INLEIDING
Inhoudsopgave
INLEIDING
A BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR ALLE TYPEN GEBRUIKSRECHTEN
Artikel 1 - Begrippen Artikel 2 - Toepasselijkheid
Artikel 3 - Totstandkoming van het gebruiksrecht en de gebruiksovereenkomst Artikel 4 - Einde van het gebruiksrecht en de gebruiksovereenkomst
Artikel 5 - Annuleren van boeking(-en)
Artikel 6 - Algemene verplichtingen van de gemeente Artikel 7 - Algemene verplichtingen van de gebruiker Artikel 8 - Inhoud van het gebruiksrecht
Artikel 9 - Activiteit gebonden zaken Artikel 10 - Sleutelgebruik
Artikel 11 - Bijzondere activiteiten van de gebruiker Artikel 12 - Handelen in strijd met gebruiksrecht Artikel 13 - Schade
Artikel 14 - Gebruiksvergoeding, betaling en BTW Artikel 15 - Overige algemene bepalingen
B BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR SPECIFIEKE TYPEN GEBRUIKSRECHTEN B1 SPORT ALGEMEEN
Artikel 16 - Gebruiksrecht sport algemeen Artikel 17 - Aanvullende begrippen
B1.1 BINNENSPORT
Artikel 18 - Gebruiksrecht binnensport
Artikel 19- Inroostering seizoengebruik en incidentele uren Artikel 20 - Vloeren
Artikel 21 - Sport- en spelattributen
B1.2 BUITENSPORT
Artikel 22 - Gebruiksrecht buitensport
Artikel 23 - Velden en andere speeloppervlakken Artikel 24 - Kleed-, scheidsrechters- en EHBO-ruimten Artikel 25 - Sport- en spelattributen
Artikel 26 - Seizoenen en gebruikstijden
Artikel 27 - Gebruiksovereenkomst seizoengebruik Artikel 28 - Opzeggen van de gebruiksovereenkomst Artikel 29 - Aanvraag en boeking seizoengebruik
Artikel 30 - Randvoorwaarden wedstrijdcapaciteit seizoengebruik Artikel 31 - Inroostering seizoengebruik
B1.3 ATLETIEK
Artikel 32 - Gebruiksrecht atletiek Artikel 33 - Seizoen
Artikel 34 - Gebruiksovereenkomst seizoengebruik
Artikel 35 - Opzeggen van de gebruiksovereenkomst Artikel 36 - Aanvraag en boeking seizoengebruik Artikel 37 - Inroostering seizoengebruik
B1.4 ZWEMMEN
Artikel 38 - Gebruiksrecht zwemmen
Artikel 39 Inroostering seizoengebruik en incidenteel uren
B2 WELZIJN
Artikel 40 - Aanvullende begrippen Artikel 41 - Gebruiksrecht welzijn
Artikel 42 - Ontruiming, BHV en EHBO-materiaal Artikel 43 - Inventaris
Artikel 44 - Planning welzijnsorganisaties
B3 OVERIG
Artikel 45 - Gebruiksrecht in een multifunctionele accommodatie
INLEIDING
De gemeente Utrecht realiseert, beheert en exploiteert maatschappelijk vastgoed. Maatschappelijk vastgoed betreft accommodaties met een maatschappelijke functie, zoals sport en welzijn. Het gaat om vastgoed dat wordt ingezet om gemeentelijke beleidsdoelen te kunnen realiseren. Een belangrijk deel van het maatschappelijk vastgoed wordt in dit verband in deeltijdgebruik gegeven aan verschillende personen, verenigingen en organisaties. De laatste jaren is in de stad meer en meer de behoefte ont- staan om het maatschappelijk vastgoed zo effectief mogelijk in te zetten. In sommige gevallen moet voorkomen worden dat voorzieningen die beperkt voorhanden zijn, bijvoorbeeld leiden tot wachtlijs- ten. De gemeente heeft daarom als beleidsdoelstelling geformuleerd om de bezettingsgraad van de gemeentelijke accommodaties en daarmee het "maatschappelijk rendement" verder te vergroten.
Het in stand houden en ter beschikking stellen van kwalitatief goede en functioneel geschikte accom- modaties vraagt van de gemeente een forse financiële bijdrage. Niet in de laatste plaats omdat de in- vesterings- en instandhoudingslasten grotendeels niet terugkomen uit de inkomsten uit het in gebruik geven van de accommodaties. Het gebruik is in de meeste gevallen voor een groot deel “gesubsidi- eerd”. Ook om die reden is maatschappelijk rendement gewenst.
De gemeente hanteert ter uitvoering van haar beleidsdoelstellingen deze algemene gebruiksvoorwaar- den bij het in (deeltijd) gebruik geven van maatschappelijk vastgoed. Door in te zetten op het verlenen van een gebruiksrecht in plaats van de verhuur van onroerend goed, ontstaat voor de gemeente meer ruimte voor flexibiliteit. Het gebruiksrecht is gekoppeld aan de door gebruiker beoogde activiteiten en niet zozeer meer aan het type accommodatie of de locatie van de accommodatie waarin die activiteiten worden uitgeoefend. Vanzelfsprekend wordt bij het verstrekken van een gebruiksrecht aan verenigin- gen met eigen verenigingsruimten wél rekening gehouden met de locatie van de verenigingsruimte.
Deze algemene voorwaarden worden toegepast op alle gebruiksovereenkomsten die de gemeente sluit ten aanzien van het verlenen van gebruiksrechten. Deze gebruiksovereenkomsten kunnen op verschil- lende manieren tot stand komen: door het vastleggen van een of meer boekingen in het digitale reser- veringssysteem van de gemeente of doordat (aanvullende of maatwerk) afspraken worden vastgelegd in een schriftelijk contract.
A BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR ALLE TYPEN GEBRUIKSRECHTEN
Artikel 1 - Begrippen
1. Gemeente:
De publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Utrecht. De gemeente kan daarbij vertegenwoor- digd worden door de daartoe gemandateerde/gevolmachtigde personen.
2. Gebruiker:
De natuurlijke of rechtspersoon met wie de gemeente een overeenkomst heeft gesloten of voorne- mens is te sluiten met betrekking tot het gebruik van een accommodatie.
3. Derden:
Natuurlijke of rechtspersonen niet zijnde de gemeente of gebruiker of de deelnemers van gebrui- ker.
4. Partijen:
Gebruiker en de gemeente gezamenlijk.
5. Accommodatie:
Een gymzaal, sportzaal, turnzaal, sporthal, sportpark, sportveld, atletiekbaan, speeltuin, welzijns- gebouw, zwembad, multifunctionele accommodatie en/of andere onroerende zaak, of gedeelte daarvan, die/dat door de gemeente wordt beheerd en geëxploiteerd met het oog op deeltijdge- bruik door gebruikers.
6. Gebruiksrecht:
Het recht om gedurende een specifiek gebruiksmoment, of als dit is overeengekomen, gedurende een seizoen, in/op een accommodatie een bepaalde activiteit te ontplooien. Dit gebruiksrecht kan tevens daarbij behorende door of namens de gemeente te verzorgen diensten, leveringen, voorzie- ningen en/of faciliteiten omvatten. Of er bijkomende diensten, leveringen, voorzieningen en/of fa- ciliteiten door (dan wel namens) de gemeente verzorgd worden, vloeit voort uit de boeking of deze algemene voorwaarden.
7. Gebruiksmoment:
Elke periode (tijdstip ‘van– tot’) waarvoor gebruiker een gebruiksrecht heeft of wenst te verkrijgen. Tenzij anders bepaald is het gebruiksmoment inclusief de benodigde tijd voor eventuele op- en afbouw en het weer opleveren van.
8. Seizoen:
Een door de gemeente aangegeven deel van het jaar waarin bepaalde (sport)activiteiten kunnen worden ontplooid. Het seizoen kan per (sport)activiteit verschillen. Alleen binnen het seizoen kan een gebruiksrecht voor de daarbij behorende sportactiviteiten bestaan.
9. Aanvraag:
Een verzoek van de (potentiële) gebruiker aan de gemeente tot het verkrijgen van een gebruiks- recht, daaronder begrepen een aanvraag in het online reserveringssysteem van de gemeente.
10. Reservering:
Het door de gemeente beschikbaar houden van de door de gebruiker bij de aanvraag beoogde ac- commodatie voor het daarbij gewenste gebruiksmoment. Gedurende de reservering is de beoogde accommodatie op het gewenste gebruiksmoment niet beschikbaar voor een boeking voor een an- der dan de (potentiële) gebruiker. Uitgezonderd de reservering die ziet op een geheel seizoen, heeft elke reservering betrekking op één gebruiksmoment.
11. Alternatief
Een van de aanvraag afwijkend aanbod van de gemeente aan de gebruiker voor het verkrijgen van een gebruiksrecht, daaronder begrepen een alternatief aanbod in het online reserveringssysteem van de gemeente.
12. Boeking:
Indien de gemeente de aanvraag van de gebruiker aanvaardt, dan wel de gebruiker een alternatief van de gemeente aanvaardt, daaronder begrepen een aanvaarding in het online reserveringssys- teem, ontstaat een boeking en daarmee een gebruiksrecht. De boeking is bindend voor zowel de gemeente als de gebruiker. Elke boeking heeft betrekking op één gebruiksrecht.
De duur van het gebruiksrecht, als vastgelegd in een boeking, betreft altijd één seizoen of korter. Na de in de boeking opgenomen duur, eindigt het gebruiksrecht van rechtswege zonder dat daar- toe een nadere rechtshandeling is vereist.
13. Gebruiksovereenkomst:
De bundeling van de gebruiksrechten van gebruiker op grond van de lopende boekingen. Deze ge- bruiksovereenkomsten kunnen op verschillende manieren tot stand komen: door het vastleggen van een of meer boekingen in het digitale reserveringssysteem van de gemeente of doordat (aan- vullende of maatwerk) afspraken worden vastgelegd in een schriftelijke (raam)overeenkomst.
De gebruiksovereenkomst ziet op de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de gebruiksrech- ten van gebruiker. Beëindiging of annulering van een boeking, heeft geen (direct) gevolg voor de gebruiksovereenkomst, maar na het gebruikmaken van respectievelijk de beëindiging of annule- ring van de laatste boeking omvat de gebruiksovereenkomst geen rechten meer voor gebruiker en eindigt daarmee - tenzij in deze algemene voorwaarden nadrukkelijk anders is bepaald - de ge- bruiksovereenkomst van rechtswege zonder dat enige nadere rechtshandeling is vereist.
14. Gebruiksvergoeding:
De door gebruiker aan de gemeente verschuldigde vergoeding (eventueel inclusief waarborgsom) voor het gebruiksrecht.
15. Annulering:
Het annuleren van een of meer boekingen door de gemeente of de gebruiker. Bij een annulering vervalt de boeking en het daaraan verbonden gebruiksrecht.
16. Algemene voorwaarden:
Deze algemene gebruiksvoorwaarden.
17. Huisregels:
Nadere (gedrags)regels opgesteld door de gemeente voor gebruiker en al dan niet namens hem aanwezige deelnemers die gelden binnen een specifieke accommodatie.
18. Schriftelijk:
Onder schriftelijk wordt tevens ' elektronisch ' verstaan, behoudens in de gevallen waarin expliciet is aangegeven dat berichtgeving via de ' elektronische weg' niet is toegestaan.
19. Beheerder:
Een door de gemeente als zodanig aangewezen persoon of groep personen, al dan niet in dienst van de gemeente, die namens de gemeente het beheer voert over een of meer accommodaties en toezicht houdt op het gebruik daarvan door gebruiker en/of derden.
20. Sleutelpand:
Een accommodatie waar tijdens openingstijden niet standaard een beheerder aanwezig is, uitge- zonderd buitensportaccommodaties.
21. SU
Sport Utrecht, gevestigd aan het Xxxxxxxxxxxxx 000 xx Xxxxxxx en ingeschreven in het Handelsregis- ter onder nummer 40480873.
22. ZVC
Zaalverdeelcommissie. Een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de zes grotere zaal- sporten (volleybal, basketbal, zaalvoetbal, badminton, korfbal en handbal) en een vertegenwoordi- ger voor de overige sporten.
23. Seizoengebruiker
De natuurlijke of rechtspersoon met wie de gemeente een overeenkomst heeft gesloten of voorne- mens is te sluiten met betrekking tot het gebruik van een accommodatie gedurende het gehele seizoen zoals nader omschreven in artikel 17.
Artikel 2 - Toepasselijkheid
1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle gebruiksovereenkomsten die de gemeente sluit met partijen. Het sluiten van een gebruiksovereenkomst door de gemeente is een privaatrech- telijke bevoegdheid van de gemeente. Deze algemene voorwaarden gaan niet over de relatie van de overheid tot de burger (het publiekrecht) en daardoor doen de algemene voorwaarden niets af aan de publiekrechtelijke bevoegdheden van de bestuursorganen van de gemeente.
2. Indien enige bepaling in deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst nietig is of vernietigd wordt, zullen de overige bepalingen volledig van kracht blijven.
