Algemene voorwaarden van het ondernemingskrediet
Algemene voorwaarden van het ondernemingskrediet
Van toepassing vanaf 01/01/2022
Een Ondernemingskrediet is onderworpen aan de hiernavolgende algemene voorwaarden vdk Ondernemingskrediet, een onder- handse of authentieke akte met de bijzondere voorwaarden, de eventueel bijgevoegde aflossingstabel en aan de overeenkomsten afgesloten door de kredietgever, vdk bank nv en de kredietnemers en/of zekerheidsstellers betreffende de door hen gevestigde waarborgen.
De bepalingen van het Algemeen Reglement van de Verrichtingen zijn eveneens van toepassing op deze kredietovereenkomst, voor zover de algemene en bijzondere voorwaarden van het Ondernemingskrediet er niet van afwijken. De kredietnemers en zekerheidsstellers verklaren kennis te hebben genomen van de inhoud van deze algemene voorwaarden en de toepassing ervan te aanvaarden.
In geval van tegenstrijdigheid met de algemene voorwaarden van het Ondernemingskrediet primeren de bijzondere voorwaarden van het Ondernemingskrediet.
In de voorwaarden wordt steeds ‘kredietnemers’ of ‘zekerheids- stellers’ vermeld, ook al is er maar één kredietnemer of zekerheidssteller.
DEEL I. ALGEMENE BEPALINGEN
Hoofdstuk 1: kredietopening - kredietvormen
Artikel 1: definitie
1.1. Het Ondernemingskrediet wordt toegekend aan natuurlijke en niet-natuurlijke personen, die al dan niet onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, met als doel te voorzien in de financieringsbehoefte van de onderneming (zelfstandigen, vrije beroepen, KMO’s). Ondernemingen die voldoen aan de definitie ‘ondernemingen’ cfr. KMO-wet, worden hierna ‘Ondernemingen cfr. KMO-wet’ genoemd. Een ‘Onderneming cfr. KMO-wet’ wordt gedefinieerd als elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen, en die binnen de criteria vastgesteld in artikel 15, § 1 tot en met § 6 van het Wetboek Vennootschappen valt. De beoordeling van het KMO-criterium gebeurt op het moment van de kredietaanvraag.
Deze algemene kredietvoorwaarden vdk Ondernemings- krediet zijn van toepassing op alle Ondernemingskredieten. Enkel daar waar uitdrukkelijk vermeld gelden die specifieke bepalingen enkel voor Ondernemingen cfr. KMO-wet.
1.2. Het Ondernemingskrediet wordt toegestaan onder de vorm van een kredietopening en wordt ter beschikking gesteld bij middel van één of meerdere specifieke kredietvormen.
Artikel 2: zorgplicht
2.1. De kredietgever verbindt zich ertoe om voor Ondernemingen cfr. KMO-wet het krediet te zoeken dat qua soort het best is aangepast, rekening houdend met de financiële toestand van de kredietnemers op het ogenblik van het sluiten van de kredietovereenkomst en met het doel van het krediet.
Artikel 3: totstandkoming van de overeenkomst
3.1. De kredietovereenkomst komt pas tot stand door de tijdige aanvaarding van het schriftelijk aanbod door alle kredietnemers en onder voorbehoud dat de overeengekomen waarborgen tijdig gevestigd zijn.
3.2. Bij niet-ondertekening van het aanbod binnen de gestelde termijn wordt de overeenkomst als onbestaande beschouwd.
3.3. Ingeval de termijn overschreden is kan vdk, op vraag van de kredietnemers, een verlenging toestaan of een nieuw aanbod doen. Bij een verlenging kunnen de oorspronkelijke voorwaarden herzien worden (tarief, waarborgen, …).
Artikel 4: algemene bepalingen
4.1. De kredietnemers verbinden zichzelf en hun rechtsopvolgers hoofdelijk en ondeelbaar.
4.2. Als de kredietgever één van de kredietnemers en/of zekerheidstellers of hun respectievelijke rechtsopvolgers ontslaat van zijn of haar verbintenissen, dan blijven de anderen voor het geheel verbonden zonder dat dit afbreuk doet aan de rechten en plichten tussen de kredietnemers of rechtsopvolgers onderling. Dergelijk ontslag brengt geen schuldvernieuwing met zich mee en de kredietopening blijft gewaarborgd door de reeds gevestigde zekerheden. De kredietgever kan evenwel eisen dat de zekerheden opnieuw worden gevestigd of bevestigd door de kredietnemers of de zekerheidsstellers.
4.3. De kredietnemers geven elkaar onherroepelijk volmacht, alleen optredend, in naam van alle kredietnemers om om het even welke rechtshandeling te stellen, onder meer om het even welke kennisgeving met betrekking tot onderhavige overeenkomst te doen of in ontvangst te nemen of om het even welke wijziging of aanvulling overeen te komen.
Artikel 5: duur
5.1. De kredietopening wordt toegestaan voor onbepaalde duur, onverminderd de bepalingen over de beëindiging. De specifieke kredietvormen kunnen worden toegekend voor een welbepaalde termijn.
Hoofdstuk 2: modaliteiten
Artikel 6: toekenning van een kredietvorm
6.1. Elk krediet onder de kredietopening dient schriftelijk te worden aangevraagd.
6.2. De voorwaarden van elk krediet maken het voorwerp uit van een afzonderlijke onderhandse of authentieke overeenkomst.
6.3. De kredietgever staat slechts kredieten toe:
• voor zover het totale bedrag van de verbintenissen van de kredietnemers het bedrag van de kredietopening niet overtreft;
• wanneer de kredietnemers, in voorkomend geval de zekerheidsstellers, aantonen dat de nodige formaliteiten voor het stellen van de zekerheden vervuld zijn of dat de eventueel te nemen inschrijving de rang bekleedt die overeenstemt met de opgegeven rang;
• indien de solvabiliteit van de kredietnemers en de waarde van de zakelijke zekerheden of de solvabiliteit van de persoonlijke zekerheidsstellers, ongewijzigd zijn zoals zij respectievelijk bij de ondertekening van de akte van kredietopening of bij de ondertekening van de akte van borgstelling zijn bepaald;
• voor zover geen van de gevallen van vervroegde opeis- baarheid zich heeft voorgedaan en de kredietnemers hun contractuele verbintenissen steeds stipt zijn nagekomen.
Artikel 7: uitbetaling en aanwending
7.1. Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen, kan over het kredietbedrag slechts beschikt worden indien het bewijs is geleverd dat de bedongen zekerheden, volgens de overeengekomen rang, rechtsgeldig en tegenstelbaar aan derden gevestigd zijn, en dat ook alle andere door de kredietgever opgelegde voorwaarden vervuld zijn.
7.2. De kredietgever kan een minimumbedrag vastleggen per krediet.
7.3. Het kredietbedrag wordt ter beschikking gesteld hetzij aan de notaris, hetzij aan een door de kredietnemers aangewezen derde, hetzij op de gekoppelde girorekening van de kredietnemers.
7.4. De kredietnemers verbinden er zich toe het krediet uitsluitend aan te wenden voor de doeleinden waarvoor het werd toegekend. De kredietgever mag op elk moment de effectieve besteding van het krediet nagaan.
7.5 Indien de financiering slechts gedeeltelijk gebeurt via het krediet, verbinden de kredietnemers zich ertoe vooraf de eigen middelen aan te wenden voor het te financieren project. De kredietnemers bezorgen de kredietgever vóór de eerste opname op het krediet het bewijs van deze aanwending.
7.6. De opname van het krediet gebeurt in één schijf voor het totale kredietbedrag of in meerdere schijven. De totale opname dient te gebeuren voor de uiterste opnamedatum zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden. Indien het krediet niet wordt opgenomen ten laatste op de uiterste opnamedatum, dan vervalt de kredietopening definitief of zal in geval van gedeeltelijke opnames verminderd worden ten belope van het niet-opgenomen gedeelte.
7.7. Indien het te financieren project een roerend of onroerend goed betreft, verbinden de kredietnemers zich ertoe het in goede staat te bewaren en het te allen tijde voor nazicht door de kredietgever ter beschikking te houden.
Artikel 8: reserveringscommissie
8.1. Tenzij anders overeengekomen in de bijzondere voor- waarden, is er steeds een reserveringscommissie verschuldigd van 0,25 % per kwartaal (met een minimum van
25 EUR) op de niet-opgenomen bedragen van het krediet vanaf de ondertekening van de kredietovereenkomst tot de volledige opname van het krediet of tot het einde van de toegestane opnameperiode. De reserveringscommissie wordt pro rata temporis berekend en gedebiteerd van de girorekening van de kredietnemers op het einde van elk kalenderkwartaal.
8.2. De reserveringscommissie is ook verschuldigd indien het krediet vervalt ingeval van niet of niet gehele opname op het einde van de opnameperiode of op de uiterste opnamedatum of , indien eerder, de datum waarop de kredietnemers de kredietgever schriftelijk in kennis stellen van het feit dat er geen opname zal plaatsvinden.
Artikel 9: rentevoet
9.1. De geldende rentevoeten zijn opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
9.2. Bij een krediet met vaste rentevoet blijft de rentevoet onver- anderd voor de volledige duur van het krediet.
9.3. Bij een krediet met veranderlijke rentevoet blijft de rentevoet, afhankelijk van de gekozen renteherzieningsformule, onveranderd gedurende een vastgelegde periode. Bij het verstrijken van een periode zal de rentevoet herrekend worden voor een volgende periode.
9.4. Indien de veranderlijke rentevoet in de bijzondere voorwaarden bepaald wordt als een basisrentevoet (EURIBOR, EUR-ISDA-EURIBOR Swap Rente, …) verhoogd met een marge dan kan de basisrentevoet in de berekening nooit negatief zijn. Een eventueel negatieve basisrentevoet zal in voorkomend geval afgerond worden naar 0,00 % (en vervolgens verhoogd met de marge).
9.5. De kredietgever zal de nieuwe rentevoet aan de kredietnemers meedelen ten laatste op het ogenblik dat de nieuwe rentevoet van kracht is.
9.6. Zowel tijdens de opnameperiode als tijdens de terugbetalingstermijn van het krediet worden rente en (reserverings)commissie berekend op basis van het effectief aantal dagen verlopen gedurende elke renteperiode en een jaar van 360 dagen (effectief aantal dagen/360).
Voor kredieten die terugbetaald worden met mensualiteiten, trimestrialiteiten, semestrialiteiten en annuïteiten gebeurt de berekening tijdens de terugbetalingstermijn van het krediet op basis van het effectief aantal dagen verlopen gedurende elke renteperiode waarbij voor het jaar ook het effectief aantal dagen in rekening gebracht wordt (effectief aantal dagen/effectief aantal dagen).
Voor kaskredieten gebeurt de berekening van de rente en commissie op basis van het werkelijk aantal dagen verlopen gedurende elke renteperiode en een jaar van 365 dagen (effectief aantal dagen/365).
Artikel 10: terugbetalingsverplichtingen
10.1. De betalingsverplichtingen van de kredietnemers betreffen het opgenomen kredietbedrag en de daarop verschuldigde rente en nemen een aanvang op de datum zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden, in functie van de terug- betalingswijze.
10.2. De kredietnemers zijn rente verschuldigd, pro rata temporis berekend op het verschuldigd blijvend saldo tot op het ogenblik van de volledige terugbetaling van het kredietbedrag. De rente blijft verschuldigd zelfs indien de overeengekomen terugbetalingstermijn verstreken is. Gedurende de opnameperiode is er enkel rente verschuldigd op het opgenomen kredietbedrag.
10.3. De kredietnemers en/of zekerheidsstellers geven aan de kredietgever de uitdrukkelijke opdracht om alle in het kader van de kredietovereenkomst verschuldigde bedragen, waaronder, vervallen kapitaal, rente, verwijlrente en kosten, kosten van vestiging van waarborgen inbegrepen, te debiteren van de gekoppelde girorekening. Bij gebrek aan voldoende provisie op de gekoppelde girorekening zal de kredietgever alle verschuldigde bedragen eveneens kunnen aanrekenen op een andere rekening van de kredietnemers bij de kredietgever.
10.4. De kredietgever behoudt zich het recht voor, maar is er niet toe verplicht, gedeeltelijke betalingen te weigeren.
Artikel 11: aanrekening van schulden op het krediet
11.1. Alle betalingen door de kredietnemers en/of zekerheids- stellers zullen aangerekend worden door de kredietgever op de schulden, de kredietvormen of bestanddelen (kosten, rente, kapitaal, commissie) van de schuld die hij bij voorrang wenst vereffend te zien. De kredietnemers en/of zekerheidsstellers zien af van de toepassing van de artikelen 1253 en 1256 van het Burgerlijk Wetboek.
11.2. Bovendien kan de kredietgever op elk ogenblik op de kredietopening aanrekenen, alle verbintenissen tegenover de kredietgever die door één of meerdere kredietnemers in de loop van -of voorafgaand aan het toestaan van- de kredietopening zijn aangegaan.
Kunnen onder meer aangerekend worden op het krediet:
- het saldo van om het even welk vroeger verleend krediet;
- alle bedragen vermeld onder rubriek ‘kosten’ van deze Algemene voorwaarden;
- borgstellingen of garanties die de kredietnemers ten voordele van de kredietgever verlenen om verbinte- nissen van derden te waarborgen;
- overschrijdingen van het toegestane kredietbedrag;
- debetstanden op rekeningen
Hoofdstuk 3: zekerheden
Artikel 12: algemeen
12.2. De zekerheidsstellers verbinden zichzelf als ook hun rechtsopvolgers hoofdelijk en ondeelbaar.
12.3. De kredietnemers en de zekerheidstellers verbinden zich ertoe de in de bijzondere voorwaarden overeengekomen zekerheden gedurende de hele looptijd van het krediet te behouden. De kredietgever kan naar zijn eigen uitsluitend oordeel op elk moment de waarde van de gevestigde zekerheden controleren, onder meer via een (externe) waardebepaling/schatting er van. De kosten voor de (externe) waardebepalng/schatting zijn voor rekening van de kredietnemers.
12.4. Tenzij anders overeengekomen strekken alle zekerheden tot waarborg van de terugbetaling van alle bestaande en toekomstige schulden en de uitvoering van alle verbintenissen die de kredietnemers aan de kredietgever verschuldigd zijn of zouden zijn. De zekerheden vullen elkaar aan tot tot gehele aanzuivering van de totale schuldvordering. Het staat de kredietgever vrij een beroep te doen op al de gevestigde zekerheden en dit in de volgorde die de kredietgever zelf bepaalt.
12.5. Bij een wezenlijke waardevermindering van de zekerheden, kan de kredietgever het krediet beëindigen of het verder zetten afhankelijk maken van het stellen van bijkomende zekerheden door de kredietnemers of de zekerheidsstellers. De kredietgever beoordeelt souverein het bestaan van een waardevermindering.
12.6. De zekerheidstellers kunnen geen persoonlijke rechts- vordering noch een rechtsvordering krachtens indeplaats- stelling tegen de kredietnemers instellen, zolang de door de
zekerheid gedekte schuld van de kredietgever niet volledig is terugbetaald.
12.7. De kredietgever kan op ieder ogenblik de zekerheidstellers inlichten over de stand van het krediet, zonder daartoe verplicht te zijn.
12.8. In geval van een gedeeltelijke of volledig terugbetaling van het krediet kunnen de kredietnemers en/of de zekerheidsstellers de kredietgever een gedeeltelijke of volledige terugbetaling van de gevestigde zekerheden vragen. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx stelt de kredietgever de Onderneming cfr. KMO-wet schriftelijk in kennis van de belangrijkste elementen waarop deze weigering is gebaseerd of die de risico-inschatting hebben beïnvloed.
Artikel 13: negative pledge
13.1. De Kredietnemers verbinden zich jegens de kredietgever om, zolang uit hoofde van de kredietovereenkomst nog een vordering van de kredietgever op de kredietnemers bestaat of te eniger tijd nog kan ontstaan, zonder voorafgaandelijke toestemming van de kredietgever, geen huidige, noch in de toekomst te verwerven, activa, van welke aard ook te vervreemden noch als waarborg te geven aan of ten gunste van derden.
13.2. De kredietnemers en zekerheidsstellers verbinden zich ertoe geen huidige, noch in de toekomst te verwerven activa waarop een zekerheid is of wordt gevestigd ten gunste van de kredietgever te vervreemden of te bezwaren met een zekerheid ten gunste van een derde.
Artikel 14: pari passu
14.1. De kredietnemer bevestigt en staat er jegens de kredietgever gedurende de looptijd van het krediet voor in dat de kredietgever op dezelfde lijn komt van andere krediet- verstrekkers die aan de kredietnemers krediet toekenden of zullen toekennen, onder om het even welke vorm en met dezelfde finaliteit. De betalingsverplichtingen onder de kredietovereenkomst zullen ten minste gelijk in rang zijn met elk ander krediet.
Artikel 15: compensatie – eenheid van rekeningen
15.1. De kredietgever kan op elk moment zonder formaliteiten op de toegekende kredietopening het bedrag aanrekenen van om het even welke, al dan niet opeisbare, verbintenis van de kredietnemers ten overstaan van de kredietgever, ongeacht de aard of de oorsprong van deze verbintenis en ongeacht of zij de kredietovereenkomst voorafgaat of volgt.
15.2. De kredietgever heeft het recht om betalingen, ontvangen van de kredietnemers of van derden, naar keuze toe te rekenen op al wat de kredietnemers of hun rechtsopvolgers, of één van hen verschuldigd zijn, zowel krachtens onderhavige overeenkomst als krachtens eventuele andere overeenkomsten met de kredietgever.
15.3. Tenzij anders overeengekomen, maken alle rekeningen van de kredietnemers deel uit van een enige en ondeelbare rekening en dit ongeacht hun rechtskarakter en de eraan verbonden voorwaarden. Op deze rekeningen kunnen alle door de kredietgever voor rekening van de kredietnemers uitgevoerde betalingen worden toegerekend alsook de kosten, rente en vergoedingen die in het kader van de kredietopening verschuldigd zijn en alle bedragen die de kredietnemers om ongeacht welke reden verschuldigd zijn of zullen zijn aan de kredietgever. Deze toerekeningen kunnen in geen geval als schuldhernieuwing beschouwd worden. Alle tegoeden, sommen en effecten die voor de kredietnemers worden aangehouden, waarborgen de
uitvoering van al hun verbintenissen ten opzichte van de kredietgever. De kredietgever kan bijgevolg op elk ogenblik en zonder voorafgaand bericht, de rekeningen samen- voegen en overdrachten verrichten tussen deze rekeningen.
Artikel 16: algemeen onderpand en verpanding van schuldvorderingen
16.1. Zowel het pand op de documenten, effecten, goederen, waarden en handelspapieren als het pand op de vorderingen strekken tot zekerheid van alle huidige en toekomstige verbintenissen van de kredietnemers of van één van hen tegenover de kredietgever in hoofdsom, rente en kosten.
16.2. Alle documenten, effecten, goederen, waardepapieren en handelspapieren die zich voor rekening van de krediet- nemers in handen van de kredietgever bevinden, maken van rechtswege zijn bevoorrecht en ondeelbaar pand uit. De kredietgever heeft het recht deze waarden in portefeuille te houden of op de wettelijke manier te gelde te maken tot aanzuivering van hun gewaarborgde verbintenissen.
16.3. Naast de zekerheden overeengekomen in de bijzondere voorwaarden verbinden de kredietnemers en zekerheids- stellers zich tot overdracht van al hun huidige en toekomstige vorderingen op de kredietgever wegens rekeningtegoeden of wegens bankverrichtingen en bank- diensten, evenals al hun huidige en toekomstige vorderingen op derden. Bedoeld worden onder meer vorderingen uit hoofde van verkoop-, verhuur-, diensten-, bewaargevings- en verzekeringscontracten, vorderingen voortvloeiend uit de beroeps- of handelsactiviteit van de kredietnemers, vorderingen op financiële instellingen uit hoofde van rekeningtegoeden, vorderingen in contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid, vorderingen op de Staat en andere publiekrechtelijke rechtspersonen.
16.4. De kredietgever kan krachtens zijn pand op voormelde vorderingen op elk ogenblik, in het bijzonder wanneer het krediet door de kredietgever werd beëindigd of wanneer er redenen zijn waardoor een beëindiging van het krediet dreigt, een einde maken aan de inningsbevoegdheid van de kredietnemers. Aldus kan de kredietgever onder meer de rekeningen van de kredietnemers bij de kredietgever blokkeren voor debetverrichtingen.
16.5. Indien de kredietnemers hun verbintenissen niet nakomen, is het de kredietgever toegestaan om zich, overeenkomstig artikelen 8 t./m. 10 van de Wet Financiële Zekerheden, de verpande zaken zonder voorafgaande ingebrekestelling of akkoord van de pandgever en zonder rechterlijke machtiging toe te eigenen of deze te gelde te maken en zich de prijs ervan bij voorrecht te laten voorbehouden tot de volledige aanzuivering van de sommen die hem verschuldigd zijn.
16.6. De kredietnemers machtigen de kredietgever om:
• de schuldenaars van de verpande vorderingen van die verpanding in kennis te stellen (desgevallend via deur- waardersexploot) en alles te doen om het pand tegen- werpelijk te maken, dit op kosten van de kredietnemers;
• de kredietgever mag eveneens een kopie of een exemplaar van de krediet- of andere akten waaruit de schulden van de kredietnemers tegenover hem blijken, aan de debiteuren van de verpande schuldvorderingen bezorgen;
• de kredietnemers verbinden er zich toe op het eerste verzoek van de kredietgever alle nodige gegevens be- treffende de identiteit van hun debiteuren te verschaffen. De kredietgever zal de bedragen, verschuldigd uit hoofde van de verpande schuldvorderingen, rechtstreeks mogen ontvangen van de debiteur tegen eenvoudige kwitantie en
zonder enige andere formaliteit, noch ingebrekestelling van de kredietnemers;
• de afkoopwaarde van alle levensverzekeringscontracten aan te vragen en zonder hun tussenkomst te ontvangen.
Artikel 17: hypothecaire waarborgen
17.1. De in hypotheek gegeven onroerende goederen moeten goed en tijdig onderhouden en hersteld worden. De aard of de bestemming ervan mag in geen geval gewijzigd worden. De kredietnemers en de zekerheidsstellers verbinden zich ertoe de gehypothekeerde goederen op elk ogenblik te laten bezichtigen, zodat de kredietgever zich ervan kan verge- wissen dat de voorwaarden van de kredietovereenkomst worden nageleefd.
17.2. De kredietnemers en de zekerheidsstellers verklaren dat de in hypotheek gegeven onroerende goederen met geen andere zakelijke rechten, inschrijvingen of overschrijvingen bezwaard zijn met uitzondering van deze vermeld in de bijzondere voorwaarden.
17.3. De kredietnemers en de zekerheidsstellers verbinden zich ertoe deze onroerende goederen niet te vervreemden, in pand te geven noch te verhuren voor meer dan negen jaar of onder de normale huurprijs zonder voorafgaande toestemming van de kredietgever, geen bepalingen op te nemen in de huurovereenkomsten welke de waarborgen van de kredietgever kunnen verminderen. Elke huurovereen- komst die in strijd is met deze beschikkingen is aangegaan, zal niet tegenstelbaar zijn aan de kredietgever.
17.4. De hypotheek wordt gevestigd tot zekerheid van alle schuld- vorderingen die over een onbepaalde termijn kunnen ontstaan en voor alle bedragen verschuldigd in het kader van de kredietovereenkomst, de toegestane en de nog te verstrekken kredieten.
Artikel 18: verzekeringen
18.1. De kredietnemers en de zekerheidsstellers voor de door hen als waarborg verstrekte goederen, verbinden zich ertoe hun roerende en onroerende goederen voor hun volle waarde te verzekeren tegen minstens de risico’s brand en aanverwante gevaren bij een door de kredietgever aanvaarde verzekeringsmaatschappij. De kredietgever kan steeds eisen dat een goed verzekerd wordt tegen bijzondere risico’s of voor hogere kapitalen. Hij kan alle polissen opvragen en eisen dat de polisvoorwaarden en/of de dekking worden aangepast.
18.2. De kredietnemers en de zekerheidsstellers moeten deze verzekeringen in stand houden zolang zij het krediet niet volledig hebben terugbetaald in kapitaal en rente en er stipt de premies van betalen.
18.3. De kredietgever mag steeds de verzekeringspremie betalen in de plaats van de verzekeringsnemer, of zelf een verzekering voor bepaalde risico’s sluiten. In die gevallen worden de door de kredietgever betaalde verzekerings- premies en kosten verhaald op de kredietnemers.
18.4. Teneinde tot waarborg te dienen van de terugbetaling van het krediet zullen de rechten en voordelen, voortvloeiend uit de aangehechte contracten, gesteld worden ten gunste van, of overgedragen of in pand gegeven worden aan, de kredietgever.
18.5. Tevens dient elke verzekeraar van een verzekerings- overeenkomst, die als aangehecht contract wordt aangewend, tegenover de kredietgever de verplichting op zich te nemen om deze laatste tijdig te verwittigen van elke eventuele niet-handhaving van de dekking en hem tevens in
de mogelijkheid te stellen desgevallend de achterstallige premies te voldoen of zelf een verzekering te sluiten.
18.6. Elke vergoeding, die door een verzekeraar zou worden uitgekeerd in uitvoering van een aangehecht contract en die niet voor de herstelling of de wederopbouw van een verzekerd goed zou worden gebruikt, moet door de kredietnemers worden aangewend ter vervroegde terugbetaling van het krediet.
18.7. Op elk verzoek van de kredietgever dienen de kredietnemers het bewijs voor te leggen van de regelmatige betaling van de verzekeringspremies.
Hoofdstuk 4: wijziging van de kredietovereenkomst
Artikel 19: wijzigingen
19.1. De voorwaarden van een kredietovereenkomst kunnen niet gewijzigd worden.
19.2. De kredietgever behoudt zich het recht voor afwijkingen toe te staan, op uitdrukkelijke schriftelijke vraag van de kredietnemers, zonder dat dit aanleiding kan geven tot enige schuldvernieuwing.
19.3. De kredietnemers verbinden zich ertoe de zekerheidstellers daarvan op de hoogte te brengen, zonder dat de zekerheidsstellers zich ten overstaan van vdk kunnen beroepen op enige schuldvernieuwing, verlies van waarborgen of van rechten.
19.4. Alle kosten met betrekking tot de toegestane afwijkingen zijn ten laste van de kredietnemers.
Hoofdstuk 5: einde van de kredietovereenkomst
Artikel 20: automatische beëindiging
20.1. De kredietovereenkomst wordt automatisch beëindigd op de vervaldatum of bij volledige terugbetaling vóór de vervaldatum.
Artikel 21: beëindiging met opzeggingstermijn
21.1. Onverminderd de onmiddellijke beeindigingsmogelijkheden voor de kredietgever, kunnen zowel de kredietnemers als de kredietgever aan de kredietopening of aan de toegestane kredietovereenkomsten geheel of gedeeltelijk een einde maken door ze per aangetekende brief op te zeggen met inachtneming van een termijn van 30 kalenderdagen die ingaat op de dag waarop die brief is verzonden. Behoudens in geval van wanprestatie verbindt de kredietgever zich ertoe de overeenkomsten voor bepaalde duur afgesloten met een Onderneming cfr. KMO-wet niet eenzijdig te beëindigen.
Artikel 22: beëindiging of schorsing door de kredietgever
22.1. Onverminderd de gevallen van vroegtijdige opeisbaarheid waarin de wet voorziet, is de kredietgever eveneens gerechtigd om – naar uitsluitend oordeel van de krediet- gever - zonder voorafgaand beroep op de rechter en zonder voorafgaande ingebrekestelling de kredietopening en de toegestane kredietovereenkomsten zowel voor het opgenomen als voor het niet opgenomen deel geheel of gedeeltelijk te beëindigen of te schorsen en dit met onmiddellijke ingang op de dag van verzending van de aangetekende brief waarin de beëindiging of schorsing wordt meegedeeld:
a. indien de kredietnemers, op welk ogenblik ook, in de kredietovereenkomst, de kredietaanvraag of andere met
het krediet verbonden documenten, onjuiste of on- volledige verklaringen of inlichtingen hebben verstrekt;
b. indien het krediet niet wordt aangewend voor het doel waarvoor het is aangegaan;
c. ingeval de kredietnemers de kredietvoorwaarden of de verbintenissen die zij tegenover de kredietgever hebben aangegaan niet stipt naleven en in het bijzonder indien zij de verschuldigde bedragen of kosten van het krediet niet stipt binnen de vijftien dagen na de vervaldag aanzuiveren;
d. bij niet-naleving van wettelijke of reglementaire verplichtingen die voortvloeien uit of betrekking hebben op het krediet of die betrekking hebben op het statuut, de rechtsvorm of de activiteit van de kredietnemers;
e. ingeval van staking van betaling, onvermogen, faillisse- ment, aanvraag van een gerechtelijke reorganisatie onder de Wet Continuïteit Ondernemingen, aanvraag van een collectieve schuldenregeling of een individueel uitstel van betaling door de kredietnemers of de zekerheidsstellers;
x. xxxxxxx een aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie vanwege de kredietnemer wordt verworpen, indien de kredietnemer niet langer voldoet aan de voorwaarden voor een gerechtelijke reorganisatie, indien de gerechtelijke reorganisatie voortijdig beëindigd wordt of het plan wordt ingetrokken, indien de kredietgever of gelijk welke andere schuldeiser de volle uitoefening van zijn rechten herwint;
g. bij niet-betaling van bevoorrechte schuldeisers zoals verhuurders, werknemers, fiscus, Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of onderaannemers;
h. indien ten laste van de kredietnemers een bevel tot betaling bestaat; indien op de goederen van de kredietnemers of de zekerheidsstellers beslag -van welke aard ook- wordt gelegd of daartoe een ernstig risico bestaat;
i. als de eigen middelen (zijnde de som van het volgestort kapitaal, de uitgiftepremies,de reserves, het overge- dragen resultaat en de kapitaalsubsidies, verminderd met de immateriële vaste activa, de oprichtingskosten en de eigen aandelen) substantieel verminderen of negatief zijn geworden; als het netto-actief (het totaal actief verminderd met de schulden en de voorzieningen) is gedaald beneden het minimum-kapitaal zoals bepaald voor desbetreffende vennootschapvorm in het Wetboek van vennootschappen;als het netto-bedrijfskapitaal (de vlottende activa op korte termijn verminderd met de schulden op ten hoogste één jaar en de overlopende rekening passief) sterk is gedaald of negatief is geworden; indien blijkt dat de courante cash flow (resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening verhoogd met de afschrijvingen, de waardeverminderingen op voorraden/ bestellingen in uitvoering/handelsvorde- ringen, de voorzieningen en verminderd met de operationele belastingen en, desgevallend, de in resultaat verwerkte kapitaalsubsidies) van de kredietnemers onvoldoende is om de terugbetaling van de kredieten te dekken; bij substantiële afwijking van de aan de kredietgever overgemaakte financiële prognose;
j. indien subsidies of toelagen door derden onder welke vorm dan ook wegvallen;
k. indien de premies van wettelijk of contractueel verplichte verzekeringscontracten niet worden betaald, indien de polissen werden opgezegd of opgeschort;
l. indien in een verslag van bodemonderzoek of in een bodemattest verontreiniging van de gronden van de
kredietnemers vastgesteld wordt, of indien de krediet- nemers niet (meer) over de vereiste vergunningen en attesten beschikken;
m. ingeval van gehele of gedeeltelijke vervreemding, ruiling, verdeling, onteigening, vernieling, verwaarlozing, ver- andering van aard of van bestemming of bij waarde- vermindering of mogelijke waardevermindering van de in waarborg gegeven of van de gefinancierde roerende of onroerende goederen; xxxxxxx xxx xxxxxxxxx het in waarborg gegeven goed te laten bezichtigen door de kredietgever;
n. indien de waarborg wordt beëindigd, de goederen die het voorwerp uitmaken van een hypothecaire volmacht of een vervreemdingsverbod, zonder voorafgaande toestem- ming van de kredietgever worden vervreemd of gehypothekeerd of opgenomen in een hypothecaire volmacht ten gunste van derden; indien de inschrijving van de waarborg niet overeenstemt met de in de overeenkomst bedongen rangorde;
o. indien het handelsfonds -zonder akkoord van de kredietgever- geheel of gedeeltelijk wordt verplaatst; indien het onroerend goed, dat toebehoort aan de zekerheidssteller, en waarin het handelsfonds wordt uitgebaat, wordt bezwaard met rechten of zekerheden; indien de huurovereenkomst met betrekking tot het onroerend goed waarin het handelsfonds wordt uitgebaat, wordt ontbonden of als aan het recht tot hernieuwing wordt verzaakt of indien de huurovereen- komst niet verlengd wordt;
p. indien een kredietnemer overlijdt;
q. ingeval van ontbinding, vereffening, fusie, elke inbreng, opslorping of splitsing (zelfs gedeeltelijk); desgevallend kan de kredietgever de voortzetting van het krediet afhankelijk maken van het stellen van bijkomende zekerheden of het regulariseren van bestaande zekerheden;
x. xxxxxxx de kredietnemers -zonder het voorafgaand akkoord van de kredietgever- overgaan tot overname, fusie of opslorping; desgevallend kan de kredietgever de voortzetting van het krediet afhankelijk maken van het stellen van bijkomende zekerheden of het regulariseren van bestaande zekerheden;
s. indien de activiteiten worden stopgezet of gewijzigd, zelfs gedeeltelijk; indien de vennootschapsvorm wijzigt zonder voorafgaandelijk akkoord van de kredietgever; indien het maatschappelijk doel van de vennootschap wijzigt of indien de maatschappelijke zetel en/of een exploitatiezetel naar het buitenland worden overge- bracht;
x. xxxxxxx xxx xxxxxxxxx van controle over de kredietnemers in de zin van artikel 5 X.Xxxx.;
u. indien er zich een feit voordoet dat de vertrouwensrelatie ernstig aan het wankelen brengt, onder meer wanneer de continuïteit van de kredietnemers om welke reden dan ook in het gedrang komt; wanneer de kredietnemers of een bestuurder/zaakvoerder in rechte of in feite van de kredietnemers, uit welke hoofde ook betrokken is bij verrichtingen die als abnormaal of onregelmatig gelden op grond van de algemeen aanvaarde gebruiken en praktijken; wanneer de kredietnemers verzuimd hebben wissels te honoreren of de uitgifte van ongedekte cheques of een ander strafbaar feit werd vastgesteld; wanneer tegen de kredietnemers of een bestuurder/ zaakvoerder in rechte of in feite van de kredietnemers
een strafonderzoek wordt gevoerd en hij een straf- rechtelijke veroordeling heeft opgelopen (met uitzondering van verkeersovertredingen);
v. als de kredietnemers en/of de zekerheidsstellers een verklaring door een notaris hebben laten verlijden (of daartoe hun instemming hebben verleend) waardoor hun hoofdverblijfplaats geheel of gedeeltelijk onvatbaar wordt voor beslag;
w. in geval van discontinuïteit van de onderneming onder welke vorm ook of elke toestand die zijn solvabiliteit in het gevaar brengt;
x. indien één van de vorige punten van toepassing is op zekerheidsstellers of zij zich in een van de voormelde gevallen bevinden.
22.2. Geen verzaking
• Als één of meer van voormelde mogelijkheden tot onmiddellijke beëindiging/schorsing zich voordoen, en de kredietgever niet onmiddellijk overgaat tot beëindiging of schorsing, kan dat door de kredietnemers of zekerheidsstellers nooit worden ingeroepen als een verzaking van de kredietgever aan zijn recht om het krediet in de toekomst op te zeggen of te schorsen.
22.3. Overlijden (enkel van toepassing op kredietnemers – natuurlijke personen)
• In geval van overlijden van één of meerdere kredietnemers zal de kredietopening van rechtswege worden voortgezet met de erfgenamen van de overledene(n) samen met de andere kredietnemers. De kredietgever kan de voortzetting van het krediet afhankelijk maken van het stellen van bijkomende zekerheden of het regulariseren van bestaande zekerheden.
• De voortzetting van de kredietopening belet niet dat de kredietgever de kredietopening onmiddellijk mag schorsen of opzeggen overeenkomstig de voormelde mogelijkheden tot onmiddellijke beëindiging/schorsing binnen een termijn van drie maanden vanaf kennisgeving van het overlijden.
Artikel 23: gevolgen van de schorsing en beeindiging
23.1. Gevolgen van de schorsing
Tijdens de schorsing van de kredietopening of van één of meerdere kredietovereenkomsten kunnen de kredietnemers geen opnemingen verrichten onder de kredietopening of onder de geschorste kredietvorm.
23.2. Gevolgen van de beëindiging
Bij beëindiging van een toegestaan krediet onder de kredietopening, wordt dit krediet onmiddellijk opeisbaar. De andere onder dezelfde kredietopening toegestane kredieten dienen verder te worden afbetaald. Ze blijven gewaarborgd door de gevestigde zekerheden tot de volledige aanzuivering van kapitaal, rente en bijhorigheden
Bij beëindiging van de kredietopening worden alle onder de kredietopening toegestane kredieten eisbaar met inbegrip van alle vorderingen van welke aard ook (zij het rechtstreeks of onrechtstreeks, hoofdelijk of ondeelbaar, verschuldigd door één of meerdere kredietnemers al dan niet samen met anderen, in gelijk welke munteenheid, en als hoofdsom, garantie, borg of op enige andere wijze) in verband met de kredietopening.
Zo worden onder meer eisbaar de vorderingen van de kredietgever jegens de kredietnemers uit hoofde van borgstellingen, garanties of welke verbinteniskredieten dan ook die door de kredietgever op verzoek van de
kredietnemers ten voordele van derden werden afgeleverd, ook al werden deze borgstellingen, garanties of verbinteniskredieten nog niet aangesproken door derden.
23.3. Betaling van het eisbaar saldo
Het op de dag van de beëindiging vastgesteld eisbaar saldo zal onmiddellijk en zonder ingebrekestelling verschuldigd zijn. Het voorleggen door de kredietgever van een afrekening volstaat zowel ten opzichte van de kredietnemers als van derden om het bedrag van de schuldvordering te bepalen en het bewijs ervan te leveren.
23.4. Onverminderd de aanrekening van andere contractueel bedongen vergoedingen en kosten, zal het eisbaar saldo van rechtswege verhoogd worden met een forfaitaire schadevergoeding van 10 %, berekend op het eisbaar saldo in hoofdsom, als vergoeding voor de bijkomende kosten van administratie, opvolging en beheer die het beëindigde krediet en de invordering daarvan met zich meebrengen.
23.5. Herroeping van de beëindiging en opheffing van de schorsing
De kredietgever kan onder de door hem te bepalen voorwaarden een beëindiging of schorsing ongedaan maken zodat het oorspronkelijk krediet met uitsluiting van schuldvernieuwing en met behoud van de bestaande zekerheden wordt voorgezet.
Hoofdstuk 6: wanbetaling
Artikel 24
24.1. Elk bedrag door de kredietnemers verschuldigd ingevolge de xxxxxxxxxxxxxxxxxxx dat niet betaald is op de voorziene betaaldatum wordt, tot de effectieve betaling, van rechtswege en zonder ingebrekestelling verhoogd met nalatigheidsrente.
24.2. Nalatigheidsrente is eveneens verschuldigd in alle andere gevallen van wanbetaling, zoals o.m. bij niet-tijdige terugbetaling van een vervroegd opeisbaar krediet.
24.3. De nalatigheidsrente bedraagt 2 % boven de rentevoet die de kredietgever aanrekent zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden. De berekening van de verwijlrente houdt rekening met het aantal verlopen dagen tussen de voorziene betaaldatum en de datum van effectieve betaling waarbij een jaar het effectief aantal kalenderdagen in het gegeven jaar telt.
Hoofdstuk 7: informatie en verwerking van
persoonsgegevens
Artikel 25: informatie
25.1. De kredietnemers en in voorkomend geval de zekerheids- stellers verbinden zich ertoe - op verzoek van de kredietgever - juiste en volledige informatie te hebben verstrekt, onder meer nodig om hun vermogenstoestand en terugbetalingcapaciteit te beoordelen. De kredietnemers verbinden zich ertoe de kredietgever zonder uitstel op de hoogte te brengen van alle wijzigingen aan de verstrekte informatie en in het bijzonder van alle feiten die van aard zijn hun terugbetalingcapaciteit of solvabiliteit nadelig te beïnvloeden. Zij verbinden zich ertoe de zekerheidsstellers in te lichten over de voorwaarden en de totstandkoming van de overeenkomst, en over alle eventuele toekomstige wijzigingen of aanvullingen.
25.2. In het bijzonder verbinden de kredietnemers zich ertoe:
a. jaarlijks de neergelegde jaarrekening, met een detail van de boekhoudkundige posten, te bezorgen aan de kredietgever, binnen de veertien dagen na goedkeuring door de Algemene Vergadering; indien de kredietnemers natuurlijke personen zijn, bezorgen zij jaarlijks vóór 1 juli van ieder jaar aan de kredietgever een kopie van de jaarlijkse aangifte met bijlagen van de inkomsten- belasting;
b. jaarlijks een gedetailleerde berekening van de overeengekomen financiële ratio’s te bezorgen aan te kredietgever;
c. de kredietgever op eerste verzoek en op elk ogenblik alle documenten en inlichtingen te bezorgen ter beoordeling van het bedrijfseconomisch resultaat en de waarborg- en vermogenstoestand van de kredietnemers en dit alles op kosten van de kredietnemers;
d. de kredietgever op eerste verzoek een kopie van alle voor de uitoefening van hun bedrijvigheid vereiste vergunningen en attesten (zoals o.m. milieu- en stedebouwkundige vergunningen) te bezorgen;
e. binnen de drie bankwerkdagen kennis te geven aan de kredietgever van elk geval dat aanleiding kan geven tot vervroegde beëindiging of schorsing van de overeen- komst of van elke andere gebeurtenis die een belangrijke negatieve invloed heeft of kan hebben op hun vermogen om de verbintenissen onder de overeenkomst na te komen.
25.3. Schriftelijke toelichting aan een Onderneming cfr. KMO-wet
Op het moment van de kredietaanvraag verstrekt de kredietgever aan de Onderneming cfr. KMO-wet een passende schriftelijke toelichting bij de relevante kredietvormen. Deze toelichting omvat o.a. de belangrijkste kenmerken van de relevante kredietvormen en de specifieke gevolgen. De onderneming erkent deze toelichting te hebben ontvangen.
Aan de Onderneming cfr. KMO-wet wordt steeds kosteloos een summier informatiedocument verstrekt, waarbij de kenmerken en modaliteiten van het aangeboden krediet nogmaals worden meegedeeld.
Het recht op schriftelijke toelichting vervalt indien de kredietgever ten tijde van het verzoek niet voornemens is de kredietovereenkomst met de Onderneming cfr. KMO-wet aan te gaan.
25.4. Informatieverstrekking door de kredietgever aan de zekerheidsstellers en aan andere kredietinstellingen.
• De kredietgever is gerechtigd, doch geenszins verplicht, de zekerheidsstellers en hun eventuele erfgenamen en rechtsopvolgers kennis te geven van de verplichtingen die de kredietnemers tegenover hem hebben alsook van eventuele betalingsregelingen of wijzigingen in de waarborgen of de voorwaarden van het krediet.
• De kredietgever is gerechtigd om in het kader van overeenkomsten met andere kredietinstellingen waarbij afspraken over de waarborgen worden gemaakt alle gegevens aan de andere kredietinstellingen over te maken die van belang kunnen zijn voor de juiste beoordeling van de respectievelijke kredietrisico’s. Zo is de kredietgever onder meer gerechtigd op ieder ogenblik aan elk van de andere kredietinstellingen alle inlichtingen te bezorgen met betrekking tot het krediet, de waarborgen, zijn voornemen om het krediet geheel of gedeeltelijk te beëindigen of te schorsen, eventuele kredietverhogingen en/of nieuwe gewijzigde kredieten of kredietvormen.
25.5. Verwerking van persoonsgegevens
• Alle door de kredietnemers en zekerheidstellers mee- gedeelde gegevens worden verwerkt met het oog op kredietverlening, met inbegrip van solvabiliteitsonder- zoek.
• Deze gegevens worden geregistreerd en verwerkt conform de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevens- bescherming (Verordening ‘AVG’ 2016/679 van 27 april 2016) en de omzettings- en/of uitvoeringsbesluiten ervan.
• De verwerking van persoonsgegevens door vdk bank en de rechten van de betrokkene worden omschreven en verder toegelicht in de Privacyverklaring van vdk bank nv die, als bijlage, deel uitmaakt van het Algemeen Reglement van de Verrichtingen van toepassing bij vdk bank.
25.6. Mededeling aan Register voor kredieten aan ondernemingen
Deze overeenkomst wordt geregistreerd in het Register voor kredieten aan ondernemingen in overeensteming met de bepalingen van de Wet van 28 november 2021 tot organisatie van het register voor kredieten aan ondernemingen en de uitvoeringsbesluiten ervan. Het Register wordt beheerd door de Nationale Bank van België. (NBB).
vdk bank kan het Register raadplegen hetzij vóór het sluiten van een kredietovereenkomst in het kader van een risicobeoordeling met betrekking tot een potentiële tegenpartij, hetzij in het kader van het beheer van een overeenkomst.
Specifiek informatie voor de natuurlijke personen of ondernemingen natuurlijke personen waarvan de persoonsgegevens door de kredietgever in het Register worden geregistreerd.
De persoonsgegevens worden in het Register geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 november 2021 tot organisatie van het register voor kredieten aan ondernemingen. Het betreft (persoons)gegevens over de kredietovereenkomsten, over de zekerheden en over alle partijen die hierbij betrokken zijn (vb.: kredietnemers, zekerheidsstellers).
De registratie in het Register gebeurt met volgende doeleinden:
- het beheer van het Register om de informatieplichtigen informatie te verstrekken die hen in staat stelt de risico's die aan hun debiteuren zijn verbonden naar behoren te beoordelen;
- om aan de Nationale Bank van België, als toezichthoudende autoriteit, de gegevens te verstrekken die zij nodig heeft voor een goede beoordeling van de risico's van de financiële sector, alsmede voor haar wetenschappelijke of statistische activiteiten of voor de andere activiteiten die zij overeenkomstig de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de NBB uitoefent, zoals monetair en ander beleid.
De wet van 28 november 2021 tot organisatie van het register voor kredieten aan ondernemingen vormt de rechtsgrond voor de registratie (verwerking) van de gegevens in het Register.
De NBB mag de in het Register geregistreerde gegevens onder bepaalde voorwaarden ook meedelen aan onder meer de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), de Europese Centrale Bank (ECB), de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA), ambtenaren van de FOD Econome, KMO, Middenstand en Energie.
De in het Register geregistreerde gegevens worden naar gelang het geval door de NBB bijgehouden gedurende volgende bewaartermijnen:
- voor wat de mededelingen door de NBB betreft worden de gegevens:
1° met betrekking tot een kredietovereenkomst of een zekerheid (protectie), in het Register bewaard tot twee jaar na de raadplegingsperiode die loopt tot de einddatum van dit instrument of deze protectie;
2° met betrekking tot een tegenpartij, in het Register bewaard tot twee jaar na de raadplegingsperiode die loopt tot de einddatum van het laatste instrument en van de laatste protectie waarmee de tegenpartij verbonden is.
- voor wat het gebruik ervan voor hogergenoemde doeleinden betreft, worden de gegevens:
1° met betrekking tot een krediet of een protectie, tot dertig jaar na het einde van dit instrument of deze protectie bewaard;
2° met betrekking tot een tegenpartij, tot dertig jaar na het einde van dit instrument en van de laatste protectie waarmee zij verbonden is, bewaard.
De gegevens van natuurlijke personen of ondernemingen natuurlijke personen die voor hogervermelde doeleinden van verwerking worden gebruikt, worden door het Register bewaard in gepseudonimiseerde vorm.
De NBB bewaart de gegevens over de raadplegingen en de mededelingen gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de respectievelijke raadplegingen en mededelingen.
Contactgegevens functionaris voor gegevensbescherming van NBB:
Nationale Bank van België,
Functionaris voor gegevensbescherming, xx Xxxxxxxxxxxxxx 00,
0000 Xxxxxxx.
Een verzoek kan ook via e-mail met elektronische handtekening worden verstuurd naar xxxxxxxxxxxxxx@xxx.xx.
De gegevens worden voor registratie in het Register doorgegeven door volgende informatieplichtige:
vdk bank nv, Xxxx-Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XXXX – ondernemingsnummer 0400.067.788
Contactgegevens functionaris voor gegevensbescherming van vdk bank:
Een verzoek kan per post worden verstuurd naar: vdk bank nv,
functionaris voor gegevensbescherming (DPO) Xxxx-Xxxxxxxxxxxxx 00
0000 XXXX
e-mail: xxx@xxx.xx tel.: 00 000 00 00
Uitoefenen van recht op inzage en recht op rectificatie:
Elke natuurlijke persoon en elke onderneming natuurlijke persoon waarvan de gegevens in het Register zijn opgenomen kan kosteloos inzage verkrijgen van de op zijn naam in het Register geregistreerde gegevens en kan vrij en kosteloos de rectificatie vragen van verkeerde gegevens, in overeenstemming met de artikelen 15 en 16 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Deze rechten zijn evenwel beperkt in die zin dat de betrokkenen geen recht van inzage hebben als bedoeld in artikel 15 van de AVG en geen recht op rectificatie als bedoeld in artikel 16 van dezelfde verordening voor sommige in het Register geregistreerde gegevens die zuiver interne gegevens van de kredietgever betreffen die geen onderdeel uitmaken van de overeenkomst.
Het recht op rectificatie is alleen van toepassing op de foutieve gegevens in het attest dat door de NBB wordt afgeleverd of in het antwoord op de uitoefening van het recht op inzage.
Buiten de in de artikelen 14, lid 5, punt c), 17, lid 3, punt b), en 18, lid 2, van de AVG opgenomen uitzonderingen, zijn de artikelen 13, 19 en 21 van deze verordening niet van toepassing op verwerkingen van persoonsgegevens die door de Nationale Bank van België worden verricht in het kader van het beheer van het Register. Artikel 5 van de AVG is niet van toepassing op deze verwerkingen, in de mate dat de bepalingen van dit artikel 5 overeenstemmen met de rechten en verplichtingen die in de artikelen 12 tot 22 van de AVG zijn opgenomen.
Elke natuurlijke persoon of onderneming natuurlijke persoon is verplicht bij zijn schriftelijke aanvraag voor een attest (zie Toegang tot het Register) of voor de uitoefening van het recht op inzage een goed leesbare recto-verso kopie te voegen van diens officieel identiteitsbewijs.
Elke betrokkene heeft het recht om een klacht in te dienen over de verwerking bij de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA).
Recht op inzage en op rectificatie door rechtspersonen
Elke rechtspersoon kan kosteloos inzage verkrijgen in de op zijn naam in het Register geregistreerde gegevens en kan de rectificatie vragen van verkeerde gegevens.
De voornoemde beperkingen van toepassing voor natuurlijke personen en onderneming natuurlijke persoon gelden eveneens voor rechtspersonen die hun recht op inzage of recht op rectificatie uitoefenen.
De rechtspersoon voegt bij de schriftelijke aanvraag voor een attest of voor de uitoefening van het recht op inzage:
1) een goed leesbare recto-versokopie van het officiële identiteitsbewijs van zijn mandataris, en 2) het volmachtbewijs.
Het recht op rectificatie is alleen van toepassing op de foutieve gegevens in het attest dat door de NBB wordt afgeleverd of in het antwoord op de uitoefening van het recht op inzage
Toegang tot het Register:
Iedereen die als debiteur in het Register is geregistreerd kan bij de NBB een attest bekomen waarin de lopende overeenkomsten worden vermeld waarvoor hij of zij als debiteur is geregistreerd. Dit kan door een schriftelijk, gedateerd en ondertekend verzoek aangaande de aanvraag van dit attest naar de hoofdzetel van de NBB (Nationale Bank van België, de Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx) te sturen of, als de NBB die mogelijkheid daartoe voorziet, die gegevens zelf op de website van de NBB (xxx.xxx.xx) te raadplegen door middel van uw elektronische identiteitskaart.
Hoofdstuk 8: kredietweigering
Artikel 26
26.1. De kredietgever behoudt zich het recht voor om elke kredietaanvraag soeverein te beoordelen en om een krediet te weigeren.
26.2. Ingeval van kredietweigering stelt de kredietgever de Onderneming cfr. KMO-wet in kennis van de belangrijkste elementen waarop deze weigering is gebaseerd of die de risico-inschatting hebben beïnvloed. De Onderneming cfr. KMO-wet kan om een schriftelijke verduidelijking van de kredietweigering verzoeken.
Hoofdstuk 9: kredietoverdracht, kredietgemeen- making en endossement
Artikel 27
27.1. De kredietgever zal steeds de mogelijkheid hebben al zijn rechten, voortvloeiend uit deze overeenkomst, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een derde of een derde geheel of gedeeltelijk in de plaats te stellen van deze rechten.
27.2. De kredietnemers aanvaarden hierbij deze overdracht of subrogatie.
27.3. De overdracht mag gedaan worden zonder dat deze aan de kredietnemers moet betekend worden of zonder dat er melding moet van gemaakt worden in de rand van de hypothecaire inschrijving.
27.4. Ingeval van overdracht blijven de kredietnemers geldig betalen aan de oorspronkelijke kredietgever, tenzij aan de kredietnemers anders wordt meegedeeld.
27.5. De grosse zal mogen geëndosseerd worden voor het bedrag van het verschuldigd blijvend saldo op het ogenblik dat het krediet of een deel ervan opeisbaar of terugbetaalbaar is. Het endossement mag gedaan worden zonder dat er melding van moet gemaakt worden in de rand van de hypothecaire inschrijving. Het endossement houdt de waarborg in van het bestaan van de schuldvordering, maar niet van de waarborg van de solvabiliteit van de schuldenaars noch van de betaling van de schulden. Xxxxxxx van endossement blijven de kredietnemers geldig betalen in handen van de oorspronkelijke kredietgever, tenzij aan de kredietnemers anders verwittigd wordt. De opeenvolgende geëndosseerden geven aan de oorspronkelijke kredietgever de volmacht om de gehele of gedeeltelijke doorhaling van de hypothecaire inschrijving toe te staan.
27.6. De kredietnemers kunnen enkel met de toestemming van de kredietgever de kredietopening, met inbegrip van hun recht op krediet, aan derden overdragen of met derden gemeen maken. Deze kredietoverdracht en kredietgemeenmaking kan slechts gebeuren onder voorbehoud van de bestaande
hypotheken en voorrechten en met toestemming van de zekerheidsstellers in het onverminderd behoud van hun waarborgen.
Hoofdstuk 10: diverse bepalingen
Artikel 28: schuldvernieuwing
28.1. De verrichtingen binnen het kader van de toegestane kredietopening, alle wijzigingen inzake het bedrag, de rentevoet, de duur, de terugbetalingsmodaliteiten en de bijkomende voorwaarden, onder meer bij wederopname, geven in geen geval aanleiding tot enige schuldvernieuwing.
Artikel 29: kosten en vergoedingen
29.1. Zijn ten laste van de kredietnemers:
• alle lasten, kosten, erelonen, rechten, commissies, taksen en belastingen krachtens of naar aanleiding van het krediet, de uitvoering of herstructurering ervan verschuldigd;
• de kosten veroorzaakt door het versturen van (aangete- kende) brieven, onder meer wanneer de kredietnemers hun verbintenissen niet stipt naleven, zelfs indien hierop de betaling volgt;
• de door de kredietgever bepaalde periodieke beheers- kosten die veroorzaakt worden door de intensieve opvolging van het kredietdossier, vereist omwille van de gewijzigde kredietwaardigheid van één of meerdere van de kredietnemers of van de (dreigende) niet-naleving door één of meerdere van de kredietnemers van hun verbintenissen t.a.v. de kredietgever;
• alle kosten met het oog op het vestigen, het tegenstelbaar maken en de controle (incl. de waardebepaling) van alle door de kredietnemers en zekerheidsstellers verleende waarborgen;
• de kosten voor het lichten van hypothecaire staten, voor het onderzoek van de boekhouding, van het business plan of van de budgetten of van de kredietwaardigheid door de kredietgever of door derden in opdracht van de kredietgever, of voor de controle op de samenstelling van de handelszaak;
• alle gerechtelijke of andere kosten, veroorzaakt door de invordering van de schuld of de vrijwaring van de rechten van de kredietgever zoals onder meer de kosten en erelonen die de kredietgever aan haar advocaten verschuldigd is;
• de door de kredietgever bepaalde (dossier)kosten veroorzaakt door wijzigingen in de loop van het krediet aangebracht aan kredietvormen en waarborgen, zoals onder meer handlichtingen, kredietgemeenmakingen, kredietoverdrachten en ontslagverleningen;
• de door de kredietgever bepaalde (dossier)kosten voor de opmaak van een afrekening voor het (de) krediet(en).
29.2. De kredietgever rekent geen kosten voor het tussentijds beheer van het dossier tenzij het krediet intensieve opvolging vereist, zoals hoger bepaald.
29.3. De kredietnemers verbinden zich ertoe om binnen de vijftien dagen vanaf de vraag, alle kosten met betrekking tot de kredietopening en de waarborgen die voor hun rekening werden gedaan aan de kredietgever te betalen.
Artikel 30: woonstkeuze en mee te delen wijzigingen
30.1. Voor de uitvoering van hun overeenkomst doen de kredietnemers en zekerheidsstellers woonstkeuze op het door hen opgegeven adres. De kredietnemers en de zekerheidstellers verbinden zich ertoe aan de kredietgever onmiddellijk elke adreswijziging schriftelijk mee te delen. Elke kennisgeving of betekening op het laatst meegedeelde adres wordt geacht geldig te zijn verricht, onverminderd het recht voor de kredietgever om rekening te houden met de hem bekende werkelijke verblijfplaats.
30.2. De kredietnemers en de zekerheidsstellers verbinden er zich toe, binnen de vijftien dagen, aan de kredietgever schriftelijk melding te doen van elke wijziging van of in verband met:
• de gegevens die dienen te worden meegedeeld aan de kruispuntbank voor ondernemingen;
• de statuten van de vennootschap of vereniging;
• elke wijziging van de samenstelling van de raad van bestuur;
• hun rechtsbekwaamheid of vertegenwoordigingsbe- voegdheid;
30.3. De kredietnemers en de zekerheidsstellers geven volmacht aan de kredietgever om op zijn kosten bij de bevoegde administratie bovenvermelde gegevens te verkrijgen. Meer specifiek wordt de kredietgever als bijzondere gemachtigde aangesteld om de nodige aanvraagdocumenten in te vullen en alle andere formaliteiten te vervullen, ten einde de desbetreffende informatie te verkrijgen aangaande de kredietnemers en de zekerheidsstellers uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister.
Artikel 31: wijziging in wetgeving of reglementering
31.1. Ingeval van nieuwe, aanvullende of gewijzigde nationale of internationale wetgeving, reglementeringen, richtlijnen of aanbevelingen in de meest ruime zin of van een wijziging in de interpretatie, draagwijdte of toepassing van de regelgeving door de rechtspraak of door een daartoe bevoegde nationale of internationale instantie, behoudt de kredietgever zich het recht voor de kredietvoorwaarden op de hierna vermelde wijze aan te passen, maar niet vroeger dan met ingang van de datum waarop dergelijke wijzigingen van kracht of toegepast worden.
31.2. De kredietgever kan evenwel slechts van dit recht gebruik maken indien de regelgeving resulteert of zal resulteren in nieuwe, aanvullende of gewijzigde maatregelen (zoals onder meer met betrekking tot het door de kredietgever aan te houden kapitaal, verplichtingen i.v.m. het eigen vermogen, monetaire reserveverplichtingen, kredietbeperkingen, …) die voor de kredietgever op directe of indirecte wijze leiden tot een stijging van de kosten van het krediet of de onder de kredietopening toegestane kredietvormen of tot een vermindering van de inkomsten. In dat geval kan de kredietgever de volgens haar berekeningen veroorzaakte bijkomende kosten of het verlies aan inkomsten geheel of gedeeltelijk doorrekenen aan de kredietnemers onder de vorm van een verhoging van de rentevoet, nieuwe of verhoogde commissies of via de aanrekening van welke vergoeding ook.
31.3. De kredietgever zal de regelgeving en de nieuwe voorwaarden meedelen aan de kredietnemers. Indien de kredietnemers niet akkoord kunnen gaan met deze nieuwe voorwaarden, dienen zij binnen de dertig bankwerkdagen na deze mededeling de kredietgever bij aangetekend schrijven op de hoogte te brengen van hun wens tot (vervroegde) terugbetaling van hun krediet. In dit geval zijn de
kredietnemers naast het openstaand saldo in kapitaal, rente en wederbeleggingsvergoeding eveneens de desbetreffende kosten of minderopbrengst verschuldigd voor de periode vanaf de inwerkingtreding van de regelgeving tot aan de effectieve terugbetaling.
31.4. Bij afwezigheid van reactie van de kredietnemers binnen de vermelde termijn van dertig bankwerkdagen worden de kredietnemers verondersteld akkoord te gaan met de voortzetting van het krediet onder de nieuwe voorwaarden.
31.5. Indien naar aanleiding van een wetswijziging de uitvoering van de kredietovereenkomst in hoofde van de kredietgever onwettelijk wordt, zal de kredietgever de kredietnemer hiervan in kennis stellen. De kredietnemer is dan verplicht om het krediet binnen de door de kredietgever vooropgestelde termijn terug te betalen.
Artikel 32: valuta - creditsaldi
32.1. De stortingen of overschrijvingen krijgen waarde op de eerste dag volgend op de datum van boeking. Opnames op het krediet krijgen waarde op de dag vóór de opname.
32.2. Indien de kredietrekening een creditsaldo zou vertonen, wordt hierop geen rente toegekend. Op het creditsaldo van een kaskrediet wordt wel rente toegekend.
Artikel 33: overschrijding
33.1. In principe mogen de opnemingen in de overeengekomen kredietvormen niet leiden tot een overschrijding van het overeengekomen bedrag of de overeengekomen duur. Elke toegestane overschrijding moet beschouwd worden als uit- zonderlijk, tijdelijk en niet hernieuwbaar. Niet-toegestane overschrijdingen moeten onmiddellijk en zonder ingebreke- stelling aangezuiverd worden. Een overschrijding zal nooit ter vestiging van één of ander vast recht kunnen aangevoerd worden.
Artikel 34: girorekening van de kredietnemers bij de kredietgever
34.1. De kredietnemers verbinden zich ertoe om, met het oog op de opvolging en het beheer van het krediet door de kredietgever, een girorekening bij de kredietgever te openen en aan te houden tijdens de duur van het krediet. Alle door de kredietnemers verschuldigde bedragen naar aanleiding van het krediet dienen te worden betaald via de girorekening van de kredietnemers bij de kredietgever. De kredietnemers geven de kredietgever de toestemming alle voormelde betalingen te debiteren van deze girorekening.
34.2. Bovendien verbinden de kredietnemers zich ertoe dat het betalingsverkeer op hun girorekening(en) bij de krediet- gever, evenals het volume aan financiële verrichtingen bij de kredietgever in het algemeen, in verhouding zal staan tot het bedrag van het krediet.
Artikel 35: overheidstussenkomst
35.1. Indien in het kader van bepaalde kredietvormen een overheidstussenkomst wordt toegestaan, verbinden de kredietnemers zich ertoe de wettelijke voorschriften strikt na te leven en op ieder ogenblik de vereiste controles te laten uitvoeren. Zij verklaren te weten dat de kredietgever verplicht kan zijn aan de betreffende overheidsinstanties alle inlichtingen te verstrekken. De kredietnemers gaan de verbintenis aan in geval van intrekking van de overheids- steun, de reeds bekomen toelagen terug te storten. De kredietgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet inlichten van de kredietnemers over hun recht op het
bekomen van overheidstussenkomst, noch omwille van het feit dat de kredietnemers de overheidstussenkomst om welke reden dan ook niet bekomen hebben.
Artikel 36: toepasselijke wet – bevoegde rechtbank
36.1. Alle verbintenissen van alle partijen, inclusief de zeker- heidstellers, voortvloeiend uit deze kredietovereenkomst, worden beheerst door de Belgische wetgeving. De recht- banken van Gent zijn bevoegd.
36.2. Indien een specifieke bepaling van de overeenkomst om welke reden dan ook getroffen zou worden door nietigheid of ongeldigheid, dan zal dit niet de nietigheid van de volledige overeenkomst tot gevolg hebben, maar slechts het verval van het nietig beding.
DEEL II. KREDIETVORMEN
Hoofdstuk 11: investeringskredieten: kort- en/of
langlopende
Artikel 37
37.1. Elk investeringskrediet wordt in één of in meerdere schijven opgenomen waarbij elke kredietschijf minstens 1/10de van het kredietbedrag bedraagt. De opnames gebeuren overeenkomstig de bijzondere voorwaarden van de kredietovereenkomst en op voorlegging van facturen van maximum twee maanden oud.
37.2. Indien de bijzondere voorwaarden een opnameperiode voorzien, nemen de kredietnemers het krediet volledig op uiterlijk op het einde van de opnameperiode. Latere opnames zijn niet meer mogelijk. Indien op het einde van de overeengekomen opnameperiode het kredietbedrag niet volledig is opgenomen, wordt het kredietbedrag herleid tot het op de uiterlijke opnamedatum werkelijk opgenomen bedrag. De overige modaliteiten van het krediet blijven ongewijzigd.
37.3. De terugbetalingsverplichtingen nemen een aanvang op datum van de volledige opname van het krediet of uiterlijk op het einde van de opnameperiode.
37.4. De rentevoet is steeds vast voor de eerste vastgestelde periode, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van de kredietovereenkomst. Nadien wordt de rentevoet periodiek herzien en voor de eerste keer op het einde van de eerste periode . De eerste periode waarin de rentevoet vast blijft en de tijdstippen waarop een nieuwe rentevoet van toepassing wordt, zijn bepaald in de bijzondere voorwaarden.
37.5. Renteherzieningsformule
Tenzij anders opgegeven is de rentevoet van een investeringskrediet steeds vast voor een eerste opgegeven periode, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van de kredietovereenkomst of de datum van geldige vestiging van de waarborgen, indien later.
Nadien wordt de rentevoet periodiek van rechtswege herzien. De kredietgever en de kredietnemers bepalen de eerste periode waarin de rentevoet vast blijft en de tijdstippen waarop een nieuwe rentevoet van toepassing wordt.
De nieuwe rentevoet is die rentevoet die de kredietgever op datum van renteherziening aanrekent voor gelijkaardige kredieten waarvan de looptijd gelijk is aan de nieuwe periode van rentevastheid of, indien van toepassing, de restduur van het krediet.
Indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat de kredietaanpassing gebeurt zoals onder de bepalingen van Boek VII, Titel 4 van het Wetboek van Economisch Recht (WER), dan gebeurt de rente-aanpassing op basis van referte-indexen.
De referte-indexen worden maandelijks in het Belgische Staatsblad gepubliceerd. In de kredietovereenkomst wordt per krediet het indextype en de, op basis van de geldende rentevoetentabel, toegepaste periodieke referte-index vermeld. De referte-index van toepassing is steeds deze die overeenstemt met de periode waarvoor een nieuwe rentevoet wordt berekend.
De berekening van de nieuwe periodieke rentevoet gebeurt als volgt:
• nieuwe periodieke rentevoet = oorspronkelijke periodieke rentevoet + (nieuwe periodieke referte-index – oorspronkelijke periodieke referte-index), waarbij:
o de oorspronkelijke periodieke rentevoet = de maandelijkse periodieke rentevoet zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden;
o de nieuwe periodieke referte-index = het periodieke indexcijfer gepubliceerd in de kalendermaand voor- afgaand aan de datum bepaald voor de verandering van de rentevoet;
o de oorspronkelijke referte-index = het periodieke indexcijfer zoals vermeld in de bijzondere voor- waarden.
Het resultaat van de bewerking wordt afgerond tot vier cijfers na de komma, naar het dichtstbijzijnde halftiende procent. Indien het nog resterende aantal jaren van het krediet op datum van de laatste toepassing van bovenvermelde renteherzieningsformule afwijkt, wordt voor deze laatste periode de referte-index gebruikt die op deze resterende looptijd van toepassing is.
De stijging of daling van de nieuwe periodieke rentevoet ten opzichte van de oorspronkelijke periodieke rentevoet kan worden beperkt door de tunnelgrenzen zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden van kredietovereenkomst.
De kredietgever bezorgt de kredietnemers een aangepast aflossingsplan: de rentevoet en de maandlast wijzigen. De overige voorwaarden en modaliteiten van het krediet, in het bijzonder de duur van terugbetaling, blijven integraal behouden.
Indien de periode tussen de renteherzieningsdatum en de einddatum van het krediet niet langer is dan 3 maanden wordt de rentevoet niet herzien.
37.6. Wederbeleggingsvergoeding
Het krediet kan geheel of gedeeltelijk vervroegd terugbetaald worden. De kredietnemers verwittigen schriftelijk en ten minste vijf bankwerkdagen voor de terugbetaling de kredietgever van hun voornemen. Het bedrag van de gedeeltelijke vervroegde terugbetaling bedraagt minstens 1/10de van het nog uitstaand kredietsaldo. Bij elke gedeeltelijke vervroegde terugbetaling leven de kredietnemers alle bedongen contractuele verplichtingen verder onverkort na; alle betalingen in rente en kapitaal volgen de voorziene betaaldata tot de volledige terugbetaling van het krediet.
Bij gehele of gedeeltelijke terugbetaling van het krediet voor de eindvervaldatum is een wederbeleggingsvergoeding verschuldigd.
a. Voor ondernemingskredieten toegekend aan ‘Ondernemingen cfr. de KMO-wet’ waarvan het
oorspronkelijke kredietbedrag hoogstens 2 miljoen euro bedraagt, bedraagt de wederbeleggingsvergoeding maximaal zes maanden rente, berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet. Indien de resterende looptijd korter is dan zes maanden, dan wordt de wederbeleggingsvergoeding berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet evenwel beperkt tot het resterend aantal maanden.
b. Voor ondernemingskredieten toegekend aan ‘Onder- nemingen cfr. de KMO-wet’ waarvan het kredietbedrag meer dan 2 miljoen euro bedraagt en voor onder- nemingskredieten aan andere kredietnemers, ongeacht het kredietbedrag, wordt de wederbeleggingsver- goeding berekend als het verschil tussen:
- de rente die de kredietgever van de kredietnemer zou hebben ontvangen op het terugbetaalde bedrag mits de kredietnemer de ontleende fondsen volgens de contractueel vastgelegde modaliteiten zou hebben terugbetaald
- en de rente die de kredietgever in plaats daarvan zou ontvangen bij de herbelegging van dit terugbetaald bedrag gedurende de resterende looptijd van het krediet, berekend op basis van de marktrentevoet die op het ogenblik van de terugbetaling van toepassing is - marktrentevoet te bepalen als de EUR-ISDA- EURIBOR Swap Rente voor de resterende looptijd op datum van vervroegde terugbetaling (betaalstromen vanaf 1 jaar) en euribor voor de resterende looptijd op datum van vervroegde terugbetaling (betaalstromen tot en met 1 jaar)
De periode die in acht wordt genomen loopt tot aan de volgende contractuele herziening van de rentevoet of, bij ontstentenis daarvan, tot aan de eindvervaldag van het krediet.
De wederbeleggingsvergoeding kan nooit lager zijn dan zes maanden rente, berekend op het vervroegd terugbetaald bedrag; de rentevoet van toepassing is de rentevoet van het krediet op datum van vervroegde terugbetaling.
De wederbeleggingsvergoeding is ook verschuldigd indien de vervroegde terugbetaling volgt uit een vervroegde opeisbaarstelling van het krediet door de kredietgever of indien het krediet vervalt ingeval van niet of niet gehele opname op het einde van de opnameperiode of op de uiterste opnamedatum.
Er is geen wederbeleggingsvergoeding verschuldigd in geval van: vervroegde terugbetaling in uitvoering van een verzekeringsovereenkomst die contractueel de terug- betaling van het krediet waarborgt, de hergroepering van bestaande kredieten bij vdk bank of niet-substantiele wijziging van de kredietovereenkomst.
Hoofdstuk 12: kaskrediet
Artikel 38
38.1. Elk kaskrediet wordt beschikbaar gesteld op de girorekening van de kredietnemers.
38.2. Op de opgenomen bedragen van een kaskrediet wordt per einde kalendersemester van ieder jaar rente gerekend die op hetzelfde moment betaalbaar is.
38.3. De rentevoet van het kaskrediet is variabel en zal door de kredietgever herzien en aangepast worden aan de gewijzigde marktvoorwaarden.
38.4. Op het bedrag van het kaskrediet is op het einde van elk kalenderkwartaal steeds een reserveringscommissie verschuldigd. Elk begonnen kwartaal geldt hierbij als een volledig kwartaal. Indien de debetstand van het kaskrediet, zelfs met toestemming van de kredietgever, groter was dan het bedrag van het kaskrediet, wordt de commissie gerekend op de hoogste debetstand van dat kwartaal.
38.5. De girorekening waarop het kaskrediet beschikbaar gesteld wordt zal door de kredietnemers actief gebruikt worden. Minimum 50 % van de zakenomzet wordt gestort op de girorekening en de creditbewegingen op de girorekening zullen elk trimester minimum gelijk zijn aan de hoogste debetstand van dat trimester.
Hoofdstuk 13: kredietlijn met vaste voorschotten / straight-loan
Artikel 39
39.1. De kredietlijn wordt opgenomen in één of meerdere vaste voorschotten. Elk vast voorschot wordt opgenomen voor een vaste termijn van 3, 6 of 12 maanden rekening houdend met de vervaldagen binnen de kredietlijn. Tenzij anders bepaald in de bijzondere voorwaarden, bedraagt elk vast voorschot minstens 125.000 EUR.
39.2. Elk voorschot heeft een eigen rekeningnummer en loopt vanaf de opnamedatum tot de einddatum.
39.3. Op de einddatum van een voorschot dient rente betaald over de voorbije periode. De rente is de som van de EURIBOR 3, 6 of 12 maanden verhoogd met een marge. De EURIBOR van toepassing is deze twee bankwerkdagen voor de datum van opname van een voorschot.
39.4. EURIBOR wordt gedefinieerd als de rente per jaar (afgerond op twee decimalen) waartegen Euro Interbank Deposito’s worden aangeboden in de Euro-zone Interbanken Markt en zoals gepubliceerd op de website van de Nationale Bank van Belgie (xxx.xxx.xx) (Belgostat Online): rentevoeten - geldmarkttarieven - rente van de interbancaire markt: EONIA en EURIBOR.
39.5. Bij ontstentenis van de EURIBOR zal de kredietgever de meest verwante referentierentevoet van rechtswege toepassen.
39.6. Binnen de kredietlijn wordt elk vast voorschot opgevraagd via brief of per mail (xxxx.xxxxxxxxx@xxx.xx) met opgave van het bedrag en de duur van het voorschot.
39.7. Zonder bericht van de kredietnemers, via brief of per mail (xxxx.xxxxxxxxx@xxx.xx), uiterlijk twee bankwerkdagen vóór de einddatum van een vast voorschot, wordt het voorschot op de einddatum automatisch verlengd. De verlenging gebeurt voor dezelfde periode, met inachtneming van de vervaldagen van de lijn vaste voorschotten en/of de kredietopening.
39.8. Bij verlenging van een voorschot is de EURIBOR van toepassing die geldt twee bankwerkdagen voor de datum van verlenging.
39.9. Behoudens voor ‘Ondernemingen cfr. KMO-wet’, is een vervroegde terugbetaling van een vast voorschot of een deel van een vast voorschot niet mogelijk. Ondernemingen cfr. KMO-wet zijn in dat geval een wederbeleggingsvergoeding verschuldigd berekend cfr. artikel 37.6.
Hoofdstuk 14: verbinteniskredieten
Artikel 40
40.1. De kredietgever verstrekt een “verbinteniskrediet” indien hij zich in opdracht van de kredietnemers verbindt ten aanzien van derden onder de vorm van een borgstelling of een garantie.
40.2. De kredietgever beslist autonoom een door de kredietnemers gevraagde borgstelling of garantie al dan niet te verlenen.
40.3. Alle door de kredietgever gestelde borgstellingen en/of garanties worden verleend onder de uitsluitende verant- woordelijkheid van de kredietnemers. Deze verantwoorde- lijkheid houdt slechts op te bestaan vanaf het ogenblik dat de kredietgever uitdrukkelijk en schriftelijk ontslagen wordt van zijn verbintenissen als waarborgsteller of garant of terug in het bezit wordt gesteld van de originele akte en haar bijvoegsels. Alle vergoedingen en kosten worden tot op dat ogenblik aangerekend door de kredietgever.
40.4. De kredietgever heeft het recht de verplichtingen die hij onderschrijft uit hoofde van borgstellingen/bankgaranties na te komen op eerste verzoek van de begunstigde en zonder voorafgaande kennisgeving noch akkoord van de kredietnemers. Laatstgenoemden zien dan ook uitdrukkelijk af van de toepassing van art. 2031 Burgerlijk Wetboek. De kredietnemers verbinden zich uitdrukkelijk alle door de kredietgever uitgevoerde betalingen niet te betwisten.
40.5. De kredietnemers betalen aan de kredietgever onmiddellijk alle bedragen terug die de kredietgever betaalde nadat er op de door hem afgeleverde waarborg beroep werd gedaan. De kredietgever mag van rechtswege de girorekening van de kredietnemers debiteren met de door hem betaalde bedragen, alsmede met alle rente, commissies of kosten die naar aanleiding van het verbinteniskrediet zouden verschuldigd zijn.
40.6. Op het bedrag van het verbinteniskrediet is per kalenderkwartaal een reserveringscommissie verschuldigd. De reserveringscommissie is betaalbaar op het einde van elk kalenderkwartaal. Elk begonnen kalenderkwartaal geldt als een volledig kwartaal. De commissie wordt gedebiteerd van de girorekening van de kredietnemers op het einde van elk kwartaal.
40.7. Het feit dat de kredietgever vanaf een bepaald tijdstip geen reservingscommissie meer aanrekent, kan door de kredietnemers op geen enkele wijze tegen verhaalsrechten van de kredietgever worden gebruikt ingeval de kredietgever nadien alsnog ten aanzien van de begunstigde van de waarborg zijn verbintenis dient na te komen.
Hoofdstuk 15: financiering
Artikel 41
41.1. Een financiering wordt ter beschikking gesteld in één keer en wordt door de kredietnemer terugbetaald in maandelijkse terugbetalingen. Elke maandelijkse terugbetaling bevat een gedeelte kapitaal en een gedeelte rente.
41.2. De kredietnemers dienen het kredietbedrag binnen de 2 maanden na de totstandkoming van de krediet- overeenkomst op te nemen. Bij niet-opname binnen de gestelde termijn wordt de overeenkomst als onbestaande beschouwd.
41.3. De eerste vervaldag wordt vastgesteld één maand na de terbeschikkingstelling van het kredietbedrag. De volgende termijnen zijn steeds op dezelfde dag van de volgende maanden verschuldigd.
41.4. Zolang het financieringskrediet niet volledig is terugbetaald, verbindt de kredietnemer er zich toe het gefinancierde goed niet te vervreemden, hypotheceren, verhuren of in pand te geven.
41.5. Het krediet kan op elk moment geheel of gedeeltelijk vervroegd terugbetaald worden. De kredietnemers verwittigen schriftelijk en ten minste vijf bankwerkdagen voor de terugbetaling de kredietgever van hun voornemen. Het bedrag van de gedeeltelijke vervroegde terugbetaling bedraagt minstens 1/10de van het nog uitstaand kredietsaldo. Bij elke gedeeltelijke vervroegde terugbetaling leven de kredietnemers alle bedongen contractuele verplichtingen verder onverkort na; alle betalingen in rente en kapitaal volgen de voorziene betaaldata tot de volledige terugbetaling van het krediet.
In geval van gehele of gedeeltelijke vervroegde terug- betaling is een wederbeleggingsvergoeding verschuldigd gelijk aan zes maanden rente berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet. Indien de resterende looptijd korter is dan zes maanden, dan wordt de wederbeleggingsvergoeding berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet evenwel beperkt tot het resterend aantal maanden.
Hoofdstuk 16: credifisc
Artikel 42
42.1. Een credifisc wordt terugbetaald in maandelijkse terugbetalingen. Elke maandelijkse terugbetaling bevat een gedeelte kapitaal en een gedeelte rente.
42.2. Het krediet kan op elk moment geheel of gedeeltelijk vervroegd terugbetaald worden. De kredietnemers verwittigen schriftelijk en ten minste vijf bankwerkdagen voor de terugbetaling de kredietgever van hun voornemen. Het bedrag van de gedeeltelijke vervroegde terugbetaling bedraagt minstens 1/10de van het nog uitstaand kredietsaldo. Bij elke gedeeltelijke vervroegde terugbetaling leven de kredietnemers alle bedongen contractuele verplichtingen verder onverkort na; alle betalingen in rente en kapitaal volgen de voorziene betaaldata tot de volledige terugbetaling van het krediet.
In geval van gehele of gedeeltelijke vervroegde terug- betaling is een wederbeleggingsvergoeding verschuldigd gelijk aan zes maanden rente berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet. Indien de resterende
looptijd korter is dan zes maanden, dan wordt de wederbeleggingsvergoeding berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet evenwel beperkt tot het resterend aantal maanden.
Hoofdstuk 17: overbruggingskrediet
Artikel 43
43.1. Elk overbruggingskrediet wordt in één of in meerdere schijven opgenomen waarbij elke kredietschijf minstens 1/10de van het kredietbedrag bedraagt. De opnames gebeuren overeenkomstig de bijzondere voorwaarden van het aanbod ondernemingskrediet en op voorlegging van facturen van maximum twee maanden oud. Het krediet staat ter beschikking voor opname gedurende de volledige looptijd.
43.2. Tenzij anders aangegeven is de rente op een overbruggingskrediet maandelijks verschuldigd (duur overbruggingskrediet groter dan 6 maanden) of integraal verschuldigd op de vervaldag (duur overbruggingskrediet gelijk aan of kleiner dan 6 maanden).
43.3. De rentevoet is vast voor de volledige looptijd van het krediet.
43.4. Een overbruggingskrediet overbrugt de periode tussen uitgaven/investeringen en (vaststaande) ontvangsten. Bij realisatie van de ontvangsten vóór de vervaldag van het krediet, verbinden de kredietnemers er zich toe het overbruggingskrediet onmiddellijk en integraal terug te betalen.
43.5. Een overbruggingskrediet kan op elk moment vervroegd terugbetaald worden in kapitaal en rente zonder wederbeleggingsvergoediing.
handtekening kredietnemers en ev. zekerheidsstellers | handtekening kredietnemers en ev. zekerheidsstellers | |
handtekening kredietnemers en ev. zekerheidsstellers | handtekening kredietnemers en ev. zekerheidsstellers |
Bijlage – Toelichting bij zekerheden
Opgelet. Deze bijlage wordt slechts bij wijze van informatie afgeleverd. Voor vragen of meer informatie kan u zich steeds wenden tot uw vdk-vestiging.
Hypotheek | |
Definitie | Een hypotheek verleent de begunstigde van de hypotheek voorrang op andere schuldeisers bij de verdeling van de opbrengst van een eventuele gedwongen realisatie van het gehypothekeerd goed. |
Voorwerp | Alle zelfstandige onroerende goederen (gebouwen, terreinen,…), alsook alle onroerende zakelijke rechten (recht van erfpacht, recht van opstal, vruchtgebruik). |
Formaliteiten | Een hypotheek moet verplicht voor een notaris gevestigd worden bij authentieke akte. |
Tegenstelbaarheid | Vervolgens zal de notaris de hypotheek verplicht moeten inschrijven op het hypotheekkantoor. Door deze inschrijving worden derden geacht op de hoogte te zijn van de gevestigde hypotheek en zullen zij er dan ook rekening mee moeten houden. De inschrijving is geldig voor 30 jaar en hernieuwbaar. |
Gewaarborgd bedrag | Het maximumbedrag waarvan de terugbetaling gewaarborgd wordt door de gevestigde en ingeschreven hypotheek, moet volgens de wet expliciet vermeld worden in de authentieke vestigingsakte. Een hypotheek die de terugbetaling van een onbeperkt bedrag waarborgt, is ongeldig. |
Gewaarborgde verbintenissen | - Ofwel één of meerdere welbepaalde kredieten (= de zogenaamde “specifieke” hypotheek). - Ofwel alle huidige en toekomstige schulden die de kredietnemer bij de bank heeft of zal hebben (= de zogenaamde “alle sommen” hypotheek). In praktijk zullen de meeste banken hun kredietvoorstel baseren op een “alle sommen” hypotheek, aangezien hiermee de hoge kosten die gepaard gaan met een hypotheekvestiging vermeden kunnen worden bij een latere kredietaanvraag. Dit type zekerheid biedt de hypotheeksteller een belangrijk voordeel, nl. een potentiële toekomstige kostenbesparing, zonder dat hier bijkomende nadelen aan verbonden zijn. |
Kosten | Een hypotheekvestiging brengt belangrijke kosten met zich mee: - Belastingen: registratierechten (1%), hypotheekrecht (0,3%) en bijkomende forfaitaire kosten (recht op geschriften, forfait bijlagen, retributie) - Ereloon notaris (incl. BTW) - Diverse kosten (bv. stedenbouwkundige opzoekingen, …) Via uw notaris of volgende link kan u zelf de geschatte hypotheekkosten berekenen: xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx Daarnaast kan de kredietgever ook dossierkosten aanrekenen. |
Bron | xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxxxxxxxx |
Hypothecaire volmacht | |
Definitie | Bij een hypothecaire volmacht geeft de kredietnemer aan een derde (veelal een vennootschap gelieerd aan de kredietgever) de toelating (de volmacht) om in naam en voor rekening van de kredietnemer een hypotheek te vestigen en een hypothecaire inschrijving te nemen (“de omzetting” van de hypothecaire volmacht genoemd) zodra de kredietgever dat nodig vindt. De kredietgever kan van deze mogelijkheid gebruik maken wanneer hij dit zelf nuttig acht en zonder dat hij de kredietnemer hiervan op de hoogte moet brengen. Het verschil met een hypotheek bestaat er in dat de hypotheek nog niet wordt gevestigd en de hypothecaire inschrijving nog niet wordt genomen, maar dat de kredietnemer daartoe wel reeds zijn onherroepelijke toelating geeft. |
Voorwerp | Alle zelfstandige onroerende goederen (gebouwen, terreinen, …), alsook alle onroerende zakelijke rechten (recht van erfpacht, recht van opstal, vruchtgebruik). De volmacht kan betrekking hebben op de huidige en/of de toekomstige onroerende goederen en de huidige en/of toekomstige onroerende zakelijke rechten (recht van erfpacht, recht van opstal, vruchtgebruik) van de kredietnemer. |
Formaliteiten | Een hypothecaire volmacht moet verplicht worden gegeven bij authentieke akte voor een notaris. |
Tegenstelbaarheid | Aangezien de hypothecaire volmacht nog geen effectieve zekerheid verleent, stelt de vraag naar tegenstelbaarheid zich niet. Pas bij omzetting van de volmacht in een effectieve hypotheek zal een hypothecaire inschrijving worden genomen. Bij de omzetting zal de notaris de diensten van RSZ, BTW en directe belastingen ondervragen en kunnen deze van rechtswege een inschrijving nemen welke in rang voor deze van de omzetting zal komen. |
Gewaarborgd bedrag | Het bedrag waarvoor een hypothecaire inschrijving kan worden genomen wordt gestipuleerd in de hypothecaire volmacht. Na de omzetting van de volmacht (voor maximaal het bedrag opgenomen in de hypothecaire volmachtovereenkomst), wordt dit in de authentieke akte bepaald. |
Gewaarborgde verbintenissen | Een hypothecaire volmacht kan voor één of meerdere specifiek(e) krediet(en) of voor alle huidige en toekomstige schulden van de kredietnemer bij de kredietgever (= een volmacht voor “alle sommen”). |
Kosten | De kosten van een hypothecaire volmacht zijn beduidend lager dan de kosten van een hypotheek (zie fiche “hypotheek”): - geen hypotheekrechten; - slechts € 50 registratierecht; - één vierde ereloon van de notaris. Daarnaast kan de kredietgever eventueel nog dossierkosten aanrekenen. Bij een eventuele omzetting van de hypothecaire volmacht zullen de kosten verbonden aan het vestigen en inschrijven van een hypotheek verschuldigd zijn. Tegenover deze lage kosten staat dat een hypothecaire volmacht nog geen volwaardige zekerheid biedt aan de kredietgever en deze laatste bijgevolg vrij is om te beslissen of deze vorm van zekerheid kan worden aanvaard of niet, afhankelijk van de specifieke elementen van de kredietaanvraag. |
Bron | xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxxxxxxxx |
Hoofdelijke en ondeelbare borgstelling | |
Definitie | Een borgstelling is een overeenkomst waarbij een andere persoon dan de kredietnemer zich ertoe verbindt om mee in te staan voor diens kredietverplichtingen. Op het ogenblik dat de kredietnemer zijn verplichtingen niet nakomt kan de bank de borg dus aanspreken om in de plaats van de kredietnemer te betalen. Daarna kan de borg zich op zijn beurt tot de kredietnemer wenden om de bedragen die hij betaald heeft terug te vorderen. Door het solidaire of hoofdelijk karakter van de borgstelling - kan de bank de borg aanspreken voor het volledige bedrag van de borgstelling zodra de kredietnemer zijn verplichtingen niet nakomt, ook al wordt er nog gepoogd om de schuld ook op de kredietnemer te verhalen; - en heeft de bank het recht om, wanneer verschillende personen zich borg hebben gesteld voor dezelfde schuld, het volledige borgstellingsbedrag bij één van hen te recupereren. Door de ondeelbaarheid kan de bank, bij overlijden van de borg, ook elk van zijn erfgenamen, die de nalatenschap van de borg zuiver aanvaard heeft, aanspreken voor het volledige borgstellingsbedrag. |
Voorwerp | De borg staat met zijn hele vermogen in om zijn borgstelling te voldoen. De bank zal de borg eerst verzoeken om de borgstelling vrijwillig te voldoen. Als de borg niet vrijwillig betaalt kan de bank, via gerechtelijke uitspraak, verhaal halen bij de borg op zijn hele vermogen. |
Formaliteiten | Een borgstelling is een onderhandse overeenkomst opgesteld tussen de bank en de borgsteller. |
Tegenstelbaarheid | Geen specifieke formaliteiten vereist. |
Gewaarborgd bedrag | De borgtocht kan verleend worden tot zekerheid van een welbepaald bedrag. Dit is echter niet noodzakelijk: de borgtocht kan ook verleend worden tot zekerheid van een welbepaald omschreven verbintenis van de hoofdschuldenaar zonder expliciete vermelding van een maximumbedrag |
Gewaarborgde verbintenissen | - Ofwel één of meerdere welbepaalde kredieten (= de zogenaamde “specifieke of gekoppelde” borgstelling). - Ofwel alle huidige en toekomstige schulden die de kredietnemer bij de bank heeft of zal hebben (= de zogenaamde “alle sommen” borgstelling). |
Kosten | Een borgstellingsakte is gratis. De kredietgever kan eventueel dossierkosten aanrekenen. |
Bron | xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxxxxxxxx |
Pand op bankrekeningen | |
Definitie | Een pandrecht verleent aan de pandhouder het recht om bij voorrang boven de andere schuldeisers te worden betaald uit de bezwaarde goederen. |
Voorwerp | Hier bespreken we het pand op bankrekeningen (in de wet ook “contanten” genoemd). (Voor pand op roerende goederen en financiële instrumenten wordt verwezen naar de fiche “Pand op roerend goed” en "Pand op financiële instrumenten".) Bankrekeningen betreffen alle soorten van rekeningen zoals spaarrekeningen, termijnrekeningen, zichtrekeningen, met uitzondering van effectenrekeningen. |
Formaliteiten | Een pandrecht komt tot stand door overeenkomst. Dit zal doorgaans een onderhandse overeenkomst zijn. |
Tegenstelbaarheid | De derden worden geacht op de hoogte te zijn van het bestaan van het pand en zullen er dan ook rekening mee moeten houden zodra een bepaald/bepaalbaar bedrag vermeld wordt in de overeenkomst. |
Gewaarborgd bedrag | Het maximumbedrag waarvan de terugbetaling gewaarborgd wordt door het gevestigde pandrecht, kan al dan niet vermeld worden in de vestigingsovereenkomst. |
Gewaarborgde verbintenissen | - Ofwel één of meerdere welbepaalde kredieten - Ofwel alle huidige en toekomstige schulden die de kredietnemer bij de bank heeft of zal hebben in het kader van een kredietopening |
Kosten | Deze waarborg is in principe kosteloos, enkel een dossierkost kan aangerekend worden. |
Bron | xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxxxxxxxx |
Pand op roerend goed | |
Definitie | Een pandrecht verleent aan de pandhouder het recht om bij voorrang boven de andere schuldeisers te worden betaald uit de bezwaarde goederen. |
Voorwerp | • een roerend lichamelijk of onlichamelijk goed (vb. schuldvordering), ook wel immaterieel of materieel vaste activa genoemd of • een goed dat roerend is uit zijn aard maar onroerend is geworden door bestemming of • een bepaald geheel van dergelijke goederen. Een geheel van goederen is bijvoorbeeld een handelszaak of een landbouwexploitatie. |
Formaliteiten | Een pandrecht komt tot stand door een onderhandse overeenkomst. |
Tegenstelbaarheid | Derden worden geacht op de hoogte te zijn van het bestaan van het pand en zullen hiermee rekening moeten houden via de volgende formaliteiten: • hetzij doordat de pandhouder (de bank) het pand registreert in het Nationaal Pandregister (‘registerpand’) bv pand op handelszaak of landbouwexploitatie. De registratie heeft een geldigheidsduur van 10 jaar, maar kan eventueel vernieuwd worden, • hetzij doordat er buitenbezitstelling is. In dat geval wordt het roerend goed door de pandgever afgegeven aan de pandhouder (de bank) of een derde (‘vuistpand’). |
Gewaarborgd bedrag | Het maximumbedrag waarvan de terugbetaling gewaarborgd wordt door het gevestigde pand, moet volgens de wet verplicht vermeld worden in de vestigingsovereenkomst. Een pandrecht dat de terugbetaling van een onbeperkt bedrag waarborgt, is ongeldig (met uitzondering van het pand op financiële instrumenten of bankrekening (zie de fiches omtrent deze zekerheden)). |
Gewaarborgde verbintenissen | • Ofwel één of meerdere welbepaalde kredieten (= zogenaamde “specifiek” pand). • Ofwel alle huidige en toekomstige schulden die de kredietnemer bij de bank heeft of zal hebben (= zogenaamde “alle sommen” pand). |
Kosten | • de vestiging van een registerpandrecht gaat gepaard met betaling van een retributierecht dat varieert naar gelang het maximum gewaarborgd bedrag. Voor een pandrecht tot een maximum gewaarborgd bedrag van 10.000 € is het retributierecht 20 €. Voor een maximum gewaarborgd bedrag van meer dan 500.000 € is het retributierecht 500 €. • de vestiging van een vuistpand (met buitenbezitstelling) is kosteloos • Daarnaast kan de kredietgever ook dossierkosten aanrekenen. |
Bron | xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxxxxxxxx |
Pand op financiële instrumenten | |
Definitie | Een pandrecht verleent aan de pandhouder het recht om bij voorrang boven de andere schuldeisers te worden betaald uit de bezwaarde goederen. |
Voorwerp | Financiële instrumenten zijn (onder meer): • Aandelen in vennootschappen en andere met aandelen in vennootschappen, partnerships of andere entiteiten gelijk te stellen waardepapieren, alsmede aandelencertificaten; • Obligaties en andere schuldinstrumenten, alsmede certificaten betreffende dergelijke effecten; • Alle andere waardepapieren die het recht verlenen die effecten te verwerven of te verkopen of die aanleiding geven tot een afwikkeling in contanten, waarvan het bedrag wordt bepaald op grond van effecten, valuta’s, rentevoeten of rendementen, grondstoffenprijzen of andere indexen of maatstaven. (Voor pand op roerende goederen wordt verwezen naar de fiche “Pand op roerend goed”.) |
Formaliteiten | Een pandrecht komt tot stand door overeenkomst. Dit zal doorgaans een onderhandse overeenkomst zijn. |
Tegenstelbaarheid | De derden worden geacht op de hoogte te zijn van bestaan van het pand en zullen er dan ook rekening mee moeten houden t.g.v. de inbezitstelling van de pandhouder van de verpande financiële instrumenten. Zij kan op twee wijzen gebeuren: • voor gedematerialiseerde financiële instrumenten (dit zijn financiële instrumenten die in een bankrekening zijn geboekt) gebeurt de inbezitstelling doordat de financiële instrumenten op een speciale rekening worden geboekt, geopend op naam van de pandgever of van de pandhouder; • voor nominatieve effecten (dit zijn effecten op naam die zijn ingeschreven in een door de emittent bijgehouden register, zoals bijvoorbeeld een aandelenregister en dus niet zijn geboekt in een bankrekening) gebeurt de inbezitstelling doordat van het pand melding wordt gemaakt in het register (bv. aandeelhoudersregister). |
Gewaarborgd bedrag | Het maximumbedrag waarvan de terugbetaling gewaarborgd wordt door het gevestigde pandrecht, kan al dan niet vermeld worden in de vestigingsovereenkomst. |
Gewaarborgde verbintenissen | • ofwel één of meerdere welbepaalde kredieten (= zogenaamde “specifiek” pand). • ofwel alle huidige en toekomstige schulden die de kredietnemer bij de bank heeft of zal hebben (= zogenaamde “alle sommen” pand). |
Kosten | Aan de pandovereenkomst zijn geen specifieke kosten verbonden. De kredietgever kan eventueel dossierkosten aanrekenen. |
Bron | xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxxxxxxxx |