/01 (BS 6 oktober 2006) voor het berekenen van de uurkosten van aannemersmateriaal bij het opstellen van verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst.
Art. 156 Oplevering van de opdracht
De oplevering zoals omschreven in artikel 156 van de AUR geldt als een voorlopige oplevering. De waarborgtermijn gaat in op de datum van de voorlopige oplevering.
De waarborgtermijn bedraagt 2 jaar, tenzij de opdrachtdocumenten een andere termijn voorzien.
Op herstellingen die plaats hebben minder dan één jaar voor het verstrijken van de waarborgperiode van de opdracht, wordt een nieuwe waarborgtermijn toegepast zoals vastgesteld in het proces verbaal van de aanbestedende overheid.
De aanbestedende overheid bepaalt het aandeel van de borgtocht dat als garantie blijft tot het verstrijken van die bijkomende waarborgperiode in verhouding tot het belang van de herstelling.
Binnen de vijftien kalenderdagen voor het verstrijken van de waarborgtermijn wordt, naargelang het geval, een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van definitieve oplevering opgemaakt.
In het laatste geval moet de opdrachtnemer achteraf, bij ter post aangetekend schrijven, aan de aanbestedende overheid meedelen dat het gehele van de prestaties in staat van definitieve oplevering is gesteld. De aanbestedende overheid gaat binnen de vijftien kalenderdagen na ontvangst van deze mededeling over tot de definitieve oplevering of de weigering van de definitieve oplevering.
De prestaties die in staat van definitieve oplevering zijn bevonden, worden vermoed, tot bewijs van het tegendeel, in die toestand te hebben verkeerd op de einddatum van de waarborgtermijn of op datum van de aanvraag tot definitieve oplevering.
Art. 160 Betalingen van diensten
Zie bepalingen onder artikel 66 van de AUR.
Deel I werd opgemaakt door de Werkgroep SB270 Administratieve en contractuele bepalingen
voorzitter
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx
leden van de werkgroep
Xxxxxxx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxx, Xxx Xxxxxxx, Xxxx Xxxx, Xxxxxx Xxxxxxx
Colofon
Verantwoordelijke uitgever :
xx. Xxx Xxxxxxxx administrateur-generaal
Contactadres :
Afdeling Expertise Verkeer en Telematica Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, bus 4
1000 BRUSSEL
Tel. 00-000 00 00 - Fax. 00-000 00 00
Depotnummer : D/