3. De gemeente is bevoegd deze algemene voorwaarden per 1 augustus van elk kalenderjaar geheel of gedeeltelijk te wijzigen om deze aan te laten sluiten op haar vigerende beleid, welke gewijzigde algemene voorwaarden in dat geval tussen partijen van toepassing zijn. De gemeente stemt de in- houd van de gewijzigde Algemene Voorwaarden, voorafgaande aan de besluitvorming daarover, af met SU. De gemeente maakt de gewijzigde algemene voorwaarden – uiterlijk 3 maanden voor de datum van inwerkingtreding - op passende wijze aan de gebruiker bekend. De gebruiker heeft het recht de gebruiksovereenkomst met onmiddellijke ingang schriftelijk op te zeggen ingeval hij toe- passing van de gewijzigde algemene voorwaarden op de gebruiksovereenkomst niet kan aanvaar- den.
4. In de gevallen waarin deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst niet voorzien, beslist de gemeente.
5. Indien voor een specifieke accommodatie huisregels zijn vastgesteld maken deze integraal deel uit van deze algemene voorwaarden.
6. Indien onderdelen van de gebruiksovereenkomst en/of de eventueel daarbij behorende bijlage(n) in strijd zijn met de algemene voorwaarden en/of eventuele aanvullende voorwaarden en/of even- tuele huisregels is de hiërarchie als volgt, waarbij een in onderstaande opsomming ‘hoger’ ge- plaatst document prevaleert ten opzichte van een ‘lager’ geplaatst document:
1. de gebruiksovereenkomst;
2. de eventueel bij de gebruiksovereenkomst behorende bijlage(n);
3. eventuele aanvullende voorwaarden;
4. deel B van deze algemene voorwaarden;
5. deel A van deze algemene voorwaarden;
6. eventuele huisregels.
7. Op de gebruiksovereenkomst zijn voor wat betreft de civielrechtelijke regelgeving de algemene be- palingen van het huurrecht, zoals vermeld in de afdelingen 1 – 4 van titel 4 van Boek 7 Burgerlijk Wetboek, van toepassing voor zover de strekking van die bepalingen of de aard van het verleende gebruiksrecht zich daartegen niet verzet.
Artikel 3 - Totstandkoming van de gebruiksovereenkomst
1. Gebruiker kan bij de gemeente een aanvraag indienen voor het verkrijgen van een of meer ge- bruiksrechten. In de aanvraag worden, naast de (naam- en adres)gegevens van gebruiker in ieder geval vermeld:
– de gewenste gebruiksmomenten;
– de gewenste accommodatie;
– een omschrijving van de beoogde activiteiten;
– en eventuele door gebruiker gewenste en door of namens de gemeente te verzorgen diensten, leveringen, voorzieningen en/of faciliteiten.
2. Bij de behandeling van de aanvragen door de gemeente gaan aanvragen voor gebruiksmomenten voor een seizoen vóór gebruiksmomenten van incidentele aard. Nadat de indeling voor seizoenge- buiker is gemaakt conform het bepaalde in deze algemene voorwaarden is bij gebruiksmomenten van incidentele aard de volgorde van binnenkomst bepalend voor het toekennen van de aanvragen. De gemeente heeft het recht om een aanvraag zowel voor seizoen als incidenteel, mits schriftelijk gemotiveerd, buiten behandeling te laten.
3. Indien een nieuwe seizoengebruiker zicht meldt bij de gemeente wordt onderzocht of er capaciteit is ten aanzien van de accommodatie. Indien dit niet het geval is wordt onderzocht of het mogelijk is voor het nieuwe initiatief om zich aan te sluiten bij reeds bestaande verenigingen. Indien dit niet mogelijk is wordt in onderling overleg verder gekeken naar de mogelijkheden.
4. Een aanvraag wordt gevolgd door een of meer boekingen indien de gemeente vaststelt dat de aan- vraag haalbaar is en deze door de gemeente schriftelijk wordt aanvaard.
5. Als de aanvraag niet haalbaar is, spant de gemeente zich in om aan deze een alternatief aan te bie- den. Een alternatief wordt gevolgd door een of meer boekingen indien de gebruiker het alternatief op de door de gemeente aangegeven wijze en binnen de door de gemeente aangegeven termijn schriftelijk aanvaardt.
6. De gemeente vermeldt bij elke boeking in elk geval de uitgangspunten van het gebruiksrecht:
a. de door gebruiker in de aanvraag aangegeven (aard) van activiteiten;
b. de accommodatie;
c. gebruiksmoment(en);
d. inclusief eventuele diensten, leveringen, voorzieningen en/of faciliteiten;
e. verschuldigde gebruiksvergoeding(en) (eventueel inclusief waarborgsom) en wijze en moment van betalen;
f. het van toepassing zijn van deze algemene voorwaarden; het eventueel van toepassing zijn van aanvullende voorwaarden.
7. Indien en voor zover de gemeente dit schriftelijk aangeeft, kan - in de fase tussen de aanvraag en de boeking – ten behoeve van de gebruiker een reservering voor de gewenste accommodatie en het gewenste gebruiksmoment worden gemaakt.
Artikel 4 - Einde van de gebruiksovereenkomst
1. De gebruiksovereenkomst eindigt – tenzij anders wordt bepaald - van rechtswege en zonder dat daartoe opzegging is vereist: na het verstrijken van het laatste gebruiksmoment dan wel het annu- leren van de laatste boeking.
2. De gemeente is gerechtigd de gebruiksovereenkomst, zonder dat enige nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst vereist is, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan gebrui- ker, geheel of gedeeltelijk en met onmiddellijke ingang tussentijds op te zeggen indien:
a. in rechte is komen vast te staan dat sprake is geweest van het doen, of in het vooruitzicht stel- len, door gebruiker (niet zijnde een individueel lid van een vereniging) van een gift of een be- lofte aan een van de medewerkers van gemeente en/of aan enige andere ten behoeve van de gemeente werkzame rechtspersonen, om hem of haar te bewegen of te bevorderen dat enige al dan niet publiekrechtelijke rechtshandeling wordt verricht of nagelaten;
b. gebruiker of een of meer van haar bestuurders zijn veroordeeld voor een misdrijf en niet bin- nen de periode van 3 maanden na veroordeling uit hun functie zijn gezet;
c. gebruiker herhaaldelijk in strijd handelt met de gebruiksovereenkomst of anderszins sprake is van met het gebruiksrecht strijdig gebruik, daaronder begrepen het structureel negeren van aanwijzingen en mededelingen van de beheerder;
d. gebruiker in surseance van betaling komt te verkeren of gebruiker failliet wordt verklaard;
e. tegen gebruiker een onderzoek is gestart op grond van de Wet Bibob en de uitkomst daarvan betekent dat Gebruiker niet voldoet aan de daarin bedoelde integriteitsnormen;
f. de gemeente- eventueel samen met Stichting Waarborgfonds Sport- borg staat voor een lening van gebruiker en deze borg wordt ingeroepen;
g. gebruiker geen lid meer is van de voor haar bestaande bond (onafhankelijk van de reden waarom en waaronder begrepen maar niet beperkt tot) door schorsing of royement. Voor- noemde beëindigingsgrond is onafhankelijk van of beëindiging van het lidmaatschap onher- roepelijk is of niet dan wel of hier nog bezwaar of beroep tegen openstaat;
h. zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente meer dan 50% van de zeg- genschap in de gebruiker wordt overgedragen aan een natuurlijk persoon of andere rechtsper- soon, waarbij een wijziging van het bestuur van gebruiker plaatsvindt die tot gevolg heeft dat meer dan 50% van de zeggenschap binnen het bestuur is overgedragen naar een andere na- tuurlijk persoon of andere rechtspersoon dan de huidige bestuurders van gebruiker;
3. Gebruiker zichzelf opheft dan wel alle bestuurders van gebruiker zijn uitgeschreven bij het Han- delsregister van de Kamer van Koophandel. De gemeente is gerechtigd om de gebruiksovereen- komst, nadat gebruiker schriftelijk in gebreke is gesteld en in verzuim is komen te verkeren, ge- heel of gedeeltelijk en met onmiddellijke ingang tussentijds op te zeggen indien:
a. gebruiker langer dan 4 weken in verzuim is met de betaling van (een gedeelte van) de ge- bruiksvergoeding van de onderliggende of een andere gebruiksovereenkomst;
b. gebruiker een hem opgelegde contractuele boete niet, niet geheel of niet tijdig heeft betaald.
4. Indien de gemeente gebruik maakt van het hiervoor bedoelde recht tot opzegging, is de gemeente niet gehouden tot restitutie van de gebruiksvergoeding en/of het betalen van enige schade- of kostenvergoeding aan gebruiker.
5. Indien gebruiker een natuurlijke persoon is en deze komt te overlijden, eindigt de gebruiksover- eenkomst van rechtswege met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin ge- bruiker is overleden.
Artikel 5 - Annuleren van boeking(-en)
1. Tenzij anders bepaald kan de gebruiker elke boeking annuleren. Niet geannuleerde boekingen blij- ven onverkort in stand. Als een annulering wordt gedaan tot 4 weken voorafgaande aan het betref- fende gebruiksmoment, brengt de gemeente voor de betreffende boeking geen gebruiksvergoe- ding in rekening. Als de gebruiker de gebruiksvergoeding al had betaald, wordt deze door de ge- meente terugbetaald. Bij niet tijdig annuleren blijft gebruiker aan de gemeente de volledige ge- bruiksvergoeding verschuldigd.
2. De gemeente heeft het recht een boeking met directe ingang geheel of gedeeltelijk te annuleren indien:
a. door weersomstandigheden, herstel van gebreken, onderhoud of anderszins het gebruik van (het betreffende deel van) de accommodatie naar het oordeel van de gemeente dient te worden nagelaten;
b. de accommodatie door een van buiten komend onheil zodanig wordt beschadigd of wordt ver- woest dat herstel binnen redelijke termijn niet kan worden verwacht;
c. sprake is van bijzondere evenementen of gebeurtenissen; de gemeente zal in dat geval zo vroeg mogelijk, maar in ieder geval eerder dan één maand voor het gebruiksmoment, met de gebruiker in overleg treden;
d. de accommodatie naar mening van de gemeente ingezet dient te worden bij calamiteiten en crisissituaties; bij een calamiteit of crisissituatie stelt de gemeente gebruiker hiervan onmid- dellijk in kennis;
e. de openingstijden van de accommodatie met inachtneming van artikel 8 lid 4 zodanig worden gewijzigd dat het gebruiksrecht niet meer (volledig) tijdens de gewijzigde openingstijden kan worden uitgeoefend;
f. sprake is van een andere in deze algemene voorwaarden dan wel in de gebruiksovereenkomst of aanvullende voorwaarden (limitatief) genoemde situatie.
De gemeente is in de voornoemde gevallen tevens bevoegd om de uitvoering van de activiteiten op basis van het gebruiksrecht van gebruiker te staken, gestaakt te houden en/of te verbieden.
3. Ingeval van een annulering als bedoeld in lid 2 spant de gemeente zich in om:
a. zo spoedig mogelijk nadat daartoe is besloten, de annulering aan de gebruiker kenbaar te ma- ken, zodat deze maatregelen kan nemen om derden die vanwege hem gebruik zouden maken van het gebruiksrecht tijdig daarover te informeren;
b. aan de gebruiker een alternatief aan te bieden. De gebruiker kan ook kiezen voor restitutie van de gebruiksvergoeding voor de geannuleerde boeking.
4. Indien uit mededelingen van gebruiker onvoldoende kan worden afgeleid of hij één of meer boe- kingen wenst te annuleren, verifieert de gemeente eerst schriftelijk of daadwerkelijk sprake is van een (voornemen tot) annulering.
Artikel 6 - Algemene verplichtingen van de gemeente
1. De gemeente is verplicht om de gebruiker in staat te stellen om het gebruiksrecht uit te oefenen voor de in de boeking vastgelegde activiteit, in de op de boeking genoemde accommodatie en op het in de boeking vastgelegde gebruiksmoment. De gemeente zorgt ervoor dat de accommodatie in dit verband voorafgaande aan het gebruik gebruiksgereed is.
2. De gemeente zorgt ervoor dat de accommodatie geopend is of – ingeval van een sleutelpand, een buitensportaccommodatie of welzijnsaccommodatie – geopend kan worden. Uitgezonderd sleutel- panden, buitensportaccommodaties en welzijnsaccommodaties zorgt de gemeente ervoor dat in de accommodatie tijdens openingstijden een beheerder aanwezig is, die fungeert als contactpersoon voor de gebruiker betreffende de uitoefening van het gebruiksrecht.
3. De gemeente zorgt ervoor dat de accommodatie geschikt is voor het gebruik van de in de boeking vastgelegde activiteiten. De gemeente spant zich in dit verband in om de accommodatie voor zover
van toepassing te laten voldoen aan de normen van sportbonden of andere erkende instanties. In- geval deze normen tussentijds wijzigen, is de gemeente niet verplicht een bestaande accommoda- tie daarop aan te passen. Het niet doorvoeren van tussentijdse wijzigingen door de gemeente geeft geen recht op reductie of restitutie van (al betaalde) gebruiksvergoedingen dan wel geheel of ge- deeltelijke annulering van de onderliggende boeking(en).
4. De gemeente is verplicht om gebreken aan het gebruiksrecht op verlangen van de gebruiker te herstellen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelij- kerwijs niet van de gemeente zijn te vergen.
5. Een gebrek en/of schade aan de accommodatie zelf en/of aan door de gemeente aan de gebruiker ter beschikking gestelde zaken kwalificeert slechts als een gebrek aan het gebruiksrecht als deze de uitoefening van het gebruiksrecht geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt. De gemeente streeft ernaar om geconstateerde gebreken en/of schade aan de accommodatie en/of aan door de ge- meente aan de gebruiker ter beschikking gestelde zaken zo spoedig mogelijk na constatering te (doen) herstellen.
6. De gemeente heeft de zorg voor:
a. het onderhoud aan de accommodatie en door de gemeente aan de gebruiker ter beschikking gestelde zaken, tenzij in de gebruiksovereenkomst en/of deze algemene voorwaarden is vast- gelegd dat de gebruiker daarvoor zorgt. Groot onderhoud wordt uitgevoerd volgens een gede- gen meerjaren onderhoudsprogramma. De gemeente zorgt er voorts voor dat de in de accom- modatie aanwezige en/of aan gebruiker ter beschikking gestelde zaken, voor zover van toe- passing en voor zover noodzakelijk, voldoen aan het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoe- stellen, of een daarvoor in de plaats tredende regeling. In deel B van deze algemene voorwaar- den worden de onderhoudswerkzaamheden van de gemeente, afhankelijk van de aard van de accommodatie, nader geduid;
b. het naar redelijkheid verdelen van de beschikbare capaciteit in accommodaties aan de diverse (potentiële) gebruikers;
c. het aanvragen en/of in stand houden van vergunningen, ontheffingen en toestemmingen die noodzakelijk zijn voor regulier gebruik van de accommodatie.
7. De gemeente is – behoudens eigen schuld - niet verantwoordelijk voor:
a. zaken die de gebruiker, al dan niet met toestemming van de gemeente, in/op/aan de accom- modatie heeft geplaatst;
b. de in artikel 7 lid 7 bedoelde personen die vanwege gebruiker gebruik maken van de accom- modatie en zaken die zij bij zich hebben.
Artikel 7 - Algemene verplichtingen van de gebruiker
1. Gebruiker dient het gebruiksrecht inclusief de daaraan verbonden voorzieningen (diensten, leve- ringen, faciliteiten, activiteit gebonden zaken e.d.) daadwerkelijk en in overeenstemming met de aard en de bestemming ervan te gebruiken. Ander gebruik is alleen toegestaan, indien de ge- meente aan gebruiker vooraf toestemming heeft verleend.
2. Gebruiker betaalt de door hem op basis van de boekingen verschuldigde bedragen bij vooruitbeta- ling op de in de gebruiksovereenkomst, boeking of nota aangegeven wijze. De betaling dient vóór het verstrijken van de op de nota aangegeven vervaldatum te hebben plaatsgevonden.
3. Gebruiker dient de accommodatie die hij op basis van zijn gebruiksrecht gebruikt, direct na afloop van elk gebruiksmoment in goede staat en netjes achter te laten. Mocht de accommodatie bij aan- vang van het gebruik niet in die staat verkregen worden die redelijkerwijze verwacht mag worden van de accommodatie, of constateert gebruiker andere gebreken, dan dient gebruiker hiervan di- rect melding te maken bij de gemeente.
4. Indien voor het gebruik van de betreffende accommodatie huisregels gelden, dient gebruiker zich daaraan te houden. In dat geval zijn de huisregels integraal onderdeel van deze algemene voor- waarden en de gebruiksovereenkomst. De gemeente behoudt zich het recht voor de huisregels aan
te vullen dan wel te wijzigen, die in dat geval – binnen een redelijke termijn nadat gebruiker daar- van kennis heeft kunnen nemen - integraal deel uit zullen maken van deze algemene voorwaarden en ten aanzien van gebruiker zullen gelden.
5. Gebruiker draagt zorg voor afdoende verzekering van de aan de uitoefening van het gebruiksrecht verbonden risico’s voor zichzelf en voor derden en de voldoening van de daarvoor verschuldigde premies.
6. Gebruiker zorgt bij gebruik van het gebruiksrecht ervoor dat:
a. mondelinge en schriftelijke aanwijzingen van de gemeente en/of de beheerder en/of andere medewerkers van de gemeente en/of in opdracht van de gemeente handelende derden en aan- wijzingen en voorschriften van overheidsinstanties, nutsbedrijven, de verzekeraar van de ge- meente, brandweer, politie en overige hulpverlenende diensten met betrekking tot het gebruik van de accommodatie of het gebouw of complex waarvan deze deel uit maakt, te allen tijde onmiddellijk en stipt worden opgevolgd;
b. de orde ten aanzien van de door hem uitgevoerde activiteiten wordt gehandhaafd;
c. waar noodzakelijk voldoende toezicht wordt gehouden op ordentelijk verloop van de activitei- ten;
d. de (sociale) veiligheid van zichzelf en personen die namens hem van het gebruiksrecht gebruik maken wordt gewaarborgd;
e. schade aan de accommodatie en de zich daarin bevindende personen en zaken wordt voorko- men;
f. niet wordt gehandeld in strijd met enige wet, verordening, vergunning of andere overheids- voorschriften, waaronder begrepen (brand)veiligheidsnormen van politie en brandweer;
g. medewerking wordt verleend of deel wordt genomen aan door of namens de gemeente geor- ganiseerde ontruimingsoefeningen voor de accommodatie;
h. indien afwijkingen worden geconstateerd in de waterkwaliteit, luchtkwaliteit, ventilatie, elektri- sche installaties die gevaar op (kunnen) leveren voor de gezondheid, de accommodatie direct wordt verlaten en de gemeente wordt geïnformeerd.
7. De in deze algemene voorwaarden vastgelegde (gebruiks)voorschriften gelden ook voor deelne- mers aan activiteiten van gebruiker, evenals voor bezoekers die vanwege het gebruiksrecht of an- derszins namens gebruiker in/op de accommodatie aanwezig zijn. Xxxxxxxxx is verantwoordelijk en aansprakelijk voor de naleving hiervan door deze personen als ware het zijn eigen gedragingen.
8. Gebruiker is verantwoordelijk voor:
a. het juist gebruik van de accommodatie, de leveringen, diensten, voorzieningen en/of facilitei- ten die onderdeel zijn van het gebruiksrecht, evenals de aan deze ter beschikking gestelde ac- tiviteit gebonden zaken en/of andere zaken;
b. zaken die deze, al dan niet met toestemming van de gemeente, in/op/aan de accommodatie heeft geplaatst;
c. de in lid 7 bedoelde personen die vanwege gebruiker gebruik maken van de accommodatie en zaken die zij bij zich hebben.
Artikel 8 - Inhoud van het gebruiksrecht
1. Aan het gebruiksrecht zijn onlosmakelijk de volgende kenmerken verbonden:
a. de gemeente kan, voorafgaand of tijdens het gebruik, nadere en gebruiker bindende aanwij- zingen geven over in welk deel van een accommodatie het gebruiksrecht kan worden uitgeoe- fend;
b. het gebruiksrecht geeft geen toegang tot of recht op gebruik van niet in de boeking genoemde gedeelten van de accommodatie;
c. het gebruiksrecht geeft geen toegang tot of recht op gebruik van de in of op de accommodatie aanwezige personeelsruimten, technische ruimten en bergruimten, evenals, maar niet beperkt
tot, daken en goten. Toegang tot deze ruimten is slechts toegestaan na voorafgaande toe- stemming van de gemeente;
d. het gebruiksrecht omvat niet het gebruik van een eventueel in/op de accommodatie aanwezige kantine/verenigingsruimte of horecabedrijfsruimte;
e. gebruiker zal tijdens zijn gebruiksmomenten werkzaamheden moeten toestaan indien deze werkzaamheden kunnen worden verricht terwijl gebruik van de accommodatie door gebruiker mogelijk is;
f. derden hebben, met toestemming van de gemeente, ook toegang tot de accommodatie;
g. gebruiker kan geen rechten ontlenen aan eerdere of lopende gebruiksrechten, noch ten aan- zien van gebruiksmomenten, noch ten aanzien van de accommodatie waarin het gebruiksrecht wordt uitgeoefend voor aanvragen in de toekomst;
h. het is de gebruiker toegestaan om diens deelnemers, andere gebruikers of derden aan te spre- ken op de naleving van deze algemene voorwaarden en/of in de accommodatie van toepassing zijnde huisregels of bezoekersvoorwaarden.
2. Zonder voorafgaande toestemming, is het gebruiker niet toegestaan om:
a. de accommodatie te (onder)verhuren of in bruikleen te geven aan een derde;
b. het gebruiksrecht door te leveren of in gebruik te geven aan een derde;
c. gebruiksmomenten met een derde te ruilen.
3. Er kan in principe geen gebruiksrecht worden verkregen op de volgende dagen: algemeen erkende feestdagen (1e paasdag, 1e pinksterdag, 1e kerstdag), op nieuwjaarsdag, op de dag waarop de verjaardag van de koning(in) gevierd wordt, alsmede op nationale feest- en rouwdagen en andere door de gemeente vastgestelde dagen. De gemeente kan besluiten van deze 'sluitingsdagen' af te wijken, zo nodig onder het stellen van nadere voorwaarden aan de gebruiker.
4. De gemeente kan per accommodatie openingstijden vaststellen. Deze kunnen te allen tijde door de gemeente worden gewijzigd. De gemeente maakt de gewijzigde openingstijden – uiterlijk één maand voor de datum van inwerkingtreding - op passende wijze aan de gebruiker bekend. Het ge- bruiksrecht kan slechts plaatsvinden binnen de door de gemeente vastgestelde openings- en slui- tingstijden.
5. De gemeente kan in voorkomende gevallen toestemming verlenen voor het, niet aard- en nagel- vast, aanbrengen van bepaalde (verenigings)uitingen van de gebruiker in de accommodatie, bij- voorbeeld gericht op het werven van leden, het bekend maken van bepaalde activiteiten of evene- menten e.d.
6. Het is gebruiker zonder voorafgaande toestemming van de gemeente niet toegestaan om in/op de accommodatie:
a. kraampjes, tenten, keetwagens, luchtkussens, bergingen, lichtmasten met armaturen of andere tijdelijke of permanente opstallen op te richten;
b. camera’s en/of videoapparatuur te installeren;
c. wijzigingen en/of aanpassingen van welke aard dan ook aan te (doen) brengen;
d. (permanente) reclame aan te brengen of anderszins reclame te maken;
e. stroom verbruikende apparaten aan te sluiten. Apparaten zonder CE keurmerk zijn nooit toe- gestaan;
f. uitgezonderd accommodaties voor hondensport-activiteiten, (huis)dieren toe te laten, met uit- zondering van blindengeleidehonden of hulphonden van personen met beperkingen en aange- lijnde honden op buitenaccommodaties;
g. tenzij er sprake is van een opvolgende gebruiker de verlichting te laten branden na het ge- bruiksmoment anders dan de daarvoor bestemde nood- of nachtverlichting;
h. te komen of te blijven indien er een akoestisch alarm in werking is.
Artikel 9 - Activiteit gebonden zaken
1. Activiteit gebonden zaken (waaronder sportattributen en speeltoestellen) die door de gemeente in het kader van het gebruiksrecht aan gebruiker ter beschikking worden gesteld, mogen door ge- bruiker op geen enkele andere wijze worden gebruikt dan voor het doel waarvoor zij aan hem door de gemeente ter beschikking zijn gesteld. Dergelijke zaken blijven te allen tijde eigendom van de gemeente en dienen door gebruiker, in de staat waarin zij ter beschikking werden gesteld behou- dens normale slijtage en veroudering, aan de gemeente te worden geretourneerd. Eventuele schade wordt op gebruiker verhaald.
Gebruiker dient bedoelde zaken zorgvuldig en in overeenstemming met de gebruiksvoorschriften op te bouwen, te gebruiken en na afloop van elk gebruiksmoment op te bergen.
2. Het is gebruiker niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de gemeente de hem ter beschikking gestelde activiteit gebonden zaken uit of van de accommodatie te verwijderen en bui- ten de accommodatie, en/of voor andere doeleinden dan waarvoor zij kennelijk zijn bestemd te gebruiken.
3. Indien bij en als onderdeel van het gebruiksrecht activiteit gebonden zaken of andere zaken aan gebruiker ter beschikking worden gesteld, wordt dit vastgelegd bij de boeking. Gebruiker mag uit- sluitend gebruik maken van de in de boeking genoemde zaken.
4. Zo nodig verstrekt de gemeente gebruiker de bij de aan gebruiker ter beschikking gestelde zaken behorende gebruiksvoorschriften en/of mondelinge instructies met betrekking tot het gebruik en of het stallen daarvan.
5. De gebruiker kan eigen zaken slechts (structureel) in de accommodatie stallen indien hiervoor vooraf toestemming is gegeven door de Gemeente. Stalling geschiedt voor eigen rekening en ri- sico; de gemeente is niet aansprakelijk voor beschadiging, diefstal of anderszins verlies van (eco- nomische) waarde van zaken van gebruiker en is niet gehouden deze te verzekeren. Voor het plaatsen van elektrische apparaten geldt dat deze brandveilig dienen te zijn (in plaatsing en in ge- bruik) en voorzien van het KEMA keurmerk en een CE markering. Afspraken met de gemeente over het stallen van zaken van de gebruiker maken geen deel uit van de gebruiksovereenkomst en lei- den tot een afzonderlijke rechtsverhouding.
Artikel 10 - Sleutelgebruik
1. Als het gebruiksrecht betrekking heeft op een sleutelpand, kan de gemeente een sleutel of digitale code aan de gebruiker ter beschikking stellen, waarmee deze zichzelf toegang kan verschaffen tot het sleutelpand. Ingeval van ontvangst van een fysieke sleutel is Gebruiker gehouden een daartoe bestemde sleutelverklaring te ondertekenen. Dupliceren van de ter beschikking gestelde sleutel(s) en/of het ter beschikking stellen van de digitale code aan derden is niet toegestaan. Voor de af- gifte van een sleutel kan de gemeente van de gebruiker verlangen een waarborgsom te voldoen. De hoogte van de waarborgsom wordt vooraf aan gebruiker meegedeeld.
2. Bij verlies of vermissing van een verstrekte sleutel dient gebruiker direct maar uiterlijk binnen 24 uur hiervan kennis te geven aan de gemeente. Gebruiker is aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele verlies dan wel niet tijdig retourneren van een sleutel. De hiermee verband houdende kosten, zijnde een door de gemeente vast te stellen bedrag van maximaal EUR 150,-, kunnen door de gemeente aan gebruiker in rekening worden gebracht. De gemeente is bevoegd maar niet ge- houden om deze kosten met de waarborgsom te verrekenen. Indien de gebruiker kennis heeft dat de digitale code in handen is van derden dient de gebruiker de gemeente hierover zo spoedig mo- gelijk te informeren zodat de code kan worden vervangen.
3. Bij beëindiging van de gebruiksovereenkomst, dan wel op een ander door de gemeente bij afgifte van een sleutel aangegeven tijdstip, dient gebruiker een verstrekte sleutel direct maar uiterlijk bin- nen 48 uur na het eindigen van de gebruiksovereenkomst bij de gemeente in te leveren, waarna de waarborgsom wordt teruggegeven. Over de waarborgsom wordt geen rente vergoed.
4. Gebruiker dient na elk gebruiksmoment van de accommodatie de ramen en deuren te sluiten, alle ruimten te controleren op achtergebleven dan wel ingesloten personen en spullen, alle lichtpunten uit te schakelen en het alarm in te schakelen (beiden indien en voorzover van toepassing) en de accommodatie deugdelijk af te sluiten.
Artikel 11 - Bijzondere activiteiten van de gebruiker
1. Gebruik van het gebruiksrecht voor activiteiten die afwijken van de boeking en/of activiteiten waarbij het aantal deelnemers/bezoekers afwijkt van hetgeen gebruikelijk is en/of activiteiten die als zodanig door de gemeente zijn bestempeld, is alleen mogelijk na vooraf verkregen toestem- ming van de gemeente. De gemeente kan aan deze toestemming nadere voorwaarden verbinden, daaronder uitdrukkelijk begrepen nadere voorwaarden met betrekking tot (de hoogte van) de ge- bruiksvergoeding en vergoeding van eventuele extra door de gemeente te maken kosten. De ge- meente kan een aandeel verlangen in de opbrengsten uit entreegelden, reclame, commerciële ra- dio-, televisie- en/of videopnamen. Tevens kan de gemeente een aandeel verlangen in de ont- vangsten van door gebruiker met toestemming van de gemeente ondernomen horeca en/of andere verkoopactiviteiten.
2. Gebruiker is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen en het behouden van de ver- eiste vergunningen, ontheffingen en toestemmingen - hoe genaamd ook - die daarvoor benodigd zijn . Gebruiker is in dit verband verplicht zelf te onderzoeken of voor een dergelijk evenement bij- zondere vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen zijn vereist en deze zo nodig te verkrij- gen en te behouden. De aan het verkrijgen van de vergunningen, ontheffingen en toestemmingen verbonden kosten zijn voor rekening van gebruiker.
3. Het aangaan van een gebruiksovereenkomst of verkrijgen van een privaatrechtelijke toestemming houdt uitdrukkelijk geen toezegging in dat publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen die nodig zijn voor het gebruik zullen worden verleend. Dit zijn twee volstrekt ge- scheiden trajecten. Het niet verkrijgen van de benodigde publiekrechtelijke vergunning(en), ont- heffing(en) en/of toestemming(en) leidt op geen enkele wijze tot aansprakelijkheid van de ge- meente.
4. Gebruiker verstrekt de gemeente in voorkomende gevallen een afschrift van de aan de activiteiten verbonden vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen binnen drie dagen nadat deze door het bevoegde gezag zijn verleend en in ieder geval voor aanvang van het gebruik. Bovendien ver- strekt gebruiker op eerste verzoek aan de gemeente tevens een draaiboek en een calamiteitenplan.
5. Voor zover de vereiste vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen slechts kunnen worden verleend na het aanbrengen van bepaalde voorzieningen in en/of op en/of aan de accommodatie, dient gebruiker de gemeente daarvoor vooraf schriftelijk toestemming te vragen. De kosten van het aanbrengen en verwijderen van genoemde voorzieningen komen voor rekening van gebruiker.
6. Indien met toestemming van de gemeente muziek ten gehore wordt gebracht tijdens het evene- ment of gebruik wordt gemaakt van geluids- en/of audiovisuele apparatuur mogen de in de wet en regelgeving opgenomen normen niet worden overschreden.
Artikel 12 - Handelen in strijd met gebruiksrecht
1. Voor zover gebruiker en/of namens deze in de accommodatie aanwezige personen handelen in strijd met het bepaalde in de gebruiksovereenkomst heeft de gemeente - het recht om:
a. dezen te (laten) verwijderen uit de accommodatie; en/of
b. hen de toegang tot de gemeentelijke accommodatie(s) te ontzeggen, hetzij definitief, hetzij voor een door de gemeente te bepalen periode; en/of
c. aan de gebruiker een van de navolgende boetes op te leggen, te betalen aan de gemeente, onverminderd de bevoegdheid van de gemeente tot het vorderen van aanvullende schadeloosstelling volgens de wet:
- bij gebruik langer dan de overeengekomen duur: een boete ter grootte van de gebruiks- vergoeding voor de extra gebruiksduur (bij welzijnsactiviteiten wordt het 100% tarief ge- hanteerd ) verhoogd met EUR 50,- administratiekosten;
- bij gebruik, anders dan overeengekomen, of een, zonder legitieme reden, niet gebruikt gebruiksrecht: een boete ter grootte van twee (2) maal de verschuldigde gebruiksvergoe- ding (bij welzijnsactiviteiten wordt twee maal het 100% tarief gehanteerd);
- bij gebruik zonder gebruiksrecht: een boete ter grootte van maximaal EUR 500,-. Indien hierbij gebruik is gemaakt van een gedupliceerde of als vermist opgegeven sleutel wordt deze boete verhoogd met maximaal EUR 500,- en krijgt gebruiker een permanente ont- zegging voor alle gemeentelijke locaties.
2. Indien de gemeente van een of meer van voornoemde rechten gebruik maakt, dit naar de beoorde- lingsvrijheid van de gemeente, is de gemeente niet gehouden tot restitutie van enige al van ge- bruiker ontvangen gebruiksvergoeding en/of het betalen van enige schade- of kostenvergoeding aan gebruiker.
3. Gebruiker is verplicht de bovenstaande kosten en boetes integraal en op eerste aanzegging aan de gemeente te voldoen.
4. Voor accommodaties waarin namens de gemeente een beheerder aanwezig is, of ingeval van wel- zijnsaccommodaties of –activiteiten een (uitvoerend) sociaal makelaar namens de welzijnsorgani- satie aanwezig is, is deze namens de gemeente gerechtigd gebruiker of de door of vanwege ge- bruiker tot de accommodatie toegelaten personen op zijn handelen in voormelde zin aan te spre- ken en dezen desgewenst te verwijderen uit de accommodatie.
Artikel 13 - Schade
1. Gebruiker dient schade aan de accommodatie of door de gemeente ter beschikking gestelde activi- teit gebonden zaken onmiddellijk na constatering aan de gemeente te melden en tenminste binnen 3 dagen schriftelijk, dan wel op elke andere door de gemeente toegestane wijze, aan de gemeente te bevestigen. Indien gebruiker hiermee in gebreke blijft, wordt de accommodatie geacht in goede staat te zijn geweest bij aanvang van het gebruik(smoment).
2. Voor rekening van gebruiker is schade die door hem, en/of door personen die zich als deelnemer aan activiteiten, bezoeker of gast vanwege gebruiker in of op de accommodatie bevinden, in of aan de accommodatie en de door de gemeente ter beschikking gestelde zaken en/of andere zaken is veroorzaakt.
3. Indien de gemeente na afloop van een gebruiksmoment schade in of aan de accommodatie consta- teert, die niet bij haar is gemeld, kan zij die schade voor rekening van de laatste gebruiker bren- gen, tenzij betreffende gebruiker de schade bij aanvang heeft gemeld, of aantoont dat de schade niet aan hem kan worden toegerekend. Ingeval van medegebruik zijn alle gebruikers hoofdelijk aansprakelijk.
4. De gemeente zorgt voor herstel van de schade; gebruiker dient de kosten van herstel van de schade, waarvoor hij aansprakelijk is, op eerste aanzegging aan de gemeente te vergoeden. Hierbij is het de gemeente toegestaan om pas over te gaan tot herstel nadat de herstelkosten door ge- bruiker aan de gemeente zijn voldaan.
Artikel 14 - Gebruiksvergoeding, betaling en BTW
1. De gebruiker betaalt voor elk gebruiksrecht een door de gemeente daarvoor vast te stellen ge- bruiksvergoeding. De gebruiksvergoeding wordt gebaseerd op door de gemeente gehanteerde uniforme tarieven. In individuele gevallen kan de gemeente van de uniforme tarieven afwijken.
2. De tarieven voor gebruiksrechten voor Sport worden jaarlijks geïndexeerd op basis van een door de gemeente vast te stellen index die gerelateerd is aan de ontwikkeling van de kostprijs. Onver- minderd dit recht heeft de gemeente het recht om de tarieven te herijken en aan te passen aan de
dan geldende beleidslijnen; hiervoor geldt de procedure als bedoeld in artikel 2 lid 3. Voornoemde aanpassing van de tarieven mag maar eens per 4 jaar plaatsvinden. Dit betekent dat als het tarief wordt aangepast de eerst volgende mogelijkheid voor aanpassing vanaf 4 jaar daarna kan plaats- vinden.
3. De tarieven voor overige gebruiksrechten kunnen tussentijds op elk moment worden geïndexeerd en/of worden herijkt en aangepast aan de dan geldende beleidslijnen; voor de vaststelling geldt geen bijzondere procedure.
4. Eventuele (incasso)kosten die gemeente maakt als gevolg van niet (tijdig) betalen door gebruiker komen volledig voor rekening van gebruiker.
5. Afhankelijk van de inhoud van het gebruiksrecht kan de gebruiksvergoeding worden belast met omzetbelasting; de omvang van de omzetbelasting is afhankelijk van de aard van het ge- bruik(srecht). Indien en voor zover sprake is van de mogelijkheid om te opteren voor een met om- zetbelasting belaste gebruiksvergoeding, heeft de gemeente het recht daartoe te opteren of juist van het opteren af te zien.
Artikel 15 - Overige algemene bepalingen
1. De gebruiker kan alleen aan een toestemming namens de gemeente rechten ontlenen als deze schriftelijk is gegeven. Aan een eventuele toestemming kunnen nadere voorwaarden worden ver- bonden, die in dat geval bij het vastleggen van de boeking of zoveel eerder of later als mogelijk door de gemeente zullen worden vastgelegd. Het handelen in strijd met een verkregen toestem- ming wordt gekwalificeerd als een toerekenbare tekortkoming van de gebruiker.
2. De gemeente heeft het recht om in, op en/of bij de accommodatie camera’s te plaatsen in het ka- der van het handhaven van de openbare orde en voor het toezicht op haar eigendommen. Indien sprake is van cameratoezicht zal de gemeente dit in, op of bij de accommodatie kenbaar maken. Alleen daartoe bevoegde personen kunnen de opgeslagen camerabeelden uitlezen.
3. Gebruiker is niet gerechtigd de rechten en verplichtingen uit de gebruiksovereenkomst zonder voorafgaande toestemming van de gemeente aan een derde over te dragen.
4. Indien meerdere gebruikers gezamenlijk, in overleg, beslissingen dienen te nemen maar gezamen- lijk geen overeenstemming bereiken, zal gemeente adviseren. Het advies van gemeente is bindend voor partijen.
5. Bij enig geschil tussen gebruiker en gemeente beslist de bevoegde rechter in het arrondissement Midden-Nederland, rechtbank Utrecht.
