KADEROVEREENKOMST PROGRAMME FOR INTERNATIONAL ASSESSMENT OF ADULT COMPETENCIES (PIAAC) IN VLAANDEREN (2018-2023)
PROGRAMME
FOR INTERNATIONAL ASSESSMENT OF ADULT COMPETENCIES (PIAAC)
IN
VLAANDEREN (2018-2023)
de Vlaamse Overheid, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, Vice-Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, en de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport,
hierna genoemd "opdrachtgever", enerzijds,
en
XXX instelling
vertegenwoordigd in de persoon van de rector/algemeen directeur:
XXX
hierna genoemd ‘de opdrachthouder’, anderzijds,
wordt overeengekomen wat volgt:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Art.1.1 Onderwerp van de kaderovereenkomst
De kaderovereenkomst betreft het uitvoeren van de tweede cyclus van het Programme for International Assessment of Adult Competencies (PIAAC 2018-2023) in Vlaanderen. De opdrachthouder zal instaan voor de uitvoering van de opdracht, zoals beschreven in de meerjarenplanning als bijlage. Dit document maakt als bijlage een integraal deel uit van deze kaderovereenkomst.
Art.1.2 Looptijd van de kaderovereenkomst
Deze kaderovereenkomst neemt een aanvang op (datum) en eindigt op 31 december 2023. Wanneer deze kaderovereenkomst niet wordt goedgekeurd door de Vlaamse Regering voor (datum), zal de kaderovereenkomst pas ingaan op de datum van goedkeuring door de Vlaams Regering. De gedetailleerde planning en de financiering van de activiteiten zullen worden geregeld op basis van jaarlijkse overeenkomsten.
Art.1.3 Woonst
Ter uitvoering van deze overeenkomst kiezen partijen woonst, te weten
de opdrachthouder:
XXX
de opdrachtgever:
Vlaamse Overheid
Departement Onderwijs en Vorming
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00
0000 XXXXXXX
Art.1.4 Promotor-Coördinator van het project
(Naam promotor-coördinator), treedt op als aanspreekpunt.
Art.1.5 Dienst van de Vlaamse Overheid verantwoordelijk voor de opvolging van het project
De opdracht wordt opgevolgd door het departement Onderwijs en Vorming, afdeling Strategische Beleidsondersteuning en het departement Werk en Sociale Economie, afdeling Beleid.
Art.1.6 Stuurgroep
Voor de inhoudelijke opvolging van de opdracht, stelt de algemeen directeur van het departement Onderwijs en Vorming een stuurgroep samen, verder genoemd de ‘Stuurgroep’. Het departement Onderwijs en Vorming verzorgt het secretariaat.
Hoofdstuk 2: Inhoudelijke omschrijving van de opdracht
Art. 2.1 Korte omschrijving van de opdracht
De opdrachthouder heeft een meervoudige opdracht:
Planning van de tweede cyclus van het Programme for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC 2018-2023) in Vlaanderen.
Bijwonen van de National Project Manager (NPM) meetings (vanaf de aanvang van de Vlaamse overeenkomst).
Samenwerking met en rapportering aan de internationale contractor van PIAAC gedurende de hele looptijd van het project (2018-2023).
Advies en implementatie van nationale (Vlaamse) modules inzake oversampling en optionele modules in de achtergrondvragenlijst.
Vertaling en verificatie van de cognitieve instrumenten en de achtergrondvragenlijst.
Planning en uitvoering Vlaamse steekproefdesign en -trekking (vooronderzoek en hoofdonderzoek).
Vertaling en adaptatie van het materiaal voor de interviewerstraining.
Testen van de computersystemen.
Interviewerstraining (vooronderzoek en hoofonderzoek), in samenwerking met de onderaannemer.
Codering, voorbereiding en doorsturen van de data (vooronderzoek en hoofdonderzoek) aan de internationale contractor.
Rapportering aan de internationale contractor en aan de Vlaamse opdrachtgever rond de uitvoering van het vooronderzoek. Op basis van de analyse van het vooronderzoek aanpassingen maken aan het instrumentarium van het hoofdonderzoek (samen met de internationale contractor).
