OPMERKING : De overgangsbepalingen van artikel 35, § 15 zeggen :
OPMERKING : De overgangsbepalingen van artikel 35, § 15 zeggen :
1° In afwachting dat de waarde van de sleutelletter U en het coëfficientgetal van een verstrekking bedoeld in onderhavig artikel worden vastgesteld, blijven de bepalingen betreffende de overeenkomstige verstrekkingen bedoeld in artikel 28§§ 1 tot 7, van toepassing.
2° In afwachting van een beslissing betreffende de opneming van een implantaat van categorie 1 op de lijst bedoeld in § 4, 1°, van onderhavig artikel blijven de bepalingen betreffende de overeenkomstige verstrekkingen bedoeld in artikel 28, §§ 1 tot 7, van toepassing.
3° In afwachting dat de waarde van de sleutelletter U bij overeenkomst wordt bepaald, blijft de sleutelletter Y van toepassing voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 28, §§ 1 tot 7.
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994)
"HOOFDSTUK IX : IMPLANTATEN.
Art. 35 § 1. Worden geacht in de bevoegdheid van de leveranciers van implantaten (U) te vallen :
A. ORTHOPEDIE EN TRAUMATOLOGIE :
Categorie 2"
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009)
"WERVELKOLOM :"
"K.B. 15.11.2010" (in werking 1.2.2011)
"Staaf:
700011 | 700022 | Longitudinale staaf voor fixatie schroeven en/of haken | aan de wervelkolom via | U | 230 |
700033 | 700044 | U-staaf uit één stuk, verankerd | aan beide zijden van de | ||
posterieure wervelkolom | U | 760 | |||
700055 | 700066 | Twee staven met alle bijkomende elementen voor | |||
verankering aan het occiput, inclusief de occiput-schroeven | U | 1540 | |||
700070 | 700081 | Monoaxiale verankeringsschroef met open schroefkop, waarbij de staaf in de schroefkop wordt gefixeerd, inclusief alle toebehoren voor fixatie en blokkering | U | 260 | |
700092 | 700103 | Polyaxiale verankeringsschroef met open schroefkop, waarbij de staaf in de schroefkop wordt gefixeerd, inclusief alle toebehoren voor fixatie en blokkering | U | 290 | |
700114 | 700125 | Verankeringsschroef waarbij de staaf door middel van een afzonderlijke connector wordt gefixeerd, inclusief alle | |||
toebehoren voor fixatie en blokkering, connector inbegrepen | U | 485 | |||
700136 | 700140 | Verankeringspunt met 2 of meer verankeringsschroeven op dezelfde wervel, samen gefixeerd aan een enkele staaf, inclusief alle toebehoren voor connectie, fixatie en blokkering | U | 1070 |
700151 | 700162 | (Ilio-)sacraal verankeringspunt met 2 of meer verankeringsschroeven op ilium en/of sacrum samen gefixeerd aan de staaf, inclusief alle toebehoren voor connectie, fixatie en blokkering | U | 800 |
700173 | 700184 | Verankeringshaak met open kop, waarbij de staaf in de kop | ||
wordt gefixeerd, inclusief alle toebehoren voor fixatie en | ||||
blokkering | U | 300 | ||
700195 | 700206 | Verankeringshaak waarbij de staaf door middel van een | ||
afzonderlijke connector wordt gefixeerd, inclusief alle | ||||
toebehoren voor fixatie en blokkering, connector inbegrepen | U | 690 | ||
700210 | 700221 | Reduceerbare clamp met brede fixatieband voor gecombineerde lamina en/of transverse fixatie aan de staaf, | ||
inclusief alle toebehoren voor fixatie en blokkering | U | 400 | ||
700232 | 700243 | Verankeringsklem (haak en tegen-haak) waarbij de staaf | ||
door middel van een afzonderlijke connector aan de haak | ||||
wordt gefixeerd, inclusief alle toebehoren voor fixatie en | ||||
blokkering, connector inbegrepen | U | 750 | ||
700254 | 700265 | Verankeringsklem (haak en tegen-haak) met haak met open | ||
kop, waarbij de staaf in de kop wordt gefixeerd, inclusief alle | ||||
toebehoren voor fixatie en blokkering | U | 580 | ||
700276 | 700280 | Transversale verbinding tussen staven, voor het geheel van | ||
de samenstellende elementen, inclusief alle fixatie- | ||||
elementen | U | 320 | ||
700291 | 700302 | Longitudinale verbinding voor staven, voor het geheel van de | ||
samenstellende elementen | U | 220 | ||
700313 | 700324 | Totaal van de elementen van een implantaat, verankerd via | ||
2 haken/schroeven op dezelfde wervel, bedoeld voor de | ||||
correctie van een spondylolyse | U | 1000 | ||
Plaat: | ||||
700335 | 700346 | Plaat voor posterieure fixatie aan de wervelkolom, te | ||
verankeren xxx xxxxxxxxx | X | 000 | ||
700350 | 700361 | Schroef voor verankering aan de wervelkolom van een | ||
posterieure plaat, inclusief alle toebehoren voor fixatie en | ||||
blokkering | U | 260 | ||
700372 | 700383 | Plaat voor anterieure cervicale fixatie aan de wervelkolom, te | ||
verankeren via schroeven (fixatie van 2 of 3 opeenvolgende | ||||
wervels), inclusief eventuele toebehoren voor fixatie en | ||||
blokkering | U | 330 | ||
700394 | 700405 | Plaat voor anterieure cervicale fixatie aan de wervelkolom, te | ||
verankeren via schroeven, inclusief eventuele toebehoren | ||||
voor fixatie en blokkering (fixatie van 4 of meer | ||||
opeenvolgende wervels) | U | 350 |
700416 | 700420 | Enkelvoudige schroef voor verankering aan de wervelkolom van een anterieure cervicale plaat | U | 140 |
700431 | 700442 | Schroef bestaande uit meerdere elementen voor verankering | ||
van een anterieure cervicale plaat, inclusief alle toebehoren | ||||
voor fixatie en blokkering | U | 225 | ||
700453 | 700464 | Plaat van vaste lengte voor anterieure of antero-laterale | ||
fixatie aan de thoraco-lumbale wervelkolom, te verankeren | ||||
via schroeven | U | 500 | ||
700475 | 700486 | Telescopische plaat (lengte aanpasbaar) voor anterieure of | ||
antero-laterale fixatie , te verankeren via schroeven, aan de | ||||
thoraco-lumbale wervelkolom | U | 700 | ||
700490 | 700501 | Enkelvoudige schroef voor verankering aan de thoraco- | ||
lumbale wervelkolom van een anterieure of antero-laterale | ||||
plaat | U | 140 | ||
700512 | 700523 | Schroef bestaande uit meerdere elementen, voor verankering van een anterieure of antero-laterale plaat aan | ||
de thoraco-lumbale wervelkolom , inclusief alle toebehoren | ||||
voor fixatie en blokkering | U | 400 | ||
Allerlei: | ||||
700534 | 700545 | Alleenstaande schroef voor densfixatie | U | 300 |
700556 | 700560 | Implantaat geplaatst tussen het verankeringsimplantaat en |
bot ter voorkoming van verzinking van een verankeringsimplantaat (STAPLE) U 200
700571 700582 Afzonderlijk implantaat ter correctie van het contactoppervlak tussen het verankeringsimplantaat en de
staaf/plaat/connector (WASHER) Cage: | U | 65 | ||
700593 | 700604 | Niet beweegbaar arthrodese-implantaat voor plaatsing in de cervicale tussenwervelruimte en ontworpen om als enige per niveau geplaatst te worden | U | 430 |
700615 | 700626 | Niet beweegbaar arthrodese-implantaat voor plaatsing in een | ||
tussenwervelruimte van de thoraco-lumbale wervelkolom en ontworpen om als enige per niveau geplaatst te worden | U | 930 | ||
700630 | 700641 | Niet beweegbaar arthrodese-implantaat voor plaatsing in een tussenwervelruimte van de thoraco-lumbale wervelkolom en ontworpen om per twee per niveau geplaatst te worden | U | 470 |
700652 | 700663 | Niet beweegbaar corporectomie-implantaat, op maat afknipbaar, voor cervicale plaatsing | U | 420 |
700674 | 700685 | Niet beweegbaar corporectomie-implantaat, monobloc, vaste hoogte, beschikbaar in verschillende hoogtes, voor cervicale | ||
plaatsing | U | 670 |
700696 700700 Niet beweegbaar corporectomie-implantaat, op maat afknipbaar, voor plaatsing in de thoraco-lumbale
wervelkolom | U | 650 | |||
700711 | 700722 | Niet beweegbaar corporectomie-implantaat, monobloc, vaste hoogte, beschikbaar in verschillende hoogtes, voor plaatsing in de thoraco-lumbale wervelkolom | U | 670 | |
700733 | 700744 | Endcap of endring voor corporectomiecage monobloc of afknipbaar, inclusief de elementen voor fixatie aan de cage | U | 250 | |
700755 | 700766 | Corporectomiecage, in situ expandeerbaar, voor het geheel van de samenstellende elementen, voor cervicale plaatsing | U | 1650 | |
700770 | 700781 | Corporectomiecage, in situ expandeerbaar, voor het geheel van de samenstellende elementen, voor plaatsing in de thoraco-lumbale wervelkolom | U | 1950 | |
700792 | 700803 | Geheel van cages of wiggen, dat minimaal per 2 stuks | |||
gestapeld wordt, ter vorming van een niet beweegbaar corporectomie-implantaat inclusief de fixatie-elementen, voor cervicale plaatsing | U | 1200 | |||
700814 | 700825 | Geheel van cages of wiggen, dat minimaal per 2 stuks gestapeld wordt, ter vorming van een niet beweegbaar | |||
corporectomie-implantaat inclusief de fixatie-elementen, voor plaatsing in de thoraco-lumbale wervelkolom | U | 1650 | |||
700836 | 700840 | Botschroef voor verankering van een cage aan de wervelkolom, inclusief alle toebehoren voor fixatie en blokkering | U | 150 | " |
"K.B. 28.6.2011" (in werking 1.2.2011) "Dynamische en hybride stabilisatie : | |||||
693932 | 693943 | Staaf voor een dynamische of hybride posterieure longitudinale stabilisatie, ongeacht het aantal niveau's, voor | |||
het geheel van de onderdelen | U | 230 | |||
693954 | 693965 | Monoaxiale pediculaire verankeringsimplantaat voor een dynamische of hybride posterieure longitudinale verbinding, inclusief alle toebehoren voor fixatie en blokkering | U | 260 | |
693976 | 693980 | Polyaxiale pediculaire verankeringsimplantaat voor een dynamische of hybride posterieure longitudinale verbinding, inclusief alle toebehoren voor fixatie en blokkering | U | 290 | |
693991 | 694002 | Verankeringsimplantaat waarbij de dynamische of hybride staaf door middel van een afzonderlijke connector wordt | |||
gefixeerd, inclusief alle toebehoren voor fixatie en blokkering, waaronder de connector | U | 485 | " |
Osteosynthesematerieel : Geschrapt door K.B. 15.11.2010 (in werking 1.2.2011) HOOFDIMPLANTAAT : Geschrapt door K.B. 15.11.2010 (in werking 1.2.2011) TUSSENIMPLANTAAT : Geschrapt door K.B. 15.11.2010 (in werking 1.2.2011)
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) | ||||
"GEWRICHTSPROTHESEN :" | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 "HEUP : Femorale prothese :" | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | ||||
" | 688516 | 688520 | 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Standaard steel voor plaatsing met cement inclusief de | |
eventuele centralizer U 644 | " | |||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | ||||
1.2.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||
" | 688531 | 688542 | Standaard steel bedoeld om te plaatsen zonder cement U 810 |
688553 688564 Standaard steel voorzien van een osteotrope
bedekkingslaag of een poreuze coating U 810 "
" | 688575 | 688586 | "K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Steel met anatomische vorm voor plaatsing met cement | + "K.B. | ||
inclusief de eventuele centralizer U | 672 | " | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||||
" | 688590 | 688601 | Steel met anatomische vorm bedoeld om te plaatsen zonder | |||
cement U | 900 | |||||
688612 | 688623 | Steel met anatomische vorm en voorzien van een osteotrope | ||||
bedekkingslaag of een poreuze coating U | 900 | " | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | + "K.B. | |||||
12.8.2008" (in werking 1.11.2008) | ||||||
" | 688634 | 688645 | Steel voor revisie en voor plaatsing met cement en gebruikt | |||
tijdens de verstrekking 293436 – 293440 inclusief de | ||||||
eventuele centralizer U | 1238 | " | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||||
" | 688656 | 688660 | Steel voor revisie bedoeld om te plaatsen zonder cement en | |||
gebruikt tijdens de verstrekking 293436 - 293440 U | 1380 | |||||
688671 | 688682 | Steel voor revisie voorzien van een osteotrope | ||||
bedekkingslaag of een poreuze coating en gebruikt tijdens | ||||||
de verstrekking 293436 - 293440 | U | 1380 | " | |||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | + "K.B. | |||||
12.8.2008" (in werking 1.11.2008) | ||||||
" | 688693 | 688704 | Steel bestemd om te worden gebruikt bij een reconstructie | |||
van het heupbeen en te plaatsen met cement inclusief de | ||||||
eventuele centralizer U | 1516 | " | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||||
" | 688715 | 688726 | Steel bestemd om te worden gebruikt bij een reconstructie | |||
van het heupbeen en te plaatsen zonder cement U | 1908 |
688730 | 688741 | Steel voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating en bestemd om te worden gebruikt bij een reconstructie van het heupbeen | U 1908 | |
De vergoeding wordt alleen toegestaan wanneer de reconstructie gepaard | ||||
is gegaan met een trochanterodiafysaire osteotomie." | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | ||||
21.1.2002" (in werking 1.3.2002) + "K.B. 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) | ||||
" | 688752 | 688763 | Steel bestemd om te worden gebruikt bij een heupdysplasie | |
inclusief de eventuele centralizer U 1003 | " | |||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | ||||
21.1.2002" (in werking 1.3.2002) + "K.B. 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) + "K.B. | ||||
" | 689415 | 689426 | 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Cefalische prothese met epifysaire en/of metafysaire | |
verankering U 810 | " | |||
"K.B. 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) | ||||
" | 689474 | 689485 | Oppervlakteimplantaat voor een gedeeltelijke vervanging van | |
het gewrichtskraakbeen, voor het geheel van de | ||||
samenstellende elementen U 1550 | " | |||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||
"Kop voor heupsteel : | ||||
688774 | 688785 | Kop voor heupsteel en bestemd om te worden gebruikt | ||
zonder acetabulaire cupula U 185 | " | |||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | ||||
1.2.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||
" | 688796 | 688800 | Kop voor heupsteel voor gebruik met acetabulaire cupula - | |
inox of chroom/cobalt U 167 | ||||
688811 | 688822 | Kop voor heupsteel voor gebruik met acetabulaire cupula - | ||
keramiek U 288 | " | |||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||
" | 688833 | 688844 | Kop voor heupsteel voor gebruik met acetabulaire cupula - | |
metaal voor contact met metalen oppervlak U 319 | ||||
688855 | 688866 | Bipolaire kop voor heupsteel U 439 | ||
Acetabulaire gedeelte (cupula) : | ||||
Niet-modulaire cupula's :" | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | ||||
1.2.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||
" | 688870 | 688881 | Niet-modulaire cupula vervaardigd uit polyethyleen U 176 | " |
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||
" | 688892 | 688903 | Niet-modulaire cupula uit één stuk, met binnendeel | |
vervaardigd uit polyethyleen en metalen buitendeel voorzien | ||||
van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating U 547 | " | |||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | ||||
4.10.2012" (in werking 1.12.2012) | ||||
" | 689430 | 689441 | Niet-modulaire cupula uit één stuk met binnenbekleding voor | |
metaal-op-metaal of keramiek-op-keramiek U 958 | " |
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001
"Modulaire cupula's :
Binnengedeelte :"
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B.
1.2.2010" (in werking 1.5.2010)
" | 688914 | 688925 | Binnendeel van een modulaire cupula – polyethyleen | U | 184 | " | |
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | |||||||
" | 688936 | 688940 | 4.10.2012" (in werking 1.12.2012) Binnendeel van een modulaire cupula - metaal of keramiek | ||||
voor gebruik met kop in metaal of keramiek | U | 445 | |||||
688951 | 688962 | Buitengedeelte : Buitendeel van een modulaire cupula – standaard | U | 445 | |||
688973 | 688984 | Buitendeel van een modulaire cupula - voorzien osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | van een | U | 543 | " |
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001
"K.B. 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) "Spacer | |||||
689076 | 689080 | Spacer in cement met antibiotica | U | 715 | " |
715352 | 715363 | "K.B. 10.9.2009" (in werking 1.11.2009) Femorale koppen met anatomische diameter en beschikbaar | |||
vanaf 38 mm in meerdere tussenmaten per 1 of 2 mm, inclusief de conusadapter en de assemblage elementen | U | 970 | " | ||
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) "SCHOUDER :" | |||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 11.7.2005" (in werking 1.9.2005) + | |||||
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) | |||||
695074 | 695085 | "Humerus :" Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695096 | 695100 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695111 | 695122 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695133 | 695144 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695155 | 695166 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695170 | 695181 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695192 | 695203 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695214 | 695225 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695236 | 695240 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | |||
695251 | 695262 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) |
"De obturator of de plugs van de cupula zijn inbegrepen in de vergoeding van de cupula."
"
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) | ||||
720016 | 720020 | Monobloc humerusprothese | U | 855 |
720031 | 720042 | Steel voor modulaire humerusprothese (waarop een kop geplaatst kan worden), voor plaatsing met cement, inclusief alle assemblage elementen | U | 745 |
720053 | 720064 | Steel voor modulaire humerusprothese (waarop een kop geplaatst kan worden), voor plaatsing zonder cement, inclusief alle assemblage elementen | U | 745 |
720075 | 720086 | Steel voor modulaire humerusprothese (waarop een kop | ||
geplaatst kan worden), voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, inclusief alle assemblage elementen | U | 745 |
"
720090 720101 Humerussteel per primam voor een omgekeerde schouderprothese (diafysaire en epifysaire gedeelten), voor plaatsing met cement en niet voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, inclusief alle
assemblage elementen U 850
720112 720123 Humerussteel per primam voor een omgekeerde
schouderprothese (diafysaire en epifysaire gedeelten), voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, inclusief alle assemblage elementen | U | 1100 | ||
720134 | 720145 | Diafysair gedeelte van een humerussteel die peroperatief de keuze tussen een anatomische of omgekeerde constructie toelaat, voor plaatsing met cement, inclusief alle assemblage | ||
elementen | U | 820 | ||
720156 | 720160 | Diafysair gedeelte van een humerussteel die peroperatief de keuze tussen een anatomische of omgekeerde constructie toelaat, voor plaatsing zonder cement en niet voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, | ||
inclusief alle assemblage elementen | U | 820 | ||
720171 | 720182 | Diafysair gedeelte van een humerussteel die peroperatief de keuze tussen een anatomische of omgekeerde constructie toelaat, voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, inclusief alle assemblage elementen | U | 975 |
720193 | 720204 | Epifysair gedeelte van humerussteel : metalen gedeelte (uitgezonderd de rehausseur) dat toelaat over te schakelen van een anatomische prothese naar een omgekeerde schouderprothese, of omgekeerd en niet voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, inclusief | ||
alle assemblage elementen | U | 270 | ||
720215 | 720226 | Epifysair gedeelte met humerale fixatie te gebruiken met of |
zonder diaphysair gedeelte, voor anatomische of omgekeerde prothese, voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of poreuze coating, inclusief alle
assemblage elementen U 775
De verstrekkingen 720193-720204 en 720215-720226 mogen slechts één keer per ingreep aangerekend worden. | ||||||
720230 | 720241 | Lange modulaire humerussteel, voor het geheel van metalen | ||||
onderdelen, waarvan de lengte minstens 16 cm lang is, voor | ||||||
plaatsing met cement, inclusief alle assemblage elementen U 970 | ||||||
720252 | 720263 | Lange modulaire humerussteel, voor het geheel van metalen | ||||
onderdelen, waarvan de lengte minstens 16 cm lang is, voor | ||||||
plaatsing zonder cement en niet voorzien van een osteotrope | ||||||
bedekkingslaag of een poreuze coating, inclusief alle | ||||||
assemblage elementen U 970 | ||||||
720274 | 720285 | Lange modulaire humerussteel, voor het geheel van metalen | ||||
onderdelen, waarvan de lengte minstens 16 cm lang is, | ||||||
voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze | ||||||
coating, inclusief alle assemblage elementen U 1100 | " | |||||
"K.B. 11.7.2005" (in werking 1.9.2005) + "K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) | ||||||
" | 695273 | 695284 | Cefalische prothese ter vervanging van enkel de | |||
humeruskop U 636 | " | |||||
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) + "K.B. 15.7.2009" (in werking 1.6.2009) | ||||||
" | 720296 | 720300 | Oppervlakteimplantaat voor een gedeeltelijke vervanging van | |||
het gewrichtskraakbeen voor het geheel van de | ||||||
samenstellende elementen | U | 1550 | " | |||
"K.B. 11.7.2005" (in werking 1.9.2005) + "K.B. 2.4.2009" (in werking | 1.6.2009) | |||||
" | 695295 | 695306 | Standaard humeruskop of binnenkopje van een bipolaire | |||
kop, inclusief alle assemblage elementen | U | 382 | ||||
695310 | 695321 | Bipolaire humeruskop, inclusief alle assemblage elementen | U | 636 | ||
695332 | 695343 | Humeruskop in keramiek, inclusief alle assemblage | ||||
elementen | U | 560 | ||||
695354 | 695365 | Glenoid voor schouderprothese - Standaard in polyethyleen | U | 330 | ||
695376 | 695380 | Niet-modulaire glenoid voor schouderprothese uit één stuk, | ||||
met metalen buitendeel en binnendeel vervaardigd uit | ||||||
polyethyleen (metal backed) | U | 437 | " | |||
695391 | 695402 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | ||||
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) | ||||||
" | 720311 | 720322 | Buitendeel van een modulaire glenoid | U | 350 | " |
"K.B. 11.7.2005" (in werking 1.9.2005) + "K.B. 2.4.2009" (in werking | 1.6.2009) | |||||
" | 695413 | 695424 | Binnendeel van een modulaire glenoid voor een | |||
anatomische schouderprothese | U | 200 | " | |||
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) + "K.B. 15.7.2009" (in werking | 1.6.2009) | |||||
" | 720333 | 720344 | Binnendeel van een modulaire glenoid - sferisch implantaat | |||
voor een omgekeerde schouderprothese | U | 365 |
720355 | 720366 | Humerus cupula voor omgekeerde schouderprothese | U | 200 | " | |
720370 | 720381 | "K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) Ophogende tussenstuk voor schouderprothese | U | 180 | " | |
695435 | 695446 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | ||||
695450 | 695461 | Geschrapt door K.B. 2.4.2009 (in werking 1.6.2009) | ||||
"K.B. 16.2.2009" (in werking 1.4.2009) "Tussenwervelschijf | ||||||
735792 | 735803 | Prothese voor vervanging van een volledige lumbale | ||||
tussenwervelschijf, voor het geheel van de samenstellende elementen | U | 2300 | " | |||
"K.B. 25.10.2012" (in werking 1.2.2013) | ||||||
736971 | 736982 | Insert of kern, in polyethyleen, van een discusprothese | totale lumbale | U | 260 | " |
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009) "KNIE: | ||||||
Femorale componenten |
"
"
734016 734020 Femorale unicondylaire component, voor plaatsing met
cement U 970
734031 734042 Femorale unicondylaire component voorzien van een
osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 1200 | |||||||
734053 | 734064 | Femorale | bicondylaire | component, | voor | plaatsing | met | ||
cement | U | 1280 | |||||||
734075 | 734086 | Femorale | bicondylaire | component | voor | plaatsing | met | ||
cement, met anti-allergische nitride behandeling | U | 1280 | |||||||
734090 | 734101 | Femorale bicondylaire component voorzien van | een | ||||||
osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 1400 | |||||||
734112 | 734123 | Femorale bicondylaire component voorzien van | een | ||||||
osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, met | anti- | ||||||||
allergische nitride behandeling | U | 1400 | |||||||
734134 | 734145 | Femorale | bicondylaire | component | voor | revisie, | voor | ||
plaatsing met cement | U | 1500 | |||||||
734156 | 734160 | Constrained femorale bicondylaire component voor revisie, | |||||||
voor plaatsing met cement | U | 1600 | |||||||
734171 | 734182 | Femorale bicondylaire component voor revisie voorzien van | |||||||
een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 1500 | |||||||
734193 | 734204 | Constrained femorale bicondylaire component voor revisie | |||||||
voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze | |||||||||
coating | U | 1600 |
"
plaatsing met cement, met anti-allergische nitride
behandeling U 800 "
734215 | 734226 | Femorale component van een modulaire scharnierprothese, as inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 1985 | |
734230 | 734241 | Femorale component van een bicompartimentele prothese, voor plaatsing met cement | U | 1200 | |
734252 | 734263 | Oppervlakteimplantaat voor een gedeeltelijke vervanging van | |||
het gewrichtskraakbeen (behalve ter hoogte van de trochlea), voor het geheel van de samenstellende elementen | U | 1550 | |||
Tibiale componenten | |||||
Unicondylaire : | |||||
734274 | 734285 | Tibiale unicondylaire component, monobloc in polyethyleen | U | 650 | |
734296 | 734300 | Tibiale unicondylaire component, monobloc metal-backed, voor plaatsing met cement | U | 400 | |
734311 | 734322 | Tibiale unicondylaire component, monobloc metal-backed, | |||
waarvan het metalen deel in poreus metaal is of voorzien is van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 400 | |||
734333 | 734344 | Tibiale unicondylaire dekplaat, voor plaatsing met cement | U | 650 | |
734355 | 734366 | Tibiale unicondylaire dekplaat voorzien van een osteotrope | |||
bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 700 | |||
734370 | 734381 | Unicondylaire insert in polyethyleen | U | 300 | |
734392 | 734403 | Unicondylaire insert in highly cross-linked polyethyleen | U | 300 | |
734414 | 734425 | Bicondylaire: Tibiale bicondylaire component, monobloc in polyethyleen | U | 325 | |
734436 | 734440 | Tibiale bicondylaire component, monobloc metal-backed, voor plaatsing met cement | U | 897 | |
734451 | 734462 | Tibiale bicondylaire component, monobloc metal-backed, waarvan het metalen deel in poreus metaal is of voorzien is van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 1120 | |
734473 | 734484 | Tibiale bicondylaire dekplaat, obturatoren inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 800 | |
734495 | 734506 | Tibiale bicondylaire dekplaat, obturatoren inbegrepen, voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 950 | |
734510 | 734521 | Tibiale bicondylaire dekplaat, obturatoren inbegrepen, | |||
voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, met anti-allergische nitride behandeling | U | 950 | " | ||
735814 | 735825 | "K.B. 9.12.2009" (in werking 1.3.2010) Tibiale bicondylaire dekplaat, obturatoren inbegrepen, voor |
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009) | |||||
" | 734532 | 734543 | Bicondylaire insert in polyethyleen | U | 400 |