6. De rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door Nederlands recht.
B BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR SPECIFIEKE TYPEN GEBRUIKSRECHTEN
B1 SPORT
Artikel 16 - Gebruiksrecht sport algemeen
1. Tenzij in deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst anders is bepaald, zorgt de gemeente bij het verschaffen van een gebruiksrecht voor sportactiviteiten:
– ingeval van binnensportaccommodaties en zwembaden: voor de schoonmaak en het legen van vuilnisbakken;
– voor energie, verwarming en (warm) water;
– voor het op peil houden van een goede luchtbehandeling, voor zover redelijkerwijs mogelijk in verband met de klimatologische omstandigheden;
– voor het bespeelbaar maken en houden voor zover het betreft sportvelden/-vloeren.
2. Tenzij in deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst anders is bepaald en voor zover deze zaken in eigendom zijn bij de gemeente, omvat het gebruiksrecht voor sportactiviteiten mede het gebruik van:
– door de gemeente aan te geven (onderdelen van) kleed-, en scheidsrechtersruimten en tribu- nes. Het gebruik ervan is vanaf 15 minuten voor aanvang en tot 30 minuten na beëindiging van het gebruiksmoment toegestaan. Kleed- en scheidsrechtersruimten zijn uitsluitend bestemd voor omkleden en douchen;
– de EHBO-/massageruimte (voor zover aanwezig). Gebruiker kan van deze ruimten gebruikma- ken in overeenstemming met de bestemming ervan. Gebruik in het kader van EHBO heeft altijd voorrang op gebruik in het kader van massage. De ruimte dient na gebruik in goede staat te worden achtergelaten; oplevering gebruiksgereed.
3. Kleed-, scheidsrechters- en EHBOruimten dienen na gebruik netjes en schoon (d.w.z. zonder zichtbare sporen van het voorafgaande gebruik) te worden achtergelaten; eventuele flip-overs en de wandborden dienen leeg en schoon te zijn.
4. Geen onderdeel van het gebruiksrecht is gebruik van klein sport- en spelmateriaal en verbruiksar- tikelen. Gebruiker dient hiervoor zelf te zorgen.
5. De gemeente levert de accommodatie telkens gebruiksgereed op aan gebruiker, echter zonder het aanbrengen van de benodigde sport- en spelattributen en/of speeltoestellen en dergelijke. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, dient gebruiker zelf zorg te dragen voor het opbouwen, verwijderen en weer opbergen van de gebruikte attributen. Deze dienen te worden opgeborgen op de daarvoor bestemde plaatsen in de accommodatie.
6. De warming-up en de cooling-down dienen binnen de voor gebruiker geldende gebruiksmo- ment(en) te gebeuren. Dit geldt ook voor het klaarzetten en opruimen van materialen.
7. De seizoenen en openingstijden worden vastgesteld door de gemeente.
8. In aanvulling op artikel 2 lid 7 en 14 lid 5 geldt dat het gebruiksrecht voor sport voor de fiscale re- gelgeving kwalificeert als “het geven van gelegenheid tot sportbeoefening” als gevolg waarvan geen btw verschuldigd is over de gebruiksvergoeding. Zowel de gemeente als de gebruiker spant zich in om te voldoen aan alle daarvoor geldende wettelijke voorwaarden en verplichtingen. Mocht de gebruiksovereenkomst in een individueel geval op grond van fiscale regelgeving kwalificeren als “verhuur” dan opteren de gemeente en de gebruiker voor “met btw belaste verhuur”. In dat geval is het normale btw-tarief van toepassing.
9. De voorwaarden uit dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de gebruiksrechten voor binnensport (B 1.1), buitensport (B 1.2), atletiek (B 1.3) en zwemmen (B 1.4). Ingeval van strijdig- heid gaat de inhoud van deel B 1.1, deel B 1.2, deel B 1.3, respectievelijk deel B 1.4 vóór ten op- zichte van de voorwaarden uit dit artikel.
Artikel 17 - Aanvullende begrippen
1. De uitoefening van gebruiksrechten op basis van een gebruiksovereenkomst voor een geheel sei- zoen, in plaats van voor een of meer individuele gebruiksmomenten, wordt aangeduid als ‘sei- zoengebruik’ door een ‘seizoengebruiker’. Voorts worden onderscheiden: een seizoengebruiker mét eigen verenigingsruimte en een seizoengebruiker zonder eigen verenigingsruimte. Onder ‘ei- gen verenigingsruimte’ wordt verstaan een kantine of clubgebouw, die/dat op een gemeentelijk sportpark is gerealiseerd met toestemming van de gemeente en (economisch) eigendom is van ge- bruiker of een aan deze gelieerde stichting, dan wel door gebruiker van de gemeente gehuurd is (de huurovereenkomst voor de verenigingsruimte betreft een andere rechtsverhouding dan de ge- bruiksovereenkomst).
2. Tenzij expliciet anders aangegeven wordt met ‘gebruiker’ in het navolgende zowel de seizoenge- bruiker (met of zonder verenigingsruimte) als de gebruiker die niet gedurende een geheel seizoen, maar juist op incidentele basis gebruik maakt van een accommodatie, bedoeld.
B1.1 BINNENSPORT
Artikel 18 - Gebruiksrecht binnensport
1. Onder het gebruiksrecht voor binnensport vallen alle sportactiviteiten die in een gymzaal, sport- zaal, turnzaal of sporthal worden beoefend. De gemeente kan in voorkomende gevallen zelf beslis- sen of een bepaalde sportactiviteit al dan niet tot het gebruiksrecht voor binnensport wordt gere- kend.
2. Onder het gebruiksrecht voor binnensport vallen niet:
– atletiek buiten: hiervoor geldt deel B 1.3 van deze algemene voorwaarden (voor atletiekbeoefe- ning binnen geldt onverkort het bepaalde in deel B1.1);
– zwemmen binnen of buiten: hiervoor geldt deel B 1.4 van deze algemene voorwaarden.
3. In verband met gebruik van kleed-, scheidsrechters- en EHBO-ruimten dient gebruiker zich bij aankomst te melden bij de dienstdoende medewerker van de gemeente.
4. De bediening van geluid-, licht- en overige technische installaties is voorbehouden aan medewer- kers van de gemeente dan wel een door de gemeente aangewezen contactpersoon van gebruiker.
5. Het gebruik van scheidingswanden dient in voorkomende gevallen plaats te vinden op de door de gemeente voorgeschreven wijze.
6. Het is gebruiker zonder voorafgaande toestemming van de gemeente niet toegestaan om in/op de accommodatie stroom verbruikende apparaten aan te sluiten; apparaten zonder CE keurmerk zijn nooit toegestaan.
Artikel 19- Inroostering seizoengebruik en incidentele uren
1. Voor de verdeling van de uren in de binnensportlocaties geldt dat benodigd gebruik door on- derwijsinstellingen, waar gemeente een zorgplicht voor heeft, op de doordeweekse schooluren voorrang krijgt op elk ander gebruik. Scholen leveren hiertoe voorafgaand aan elke schooljaar een planning aan gebaseerd op de klokuren waarop zij recht hebben. Na goedkeuring door gemeente ontvangen de scholen een bevestiging van de geboekte uren.
2. Voor de verdeling van de uren in de sporthallen geldt dat aanvragen vanuit de ZVC voorrang heeft op overige aanvragen. De ZVC verdeelt de beschikbare uren in de verschillende gemeen- telijke sporthallen aan de hand van objectieve criteria zoals vastgelegd in het document zaal- verdelingscriteria sporthallen Utrecht. De ZVC levert hiertoe jaarlijks voorafgaande aan elk sei- zoen een, door alle partijen die zij vertegenwoordigen, goedgekeurde planning aan. Na goed- keuring van deze planning door gemeente, dient deze als basisindeling voor de sporthallen van het betreffende seizoen en ontvangt gebruiker een bevestiging van de boekingen.
3. Voor de verdeling van de uren in de overige binnensportlocaties maakt gemeente een planning op basis van het gebruik van het lopende seizoen. Hiervoor geldt dat gebruikers die wekelijks huren een voorstel krijgen voor de planning van het nieuwe seizoen. Na goedkeuring van het voorstel ontvangen gebruikers een bevestiging van de geboekte uren.
4. Alle resterende uren zijn beschikbaar voor incidentele boekingen waarbij de volgorde van bin- nenkomst bepalend is voor het toekennen van de aanvragen.
Artikel 20 - Vloeren
1. Vanwege de kwetsbaarheid van sportvloeren is het de gebruiker, ongeacht de aard van de activitei- ten, niet toegestaan om, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming:
a. de sportvloer anders te betreden dan op blote voeten of sportschoenen die geen strepen ach- terlaten op de vloer en die niet buiten zijn gedragen;
b. op de sportvloer te eten;
c. op de sportvloer andere dranken te nuttigen dan water of sportdranken;
d. hars te gebruiken.
Voor specifieke speeloppervlakken (zoals die voor atletiek binnen) kunnen afwijkende regels gel- den.
2. In geval van gebruik van de vloer anders dan voor sport dient hierover vooraf door gebruiker met de gemeente te worden overlegd. Ander gebruik is slechts toegestaan dan na voorafgaand verkre- gen toestemming van de gemeente. Daarbij kan de gemeente het nemen van extra maatregelen (zoals het afdekken van de vloer) aan gebruiker opleggen.
Artikel 21 - Sport- en spelattributen
Het gebruik van toestellen voor schoolgymnastiek en turnen door gebruiker is uitsluitend toegestaan onder leiding van een persoon, die een daartoe vereiste opleidingsbevoegdheid bezit . Indien in een onverhoopt geval sprake is van niet de juiste/geen opleidingsbevoegdheid dan is dit volledig voor re- kening en risico van de gebruiker en de gebruiker vrijwaart de gemeente voor enige claims dienaan- gaande
B1.2 BUITENSPORT
Artikel 22 - Gebruiksrecht buitensport
1. Onder het gebruiksrecht voor buitensport vallen in elk geval de volgende in de buitenlucht beoe- fende sportactiviteiten: voetbal, hockey, handbal, korfbal, cricket, frisbee, lacrosse, american foot- ball, rugby, honkbal, softbal, boogschieten en varianten hierop zoals beach-volleybal. De ge- meente kan in voorkomende gevallen zelf beslissen of een bepaalde sportactiviteit al dan niet tot het gebruiksrecht voor buitensport wordt gerekend.
2. Onder het gebruiksrecht voor buitensport vallen niet:
– atletiek binnen: hiervoor geldt deel B 1.1 van deze algemene voorwaarden;
– atletiek buiten: hiervoor geldt deel B1.3 van deze algemene voorwaarden;
– zwemmen binnen en buiten: hiervoor geldt deel B 1.4 van deze algemene voorwaarden.
3. Het gebruiksrecht voor buitensport kan voor de seizoengebruiker betrekking hebben op het recht om voor de in lid 1 bedoelde sportactiviteiten gebruik te mogen maken van:
a. een of meer wedstrijdvelden, met bij ieder wedstrijdveld het gebruik van 2 kleedruimten en het medegebruik van een scheidsrechters- en een EHBO-ruimte (indien aanwezig); of
b. een of meer andere velden, met bij ieder veld het gebruik van een of meer kleedruimten.
4. Het gebruiksrecht voor buitensport voor de gebruiker die geen seizoengebruiker is omvat niet de in lid 3 genoemde ruimten. Hiervoor dienen tussen de gebruiker en de gemeente of
seizoengebruiker aanvullende afspraken gemaakt te worden indien en voor zover mogelijk. Met scholen waarvoor gemeente een zorgplicht heeft ten aanzien van het beweegonderwijs worden af- spraken gemaakt over het gebruik van kleedkamers.
5. Het gebruik van dug-outs en/of tribunes behoort – tenzij anders overeengekomen - niet tot het gebruiksrecht.
6. De nuts- en overige kosten (waaronder maar niet beperkt tot de onderhoudskosten, de afschrij- vingskosten en de administratiekosten) voor het gebruik van eventuele lichtinstallatie(s) rondom de velden die in eigendom zijn van de gemeente, zijn voor rekening van de gebruiker. De integrale kosten hiervoor separaat van de gebruiksvergoeding door de gemeente worden doorbelast aan de gebruiker op basis van de uren dat de gebruiker gebruik heeft gemaakt van de lichtinstallatie. Deze vergoeding zal bestaan uit een vaste component ten aanzien van de overige kosten en een variabele component ten aanzien van de nutskosten welke variabele component afhankelijk is van de tarieven van de nutsleverancier. De vergoeding wordt door de gemeente vastgesteld.
Indien de gebruiker gebruikt wenst te maken van eventuele lichtinstallatie(s) die niet in eigendom zijn bij de gemeente dient de gebruiker hier zelf afspraken over te maken met de eigenaar van deze installaties.
7. Alle nutskosten die samenhangen met de eigen verenigingsruimte zijn voor rekening van de ge- bruiker. Voor zover de nutsleveranties in een verenigingsruimte niet al rechtstreeks in rekening worden gebracht bij de seizoengebruiker,. dan zullen de kosten hiervoor in aanvulling op de ge- bruiksvergoeding separaat worden doorbelast aan de gebruiker.