Uitbesteding in onderaanneming van het tweede gedeelte via een procedure overeenkomstig de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016, gunningsprocedure in 2019 na opdracht door de opdrachtgever bij gunstige evaluatie van het reeds uitgevoerde gedeelte van de opdracht, onder voorbehoud van de beslissing van de opdrachtgever tot verdere deelname aan het PIAAC-onderzoeksprogramma. Het tweede gedeelte heeft betrekking op de datacollectie van het vooronderzoek en het hoofdonderzoek, meer bepaald het afnemen van face-to-face enquêtes bij ongeveer 1700 respondenten tijdens het vooronderzoek in 2020 en ongeveer 5000 respondenten tijdens het hoofdonderzoek in 2021-2022. De opdrachtnemer is ten aanzien van de opdrachtgever verantwoordelijk voor het geheel.
Voorbereiding, opvolging en kwaliteitscontrole van de activiteiten van de onderaannemer (datacollectie vooronderzoek en hoofdonderzoek).
Review van de data (vooronderzoek en hoofdonderzoek), samen met de internationale contractor
Verwerken van het PIAAC hoofdonderzoek;
Rapportering en disseminatie van de onderzoeksresultaten in een Vlaams rapport.
Wetenschappelijke valorisatie en beleidsvalorisatie.
Wetenschappelijke dienstverlening.
Art.2.2 Meerjarenplanning
Een omschrijving van de doelstellingen, taken, opdrachten en hun timing wordt weergegeven in het document Meerjarenplanning, opgenomen als bijlage. Deze bijlage maakt integraal deel uit van deze kaderovereenkomst.
Hoofdstuk 3: Sturing en opvolging
Art.3.1 Meerjarenplan
De meerjarenplanning, zoals omschreven in art. 2.2, kan enkel worden gewijzigd mits akkoord van beide partijen. De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs en de opdrachthouder kunnen voorstellen tot wijziging van de meerjarenplanning indienen. De stuurgroep kan een advies tot bijsturing van de meerjarenplanning aan de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs voorleggen.
Art.3.2 Jaarplan en financieel plan
De opdrachthouder zal jaarlijks (met uitzondering van de werkjaren 2018 en 2019) een jaarplan en een financieel plan opstellen. Het jaarplan geeft een gedetailleerde planning van de doelstellingen, taken en opdrachten voor het erop volgende kalenderjaar. Het jaarplan specificeert de bepalingen van het meerjarenplan.
Het financieel plan geeft een overzicht van de middelen die nodig zijn om het jaarplan uit te voeren. Het financieel plan wordt opgesteld conform de bepalingen van artikel 4.6.
Het jaarplan en het financieel plan vormen de basis voor jaarlijkse overeenkomsten tussen de beide partijen.
Voor de werkingsjaren 2018 en 2019 wordt het jaarplan de facto afgeleid uit de meerjarenplanning uit het onderzoeksvoorstel. Voor de werkingsjaren 2020 tot en met 2023 zal de opdrachthouder telkens vóór 1 oktober van het voorgaande jaar een voorstel van jaarplan en financieel plan voor het daaropvolgende jaar voorleggen aan de opdrachtgever.
De door de opdrachtgever aangeduide stuurgroep zal het jaarplan en het financieel plan toetsen aan het meerjarenplan en nagaan of het financieel plan overeenstemt met het jaarplan. De stuurgroep kan terzake aan de opdrachthouder aanbevelingen doen. De stuurgroep verstrekt de minister een advies m.b.t. de goedkeuring van het jaarplan en het financieel plan.
De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs, beslist vóór 15 december over de goedkeuring van het jaarplan en het financieel plan.
Niet-akkoord met het jaarplan of financieel plan wordt gemotiveerd. Bij niet-akkoord zal er overleg gepleegd worden tussen beide partijen. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, beslist de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs.