734554 | 734565 | Bicondylaire insert in highly cross-linked polyethyleen | U | 450 | |
734576 | 734580 | Constrained bicondylaire insert in polyethyleen | U | 550 | |
734591 | 734602 | Revisie Tibiale bicondylaire dekplaat voor revisie, obturatoren | |||
inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 900 | |||
734613 | 734624 | Tibiale bicondylaire dekplaat voor revisie, obturatoren inbegrepen, voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of | |||
een poreuze coating | U | 1000 | |||
734635 | 734646 | Bicondylaire insert in polyethyleen, voor revisie | U | 500 | |
734650 | 734661 | Bicondylaire insert in highly cross-linked polyethyleen, voor revisie | U | 500 | |
734672 | 734683 | Constrained bicondylaire insert in polyethyleen, voor revisie | U | 550 | |
Tibiaal component van modulaire scharnierprothese | |||||
734694 | 734705 | Tibiale component van een modulaire scharnierprothese, | |||
monobloc metal-backed, as inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 1375 | |||
734716 | 734720 | Tibiale dekplaat van een modulaire scharnierprothese, as inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 1200 | |
734731 | 734742 | Insert in polyethyleen voor een modulaire scharnierprothese | U | 400 | |
734753 | 734764 | Insert in highly cross-linked polyethyleen voor een modulaire scharnierprothese | U | 400 | |
Bicompartimenteel | |||||
734775 | 734786 | Tibiale component voor een bicompartimentele prothese, monobloc in polyethyleen | U | 325 | |
734790 | 734801 | Tibiale dekplaat voor een bicompartimentele prothese, obturatoren inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 800 | |
734812 | 734823 | Tibiale dekplaat voor een bicompartimentele prothese, obturatoren inbegrepen, voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 950 | |
734834 | 734845 | Insert in polyethyleen voor een bicompartimentele prothese | U | 400 | |
734856 | 734860 | Insert in highly cross-linked polyethyleen voor een bicompartimentele prothese | U | 400 | |
734871 | 734882 | Spacer Spacer in cement met antibiotica geïmpregneerd | U | 720 | |
734893 | 734904 | Femoro-patellaire componenten Trochlea voor plaatsing met cement | U | 1015 |
734915 | 734926 | Trochlea voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 1342 |
734930 | 734941 | Patella in polyethyleen | U | 190 |
734952 | 734963 | Patella in highly cross-linked polyethyleen | U | 205 |
734974 | 734985 | Mobiele metal-backed patella, voor plaatsing met cement | U | 340 |
734996 | 735000 | Vaste metal-backed patella, waarvan het metalen deel in poreus metaal is of voorzien is van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 340 |
735011 | 735022 | Mobiele metal-backed patella, waarvan het metalen deel voorzien is van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 370 |
Scharnierprothese | ||||
735033 | 735044 | Totale scharnierprothese voor de knie, voor plaatsing met cement | U | 3050 |
735055 | 735066 | Modulaire scharnierprothese voor de knie, voor plaatsing met cement | U | 2900 |
735070 | 735081 | Stelen Standaard tibiale steel, alle assemblage-elementen en | ||
centralizer inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 300 | ||
735092 | 735103 | Standaard tibiale steel, alle assemblage-elementen en centralizer inbegrepen, voor plaatsing zonder cement, al dan | ||
niet voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 350 | ||
735114 | 735125 | Standaard femorale steel, alle assemblage-elementen en centralizer inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 512 |
735136 | 735140 | Standaard femorale steel, alle assemblage-elementen en centralizer inbegrepen, voor plaatsing zonder cement, al dan niet voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 512 |
735151 | 735162 | Standaard tibiale of femorale steel, alle assemblage- | ||
elementen en centralizer inbegrepen, voor plaatsing met cement | U | 300 | ||
735173 | 735184 | Standaard tibiale of femorale steel, alle assemblage- |
elementen en centralizer inbegrepen, voor plaatsing zonder cement, al dan niet voorzien van een osteotrope
bedekkingslaag of een poreuze coating U 350
735195 735206 Offset steel, alle assemblage-elementen en centralizer
inbegrepen, voor plaatsing met cement U 560
735210 | 735221 | Offset steel, alle assemblage-elementen en centralizer inbegrepen, voor plaatsing zonder cement, al dan niet voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 560 | |||
735232 | 735243 | Steel voor een scharnierprothese, alle assemblage- | |||||
elementen en centralizer inbegrepen, voor plaatsing met | |||||||
cement | U | 575 | |||||
735254 | 735265 | Steel voor een scharnierprothese, alle assemblage- | |||||
elementen inbegrepen, voor plaatsing zonder cement, al dan | |||||||
niet voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een | |||||||
poreuze coating | U | 700 | " | ||||
680455 | 680466 | Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |||||
Voet- en handwortel : Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |||||||
Vinger : Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |||||||
680514 | 680525 | Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |||||
680536 | 680540 | Geschrapt door K.B. 12.2.2009 (in werking 1.4.2009) | |||||
680551 | 680562 | Geschrapt door K.B. 12.2.2009 (in werking 1.4.2009) | |||||
680573 | 680584 | Geschrapt door K.B. 12.2.2009 (in werking 1.4.2009) | |||||
680595 | 680606 | Geschrapt door K.B. 12.2.2009 (in werking 1.4.2009) | |||||
Schrapping van de verstrekkingen 680610 - 680621 tot 680831 - 680842 en | |||||||
680875 - 680886 door het K.B. van 5.9.2001 (in werking 1.11.2001) + Erratum BS | |||||||
van 18.12.2001 | |||||||
680853 | 680864 | Geschrapt door K.B. 15.11.2010 (in werking 1.2.2011) | |||||
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009) | |||||||
735276 | 735280 | Geheel van onderdelen die deel uitmaken van een prothese | |||||
ter vervanging van de botcortex | " | ||||||
"K.B. 12.11.2008" (in werking 1.1.2009) | |||||||
"Enkel : | |||||||
720436 | 720440 | Gecementeerde tibiale component U 500 | |||||
720451 | 720462 | Tibiale component voorzien van een osteotrope | |||||
bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 850 | |||||
720473 | 720484 | Gecementeerde talaire component | U | 525 | |||
720495 | 720506 | Talaire component voorzien van | een | osteotrope | |||
bedekkingslaag of een poreuze coating | U | 1000 | |||||
720510 | 720521 | Talaire insert in polyethyleen | U | 275 | " |
"
"K.B. 7.11.2011" (in werking 1.1.2012) | |||||
"ALLERLEI : | |||||
701993 | 702004 | Onderdeel van een gewrichtsprothese, gebruikt bij een | |||
revisie | " | ||||
"K.B. 20.7.2012" (in werking 1.10.2012) | |||||
"Prothesen van de extremiteiten | |||||
Bovenste lidmaat | |||||
722352 | 722363 | Humerale component van een totale elleboogprothese, | |||
inclusief as en assemblage elementen | U | 1150 | |||
722374 | 722385 | Ulnaire component van een totale elleboogprothese, inclusief | |||
as en assemblage elementen | U | 720 | |||
722396 | 722400 | Capitellum component van een unicompartimentele | |||
elleboogprothese, inclusief as en assemblage elementen | U | 700 | |||
722411 | 722422 | Radiuskopprothese, voor het geheel van de samenstellende | |||
elementen | U | 1250 | |||
722433 | 722444 | Radiuskopprothese in silicone, voor het geheel van de | |||
samenstellende elementen | U | 220 | |||
722455 | 722466 | Radiuscomponent van een totale radio-carpale polsprothese | U | 1250 | |
722470 | 722481 | Carpale component van een totale radio-carpale | |||
polsprothese | U | 1500 | |||
722492 | 722503 | Resurfacing polsprothese te impacteren in het os capitatum | |||
van de handwortel | U | 1285 | |||
722514 | 722525 | Ulna kop prothese, voor het geheel van de samenstellende | |||
elementen | U | 1300 | |||
722536 | 722540 | Totale radio-carpale polsprothese in silicone | U | 550 | |
722551 | 722562 | Prothese van het os lunatum of van het os scaphoideum van | |||
de handwortel | U | 500 | |||
722573 | 722584 | Interpositieprothese tussen de handwortelbeenderen | U | 500 | |
722595 | 722606 | Carpo-metacarpale en/of trapezo-metacarpale prothese, | |||
voor het geheel van de samenstellende elementen | U | 600 | |||
722610 | 722621 | Metacarpo-falangeale prothese, voor het geheel van de | |||
samenstellende elementen | U | 810 | |||
722632 | 722643 | Metacarpo-falangeale prothese in silicone, voor het geheel | |||
van de samenstellende elementen | U | 260 | |||
722654 | 722665 | Interfalangeale prothese (vinger), voor het geheel van de | |||
samenstellende elementen | U | 1000 | |||
722676 | 722680 | Interfalangeale prothese (vinger) in silicone, voor het geheel | |||
van de samenstellende elementen | U | 260 |
722691 | 722702 | Vingerpees-implantaten | U | 360 | |||
722713 | 722724 | Totale radio-ulnaire prothese met radiale steun, | voor | het | |||
geheel van de samenstellende elementen | U | 5700 | |||||
722735 | 722746 | Implantaat voor de sigmoid groeve van de radius | U | 950 | |||
Onderste lidmaat | |||||||
722750 | 722761 | Hemi metatarso-falangeale prothese, voor het geheel van de | |||||
samenstellende elementen | U | 640 | |||||
722772 | 722783 | Metatarso-falangeale prothese voor interpositie | U | 485 | |||
722794 | 722805 | Totale metatarso-falangeale prothese, voor het geheel van | |||||
de samenstellende elementen | U | 1430 | |||||
722816 | 722820 | Interfalangeale prothese (teen), voor het geheel van de | |||||
samenstellende elementen | U | 375 | |||||
722831 | 722842 | Interfalangeale prothese (teen) in silicone, voor het geheel | |||||
van de samenstellende elementen | U | 280 | |||||
722853 | 722864 | Subtalair implantaat voor correctie van platvoet | U | 425 | |||
722875 | 722886 | Oppervlakteimplantaat voor een gedeeltelijke vervanging van | |||||
het gewrichtskraakbeen ter hoogte van de talus, voor het | |||||||
geheel van de samenstellende elementen | U | 1550 | " | ||||
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.11.2010) | |||||||
"TRAUMATOLOGIE EN OSTEOSYNTHESE : | |||||||
Nagel : | |||||||
Elastische Nagel : | |||||||
701094 | 701105 | Elastische nagel | U | 80 | |||
701116 | 701120 | Vergrendelbare centromedullaire nagel : Humerale nagel, centromedullair, vergrendelbaar | U | 500 | |||
701131 | 701142 | Femorale of tibiale nagel, centromedullair, vergrendelbaar | U | 450 | |||
701153 | 701164 | Voorarmnagel, centromedullair, vergrendelbaar | U | 375 | |||
701175 | 701186 | Trochanternagel, centromedullair, vergrendelbaar (tot en met 24 cm) met cervicaal implantaat, blokkeerschroef en/of | |||||
antirotatie implantaat inbegrepen | U | 650 | |||||
701190 | 701201 | Lange trochanternagel, centromedullair, vergrendelbaar (vanaf 24cm) met cervicaal implantaat, blokkeerschroef en/of | |||||
antirotatie-implantaat inbegrepen | U | 830 | |||||
701212 | 701223 | Gecanuleerde vergrendelbare schroef-nagel | U | 385 | |||
Centromedullaire artrodesenagel, vergrendelbaar : | |||||||
701234 | 701245 | Enkelvoudige artrodesenagel voor de knie, centromedullair, vergrendelbaar | U | 800 |
701256 701260 Samengestelde artrodesenagel voor de knie, centromedullair, vergrendelbaar U 1860
701271 701282 Artrodesenagel voor de enkel, centromedullair, vergrendelbaar U 575
Centromedullaire nagel voor lidmaatverlenging : | ||||
701293 | 701304 | Enkelvoudige centromedullaire nagel voor lidmaatverlenging | U | 750 |
701315 701326 Samengestelde centromedullaire nagel voor
lidmaatverlenging U 1650
Vergrendelschroef voor centromedullaire nagel :
701330 701341 Vergrendelschroef voor centromedullaire nagel,
vergrendelmechanisme inbegrepen | U | 70 | ||
701352 | 701363 | Vergrendelblad voor centromedullaire nagel | U | 140 |
Fixatie-elementen en accessoires voor centromedullaire | ||||
nagel : | ||||
701374 | 701385 | Endcap voor centromedullaire nagel | U | 58 |
701396 | 701400 | Condylusschroef en moer voor centromedullaire nagel | U | 180 |
701411 | 701422 | Washer voor centromedullaire nagel | U | 50 |
701433 | 701444 | Compressieschroef voor centromedullaire nagel | U | 65 |
701455 | 701466 | Blokkeerschroef voor centromedullaire nagel, met uitzondering van de blokkeerschroef van een cervicaal | ||
implantaat | U | 58 | ||
Compressieplaat : | ||||
Hoekplaat : | ||||
701470 | 701481 | Niet-gecanuleerde hoekplaat | U | 245 |
701492 | 701503 | Gecanuleerde hoekplaat | U | 245 |
Dynamisch plaat systeem : | ||||
701514 | 701525 | Compressieplaat voor DCS (Dynamic Condylar System) | U | 350 |
701536 | 701540 | Compressieplaat voor DHS (Dynamic Hip System) | U | 300 |
701551 | 701562 | Plaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat (locking plate) voor DHS (Dynamic Hip System) | U | 300 |
701573 | 701584 | Trochanterstabilisatieplaat voor DHS (Dynamic Hip System) | U | 250 |
701595 | 701606 | Compressieplaat met trochanterstabilisatieplaat in monobloc voor DHS (Dynamic Hip System) | U | 425 |
701610 | 701621 | Compressieschroef voor DHS (Dynamic Hip System)/DCS (Dynamic Condylar System) | U | 20 |
701632 | 701643 | Blokkeerschroef voor DHS (Dynamic Hip System)/DCS (Dynamic Condylar System) | U | 150 | |
701654 | 701665 | Cervicaal anker voor DHS (Dynamic Hip System) of condylair anker voor DCS (Dynamic Condylar System) | U | 140 | |
701676 | 701680 | Cervicale schroef voor DHS (Dynamic Hip System) of condylusschroef voor DCS (Dynamic Condylar System) | U | 140 | |
701691 | 701702 | Te impacteren helicoïdaal cervicaal blad voor DHS (Dynamic Hip System) of te impacteren helicoïdaal condylair blad voor | |||
DCS (Dynamic Condylar System) | U | 250 | " | ||
"K.B. 26.9.2011" (in werking 1.12.2011) "Osteosyntheseplaat : | |||||
Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen | hoekstabiele | ||||
vergrendeling toelaat : | |||||
737015 | 737026 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de proximale tibia | U 400 | ||||
737030 | 737041 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de distale tibia | U 400 | ||||
737052 | 737063 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de proximale femur | U 400 | ||||
737074 | 737085 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de distale femur | U 400 | ||||
737096 | 737100 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de proximale humerus | U 400 | ||||
737111 | 737122 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de distale humerus | U 400 | ||||
737133 | 737144 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de proximale radius | U 400 | ||||
737155 | 737166 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de distale radius | U 400 | ||||
737170 | 737181 | Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op | |||
het niveau van de proximale ulna | U 400 |
737192 737203 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de distale ulna U 400 "
"K.B. 26.9.2011" (in werking 1.12.2011) + "K.B. 20.12.2012" (in werking 1.3.2013)
" 737214 737225 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die geen
hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de distale fibula U 400 "
"K.B. 26.9.2011" (in werking 1.12.2011)
"Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat :
737236 737240 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de proximale tibia U 445
737251 737262 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de distale tibia U 445
737273 737284 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de proximale femur U 525
737295 737306 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de distale femur U 525
737310 737321 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de proximale humerus U 525
737332 737343 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de distale humerus U 525
737354 737365 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de proximale radius U 400
737376 737380 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de distale radius U 400
737391 737402 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de proximale ulna U 400
737413 737424 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op
het niveau van de distale ulna U 400
737435 737446 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat bestemd voor gebruik op
het niveau van de pols U 400
737450 737461 Voorgevormde peri-articulaire osteosyntheseplaat die
hoekstabiele vergrendeling toelaat, bestemd voor gebruik op het niveau van de distale fibula | U | 400 | ||
Osteosynthese plaat met anatomische lokalisatie : | ||||
737472 | 737483 | Anatomische osteosyntheseplaat voor de clavicula die geen hoekstabiele vergrendeling toelaat | U | 160 |
737494 | 737505 | Anatomische osteosyntheseplaat voor de clavicula die hoekstabiele vergrendeling toelaat | U | 525 |
737516 | 737520 | Osteosyntheseplaat voor reconstructie van de bekken | U | 160 |
737531 | 737542 | Sacrale staven, alle fixatie elementen inbegrepen | U | 1000 |
737553 | 737564 | Implantaat voor correctie van een trechterborst (Pectus Excavatum) | U | 900 |
737575 | 737586 | Anatomische osteosyntheseplaat voor de scapula | U | 525 |
737590 737601 Anatomische osteosyntheseplaat voor de apophyse
coronoide U 525
737612 | 737623 | Anatomische osteosyntheseplaat voor calcaneus | U | 310 | ||
737634 | 737645 | Trochanterplaat specifiek ontworpen voor plaatsing cerclage-kabel(s) | met | U | 900 | " |
"K.B. 6.2.2012" (in werking 1.4.2012) | ||||||
"Artroscopie : implantaten : | ||||||
735895 | 735906 | Anker, alleen of in een kit, niet-resorbeerbaar | U | 175 | ||
735910 | 735921 | Anker, alleen of in een kit, resorbeerbaar | U | 205 | ||
735932 | 735943 | Interferentieschroef, niet-resorbeerbaar | U | 90 | ||
735954 | 735965 | Interferentieschroef, resorbeerbaar | U | 120 | ||
735976 735980 Verankeringsimplantaat voor herstel van de ligamenten en | ||||||
pezen (uitgezonderd interferentieschroeven en krammen), | ||||||
niet-resorbeerbaar | U | 185 | ||||
735991 | 736002 | Verankeringsimplantaat voor herstel van de ligamenten en | ||||
pezen (uitgezonderd interferentieschroeven en krammen), | ||||||
resorbeerbaar | U | 205 | " | |||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||||
"Categorie 3" | ||||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||||
"TOEBEHOREN VOOR HEUPPROTHESE : | ||||||
688995 | 689006 | Schroef of spike gebruikt bij het plaatsen van een | ||||
acetabulaire cupula - maximum vijf stuks, per stuk | U | 34 |
689010 | 689021 | Acetabulair toebehoren ter voorkoming van luxatie | U | 168 | ||
De verstrekking 689010 - 689021 wordt enkel vergoed in revisie." | geval | van | ||||
689032 | 689043 | Geschrapt door K.B. 9.12.2009 (in werking 1.3.2010) | ||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 | ||||||
" | 689452 | 689463 | Acetabulaire steun voor cupula met cement fixatie | U | 200 | " |
" | 687816 | 687820 | "K.B. 13.1.2003" (in werking 1.3.2003) Obturator gebruikt bij het plaatsen van een femorale steel | U | 20 |
De vergoeding wordt alleen toegestaan bij het plaatsen van een steel voor gebruik met cement."
687234 | 687245 | "K.B. 5.2.2004" (in werking 1.4.2004) Kruis voor reconstructie met peri-acetabulaire fixatie | U | 250 | " |
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009) | |||||
"TOEBEHOREN VOOR KNIEPROTHESEN: | |||||
735291 | 735302 | Femorale wig, assemblageschroeven inbegrepen, voor plaatsing met cement, per stuk | U | 300 |
"
735313 735324 Femorale wig, assemblageschroeven inbegrepen, in poreus metaal of voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of
plaatsing met cement, per stuk | U | 370 | ||
735350 | 735361 | Tibiale wig assemblageschroeven inbegrepen, in poreus metaal of voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, per stuk | U | 370 |
735372 | 735383 | Tibiaal of femoraal huls voor plaatsing met cement, per stuk | U | 530 |
735394 | 735405 | Tibiaal of femoraal huls, in poreus metaal of voorzien van een osteotrope bedekkingslaag of een poreuze coating, per stuk | U | 960 |
735416 | 735420 | Botschroef, maximum 4 stukken, per stuk | U | 40 |
735431 | 735442 | Botplug, maximum 2 stukken, per stuk | U | 150 |
735453 | 735464 | Obturator gebruikt bij het plaatsen van een steel voor knieprothese | U | 20 |
een poreuze coating, per stuk U 300 735335 735346 Tibiale wig, assemblageschroeven inbegrepen, voor
De terugbetaling van de obturator wordt alleen toegepast bij het plaatsen van een steel voor plaatsing met cement."
"K.B. 15.11.2010" (in werking 1.2.2011) | ||||
"TOEBEHOREN VOOR IMPLANTATEN VOOR DE WERVELKOLOM : | ||||
700932 | 700943 | Kabel voor sublaminaire fixatie van een greffe, twee wervels of een staaf, ongeacht het aantal niveaus, voor het geheel van de cerclage U | 300 | |
700954 | 700965 | Cement, om in te brengen in geperforeerde schroeven voor bijkomende fixatie in de wervelkolom, voor de totaliteit, per ingreep U | 100 | " |
FIXATIE VAN DE DIAFYSE : Geschrapt door K.B. 3.9.2010 (in werking 1.11.2010)
FIXATIE VAN EPIFYSE : Geschrapt door K.B. 3.9.2010 (in werking 1.11.2010)
"K.B. 28.4.2011" (in werking 1.7.2011) "TOEBEHOREN VOOR ENKELPROTHESEN : | |||||
689393 | 689404 | Botschroef, maximum 4 stukken, per stuk | U | 34 | " |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | |||||
"BEENDERMASSIEF VAN HET GELAAT :" | |||||
681936 | 681940 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
681951 | 981962 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
681973 | 681984 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
681995 | 682006 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
682010 | 682021 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
682032 | 682043 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
682054 | 682065 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
682076 | 682080 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
682091 | 682102 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
"K.B. 26.1.2010" (in werking 1.5.2010) + "K.B. 24.10.2011" (in werking 1.1.2012) | |||||
"Platen en schroeven voor reconstructie van schedel, gelaat en/of | |||||
kaakbeen in niet-resorbeerbaar materiaal :" | |||||
"K.B. 26.1.2010" (in werking 1.5.2010) | |||||
" | 736013 | 736024 | Plaat tot en met 10 gaten - niet-resorbeerbaar U 75 | ||
736035 | 736046 | Plaat met 11 tot 20 gaten - niet resorbeerbaar U 90 | |||
736050 | 736061 | Plaat met meer dan 20 gaten - niet-resorbeerbaar U 110 | |||
736072 | 736083 | Meshes, niet resorbeerbaar, 20cm2 of kleiner U 25 per cm2 | |||
736094 | 736105 | Meshes, niet resorbeerbaar, groter dan 20 cm2 en kleiner dan 100cm2 U 8 per cm2 |
736116 | 736120 | Meshes, niet resorbeerbaar, 100cm2 en meer | U 3 per cm2 | " | ||
"K.B. 26.1.2010" (in werking 1.5.2010) + Erratum B.S. 10.2.2011 | ||||||
" | 736131 | 736142 | Schroef, niet resorbeerbaar, diameter kleiner dan 1,5mm | U 20 | " | |
"K.B. 26.1.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||||
" | 736153 | 736164 | Schroef, niet resorbeerbaar, diameter 1,5 mm of groter en | |||
kleiner dan 2,4 mm | U 20 | |||||
736175 | 736186 | Schroef, niet resorbeerbaar, diameter 2,4 mm en groter | U 32 | |||
736190 | 736201 | Washer | U 6 | |||
Platen en schroeven voor reconstructie van schedel, | gelaat en/of | |||||
kaakbeen in resorbeerbaar materiaal : | ||||||
736212 | 736223 | Plaat tot en met 10 gaten - resorbeerbaar | U 130 | |||
736234 | 736245 | Plaat met 11 tot 20 gaten - resorbeerbaar | U 200 | |||
736256 | 736260 | Plaat met meer dan 20 gaten - resorbeerbaar | U 235 | |||
736271 | 736282 | Meshes, resorbeerbaar, 20cm2 of kleiner | U 25 per cm2 | |||
736293 | 736304 | Meshes, resorbeerbaar, groter dan 20cm2 en kleiner dan 100 cm2 | U 12 per cm2 | |||
736315 | 736326 | Meshes, resorbeerbaar, 100 cm2 en meer | U 7 per cm2 | |||
736330 | 736341 | Schroef van resorbeerbaar materiaal | U 35 | |||
Platen voor reconstructie van specifieke delen van gelaat en/of kaakbeen :" "K.B. 26.1.2010" (in werking 1.5.2010) + Erratum B.S. 10.2.2011 | ||||||
" | 736352 | 736363 | Plaat voor orbita-vloer niet-resorbeerbaar | U | 400 | |
736374 | 736385 | Plaat voor orbita-vloer resorbeerbaar | U | 170 | " | |
"K.B. 26.1.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||||
" | 736396 | 736400 | Plaat speciaal bedoeld voor reconstructie van de onderkaak | U | 300 | |
736411 | 736422 | Condyle, speciaal bedoeld voor fixatie aan een plaat voor | ||||
reconstructie van de onderkaak inclusief fixatieelement | U | 360 | ||||
736433 | 736444 | Plaat met condyle, speciaal bedoeld voor reconstructie van | ||||
de onderkaak | U | 820 | " | |||
BEKKEN : Geschrapt door K.B. 3.9.2010 (in werking 1.11.2010) | ||||||
SCHROEVEN : Geschrapt door K.B. 3.9.2010 (in werking 1.11.2010) | ||||||
HAAKJES : Geschrapt door K.B. 3.9.2010 (in werking 1.11.2010) | ||||||
UITWENDIGE FIXATIE : Geschrapt door K.B. 28.4.2011 (in werking 1.7.2011) |
STIFTEN : Geschrapt door K.B. 28.4.2011 (in werking 1.7.2011)
"K.B. 28.4.2011" (in werking 1.7.2011) | |||||
736831 | 736842 | "Externe fixatoren : Tijdelijk gebruik van een uitwendig fixatiesysteem gebruikt in | |||
combinatie met de verstrekkingen 736853-736864 en/of 736875-736886 | U | 275 | |||
736853 | 736864 | Pin voor externe fixator voor hand of voet | U | 7 | |
736875 | 736886 | Pin voor externe fixator, met uitzondering van fixatoren voor hand en voet | U | 37 | |
736890 | 736901 | Driedimensionele externe fixator voor computerondersteunde multiaxiale correctie, gebruikt in | |||
combinatie met de verstrekkingen 736853-736864 en/of 736875-736886." | |||||
722890 | 722901 | "K.B. 20.7.2012" (in werking 1.10.2012) "PROTHESEN VAN DE EXTREMITEITEN Botschroef voor radio-carpale polsprothese, maximum 2 | |||
stuks, per stuk | U | 34 | " | ||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "ALLERLEI :" | |||||
"K.B. 5.9.2001" (in werking 1.11.2001) + Erratum BS van 18.12.2001 + "K.B. | |||||
27.4.2007" (in werking 1.7.2007) | |||||
" | 689054 | 689065 | Cement - met of zonder antibiotica - gebruikt bij het plaatsen |
van een gewrichtsprothese - per 20g U 33
De vergoeding voor cement gebruikt bij het plaatsen van een heupprothese is beperkt tot maximaal 6 eenheden van 20 g.
De vergoeding voor cement gebruikt bij het plaatsen van een schouderprothese is beperkt tot maximaal 3 eenheden van 20 g."
"K.B. 12.11.2008" (in werking 1.1.2009) + "K.B. 9.12.2009" (in werking 1.3.2010) "De vergoeding voor cement gebruikt bij het plaatsen van een enkelprothese is beperkt tot maximaal 1 eenheid van 20 g." | ||||
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009) "De vergoeding voor cement gebruikt bij het plaatsen van een knieprothese is beperkt tot maximaal 6 eenheden van 20 g." | ||||
"K.B. 20.7.2012" (in werking 1.10.2012) | ||||
"De vergoeding voor cement gebruikt bij het plaatsen van een prothese van de extremiteiten is beperkt tot maximaal 2 eenheden van 20 g." | ||||
" | 683034 | 683045 | "K.B. 13.6.2008" (in werking 1.8.2008) Cement voor kyphoplastie met ballon gebruikt samen met de | |
verstrekking 683012-683023, per niveau, maximum 2 | ||||
niveaus. U 82 | " | |||
" | 683056 | 683060 | "K.B. 27.4.2007" (in werking 1.7.2007) Schroef gebruikt bij het plaatsen van het glenoïdaal gedeelte | |
van een schouderprothese - maximum 4 stuks, per stuk U 34 | " |
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009)
" 720392 720403 Diafysaire obturator gebruikt tijdens de plaatsing van een
humerussteel voor plaatsing met cement U 20
De terugbetaling van de obturator wordt alleen toegepast bij het plaatsen van een steel voor plaatsing met cement."
"K.B. 9.12.2009" (in werking 1.3.2010) | ||||||
" | 689990 | 690001 | Cerclagemateriaal, per kabel of draad | U | 34 | |
735836 | 735840 | Gevlochten cerclagemateriaal, met fixatiesysteem voor de kabel, per kabel, inclusief het geheel van de fixatie- elementen | U | 100 | " | |
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.11.2010) "TRAUMATOLOGIE EN OSTEOSYNTHESE : | ||||||
Schroef, kram en pin : | ||||||
Osteosyntheseschroef :" | ||||||
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.11.2010) + Erratum B.S. 18.10.2010 + "K.B. | ||||||
" | 701713 | 701724 | 25.10.2012" (in werking 1.2.2013) Niet-gecanuleerde osteosyntheseschroef of peg, zonder | |||
mogelijkheid tot hoekstabiele vergrendeling, voor het geheel | ||||||
van de samenstellende elementen, per schroef | U | 27 | " | |||
" | 701735 | 701746 | "K.B. 3.9.2010" (in werking 1.11.2010) + "K.B. 25.10.2012" (in werking 1.2.2013) Niet-gecanuleerde, niet-zelfborende osteosyntheseschroef of | |||
peg, met mogelijkheid tot hoekstabiele vergrendeling, voor | ||||||
het geheel van de samenstellende elementen, per schroef | U | 37 | ||||
701750 | 701761 | Niet-gecanuleerde, zelfborende osteosyntheseschroef of peg, met mogelijkheid tot hoekstabiele vergrendeling, voor het geheel van de samenstellende elementen, per schroef | U | 37 | ||
701772 | 701783 | Niet-gecanuleerde osteosyntheseschroef of peg, met « low | ||||
profile » eigenschappen, voor het geheel van de samenstellende elementen, per schroef | U | 27 | " |
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.11.2010) + Erratum B.S. 18.10.2010 + "K.B. 25.10.2012" (in werking 1.2.2013)
" 701794 701805 Gecanuleerde osteosyntheseschroef of peg, zonder
mogelijkheid tot hoekstabiele vergrendeling, voor het geheel
van de samenstellende elementen, per schroef U 100
701816 701820 Gecanuleerde osteosyntheseschroef of peg, met
mogelijkheid tot hoekstabiele vergrendeling, voor het geheel van de samenstellende elementen, per schroef | U | 100 | " | ||
" | 701831 701842 | "K.B. 3.9.2010" (in werking 1.11.2010) Niet-gecanuleerde koploze compressieschroef (type | |||
« HERBERT »), voor het geheel van de samenstellende elementen, per schroef | U | 120 |
701853 | 701864 | Gecanuleerde koploze compressieschroef (type « HERBERT »), voor het geheel van de samenstellende elementen, per schroef | U | 140 | " |
"K.B. 25.10.2012" (in werking 1.2.2013) | |||||
"Toebehoren voor osteosyntheseschroef of peg : | |||||
701875 | 701886 | Moer voor osteosyntheseschroef of peg, per stuk | U | 27 | |
701890 | 701901 | Afzonderlijk implantaat ter correctie van het contactoppervlak | |||
tussen een schroef of peg en een plaat, per stuk (WASHER) | U | 22 | |||
701912 | 701923 | Spacer voor osteosyntheseschroef of peg, per stuk | U | 12 | " |
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.11.2010) | |||||
"Kram : | |||||
701934 | 701945 | Ligamentkram of kram voor osteosynthese, zonder | |||
vormgeheugen of compressie, per kram | U | 70 | |||
701956 | 701960 | Ligamentkram of kram voor osteosynthese, met vormgeheugen of compressie, per kram | U | 130 | |
Pin gebruikt als implantaat : | |||||
701971 | 701982 | Pin, met of zonder schroefdraad, ongeacht de diameter, met | |||
uitzondering van de pinnen voor externe fixator, per stuk | U | 16 | " | ||
"K.B. 26.9.2011" (in werking 1.12.2011) | |||||
"Osteosyntheseplaat : |
737656 737660 Osteosyntheseplaat voor diafyse of rechthoekige osteosyntheseplaat die geen hoekstabiele vergrendeling
toelaat U 145
737671 737682 Osteosyntheseplaat voor diafyse of rechthoekige osteosyntheseplaat die hoekstabiele vergrendeling toelaat,
inclusief alle elementen om die vergrendeling toe te laten | U | 195 | ||||
737693 | 737704 | Plaat met speciale vorm voor botuiteinde, al dan niet met vergrendeling | U | 80 | ||
737715 | 737726 | Anatomische osteosyntheseplaat voor extremiteiten (hand, voet, pols, enkel), behalve voor het calcaneum | U | 150 | " | |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "Categorie 4 | ||||||
682651 | 682662 | GEWRICHTSPROTHESEN : Prothese op maat (individueel vervaardigd volgens de | ||||
verschillende dimensies) | " | |||||
" | 736912 | 736923 | "K.B. 21.7.2011" (in werking 1.10.2011) Steel op maat, aangepast aan het femoraal kanaal, voor het | |||
geheel van de elementen | ||||||
736934 | 736945 | Kop op maat, gebruikt in combinatie met een steel beschreven onder 736912-736923 | " |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "B. OFTALMOLOGIE : | ||||||
Categorie 2" | ||||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) + | ||||||
"K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||||
" | 682754 | 682765 | Intra-oculaire lens, in polymethylmethacrylaat, ongecoat en | |||
gecoat U 75 | " | |||||
"K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||||
" | 682776 | 682780 | Plooibare of multifocale intra-oculaire lens | U | 75 | " |
"K.B. 9.12.2009" (in werking 1.3.2010) | ||||||
" | 682791 | 682802 | Torische lens van twee dioptrie of meer | U | 200 | |
682813 | 682824 | Torische lens van zes dioptrie of meer | U | 400 | " | |
"K.B. 22.11.2006" (in werking 1.2.2007) + "K.B. 9.12.2008" (in werking 1.2.2009) | ||||||
" | 697130 | 697141 | Orbita implantaat geplaatst na enucleatie of evisceratie | U | 36 | " |
"K.B. 22.11.2006" (in werking 1.2.2007) | ||||||
" | 697152 | 697163 | Orbita implantaat waarvan de oppervlaktestructuur | |||
weefselingroei mogelijk maakt en dat wordt geplaatst na | ||||||
enucleatie, na secundair implant of bij anoftalmie | U | 420 | " | |||
"K.B. 22.11.2006" (in werking 1.2.2007) + "K.B. 18.1.2008" (in werking 1.4.2008) | ||||||
" | 697174 | 697185 | Drainage-implantaat dat het wegvloeien van vloeistof uit de | |||
voorkamer bevordert | U | 250 | " | |||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||||
"Categorie 3" | ||||||
682850 | 682861 | Geschrapt door K.B. 22.11.2006 (in werking 1.2.2007) | ||||
682872 | 682883 | Geschrapt door K.B. 22.11.2006 (in werking 1.2.2007) | ||||
682894 | 682905 | Geschrapt door K.B. 22.11.2006 (in werking 1.2.2007) | ||||
682916 | 682920 | Geschrapt door K.B. 22.11.2006 (in werking 1.2.2007) | ||||
682931 | 682942 | Geschrapt door K.B. 22.11.2006 (in werking 1.2.2007) | ||||
682953 | 682964 | Geschrapt door K.B. 22.11.2006 (in werking 1.2.2007) | ||||
682975 | 682986 | Geschrapt door K.B. 22.11.2006 (in werking 1.2.2007) | ||||
"K.B. 22.11.2006" (in werking 1.2.2007) | ||||||
" | 697196 | 697200 | Spanring voor het lenskapsel, inclusief de eventuele injector | U | 70 | |
697211 | 697222 | Siliconesponsje voor de behandeling van netvliesloslating, | ||||
per stuk | U | 65 | ||||
697233 | 697244 | Cerclageband voor de behandeling van netvliesloslating, per | ||||
stuk | U | 25 | ||||
697255 | 697266 | Rail voor cerclageband, per stuk | U | 16 |
697270 | 697281 | Radiaalwig in silicone voor cerclageband, per stuk | U | 25 | ||
697292 | 697303 | Clip in tantalium voor cerclageband, per stuk | U | 25 | ||
697314 | 697325 | Silicone-olie of gas gebruikt naar aanleiding van verstrekking 246654-246665 | de | U | 95 | |
697336 | 697340 | Meatusspijker | U | 30 | ||
697351 | 697362 | Doorboorde meatusspijker | U | 40 | ||
697373 | 697384 | Mono- of bicaniculaire sonde gebruikt bij herstel van traankanalen | de | U | 75 | |
697395 | 697406 | Draad voor ophanging van het bovenste ooglid | ter | |||
behandeling van ptosis, per draad | U | 120 | ||||
697410 | 697421 | Implanteerbaar goudplaatje ter behandeling van retractie van het bovenste ooglid | U | 330 | " | |
697432 | 697443 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | ||||
697454 | 697465 | Geschrapt door K.B. 26.1.2010 (in werking 1.5.2010) | ||||
"K.B. 9.12.2008" (in werking 1.2.2009) | ||||||
" | 697852 | 697863 | Implantaat gebruikt voor het opvullen van het onderste ooglid in geval van retractie na trauma, bij een schildklierpathologie, een systeemziekte of na radiotherapie | U | 190 | |
697874 | 697885 | Implantaat voor het opvullen van de orbita bij enoftalmie | U | 330 | " | |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "C. NEUROCHIRURGIE : | ||||||
Categorie 1" | ||||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 28.2.1999" (in werking 1.5.1999) + | ||||||
"K.B. 3.5.2006" (in werking 1.8.2006) + "K.B. 13.6.2010" (in werking 1.8.2010) | ||||||
" | 683071 | 683082 | Programmeerbare implanteerbare elektronisch gestuurde pomp met regelbaar debiet bestemd voor intrathecaal toedienen van een centraal werkend antispasmodicum bij zware resistente spasticiteit en/of zware resistente gegeneraliseerde dystonie | " | ||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) + | ||||||
" | 683093 | 683104 | "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Ingeplante neurostimulator, inclusief patient programmer | " | ||
" | 715094 | 715105 | "K.B. 10.9.2009" (in werking 1.11.2009) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Ingeplante vervangingsneurostimulator, inclusief patient | |||
programmer | " | |||||
" | 715116 | 715120 | "K.B. 10.9.2009" (in werking 1.11.2009) Eerste heroplaadbare neurostimulator | |||
715131 | 715142 | Heroplaadbare vervangingsneurostimulator | " |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) | ||||
" | 683115 | 683126 | Ingeplante elektrode en toebehoren voor neurostimulator | |
683130 | 683141 | Elektrode in geval van negatieve proefstimulatie | " | |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 28.2.1999" (in werking 1.5.1999) + | ||||
"K.B. 13.6.2010" (in werking 1.8.2010) | ||||
" | 683152 | 683163 | Programmeerbare implanteerbare elektronisch gestuurde | |
pomp met regelbaar debiet bestemd voor intrathecale | ||||
toediening van morfine of van een morfinomimeticum | " | |||
"K.B. 13.9.2004" (in werking 1.11.2004) + "K.B. 3.5.2006" (in werking 1.8.2006) + | ||||
"K.B. 13.6.2010" (in werking 1.8.2010) | ||||
" | 683174 | 683185 | Implanteerbare pomp met constant debiet bestemd voor | |
intrathecaal toedienen van een centraal werkend antispasmodicum bij zware resistente spasticiteit en/of zware | ||||
resistente gegeneraliseerde dystonie | " | |||
"K.B. 13.9.2004" (in werking 1.11.2004) + "K.B. 13.6.2010" (in werking 1.8.2010) | ||||
" | 683196 | 683200 | Implanteerbare pomp met constant debiet bestemd voor |
intrathecale toediening van morfine of van een morfinomimeticum "
"K.B. 13.6.2010" (in werking 1.8.2010)
" 709096 709100 Programmeerbare implanteerbare elektronisch gestuurde
vervangingspomp met regelbaar debiet, bestemd voor intrathecaal toedienen van een centraal werkend antispasmodicum bij zware resistente spasticiteit en/of zware resistente gegeneraliseerde dystonie
709111 709122 Programmeerbare implanteerbare elektronisch gestuurde vervangingspomp met regelbaar debiet, bestemd voor intrathecale toediening van morfine of van een
morfinomimeticum | |||
709133 | 709144 | Implanteerbare vervangingspomp met constant debiet, bestemd voor intrathecaal toedienen van een centraal | |
werkend antispasmodicum bij zware resistente spasticiteit en/of zware resistente gegeneraliseerde dystonie | |||
709155 | 709166 | Implanteerbare vervangingspomp met constant debiet, bestemd voor intrathecale toediening van morfine of van een morfinomimeticum | |
709170 | 709181 | Katheter en programmeringshulpstukken voor implanteerbare pomp | |
709192 | 709203 | Katheter in geval van negatieve test | " |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | |||
683255 | 683266 | "Categorie 2" Geschrapt door K.B. 10.2.2006 (in werking 1.4.2006) | |
683270 | 683281 | Geschrapt door K.B. 10.2.2006 (in werking 1.4.2006) | |
683292 | 683303 | Geschrapt door K.B. 10.2.2006 (in werking 1.4.2006) |
683314 | 683325 | Geschrapt door K.B. 10.2.2006 (in werking 1.4.2006) | ||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||||
“ | 683336 | 683340 | Reservoir met epidurale of intrathecale enkele of dubbele | |||
catheter voor herhaalde transcutane injecties | U | " | ||||
"K.B. 24.8.2001" (in werking 1.10.2001) | ||||||
" | 683410 | 683421 | Synthetisch weefsel van dura mater voor gebruik tijdens een | |||
neurochirurgische ingreep, U 5,3 per cm² | " | |||||
"K.B. 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) | ||||||
" | 720414 | 720425 | Dura mater weefsel van dierlijke oorsprong (niet bovien) voor | |||
gebruik tijdens een neurochirurgische ingreep, U 7,34 per cm2 | " | |||||
"K.B. 10.2.2006" (in werking 1.4.2006) | ||||||
“Hydrocefaluskleppen : | ||||||
Niet regelbare kleppen : | ||||||
695516 | 695520 | Klep zonder anti-sifon systeem en zonder katheters | U | 653 | ||
695531 | 695542 | Klep zonder anti-sifon systeem en met proximale en distale | ||||
katheters | U | 763 | ||||
695553 | 695564 | Klep zonder anti-sifon systeem en met enkel een distale | ||||
katheter | U | 708 | ||||
695575 | 695586 | Klep met anti-sifon systeem en zonder katheters | U | 895 | ||
695590 | 695601 | Klep met anti-sifon systeem en met proximale en distale | ||||
katheters | U | 1005 | ||||
695612 | 695623 | Klep met anti-sifon systeem en met enkel een distale | ||||
katheter | U | 950 | ||||
Regelbare kleppen gebruikt binnen de indicaties voorzien in § 7bis : | ||||||
695634 | 695645 | Klep zonder anti-sifon systeem en zonder katheters | U | 1258 | ||
695656 | 695660 | Klep zonder anti-sifon systeem en met proximale en distale | ||||
katheters | U | 1369 | ||||
695671 | 695682 | Klep zonder anti-sifon systeem en met enkel een distale | ||||
katheter | U | 1313 | ||||
695693 | 695704 | Klep met anti-sifon systeem en zonder katheters | U | 1500 | ||
695715 | 695726 | Klep met anti-sifon systeem en met proximale en distale | ||||
katheters | U | 1611 | ||||
695730 | 695741 | Klep met anti-sifon systeem en met enkel een distale | ||||
katheter | U | 1555 | ||||
Regelbare kleppen gebruikt buiten de indicaties voorzien in § 7bis : | ||||||
695752 | 695763 | Klep zonder anti-sifon systeem en zonder katheters | U | 692 | ||
695774 | 695785 | Klep zonder anti-sifon systeem en met proximale en distale | ||||
katheters | U | 752 |
695796 | 695800 | Klep zonder anti-sifon systeem en met enkel een distale katheter | U | 722 | ||||
695811 | 695822 | Klep met anti-sifon systeem en zonder katheters | U | 825 | ||||
695833 | 695844 | Klep met anti-sifon systeem en met proximale en distale | ||||||
katheters | U | 886 | ||||||
695855 | 695866 | Klep met anti-sifon systeem en met enkel een distale | ||||||
katheter | U | 855 | " | |||||
"K.B. 6.3.2007" (in werking 1.5.2007) | ||||||||
" | 682614 | 682625 | Clip voor behandeling van een cerebrale aneurysma, | |||||
gebruikt naar aanleiding van de verstrekking | ||||||||
232551-232562, per clip | U | 232 | " | |||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||||||
"Categorie 3" | ||||||||
683594 | 683605 | Geschrapt door K.B. 20.9.2009 (in werking 1.12.2009) | ||||||
"K.B. 20.9.2009" (in werking 1.12.2009) | ||||||||
"Cranioplastie :" | ||||||||
"K.B. 20.9.2009" (in werking 1.12.2009) + "K.B. 5.4.2011" (in werking 1.6.2011) | ||||||||
" | 715374 | 715385 | Implantaat voor cranioplastie, speciaal ontworpen voor het | |||||
sluiten van de flappen na een craniotomie, te gebruiken | ||||||||
zonder schroeven, niet resorbeerbaar, per afsluitingspunt U | 55 | " | ||||||
"K.B. 20.9.2009" (in werking 1.12.2009) + Erratum B.S. 30.10.2009 | ||||||||
" | 715396 | 715400 | Implantaat voor cranioplastie, speciaal ontworpen voor het | |||||
sluiten van de flappen na een craniotomie, te gebruiken | ||||||||
zonder schroeven, resorbeerbaar, per afsluitingspunt U | 75 | " | ||||||
"K.B. 20.9.2009" (in werking 1.12.2009) | ||||||||
" | 715411 | 715422 | Rond plaatje van het type burr-hole cover, speciaal | |||||
ontworpen voor het sluiten van de flappen na een | ||||||||
craniotomie, te | gebruiken met | schroeven of rivetten, | niet | |||||
resorbeerbaar, | schroeven of | rivetten inbegrepen, | per | |||||
afsluitingspunt | U | 130 | ||||||
715433 715444 Rond plaatje van het type burr-hole cover, speciaal | ||||||||
ontworpen voor het sluiten van de flappen na een | ||||||||
craniotomie, te gebruiken met schroeven of rivetten, | ||||||||
resorbeerbaar, schroeven of rivetten inbegrepen, per | ||||||||
aflsuitingspunt | U | 130 | ||||||
715455 | 715466 | Niet rond plaatje, speciaal ontworpen voor het sluiten van de | ||||||
flappen na een craniotomie, te gebruiken met schroeven of | ||||||||
rivetten, resorbeerbaar of niet, schroeven of rivetten | ||||||||
inbegrepen, per afsluitingspunt | U | 90 | " |
"K.B. 10.2.2006" (in werking 1.4.2006) "Toebehoren voor hydrocefaluskleppen | ||||||||
695870 | 695881 | Anti-sifon systeem | U | 251 | ||||
695951 | 695962 | Reservoir | U | 216 | ||||
695973 | 695984 | Connector | U | 58 | " | |||
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) | ||||||||
"Draineerkatheters :" | ||||||||
"K.B. 10.2.2006" (in werking 1.4.2006) + "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) | ||||||||
" | 695892 | 695903 | Ventriculaire of lumbale draineerkatheter, met reservoir | U | 169 | |||
695914 | 695925 | Draineerkatheter zonder reservoir | U | 96 | ||||
695936 | 695940 | Draineerkatheter doordrenkt of doordrenkbaar | met | |||||
antibiotica | U | 96 | " | |||||
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) | ||||||||
"Extern ventrikeldrainagesysteem : | ||||||||
683896 | 683900 | Extern ventrikeldrainagesysteem, voor het geheel van de | ||||||
samenstellende elementen : ventriculaire draineerkatheter, | ||||||||
manueel of elektronisch monitoringsysteem van cerebro- | ||||||||
spinaal vocht, inclusief de drukleidingen met terugslagklep, | ||||||||
de gegradueerde druppelkamer, de connectoren en het | ||||||||
opvangsysteem | U | 146 | ||||||
683911 | 683922 | Extern ventrikeldrainagesysteem, voor het geheel van de | ||||||
samenstellende elementen : ventriculaire draineerkatheter doordrenkt of doordrenkbaar met antibiotica, manueel of elektronisch monitoringsysteem van cerebro-spinaal vocht, | ||||||||
inclusief de drukleidingen met | terugslagklep, | de | ||||||
gegradueerde druppelkamer, de | connectoren en | het | ||||||
opvangsysteem | U | 146 | " | |||||
"K.B. 9.12.2008" (in werking 1.2.2009) | ||||||||
"Cement : | ||||||||
683955 | 683966 | Acrylaat cement voor het dichten | van defecten van | het | ||||
schedeldak, per 10 g | U | 60 | ||||||
683970 | 683981 | Cement op basis van apatiet voor het dichten van defecten | ||||||
van het schedeldak, per 5 g | U | 220 | " | |||||
"K.B. 3.7.2012" (in werking 12.7.2012) | ||||||||
"Categorie 4 : | ||||||||
Cranioplastie : | ||||||||
703754 | 703765 | Schedelbeenprothese op maat om een deel van het | ||||||
schedelluik te vervangen ten gevolge van een ongeval, een | ||||||||
tumor, een infectie of elke andere oorzaak verantwoordelijk | ||||||||
voor een bottekort of voor de schedelreconstructie in het | ||||||||
kader van vervormingen of craniosynostosen door | ||||||||
aangeboren ziekten | U | 8230 | " |
"
"
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "D. OTORINOLARYNGOLOGIE : | |||
683690 | 683701 | Categorie 1" Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |
"K.B. 16.3.2006" (in werking 1.6.2006) | |||
" | 683211 | 683222 | Vervanging van het te implanteren deel van een cochleair implantaat voor een elektrische intracochleaire stimulatie met behulp van multipele elektroden (zonder spraakprocessor) |
691891 | 691902 | Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |
"K.B. 9.12.2009" (in werking 1.2.2010) | |||
" | 691913 | 691924 | Vervanging van het te implanteren deel van een contralateraal cochleair implantaat voor een elektrische intracochleaire stimulatie met behulp van multipele elektroden (zonder spraakprocessor) |
683712 | 683723 | Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |
683233 | 683244 | Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |
691935 | 691946 | Geschrapt door K.B. 20.7.2012 (in werking 1.10.2012) | |
"K.B. 20.7.2012" (in werking 1.10.2012) | |||
" | 703813 | 703824 | Kit bestaande uit een volledig gehoortoestel (de te implanteren en niet te implanteren delen) voor een elektrische intracochleaire stimulatie met behulp van multiple elektroden voor rechthebbenden van minder dan acht jaar |
703835 | 703846 | Kit bestaande uit een volledig gehoortoestel (de te implanteren en niet te implanteren delen) voor een elektrische intracochleaire stimulatie met behulp van multiple elektroden voor rechthebbenden vanaf hun achtste verjaardag | |
703850 | 703861 | Kit bestaande uit een tweede volledig gehoortoestel (de te implanteren en niet te implanteren delen) voor een elektrische intracochleaire stimulatie met behulp van multiple elektroden simultaan of sequentieel geplaatst bij de patiënt met het plaatsen van het gehoortoestel beschreven onder verstrekking 703813-703824 voor rechthebbende van minder | |
dan acht jaar | |||
703872 | 703883 | Kit bestaande uit een tweede volledig gehoortoestel (de te implanteren en niet te implanteren delen) voor een elektrische intracochleaire stimulatie met behulp van multiple elektroden simultaan of sequentieel geplaatst bij de patiënt | |
met het plaatsen van het gehoortoestel beschreven onder verstrekking 703813-703824 of 703835-703846 voor rechthebbenden vanaf hun achtste verjaardag | |||
703894 | 703905 | Kit bestaande uit een vervanging van het niet te implanteren deel voor rechthebbenden van minder dan acht jaar |
703916 703920 Kit bestaande uit een vervanging van het niet te implanteren deel voor rechthebbende voor rechthebbenden vanaf hun achtste verjaardag
703931 703942 Kit bestaande uit een vervanging van het niet te implanteren deel van het contralateraal oor voor rechthebbenden van minder dan acht jaar
703953 703964 Kit bestaande uit een vervanging van het niet te implanteren deel van het contralateraal oor voor rechthebbenden vanaf
hun achtste verjaardag "
"K.B. 9.12.2009" (in werking 1.2.2010)
"Met contralateraal wordt het oor bedoeld dat het laatst een eerste implantaat kreeg."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994)
"Categorie 2"
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.6.2009)
"Prothese bij verminderd gehoor
gehoorbeenketen | U | 330 | |||
682710 | 682721 | Zuiger | U | 90 | " |
"K.B. 18.1.1999" (in werking 1.4.1999) | |||||
"Spraakprothese : | |||||
685554 | 685565 | Uitneembare spraakprothese voor tracheoesophagale shunt | |||
bevestigd op een op de huid gekleefde steunring : lage druk | |||||
kleptype | U | 35 | " | ||
"K.B. 18.1.1999" (in werking 1.4.1999) + "K.B. 17.8.2007" (in werking 1.10.2007) + | |||||
"K.B. 10.9.2009" (in werking 1.11.2009) | |||||
" | 685591 | 685602 | Spraakprothese voor permanente plaatsing in een | ||
tracheoesophagale shunt U 186 | " | ||||
"K.B. 18.1.1999" (in werking 1.4.1999) | |||||
"De verstrekkingen 685554 - 685565 en 685591 - 685602 zijn onderling | |||||
niet cumuleerbaar." | |||||
687735 | 687746 | Geschrapt door K.B. 19.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
687750 | 687761 | Geschrapt door K.B. 19.1.2010 (in werking 1.5.2010) | |||
"K.B. 5.2.2004" (in werking 1.4.2004) | |||||
" | 687934 | 687945 | Synthetisch weefsel gebruikt bij tracheale autotransplantatie voor de behandeling van larynxcarcinoom, U 5,3 per cm2. | " | |
"K.B. 14.5.2009" (in werking 1.8.2009) | |||||
" | 715256 | 715260 | Laryngectomie tube, accessoires inbegrepen (5 filters), per | ||
stuk U 105 |
682673 682684 Implantaat voor totale reconstructie van de gehoorbeenketen U 330 682695 682706 Implantaat voor partiële reconstructie van de
Het forfait kan maximum viermaal per kalenderjaar aangerekend worden."
"K.B. 14.5.2009" (in werking 1.8.2009) + Erratum B.S. 26.10.2009
" 715271 715282 Stent voor tracheale stomie met endotracheale vleugeltjes,
per stuk U 180
Het forfait kan maximum viermaal per kalenderjaar aangerekend worden."
"K.B. 14.5.2009" (in werking 1.8.2009) | ||||||
" | 715293 | 715304 | Tracheale stent in T vorm, per stuk | U | 285 | |
715315 | 715326 | Tube voor salivaire derivatie, per stuk | U | 315 | ||
715330 | 715341 | Tracheotomiebutton, met uitsluiting van larynxbutton voor gelaryngectomiseerde patiënten, per stuk | U | 55 | " | |
"K.B. 18.1.1999" (in werking 1.4.1999) "Categorie 3 : | ||||||
685613 | 685624 | Toebehoren voor spraakprothese : Tracheotomieklep in combinatie met spraakprothese (forfait | ||||
voor disposable schijfjes, klep, kleefmateriaal en diafragma) | U | 234 | ||||
685635 | 685646 | Externe filter voor tracheale humidificator | U | 120 | " | |
" | 687772 | 687783 | "K.B. 13.1.2003" (in werking 1.3.2003) + "K.B. 19.1.2010" (in werking Externe filter en kleefmateriaal voor tracheale humidificator | 1.5.2010) | ||
met metalen behuizing voorzien in de verstrekking 680912- | ||||||
680923 of 680934-680945 | U | 140 | ||||
687794 | 687805 | Basisstuk in kunststof voor tracheale humidificator met metalen behuizing voorzien in de verstrekking 680912- 680923 of 680934-680945 | U | 70 | " | |
"K.B. 19.1.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||||
" | 680912 | 680923 | Filter en secretievanger voor verzorging van een tracheostoma na laryngectomie zonder spraakprothese en gemonteerd in een metalen behuizing (forfait voor basisstuk, filter, kleefmateriaal, secretievanger en behuizing) | U | 686 | |
680934 | 680945 | Filter en secretievanger voor verzorging van een tracheostoma na laryngectomie met spraakprothese en gemonteerd in een metalen behuizing (forfait voor basisstuk, filter, kleefmateriaal, secretievanger en behuizing) | U | 908 | ||
De verstrekkingen 680912-680923 en 680934-680945 zijn niet onderling | ||||||
cumuleerbaar." | ||||||
685952 | 685963 | "K.B. 24.9.2001" (in werking 1.12.2001) + "K.B. 9.12.2008" (in werking 1.2.2009) "Verankeringssystemen voor BAHA (Bone Anchored Hearing Aids) : Implantaten gebruikt bij het plaatsen van een hoorprothese | ||||
met beenverankering in het slaapbeen, eerste fixatiepunt, | ||||||
inclusief alle toebehoren en de drilboor U 1138 | ||||||
685974 | 685985 | Implantaten gebruikt bij het plaatsen van een hoorprothese met beenverankering in het slaapbeen, tweede (slapend) fixatiepunt, inclusief alle toebehoren en de drilboor U 320 | " | |||
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.6.2009) | ||||||
" | 683572 | 683583 | Vervanging van de opbouw (abutment) voor BAHA U 914 | " |
"K.B. 15.10.2001" (in werking 1.1.2002) + "K.B. 9.12.2008" (in werking 1.2.2009)
"Contactpunten voor epithesen :
685451 685462 Implantaten gebruikt voor de constructie van een beenverankering voor epithese, voor wat betreft de inwendige delen, inclusief alle toebehoren en de drilboor, per
verankeringspunt | U | 445 | ||
685473 | 685484 | Implantaten gebruikt voor de standaard opbouw (abutment) van een beenverankering voor epithese, inclusief alle toebehoren en de drilboor, per verankeringspunt | U | 192 |
685495 | 685506 | Implantaten gebruikt voor de gehoekte opbouw (console | ||
abutment) van een beenverankering voor epithese, inclusief alle toebehoren en de drilboor, per verankeringspunt | U | 363 |
"K.B. 9.12.2008" (in werking 1.2.2009) | |||||
"Cement : | |||||
684390 | 684401 | Acrylaat cement voor het dichten van craniofaciale defecten, per 10 g | U | 60 | |
684412 | 684423 | Cement op basis van apatiet voor het dichten van craniofaciale defecten per 5 g | U | 220 | " |
" K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "E. UROLOGIE EN NEFROLOGIE :" | |||||
"K.B. 21.1.2002" (in werking 1.3.2002) | |||||
684154 | 684165 | "Categorie 1 Toestel bestaande uit ingeplante lumbosacrale elektroden en | |||
een uitwendige stimulator, geplaatst ter behandeling van spastisch neurogeen blaaslijden als gevolg van een onomkeerbaar ruggemergletstel | " | ||||
697675 | 697686 | "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.11.2007) Eerste ingeplante neurostimulator bij dysfunctie van de lage | |||
urinewegen | |||||
697690 | 697701 | Ingeplante vervangingsneurostimulator bij dysfunctie van de | |||
lage urinewegen | |||||
697712 | 697723 | Ingeplante elektrode voor neurostimulator bij dysfunctie van de lage urinewegen | |||
697734 | 697745 | Vervanging van de ingeplante elektrode voor neurostimulator | |||
bij dysfunctie van de lage urinewegen | |||||
697756 | 697760 | Elektrode in geval van negatieve proefstimulatie bij dysfunctie van de lage urinewegen | |||
697771 | 697782 | Ingeplante extensie voor neurostimulator bij dysfunctie van | |||
de lage urinewegen |
De verstrekkingen 685473 - 685484 en 685495 - 685506 mogen per verankeringspunt onderling niet worden gecumuleerd."
"
697793 | 697804 | Vervanging van de ingeplante extensie voor neurostimulator bij dysfunctie van de lage urinewegen | ||
697815 | 697826 | Patiënt controleapparaat voor neurostimulatie bij dysfunctie van de lage urinewegen | " | |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||
"Categorie 2" | ||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 16.3.2006" (in werking 1.6.2006) + | ||||
" | 684036 | 684040 | "K.B. 1.7.2011" (in werking 1.10.2011) Geïmplanteerde urinaire kunstsfincter, samengesteld uit een | |
opblaasbare manchet, een pomp met controlesysteem en | ||||
een reservoir dat de druk regelt U 5300 | " | |||
684051 | 684062 | Geschrapt door K.B. 13.01.2006 (in werking 1.3.2006) | ||
" | 684073 | 684084 | "K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 13.01.2006" (in werking 1.3.2006) Erectieprothese voorzien van vloeistofreservoir en pomp en | |
geplaatst wegens impotentie ten gevolge van vasculaire of |
neurologische aandoening of na phalloplastie bij
genderdysforie U 3873 "
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "Categorie 3" | ||||
684176 | 684180 | Geschrapt door K.B. 19.8.2011 (in werking 1.10.2011) | ||
" | 684191 | 684202 | "K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 16.1.2009" (in werking 1.4.2009) Blijvende katheter met het oog op een chronische | |
peritoneale dialyse U 238 | " |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007)
" 684213 684224 Testikelprothese U 291 "
"K.B. 24.9.2001" (in werking 1.12.2001) + "K.B. 28.9.2006" (in werking 1.12.2006)
" 684235 684246 Transvaginaal aangebrachte suburethrale band ter
behandeling van stress-incontinentie naar aanleiding van de
verstrekking 432751-432762 U 360 "
"K.B. 10.2.2006" (in werking 1.4.2006 ) + "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007)
" | 684272 | 684283 | Dubbel J-sonde voor drainage langs de ureter, per ureter | U | 80 | " |
"K.B. 21.7.2011" (in werking 1.10.2011) | ||||||
" | 682636 | 682640 | Geheel van goudmarkers (incl. naalden) gebruikt bij prostaatcarcinoom die behandeld wordt met IGRT (image guided radiotherapy) | U | 270 | |
682732 | 682743 | Geheel van goudmarkers (excl. naalden) gebruikt bij prostaatcarcinoom die behandeld wordt met IGRT (image | ||||
guided radiotherapy) | U | 173 | " |
"K.B. 4.10.2012" (in werking 1.12.2012)
" 680956 680960 Product op basis van siliconen dat als opvulmateriaal
(bulking agent) gebruikt wordt voor de endoscopische behandeling van primaire of secundaire vesico-ureterale reflux bij kinderen tot 16 jaar waarbij de nierfunctie verminderd is of bij recidiverende infecties en/of voor de endoscopische behandeling van incontinentie na voorafgaande blaashalsreconstructie bij kinderen tot 16 jaar
(per 0,5 ml) U 100
680971 680982 Product op basis van hyaluronzuur dat als opvulmateriaal (bulking agent) gebruikt wordt voor de endoscopische behandeling van primaire of secundaire vesicoureterale reflux bij kinderen tot 16 jaar waarbij de nierfunctie verminderd is of bij recidiverende infecties en/of voor de endoscopische behandeling van incontinentie na voorafgaande blaashalsreconstructie bij kinderen tot 16 jaar
(per 0,5 ml) U 184 "
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994)
"F. HEELKUNDE OP HET ABDOMEN EN PATHOLOGIE VAN HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL :"
"K.B. 16.3.2006" (in werking 1.6.2006)
"Categorie 1
613056 613060 Eerste ingeplante stimulator voor behandeling van fecale incontinentie door middel van dynamische graciloplastie
613071 613082 Vervangingsstimulator voor behandeling van fecale incontinentie door middel van dynamische graciloplastie
613093 613104 Eerste ingeplante stimulator voor behandeling van fecale incontinentie door middel van sacrale zenuwstimulatie
613115 613126 Vervangingsstimulator voor behandeling van fecale
incontinentie door middel van sacrale zenuwstimulatie | |||
613130 | 613141 | Geschrapt door K.B. 13.7.2011 (in werking 1.10.2011) | |
613152 | 613163 | Geschrapt door K.B. 13.7.2011 (in werking 1.10.2011) | |
" | 614493 | 614504 | "K.B. 13.7.2011" (in werking 1.10.2011) Ingeplante elektrode voor de verstrekking 613056-613060 of |
613071-613082 | |||
614515 | 614526 | Vervanging van de ingeplante elektrode voor de verstrekking 613056-613060 of 613071-613082 | |
614530 | 614541 | Patiënt controleapparaat voor neurostimulatie bij | |
behandeling van fecale incontinentie door middel van dynamische graciloplastie | |||
614552 | 614563 | Ingeplante elektrode voor de verstrekking 613093-613104 of 613115-613126 |
"
614574 | 614585 | Vervanging van de ingeplante elektrode voor de verstrekking 613093-613104 of 613115-613126 | ||
614596 | 614600 | Elektrode in geval van negatieve proefstimulatie bij | ||
behandeling van fecale incontinentie door middel van sacrale | ||||
zenuwstimulatie | ||||
614611 | 614622 | Ingeplante extensie voor neurostimulator bij de behandeling | ||
van fecale incontinentie door middel van sacrale | ||||
zenuwstimulatie | ||||
614633 | 614644 | Vervanging van de ingeplante extensie voor neurostimulator | ||
bij de behandeling van fecale incontinentie door middel van | ||||
sacrale zenuwstimulatie | ||||
614655 | 614666 | Patiënt controleapparaat voor neurostimulatie bij | ||
behandeling van fecale incontinentie door middel van sacrale | ||||
zenuwstimulatie | " | |||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||
"Categorie 2" | ||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) | ||||
" | 684316 | 684320 | Peritoneoveneuze shunt voor ascitesbehandeling U 1356 | " |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||
" | 684331 | 684342 | Reservoir voor intraperitoneale catheter voor herhaalde | |
transcutane injecties U | " | |||
"K.B. 16.3.2006" (in werking 1.6.2006) | ||||
" | 613174 | 613185 | Artificiële anale sfincter ter behandeling van fecale | |
incontinentie, inclusief het bijgaande toebehoren U 5471 | " | |||
"K.B. 17.9.2005" (in werking 1.11.2005) | ||||
" | 699311 | 699322 | Biliaire stent in kunststof, per stent U 75 | |
699333 | 699344 | Zelfexpandeerbare biliaire stent, per stent U 1000 | ||
699355 | 699366 | Pancreasstent in kunststof, per stent U 75 | ||
699370 | 699381 | Zelfexpandeerbare pancreasstent, per stent U 1000 | ||
699392 | 699403 | Zelfexpandeerbare slokdarmstent in kunststof, per stent U 635 | ||
699414 | 699425 | Zelfexpandeerbare slokdarmstent in metaal, per stent U 1400 | ||
699436 | 699440 | Zelfexpandeerbare duodenale stent, per stent U 1400 | ||
699451 | 699462 | Zelfexpandeerbare colon stent, per stent U 1400 | " |
684434 | 684445 | "K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "Categorie 3" Geschrapt door K.B. 8.5.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
De verstrekkingen 686011 - 686022 tot 686210 - 686221 werden geschrapt door | ||||||
het K.B. van 8.11.1999. (in werking 1.1.2000) | ||||||
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) | ||||||
" | 693711 | 693722 | Regelbare maagband en bijhorend bedieningspoortsysteem | |||
gebruikt naar aanleiding van de verstrekking 241813-241824 | U | 1750 | " | |||
"K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) | ||||||
" | 702472 | 702483 | Netje voor herstel van abdominaal wanddefect of voor | |||
herstel van liesbreuk of voor bescherming van orgaan tot 300 cm2, per cm2 | U | 0,5 | ||||
702494 | 702505 | Netje voor herstel van abdominaal wanddefect of voor | ||||
herstel van liesbreuk of voor bescherming van orgaan vanaf 300 cm2, per cm2 | U | 0,4 | ||||
702516 | 702520 | Netje voor herstel van abdominaal wanddefect (exclusief | ||||
herstel van liesbreuk) en ontworpen voor intraperitoneale plaatsing met orgaancontact tot 300 cm2, per cm2 | U | 3 | ||||
702531 | 702542 | Netje voor herstel van abdominaal wanddefect (exclusief | ||||
herstel van liesbreuk) en ontworpen voor intraperitoneale plaatsing met orgaancontact vanaf 300 cm2, per cm2 | U | 2 | ||||
702870 | 702881 | Netje voor herstel van abdominaal wanddefect (exclusief | ||||
herstel van liesbreuk) ontworpen voor intraperitoneale | ||||||
plaatsing met orgaancontact, en dat voldoet aan § 10quinquies, punt 4b, per cm2 | U | 1,5 | ||||
702553 | 702564 | Voorgevormd netje voor herstel van liesbreuk | U | 195 | ||
702575 | 702586 | Voorgevormd netje voor herstel van abdominaal wanddefect | ||||
(exclusief herstel van liesbreuk) | U | 195 | ||||
702892 | 702903 | Voorgevormd netje voor herstel van liesbreuk of van | ||||
abdominaal wanddefect en dat voldoet aan § 10quinquies, | ||||||
punt 4b | U | 50 | " |
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) +
"K.B. 28.2.1999" (in werking 1.5.1999)
"G. HEELKUNDE OP DE THORAX EN CARDIOLOGIE :
Categorie 1"
"K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"Hartstimulators"
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) +
"K.B. 28.2.1999" (in werking 1.5.1999) + "K.B. 7.4.2005" (in werking 1.6.2005)
" 684530 684541 Eerste implanteerbare hartstimulator, inclusief adaptor "
" | 684375 | 684386 | "K.B. 7.4.2005" (in werking 1.6.2005) Vervangingshartstimulator, inclusief adaptor | " |
" | 703636 | 703640 | "K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012) Vervangingshartstimulator, inclusief adaptor, in geval van | |
voortijdige vervanging | ||||
703651 | 703662 | Resynchronisatie-hartstimulators : Eerste resynchronisatie-hartstimulator, inclusief adaptor | ||
703673 | 703684 | Vervangingsresynchronisatie-hartstimulator, inclusief adaptor | ||
703695 | 703706 | Vervangingsresynchronisatie-hartstimulator, inclusief | ||
adaptor, in geval van voortijdige vervanging | " | |||
684611 | 684622 | Geschrapt door K.B. 3.9.2012 (in werking 1.11.2012) | ||
684633 | 684644 | Geschrapt door K.B. 3.9.2012 (in werking 1.11.2012) | ||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||
"Categorie 2" | ||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.12.1997 | ||||
(cfr. overgangsbepalingen van artikel 35, § 15, 2° )) + "K.B. 9.1.1998" (in werking | ||||
" | 684736 | 684740 | 1.2.1998) Hartklep | " |
684751 | 684762 | Geschrapt door K.B. 8.5.2012 (in werking 1.7.2012) | ||
685694 | 685705 | Geschrapt door K.B. 7.09.2003 (in werking 1.11.2003) | ||
"K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012) | ||||
"Elektroden" | ||||
"K.B. 28.2.1999" (in werking 1.5.1999) + "K.B. 2.6.2006" (in werking 1.7.2006) + | ||||
" | 685731 | 685742 | "K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012) Implanteerbare endocardiale unipolaire elektrode voor de | |
verstrekking 684530 – 684541 684375-684386, 703636- 703640, 703651-703662, 703673-703684 of 703695- | ||||
703706, per elektrode U 553 | ||||
685753 | 685764 | Implanteerbare endocardiale bipolaire elektrode voor de verstrekking 684530 – 684541 684375-684386, 703636- 703640, 703651-703662, 703673-703684 of 703695- 703706, per elektrode U 553 | ||
685775 | 685786 | Implanteerbare myocardiale elektrode voor de verstrekking 684530 – 684541 684375-684386, 703636-703640, 703651- 703662, 703673-703684 of 703695-703706, per elektrode U 553 | ||
685790 | 685801 | Implanteerbare endocardiale single-pass elektrode voor de | ||
verstrekking 684530 – 684541 684375-684386, 703636- 703640, 703651-703662, 703673-703684 of 703695- 703706, per elektrode U 753 | " |
"K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012) + Erratum B.S. 30.10.2012
"Resynchronisatie-elektroden :
703710 703721 Endoveneus geplaatste linkerventrikel resynchronisatie-
elektrode via percutane weg U 753
703732 703743 Epicardiaal geplaatste linkerventrikel resynchronisatie- elektrode via chirurgische weg door middel van
thoracoscopie of thoracotomie | U | 250 | " | ||||
" | 702590 702601 | "K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) Patch voor herstel thoracaal | wanddefect | zonder | |||
orgaancontact | U | 150 | |||||
702612 | 702623 | Patch voor herstel thoracaal wanddefect en ontworpen voor intrathoracale plaatsing met orgaancontact en/of voor herstel diafragma met uitzondering van hiatus hernia | U | 750 | |||
702634 | 702645 | Patch voor gebruik als pericardiaal substituut in de heelkunde op het hart tot 18e verjaardag en bij heringreep | |||||
na 18de verjaardag | U | 450 | |||||
702656 | 702660 | Patch voor gebruik als pericardiaal substituut na plaatsen van 684714-684725 | U | 600 | |||
702671 | 702682 | Intracavitaire patch voor de behandeling van misvormingen | |||||
bij heelkunde op het hart | U | 230 | |||||
702693 | 702704 | PTFE (polytetrafluorethyleen) - vilt | U | 75 | " | ||
"K.B. 26.9.2011" (in werking 1.12.2011) "Categorie 3 : | |||||||
737730 | 737741 | Anatomische osteosynthese plaat/platen voor sternum of rib gebruikt na cardiothoracale chirurgie | U | 726 | " | ||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) "H. BLOEDVATENHEELKUNDE : | |||||||
Categorie 2" | |||||||
Rechte vaatent (geweven, gebreid, velours) : Geschrapt door K.B. 19.8.2011 | |||||||
(in werking 1.10.2011) | |||||||
Bifurcatieënt (geweven, gebreid, velours) : Geschrapt door K.B. 19.8.2011 (in | |||||||
werking 1.10.2011) | |||||||
715676 | 715680 | "K.B. 19.8.2011" (in werking 1.10.2011) "Vaatenten Vaatent gebruikt voor femoro-popliteale bypass (boven de | |||||
knie) U 800 | |||||||
715691 | 715702 | Vaatent gebruikt voor femoro-femorale cross over U 750 | |||||
715713 | 715724 | Vaatent gebruikt voor femoro-distale bypass U 1225 | |||||
715735 | 715746 | Vaatent gebruikt voor axilo-femorale bypass U 1225 |
715750 | 715761 | Vaatent gebruikt voor aorta-iliacale bypass | U | 600 | ||
715772 | 715783 | Vaatent gebruikt voor aorta-femorale bypass | U | 600 | ||
715794 | 715805 | Vaatent gebruikt voor ilio-femorale bypass | U | 600 | ||
715816 | 715820 | Vaatent gebruikt voor thoracale bypass < 15 cm | U | 600 | ||
715831 | 715842 | Vaatent gebruikt voor thoracale bypass > en = 15 cm | U | 950 | ||
715853 | 715864 | Vaatent type valsalva met of zonder 1 zijtak | U | 1700 | ||
715875 | 715886 | Vaatent met 1 of 2 zijtakken | U | 1300 | ||
715890 | 715901 | Vaatent met 3 of 4 zijtakken | U | 1700 | ||
715912 | 715923 | Bifurcatieënt | U | 800 | ||
715934 | 715945 | Access prothese voor hemodialyse | U | 500 | " | |
" | 715956 | 715960 | "K.B. 4.12.2012" (in werking 1.3.2013) Rechte vaatent gebruikt voor vasculaire bypass, die niet | |||
gedefinieerd is in de verstrekkingen 715676-715680, 715691-715702, 715713-715724, 715735-715746, 715750- | ||||||
715761, 715772-715783, 715794-715805, 715816-715820, | ||||||
715831-715842, 715853-715864, 715875-715886, 715890- 715901, 715912-715923 en 715934-715945 | U | 600 | " | |||
685090 | 685101 | Geschrapt door K.B. 8.5.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685112 | 685123 | Geschrapt door K.B. 8.5.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685134 | 685145 | Geschrapt door K.B. 8.5.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685156 | 685160 | Geschrapt door K.B. 8.5.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685171 | 685182 | Geschrapt door K.B. 8.5.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685193 | 685204 | Geschrapt door K.B. 3.8.2007 (in werking 1.10.2007) | ||||
685215 | 685226 | Geschrapt door K.B. 3.8.2007 (in werking 1.10.2007) | ||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||||
" | 685230 | 685241 | Reservoir met intravasculaire catheter voor herhaalde transcutane injecties | U | " | |
" | 685252 | 685263 | "K.B. 22.1.2002" (in werking 1.4.2002) Endovasculaire filter van vena cava, die percutaan wordt | |||
geplaatst, inclusief het materiaal gebruikt voor de plaatsing | ||||||
ervan | U | 600 | " |
"K.B. 6.11.1999" (in werking 1.1.2000) | ||||||
" | 685871 | 685882 | Het geheel van implanteerbaar materiaal gebruikt tijdens de | |||
verstrekking 589455 - 589466 voor de sluiting van de | ||||||
verbinding tussen de aorta en de arteria pulmonalis of ductus | ||||||
arteriosus met diameter kleiner dan 4 mm. De diameter van | ||||||
het defect dient op een objectiveerbare manier te worden | ||||||
gemeten | U 610 | |||||
685893 | 685904 | Het geheel van implanteerbaar materiaal gebruikt tijdens de | ||||
verstrekking 589455 - 589466 voor de sluiting van een | ||||||
ductus arteriosus met diameter groter dan of gelijk aan 4 | ||||||
mm. De diameter van het defect dient op een | ||||||
objectiveerbare manier te worden gemeten | U 2195 | " | ||||
"K.B. 6.11.1999" (in werking 1.1.2000) + "K.B. 5.2.2004" (in werking 1.4.2004) | ||||||
" | 685915 | 685926 | Het geheel van implanteerbaar materiaal, inclusief de sizing | |||
balloon, gebruikt tijdens de verstrekking 589455 - 589466 | ||||||
voor de sluiting van een voorkamerseptumdefect of een | ||||||
kamerseptumdefect, verantwoordelijk voor een links-rechts | ||||||
shunt, en aangetoond aan de hand van de verhouding van | ||||||
het pulmonale debiet op het systemische debiet die minimaal | ||||||
1,5 bedraagt | U | 4830 | ||||
685930 | 685941 | Het geheel van implanteerbaar materiaal, inclusief de sizing | ||||
balloon, gebruikt tijdens de verstrekking 589455 - 589466 | ||||||
voor de sluiting van een foramen ovale bij paradoxale | ||||||
embolie | U | 4830 | " | |||
685296 | 685300 | Geschrapt door K.B. 3.8.2007 (in werking 1.10.2007) | ||||
"K.B. 22.1.2002" (in werking 1.4.2002) | ||||||
" | 685311 | 685322 | Dilatatiemateriaal en stent(s) gebruikt naar aanleiding van de | |||
verstrekking 589352 - 589363 | U | 1700 | ||||
Bij het gelijktijdig uitvoeren van een embolisatie van de slokdarmvarices | ||||||
mogen de verstrekkingen 685311 - 685322 en 688111 - 688122 onderling | ||||||
worden gecumuleerd." | ||||||
"K.B. 7.9.2003" (in werking 1.11.2003) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) + | ||||||
"K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011) | ||||||
" | 687875 | 687886 | Geheel van materiaal voor het verrichten van een percutane | |||
coronaire interventie met plaatsing van één of meerdere | ||||||
stent(s) naar aanleiding van de verstrekking 589013 - | ||||||
589024 | U 1608 | " | ||||
"K.B. 12.8.2008" (in werking 1.11.2008) | ||||||
"De verstrekking 687875 - 687886 is niet cumuleerbaar met de | ||||||
verstrekking 687890 - 687901 van artikel 35bis." | ||||||
" | 680315 | 680326 | "K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011) + "K.B. 24.10.2011" (in werking 1.1.2012) Geheel van materiaal voor het verrichten van een percutane | |||
coronaire interventie met plaatsing van één of meerdere drug | ||||||
eluting stent(s) eventueel in combinatie met één of meerdere | ||||||
bare metal stent(s) naar aanleiding van de verstrekking | ||||||
589013-589024 binnen de indicaties voorzien in § 11ter U 2047 | " |
"K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011)
"De verstrekking 680315-680326 is niet cumuleerbaar met de verstrekking 687890-687901 van artikel 35bis."
"K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011) + "K.B. 18.10.2012" (in werking 1.1.2013)
" 680352 680363 Geheel van materiaal voor het verrichten van een percutane
coronaire interventie met plaatsing van twee of meerdere stents naar aanleiding van de behandeling van een multivesseldisease, hetzij tijdens de verstrekkingen 589013- 589024 en 589035-589046, hetzij tijdens twee verstrekkingen 589013-589024 op een verschillende dag
gedurende eenzelfde hospitalisatieperiode U 3224 "
"K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011) "De verstrekking 680352-680363 is niet cumuleerbaar met de verstrekking 687890-687901 van artikel 35bis." | |||
" | 685355 | 685366 | "K.B. 6.3.2007" (in werking 1.5.2007) + "K.B. 20.9.2012" (in werking 1.11.2012) Gebruik van één of meerdere dilatatiekatheters, fenestratie |
of septatie materiaal, occlusiemateriaal, implantaten en toebehoren naar aanleiding van de verstrekking 589455- |
589466 | U | " | |||
"K.B. 6.3.2007" (in werking 1.5.2007) "De verstrekking 685355-685366 mag niet gecumuleerd worden met de verstrekkingen 685871-685882, 685893-685904, 685915-685926 en 685930-685941." | |||||
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) | |||||
" | 683616 | 683620 | Geheel van dilatatiemateriaal en stent(s) gebruikt bij revascularisatie van de onderste ledematen, aorto-iliacaal, femoraal, (infra)popliteaal niveau U 1400 | " | |
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) | |||||
"De verstrekking 683616-683620 is niet cumuleerbaar met de verstrekkingen 715595-715606, 715610-715621, 715632-715643, 715654- 715665, 683734-683745, 683756-683760 en 683631-683642." | |||||
" | 683631 | 683642 | "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Geheel van dilatatiemateriaal en stent(s) gebruikt bij | ||
revascularisatie van renale, mesenteriale en supra aortische bloedvaten, met uitzondering van de carotisbloedvaten U 1400 | " | ||||
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) "De verstrekking 683631-683642 is niet cumuleerbaar met de verstrekkingen 715595-715606, 715610-715621, 715632-715643, 715654- | |||||
715665, 683734-683745, 683616-683620 en 683756-683760." | |||||
" | 683653 | 683664 | "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Geheel van dilatatiemateriaal en stent(s) gebruikt bij | ||
revascularisatie van een arterie aan de contralaterale zijde of van een andere anatomische as, met uitzondering van de | |||||
carotisbloedvaten U 1020 | " |
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) | ||||
"De verstrekking 683653-683664 is niet cumuleerbaar met de verstrekkingen 683771-683782 en 715632-715643." | ||||
" | 683675 | 683686 | "K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Geheel van dilatatiemateriaal en stent(s) gebruikt bij | |
veneuze revascularisatie U 1275 | " | |||
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.10.2007) "De verstrekking 683675-683686 is niet cumuleerbaar met de verstrekking 683793-683804." | ||||
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) | ||||
" | 720856 | 720860 | Getunneliseerde centraal veneuze single of multi lumen katheter type Hickman-Broviac voor langdurig gebruik, inclusief het introductiemateriaal U 170 | |
720871 | 720882 | Getunneliseerde centraal veneuze dialysekatheter type Hickman-Broviac voor langdurig gebruik, inclusief het | ||
introductiemateriaal U 230 | ||||
720893 | 720904 | Implanteerbare poort met één of 2 kamers met katheters voor herhaalde transcutane injecties voor intraveneuse, intraärteriële, epidurale, intrathecale of intraperitoneale injecties, inclusief het introductiemateriaal U 300 | ||
720915 | 720926 | Perifeer ingebracht centraal veneuze katheter (PICC) voor langdurig gebruik, inclusief het introductiemateriaal U 70 | " | |
" | 715595 | 715606 | "K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Geheel van dilatatiemateriaal en beklede stent(s) gebruikt bij | |
revascularisatie van de onderste ledematen, aorto-iliacaal, femoraal, (infra)popliteaal niveau U 1900 | " | |||
"K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) "De verstrekking 715595-715606 is niet cumuleerbaar met de verstrekkingen 715610-715621, 715654-715665, 683616-683620, 683631- | ||||
683642, 683734-683745 en 683756-683760." | ||||
" | 715610 | 715621 | "K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) Geheel van dilatatiemateriaal en beklede stent(s) gebruikt bij | |
revascularisatie van renale, mesenteriale en supra aortische bloedvaten, met uitzondering van de carotisbloedvaten U 1900 | " | |||
"K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) "De verstrekking 715610-715621 is niet cumuleerbaar met de verstrekkingen 715595-715606, 715654-715665, 683616-683620, 683631- 683642, 683734-683745 en 683756-683760." | ||||
"K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010) | ||||
" | 715632 | 715643 | Geheel van dilatatiemateriaal en beklede stent(s) gebruikt bij revascularisatie van een arterie aan de contralaterale zijde of van een andere anatomische as, met uitzondering van de carotisbloedvaten U 1520 | " |
"K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009)
"De verstrekking 715632-715643 is niet cumuleerbaar met de verstrekkingen 683616-683620, 683631-683642, 683771-683782 en
683653-683664."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009)
"Endoprothesen
634012 634023 Bifurcatie-endoprothese met contralaterale poot gebruikt
tijdens de verstrekking 589595-589606 U 5225 (dit omvat de bifurcatiestent, de contralaterale poot alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634034 634045 Bifurcatie-endoprothese met contralaterale poot en iliacale en/of aorta-extensies gebruikt tijdens de verstrekking
589595-589606 U 6840
(dit omvat de bifurcatiestent, de contralaterale poot, de iliacale en/of aorta- extensies ongeacht hun aantal, alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634056 634060 Aorta-uni iliacale endoprothese met of zonder occlusieplug
gebruikt tijdens de verstrekking 589595-589606 U 4640 (dit omvat de aorta-uni iliacale endoprothese, de occlusieplug indien die geïmplanteerd werd, alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634071 634082 Aorta-uni iliacale endoprothese met of zonder occlusieplug en iliacale en/of aorta-extensies gebruikt tijdens de
verstrekking 589595-589606 U 6065 (dit omvat de aorta-uni iliacale endoprothese, de occlusieplug indien die geïmplanteerd werd, de iliacale en/of aorta-extensies ongeacht hun aantal, alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634093 634104 Rechte abdominale aortaprothese gebruikt tijdens de
verstrekking 589595-589606 U 2945 (dit omvat de prothese, alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634115 634126 Eén rechte thoracale aortaprothese : 15 cm of meer gebruikt
tijdens de verstrekking 589632-589643 U 6650 (dit omvat de prothese, alsook het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634130 634141 Rechte thoracale aortaprothese : 15 cm of meer en rechte thoracale aortaprothese : kleiner dan 15 cm gebruikt tijdens
de verstrekking 589632-589643 U 9500 (dit omvat de prothesen, alsook het toebehoren voor het plaatsen van de prothesen)
634152 634163 Eén rechte thoracale aortaprothese : kleiner dan 15 cm
gebruikt tijdens de verstrekking 589632-589643 U 4750 (dit omvat de prothese, alsook het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634174 634185 Twee rechte thoracale aortaprothesen : kleiner dan 15 cm
gebruikt tijdens de verstrekking 589632-589643 U 7600 (dit omvat de prothesen, alsook het toebehoren voor het plaatsen van de prothesen)
634196 634200 Drie rechte thoracale aortaprothesen : kleiner dan 15 cm
gebruikt tijdens de verstrekking 589632-589643 U 9500 (dit omvat de prothesen, alsook het toebehoren voor het plaatsen van de prothesen)
634211 634222 Twee rechte thoracale aortaprothesen : 15 cm of meer
gebruikt tijdens de verstrekking 589632-589643 U 9500 (dit omvat de prothesen, alsook het toebehoren voor het plaatsen van de prothesen)
634233 634244 Rechte iliacale endoprothese gebruikt tijdens de verstrekking
589610-589621 U 1600
(dit omvat de prothese alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634255 634266 Endoprothese, bedoeld als extensie ter hoogte van de arteria iliaca ter behandeling van een persisterend endoleak' op een aorta-endoprothese gebruikt tijdens de verstrekking 589654-
589665 U 1600
(dit omvat de prothese, alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634270 634281 Endoprothese, bedoeld als extensie ter hoogte van de abdominale aorta ter behandeling van een persisterend endoleak' op een aorta-endoprothese gebruikt tijdens de
verstrekking 589654-589665 U 1425 (dit omvat de prothese, alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634292 634303 Eén rechte thoracale aortaprothese : kleiner dan 15 cm
gebruikt tijdens de verstrekking 589654-589665 U 4750 (dit omvat de prothese, alsook het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)
634314 634325 Rechte iliacale endoprothese gebruikt tijdens de verstrekking
589654-589665 U 1600
(dit omvat de prothese, alsook al het toebehoren voor het plaatsen van de prothese)"
"K.B.10.9.2009" (in werking 1.1.2010) | |||
715050 | 715061 | Rechte thoracale aorta-endoprothese : 15 cm of meer met | |
polyester verlengstuk gebruikt tijdens de verstrekkingen | |||
229014-229025, 229316-229320, 229530-229541, 229596- | |||
229600, 229272-229283, 236014-236025, 236036-236040 | |||
of 236051-236062 | U 6650 | ||
(dit omvat de prothese, alsook al het toebehoren voor het | |||
plaatsen van de prothese) |
"
715072 | 715083 | Rechte aorta-endoprothese : 15 cm of meer met polyester verlengstuk gebruikt tijdens de verstrekkingen 237016- | ||||
237020, 237053-237064 of 237075-237086 | U 6650 | |||||
(dit omvat de prothese, alsook al het toebehoren voor het | ||||||
plaatsen van de prothese)" | ||||||
702715 | 702726 | "K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) Patch voor angioplastiek | U 150 | |||
702730 | 702741 | PTFE (polytetrafluorethyleen) - vilt | U 75 | " | ||
"K.B. 8.3.2007" (in werking 1.5.2007) + "K.B. 12.8.2008" (in werking | 1.11.2008) | |||||
"Categorie 3 : | ||||||
683874 | 683885 | Implantaat en toebehoren voor het percutaan afsluiten van | ||||
de arteriële wand na een therapeutische endovasculaire | ||||||
procedure, per operatiezitting | U 150 | " | ||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) "I. GYNAECOLOGIE, PLASTISCHE EN RECONSTRUCTIEVE | ||||||
HEELKUNDE :" | ||||||
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) | ||||||
"Categorie 3" | ||||||
685370 | 685381 | Geschrapt door K.B. 27.3.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685392 | 685403 | Geschrapt door K.B. 27.3.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685414 | 685425 | Geschrapt door K.B. 27.3.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
685436 | 685440 | Geschrapt door K.B. 27.3.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||
K.B. 27.3.2012 (in werking 1.7.2012) | ||||||
"Borstimplantaten en weefselexpanders : | ||||||
703091 | 703102 | Rond borstimplantaat of ronde | definitieve | |||
borstweefselexpander gevuld met silicone | gel of met | |||||
zoutoplossing, inclusief toebehoren | U | 380 | ||||
703113 | 703124 | Anatomisch borstimplantaat of anatomische definitieve |
"
borstweefselexpander gevuld met silicone gel of met zoutoplossing, inclusief toebehoren U 550
703135 703146 Rond borstimplantaat of ronde definitieve borstweefselexpander gevuld met silicone gel en met zoutoplossing, inclusief toebehoren U 680
703150 703161 Anatomisch borstimplantaat of anatomische definitieve borstweefselexpander gevuld met silicone gel en met zoutoplossing, inclusief toebehoren U 985
703172 703183 Niet-anatomische tijdelijke weefselexpander voor borstreconstructie, inclusief toebehoren U 430
703194 703205 Tijdelijke weefselexpander voor niet-borstreconstructie,
inclusief toebehoren U 430
703216 703220 Anatomische tijdelijke weefselexpander voor borstreconstructie, inclusief toebehoren U 586 "
"K.B.1.9.2011" (in werking 1.11.2011) | ||||||
" | 698935 | 698946 | Markeerder in metaal of kunststof met markering van het | |||
punctiekanaal van op de huid tot in het letsel | U | 24 | " | |||
" | 702752 | 702763 | "K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) Volledig synthetisch netje voor herstel van prolaps, per cm2 | U | 5 | |
702774 | 702785 | Volledig biologisch netje voor herstel van prolaps, per cm2 | U | 4 | ||
702796 | 702800 | Hybride biosynthetisch netje voor herstel van prolaps, per cm2 | U | 4 | ||
702811 | 702822 | Volledig synthetisch speciaal netje voor herstel van prolaps, per cm2 | U | 6 | ||
702833 | 702844 | Volledig biologisch speciaal netje voor herstel van prolaps, per cm2 | U | 5 | ||
702855 | 702866 | Hybride biosynthetisch speciaal netje voor herstel van prolaps, per cm2 | U | 5 | " | |
"K.B. 17.7.2012" (in werking 1.10.2011) | ||||||
"Weefsellijmen : | ||||||
703231 | 703242 | Basisvergoeding voor chirurgische lijm voor inwendig gebruik | ||||
(per ingreep) | U | 47 | ||||
703253 | 703264 | Chirurgische lijm voor inwendig gebruik die specifiek is | ||||
bestemd om te worden gebruikt tijdens een craniospinale | ||||||
ingreep (per ingreep) | U | 319 | ||||
703275 | 703286 | Chirurgische lijm voor inwendig gebruik die specifiek is | ||||
bestemd om te worden gebruikt bij een aneurysma of bij | ||||||
contact met het parenchym (per ingreep) | U | 518 | ||||
De verstrekkingen 703231-703242, 703253-703264 en 703275-703286 | ||||||
zijn onderling niet cumuleerbaar. | ||||||
Hemostatische producten : | ||||||
703290 | 703301 | Hemostatisch product dat specifiek is bestemd om te worden | ||||
gebruikt bij een aneurysma of bij contact met het parenchym | ||||||
(per stuk) U 255 | ||||||
Anti-adhesieven : | ||||||
703312 | 703323 | Anti-adhesief op basis van synthetische polymeren of een | ||||
mengeling van natuurlijke (non-bovien) en synthetische | ||||||
polymeren dat specifiek is bestemd om te worden gebruikt bij | ||||||
een craniospinale ingreep (per stuk) U 279 | ||||||
703334 | 703345 | Anti-adhesief dat specifiek is bestemd om te worden gebruikt | ||||
bij handchirurgie (per stuk) U 222 |
703356 | 703360 | Anti-adhesief dat specifiek is bestemd om te worden gebruikt bij gynaecologische chirurgie (per ingreep) | U | 164 | " |
K.B. 27.3.2012 (in werking 1.7.2012) "Categorie 4 | |||||
685996 | 686000 | Borstimplantaat of weefselexpander op maat | " | ||
"K.B. 17.9.2005" (in werking 1.11.2005) "J. PNEUMOLOGIE EN ADEMHALINGSSTELSEL | |||||
699252 | 699263 | Categorie 2 Bronchiale of pulmonale stent in kunststof, per stent | U | 400 | |
699274 | 699285 | Zelfexpandeerbare bronchiale of pulmonale stent in kunststof, per stent | U | 508 | |
699296 | 699300 | Zelfexpandeerbare bronchiale of pulmonale metalen stent, per stent | U | 1100 | " |
"K.B. 2.4.2009" (in werking 1.6.2009) | |||||
699893 | 699904 | Tracheo-bronchiale Y stent in kunststof, per stent | U | 750 | " |
"
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994)
"§ 2. De in § 1 bedoelde implantaten worden enkel vergoed indien ze door een geneesheer-specialist zijn voorgeschreven en beantwoorden aan de bepalingen van § 3 van dit artikel."
"K.B. 31.1.2013" (in werking 1.10.2011)
"De producten inzake weefsellijmen, hemostatische producten en anti- adhesieven waarvoor de bedrijven een aanvraag tot opname op de lijsten van voor vergoeding aangenomen producten indienen tot uiterlijk 2 maanden na publicatie van het koninklijk besluit van 8 mei 2012 en waarvoor aan alle voorwaarden tot opname is voldaan, worden met ingang van de datum waarop aan de voormelde voorwaarden werd voldaan en ten vroegste op 1 oktober 2011 ingeschreven op die lijsten."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994)
"§ 3. Algemene bepalingen en aannemingscriteria.
I. Definitie van een implantaat :
Met het oog op de toepassing van dit artikel dient onder de term
«implantaat» te worden verstaan :
elk instrument, apparaat, hulpmiddel, elke stof of elk ander artikel alleen of in combinatie gebruikt, met inbegrip van het toebehoren en de software, nodig voor de goede werking ervan, en door de fabrikant bestemd om uitsluitend bij de mens en hoofdzakelijk voor de volgende doeleinden te worden aangewend :
- diagnose, preventie, bewaking, behandeling of verlichting van een ziekte, verwonding of handicap,
- onderzoek, vervanging of wijziging van de anatomie of van een fysiologisch proces,
waarbij de belangrijkste beoogde werking op het menselijk lichaam niet met farmacologische, chemische of immunologische middelen of door het metabolisme wordt bereikt, maar wel door dergelijke middelen kan worden ondersteund;
het implantaat wordt op operatieve of medische wijze in het menselijk lichaam of in een natuurlijke opening geheel of gedeeltelijk geïmplanteerd of het vervangt een deel van het epitheelweefsel; het is bestemd om er na de ingreep gedurende tenminste 30 dagen te blijven; het implantaat is enkel te verwijderen door een chirurgische of medische ingreep.
II. De categorieën van implantaten :
- Categorie 1 : Actief implantaat.
Elk implantaat dat voor zijn werking afhankelijk is van een elektrische energiebron of van een andere dan rechtstreeks door het menselijk lichaam of de zwaartekracht opgewekte energiebron.
- Categorie 2 : Implantaat van hoog risico.
Elk implantaat dat bestemd is om een voor de mens essentiële anatomisch-biologische functie of een vitaal fysiologisch proces te vervangen, te wijzigen of te ondersteunen.
- Categorie 3 : Implantaat van relatief hoog of laag risico.
Elk implantaat niet beoogd door de definities van de andere categorieën.
- Categorie 4 : Implantaat naar maat (custom-made).
Elk implantaat dat speciaal is vervaardigd volgens het voorschrift van een geneesheer-specialist, waarin onder zijn verantwoordelijkheid de specifieke eigenschappen van het ontwerp zijn aangegeven en dat bestemd is om door één bepaalde patiënt te worden gebruikt.
- Categorie 5 : Implantaat voor beperkte klinische toepassing.
Elk implantaat bestemd om ter beschikking van een geneesheer-specialist te worden gesteld, ten einde in een geschikt klinisch menselijk milieu gedurende een bepaalde evaluatieperiode en/of voor een bepaalde indicatie te worden gebruikt."
"K.B. 24.3.1998" (in werking 1.5.1998)
"Het betreft hier :
- ofwel een nieuwe en licht gewijzigde versie van een reeds op de limitatieve lijsten voorkomend implantaat van categorie 1 of 2 voor een aanvaarde indicatie,
- ofwel een reeds op de limitatieve lijsten voorkomend implantaat van categorie 1 of 2 voor een nieuwe indicatie,
- ofwel een volledig nieuw implantaat waarvoor de Technische raad voor implantaten een evaluatieperiode van de vergoeding nodig acht."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"III. Aannemingscriteria voor implantaten van de categorieën 1, 2 en 3 :
1.
a) Om door de verzekering te worden vergoed, moeten de implantaten van categorie 1 zijn aangenomen op de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering erkende limitatieve lijsten."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) +
"K.B. 24.3.1998" (in werking 1.5.1998)
"b) Om door de verzekering te worden vergoed moeten de implantaten van categorie 2 zijn opgenomen op de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering opgemaakte lijsten van aangenomen produkten, met uitzondering van de verstrekkingen voorzien in § 18, a), waarvoor een forfaitaire tegemoetkoming is vastgesteld."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"c) Om door de verzekering te worden vergoed, moeten de implantaten van categorie 2 waarvan de verkoopprijs (aan het ziekenhuis), B.T.W. inbegrepen, de vastgestelde relatieve U-waarde van de overeenstemmende verstrekking met het percentage, voorzien in § 4, 2° van onderhavig artikel, overschrijdt, zijn aangenomen op de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering erkende limitatieve lijsten."
"K.B. 24.3.1998" (in werking 1.5.1998)
"d) Voor de verstrekkingen voorzien in § 18, a), kan het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Technische raad voor implantaten, lijsten van producten opstellen."
"K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) + "K.B. 31.1.2013" (voor wat de verstrekkingen inzake weefsellijmen, hemostatische producten en anti-adhesieven betreft, in werking 1.10.2011)
"e) Om door de verzekering te worden vergoed moeten de implantaten van
categorie 3, die vermeld zijn in § 17bis, zijn opgenomen op de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering opgemaakte lijsten van aangenomen producten."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"2.
De gemotiveerde en gestructureerde aanvraag om aanneming voor de implantaten van de categorie 1, voor de implantaten van de categorie 2 waarvan de verkoopprijs (aan het ziekenhuis), B.T.W. inbegrepen, de vastgestelde relatieve U-waarde van de overeenstemmende verstrekking met het in § 4, 2° voorziene percentage overschrijdt en voor de implantaten van de categorieën 2 en 3 die niet overeenstemmen met een omschrijving van een verstrekking van § 1 van onderhavig artikel wordt met een ter post aangetekende brief bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Secretariaat van de Technische raad voor implantaten - ingediend door de firma namens welke de aanneming wordt verzocht en die hierna de aanvrager zal worden genoemd."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"Die indiening moet geschieden met een formulier verkrijgbaar bij voornoemde dienst, waarvan de verbintenisformule door de aanvrager behoorlijk is ingevuld, gedateerd en ondertekend. Het model van dit formulier is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op advies van de Technische raad voor implantaten.
Bij dit formulier wordt een bundel gevoegd dat per produkt de volgende elementen en documenten bevat :
1° het dossier betreffende een implantaat; het model van dit dossier is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op advies van de Technische raad voor implantaten;
2° het door de Minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid en Leefmilieu behoort uitgereikte declaratiebewijs en de daarbij gevoegde officiële bescheiden en/of het CE-certificaat;
3° in voorkomend geval, een afschrift van de erkenning van de prijs die van de Minister tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoort, is verkregen;
4° een model of een voorstelling van het implantaat dat voor aanneming wordt voorgelegd en een gedetailleerde beschrijving;
5° de tekst met de gebruiksaanwijzing zoals die in de verpakking zal steken;
6° informatie over de bestaande klinische ervaring met het produkt in België.
Bij ontvangst van de aanvraag om aanneming gaat het Secretariaat van de Technische raad voor implantaten na of het ingediend dossier volledig is.
Als het niet volledig is, stelt het Secretariaat binnen een gerede tijdsspanne na ontvangst van het dossier de aanvrager daarvan in kennis en vermeldt daarbij de ontbrekende inlichtingen.
Na ontvangst van het volledig dossier wordt dit doorgestuurd naar de Technische raad voor implantaten.
De Technische raad is ten allen tijde gemachtigd om eender welke bijkomende inlichtingen te vragen die hij nodig acht."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) +
"K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) + "K.B. 31.1.2013" (voor wat de verstrekkingen inzake weefsellijmen, hemostatische producten en anti-adhesieven betreft, in werking 1.10.2011)
"3.
De gemotiveerde en gestructureerde aanvraag om aanneming voor de implantaten van categorie 2 en de implantaten van categorie 3 die opgenomen zijn in § 17bis en die overeenstemmen met een omschrijving van een verstrekking van § 1 van onderhavig artikel wordt met een ter post aangetekende brief bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Secretariaat van de Technische raad voor implantaten - ingediend door de firma namens welke de aanneming wordt verzocht en die hierna de aanvrager zal worden genoemd.
Die indiening moet geschieden met een formulier verkrijgbaar bij voornoemde dienst, waarvan de verbintenisformule door de aanvrager behoorlijk is ingevuld, gedateerd en ondertekend . Het model van dit formulier is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op advies van de Technische raad voor implantaten."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"Bij dit formulier wordt een bundel gevoegd dat per produkt de volgende elementen en documenten bevat :
1° het door de Minister tot wiens bevoegdheid Volksgezondheid en Leefmilieu behoort uitgereikte declaratiebewijs en de daarbij gevoegde officile bescheiden en/of het CE-certificaat;
2° de prijs van het implantaat;
3° in voorkomend geval, een afschrift van de erkenning van de prijs die van de Minister tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoort, is verkregen;
4° een voorstelling van het implantaat en een gedetailleerde beschrijving; 5° de tekst met de gebruiksaanwijzing zoals die in de verpakking zal steken;
6° informatie over de bestaande klinische ervaring met het produkt in België.
Bij ontvangst van de aanvraag om aanneming gaat het Secretariaat van de Technische raad voor implantaten na of het ingediend dossier volledig is. Als het niet volledig is, stelt het Secretariaat binnen een gerede tijdsspanne na ontvangst van het dossier de aanvrager daarvan in kennis en vermeldt daarbij de ontbrekende inlichtingen.
Na ontvangst van het volledig dossier wordt dit doorgestuurd naar de Technische raad voor implantaten.
De Technische raad voor implantaten is ten allen tijde gemachtigd om eender welke bijkomende inlichtingen te vragen die hij nodig acht.
4.
De Technische raad voor implantaten brengt advies uit aan de Overeenkomstencommissie leveranciers van implantaten- verzekeringsinstellingen. Die Commissie beslist over het doorsturen van dit advies aan het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, met het oog op een eventuele inschrijving van het implantaat op een limitatieve lijst of op een lijst van aangenomen produkten.
5.
Wijzigingen betreffende een van de elementen opgesomd in de punten 2 en 3 dienen onverwijld te worden medegedeeld aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Secretariaat van de Technische raad voor implantaten - die de Technische raad voor implantaten hiervan in kennis stelt."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994)
"Voor de implantaten die niet meer overeenstemmen met de bepalingen van deze paragraaf kan de Technische raad voor implantaten ten allen tijde een gemotiveerd voorstel tot schrapping of herziening formuleren en overmaken aan de Overeenkomstencommissie leveranciers van implantaten-verzekeringsinstellingen. Die Commissie beslist over het doorsturen van dit voorstel aan het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"IV. Slotbepalingen :
De Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering is ermee belast de lijsten van de voor verzekeringstegemoetkoming aangenomen implantaten en de geregelde aanvullingen en herzieningen na beslissing door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging bekend te maken."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"§ 4. Vergoedingscriteria.
1° De implantaten beantwoordend aan de omschrijving van categorie 1 van de aannemingscriteria zoals gedefinieerd in § 3, II, komen slechts in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming indien ze zijn opgenomen in de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging vastgestelde limitatieve lijsten.
Het vergoedingsbedrag houdt met name rekening met de reglementering betreffende de vaststelling van de prijzen opgemaakt door de Minister tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoort.
2° De implantaten beantwoordend aan de omschrijving van categorie 2, zoals gedefinieerd in § 3, II, komen slechts in aanmerking voor verzekeringstegemoetkoming indien ze zijn opgenomen in de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging vastgestelde lijsten van aangenomen produkten.
Voor de implantaten van categorie 2 wordt een door Ons vast te stellen percentage van de vastgestelde relatieve U-waarde van de overeenstemmende verstrekking als veiligheidsgrens bepaald.
De implantaten van categorie 2, waarvan de verkoopprijs (aan het ziekenhuis), B.T.W. inbegrepen, de vastgestelde relatieve U-waarde van de overeenstemmende verstrekking met hogergenoemd percentage overschrijdt, komen slechts in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming indien ze zijn opgenomen in de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging vastgestelde limitatieve lijsten.
Voor deze implantaten, opgenomen in de limitatieve lijsten houdt het vergoedingsbedrag met name rekening met de reglementering betreffende de vaststelling van de prijzen opgemaakt door de Minister tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoort.
3° Voor de implantaten beantwoordend aan de omschrijving van categorie
3 zoals gedefinieerd in § 3, II, wordt een door Ons vast te stellen percentage van de vastgestelde relatieve U-waarde van de overeenstemmende verstrekking als veiligheidsgrens bepaald.
De implantaten van categorie 3, waarvan de verkoopprijs (aan het ziekenhuis), B.T.W. inbegrepen, de vastgestelde relatieve U-waarde van de overeenstemmende verstrekking met hogergenoemd percentage overschrijdt, zijn uitgesloten van een verzekeringstegemoetkoming.
4° Voor de implantaten van categorie 4 zoals gedefinieerd in § 3, II, stelt het College van geneesheren-directeurs het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming vast en oordeelt het of het implantaat in overeenstemming is met de bepalingen vervat in § 3, I en II, van onderhavig artikel bij de afhandeling van de individuele aanvragen.
De implantaten van categorie 4 gefabriceerd door een buitenlandse firma (producent) kunnen voor verzekeringstegemoetkoming in aanmerking komen, wanneer de verkoopprijs gefactureerd door de Belgische invoerder niet meer bedraagt dan 150 % van de prijs gefactureerd door de buitenlandse firma, inclusief B.T.W. en invoerrechten."
"K.B. 28.2.1999" (in werking 1.5.1999)
"5° Voor de implantaten van categorie 5, zoals gedefinieerd in § 3, II., stelt de Technische Raad voor Implantaten de modaliteiten van de evaluatie, de vergoedingscriteria en het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor en maakt zijn voorstel over aan de Overeenkomstencommissie verstrekkers van implantaten-verzekeringsinstellingen die het na advies ter goedkeuring voorlegt aan het Verzekeringscomité."
"K.B. 24.3.1998" (in werking 1.5.1998)
"6° In afwijking van § 4, 2° en 3° , moet voor de verstrekkingen die zijn opgenomen in § 18, a), de tegemoetkoming als een forfait worden beschouwd. Het percentage bedoeld in § 4, 2° en 3° , bedraagt 0 %. Indien door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging een lijst wordt opgemaakt zoals voorzien in § 3, III., 1, d), wordt de forfaitaire tegemoetkoming voor de verstrekkingen voorzien in § 18, a), slechts vergoed indien een product uit deze lijst wordt afgeleverd."
"K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012) + "K.B. 31.1.2013" (voor wat de verstrekkingen inzake weefsellijmen, hemostatische producten en anti-adhesieven betreft, in werking 1.10.2011)
"7° In afwijking van § 4, 3° komen de implantaten van categorie 3, die
vermeld zijn in § 17bis, slechts in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming indien ze zijn opgenomen in de door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging vastgestelde lijsten van aangenomen producten."
"K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"TOEPASSINGSREGELS"
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994) + "K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997) +
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009)
"§ 5. Voor de gewrichtsprothesen :
1°
1. De voorwaarde voor de vergoeding door de verzekering van de verstrekking 682651 - 682662 is een gunstige beslissing van het College van geneesheren-directeurs, dat de verzekeringstegemoetkoming vaststelt op basis van een gemotiveerde aanvraag met :
─ een omstandig medisch verslag dat aantoont dat het gebruik van elementen op maat nodig is;
─ het voorschrift gericht door de geneesheer aan het bedrijf dat die elementen op maat zal vervaardigen. Dat voorschrift moet onder meer volgende gegevens vermelden: leeftijd, gewicht en beroep van de rechthebbende, medische beschrijving, toestand van de beenderen, eerste prothese of revisie;
─ de detailtekening(en), evenals alle technische opmerkingen van de firma aan de voorschrijvende geneesheer. De werktekening moet duidelijk maken welk(e) gedeelte(n) op maat vervaardigd is (zijn) ;
─ een omstandig bestek of factuur van de firma die de prothese heeft gefabriceerd.
Het bestek of de factuur mag alleen de elementen die individueel zijn vervaardigd volgens de verschillende dimensies omvatten.
Het bedrag vermeld op het bestek mag niet hoger zijn dan het bedrag dat wordt vermeld op de originele factuur, van de firma die de prothese heeft gefabriceerd.
2. Aanvraagprocedure.
De geneesheer-specialist implanter bezorgt de aanvraag om tegemoetkoming van de verzekering voor verstrekking 682651 – 682662 aan het College van geneesheren-directeurs en aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten.
De beslissing van het College van geneesheren-directeurs wordt onverwijld en rechtstreeks aan de aanvrager, de verzekeringsinstelling en de ziekenhuisapotheker overgemaakt."
2° Geschrapt door K.B. 15.11.2010 (in werking 1.2.2011)
"K.B. 12.8.2008" (in werking 1.11.2008)
"3° De verstrekking 689474-689485 mag slechts één keer per ingreep aangerekend worden.
4° De stelen voor heupprothesen bedoeld onder de verstrekkingen 688634-688645, 688656-688660 en 688671-688682 komen slechts bij
revisie in aanmerking voor terugbetaling van de verplichte verzekering. Een uitzonderlijke toestemming van de verplichte verzekering mag na implantatie door het College van geneesheren-directeurs toegestaan worden in geval van gebruik van die stelen bij primo-implantatie, op basis van een aanvraag die een omstandig medisch verslag bevat, dat het gebruik motiveert."
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009)
"5°
De componenten van een knieprothese bedoeld onder de verstrekkingen 734134-734145, 734156-734160, 734171-734182, 734193-734204,
734591-734602, 734613-734624, 734635-734646, 734650-734661 en
734672-734683 komen slechts bij revisie in aanmerking voor terugbetaling van de verplichte verzekering. Een uitzonderlijke toestemming van de verplichte verzekering mag na implantatie door het College van geneesheren-directeurs toegestaan worden in geval van gebruik van die stelen bij primo-implantatie, op basis van een aanvraag dat een omstandig medische verslag bevat, die het gebruik motiveert.
Dit laat toe om de terugbetaling van revisiecomponenten ook bij primo- implantatie toe te laten. Die terugbetaling is wel gebonden aan de toestemming van het College van de geneesheren-directeurs."
"K.B. 12.11.2008" (in werking 1.1.2009)
"§ 5bis. Voor de enkelprothesen :
1. Indicaties en exclusiecriteria
De verstrekkingen 720436-720440, 720451-720462, 720473-720484,
720495-720506 en 720510-720521 komen slechts in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming indien de AOFAS-score (American Orthopaedic Foot and Ankle Society-score) lager is dan 60/100 en indien de enkelprothese geïmplanteerd wordt in één van de volgende indicaties :
─ inflammatoire aandoening van het talocrurale gewricht :
─ reumatoïde polyartritis of
─ spondylartritis of
─ jicht of
─ andere
─ of degeneratieve toestand aandoening van het talocrurale gewricht als gevolg van :
─ posttraumatische aandoening of
─ aandoening met ligamentaire laxiteit of
─ aandoening van idiopatische oorsprong of
─ partiële necrose van de talus
─ of hemochromatose of hemofilie
─ of revisie van een al ingeplante enkelprothese
Er wordt geen verzekeringstegemoetkoming toegekend in geval van :
─ AOFAS-score hoger dan of gelijk aan 60/100
─ actieve septische problemen
─ neurologische voet
─ ernstige neuropathische voet
─ uitgebreide necrose van de talus
2. Procedure van aanvraag tot terugbetaling
De verstrekkingen 720436-720440, 720451-720462, 720473-720484,
720495-720506 en 720510-720521 komen enkel voor verzekeringstegemoetkoming in aanmerking na notificatie van de implantatie aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten. Deze notificatie gebeurt door middel van het preoperatief formulier en het implantatie formulier, volledig ingevuld.
De documenten, waaruit blijkt dat voldaan is aan één van bovenvermelde indicaties, moeten in het dossier aanwezig zijn en kunnen steeds worden opgevraagd door de adviserend geneesheer. Het preoperatief formulier, het implantatie formulier en de follow-up formulieren moeten eveneens in het dossier van de rechthebbende bewaard worden.
3. Formulieren
Het preoperatief formulier, het implantatie formulier en de follow-up formulieren worden opgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging na advies van de Technische Raad voor Implantaten."
"K.B. 12.2.2009" (in werking 1.4.2009)
"§ 5ter.
1° De prothesen bedoeld onder de verstrekking 735276-735280 zijn onderworpen aan de vergoedingscriteria van de implantaten van categorie 4.
2° Deze prothesen vervangen de botcortex, wanneer deze circulair werd verwijderd op metafysair en/of diafysair niveau, zodat de continuïteit van het bot onderbroken werd.
3° De verstrekking 735276-735280 kan alleen het voorwerp uitmaken van een verzekeringstegemoetkoming na akkoord van het College van geneesheren-directeurs, dat het bedrag van de tegemoetkoming vaststelt op basis van :
─ een standaard aanvraagformulier en zijn bijlagen ;
─ radiografieën gemaakt vóór en na de ingreep.
Na de implantatie wordt de aanvraag tot tegemoetkoming door de geneesheer-specialist implanter binnen de 90 kalenderdagen bezorgd aan het College van geneesheren-directeurs en aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling waarbij de rechthebbende is aangesloten.
De beslissing van het College van geneesheren-directeurs wordt tezelfdertijd en onverwijld meegedeeld aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling, aan de ziekenhuisapotheker en aan de geneesheer-specialist implanter die de aanvraag heeft ingediend.
Het standaard aanvraagformulier wordt opgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Technische raad voor implantaten.
4° De verstrekking 735276-735280 omvat alle onderdelen van de prothese. Geen enkele verstrekking van artikel 28 of van artikel 35 van de nomenclatuur, met betrekking tot de gewrichtsprothesen, kan worden gecumuleerd met de verstrekking 735276-735280."
"K.B. 16.2.2009" (in werking 1.4.2009)
"§ 5quater. De verstrekking 735792-735803 komt enkel voor verzekeringstegemoetkoming in aanmerking na notificatie van de implantatie aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten. Deze notificatie gebeurt door middel van een formulier dat bezorgd wordt aan de adviserend geneesheer en waarin de behandelende arts bevestigt dat de patiënt voldoet aan de voorziene inclusie- en exclusiecriteria.
Het model van het formulier wordt goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Technische Raad voor Implantaten en na akkoord van de Overeenkomstencommissie verstrekkers van implantaten- verzekeringsinstellingen.
De documenten, waaruit blijkt dat de patiënt voldoet aan de voorziene inclusie- en exclusiecriteria, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en moeten naar de adviserend geneesheer verstuurd worden indien hij dit vraagt.
De verstrekking 735792-735803 kan slechts eenmaal per opname aangerekend worden en komt slechts in aanmerking voor vergoeding indien de patiënt voldoet aan de onderstaande inclusie- en exclusiecriteria:
Inclusiecriteria
De verzekeringstegemoetkoming geldt voor de rechthebbenden:
- vanaf 35 jaar ;
- die zonder succes meer dan 6 maanden conservatief behandeld werden voor lage rugpijn ten gevolge van degeneratie op 1 of 2 discusniveaus die zich uit in ten minste één van de onderstaande afwijkingen:
- osteofytformatie ter hoogte van de eindplaten;
- mediane discushernia enkel op niveau L4-L5 of L5-S1;
- gedocumenteerde discopathie.
- waarbij alle onderstaande en de achtereenvolgens uitgevoerde technische onderzoeken de diagnose van de degeneratie bevestigen :
- RX, face en/of profiel;
- flexie/extensie-opnames zonder verschuiving van meer dan 3 mm;
- negatieve scintigrafie ter hoogte van de facetten;
- MRI-onderzoek met tekenen van discusdegeneratie al dan niet gepaard gaande met Modicveranderingen;
- falende facetbloks met lokaal anestheticum, zonder gebruik van corticoïden;
- discografie en/of disco-CT, positief (pijnlijk) voor het te opereren niveau en negatief (niet pijnlijk) voor de aangrenzende niveaus.
Exclusiecriteria
- de patiënt heeft reeds een lumbale discusprothese;"
"K.B. 25.10.2012" (in werking 1.2.2013)
"- de patiënt waarbij meerdere discusprothesen worden geplaatst tijdens dezelfde ingreep;"
"K.B. 16.2.2009" (in werking 1.4.2009)
"- stenose van de laterale recessus of artrose van het neuroforamen;
- fracturen ter hoogte van de wervels;
- metabole ziekten die het wervellichaam brozer maken;
- spondylolyse;
- anterieure spondylolisthesis;
- lumbale en dorsolumbale scoliose;
- primaire niet mediane discushernia;
- tumor in situ;
- infecties;
- osteoporose gedocumenteerd met DEXA-scan;
- gedocumenteerde radiculopathie;
- residuele hoogte tussen de wervels kleiner dan 5 mm."
"K.B. 9.12.2009" (in werking 1.3.2010)
"§ 5quinquies. De tegemoetkoming voor de verstrekking 682791-682802 kan alleen worden toegekend in geval van een ingreep voor cataract en enkel voor patiënten die een corneaal astigmatisme van twee dioptrie of meer hebben.
De tegemoetkoming voor de verstrekking 682813-682824 kan alleen worden toegekend in geval van een ingreep voor cataract en enkel voor patiënten die een corneaal astigmatisme van zes dioptrie of meer hebben"
"K.B. 9.12.2009" (in werking 1.3.2010)
"§ 5sexties. De tegemoetkoming voor de verstrekkingen 689990-690001 en 735836-735840 kunnen alleen in geval van botchirurgie toegekend worden, met uitzondering van een chirurgische ingreep aan de wervelkolom"
"K.B. 15.11.2010" (in werking 1.2.2011) + "K.B. 28.6.2011" (in werking 1.2.2011)
"§ 5septies. De producten opgenomen in de lijst van verstrekking 693932- 693943 zijn implantaten die een longitudinale verbinding tussen de pediculaire verankeringspunten op 2 of meer opeenvolgende wervels toelaten en waar, op minstens één niveau, een mobiliteit is toegelaten met de intentie niet te fuseren."
"K.B. 28.4.2011" (in werking 1.7.2011)
"§ 5octies.
1°.
De verstrekking 736890-736901 is onderworpen aan de aannemings- en vergoedingscriteria voor de implantaten van categorie 1.
2°.
a) Verzekeringstegemoetkoming na kennisgeving van de implantatie aan de adviserend geneesheer
De verstrekking 736890-736901 komt enkel voor verzekeringstegemoetkoming in aanmerking na notificatie van de implantatie aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten. Deze notificatie gebeurt door middel van een formulier dat bezorgd wordt aan de adviserend geneesheer en waarin de behandelende arts bevestigt dat de patiënt voldoet aan de voorziene inclusiecriteria.
Het model van het formulier wordt goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Technische Raad voor implantaten en na akkoord van de Overeenkomstencommissie verstrekkers van implantaten- verzekeringsinstellingen.
De documenten, waaruit blijkt dat de patiënt voldoet aan de voorziene inclusiecriteria, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en kunnen steeds worden opgevraagd door de adviserend-geneesheer.
De verstrekking 736890-736901 kan slechts in aanmerking voor vergoeding komen indien de patiënt voldoet aan de onderstaande inclusiecriteria :
1. Skeletale dysplasie
─ Achondroplasie
─ Pseudo-achondroplasie
─ Metafysaire chondrodysplasie
─ Chondro-ectodermale dysplasie
─ Hereditaire multiple exostosen
─ Ziekte van Ollier
─ Fibreuze dysplasie
2. Metabole botaandoeningen
─ Fosfaatdiabetes
─ Rachitis
─ Mucopolysaccharidose
3. Tibia Vara
─ Ziekte van Xxxxxx
4. Congenitale deformiteiten
─ Proximale femorale focale deficiëntie (PFFD)
─ Fibulaire hemimelie
─ Tibiale hemimelie
─ Artrogrypose
b) Verzekeringstegemoetkoming akkoord van het College van geneesheren-directeurs
Een uitzonderlijke tegemoetkoming voor de vergoeding van de prestatie 736890-736901 door de verzekering kan verleend worden door het College van geneesheren-directeurs op basis van een omstandig medisch verslag.
Dit verslag dient minstens volgende elementen te bevatten :
─ een motivering die de onmogelijkheid verklaart om een klassieke externe fixator te gebruiken zoals beschreven door prestatie 736831-736842
─ een motivering voor het gebruik van een driedimensionele externe fixator
─ kwantitatieve gegevens mbt de multiplanaire afwijkingen en/of de axiale vervorming (waaronder het aantal graden van afwijking)
─ beeldmateriaal dat de bovenvermelde punten bevestigt
Een verzekeringstegemoetkoming kan slechts uitzonderlijk worden toegestaan indien de patiënt beantwoordt aan volgende inclusiecriteria :
1. Verworven multiplanaire afwijkingen ten gevolge van :
─ Infectie
─ Tumoren
─ Brandwonden
2. Multiplanaire asafwijkingen veroorzaakt door trauma (epifysiolyse - malunion)
Na implantatie wordt de aanvraag tot tegemoetkoming, binnen de zestig kalenderdagen, door de implanterend geneesheer-specialist overgemaakt aan het College van geneesheren-directeurs en aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten.
De beslissing van het College van geneesheren-directeurs wordt binnen de dertig dagen gelijktijdig meegedeeld aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds, aan de ziekenhuisapotheker en aan de implanterend geneesheer-specialist die de aanvraag heeft ingediend."
"K.B. 21.7.2011" (in werking 1.10.2011)
"§ 5novies. De gewrichtsprothesen op maat die aan het femoraal kanaal worden aangepast zijn aan dezelfde aannemings- en terugbetalingscriteria onderworpen als deze van de gewrichtsprothesen opgenomen onder categorie 2 onder het opschrift GEWRICHTSPROTHESEN, HEUPEN."
"K.B. 7.11.2011" (in werking 1.1.2012)
"§ 5decies.
1° De onderdelen van een prothese bedoeld onder de verstrekking 701993-702004 zijn onderworpen aan de vergoedingscriteria van de implantaten van categorie 4.
2° Deze onderdelen dragen geen CE-markering, maar hebben het voorwerp uitgemaakt van een derogatie toegekend door de Minister die bevoegd is voor Volksgezondheid.
3° De verstrekking 701993-702004 kan alleen het voorwerp uitmaken van een verzekeringstegemoetkoming na akkoord van het College van geneesheren-directeurs, die het bedrag van de tegemoetkoming vaststelt op basis van een gemotiveerde aanvraag met :
─ een omstandig medisch verslag dat het gebruik rechtvaardigt van onderdelen die geen CE-markering hebben;
─ het voorschrift door de geneesheer gericht aan het bedrijf dat dit onderdeel zal leveren;
─ een kopie van de derogatie toegekend door de Minister;
─ een factuur van het bedrijf die het onderdeel heeft geleverd."
"K.B. 13.6.2010" (in werking 1.8.2010)
"§ 6. Wat de verstrekkingen 683071- 683082, 683174 - 683185 en
709170-709181 betreft :
a) De verzekeringstegemoetkoming mag pas worden verleend voor de rechthebbende die lijdt aan een zware vorm van spasticiteit en/of zware resistente gegeneraliseerde dystonie en die een testperiode van tenminste vijf dagen heeft ondergaan met positief resultaat.
Het moet gaan om de toediening van een centraal werkend antispasmodicum en het inplanten van een pomp is het enig mogelijk therapeutisch alternatief. De heelkundige ingreep moet worden verricht in een ziekenhuis, dat over een neurochirurgische dienst beschikt die effectief werkt onder de leiding van een geneesheer-specialist voor neurochirurgie en een permanente wachtdienst verzekert, waar betrokkene zich op elk moment kan aanbieden voor eventuele problemen met de pomp.
De geneesheer-specialist voor neurologie of neurochirurgie moet, samen met het doorsturen van de verpleegnota, aan de adviserend geneesheer melden dat een pomp werd geplaatst voor vorengenoemde indicaties. Hij moet eveneens het gebruikte materiaal aan de hand van de identificatiecode opgenomen in de limitatieve lijsten vermelden.
b) Een tegemoetkoming voor de verstrekking 709096-709100 of 709133- 709144 mag pas worden verleend na een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de implantatiedatum van de verstrekking 683071-683082 of 683174- 683185 en overeenkomstig de bepalingen opgenomen onder punt a).
c) Een tegemoetkoming voor de verstrekking 709096-709100 of 709133- 709144 voor de vroegtijdige vervanging binnen een termijn van drie jaar na de implantatiedatum van de verstrekking 683071 - 683082 of 683174 - 683185 kan door de adviserend geneesheer worden toegestaan op basis van een omstandig medisch verslag ter staving van het vroegtijdig vervangen van de pomp en op voorwaarde dat er is voldaan aan de bepalingen inzake de toegestane waarborgen.
d) Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 683071-683082 of 709096-709100 sluit vanaf de datum van toekenning ervan gedurende een periode van drie jaar een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 683174 - 683185 of 709133-709144 uit en omgekeerd. Een vroegtijdige verzekeringstegemoetkoming binnen een termijn van drie jaar voor de vervanging van een programmeerbare pomp (683071-683082 of 709096-709100) door een pomp met constant debiet (683174 - 683185 of 709133-709144), en omgekeerd, kan echter door de adviserend geneesheer worden toegestaan op basis van een omstandig medisch verslag ter staving van het vroegtijdig vervangen en op voorwaarde dat er is voldaan aan de bepalingen inzake de toegestane waarborgen.
e) Voor de katheter gebruikt voor de proefstimulatie in het kader van indicaties beschreven onder punt a) en voorzien onder het codenummer 709192-709203 mag een verzekeringstegemoetkoming worden verleend na notificatie bij de adviserend geneesheer die aan de vergoeding voorafgaat, voor zover :
- de resultaten van de proefstimulatie uitgevoerd gedurende ten minste vijf dagen negatief zijn gebleken;
- en al de andere onder de vorengenoemde punten a), b), c) en d)
vermelde vergoedingscriteria zijn gerealiseerd."
"K.B. 13.6.2010" (in werking 1.8.2010)
"§ 7. De verstrekkingen 683093 - 683104, 683115 - 683126, 683130 -
683141, 683152 - 683163, 709111-709122, 683196 - 683200, 709155-
709166, 715116 - 715120, 715131 - 715142 en 715094 - 715105 worden
onder de volgende voorwaarden vergoed :
1°
De verzekeringstegemoetkoming mag pas worden verleend na de instemming van de adviserend geneesheer voor de indicaties vermeld in 2°, a), 2°, b), 2°, c) en 2°, d).
2°
a) De inplanting van het materieel voorzien onder de nummers 683093 - 683104, 715094 - 715105, 683115 - 683126, 683130 - 683141, 683152 - 683163, 709111-709122, 683196 - 683200, 709155-709166 moet geschieden met het oog op de behandeling, door intracerebrale stimulatie of door stimulatie van het ruggemerg of intrathecale toediening van morfine of van morfinomimetica, van langdurige neurogene pijnsyndromen uitgaande van het centraal zenuwstelsel, van het ruggemerg of van de zenuwwortels of na een traumatisch letsel van een perifere zenuw, die niet gereageerd hebben op de heelkundige en/of farmacotherapeutische behandeling.
b) De inplanting van het materieel voorzien onder de nummers 683093 - 683104, 715094 - 715105, 683115 - 683126 en 683130 - 683141 moet geschieden met het oog op de behandeling van thrombangiitis obliterans waarbij de patiënt in rusttoestand ischemische pijnen heeft en/of beperkte trofische stoornissen vertoont en waarbij er geen indicatie is voor heelkundige of percutane revascularisatie of fibrinolyse.
c) De inplanting van het materieel voorzien onder de nummers 683093 - 683104, 715094 - 715105, 683115 - 683126, 683130 - 683141, 683152 - 683163, 709111-709122, 683196 - 683200, 709155-709166 moet geschieden met het oog op de behandeling van pijn ten gevolge van chronische pancreatitis waarbij de gangbare farmacologische behandeling geen gunstig resultaat opleverde of leidde tot ernstige nevenwerkingen.
d) De implantatie van het materiaal voorzien onder de nummers 715116- 715120 en 715131-715142 moet geschieden met het oog op de behandeling, door stimulatie van het ruggenmerg, van langdurige neurogene pijnsyndromen uitgaande van het centraal zenuwstelsel, van het ruggenmerg of van de zenuwwortels of na een traumatisch letsel van een perifere zenuw, die niet gereageerd hebben op de heelkundige en/of farmacotherapeutische behandeling.
Enkel begunstigden die reeds een neurostimulator kregen ingeplant onder verstrekking 683093-683104 of 715094-715105 en die een « end of life » vervanging nodig hebben binnen twee jaar volgend op de implantatie komen in aanmerking voor een verzekeringstegemoetkoming.
3°
a) De heelkundige ingreep bedoeld in 2° a) en in 2° c) en in 2°, d) moet worden verricht in een ziekenhuis, dat over een neurochirurgische dienst beschikt die effectief werkt onder de leiding van een geneesheer-specialist voor neurochirurgie en een permanente wachtdienst verzekert, waar betrokkene zich op elk moment kan aanbieden voor eventuele problemen met de neurostimulator of pomp.
De heelkundige ingreep bedoeld in 2° b) moet worden verricht in een ziekenhuis dat over een dienst voor heelkunde (gespecialiseerd in de vaatheelkunde) beschikt die effectief werkt onder de leiding van een geneesheer-specialist voor heelkunde die de vaatheelkunde beoefent, en een permanente wachtdienst verzekert waar de betrokkene zich op elk moment kan aanbieden in geval van eventuele problemen met de neurostimulator.
b) De aanvraag om vergoeding van het materieel moet worden ingediend met een omstandig medisch verslag dat is opgemaakt en ondertekend door alle leden van de multidisciplinaire ploeg die verantwoordelijk is voor de inplanting en de behandeling, en die
- voor de inplanting bedoeld in 2° a), bestaat uit een neurochirurg, een neuroloog of een anesthesioloog en een neuropsychiater of een psychiater;
- voor de inplanting bedoeld in 2° b), bestaat uit een vaatchirurg, een internist en de inplanterend geneesheer-specialist;
- voor de inplanting bedoeld in 2° c), bestaat uit een neurochirurg, een internist en een neuropsychiater of een psychiater.
c) Het verslag moet de volgende elementen omvatten : 1.
de anamnese met vermelding van de reeds toegepaste behandelingen die
zonder resultaat zijn gebleven.
2.
- een diagnose, de aard van de letsels en het irreversibel karakter ervan voor de inplanting bedoeld in 2° a);
- de diagnose waarin is vermeld dat het wel degelijk om een thrombangiitis obliterans gaat voor de inplanting bedoeld in 2° b);
- de diagnose waarin is vermeld dat het weldegelijk om pijn als gevolg van chronische pancreatitis gaat voor de inplanting bedoeld in 2°, c);
3.
- de indicatie en de multidisciplinaire evaluatie met een psychologische en/of psychiatrische balans, uitgevoerd vóór de proeftherapie voor de inplanting bedoeld in 2° a) en 2° c).
- de indicatie en de multidisciplinaire evaluatie alsook de resultaten van verschillende tests waaronder de doppler voor de inplanting bedoeld in 2° b);
4.
- de resultaten van een proeftherapie (voor de inplanting bedoeld in 2° a) en in 2° c) is dit stimulatie op het niveau van de hersenen of van het ruggemerg of intrathecale toediening van morfine of van morfinomimetica), uitgevoerd gedurende een tijdvak van ten minste vier weken, waarvan ten minste twee extra-muros bij de patiënt thuis.
- de evaluatie van die proeftherapie moet geschieden volgens gestandaardiseerde criteria en wordt beoordeeld in functie van de volgende elementen :
a) pijn;
b) medicatie;
c) activiteiten van het dagelijks leven;
d) levenskwaliteit.
De evaluatie moet tweemaal worden uitgevoerd met opgave van de data, een eerste maal vóór de proefstimulatie en een tweede maal op het einde van de 4de week.
De proefstimulatie kan als positief worden beschouwd wanneer gelijktijdig de volgende voorwaarden zijn vervuld :
- pijnvermindering van ten minste 50 %;
- duidelijke vermindering van de medicatie (reductie van de doses, terugvallen op een medicatie van het type mineure analgetica of wegvallen van de medicatie);
- significante verbetering van de scores voor « activiteiten van het dagelijks leven » en « levenskwaliteit »;
- vergroting van de loopperimeter (enkel voor de inplanting bedoeld in 2°
b);
- verbetering en eventueel genezing van de trofische stoornissen (enkel voor de inplanting bedoeld in 2° b).
Daartoe kan een formulier worden opgemaakt door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering op voorstel van het College van geneesheren-directeurs.
d) De aanvraag tot terugbetaling van het materiaal gebruikt voor de implantatie vermeld in 2°, d), moet worden geïntroduceerd aan de hand van een formulier, opgesteld door het Verzekeringscomité op voorstel van de Technische Raad voor Implantaten, ondertekend door alle leden van het multidisciplinaire team verantwoordelijk voor de implantatie en behandeling, en dat is samengesteld uit een neurochirurg, een neuroloog of een anesthesist en een neuropsychiater of psychiater. De documenten waaruit blijkt dat aan bovenvermelde indicatie wordt voldaan, moeten bewaard worden in een dossier, dat steeds kan worden opgevraagd door de adviserend geneesheer.
4°
De algemene toestand van de patiënt mag geen contra-indicatie zijn voor de inplanting en evenmin voor een duurzaam gebruik.
5°
Voor de elektrode die voor de proefstimulatie in het kader van indicaties beschreven onder 2°, a), b), c) of d) wordt gebruikt en waarin is voorzien onder codenummer 683130 - 683141 mag een verzekeringstegemoetkoming worden verleend na notificatie bij de adviserend geneesheer die aan de vergoeding voorafgaat, voor zover :
- de resultaten van de proefstimulatie uitgevoerd gedurende ten minste 4 weken negatief zijn gebleken;
- en al de andere onder de vorengenoemde punten 2° en 3° vermelde vergoedingscriteria zijn gerealiseerd.
e) Voor de katheter gebruikt voor de proefstimulatie in het kader van indicaties beschreven onder punt a) en voorzien onder het codenummer 709192-709203 mag een verzekeringstegemoetkoming worden verleend na notificatie bij de adviserend geneesheer die aan de vergoeding voorafgaat, voor zover :
- de resultaten van de proefstimulatie uitgevoerd gedurende ten minste vier weken negatief zijn gebleken;
- en al de andere onder de vorengenoemde punten a), b), c) en d)
vermelde vergoedingscriteria zijn gerealiseerd.
6°
Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 683093-683104, 715094-715105, 715116-715120 of 715131-715142 sluit vanaf de datum van toekenning ervan gedurende een periode van zes maanden een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 683152 - 683163 of 683196 - 683200 uit en omgekeerd. Die regel geldt niet voor de vervanging van een in die verstrekkingen bedoeld apparaat.
Die regel is eveneens van toepassing wanneer voor de morfinepomp een verzekeringstegemoetkoming is verleend in het raam van artikel 25 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.
7°
Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 709111-709122 of 709155-709166 mag pas worden verleend na een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf datum van inplanting van de verstrekking 683152-683163 of 683196-683200 en overeenkomstig de bepalingen opgenomen onder punt 1° tot 6 °.
8°
Een tegemoetkoming voor de verstrekking 709111-709122 of 709155- 709166 voor een vroegtijdige vervanging, namelijk vóór de termijn van 3 jaar overgenomen in punt 7°, kan door de adviserend geneesheer worden toegestaan op basis van een omstandig medisch verslag ter staving van het vroegtijdig vervangen van de pomp en op voorwaarde dat er is voldaan aan de bepalingen inzake de toegestane waarborgen.
9°
Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 683152 - 683163 of 709111-709122 sluit gedurende een periode van drie jaar een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 683196 - 683200 of 709155-709166 uit en omgekeerd.
Een vroegtijdige verzekeringstegemoetkoming binnen de termijn van drie jaar voor de vervanging van een programmeerbare pomp (683152 - 683163 of 709111-709122) door een pomp met constant debiet (683196 - 683200 of 709155-709166), en omgekeerd, kan echter door de adviserend geneesheer worden toegestaan op basis van een omstandig medisch verslag ter staving van het vroegtijdig vervangen en op voorwaarde dat er is voldaan aan de bepalingen inzake de toegestane waarborgen.
10°
De verstrekking 715116-715120 kan slechts eenmaal vergoed worden.
11°
Om te kunnen worden opgenomen op de lijst van vergoedbare producten voor de verstrekkingen 715116-715120 en 715131-715142, moet een garantie van negen jaar worden gegeven voor de heroplaadbare neurostimulatoren : een volledige garantie voor de eerste vijf jaar en voor de volgende vier jaar een garantie pro rata. Voor de lader is een volledige garantie van negen jaar vereist.
12°
Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen 715116-715120 en 715131-715142, sluit gedurende een periode van negen jaar een verzekeringstegemoetkoming uit voor de verstrekkingen 683093-683104, 715094-715105 en 715131-715142.
13°
Een vroegtijdige verzekeringstegemoetkoming, tijdens de periode van negen jaar, voor de vervanging van een heroplaadbare neurostimulator (715153-715164), kan worden toegestaan door de adviserend geneesheer op basis van een gedetailleerd medisch verslag dat de vroegtijdige vervanging rechtvaardigt en op voorwaarde dat werd voldaan aan de bepalingen met betrekking tot de overeenstemmende garantie."
"K.B. 10.2.2006" (in werking 1.4.2006)
"§ 7bis De verstrekkingen 695634-695645, 695656-695660, 695671-
695682, 695693-695704, 695715-695726 en 695730-695741 komen
slechts in aanmerking voor terugbetaling van de verzekering naar aanleiding van één van de volgende indicaties :
- patiënt met complicaties te wijten aan drainage (over-drainage) : "slit-ventricule syndrome" aangetoond door CT;
- patiënt met pseudo-tumor cerebri;
- patiënt met normo-tensive hydrocefalie;
- zuigeling;
- patiënt met niet-tumorale cerebrale kystes;
- vervanging van een regelbare klep die vroeger terugbetaald werd op basis van dezelfde criteria.
De documenten, waaruit blijkt dat voldaan is aan één van hogervermelde indicaties, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en kunnen steeds worden opgevraagd door de adviserend-geneesheer. "
"K.B. 3.7.2012" (in werking 12.7.2012)
"§ 7quater. Toepassingsregel met betrekking tot schedelbeenprothesen op maat (verstrekking 703754-703765)
1) Betreffende de verstrekking :
De verstrekking dekt het geheel van het fabrikatieproces van het implantaat (scan,...) evenals het geheel van accessoires met inbegrip van de accessoires voor fixatie (platen, vijzen, cement, lijm...).
2) Betreffende de indicaties
De verstrekking 703754-703765 kan enkel in de volgende indicaties aangerekend worden :
— Hetzij het bottekort dat door middel van het implantaat moet worden opgevuld groter is dan 35 cm2;
— Hetzij de grootste diameter van het bottekort dat moet worden opgevuld groter is dan of gelijk aan 10 cm.
Die grootste diameter kan tot 5 cm worden verkleind als het op te vullen bottekort zich ter hoogte van het gezicht voordoet of als de patiënt nog niet volgroeid is.
3) Betreffende de terugbetalingsmodaliteiten
De verstrekking 703754-703765 wordt enkel terugbetaald na voorafgaande goedkeuring van de adviserend geneesheer op basis van een omstandig medisch verslag ingediend door de geneesheer-specialist (aangevuld met elk protocol van het medisch-technisch onderzoek dat noodzakelijk is om aan te tonen welk oppervlak opgevuld moet worden). Dit verslag laat de adviserend geneesheer toe te oordelen of de aanvraag aan de indicaties opgenomen in deze paragraaf beantwoordt, ook wat het botoppervlak betreft."
"K.B. 9.12.2009" (in werking 1.2.2010)
"§ 8. Voor cochleaire implantaten"
"K.B. 20.7.2012" (in werking 1.10.2012)
"A) De aanvraag tot verzekeringstegemoetkoming moet worden ingewilligd door het College van geneesheren-directeurs op basis van een medisch verslag ingediend en ondertekend door de implanterende arts en moet de volgende elementen bevatten :
1° 1) Rechthebbende met bilateraal gehoorverlies
Voor de verstrekkingen 703813-703824 en 703835-703846
Het bestaan van een gehoorverlies ter hoogte van het beste oor, waarbij aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan :
— de gemiddelde luchtgeleidingsdrempel bij tonale en/of gedrags- audiometrie onder koptelefoon op de frequenties 500, 1000 en 2000 Hz bedraagt minstens 85 dB HL (hearing level). Bij afwezigheid van gehoor op één of meerdere frequenties dient 120 dB HL gebruikt te worden voor de berekening.
— een BERA-onderzoek (brainstem evoked response audiometry) wijst op een drempel van piek V hoger of gelijk aan 90 dB nHL (normal hearing level).
— gepaste gehoorapparaten of toonversterkers laten geen functioneel gehoor toe bij personen met postlinguale doofheid.
Bij een niet functioneel gehoor moet via spraakaudiometrie in vrij veld op basis van monosyllabische lijsten (type CVC (consonant vowel consonant) en zowel voor Nederlands-, Frans- als Duitstaligen) een foneemscore bij 70 dB SPL (sound pressure level) worden geëvalueerd die lager is dan of gelijk is aan 30 %.
Indien dit onderzoek niet uitvoerbaar is, bijvoorbeeld door de jonge leeftijd van het kind of door mentale retardatie (die op zich geen contra-indicatie zijn voor de implantatie van een cochleair implantaat), moet de reden daarvan expliciet vermeld worden.
Voor de verstrekkingen 703850-703861 en 703872-703883"
"K.B. 20.7.2012" (in werking 1.10.2012) + "K.B. 20.9.2012" (in werking 28.9.2012)
"De aanvraag tot verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 703850-703861 of 703872-703883 moet worden ingewilligd door het College van geneesheren-directeurs voor rechthebbenden die al een gunstig advies gekregen hebben voor een eerste gehoortoestel beschreven onder de verstrekking 683690-683701, 703813-703824 of 703835-703846 De aanvraag om verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 703850-703861 of 703872-703883 kan slechts bij kinderen voor de 12e verjaardag of voor de 18de verjaardag bij kinderen die lijden aan dreigende bilaterale ossificatie."
"K.B. 20.7.2012" (in werking 1.10.2012)
"2) Rechthebbende met een evolutieve neuropathie voor de verstrekkingen 703813-703824, 703835-703846 en 703850-703861
en 703872-703883
Het bestaan van een discrepantie tussen de drempels van de tonale en/of gedragsaudiometrie en de spraakaudiometrie, waarbij aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan :
— aanwezigheid van elektrofysiologische tekens van auditieve neuropathie bij het opnemen van auditieve hersenstam geëvokeerde potentialen : gedesynchroniseerde geëvokeerde potentialen bij een onderzoek bij 90dB nHL (normal hearing level) en/of abnormale cochleaire microfoonpotentialen.
— gepaste gehoorapparaten of toonversterkers laten geen functioneel gehoor toe bij personen met postlinguale doofheid.
— bij spraakaudiometrie in vrij veld op basis van monosyllabische lijsten (type CVC (consonant vowel consonant) en zowel voor Nederlands-, Frans- als Duitstaligen) wordt een foneemscore bij 70 dB SPL (sound pressure level) genoteerd die lager is dan of gelijk is aan 30 %.
Bij jongere kinderen bij wie nog geen spraakaudiometrie kan worden afgenomen kan de indicatie gesteld worden op basis van de elektrofysiologische testen die indicatief voor auditieve neuropathie zijn.
De verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 703813-703824, 703835-703846, 703850-703861 of 703872-703883 is slechts mogelijk bij kinderen ouder dan twaalf maanden bij wie implantatie voor de 18e verjaardag is gebeurd.
2° De resultaten van een spraakaudiometrisch onderzoek met en zonder hoorapparaat.
Indien dit onderzoek niet uitvoerbaar is, bijvoorbeeld door de jonge leeftijd van het kind of door mentale retardatie (die op zich geen contra-indicatie is voor de implantatie van een cochleair implantaat), moet de reden daarvan expliciet vermeld worden.
De resultaten van het op proef stellen van een gehoorsamplificatie hoeven niet toegevoegd te worden wanneer een factor de implantatie dringend maakt, met name risico op fibrose of ossificatie van de cochlea na meningitis of andere oorzaken die te motiveren zijn.
Bij mentale retardatie, psychologische of psychiatrische problematiek, zowel bij kinderen als volwassenen, dient er een psychologisch advies bij de aanvraag te worden toegevoegd waarbij specifiek de familiale context alsook de re-educatie van de rechthebbende wordt aangetoond.
Het College van geneesheren-directeurs kan steeds bijkomende verslagen vragen.
3° De algemene toestand van de patiënt mag geen contra-indicatie zijn voor de implantatie van het toestel en zijn efficiënt gebruik.
4° Een voorstel van reëducatieprogramma voor de patiënt met vermelding van het centrum. Na de implantatie moet er minstens een langdurige logopedische opvolging plaats hebben (ongeacht mono- of multidisciplinaire logopedie) om een efficiënte gehoorscodering te ontwikkelen. De verantwoordelijke voor de reëducatie moet nominatief vermeld worden.
Wat kinderen met een implantaat betreft, moet de opvolging tot hun achttiende verjaardag gesuperviseerd worden door een implanterend centrum met een gespecialiseerde dienst neus-keel en oorziekten of een centrum voor functionele gehoor- en spraakrevalidatie, beschikkend over een multidisciplinaire ploeg met minstens een voltijdse logopedist(e), een voltijdse audicien-audioloog en een voltijdse NKO-arts.
Voor patiënten die sequentieel een bilaterale implantatie krijgen met een tijdspanne groter dan zes maanden moet aangetoond worden dat zij intensief en met succes een reëducatieprogramma volgen of gevolgd hebben.
B) 1. De aanvraag met indicatiestelling dient uit te gaan van een implanterend arts die zijn indicatiestelling mede kan baseren op gegevens van een centrum met een gespecialiseerde dienst voor neus-, keel- en oorziekten, beschikkend over een multidisciplinaire ploeg met minstens een voltijdse logopedist, een voltijdse audicien-audioloog en een voltijdse NKOarts.
2. De implantatie dient te worden uitgevoerd in een verplegingsinstelling met een in deze materie gespecialiseerde dienst voor neus-keel en oorziekten, beschikkend over een multidisciplinaire ploeg met minstens een voltijdse logopedist, een voltijdse audicien-audioloog en een voltijdse aan het centrum gebonden NKO-arts die de implantatie verricht.
3. Het aanpassen en de opvolging van het implantaat moeten uitgevoerd worden in een implanterend centrum en/of een centrum beschikkend over een multidisciplinaire ploeg met minstens een voltijdse logopedist, een voltijdse audicien-audioloog en een voltijdse NKO arts.
De diensten vermeld onder 1, 2 en 3 moeten een continue bijstand kunnen garanderen.
C) De aanvraag om verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 703813-703824, 703835-703846, 703850-703861 of 703872-703883 wordt samen met het medisch verslag en met vermelding van het type toestel (identificatiecode) via de verzekeringsinstelling van de rechthebbende overgemaakt aan het College van geneesheren- directeurs.
Een uitzonderlijke spoedprocedure van aanvraag tot verzekeringstegemoetkoming vóór implantatie is toegestaan bij vaststelling van een aantoonbare fibrose van het slakkenhuis na meningitis als voorloper van ossificatie of andere te motiveren uitzonderlijke aandoeningen.
In bovengenoemd geval wordt de aanvraag om verzekeringstegemoetkoming, samen met het medisch verslag en met vermelding van het type toestel (identificatiecode), rechtstreeks naar het College van geneesheren-directeurs verzonden met kopie naar het ziekenfonds van de rechthebbende.
Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de producten die op de lijst betreffende de verstrekkingen 703813-703824, 703835-703846, 703850-703861 en 703872-703883 staan, dekt alle samenstellende elementen van het implantaat.
De beslissing van het College wordt terzelfdertijd aan de verzekeringsinstelling, de ziekenhuisapotheker en aan de implanterende arts meegedeeld.
D) De aanvraag om verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 683211-683222 of 691913-691924 wordt samen met vermelding van het type toestel (identificatiecode) via de verzekeringsinstelling van de rechthebbende overgemaakt aan het College van geneesheren- directeurs.
De verstrekking 683211-683222 kan slechts tien jaar na de verstrekking 683690-683701 of 703813-703824 of 703835-703846 worden toegestaan en kan slechts eenmaal per periode van tien jaar worden aangerekend.
De verstrekking 691913-691924 kan slechts tien jaar na de verstrekking 691891-691902 of 685333-685344 of 703850-703861 of 703872-703883
worden toegestaan en kan slechts eenmaal per periode van tien jaar worden aangerekend.
Een uitzonderlijke toestemming voor de voortijdige vervanging van de geïmplanteerde elementen kan door het College van geneesheren- directeurs om dringende redenen worden verleend op basis van een gemotiveerd medisch verslag en op voorwaarde dat werd voldaan aan de bepalingen met betrekking tot de overeenstemmende garantie.
De beslissing van het College wordt terzelfdertijd aan de verzekeringsinstelling, de ziekenhuisapotheker en aan de implanterende arts meegedeeld.
E) De aanvraag van tussenkomst van de verzekering voor de verstrekking 703894-703905 of 703916-703920 of 703931-703942 of 703953-703964 moet goedgekeurd worden door de adviserend-geneesheer van de verzekeringsinstelling op basis van een gemotiveerd verslag.
De terugbetaling van de verstrekking 703894-703905 of 703916-703920 mag enkel toegekend worden :
— minimum vijf jaar na de verstrekking 683690-683701 of 703813-703824 of 703835-703846 of 683233-683244 of 703894-703905 of 703916-703920
bij de rechthebbenden vanaf hun achtste verjaardag;
— minimum drie jaar na de verstrekking 683690-683701 of 703813-703824 of 703835-703846 of 683233-683244 of 703894-703905 of 703916-703920
bij de rechthebbenden vóór de leeftijd van acht jaar.
De terugbetaling van de verstrekking 703931-703942 of 703953-703964 mag enkel toegekend worden :
— minimum vijf jaar na de verstrekking 691891-691902 of 703850-703861 of 703872-703883 of 685333-685344 of 691935-691946 of 703931-703942
of 703953-703964 bij de rechthebbenden vanaf hun achtste verjaardag;
— minimum drie jaar na de verstrekking 691891-691902 of 703850-703861 of 703872-703883 of 685333-685344 of 691935-691946 of 703931-703942
of 703953-703964 bij de rechthebbenden vóór de leeftijd van acht jaar.
Een uitzonderlijke toestemming voor de voortijdige vervanging van de spraakprocessor kan door het College van geneesheren-directeurs om dringende redenen worden verleend op basis van een gemotiveerd medisch verslag. De beslissing van het College wordt terzelfdertijd aan de verzekeringsinstelling, de ziekenhuisapotheker en aan de implanterende arts meegedeeld.
Bij bilaterale implantatie gelden de regels per oor.
F) De Technische Raad voor Implantaten kan een model van aanvraag opstellen. Dit document wordt goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging na advies van het College van geneesheren-directeurs.
G) De implanterende centra verbinden zich ertoe om op verzoek van het College van geneesheren-directeurs hun resultaten voor te stellen. De aard van de voor te stellen resultaten wordt door het College van geneesheren- directeurs vastgesteld, na advies van de Technische Raad voor Implantaten.
H) De regels onder D) en E) gelden voor alle geïmplanteerde toestellen die beantwoorden aan de criteria en die al dan niet terugbetaald geweest zijn door de verplichte verzekering. Voor de toestellen die niet door de verplichte verzekering werden terugbetaald, moeten de documenten van de eerste implantatie waaruit blijkt dat deze implantatie aan de criteria van terugbetaling voldeed, worden voorgelegd.
I) De gehoortoestellen opgenomen in de lijsten van de voor verzekeringstegemoetkoming aangenomen producten moeten aan de volgende garantievoorwaarden beantwoorden :
- Tien jaar volledige garantie aan 100 % voor de te implanteren delen
- Drie jaar volledige garantie aan 100 % voor de voor het belangrijkste deel van het niet te implanteren deel (processor en batterijhouder) voor rechthebbenden van minder dan 8 jaar.
- Vijf jaar volledige garantie aan 100 % voor de voor het belangrijkste deel van het niet te implanteren deel (processor en batterijhouder) voor rechthebbenden vanaf hun 8e verjaardag.
De kits moeten minstens naast het volledig gehoortoestel of het niet te implanteren deel, 1 extra oplaadbare batterij, 1 lader voor een heroplaadbare batterij, 2 antennes (of 2 coils en 2 magneten), 5 kabels en 12 oorhaken of haakjes of snugfits of gevormde gehoorstukjes voor de kits voor de rechthebbende van minder dan 8 jaar en 1 extra oplaadbare batterij, 1 lader voor een heroplaadbare batterij, 3 antennes (of 3 coils en 3 magneten), 7 kabels en 12 oorhaken of haakjes of snugfits of gevormde gehoorstukjes bevatten voor de kits voor de rechthebbenden vanaf hun 8e verjaardag."
"K.B. 18.1.1999" (in werking 1.4.1999) + "K.B.13.1.2003" (in werking 1.3.2003) + "K.B. 17.8.2007" (in werking 1.10.2007) + "K.B. 9.12.2008" (in werking 1.2.2009) +
"K.B. 19.1.2010" (in werking 1.5.2010)
"§ 8bis. De verstrekkingen 685554-685565, 685591-685602, 685613-
685624, 685635-685646, 680912-680923, 680934-680945, 687772-
687783 en 687794-687805 dienen te worden voorgeschreven door een geneesheer-specialist in de algemene chirurgie, stomatologie of otorinolaryngologie.
De verstrekkingen 685554 - 685565 en 685591 - 685602 kunnen maximaal vijfmaal per kalenderjaar door de verzekeringsinstelling worden vergoed.
De dotatie voor de verstrekking 685635 - 685646 is 90 filters en mag maximaal vijfmaal per kalenderjaar worden vergoed.
De verstrekking 685613 - 685624 mag slechts vijfmaal per kalenderjaar worden vergoed.
Over een periode van vijf jaar kunnen de verstrekkingen 680912-680923 en 680934-680945 slechts eenmaal door de verzekeringsinstelling worden vergoed.
De dotatie voor de verstrekking 687772 - 687783 is één verpakking bestaande uit drie filters en 100 kleefstrips en mag maximaal vijfmaal per kalenderjaar worden vergoed.
De verstrekking 687794 - 687805 kan slechts tweemaal per kalenderjaar worden vergoed.
De adviserend geneesheer heeft de bevoegdheid een akkoord te verlenen aan die gevallen die afwijken van het vastgestelde quota mits voorleggen van een gemotiveerd verslag opgemaakt door een geneesheer-specialist behorend tot de hierboven vermelde categorieën."
"K.B. 15.10.2001" (in werking 1.1.2002)
"§ 8ter. De verstrekkingen 685952 - 685963 en 685974 - 685985 kunnen enkel worden vergoed naar aanleiding van de chirurgische prestatie voor het plaatsen van osteo-geïntegreerde implantaten voor de fixatie van een bone anchored hearing aid (BAHA). Het gehoortoestel met spraakprocessor wordt vergoed via artikel 31 van deze nomenclatuur.
De verstrekkingen 685451 - 685462, 685473 - 685484 en 685495 - 685506
zijn enkel vergoedbaar naar aanleiding van de prestatie 251694 - 251705 met het oog op de plaatsing van een uitwendige gelaatsprothese (verankerbare epithese)."
"K.B 16.3.2006" (in werking 1.6.2006)
"§ 9. Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 684036- 684040 wordt toegestaan indien :
— de urine-incontinenties die voortvloeien uit een sfincterinsufficiëntiegeobjectiveerd is door een urodynamisch onderzoek. Dit urodynamisch onderzoek omvat ten minste een urethrocystometrie en een momentopname van de mictie met gelijktijdige E.M.G. van de sfincter;
— het gaat om een incontinentie die ten minste één jaar duurt en weerstand biedt aan de klassieke behandeling met inbegrip van speciale bekkenbodemrevalidatie onder leiding van een geneesheer-specialist voor fysische geneeskunde en revalidatie;
— het gaat om patiënten wier behendigheid, geestesniveau en motivering een doeltreffend gebruik van de apparatuur mogelijk maken;
— de algemene toestand van de patiënt geen contra-indicatie is voor het inplanten en het duurzaam gebruik van het toestel.
Er is geen verzekeringstegemoetkoming voor de verzekerden met :
— een ernstige hyperreflexie die farmacologisch niet kan worden beheerst;
— een organische microblaas;
— een urinaire infectie die niet kan worden beheerst;
— lithiasis in de onderste urinewegen;
— een ernstige vesico-ureterale reflux;
— een obstructie van de lage urinewegen.
De documenten, waaruit blijkt dat voldaan is aan de vier hogervermelde voorwaarden, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en moeten naar de adviserend geneesheer verstuurd worden indien die daarnaar vraagt."
"K.B 13.1.2006" (in werking 1.3.2006)
"§ 10. Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 684073- 684084 wordt pas toegestaan bij één van de volgende aandoeningen :
— vasculaire aandoening, resistent aan medicamenteuze en/of chirurgische therapie;
— neurologische aandoening met inbegrip van traumatische of diabetische letsels;
— na phalloplastie bij genderdysforie.
De documenten, waaruit blijkt dat voldaan is aan één van hogervermelde aandoeningen, zijn steeds in het dossier aanwezig en worden naar de adviserend geneesheer verstuurd indien hij dit vraagt."
"K.B. 21.1.2002" (in werking 1.3.2002)
"§ 10bis. De verstrekking 684154 - 684165 wordt enkel vergoed na voorafgaande goedkeuring door de adviserend geneesheer op basis van een omstandig verslag opgemaakt door de uroloog die de inplanting verricht".
"K.B 16.3.2006" (in werking 1.6.2006) + "K.B 13.7.2011" (in werking 1.10.2011)
"§ 10ter.
1° De verstrekkingen 613056-613060, 613071-613082, | 613093-613104, | ||
613115-613126, | 613174-613185, | 614493-614504, | 614515-614526, |
614530-614541, | 614552-614563, | 614574-614585, | 614596-614600, |
614611-614622, 614633-614644 en 614655-614666 kunnen enkel worden vergoed na akkoord van het College van geneesheren-directeurs voorafgaand aan de implantatie. Hiertoe wint het College voor elk individueel dossier advies in bij de Technische Raad voor Implantaten.
Via de verzekeringsinstelling van de rechthebbende wordt de aanvraag om verzekeringstegemoetkoming aan het College van geneesheren-directeurs overgemaakt.
De aanvraag omvat een beschrijving van de aard, het merk en het type van het toestel; zij is vergezeld van een omstandig medisch rapport waarin wordt aangetoond dat alle andere mogelijke therapieën voor behandeling van fecale incontinentie (dieet, medicatie, lavementen en bio-feedback training, restauratieve heelkundige ingreep...) werden uitgeprobeerd en faalden.
In hetzelfde medisch verslag moeten ook de uitslagen vermeld staan van de anorectale drukmeting, RX tijdens het persen, en de echo-endoscopie.
De beslissing van het College wordt terzelfdertijd aan de verzekeringsinstelling, de aanvragende chirurg en de ziekenhuisapotheker meegedeeld.
Het model van de aanvraag wordt bepaald door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Belgische Sectie voor Colorectale Heelkunde van de Koninklijk Belgisch Genootschap voor Heelkunde en na advies van de Technische Raad voor Implantaten.
De Technische Raad voor implantaten kan ten allen tijde aan de Belgische Sectie voor Colorectale Heelkunde van de Koninklijk Belgisch Genootschap voor Heelkunde een evaluatie met verslag vragen.
De aard van de gevraagde evaluatie wordt door de Technische Raad voor Implantaten vastgesteld."
"K.B 16.3.2006" (in werking 1.6.2006)
"2° Indicaties (inclusiecriteria) voor de artificiële anale sfincter, de dynamische graciloplastie of de sacrale zenuwstimulatie :
a) Fecale incontinentie zoals gedocumenteerd door middel van een dagboek (een gemiddelde van 2 incontinentie episodes/week) sedert meer dan 3 maanden (uitgezonderd in geval van perineale reconstructie na abdomino-perineale amputatie van het rectum);
b) Geen andere heelkundige reconstructie mogelijk;
c) Onvoldoende effect (falen) van de medische behandeling;
d) Onvoldoende effect van biofeedback therapie;
e) Geen uitwendige rectumprolaps;
f) Geen chronische aandoening van het darmstelsel zoals IBD (inflammatoire darmziekte);
g) Geen chronische diarree (als diarrhee de belangrijkste oorzaak van de incontinentie is);
h) Geen definitieve stoma;
i) Geen anatomische contra-indicaties voor het plaatsen van een electrode of een prothese;
j) Geen bloedingsziekte;
k) Geen psychiatrische aandoening of fysische handicap die het adequate gebruik van een implant zou verhinderen.
3° Contra-indicaties (exclusiecriteria) voor sacrale zenuwstimulatie :
a) Xxxx contra-indicatie van sacrale neuromodulatie voor (begeleidende) urinaire aandoeningen;
b) Aangeboren anorectale misvormingen;
c) Afwezigheid van een circumferentieel intacte uitwendige sfincter al dan niet na vroeger heelkundig herstel (beperkte defecten zijn geen contra- indicatie);
d) Tijdens de zwangerschap;
e) Progressieve zenuwziekten.
4° Contra-indicaties (exclusiecriteria) voor artificiële anale sfincter en dynamische graciloplastie :
a) Tijdens de zwangerschap;
b) Progressieve zenuwziekten."
"K.B. 3.8.2007" (in werking 1.11.2007)
"§ 10quater
Toepassingregels betreffende de neurostimulatoren, elektroden en toebehoren bij dysfunctie van de lage urinewegen (verstrekkingen 697675-697686, 697690-697701, 697712-697723, 697734-697745,
697756-697760, 697771-697782, 697793-697804 en 697815-697826)
1° Betreffende de implanterende dienst
De geneesheer-specialisten aan wie een neurostimulator voor de behandeling van patiënten met chronische plasdysfunctie ter beschikking kan gesteld worden, zijn urologen die werken in een dienst die dagdagelijks ervaring heeft met urodynamica en die beschikt over een registratietoestel met 5 kanalen, die simultane meting van de detrusordruk, van de intraabdominale druk (+ subtractie) en van het urinedebiet toelaat.
Ze moeten eveneens beschikken over een simultane registratie van de elektrofysiologische activiteit van de externe sfincter of van de bekkenbodem.
De Dienst « urologie » moet over deskundigheid inzake neurofysiologisch onderzoek van de nervus pudendus en de bekkenbodemreflexen beschikken.
Het team moet de nodige vorming hebben gekregen, t.t.z. minstens een workshop over de behandelingstechniek « neurostimulatie van de lage urinewegen » bijgewoond hebben en moet eveneens 2 proefstimulaties en
2 implantaties uitgevoerd hebben onder supervisie van een arts, die minstens 15 implantaties heeft uitgevoerd.
Elk team certificeert aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging aan de hand van een formulier dat voornoemde bepalingen gerespecteerd zijn.
Op basis van dit formulier stelt het Verzekeringscomité op voorstel van de Technische Raad voor Implantaten een lijst op van de verpleeginrichtingen, die bewijzen aan de hiervoor bedoelde voorwaarden te beantwoorden.
2° Inclusiecriteria
a) Patiënten met drangincontinentie, resistent aan conventionele niet- heelkundige behandelingen (namelijk blaasrevalidatie, farmacotherapie) waarbij stressincontinentie uitgesloten wordt. Deze groep bestaat uit patiënten met incontinentie te wijten aan een hypercontractiele detrusor en patiënten met drangincontinentie zonder aantoonbare onstabiele detrusorcontracties;
b) Patiënten met mictiestoornissen gekarakteriseerd door incontinentie, discontinue mictie of secundaire retentie te wijten aan een acontractiele of hypocontractiele detrusor of urethrale sfincter-overactiviteit na mislukking van kinesitherapeutische en farmacologische behandelingen;
c) Patiënten met een overactieve blaas maar zonder urinaire incontinentie resistent aan kinesitherapeutische en farmacologische behandelingen.
De algemene toestand van de patiënt moet de inplanting van de neurostimulator en het duurzaam en optimaal gebruik van het toestel toelaten. Zo moet de levensverwachting van de patiënt ten minste 5 jaar zijn. De patiënt moet zich bovendien autonoom kunnen verplaatsen.
De patiënt moet in staat en bereid zijn om de mictie incontinentielijsten degelijk en volledig in te vullen.
De patiënt moet een adequate blaascapaciteit hebben. De detrusor moet het stockeren van dit volume zonder obstructie van de urethra toelaten.
Patiënt moet ouder zijn dan 16 jaar. Een afwijking van leeftijd kan worden toegestaan door het College van geneesheren-directeurs.
3° Exclusiecriteria
a) Multiple sclerose met Xxxxxxx score > 6;
b) Patiënten die zwanger zijn;
c) Patiënten met anatomische letsels die de implantatie belemmeren zoals letsels van de wervelkolom (tussenwervelschijfhernia), ruggenmergletsels minder dan 6 maanden oud, complicaties met bloedingen, etc;
d) Pelvische pijn van ongekende oorsprong, die niet gepaard gaat met een mictiestoornis;
e) Psychiatrische en psychologische problemen die interfereren met de bediening van het toestel;
f) Patiënten die niet willen of niet in staat zijn follow-up onderzoeken te ondergaan of instructies op te volgen;
g) Mechanische obstructie van de urineweg zoals obstructie door prostaathypertrofie of vernauwing aan urethra;
h) Patiënten met stressincontinentie.
4° Vergoedingsmodaliteiten
a) De verstrekking 697675-697686 kan slechts eenmaal vergoed worden.
b) De volgende documenten, waaruit blijkt dat voldaan is aan de hogervermelde indicaties, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en kunnen steeds worden opgevraagd door de adviserend-geneesheer :
1) medische en heelkundige antecedenten;
2) urologische diagnose;
3) urodynamisch onderzoek;
4) medicamenteuze behandeling en resultaat van de proef neuromodulatie;
5) is de patiënt medicamenteus en kinesitherapeutisch uitbehandeld ?;
6) mictiedagboek : 3 dagen voor en 3 dagen na de proefstimulatie;
7) visuele analogische schaal van de patiënt « tevredenheid » voor en na proef neuromodulatie.
c) Een afwijking van leeftijd kan worden toegestaan door het College van geneesheren-directeurs. Hiertoe wint het College advies in bij de Technische Raad voor Implantaten. Voor deze patiënten moet de geneesheer-specialist voor urologie een voorafgaandelijk akkoord van het College van geneesheren-directeurs inwinnen. Hij stelt het College een volledig medisch dossier met gedetailleerde anamnese ter beschikking."
"K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012)
"§ 10quinquies. Wat de verstrekkingen 702472-702483, 702494-702505, 702516-702520, 702531-702542, 702870-702881, 702553-702564,
702575-702586 en 702892-702903 betreft :
1) Per gebruikt netje kan slechts één van de voornoemde verstrekkingen aangerekend worden.
2) De verstrekkingen 702472-702483 en 702494-702505 moeten beschouwd worden als basisverstrekkingen.
3) Netjes voor herstel van abdominaal wanddefect (exclusief herstel van liesbreuk) ontworpen voor intraperitoneale plaatsing met orgaancontact en voorgevormde netjes voor herstel van abdominaal wanddefect of herstel van liesbreuk hebben slechts recht op een specifieke verzekeringstegemoetkoming indien ze zijn opgenomen op lijsten van aangenomen producten. Die specifieke verzekeringstegemoetkoming wordt geregeld via de verstrekkingen 702516-702520, 702531-702542, 702553-702564 en 702575-702586.
Gedurende de overgangsperiode van anderhalf jaar is een specifieke terugbetaling voor de netjes, die voldoen aan de voorwaarden van 4b), voorzien via de verstrekkingen 702870-702881 en 702892-702903.
4a) Criterium voor inschrijving op de lijst van aangenomen producten voor de verstrekkingen 702516-702520, 702531-702542, 702553-702564 en
702575-702586 :
Netjes voor herstel van abdominaal wanddefect (exclusief herstel van liesbreuk) ontworpen voor intraperitoneale plaatsing met orgaancontact en voorgevormde netjes voor herstel van abdominaal wanddefect of herstel van liesbreuk hebben slechts recht op een specifieke terugbetaling indien uit minstens één prospectieve, al dan niet gerandomiseerde studie met minstens 1 jaar follow-up gepubliceerd in een « peer-reviewed » tijdschrift aangetoond wordt dat het netje op zijn minst evenwaardig is qua veiligheid en effectiviteit (waarbij de recidief ratio na 1 jaar de belangrijkste parameter is) met de gouden standaard.
De gouden standaard voor het herstellen van een ventrale hernia (> 2 cm) of een littekenbreuk is de sublay techniek met een netje zoals voorzien in de verstrekkingen 702472-702483 en 702494-702505. De gouden standaard voor het herstel van een liesbreuk is de Lichtenstein met een netje zoals voorzien in de verstrekkingen 702472-702483 en 702494- 702505 of het laparoscopisch plaatsen van een netje zoals voorzien in de verstrekkingen 702472-702483 en 702494-702505.
4b) Criterium voor inschrijving op de lijst van aangenomen producten voor de verstrekkingen 702870-702881 en 702892-702903 :
Gedurende een overgangsperiode van anderhalf jaar kunnen de netjes, waarvoor het bedrijf uiterlijk 30 dagen na de inwerkingtreding van de nomenclatuur aan de hand van een studieprotocol aantoont dat een studie zoals bedoeld in punt 4a) in uitvoering is, voor een specifieke terugbetaling in aanmerking komen.
De verstrekkingen 702870-702881 en 702892-702903 zijn van toepassing vanaf 1 juli 2012 (datum inwerkingtreding) tot uiterlijk 1,5 jaar na 1 juli
2012."
"K.B. 4.10.2012" (in werking 1.12.2012)
"§ 10sexties. De verstrekkingen 680956-680960 en 680971-680982 zijn onderling niet cumuleerbaar. Per behandeling kan maximum 4 maal de verstrekking 680956-680960 of 680971-680982 worden aangerekend. De behandeling kan slechts éénmaal herhaald worden per patiënt."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010)
"§ 11. Toepassingsregels betreffende de implanteerbare hartstimulators, hun elektroden en implanteerbaar toebehoren.
1. Betreffende de implanterende dienst."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010) + "K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"De verstrekkingen 684530 - 684541, 684375 - 684386 703636-703640,
685731 - 685742, 685753 - 685764, 685775 - 685786 en 685790 - 685801
worden enkel vergoed indien zij zijn verleend in een verpleeginrichting die beschikt en over een dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling en over een dienst voor heelkunde, die respectievelijk als zodanig zijn erkend door de overheid tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en voor zover die verpleeginrichting tevens beschikt over een erkenning voor het zorgprogramma « cardiale pathologie » P.
Elke verpleeginrichting meldt aan de dienst voor geneeskundige verzorging de naam van de geneesheer-specialist in de cardiologie die aangeduid is als verantwoordelijke voor het zorgprogramma P (en zijn plaatsvervanger bij afwezigheid). Per verpleeginrichting kan slechts één geneesheer- specialist in de cardiologie als verantwoordelijke voor het erkend zorgprogramma P worden aangeduid. Indien de verpleeginrichting ook beschikt over het zorgprogramma E is de verantwoordelijke geneesheer- specialist voor het zorgprogramma E, zoals bedoeld in § 11quinquies, eveneens de verantwoordelijke voor het zorgprogramma P."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010)
"De verantwoordelijke voor het zorgprogramma P is medeverantwoordelijk voor de indicatiestelling van alle hartstimulatorimplantaties uitgevoerd in de verpleeginstelling.
De verpleeginrichting engageert zich om haar geneesheren die hartstimulators voorschrijven te doen meewerken aan een intercollegiale toetsing qua indicaties en qua incidentie van bedoelde indicaties en de gebruikte implantaten.
De BeHRA (Belgium Heart Rhythm Association) maakt jaarlijks de resultaten van de peer review, gebaseerd op de verzamelde gegevens, over aan de Technische Raad voor Implantaten. De aard van de resultaten wordt door de Technische Raad voor Implantaten vastgesteld. Bovendien kan een peer review op basis van de verzamelde gegevens door de Technische Raad voor Implantaten gevraagd worden."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010) + "K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"2a. Betreffende de hartstimulators.
De vergoeding van de verstrekkingen vermeld onder de codenummers 684530-684541, 684375-684386 en 703636-703640 kan slechts worden verleend voor hartstimulators die door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Overeenkomstencommissie verstrekkers van implantaten-verzekeringsinstellingen en na advies van de Technische Raad voor Implantaten voor vergoeding zijn aangenomen en voorkomen op de limitatieve lijst van implantaten.
Om te kunnen worden opgenomen op de lijst van vergoedbare producten voor de verstrekkingen 684530-684541, 684375-684386 en 703636- 703640 moet een garantie van zes jaar worden gegeven. Een volledige garantie voor de eerste vier jaar en voor de volgende twee jaar een garantie pro rata."
"K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"2b. Betreffende de elektroden :
De verstrekkingen 685731-685742, 685753-685764, 685775-685786 en
685790-685801 mogen terugbetaald worden als ze niet op hetzelfde moment als de verstrekkingen 684530-684541, 684375-684386 en 684655-684666 aangerekend worden op voorwaarde dat de aangerekende elektrode verbonden is aan een toestel die reeds geplaatst is om zo een functioneel apparaat te bekomen."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010)
"3. Vergoedingsmodaliteiten.
De verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen 684530 - 684541, 684375 - 684386, 685731 - 685742, 685753 - 685764, 685775 - 685786 en
685790 - 685801 mag slechts worden verleend op basis van een gedetailleerd en qua keuze van het type hartstimulator gemotiveerd medisch voorschrift. Bovendien moet bij vervanging van een ingeplante hartstimulator na 6 jaar, het voorschrift ook de reden van vervanging vermelden."
"K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"Voor de implantatie van een hartstimulator in een verpleeginrichting die niet beschikt over een erkenning voor het zorgprogramma E is het advies van een elektrofysioloog van een verpleeginrichting die beschikt over die erkenning vereist, behalve voor :
1° totaal atrioventriculair blok;
2° sinusknoopziekte en/of voorkamerfibrillatie met arresten langer dan 2,5 seconden gepaard gaand met syncopes en/of bradycardie lager dan 30 slagen per minuut."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010) + "K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"Het gestandaardiseerd hartstimulatorregistratie-formulier dient eveneens als medisch voorschrift. Een kopie ervan moet binnen de 90 dagen na implantatie ter kennisgeving aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling bezorgd worden. Het model van dit document wordt goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Technische Raad voor Implantaten."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010)
"Het document moet door twee geneesheren-specialisten in de cardiologie worden ondertekend. Beide geneesheren moeten verbonden zijn aan de dienst cardiologie van de betrokken verpleeginrichting en één van de twee moet de cardioloog verantwoordelijk voor het zorgprogramma P zijn (of zijn plaatsvervanger in geval van afwezigheid).
Het volledig ingevuld gestandaardiseerd registratieformulier wordt door de geneesheer-specialist eveneens bezorgd aan de « BeHRA » voor peer review.
De modaliteiten waarop die gegevens aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling ter kennisgeving worden meegedeeld en aan de BeHRA worden bezorgd, worden opgesteld door de BeHRA, de Technische Raad voor Implantaten en de Dienst voor Geneeskundige Verzorging.
Gegevens over de batterijstatus op het ogenblik van de beslissing van vervanging van een ingeplante hartstimulator na zes jaar, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en worden naar de adviserend geneesheer verstuurd indien hij dit vraagt.
In het medisch dossier van de patiënt wordt een kopie bewaard van het elektrocardiogram dat de indicatie voor de eerste implantatie van een hartstimulator verantwoordt.
De verzekeringsinstellingen zijn ertoe gehouden jaarlijks een volledig overzicht van alle hartstimulators (684530 - 684541 en 684375 - 684386)
en elektroden (685731 - 685742, 685753 - 685764, 685775 - 685786 en
685790 - 685801) met aanduiding van de indicatie, het implantatiecentrum en het merk en type van de vergoede verstrekkingen over te maken aan de Technische Raad voor Implantaten.
4. Looptijd."
"K.B. 3.9.2010" (in werking 1.12.2010) + "K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"4.1. De verstrekking 684375 - 684386 kan pas zes jaar na de verstrekking 684530-684541 of 703636-703640 en slechts één keer over een periode van 6 jaar worden toegestaan.
4.2. In afwijking van de bepalingen opgenomen onder het punt 4.1. kan een voortijdige vernieuwing van de verzekeringstegemoetkoming voor de hartstimulator (verstrekking 703636-703640) worden verleend na akkoord van het College van geneesheren-directeurs op basis van een omstandig verslag waarin de absolute indicatie tot vroegtijdige vervanging wordt opgegeven. De aanvraag tot voortijdige hernieuwing van de genoemde verstrekking wordt via de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling, waarbij de rechthebbende is aangesloten, overgemaakt aan het College van geneesheren-directeurs dat terzake bevoegd is.
Gedurende de garantieperiode en in geval van disfunctie die niet te wijten is aan de pathologie van de patiënt of de evolutie van zijn medische toestand is de explanterend geneesheer verplicht de hartstimulator naar de firma terug te sturen voor analyse van het apparaat en dit binnen de maand na explantatie. De firma is hierdoor verplicht de voorwaarden van de garantie na te leven en een kredietnota af te leveren, ongeacht welke firma de vervangende hartstimulator levert."
"K.B. 25.6.1997" (in werking 1.8.1997)
"§ 11bis. Wat de verstrekking 684736 - 684740 betreft :
1° De hartkleppen zijn onderworpen aan de aannemings- en vergoedingscriteria voor de implantaten van categorie 1.
2° Het volledig ingevuld gestandaardiseerd hartklepregistratieformulier, goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, wordt aan de adviserend geneesheer overgemaakt."
"K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011)
"§ 11ter. Voor de verstrekkingen 687875-687886, 680315-680326 en 680352-680363 moet de tegemoetkoming als een forfaitair bedrag worden beschouwd. Slechts één van de verstrekkingen 687875-687886, 680315- 680326 en 680352-680363 kan vergoed worden per opname.
De verstrekking 680315-680326 is enkel vergoedbaar :
- bij diabetes patiënten of
- bij instent-restenose of
- bij een letsel langer dan 25 mm of
- bij een bloedvat met een diameter kleiner dan 2,75 mm.
De verstrekking 680352-680363 is enkel vergoedbaar indien er minimum 2 coronaire vaten tijdens eenzelfde hospitalisatie behandeld worden; met name : de rechter coronair (vaatcode 1 tem 4) en/of de hoofdstam (vaatcode 5) en/of de linker coronair (vaatcode 6 tem 10) en/of de circumflexa (vaatcode 11 tem 15) en/of saphena of arteriële (mammaria) enten."
"K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011) + "K.B. 31.8.2014" (in werking 25.6.2012)
"De verstrekkingen 687875-687886, 680315-680326 en 680352-680363
worden enkel vergoed in een verpleeginrichting die beschikt over de door de bevoegde overheid verleende erkenning voor de deelprogramma’s B1 en B2 van het zorgprogramma « cardiale pathologie »."
"K.B. 23.12.2010" (in werking 1.4.2011)
"Om in aanmerking te komen voor de terugbetaling van deze verstrekkingen, moet het centrum zich kenbaar maken bij de Dienst voor Geneeskundige verzorging aan de hand van een standaardformulier. Het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging stelt dit formulier op voorstel van de Technische Raad voor Implantaten op.
Het volledig ingevuld gestandaardiseerd registratieformulier (clinical data report) van het dilatatiemateriaal en de coronaire stents wordt door de implanterend geneesheer-specialist aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling ter kennisgeving meegedeeld en aan de « Belgian Working Group on Interventional Cardiology » bezorgd. De modaliteiten waarop dit dient te gebeuren worden door de « Belgian Working Group on Interventional Cardiology », de Technische Raad voor Implantaten en de Dienst voor Geneeskundige Verzorging opgesteld.
Het model van dit formulier wordt goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Technische Raad voor Implantaten.
Een jaarlijkse evaluatie via « peer review » met medewerking van de Belgian Working Group on Interventional Cardiology wordt voorzien met verslag aan de Technische raad voor implantaten en aan de Overeenkomstencommissie verstrekkers van implantaten - verzekeringsinstellingen.
De Dienst voor Geneeskundige Verzorging zal nauwgezet het aantal interventies volgen, in het bijzonder het aantal gevallen van « heringreep » en het registreren van follow-up gegevens.
Een geplande heringreep kan verantwoord zijn in geval van primaire interventie bij het acuut infarct, nierinsufficiëntie (creatinine > 2 mg %), contrast gebruik van > 400 ml.
Voor wat betreft het aanvaardbare percentage « heringreep » worden volgende criteria in acht gehouden (de opvolging gebeurt per centrum) :
- een « heringreep » percentage tot 5 % 1 maand na de oorspronkelijke interventie is aanvaardbaar
- een « heringreep » percentage tot 7 % 2 maanden na de oorspronkelijke interventie is aanvaardbaar
- een « heringreep » percentage tot 8 % 3 maanden na de oorspronkelijke interventie is aanvaardbaar
- een « heringreep » percentage tot 9 % 4 maanden na de oorspronkelijke interventie is aanvaardbaar
- een « heringreep » percentage tot 10 % 6 maanden na de oorspronkelijke interventie is aanvaardbaar
Het nagaan van de vooropgestelde percentages gebeurt vanaf 01/04/2012 over een periode van 1 jaar. Deze opvolging zal voor de periode van 01/04/2011 tot en met 31/03/2012 uitgevoerd worden op de eerste werkdag van de maand.
Driemaandelijks wordt deze opvolging herhaald, waarbij de startdatum voor het bepalen van het jaar/maand alsook de datum waarop die berekening zal worden uitgevoerd met 3 maanden opschuift.
Wanneer de Dienst vaststelt dat een centrum het voorziene aanvaardbare percentage « heringreep » overschrijdt, wordt het centrum daarvan op de hoogte gebracht. Aan het centrum wordt gevraagd om aan de Dienst uitleg te geven over de overschrijding van het aanvaardbare percentage
« heringreep » en dit ten behoeve van de Technische Raad voor Implantaten en het Verzekeringscomité. Het Verzekeringscomité kan op basis van deze uitleg en het advies van de Technische Raad voor Implantaten beslissen dat voor dat centrum het materiaal gebruikt bij
« heringreep » niet meer in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Het centrum en de ziekenhuisapotheker worden hiervan op de hoogte gebracht.
Vanaf dat moment zal er geen tegemoetkoming meer zijn voor het materiaal gebruikt bij « heringreep », tot het ogenblik dat het centrum het percentage niet meer overschrijdt. Het centrum brengt de Dienst daarvan op de hoogte. De Dienst gaat na of het centrum het aanvaardbare percentage « heringreep » niet meer overschrijdt. Indien het centrum het aanvaardbare percentage « heringreep » niet meer overschrijdt, zal het centrum terug in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor het materiaal gebruikt bij « heringreep ». Het Verzekeringscomité wordt daarvan op de hoogte gebracht.
Voor wat betreft het registreren van de follow-up gegevens wordt volgend percentage in acht genomen (de opvolging gebeurt per centrum) :
- een percentage tot 20 % van ontbrekende patiënten 14 maanden na de oorspronkelijke interventie is aanvaardbaar
Indien een centrum het voorziene percentage van 20 % ontbrekende patiënten overschrijdt, kan de Dienst aan het centrum vragen om uitleg te geven over de overschrijding van het percentage « ontbrekende follow-up gegevens » en dit ten behoeve van de Technische Raad voor Implantaten en het Verzekeringscomité."
"K.B. 20.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"§ 11quater. In de omschrijving van verstrekking 685355-685366 dient men onder toebehoren te verstaan: de voerdraden, de introductie huls en het inflatie hulpmiddel.
Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 685355-685366 wordt door het College van geneesheren-directeurs vastgesteld.
Hiertoe wint het College voor elk individueel dossier advies in bij de Technische Raad voor Implantaten.
Via de verzekeringsinstelling van de rechthebbende wordt de aanvraag om verzekeringstegemoetkoming aan het College van geneesheren-directeurs overgemaakt.
De aanvraag omvat een verslag van de geneesheer die de verstrekking 589455-589466 heeft verricht alsmede een gedetailleerde opgave van de gebruikte katheter(s), materiaal en implantaten (type en prijs) gestaafd door facturen van de firma.
De beslissing van het College wordt terzelfder tijd aan de verzekeringsinstelling, de geneesheer en de ziekenhuisapotheker meegedeeld.
Het model van de aanvraag wordt goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Belgische Vereniging voor Pediatrische en Congenitale Cardiologie en na advies van de Technische Raad voor Implantaten.
De verstrekking 685355-685366 wordt enkel vergoed in ziekenhuizen die beschikken over een zorgprogramma « cardiale pathologie » C (congenitale hartafwijkingen bij kinderen) zoals vastgesteld door de overheid tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort."
"K.B. 3.9.2012" (in werking 1.11.2012)
"§ 11quinquies. Toepassingsregels betreffende de resynchronisatie- hartstimulators, hun elektroden en implanteerbaar toebehoren.
1. Betreffende de implanterende dienst :
De verstrekkingen 703651-703662, 703673-703684, 703710-703721,
703732-703743 en 703695-703706 worden enkel vergoed indien zij zijn verleend in een verpleeginrichting die beschikt en over een dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling en over een dienst voor heelkunde, die respectievelijk als zodanig zijn erkend door de overheid tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en voor zover die verpleeginrichting tevens beschikt over een erkenning voor het zorgprogramma « cardiale pathologie » E.
Elke verpleeginrichting meldt aan de dienst voor geneeskundige verzorging de naam van de geneesheer-specialist in de cardiologie (elektrofysioloog) die aangeduid is als verantwoordelijke voor het zorgprogramma E (en zijn plaatsvervanger bij afwezigheid). Per verpleeginrichting kan slechts één geneesheer-specialist in de cardiologie als verantwoordelijke voor het erkend zorgprogramma E worden aangeduid. Deze geneesheer-specialist is tevens de verantwoordelijke voor het zorgprogramma P, zoals bedoeld in § 11, 1.
De verantwoordelijke voor het zorgprogramma E is medeverantwoordelijk voor de indicatiestelling van alle resynchronisatie- hartstimulatorimplantaties uitgevoerd in de verpleeginstelling.
De verpleeginrichting engageert zich om haar geneesheren die resynchronisatie-hartstimulators voorschrijven te doen meewerken aan een intercollegiale toetsing qua indicaties en qua incidentie van bedoelde indicaties en de gebruikte implantaten.
De BeHRA (Belgium Heart Rhythm Association) maakt jaarlijks de resultaten van de peer review, gebaseerd op de verzamelde gegevens, over aan de Technische Raad voor Implantaten. De aard van de resultaten wordt door de Technische Raad voor Implantaten vastgesteld. Bovendien kan een peer review op basis van de verzamelde gegevens door de Technische Raad voor Implantaten gevraagd worden.
2a. Betreffende de resynchronisatie-hartstimulator :
De vergoeding van de verstrekkingen 703651-703662, 703673-703684 en 703695-703706 kan slechts worden verleend voor resynchronisatie- hartstimulators die door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Overeenkomstencommissie verstrekkers van implantaten-verzekeringsinstellingen en na advies van de Technische Raad voor Implantaten voor vergoeding zijn aangenomen en voorkomen op de limitatieve lijst van implantaten.
Om te kunnen worden opgenomen op de lijst van vergoedbare producten voor de verstrekkingen 703651-703662, 703673-703684 en 703695- 703706 moet een garantie van vier jaar worden gegeven. Een volledige garantie voor de eerste drie jaar en voor het volgende jaar een garantie pro rata.
2b. Betreffende de elektroden :
De verstrekkingen 703710-703721 en 703732-703743 zijn onderling niet cumuleerbaar.
De verstrekkingen 685731 - 685742, 685753 - 685764, 685775 - 685786
en 685790- 685801 zijn cumuleerbaar met de verstrekking 703710-703721
of 703732-703743.
3. Vergoedingsmodaliteiten.
De verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen 703651-703662, 703673-703684, 703710-703721 en 703732-703743 mag slechts worden verleend op basis van een gedetailleerd en qua keuze van het type resynchronisatie-hartstimulator gemotiveerd medisch voorschrift. Bovendien moet bij vervanging van een ingeplante resynchronisatie- hartstimulator na 4 jaar, het voorschrift ook de reden van vervanging vermelden.
Het gestandaardiseerd hartstimulatorregistratie-formulier, voorzien in § 11, 3., geldt eveneens als resynchronisatie-hartstimulatorregistratie-formulier. Dit formulier dient eveneens als medisch voorschrift. Een kopie ervan moet binnen de 90 dagen na implantatie ter kennisgeving aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling bezorgd worden. Het model van dit document wordt goedgekeurd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Technische Raad voor Implantaten.
Het document moet door twee geneesheren-specialisten in de cardiologie worden ondertekend. Beide geneesheren moeten verbonden zijn aan de dienst cardiologie van de betrokken verpleeginrichting en één van de twee moet de cardioloog verantwoordelijk voor het zorgprogramma E zijn of zijn plaatsvervanger in geval van afwezigheid.
Het volledig ingevuld gestandaardiseerd registratieformulier wordt door de geneesheer-specialist eveneens bezorgd aan de « BeHRA » voor peer review.
De modaliteiten waarop die gegevens aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling ter kennisgeving worden meegedeeld en aan de BeHRA worden bezorgd, worden opgesteld door de BeHRA, de Technische Raad voor Implantaten en de Dienst voor Geneeskundige Verzorging.
Gegevens over de batterijstatus op het ogenblik van de beslissing van vervanging van een ingeplante resynchronisatie-hartstimulator na vier jaar, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en worden naar de adviserend geneesheer verstuurd indien hij dit vraagt.
In het medisch dossier van de patiënt wordt een kopie bewaard van het elektrocardiogram dat de indicatie voor de eerste implantatie van een resynchronisatiestimulator verantwoordt.
De verzekeringsinstellingen zijn ertoe gehouden jaarlijks een volledig overzicht van alle hartstimulators (703651-703662, 703673-703684 en 703695-703706) en elektroden (703710-703721 en 703732-703743) met
aanduiding van de indicatie, het implantatiecentrum en het merk en type van de vergoede verstrekkingen over te maken aan de Technische Raad voor Implantaten.
4. Looptijd.
4.1. De verstrekking 703673-703684 kan pas vier jaar na de verstrekking 703651-703662 of 703695-703706 en slechts één keer over een periode van vier jaar worden toegestaan.
4.2. In afwijking van de bepalingen opgenomen onder het punt 4.1. kan een voortijdige vernieuwing van de verzekeringstegemoetkoming voor de resynchronisatiehartstimulator (verstrekking 703695-703706) worden verleend na akkoord van het College van geneesheren-directeurs op basis van een omstandig verslag waarin de absolute indicatie tot vroegtijdige vervanging wordt opgegeven. De aanvraag tot voortijdige hernieuwing van de genoemde verstrekking wordt via de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling, waarbij de rechthebbende is aangesloten, overgemaakt aan het College van geneesheren-directeurs dat terzake bevoegd is.
Gedurende de garantieperiode en in geval van disfunctie die niet te wijten is aan de pathologie van de patiënt of de evolutie van zijn medische toestand is de explanterend geneesheer verplicht de resynchronisatie- hartstimulator naar de firma terug te sturen voor analyse van het apparaat en dit binnen de maand na explantatie. De firma is hierdoor verplicht de voorwaarden van de garantie na te leven en een kredietnota af te leveren, ongeacht welke firma de vervangende resynchronisatie-hartstimulator levert.
5. In afwijking van de bepalingen opgenomen onder punt 3 kan een verzekeringstegemoetkoming voor een eerste resynchronisatie- hartstimulator (verstrekking 703651-703662) ter vervanging van een hartstimulator (verstrekking 684530-684541, 684375-684386 of 703636- 703640) binnen de periode van 6 jaar zoals bepaald in § 11, 4.1, slechts worden verleend na akkoord van het College van geneesheren-directeurs op basis van een omstandig verslag waarin de absolute indicatie tot vroegtijdige vervanging wordt opgegeven. De aanvraag tot voortijdige hernieuwing van de genoemde verstrekking wordt via de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling, waarbij de rechthebbende is aangesloten, overgemaakt aan het College van geneesheren-directeurs dat terzake bevoegd is."
"K.B. 24.8.1994" (in werking 19.10.1994)
"§ 12. Wat de verstrekking 684611 - 684622 betreft komt de ziekte- en invaliditeitsverzekering slechts tegemoet in de kosten van die defibrillators die geïmplanteerd zijn in een door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging erkende dienst voor cardiologie."
"K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012)
"§ 13. Toepassingsregel bij de verstrekkingen 702612-702623, 702634-
702645, 702656-702660 en 702671-702682 :
De verstrekkingen 702634-702645 en 702656-702660 zijn bedoeld ter bescherming van structuren bij resternotomie of ter preventie van hartherniatie.
Minimumcriteria voor de inschrijving van een patch op de limitatieve lijst :
a) voor de verstrekking 702612-702623 : retrospectieve niet gerandomiseerde studie bij herstel thoraxwanddefect en/of bij herstel diafragma
b) voor de verstrekkingen 702634-702645 en 702656-702660 : retrospectieve studie
c) voor de verstrekking 702671-702682 : retrospectieve niet gerandomiseerde studie in cardio-vasculaire heelkunde"
"K.B. 6.11.1999" (in werking 1.1.2000) + "K.B. 20.3.2001" (in werking 1.5.2001) +
"K.B. 21.1.2002" (in werking 1.3.2002)
"§ 13bis. De verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekking 685930 - 685941 is slechts verschuldigd wanneer de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten of ingeschreven, schriftelijk in kennis werd gesteld van het feit dat dit materiaal werd gebruikt.
Die kennisgeving omvat een omstandig medisch verslag waarin duidelijk beschreven staat dat het gaat om een foramen ovale met rechts - links shunt, aangetoond met medische beeldvorming en om een cerebrovasculair accident, aangetoond met cerebrale beeldvorming, die evenwel niet vereist is in geval van een decompressie-accident.
Dit medisch verslag dient als medisch attest, en dient ondertekend te worden door een geneesheer-specialist in de cardiologie of in de pediatrie, en mede-ondertekend door een geneesheer-specialist in de neurologie en een hartchirurg om de indicatie te bevestigen."
"K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009) + "K.B. 1.2.2010" (in werking 1.5.2010)
"§ 13ter. De verstrekkingen 715595-715606, 715610-715621 en 715632- 715643 komen slechts in aanmerking voor terugbetaling van de verzekering naar aanleiding van één van de volgende indicaties:
• iatrogene ruptuur of ruptuur na trauma
• dissecties
• valse aneurysmata
• popliteale, femorale aneurysmata (deze indicatie geldt niet voor verstrekking 715610-715621)
• iliacale aneurysmata met een diameter < 3 cm (deze indicatie geldt niet voor verstrekking 715610-715621)
• subclaviale aneurysmata (deze indicatie geldt niet voor de verstrekking 715595-715606)
• pathologische AV-fistels"
"K.B. 28.6.2009" (in werking 1.9.2009)
"De documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan één van bovenvermelde indicaties, moeten steeds in het dossier aanwezig zijn en kunnen steeds opgevraagd worden door de adviserend geneesheer."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009) + "K.B.10.9.2009" (in werking 1.1.2010)
"§ 13quater. Toepassingsregels betreffende de endoprothesen. (de verstrekkingen 634012-634023, 634034-634045, 634056-634060, 634071-
634082, | 634093-634104, | 634115-634126, | 634130-634141, | 634152- |
634163, | 634174-634185, | 634196-634200, | 634211-634222, | 634233- |
634244, | 634255-634266, | 634270-634281, | 634292-634303, | 634314- |
634325, 715050-715061, 715072-715083)."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009)
"1. Voorwaarden betreffende het implanterend centrum.
Deze verstrekkingen worden enkel vergoed indien zij zijn verleend in een centrum dat een gedegen opleiding en onderhouden ervaring heeft met endovasculaire procedures en de chirurgische behandeling van een infrarenaal aorta aneurysma, een iliacaal aneurysma en desgevallend een thoracaal aneurysma en zich als dusdanig t.o.v. verwijzers en patiënten profileert."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009) + "K.B.10.9.2009" (in werking 1.1.2010)
"De tegemoetkoming voor de verstrekkingen 634115-634126, 634130- 634141, 634152-634163, 634174-634185, 634196-634200, 634211-
634222, 634292-634303, 715050-715061 wordt bovendien beperkt tot de centra die beschikken over de door de bevoegde overheid verleende erkenning voor het deelprogramma B3 van het zorgprogramma « cardiale pathologie »."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009)
"De centra dienen te beschikken over een multidisciplinair team dat bestaat uit minstens 2 voltijds chirurgen (8/10) met bijzondere opleiding en ervaring in de vaatheelkunde, verder genoemd « vaatchirurg », en 1 voltijds radioloog (8/10) met bijzondere opleiding en ervaring in de interventionele radiologie, verder genoemd « interventionele radioloog ».
Hoewel deze specialisten in meerdere centra kunnen werken, zullen zij elk slechts de aanvraag tot terugbetaling kunnen ondertekenen in één centrum. Hiertoe zal het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging een lijst, die jaarlijks bijgewerkt zal worden, met de teamsamenstelling per centrum opstellen en ter info doorsturen naar de Technische Raad voor Implantaten en de Technisch Geneeskundige Raad.
Om in aanmerking te komen voor de terugbetaling van deze verstrekkingen, moet het centrum in het jaar x vóór 1 november aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging de samenstelling van het team meedelen.
Indien het centrum voldoet aan deze criteria wordt voor één jaar vanaf 1 januari van het jaar x+1 tot en met 31 december van het jaar x+1 voorzien in de tegemoetkoming van deze verstrekkingen.
Wijzigingen in de teamsamenstelling binnen het jaar x+1 worden door het centrum spontaan meegedeeld aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging.
Een centrum voldoet niet meer aan de voorwaarden indien er binnen het multidisciplinaire team geen 2 vaatchirurgen en/of geen interventionele radioloog meer is. Vanaf het ogenblik dat dit vastgesteld wordt, verliest het centrum het recht om voornoemde verstrekkingen aan te rekenen gedurende 3 maanden.
Tijdens deze periode kan het centrum zich in regel stellen met de vereiste criteria, zoniet worden de verstrekkingen verder niet terugbetaald tot het centrum opnieuw voldoet aan de criteria en dit meegedeeld heeft aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging.
Gezien de follow-up behoort tot de lege artis gedane verstrekking, vormt het realiseren ervan een voorwaarde in het kader van de onderhouden ervaring van een centrum. Het centrum zal jaarlijks vóór 1 november de implantatie- en follow-up gegevens overmaken aan het College van geneesheren-directeurs onder vorm van een samenvattend verslag volgens de modaliteiten vastgesteld door de Dienst van Geneeskundige Verzorging, de Technische Raad voor Implantaten en de Technisch Geneeskundige Raad.
Wanneer de interventie door een interventionele radioloog uitgevoerd wordt, moet een vaatchirurg onmiddellijk beschikbaar zijn voor het opvangen van complicaties.
2. Voorwaarden betreffende de vergoedingmodaliteiten.
A. Indicaties
De verzekeringstegemoetkoming mag pas worden verleend na akkoord van het College van geneesheer-directeurs naar aanleiding van één van de volgende indicaties :
1) Infrarenaal abdominaal aorta aneurysma
a) Het aneurysma beantwoordt aan één van de volgende criteria :
- fusiform aneurysma met een diameter van meer dan 5,5 cm voor mannen en van meer dan 5 cm voor vrouwen;
- fusiform aneurysma van de aorta met een diameter van 4,5 tot 5,5 cm bij symptomatische patiënten met rug en abdominale pijn, met palpatoir een pijnlijk aneurysma of familiale anamnese van een aneurysma (eerstegraadsverwant);
- aneurysma van de arteria iliaca van meer dan 3 cm zonder proximale iliacale nek;
- sacculair aneurysma (echt of vals aneurysma, posttraumatisch of ten gevolge van dissectie, of penetrerend ulcus) ongeacht de diameter;
- geruptureerd abdominaal aorta aneurysma.
b) Het aneurysma voldoet anatomisch aan :
- proximale nek met minimale lengte van 1 cm en diameter 10 à 20 % kleiner dan de beschikbare endoprothesen;
- distale landingsplaats met minimale lengte van 1 cm en diameter 10 à 20 % kleiner dan de beschikbare endoprothesen;
- iliofemorale en/of brachiale toegang voldoende voor beschikbaar hulpmiddel.
c) Uitgesloten zijn de aneurysma's :
- waarvan de proximale nek een angulatie heeft van meer dan 70° en/of ernstige circulaire verkalkingen;
- met iliacale tortuositeit en verkalkingen, waardoor het onmogelijk wordt de introducer te plaatsen.
2) Iliacaal aneurysma
Het aneurysma beantwoordt aan één van de volgende criteria :
- iliacaal aneurysma waarvan de diameter meer dan 3 cm bedraagt met een proximale en distale landingszone, welke het gebruik van rechte gecoverde stents mogelijk maakt;
- geruptureerd iliacaal aneurysma, ongeacht de diameter."
"K.B. 19.8.2011" (in werking 1.11.2011)
"3) Thoracaal aneurysma
3.1. Aneurysma van de aorta descendens
a) Het aneurysma beantwoordt aan één van de volgende criteria :
- fusiform aneurysma met een diameter van meer dan 5,5 cm;
- geruptureerd thoracaal aneurysma, ongeacht de diameter;
- sacculair aneurysma (echt of vals, posttraumatisch, ten gevolge van acute dissectie of penetrerend ulcus), ongeacht de diameter.
b) Het aneurysma voldoet anatomisch aan :
- proximale nek met een minimum lengte van 1,5 cm (niet vereist voor de vestrekkingen 715050-715061 en 715072-715083) en een diameter 10 à 20 % kleiner dan de beschikbare endoprothesen;
- distale landingszone met een minimum lengte van 2 cm en een diameter 10 à 20 % kleiner dan de beschikbare endoprothesen;
- iliofemorale en/of brachiale toegang voldoende voor beschikbaar hulpmiddel zonder zware verkalkingen en/of iliaca kronkelingen.
3.2 Aneurysma van de aorta ascendens
Het aneurysma beantwoordt aan één van de volgende criteria :
- fusiform aneurysma met een diameter van meer dan 5,5 cm;
- geruptureerd thoracaal aneurysma ongeacht de diameter;
- sacculair aneurysma (echt of vals, posttraumatisch, ten gevolge van acute dissectie of penetrerend ulcus), ongeacht de diameter.
3.3 Aneurysma van de arcus aorta
Het aneurysma beantwoordt aan één van de volgende criteria :
- fusiform aneurysma met een diameter van meer dan 5,5 cm;
- geruptureerd thoracaal aneurysma, ongeacht de diameter;
- sacculair aneurysma (echt of vals, posttraumatisch, ten gevolge van acute dissectie of penetrerend ulcus), ongeacht de diameter."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009)
"4) Endoleak type I of endotension (met groei van het aneurysma) na endovasculair herstel van :
- abdominaal aorta aneurysma;
- iliacaal aneurysma;
- thoracaal aneurysma.
De diameter wordt gemeten dwars op de lengteas van het aneurysma met CT scan of magnetische resonantie.
B. Aanvraagprocedure
De aanvraag tot terugbetaling conform een bepaald formulier moet door de vernoemde artsen-specialisten binnen de 30 dagen na de implantatie bezorgd worden aan het College van geneesheren-directeurs en ter kennisgeving aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling. De modaliteiten volgens de welke dit dient te gebeuren worden opgesteld door de Dienst voor Geneeskundige Verzorging, de Technische Raad voor Implantaten en de Technische Geneeskundige Raad. Dit formulier wordt vastgesteld door het Comité van de geneeskundige verzorging op advies van de Technische Raad voor Implantaten en de Technische Geneeskundige Raad.
De aanvraag tot terugbetaling moet worden ondertekend door twee vaatchirurgen en één interventionele radioloog die verbonden zijn aan het centrum.
De aanvraag tot terugbetaling wordt beoordeeld door het College van geneesheren-directeurs.
Het angiogram en de CT scan van de patiënt kunnen ten allen tijde door het College van geneesheren-directeurs opgevraagd worden.
Bij twijfel wordt de aanvraag tot terugbetaling voorgelegd aan de
« Commissie Peer review endoprothesen » ingesteld bij het College van geneesheren-directeurs. Deze Commissie bestaat uit 1 radioloog van de Nationale Unie der Radiologen (NUR), 1 radioloog van de Koninklijke Belgische Vereniging voor Radiologie (KBVR) en 4 vaatchirurgen van het Belgisch Genootschap voor Vaatheelkunde (BGVH). De leden van het College van geneesheren-directeurs, de Technische Raad voor Implantaten en de Technisch Geneeskundige Raad kunnen de vergadering van deze commissie bijwonen. Deze Commissie wordt door de Dienst in vergadering of via teleconferentie samengeroepen.
De « Commissie Peer review endoprothesen » heeft ten allen tijd de mogelijkheid om de implanteerder uit te nodigen om zijn dossier persoonlijk te komen voorstellen.
Daarna wordt de aanvraag tot terugbetaling, met gemotiveerd advies van de « Commissie Peer review endoprothesen », terug voorgelegd aan het College van geneesheren-directeurs die de uiteindelijke beslissing tot tegemoetkoming of weigering neemt.
Binnen de 30 dagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag van terugbetaling, wordt volgende informatie tegelijkertijd aan de verzekeringsinstelling, het team dat de aanvraag ingediend heeft en de ziekenhuisapotheker, meegedeeld :
- de beslissing van het College van geneesheren-directeurs indien het dossier niet dient voorgelegd te worden aan de « Commissie Peer review endoprothesen »;
- de doorverwijzing van het dossier naar de « Commissie Peer review endoprothesen ».
Na de implantatie dient er een evaluatie te gebeuren bij ontslag van de patiënt uit het ziekenhuis en na 3, 12, 24 en 36 maanden. De follow-up documenten worden in het dossier van de patiënt bewaard en eens per jaar bezorgt het centrum een samenvattend verslag van de implantaties en de follow-up aan het College van geneesheren-directeurs zoals vermeld onder « 1. Voorwaarden betreffende het implanterend centrum. ».
De follow-up documenten worden vastgesteld door het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging op advies van de Technische Raad voor Implantaten en de Technische Geneeskundige Raad.
De « Commissie Peer review endoprothesen » zal jaarlijks verslag uitbrengen over de verzamelde gegevens.
Het bedrag van de tegemoetkoming voor de verstrekking is een forfait per ingreep dat de kostprijs van het totaal implantaat omvat ongeacht het aantal, de samenstellende elementen en/of toebehoren."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009) + Erratum B.S. 25.9.2009
"3. De verstrekkingen 634115-634126, 634130-634141, 634152-634163,
634174-634185, 634196-634200, 634211-634222, 634292-634303 kunnen
slechts éénmaal per opname aangerekend worden en zijn onderling niet cumuleerbaar."
"K.B. 18.3.2009" (in werking 1.9.2009)
"4. Een endoleak type III ter hoogte van de infrarenale aorta wordt beschouwd als een nieuw aneurysma."
"K.B. 27.3.2012" (in werking 1.7.2012)
"§ 14. Een verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen 703091- 703102, 703113-703124, 703135-703146, 703150-703161, 703172-
703183 en 703216-703220 is toegestaan naar aanleiding van de verstrekkingen 251576-251580, 251650-251661, 252593-252604, 252453-
252464, 252475-252486, 252512-252523 en bij genderdysforie.
Het voorafgaandelijk akkoord van de adviserend geneesheer voor de verstrekkingen 251576-251580 en 251650-251661 impliceert een akkoord van de adviserend geneesheer voor de verstrekkingen 703091-703102, 703113-703124, 703135-703146, 703150-703161, 703172-703183,
703216-703220.
De verstrekking 703194-703205 wordt enkel vergoed bij excisie van huidtumoren of littekens of bij reconstructie van congenitale of traumatische afwijkingen."
"K.B. 27.3.2012" (in werking 1.7.2012)
"§ 14bis. 1. De voorwaarde voor de vergoeding door de verzekering van de verstrekking 685996-686000 is een gunstige beslissing van het College van geneesheren-directeurs voorafgaand aan de implantatie. Het College van geneesheren-directeurs stelt de verzekeringstegemoetkoming vast op basis van een gemotiveerde aanvraag met :
- een omstandig medisch verslag dat aantoont dat het gebruik van een implantaat op maat nodig is;
- een omstandig bestek of factuur van de firma die het implantaat heeft gefabriceerd.
2. Aanvraagprocedure
De geneesheer-specialist implanter bezorgt de aanvraag om tegemoetkoming van de verzekering voor verstrekking 685996-686000 aan het College van geneesheren-directeurs via de adviserend geneesheer van het ziekenfonds waarbij de rechthebbende is aangesloten. De beslissing van het College van geneesheren-directeurs wordt onverwijld en rechtstreeks aan de aanvrager, de verzekeringsinstelling en de ziekenhuisapotheker overgemaakt."
"K.B. 8.5.2012" (in werking 1.7.2012)
"§ 14ter. Wat de verstrekkingen 702752-702763, 702774-702785, 702796-
702800, 702811-702822, 702833-702844 en 702855-702866 betreft :
Per gebruikt netje kan slechts één van de 6 verstrekkingen aangerekend worden.
De verstrekkingen 702811-702822, 702833-702844 en 702855-702866
omvatten :
─ het netje met een complexe vorm, die niet ellipsoid of vierhoekig is, met aanhechtingspunten voor plaatsing met behulp van naalden, en
─ een plaatsingskit met niet-herbruikbare naalden."
"K.B. 17.7.2012" (in werking 1.10.2011)
"§ 14quater. De toepassingsregels betreffende de weefsellijmen, hemostatische producten en anti-adhesieven zijn de volgende :"
"K.B. 17.7.2012" (in werking 1.10.2011) + "K.B. 31.1.2013" (in werking 1.10.2011)
"a) De verstrekking 703275-703286, voor wat het gebruik in contact met een parenchymateus orgaan betreft, kan enkel worden vergoed wanneer de lijm gebruikt werd tijdens één van de volgende verstrekkingen : 242292-
242303, | 242314-242325, | 242336-242340, | 242351-242362, | 242395- |
242406, | 242410-242421, | 242491-242502, | 242631-242642, | 242653- |
242664, | 242756-242760, | 242771-242782, | 243655-243666, | 244856- |
244860, | 318076-318080, | 318334-318345, | 261671-261682, | 261715- |
261726, | 261693-261704, | 260632-260643, | 261796-261800, | 242034- |
242045, | 242056-242060, | 242071-242082, | 242093-242104, | 318275- |
318286, | 318290-318301, | 318010-318021, | 318054-318065, | 318312- |
318323, 318393 – 318404.
b) De verstrekking 703290-703301 voor wat het gebruik in contact met een parenchymateus orgaan betreft, kan enkel worden vergoed wanneer het
product gebruikt | werd tijdens één | van de volgende | verstrekkingen : |
242292-242303, | 242314-242325, | 242336-242340, | 242351-242362, |
242395-242406, | 242410-242421, | 242491-242502, | 242631-242642, |
242653-242664, | 242756-242760, | 242771-242782, | 243655-243666, |
244856-244860, | 318076-318080, | 318334-318345, | 261671-261682, |
261715-261726, | 261693-261704, | 260632-260643, | 261796-261800, |
242034-242045, | 242056-242060, | 242071-242082, | 242093-242104, |
318275-318286, | 318290-318301, | 318010-318021, | 318054-318065, |
318312-318323, 318393 – 318404."
"K.B. 17.7.2012" (in werking 1.10.2011)
"c) De verstrekking 703312-703323 kan enkel worden vergoed wanneer het anti-adhesief gebruikt werd tijdens één van de volgende verstrekkingen
: 281772-281783, 281713-281724, 281735-281746, 281816-281820,
281831-281842, 281853-281864, 281116-281120, 281794-281805.
d) De verstrekking 703334-703345 kan enkel worden vergoed wanneer het anti-adhesief gebruikt werd tijdens één van de volgende verstrekkingen : 287733-287744, 287755-287766, 287350-287361, 287372-287383.
e) De verstrekking 703356-703360 kan enkel worden vergoed wanneer het anti-adhesief gebruikt werd tijdens één van de volgende verstrekkingen en uitsluitend voor vrouwen jonger dan 40 jaar met een zwangerschapswens :
431115-431126, | 431395-431406, | 431432-431443, | 431550-431561, |
431594-431605, | 431653-431664, | 432316-432320, | 432530-432541, |
432574-432585, | 432596-432600, | 432611-432622, | 432552-432563, |
431211-431222, 431572-431583, 431616-431620, 243751-243762.
f) Om te kunnen worden opgenomen op de lijst van vergoedbare producten voor de verstrekkingen 703253-703264, 703275-703286, 703290-703301, 703312-703323, 703334-703345 en 703356-703360, moeten de resultaten van minstens één (retrospectieve of prospectieve) klinische studie (geen case report) met betrekking tot werkzaamheid en veiligheid van het product en zijn toepassingsdomein in een peer reviewed journal gepubliceerd zijn. In die studie zijn minimum de volgende elementen duidelijk beschreven :