8. Vuilnisbakken dienen te worden geleegd door de seizoengebruiker(s) die op de betreffende ac- commodatie een eigen kantine heeft/hebben.
9. In aanvulling op artikel 3 lid 2 geldt: bij het behandelen van aanvragen voor een gebruiksrecht voor buitensportaccommodaties gedurende schooltijden geeft de gemeente voorrang aan een aanvraag van een school(bestuur) ten opzichte van een aanvraag van een seizoengebruiker of andere ge- bruiker.
10. In afwijking van artikel 8 lid 3 kunnen voor gebruik van buitensportaccommodaties tijdens feest- dagen ook gebruiksrechten worden verkregen.
11. Artikel 8 lid 4 is niet van toepassing voor buitensport. Voor het gebruik van het sportpark gelden onverkort wel bestuursrechtelijke randvoorwaarden, zoals deze onder andere kunnen voortvloeien uit het vigerende bestemmingsplan of toepasselijke vergunningen.
12. Artikel 8 lid 6 onder d en f is niet van toepassing voor buitensport.
13. De gemeente kan bij het gebruiksrecht voor buitensport artikel 13 lid 3 alleen tegen een gebruiker inroepen voor schade die is ontstaan in door de gebruiker af te sluiten (gedeelten van) gebouwen op de accommodatie.
14. Het is verboden om te roken in/op de accommodatie. Voor de definitie van roken sluit de ge- meente aan bij definitie van ‘rookverbod’ uit de Tabaks – en rookwarenwet die geldt op het mo- ment van overtreden van voornoemd rookverbod.
Artikel 23 – Velden en andere speeloppervlakken
1. Tenzij anders is overeengekomen zijn natuurgrasvelden uitsluitend bestemd voor het spelen van wedstrijden onder auspiciën van een sportbond.
2. Het al dan niet geheel of gedeeltelijk kunnen uitoefenen van een gebruiksrecht voor buitensport- activiteiten is afhankelijk van de weersgesteldheid en, in het verlengde hiervan, van een goed- of afkeuring van het veld namens de betrokken sportbond. In geval van wedstrijden onder auspiciën van de KNVB wordt het veld gekeurd door de consul van de KNVB. Als gebruiker het niet eens is met de uitspraak van de consul, beslist de gemeente.
Bij andere veldsporten wordt de beoordeling van een veld aan gebruiker overgelaten. Bij twijfel kan een uitspraak van de gemeente gevraagd worden. Bij keuring van een veld dienen in ieder geval de volgende twee criteria in acht te worden genomen:
a. bestaat er gevaar voor de spelers, met dien verstande dat er een verhoogd risico bestaat op blessures;
b. bestaat er gevaar voor (sterke) beschadiging van het veld.
3. De gemeente heeft het recht om gebruiker het gebruik van een of meer velden te ontzeggen in die gevallen dat de weersgesteldheid gebruik van het veld, naar het uitsluitend oordeel van de ge- meente en voor zover van toepassing de keurende sportbond, niet toelaat. Een dergelijke situatie van overmacht geeft nooit recht op reductie of restitutie van (al betaalde) gebruiksvergoedingen
4. De verantwoordelijkheid voor een juist veldgebruik ligt te allen tijde bij gebruiker. Vooral is ge- bruiker verantwoordelijk voor ernstige schade aan een veld en voor letsel ontstaan door het spelen op een door de gemeente of de betrokken sportbond afgekeurd veld. Indien door onoordeelkundig en/of onjuist gebruik schade is aangebracht aan een veld, is gebruiker in ieder geval verplicht de herstelkosten op eerste aanzegging aan de gemeente te voldoen.
5. Bij langdurige afkeuring van een veld kan gebruiker alleen dan weer gebruik maken van een veld, indien dit bespeelbaar is bevonden na een keuring ter plaatse namens de gemeente en voor zover van toepassing de sportbond.
6. De gemeente zorgt voor de belijning van kunstgras- en (half)verharde velden. Ten aanzien van na- tuurgrasvelden geldt dat de gemeente de belijning eens per jaar (tussen de seizoenen) aanbrengt en het aan de seizoengebruiker(s) is de belijning in stand te houden gedurende het seizoen. In dit verband stelt de gemeente eenmalig een kalkwagen aan de seizoengebruiker(s) ter beschikking. Seizoengebruiker(s) is/zijn verantwoordelijk voor onderhoud, vervanging en stalling van de kalk- wagen.
7. De hekwerken rondom de velden mogen door de seizoengebruiker- en waar meerdere seizoenge- bruikers gehuisvest zijn; door deze seizoengebruikers na goed onderling overleg - worden voor- zien van reclameborden; ieder naar rato van de wedstrijdcapaciteit waarvoor een gebruiksrecht is afgenomen. De van het veld afgekeerde zijden dienen in een niet opvallende kleur te worden uit- gevoerd. Reclameborden dienen afgeronde hoeken te hebben en mogen geen uitsteeksels of an- dere voorzieningen bevatten die schade aan goederen of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. De Nederlandse Reclame Code is op de te plaatsen of geplaatste borden van toepassing. Voorts dienen de reclameborden in overeenstemming te zijn met publiekrechtelijke regelgeving waaron- der maar niet beperkt tot regels met betrekking tot de welstand. Reclameborden komen voor reke- ning en risico van de seizoengebruiker die de borden op het park heeft opgehangen; de seizoen- gebruiker is dus ook zelf ervoor verantwoordelijk dat de reclameborden voldoen aan publiekrech- telijke wet- en regelgeving. Eventuele precarioheffing komt voor rekening van de betreffende sei- zoengebruiker die de borden heeft aangebracht. Leidt het overleg als bedoeld in de eerste volzin niet tot overeenstemming, dan beslist de gemeente.
8. In de huisregels van het desbetreffende sportpark (indien van toepassing) zullen nadere afspraken en verplichtingen worden opgenomen ten aanzien van de openbaar toegankelijkheid en het afslui- ten van het sportpark.
Artikel 24 - Kleed-, scheidsrechters- en EHBO-ruimten
1. Tenzij anders aangegeven of overeengekomen is het gebruik van kleedruimten en eventueel scheidsrechters- en EHBO-ruimten exclusief gebruik van verwarming van de betreffende ruimten en exclusief warm stromend water, maar inclusief koud stromend water en verlichting van die ruimten.
2. Een seizoengebruiker met een eigen verenigingsruimte heeft de mogelijkheid om zelf een voorzie- ning voor verwarming en/of warm stromend water in de kleedruimten aan te brengen, indien deze niet door of namens de gemeente is aangebracht en dit installatietechnisch – naar het oordeel van
de gemeente – mogelijk is. Voor het aanleggen van deze voorzieningen is vooraf toestemming van de gemeente vereist. Bij de toestemming leggen partijen schriftelijk vast in hoeverre de gemeente aan de seizoengebruiker een vergoeding voor de waarde van de voorziening betaalt bij het einde van de gebruiksovereenkomst. Bij het vaststellen van de vergoeding worden gebruikelijke regels voor waardering en afschrijving van dit soort voorzieningen toegepast.
De voorzieningen dienen door een erkend installateur te worden aangelegd en dienen te voldoen aan alle gangbare veiligheidseisen en alle periodieke keuringen en onderhoud conform opgave vanuit de fabrikant. De kosten van aanleg, gebruik, onderhoud, vervanging en beheer zijn voor re- kening van de betreffende seizoengebruiker.
Bij gebruik van deze voorzieningen door andere gebruikers dienen zij hiervoor in goed overleg een gebruiksregeling te treffen met de betreffende seizoengebruiker die de voorziening(en) heeft aan- gebracht. De gebruikers zullen hierbij de instructies van seizoengebruiker in acht nemen.
De seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte die zelf installaties heeft aangebracht met toe- stemming van de gemeente, dient deze bij het eindigen van de gebruiksovereenkomst in de kleed- ruimten achter te laten. Indien het niet mogelijk is om een eigen voorziening voor verwarming en/of warm stromend water aan te leggen en er is wel een voorziening door of namens de ge- meente aangebracht dan kunnen de kosten hiervoor in aanvulling op de gebruiksvergoeding sepa- raat worden doorbelast aan de gebruiker conform het gemeentelijke beleid.
3. De gemeente zorgt bij door of namens haar aangebrachte installaties voor afhandeling van storin- gen, reparaties en vervanging. Storingen, reparaties en vervanging van niet door of namens de ge- meente aangebrachte installaties worden niet door de gemeente bekostigd.
Artikel 25 - Sport- en spelattributen
1. De gemeente faciliteert op natuurgras en kunstgras wedstrijdvelden de 'vaste' sport- en spelattri- buten, gerelateerd aan de betreffende sport. Te denken valt aan vaste doelen voor voetbal, hand- bal, hockey en american football; aan de 'backstop' bij soft- en honkbal; de 'screens' bij cricket; bij korfbal de palen waaraan de korf kan worden gehangen.
2. Tenzij anders is overeengekomen, zorgt gebruiker zelf voor alle overige benodigde sport- en spel- attributen (zoals doelnetten, cornervlaggen, verplaatsbare doelen, korven etc.), alsmede voor het opbouwen/aanbrengen, verwijderen en weer opbergen van deze attributen.
Artikel 26 - Seizoenen en gebruikstijden
1. Voor het gebruiksrecht voor buitensport geldt als 'seizoen' hetgeen door de landelijke sportbond voor de betreffende sport als zodanig wordt gehanteerd. De gemeente is bevoegd hiervan af te wijken.
2. De seizoengebruiker kan met toestemming van de gemeente ook buiten de seizoenen gebruik ma- ken van de accommodatie. De gemeente kan hiervoor een aanvullende gebruiksvergoeding in re- kening brengen. De gemeente neemt bij haar beslissing mee in hoeverre sprake is van planmatig onderhoud of noodzakelijk herstel van natuurgras tussen de seizoenen.
Artikel 27 – Gebruiksovereenkomst seizoengebruik
1. Een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik wordt vastgelegd in de vorm van een contract voor onbepaalde tijd, dat wordt ondertekend namens de gemeente en de seizoengebruiker. Het contract fungeert als raamovereenkomst voor 2 verschillende boekingen die jaarlijks worden vastgelegd :
(1) een boeking voor capaciteit voor wedstrijden en (2) een boeking voor capaciteit voor trainingen. De boekingen hebben een looptijd van één seizoen en kunnen op die manier ‘meebewegen’ met de capaciteitsbehoefte van de seizoengebruiker. De gemeente kan hiervan afwijken.
2. De gemeente gaat met een (potentiële) seizoengebruiker, die nog geen gebruiksovereenkomst met de gemeente heeft, alleen een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik aan als zowel voor wed- strijdcapaciteit als voor trainingscapaciteit boekingen worden gedaan.
3. Indien en voor zover overkoepelende sportbonden normen hebben vastgesteld voor het vaststellen van de capaciteitsbehoefte – op grond van het aantal leden/(norm)elftallen van de seizoengebrui- ker - hanteert de gemeente deze normen als uitgangspunt voor de beoordeling van aanvragen voor seizoengebruik en het eventueel vastleggen van de capaciteit in een daarop volgende boe- king.
4. Indien en voor zover de maximale capaciteit van het sportpark dit toelaat, worden aan de seizoen- gebruiker met eigen verenigingsruimte in principe gebruiksrechten verleend voor de accommoda- tie waar de betreffende verenigingsruimte in stand wordt gehouden.
5. Als er sprake is van de huisvesting van een nieuwe seizoengebruiker op het sportpark, overlegt de gemeente met de bestaande seizoengebruiker(s) over de gevolgen daarvan alvorens met deze een gebruiksovereenkomst aan te gaan. De uiteindelijke beslissing is aan de gemeente.
6. De gemeente is gerechtigd om een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik, tussen het lo- pende seizoen en het nieuwe seizoen (‘seizoen+1’), met onmiddellijke ingang op te zeggen als ge- bruiker - met inachtneming van wat hierover in artikel 29 en 30 is bepaald - besluit geen boeking te doen voor wedstrijden voor seizoen+1.
7. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen in de desbetreffende overeenkomst ten aanzien van de eigen verenigingsruimte is de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte verplicht om bij het einde van de gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik de accommodatie te ontruimen en dient de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte zijn verenigingsruimte en/of andere aanwezige zaken weg te nemen. Indien de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte met de ontrui- mings- en/of wegneemverplichting in verzuim is komen te verkeren, kan de gemeente de zaken van de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte voor rekening en risico van de seizoenge- bruiker met eigen verenigingsruimte ontruimen en/of wegnemen; de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte wordt na het eindigen van de gebruiksovereenkomst geacht al zijn rechten op de achtergebleven zaken te hebben prijs gegeven en aan de gemeente te hebben overgedragen. De gemeente is tot geen enkele (schade-) vergoeding ten opzichte van de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte verplicht.
Direct na ontvangst van de opzegging neemt de gemeente met de seizoengebruiker met eigen ver- enigingsruimte contact op om afspraken te maken over (de wijze van) sloop, overdracht of een vergoedingsregeling. Partijen spannen zich in om zo spoedig mogelijk dergelijke afspraken te ma- ken en deze schriftelijk vast te leggen; onverlet het vorenstaande.
8. Artikel 5 is niet van toepassing op seizoengebruik, met dien verstande dat:
- de gemeente in de in artikel 5 lid 2 genoemde omstandigheden wel gerechtigd is om de sei- zoengebruiker het gebruik van de accommodatie geheel of gedeeltelijk tijdelijk te ontzeggen, zonder dat de gebruiker recht heeft op restitutie van (al betaalde) gebruiksvergoedingen;
- de in artikel 5 lid 2 genoemde omstandigheden niet kwalificeren als een gebrek aan het ge- bruiksrecht.
Artikel 28 – Opzeggen van de gebruiksovereenkomst
1. Een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik kan door één van beide partijen door middel van een schriftelijke (daaronder niet begrepen elektronische) kennisgeving aan de wederpartij worden opgezegd tegen de datum van 31 juli met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 1 en maximaal 3 jaar (de lengte van de opzegtermijn moet redelijk zijn en bij de vaststelling ervan houdt de gemeente rekening met alle omstandigheden, zoals de duur en de aard van het voor- gaande gebruik en de omvang en de looptijd van de financiële verplichtingen ten aanzien van de verenigingsruimte van de seizoengebruiker). De gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik ein- digt daarom niet na het verstrijken van het laatste gebruiksmoment. Het kan in dit verband
voorkomen dat de gebruiksovereenkomst - voor een periode tussen de seizoenen in - geen rech- ten voor de seizoengebruiker meer omvat.
2. Voor een rechtsgeldige opzegging door de gemeente jegens een seizoengebruiker met eigen ver- enigingsruimte is in dit verband vereist dat:
- de gemeente tenminste één jaar voorafgaande aan de opzegging een schriftelijke vooraankon- diging doet aan de seizoengebruiker;
- vertegenwoordigers van de gemeente, voorafgaande aan de daadwerkelijke opzegging, met de seizoengebruiker en SU in overleg treden over (de gevolgen van) de opzegging; en
- dat de wethouder belast met portefeuille Sport voorafgaand aan de (ambtelijke) opzegging hiermee heeft ingestemd. Dit wordt schriftelijk meegedeeld.
De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen, in verband met de aard en inhoud van de ge- bruiksovereenkomst en de omstandigheden van het geval, meebrengen dat opzegging door de ge- meente slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. De gemeente handelt bij een eventuele opzegging niet in strijd met art. 3:13 BW en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
3. Het bepaalde in lid 1 en 2 laat de bevoegdheid van de gemeente om de gebruiksovereenkomst per ommegaande op te zeggen als beschreven in artikel 4 onverlet.
Artikel 29 – Aanvraag en boeking seizoengebruik
1. Voorafgaand aan seizoen+1 dient de seizoengebruiker bij de gemeente een aanvraag in voor de gewenste wedstrijd- en trainingscapaciteit. Een door de seizoengebruiker tijdig ingediende aan- vraag gebruikt de gemeente als uitgangspunt om voor zowel wedstrijd- als trainingscapaciteit een boeking vast te leggen voor seizoen+1. Bij de beoordeling van de aanvraag voor wedstrijdcapaci- teit worden door de gemeente de in artikel 30 genoemde randvoorwaarden in acht genomen.
2. Boekingen voor seizoengebruik hebben een looptijd van telkens één (1) geheel seizoen en kunnen niet anders dan op basis van deze algemene voorwaarden (of nadere schriftelijke afspraken) (tus- sentijds) worden geannuleerd of gewijzigd.
3. Indien voor seizoengebruik niet of niet tijdig een aanvraag voor seizoen+1 wordt ingediend, geldt als uitgangspunt – maar nadrukkelijk niet als verplichting - dat de gemeente voor seizoen+1 boe- kingen voor wedstrijd- en trainingscapaciteit vastlegt op basis van de capaciteit van het daaraan voorafgaande seizoen.
Artikel 30 - Randvoorwaarden wedstrijdcapaciteit seizoengebruik
1. Indien en voor zover de seizoengebruiker voor 'seizoen+1' meer wedstrijdcapaciteit wenst aan te vragen dan de capaciteitsbehoefte die op grond van artikel 27 lid 3 door de gemeente is vastge- steld, kan dit normaliter alleen tot een overeenkomstige boeking leiden indien:
- de seizoengebruiker kan aantonen dat de aanvraag strookt met zijn werkelijke behoefte aan wedstrijdcapaciteit in 'seizoen+1', én;
- de gemeente naar haar uitsluitend oordeel in redelijkheid aan de aanvraag kan voldoen, daarbij onder meer rekening houdende met de capaciteitsbehoefte van andere (seizoen)gebruikers.
2. De gemeente kan, specifiek voor een seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte, normen aan- leggen voor een door de gemeente vereiste minimale afname per seizoen van wedstrijdcapaciteit. Ingeval de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte niet aan deze normen kan voldoen, is de gemeente gerechtigd om de gebruiksovereenkomst op te zeggen met inachtneming van artikel 27. In dat geval geldt een opzegtermijn van 1 jaar.
3. Een seizoengebruiker kan geen aanspraak maken op extra capaciteit indien (na gezamenlijk over- leg) er door de gemeente is vastgesteld dat deze capaciteitsbehoefte er niet is. Hierbij is het niet relevant dat de seizoengebruiker bereid is om voor extra capaciteit (meer) te betalen.
Artikel 31 - Inroostering seizoengebruik
1. Aan de hand van de in de boekingen vastgelegde capaciteitsbehoefte maakt de seizoengebruiker zelf – en op accommodaties waar meerdere seizoengebruikers actief zijn samen met die andere seizoengebruikers - voorafgaande aan het volgende seizoen ('seizoen+1') een indeling van de ge- bruiksmomenten en velden met bijbehorende kleedruimten e.d. op de betreffende accommodatie. De in artikel 26 bedoelde randvoorwaarden voor seizoenen en gebruikstijden zijn hierbij leidend. Dit vindt plaats op basis van een ‘rooster’ dat de seizoengebruiker(s) per seizoen en per accom- modatie, in onderling overleg en met eventuele ondersteuning van de betrokken sportbonden en/of belangenvereniging(en), vaststellen en dat vervolgens door de gemeente wordt goed- of af- gekeurd.
Uitganspunt is dat de beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk gebruik wordt. Hierbij kan er ook sprake zijn van dubbelgebruik van de voorzieningen bijvoorbeeld inhoudende dat een sportveld op één dag door meerdere verenigingen gebruikt kan worden voor verschillende activiteiten.
2. Indien de betrokken seizoengebruikers niet tot overeenstemming kunnen komen over het rooster en/of de gemeente het rooster afkeurt en/of als de gemeente in voorkomende gevallen ook andere gebruikers dan de seizoengebruikers wenst te betrekken bij de totstandkoming van het rooster, is de gemeente bevoegd het rooster zelf vast te stellen, welke indeling in dat geval voor alle betrok- kenen bindend is.
3. In aanvulling op lid 1geldt dat bij het maken van de indeling ook rekening gehouden dient te wor- den met het eventuele schoolgebruik op de velden. Scholen en seizoengebruiker treden bij gelijk- tijdige roosterwensen in gezamenlijk overleg hierover.
B1.3 ATLETIEK
Artikel 32 - Gebruiksrecht atletiek
1. Tenzij anders aangegeven of overeengekomen heeft het gebruiksrecht voor atletiek betrekking op het gebruik van een atletiekbaan buiten met daarbij het gebruik van een of meer kleedruimten en het medegebruik van een scheidsrechters- en een EHBO-ruimte (indien aanwezig). Onder het ge- bruiksrecht voor buitensport valt niet: atletiek binnen - hiervoor geldt deel B 1.1 van deze alge- mene voorwaarden.
2. Tenzij anders aangegeven of overeengekomen is het gebruik van kleedruimten en eventueel scheidsrechters- en EHBO-ruimten exclusief gebruik van verwarming van de betreffende ruimten en exclusief warm stromend water, maar inclusief koud stromend water en verlichting van die ruimten.
3. De gemeente faciliteert bij het gebruiksrecht voor atletiek alleen de 'vaste' sport- en spelattributen, zoals hordes, een hoogspringinstallatie en een vangkooi. Tenzij anders is overeengekomen, zorgt gebruiker zelf voor alle overige benodigde sport- en spelattributen alsmede voor het opbouwen/ aanbrengen en verwijderen en weer opbergen van deze attributen.
4. Indien en voor zover de gebruiker gebruikt maakt van lichtinstallatie(s) rondom de velen die in ei- gendom zijn van de gemeente of gebruik maakt van andere nutsvoorzieningen dan zullen gebrui- ker en de gemeente hierover.
5. De nuts- en overige kosten (waaronder maar niet beperkt tot de onderhoudskosten, de afschrij- vingskosten en de administratiekosten) voor het gebruik van eventuele lichtinstallatie(s) rondom de velden die in eigendom zijn van de gemeente, zijn voor rekening van de gebruiker. De integrale kosten hiervoor separaat van de gebruiksvergoeding door de gemeente worden doorbelast aan de gebruiker op basis van de uren dat de gebruiker gebruik heeft gemaakt van de lichtinstallatie. Deze vergoeding zal bestaan uit een vaste component ten aanzien van de overige kosten en een
variabele component ten aanzien van de nutskosten welke variabele component afhankelijk is van de tarieven van de nutsleverancier. De vergoeding wordt door de gemeente vastgesteld.
6. Indien de gebruiker gebruikt wenst te maken van eventuele lichtinstallatie(s) die niet in eigendom zijn bij de gemeente dient de gebruiker hier zelf afspraken over te maken met de eigenaar van deze installaties.
7. Alle nutskosten die samenhangen met de eigen verenigingsruimte zijn voor rekening van de ge- bruiker. Voor zover de nutsleveranties in een verenigingsruimte niet al rechtstreeks in rekening worden gebracht bij de seizoengebruiker,. dan zullen de kosten hiervoor in aanvulling op de ge- bruiksvergoeding separaat worden doorbelast aan de gebruiker. Vuilnisbakken rondom de atle- tiekbaan dienen te worden geleegd door de seizoengebruiker(s), tenzij anders is overeengekomen
8. De gemeente kan bij het gebruiksrecht voor atletiek artikel 13 lid 3 alleen tegen een gebruiker in- roepen voor schade die is ontstaan in door de gebruiker af te sluiten (gedeelten van) gebouwen op de accommodatie.
9. In afwijking van artikel 8 lid 3 kunnen voor gebruik van atletiekbanen tijdens feestdagen ook ge- bruiksrechten worden verkregen.
10. Artikel 8 lid 4 is niet van toepassing voor de atletiekbanen. Voor het gebruik van de atletiekbaan gelden onverkort wel bestuursrechtelijke randvoorwaarden, zoals deze onder andere kunnen voortvloeien uit het vigerende bestemmingsplan of toepasselijke vergunningen.
11. Het is verboden om te roken in/op de accommodatie. Voor de definitie van roken sluit de ge-
meente aan bij definitie van ‘rookverbod’ uit de Tabaks – en rookwarenwet die geldt op het mo- ment van overtreden van voornoemd rookverbod.
Artikel 33 - Seizoen
Voor het gebruiksrecht voor atletiek geldt als 'seizoen', hetgeen door de landelijke sportbond als zoda- nig wordt gehanteerd. De gemeente is bevoegd hiervan af te wijken.
Artikel 34 – Gebruiksovereenkomst seizoengebruik
1. Een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik wordt vastgelegd in de vorm van een contract voor onbepaalde tijd, dat wordt ondertekend namens de gemeente en de seizoengebruiker. Het contract fungeert als raamovereenkomst voor 1 vast te leggen boeking voor (trainings)capaciteit op een at- letiekbaan. De boeking heeft een looptijd van één seizoen en kan op die manier ‘meebewegen’ met de capaciteitsbehoefte van de seizoengebruiker.
2. De gemeente is gerechtigd om een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik, tussen het lo- pende seizoen en het nieuwe seizoen (‘seizoen+1’), met onmiddellijke ingang op te zeggen als ge- bruiker - met inachtneming van wat hierover in artikel 36 en 37 is bepaald - besluit geen boeking te doen voor seizoen+1.
3. Artikel 5 is niet van toepassing op seizoengebruik, met dien verstande dat:
- de gemeente in de in artikel 5 lid 2 genoemde omstandigheden wel gerechtigd is om de sei- zoengebruiker het gebruik van de accommodatie geheel of gedeeltelijk tijdelijk te ontzeggen, zonder dat de gebruiker recht heeft op restitutie van (al betaalde) gebruiksvergoedingen;
- de in artikel 5 lid 2 genoemde omstandigheden niet kwalificeren als een gebrek aan het ge- bruiksrecht.
Artikel 35 – Opzeggen van de gebruiksovereenkomst
1. Een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik kan door één van beide partijen door middel van een schriftelijke (daaronder niet begrepen elektronische) kennisgeving aan de wederpartij worden opgezegd tegen de datum van 31 juli met inachtneming van een opzegtermijn van 1 jaar. De ge- bruiksovereenkomst voor seizoengebruik eindigt daarom niet na het verstrijken van het laatste ge- bruiksmoment. Het kan in dit verband voorkomen dat de gebruiksovereenkomst - voor een
periode tussen de seizoenen in - geen rechten voor de seizoengebruiker meer omvat. Een ge- bruiksovereenkomst voor seizoengebruik kan door een van beide partijen door middel van een schriftelijke (daaronder niet begrepen elektronische) kennisgeving aan de wederpartij worden op- gezegd tegen de datum van 31 juli met inachtneming van een opzegtermijn van 1 jaar. De ge- bruiksovereenkomst voor seizoengebruik eindigt daarom niet na het verstrijken van het laatste ge- bruiksmoment. Het kan in dit verband voorkomen dat de gebruiksovereenkomst - voor een peri- ode tussen de seizoenen in - geen rechten voor de seizoengebruiker meer omvat.
2. Voor een rechtsgeldige opzegging door de gemeente jegens een seizoengebruiker met eigen ver- enigingsruimte is in dit verband vereist dat:
- vertegenwoordigers van de gemeente, voorafgaande aan de daadwerkelijke opzegging, eerst met de seizoengebruiker en SU in overleg treden over (de gevolgen van) de opzegging; en
- dat de wethouder belast met portefeuille Sport voorafgaand aan de (ambtelijke) opzegging hiermee heeft ingestemd. Dit wordt schriftelijk meegedeeld.
De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen, in verband met de aard en inhoud van de ge- bruiksovereenkomst en de omstandigheden van het geval, meebrengen dat opzegging door de ge- meente slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. De gemeente handelt bij een eventuele opzegging niet in strijd met art. 3:13 BW en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
3. Het bepaalde in lid 1 en 2 laat de bevoegdheid van de gemeente om de gebruiksovereenkomst per ommegaande op te zeggen als beschreven in artikel 4 onverlet.
Artikel 36 – Aanvraag en boeking seizoengebruik
1. Voorafgaand seizoen+1 dient de seizoengebruiker bij de gemeente een aanvraag in voor (trai- nings)capaciteit op een atletiekbaan. Een door de seizoengebruiker tijdig ingediende aanvraag ge- bruikt de gemeente als uitgangspunt om een boeking vast te leggen voor seizoen+1.
2. Een boeking voor seizoengebruik heeft een looptijd van telkens één (1) geheel seizoen en kan niet anders dan op basis van deze algemene voorwaarden (of nadere schriftelijke afspraken) (tussen- tijds) worden geannuleerd of gewijzigd.
3. Indien voor seizoengebruik niet of niet tijdig een aanvraag voor seizoen+1 wordt ingediend, geldt als uitgangspunt – maar nadrukkelijk niet als verplichting - dat de gemeente voor seizoen+1 een boeking vastlegt op basis van de capaciteit van het daaraan voorafgaande seizoen.
Artikel 37 - Inroostering seizoengebruik
1. Aan de hand van de in de boeking vastgelegde capaciteitsbehoefte maakt de seizoengebruiker met andere seizoengebruikers voorafgaande aan seizoen+1 een indeling van de gebruiksmomenten met bijbehorende kleedruimten e.d. op de betreffende accommodatie. Dit vindt plaats op basis van een ‘rooster’ dat de seizoengebruikers per seizoen en per accommodatie, in onderling overleg en met eventuele ondersteuning van de betrokken sportbonden en/of belangenvereniging(en), vast- stellen en dat vervolgens door de gemeente wordt goed- of afgekeurd.
2. Indien de betrokken seizoengebruikers niet tot overeenstemming kunnen komen over het rooster en/of de gemeente het rooster afkeurt en/of als de gemeente in voorkomende gevallen ook andere gebruikers dan de seizoengebruikers wenst te betrekken bij de totstandkoming van het rooster, is de gemeente bevoegd het rooster zelf vast te stellen, welke indeling in dat geval voor alle betrok- kenen bindend is.
B1.4 ZWEMMEN
Artikel 38 - Gebruiksrecht zwemmen
1. Het gebruiksrecht voor zwemmen heeft betrekking op het gebruik van een (gedeelte van) één of meer zwembassins in een van de gemeentelijke binnen- of buitenzwembaden met daarbij het ge- bruik van één of meer kleedruimten en het medegebruik van een scheidsrechters- en een EHBO- ruimte (indien aanwezig).
2. Op het gebruiksrecht voor zwemactiviteiten zijn de volgende aanvullende voorwaarden van toepas- sing:
- de vigerende versie van de “Algemene Bezoekersvoorwaarden”;
- in geval van een gebruiksrecht dat betrekking heeft op schoolzwemmen: de voorwaarden uit de vigerende versie van het "Protocol veilig schoolzwemmen";
- in geval van een gebruiksrecht dat betrekking heeft op overige zwemactiviteiten: de voorwaar- den uit de vigerende versie van het “Protocol veiligheid gebruiksrecht zwemmen”;
Indien sprake is van strijdigheid tussen deze algemene gebruiksvoorwaarden en deze benoemde aanvullende voorwaarden prevaleren de aanvullende voorwaarden.
3. Het gebruiksrecht impliceert tevens de volgende plichten:
- gebruik van zelf meegebrachte sportattributen, zoals duikflessen, kano’s en vinnen, is niet toegestaan zonder (mondelinge) toestemming namens de gemeente. De attributen dienen zorgvuldig en volgens de aanwijzingen van de dienstdoende medewerker van de gemeente ge- bruikt te worden;
- verlaten van het zwemwater en de perrons direct na afloop van elk gebruiksmoment;
- geen tassen in de zwemzalen te gebruiken, met uitzondering tijdens wedstrijden.
- bij de ingang dient gebruiker zorg te dragen voor toezicht op het aankomen en weer vertrek- ken van bezoekers en gebruikers;
- in zwemzalen uitsluitend te lopen op met plastic overschoenen bedekt schoeisel of op blote voeten, slippers of sportschoenen;
- bij aankomst uitschakelen en bij vertrek weer aanzetten van de alarminstallatie met betrekking tot de topsportbassins;
- voorkomen van onzorgvuldig gebruik van de topsportbassins en/of schade ontstaan door on- zorgvuldig gebruik.
4. Het dragen van zwemkleding is in scheidsrechtersruimten niet toegestaan.
5. Gebruiker dient bij ongevallen of calamiteiten via de portofoon de kassamedewerker, dan wel een andere namens de gemeente aanwezige medewerker in de accommodatie te alarmeren.
Artikel 39 – Inroostering seizoengebruik en incidentele uren
1. Voor de verdeling van de beschikbare uren maakt het betreffende zwembad een planning ge- baseerd op de planning van het lopende seizoen en legt deze voor aan de gebruikers van het zwembad.
2. Na goedkeuring van de planning door de gebruikers wordt deze door gemeente vastgelegd en ontvangt de seizoengebruiker een bevestiging.
3. Alle resterende uren zijn beschikbaar voor incidentele aanvragen en/of boekingen waarbij de volgorde van binnenkomst bepalend is voor het toekennen hiervan.
B2 WELZIJN
Artikel 40 - Aanvullende begrippen
1. Bij (het gebruiksrecht voor) welzijnsactiviteiten wordt onderscheid gemaakt tussen: ‘door de ge- meente benoemde welzijnsorganisaties’ en overige gebruikers. Tenzij expliciet anders aangegeven wordt met ‘gebruiker’ in het navolgende zowel de welzijnsorganisaties als de overige gebruikers bedoeld.
2. Bij (het gebruiksrecht voor) welzijnsactiviteiten wordt onderscheid gemaakt tussen: ‘basisinventa- ris’ en overige inventaris. Basisinventaris betreft enkel tafels, stoelen en draadloos internet sig- naal/ WiFi (waar mogelijk) en vaste apparatuur (zoals ingebouwde geluidsapparatuur, lichtappara- tuur, grootkeukens, koelkasten en wasmachines).
3. De accommodaties waarin welzijnsactiviteiten doorgaans kunnen worden ontplooid zijn door de
gemeente als volgt ‘gelabeld’:
- label A: (ruimten in) multifunctionele accommodaties;
- label B: buurtcentra die beheerd worden door of namens een of meer door de gemeente be- noemde welzijnsorganisaties;
- label C: buurtcentra;
- label E: speeltuinen;
- label H: speelgarages.
Artikel 41 - Gebruiksrecht welzijn
1. In afwijking van artikel 5 lid 1 kan een boeking die betrekking heeft op een gebruiksrecht voor welzijnsactiviteiten kosteloos worden geannuleerd tot 2 weken voor aanvang van het betreffende gebruiksmoment. Niet (tijdig) geannuleerde boekingen blijven onverkort in stand. Voorgaande an- nuleringsplicht geldt ook voor boekingen die in de tariefgroep van 0% vallen
2. Het gebruiksrecht voor welzijn omvat tevens het gebruik van inventaris die eigendom is van de ge- meente, indien en voor zover deze in de accommodatie voorhanden is. Het gebruiksrecht omvat niet het gebruik van extra faciliteiten (zoals een microfoon, een podium of eten/drinken).
3. Indien het gebruiksrecht betrekking heeft op een speeltuin, gelden ten aanzien van (het gebruik van) die speeltuin de voorschriften zoals die gelden voor elke bezoekende burger van de betref- fende speeltuin.
4. Indien horecafaciliteiten in de welzijnsaccommodatie aanwezig zijn, kunnen voor het gebruiksrecht specifieke aanvullende voorwaarden gelden.
Artikel 42 – Ontruiming, BHV en EHBO-materiaal
1. De gemeente draagt (alleen) in de accommodaties met labels A, B en C zorg voor een tweejaarlijkse instructie m.b.t. ontruiming ingeval van calamiteiten. Gebruikers die structureel gebruik maken van deze accommodatie worden uitgenodigd voor deze instructie.
2. Gebruikers zijn zelf gezamenlijk verantwoordelijk voor het organiseren van bedrijfshulpverlening (BHV) op locatie. De gemeente draagt voor haar rekening eenmaal per jaar zorg voor een BHV- opleiding voor twee vaste vrijwilligers of gebruikers per accommodatie. Inventarisatie en deelname verlopen via de door de gemeente benoemde welzijnsorganisaties.
3. De gemeente zorgt voor de aanwezigheid van EHBO-materiaal in de welzijnsaccommodaties.
Artikel 43 - Inventaris
1. De gemeente is eigenaar van de basisinventaris. De gemeente is - eveneens – eigenaar van de ove- rige inventaris, tenzij een door de gemeente benoemde welzijnsorganisatie die inventaris zelf heeft
aangeschaft en dat kan aantonen. De gemeente is geen eigenaar van activiteit-gebonden inventaris (zoals biljart, klei-oven).
2. De gemeente zorgt voor onderhoud en vervanging van basisinventaris. Ten aanzien van de overige inventaris waarvan de gemeente eigenaar is, geldt dat de gemeente slechts het minimale onder- houd verricht dat nodig is om de veiligheid van het gebruik van die inventaris te waarborgen.
De gemeente is bevoegd om inventaris waarvan het gebruik naar het uitsluitend oordeel van de gemeente niet veilig is, uit de accommodatie te verwijderen en te vernietigen, ook als zij van de betreffende inventaris geen eigenaar is of blijkt te zijn.
3. De gemeente stelt per accommodatie een demarcatielijst vast, waarin het onderhoud van inventaris nader wordt gespecificeerd. Bij strijdigheid prevaleert de inhoud van de demarcatielijst ten op- zichte van hetgeen in de vorige leden is bepaald.
Artikel 44 – Planning welzijnsorganisatie
1. De door de gemeente benoemde welzijnsorganisaties overleggen jaarlijks een planning aan de ge- meente waarin de welzijnsactiviteiten, die binnen het verzorgingsgebied van de betreffende orga- nisatie worden uitgevoerd, zijn opgenomen.
2. De gemeente bepaalt na overleg met de desbetreffende welzijnsorganisatie of zij aan de planning voor het betreffende jaar redelijkerwijs uitvoering kan geven. Indien dit naar het uitsluitend oor- deel van de gemeente niet het geval is, treden partijen in overleg over een alternatieve planning.
3. Een door de gemeente goedgekeurde planning wordt door haar omgezet in reserveringen voor in- dividuele gebruikers. Individuele gebruikers dienen deze reserveringen vervolgens zelf om te zet- ten in boekingen.
4. Reserveringen die voortvloeien uit een goedgekeurde planning gaan vóór op overige reserveringen van gebruikers.
B3 OVERIG
Artikel 45 - Gebruiksrecht in een multifunctionele accommodatie
1. Voor een gebruiksrecht dat betrekking heeft op gebruik van een multifunctionele accommodatie, gelden naast de algemene bepalingen uit deel A, de op die activiteiten/accommodaties van toepas- sing zijnde bepalingen uit deel B1.1, B1.2 en deel B2 van deze algemene gebruiksvoorwaarden.
2. Het tijdsbestek waarbinnen een gebruiksmoment kan voorkomen is gekoppeld aan de openingstij- den van de betreffende multifunctionele accommodatie.
3. Indien horecafaciliteiten aanwezig zijn, kunnen voor het gebruiksrecht specifieke aanvullende voorwaarden gelden.
Vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 11 april 2023.