Art. 3.3 Jaarverslag en financieel verslag
De stuurgroep staat in voor tussentijdse evaluaties via de bespreking van jaarverslagen. De opdrachthouder dient jaarlijks ten laatste op 31 maart een jaarverslag in dat betrekking heeft op het vorige werkingsjaar. Het eerste jaarverslag wordt ingediend ten laatste op 31 maart 2019 en heeft betrekkig op de periode van de aanvang van de overeenkomst tot 31 december 2018. Het laatste jaarverslag wordt ingediend uiterlijk 31 maart 2024 en heeft betrekking op werkingsjaar 2023. Dit jaarverslag geeft een stand van zaken van het onderzoek, een verslag van de uitgevoerde activiteiten, een uiteenzetting van de (voorlopige) resultaten, de nationale en internationale engagementen en afspraken en eventuele knelpunten en vragen.
Jaarlijks stelt de opdrachthouder ook een financieel verslag van de uitgevoerde activiteiten op. Het financieel verslag wordt ingediend bij de opdrachtgever ten laatste op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop het betrekking heeft. Het financieel verslag wordt opgesteld conform de bepaling van art. 4.6.
Art.3.4 Advies van de Stuurgroep aangaande het jaarverslag en het financieel verslag
De opdrachthouder bezorgt het jaarverslag en het financieel verslag aan de opdrachtgever.
De Stuurgroep zal het jaarverslag en het financieel verslag onderzoeken en zal hierover vóór 1 mei van het jaar van indiening van het jaarverslag en het financieel verslag een advies m.b.t. de goedkeuring ervan verstrekken aan de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs.
Art.3.5 Akkoord door de opdrachtgever
Na kennisneming van het advies van de Stuurgroep zoals bepaald in art. 3.4, deelt de minister bevoegd voor onderwijs vóór 1 juni van hetzelfde jaar als waarin de indiening van beide verslagen plaatsvindt, mee of hij zijn akkoord verleent aan het jaarverslag en het financieel verslag. Indien de minister binnen de voorziene termijn geen bericht heeft verstuurd, wordt dit beschouwd als een akkoord met het jaarverslag en het financieel verslag.
Xxxxxxx de minister niet akkoord gaat met het jaarverslag of financieel verslag wordt de beslissing gemotiveerd.
Een akkoord van de minister met het jaarverslag en het financieel verslag initieert de afrekening voor het jaar waarop het jaarverslag betrekking heeft.
Bij niet-akkoord over het jaarverslag of het financieel verslag zal er overleg gepleegd worden tussen beide partijen. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, beslist de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs.
Art.3.6 Globale evaluatie van de opdracht
Na afloop van de kaderovereenkomst zal de opdracht onderworpen worden aan een globale evaluatie.
De globale evaluatie zal betrekking hebben op de mate waarin de algemene doelstellingen zoals omschreven in de meerjarenplanning, werden bereikt.
Deze evaluatie zal op zowel de wetenschappelijke waarde als de beleidsrelevantie betrekking hebben. De opdrachtgever staat in voor deze evaluatie.
Hoofdstuk 4. Financiële bepalingen
Art. 4.1 Voorziene tegemoetkoming in de kosten voor het eerste gedeelte
Binnen de voorziene begrotingskredieten, verbindt de opdrachgever er zich toe jaarlijks bij de begrotingsopmaak financiële middelen te voorzien als aandeel in de kosten van de opdracht ten belope van maximaal:
Jaar |
Financiële middelen |
2018 |
|
2019 |
|
2020 |
|
2021 |
|
2022 |
|
2023 |
|
Totaal |
|
De verdeling van de financiële middelen over de verschillende werkingsjaren is gebaseerd op de initiële planning van de opdrachtnemer. Deze verdeling overheen de werkingsjaren kan gewijzigd worden via het jaarplan mits een degelijke motivatie en kunnen ten hoogste 15% bedragen van het budget in het jaar waarvoor de wijziging wordt gevraagd. Dergelijke wijzigingen mogen geen aanleiding geven tot het overschrijden van het totaalbedrag voorzien in deze kaderovereenkomst.
Gezien het gedeelde eigenaarschap dat bepaald wordt in artikel 6.1, valt deze kaderovereenkomst buiten het toepassingsgebied van de BTW-wetgeving.
Art. 4.2 Aanwending van de financiële middelen
De financiële middelen kunnen worden aangewend voor personeelskosten, werkingskosten, onderaannemingskosten, centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten, die nodig zijn voor de uitvoering van de opdracht.
De onder artikel 4.1 vermelde bedragen komen uit het meerjarenplan en impliceren geen recht of geen toekenning van kredieten aan de opdrachthouder, maar geven maximaal beschikbare bedragen waarin zal worden voorzien voor de personeelskosten, werkingskosten, onderaannemingskosten, centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten voor de duur van de kaderovereenkomst.
Art. 4.3 Verantwoordingstukken
Voor de personeelskosten, werkingskosten en onderaannemingskosten moet door middel van verantwoordingsstukken van de uitgaven kunnen worden aangegeven dat deze kosten effectief werden gemaakt voor de uitvoering van de opdracht.
Art. 4.4 Centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten
De centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten samen vertegenwoordigen maximum 10 % (tien procent) van de totale uitgaven. Het gebruik ervan dient niet door verantwoordingsstukken te worden bewezen. Het gebruik ervan dient in het financieel plan en verslag niet te worden beschreven.
De centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten zijn een minimum vergoeding van de opdrachthouder voor de ter beschikkingstelling van de algemene infrastructuur en diensten en voor de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomsten maar niet eenduidig door de opdrachthouder bepaald of gemeten kunnen worden.
De bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 1993 tot regeling van de vergoeding van de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten van de universiteiten, verbonden aan de uitvoering van wetenschappelijke activiteiten die door de Vlaamse Overheid gefinancierd worden, zijn in voorkomend geval van toepassing.
Art. 4.5 Betalingskalender en facturatie
Betalingen kunnen enkel gebeuren na de voorlegging van de schuldvordering en uitgavenbewijsstukken waaruit blijkt dat de uitgaven bedoeld in artikel 4.2, gedaan werden in uitvoering van deze opdracht. De bewijsstukken dienen steeds ten laatste drie maanden na het einde van de jaarlijkse overeenkomsten bij de Vlaamse Overheid aangekomen te zijn, samen met het financieel verslag.
Binnen de Vlaamse overheid is elektronische facturatie (e-invoicing) de standaard werkwijze voor de ontvangst van facturen. Met e-invoicing bedoelen we geen PDF-factuur, maar een e-factuur in een gestructureerd XML-formaat. De e-facturen moeten elektronisch ingediend worden via het platform Mercurius. De elektronische factuur moet volgende gegevens bevatten die essentieel zijn voor de verwerking ervan: het KBO-nummer van de aanbestedende overheid (0316.380.841) en het inkooporder: dit nummer wordt medegedeeld bij sluiting van de opdracht of in het aanvangsbevel of op de factuuraanvraag.
De in artikel 4.1 vermelde vergoedingen zullen worden uitbetaald op rekening (BEXXX) op naam van (XXX).
Art.4.6 Verantwoording van de besteding van de middelen door middel van een financieel verslag en bijhorende uitgavenbewijsstukken
De uitgaven moeten verantwoord worden door middel van een financieel verslag en bijhorende uitgavenbewijsstukken.
De besteding van de financiële middelen moet bewezen worden door middel van voor de opdracht bedoelde uitgavenbewijsstukken.
Een financieel verslag moet worden opgesteld voor de opdracht in zijn geheel en wordt samen met het jaarverslag ingediend.
De opdrachthouder moet de uitgaven andere dan de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten kunnen verantwoorden door middel van een staat met overzicht van de onkosten. Deze kan opgevraagd worden door de administratie die de opdracht opvolgt.
De opdrachtgever kan nadere richtlijnen verstrekken over de wijze waarop de boekhouding dient gevoerd.
Hoofdstuk 5. Diverse bepalingen inzake de uitvoering van de meerjarenplanning
Art.5.1 Onderaanneming van taken
Voor het uitvoeren van de opdracht van het eerste gedeelte kan de opdrachthouder – voor zover dit in het jaarplan en financieel plan is voorzien - zelf overeenkomsten sluiten met derden en de hieruit voortvloeiende kosten betalen met de financiële middelen.
Art.5.2 Inzet van eigen middelen
De opdrachthouder garandeert de inzet van eigen middelen in de ruime zin voor het ondersteunen van de uitvoering van het eerste gedeelte van de opdracht, overeenkomstig de bepalingen hierrond uit het meerjarenplan.
Art. 5.3 Middelenverbintenis
De opdrachthouder zal zijn verbintenissen zorgvuldig en naar best vermogen uitvoeren.
Art. 5.4 Non-disciminatie
De dienstverlener verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij ziet hierop toe zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers,…
De dienstverlener verbindt zich er toe, voor zo ver redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseren (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid).
De dienstverlener ziet er op toe dat ook de onderaannemers, die hij eventueel inschakelt voor de opdracht, zich houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden.
Hoofdstuk 6. Bepalingen inzake intellectuele eigendom, openbaarheid en vertrouwelijkheid
Art.6.1 Eigenaarschap van de onderzoeksresultaten
Voor deze kaderovereenkomst wordt onder "onderzoeksresultaten" verstaan: de wetenschappelijke kennis en informatie die uit de opdracht zoals bepaald in artikel 1.1, zijn voortgekomen.
De onderzoeksresultaten (inclusief databanken) zijn het gezamenlijk eigendom van de opdrachtgever en de opdrachthouder voor zover het eigenaarschap van de OESO en het internationaal consortium gerespecteerd wordt. De resultaten van het onderzoek mogen slechts worden gepubliceerd met het akkoord van beide partijen, zonder afbreuk te doen aan het recht van de opdrachtgever om bepaalde onderzoeksresultaten vertrouwelijk te verklaren.
Eventuele achtergrondkennis, verworven vóór of buiten de opdracht, blijft eigendom van de afzonderlijke partijen.
Art. 6.2 Overdracht van rechten en plichten
Wanneer de opdrachthouder of de opdrachtgever hun rechten of plichten beschreven in deze kaderovereenkomst, waaronder de eigendom van de onderzoeksresultaten (incl. databanken), overdraagt of anderszins aan derden ter beschikking stelt, treft hij de maatregelen en sluit hij de overeenkomsten af waardoor de verplichtingen die hem door deze kaderovereenkomst worden opgelegd, door deze derden worden geëerbiedigd en zo nodig, uitgevoerd. Deze partij deelt aan de andere partij vooraf de voorwaarden mee waaronder hij zijn rechten overdraagt of anderszins ter beschikking stelt. In geen geval ontslaat enige overeenkomst met derden de opdrachtgever of opdrachthouder van de eerbiediging van zijn eigen verplichtingen opgenomen in onderhavige kaderovereenkomst. Bij een overdracht van rechten of plichten dient steeds rekening te worden gehouden met de bepalingen inzake vertrouwelijkheid zoals ze zijn opgenomen in artikel 6.6. Om deze vertrouwelijkheidsbepalingen te waarborgen dient er steeds een vertrouwelijkheidscontract te worden opgesteld.
Art. 6.3 Gebruiksrecht van de opdrachtgever
De opdrachthouder verleent hierbij aan de opdrachtgever een kosteloos en niet-exclusief gebruiksrecht op de onderzoeksresultaten zoals bepaald in 6.1, onder al zijn vormen en ongeacht de juridische modaliteit van bescherming van de bedoelde onderzoeksresultaten. Dit recht loopt ook verder na de beëindiging van onderhavige kaderovereenkomst. Tevens draagt de opdrachthouder er constant zorg voor dat alle materiële voorwaarden en omstandigheden vervuld zijn die nodig zijn om de effectieve uitoefening van dit gebruiksrecht te waarborgen. Deze materiële verplichting loopt verder na de beëindiging van deze kaderovereenkomst in de mate waarin de opdrachthouder, bij de beëindiging van deze kaderovereenkomst, niet alle schikkingen heeft getroffen die de autonome uitoefening van dit recht door de opdrachtgever mogelijk maken.
Art. 6.4 Bescherming van het instrumentarium, resultaten van de afname van de vragenlijsten en overige onderzoeksresultaten en modaliteiten voor bekendmaking
1. Het gebruikte instrumentarium mag slechts publiek worden gemaakt, wanneer de OESO hiertoe zelf het initiatief neemt of hiervoor haar toestemming verleent. Het publiek maken van het instrumentarium dient ook te worden afgestemd met de Stuurgroep.
2. Bij bekendmaking van de resultaten dient steeds het internationale embargo gerespecteerd te worden. Bekendmaking van de resultaten gebeurt volgens een formaat dat in overleg met de stuurgroep opgesteld wordt.
3. De opdrachthouder mag de overige onderzoeksresultaten slechts bekendmaken of bekendmaking mogelijk maken, ongeacht in welke vorm, voor zover de uitvoering van onderhavige kaderovereenkomst hierdoor niet in gevaar wordt gebracht en voor zover het internationale embargo gerespecteerd wordt. De opdrachtgever wordt vooraf en zo vlug mogelijk van de voorgenomen bekendmaking en de datum ervan in kennis gesteld. Hij krijgt een kopie van de informatiedrager met de betrokken gegevens, van zodra het internationale consortium de internationale database vrijgegeven heeft.
Art. 6.5 Publiciteit en mededelingen betreffende de opdracht
De opdrachtgever mag met alle geschikte middelen en zolang dit noodzakelijk is, algemene gegevens verspreiden over de doelstellingen, de totale geraamde kosten, de duur en de voortgang van de werkzaamheden, de financiële bijdrage van de Vlaamse Overheid en de onderzoeksresultaten, zoals deze in de eindverslagen zijn neergelegd.
Op verzoek en voor zover hij vrij is dit te doen, verleent de opdrachthouder aan de opdrachtgever een niet-exclusief en onherroepelijk recht, vrij van royalty’s, tot reproductie en verspreiding van onderzoeksresultaten voor wetenschappelijke en technische tijdschriften bestemde artikelen, van teksten van lezingen en andere door de opdrachthouder bekendgemaakte en in het kader van de onderzoeksactiviteiten opgestelde documenten, al dan niet in vertaling.
Art. 6.6 Vertrouwelijkheid
1. Onverminderd andere in deze kaderovereenkomst opgenomen verplichtingen, dienen de beide partijen het vertrouwelijk karakter te bewaren van de toetsinstrumentaria, van de verzamelde gegevens, van de resultaten van de afname van de vragenlijsten, van de overige onderzoeksresultaten en van de bestaande know-how of achtergrondkennis die hun vertrouwelijk zijn meegedeeld of waarvan de openbaarmaking één van de partijen zou kunnen benadelen.
2. Bij de rapportering van de resultaten wordt de anonimiteit van respondenten gegarandeerd. De vertrouwelijkheid van de resultaten moet met de nodige zorg bewaakt worden.
3. Wanneer het toetsinstrumentarium de via de vragenlijsten verzamelde gegevens, de overige onderzoeksresultaten en de bestaande know-how als bedoeld in lid 1, aan een derde partij worden meegedeeld, brengen de opdrachthouder en de opdrachtgever de ontvanger voorafgaandelijk op de hoogte van het vertrouwelijke karakter. De ontvanger is dan gehouden het confidentieel karakter te bewaren en het medegedeelde slechts te gebruiken voor de doeleinden waarvoor het is meegedeeld. De contractsluitende partijen ondertekenen hiervoor een vertrouwelijkheidscontract.
4. De verwerking van persoonsgegevens wordt uitgevoerd in overeenstemming met de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens. De rechten en verplichtingen van de opdrachtgever als verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven in bijlage 2, overeenkomstig de algemene verordening gegevensbescherming1.
Hoofdstuk 7: Samenwerking tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder
Art.
7.1 Mededeling van het instrumentarium, de via de vragenlijsten
verzamelde gegevens, de overige onderzoeksresultaten
Tijdens de looptijd van de kaderovereenkomst draagt de opdrachthouder er zorg voor dat de via de vragenlijsten verzamelde gegevens en de overige onderzoeksresultaten toegankelijk zijn voor de opdrachtgever.
Art. 7.2 Communicatie
De communicatie met de opdrachtgever verloopt via het departement Onderwijs en Vorming, afdeling Strategische Beleidsondersteuning.
Specifieke briefwisseling van de opdrachthouder wordt gericht aan het departement Onderwijs en Vorming, afdeling Strategische Beleidsondersteuning.
Beide partijen aanvaarden elektronische communicatie, tenzij wettelijke bepalingen of deze overeenkomst dit verhinderen.
Hoofdstuk 8: Diverse bepalingen
Art.
8.1. Aansprakelijkheid
Behoudens in het geval waar de opdrachtgever door onzorgvuldigheid in het aanwenden van de onderzoeksresultaten (incl. databanken) schade zou berokkenen aan derden, kan de opdrachtgever niet aansprakelijk gesteld worden voor de schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten door de opdrachthouder tot uitvoering van deze kaderovereenkomst. De opdrachthouder vrijwaart de opdrachtgever tegen elke vordering tot schadevergoeding door derden in dit verband.
Art. 8.2. Aanpassing van de kaderovereenkomst
Deze kaderovereenkomst of de bijlage kan slechts worden gewijzigd middels een door beide partijen ondertekend addendum.
Ingeval van betwisting over de interpretatie of de uitvoering van deze kaderovereenkomst zal op verzoek van één van de partijen een bijeenkomst tussen hen belegd worden om de betwistingen in der minne op te lossen; eventuele wijzigingen of aanvullingen of verduidelijkingen zullen als addendum van deze kaderovereenkomst worden opgemaakt.
Art. 8.3 Opzegging van de erkenning of van de kaderovereenkomst of beëindiging van de deelneming van één van de opdrachthouders
De opdrachtgever kan onmiddellijk een einde maken aan de kaderovereenkomst vanaf de datum van ontvangst van een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs gericht aan de opdrachhouder:
wanneer de opdrachthouder zijn verplichtingen niet volledig is nagekomen, nadat de minister bevoegd voor onderwijs hem schriftelijk gevraagd heeft aan deze situatie binnen een termijn van maximaal één maand een einde te maken;
wanneer zich ernstige financiële onregelmatigheden hebben voorgedaan.
In deze gevallen kan de opdrachtgever mits motivering de terugbetaling eisen van de gehele bijdrage van de Vlaamse Overheid of van een gedeelte daarvan, waarbij zij rekening houdt met de aard en de resultaten van de uitgevoerde werkzaamheden en met de gederfde kosten.
Als de uitvoering van deze overeenkomst onmogelijk wordt door overmacht of door zware tekortkomingen van de internationale contractor, kan de opdrachtgever met onmiddellijke ingang en zonder vergoeding de kaderovereenkomst verbreken vanaf de datum van ontvangst van een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs gericht aan de opdrachthouder. In dat geval kan de opdrachtgever geen terugbetaling eisen van de reeds bestede middelen.
Art. 8.4 Uitvoering te goeder trouw
De partijen verbinden er zich toe de kaderovereenkomst te goeder trouw uit te voeren.
Art. 8.5 Betwistingen
Deze overeenkomst wordt beheerst door de Belgische wetgeving.
Bijlagen
De volgende bepalingen maken een integrerend onderdeel van deze overeenkomst uit:
Bijlage 1: Meerjarenplanning 2018-2023
Indien bijlage 1 in strijd is met enige andere bepaling van dit contract, geldt dit laatste.
Bijlage 2: verwerkersovereenkomst
Opgemaakt te Brussel in 3 exemplaren op ……………………… ;
Elk der partijen verklaart hiervan een exemplaar te hebben ontvangen.
Voor de Vlaamse Overheid |
|
Xxxxx Xxxxxxx,
Vice
Minister-President van de Vlaamse Regering
Xxxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport
|
|
Voor XXX |
|
XX, Rector / algemeen directeur |
|
1 Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad Betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG