Pensioenreglement Nettopensioen
Pensioenreglement Nettopensioen
Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland
1 januari 2024
Versie 1.0 definitief
Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland I Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxx I xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Inhoudsopgave
ALGEMEEN 3
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3
Artikel 2 Karakter regeling 9
Artikel 3 Deelnemerschap 9
Artikel 4 Aanspraken 10
Artikel 5 Grondslagen voor de berekening van de pensioenkapitalen 11
Artikel 6 Geen voortzetting opbouw tijdens arbeidsongeschiktheid 14
Artikel 7 Flexibiliseringsmogelijkheden 14
Artikel 8 Deeltijdpensionering 14
Artikel 9 Vervroeging of uitstel van het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen 15
Artikel 10 Scheiding en de gevolgen daarvan voor het pensioenkapitaal 16
Artikel 11 Beëindiging van het deelnemerschap 18
Artikel 12 Uitgaande Waardeoverdracht en afkoop 18
Artikel 13 Inkomende waardeoverdracht 19
Artikel 14 Uitbetaling van pensioenen 20
Artikel 15 Beslag op en verbod op afkoop 20
Artikel 16 Maximum van de pensioenen 20
Artikel 17 Kosten van de pensioenregeling 21
Artikel 18 Wijziging van de pensioenovereenkomst 21
Artikel 19 Toeslagregeling 21
Artikel 20 Informatieverstrekking 21
Artikel 21 Klachtenregeling 23
Artikel 22 Afwijken van bepalingen 23
Artikel 23 Inwerkingtreding 23
Bijlage I 25
2
ALGEMEEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit pensioenreglement wordt verstaan onder:
Aanspraakgerechtigde
Degene die op grond van dit pensioenreglement begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen.
Arbeidsongeschiktheid
Arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO of de WIA.
Arbeidstijd
De in de arbeidsovereenkomst vastgelegde arbeidstijd.
Beëindiging van een partnerrelatie
Echtscheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerde partnerschap anders dan door de dood of vermissing dan wel omzetting van het geregistreerde partnerschap in een huwelijk, beëindiging van de gemeenschappelijke huishouding anders dan door overlijden of het aangaan van een huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap met dezelfde partner als waarmee de gezamenlijke huishouding bestond.
Bestuur
Het bestuur van het fonds.
Bijzonder partnerpensioen
Het pensioen ten behoeve van de nagelaten ex-partner.
Deelnemer
De werknemer die deelneemt aan de in dit pensioenreglement omschreven pensioenregeling.
3
De deelnemer ontleent zijn pensioenaanspraken aan de pensioentoezegging van de werkgever bij wie hij in dienst is.
Deeltijdpercentage
De verhouding tussen de in deeltijd gewerkte tijd en de normale arbeidsduur die behoort bij de, voor de desbetreffende categorie waartoe de werknemer behoort, volledige dienstbetrekking bij de werkgever.
Deeltijdwerknemer
De werknemer voor wie de arbeidstijd minder bedraagt dan de arbeidstijd die behoort bij de, voor de desbetreffende categorie waartoe de werknemer behoort, volledige dienstbetrekking bij de werkgever.
Ex-partner
Onder ex-partner wordt in dit pensioenreglement verstaan:
a. degene van wie het huwelijk met de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde is geëindigd door echtscheiding of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Uitsluitend in geval van pensioenverevening; degene van wie het huwelijk is geëindigd door echtscheiding of door scheiding van tafel en bed;
b. degene van wie het geregistreerd partnerschap in de zin van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde is geëindigd anders dan door de dood of vermissing dan wel omzetting van het geregistreerde partnerschap in een huwelijk;
c. degene van wie de gemeenschappelijke huishouding met de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde is geëindigd anders dan door overlijden of het aangaan van een huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap met dezelfde partner als waarmee de gezamenlijke huishouding bestond.
Franchise
Het bedrag van het pensioengevend salaris waarboven pensioenkapitalen worden opgebouwd overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement. Het bedrag van de franchise is per 1 januari 2024 gelijk aan €137.800. Dit wettelijke bedrag
4
wordt jaarlijks per 1 januari door de Belastingdienst aangepast op basis van de contractloonontwikkelingsfactor zoals dat omschreven is in artikel 10.2b derde lid van de Wet op de Inkomstenbelasting 2001.
Gemeenschappelijke huishouding
Er is sprake van een gemeenschappelijke huishouding mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. de gemeenschappelijke huishouding is notarieel vastgelegd in een samenlevingsovereenkomst waarin de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde met het oog op partnerpensioen diens partner als rechthebbende heeft aangewezen;
2. uit een opgave uit de Basisregistratie Personen dient te blijken dat de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde en de partner op hetzelfde adres wonen.
Gepensioneerde
De persoon die krachtens de bepalingen van dit pensioenreglement een netto ouderdomspensioen ontvangt.
Gewezen deelnemer
Degene van wie de deelname aan de pensioenregeling is beëindigd en die een premievrije aanspraak op pensioen tegenover het fonds heeft verkregen en behouden en wiens ouderdomspensioen nog niet is ingegaan.
Het fonds
Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland.
Kind
Onder kind wordt in dit pensioenreglement verstaan:
1. het kind met wie de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde als ouder in familierechtelijke betrekking staat;
2. het pleegkind of stiefkind van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde, dat naar
5
het oordeel van het bestuur grotendeels door de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde wordt onderhouden;
3. andere kinderen die naar het oordeel van het bestuur door de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde als eigen kinderen worden onderhouden en opgevoed.
Kinderen dienen vóór de pensioendatum aan bovengenoemde voorwaarden te voldoen.
Ouderdomspensioen
Het levenslange pensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde.
Partner
Onder partner wordt in dit pensioenreglement verstaan:
x. xx xxxxxxx echtgeno(o)t(e) van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde;
b. de partner met wie de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde een geregistreerd partnerschap in de zin van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan;
x. xx xxxxxxxxx man of vrouw, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer dan wel ongehuwde gepensioneerde een gemeenschappelijke huishouding voert in de zin van dit pensioenreglement.
Partnerpensioen
Het levenslange pensioen ten behoeve van de partner van de (gewezen) deelnemer en de gepensioneerde.
Partnerrelatie
Een huwelijk, een geregistreerd partnerschap of een gemeenschappelijke huishouding met een partner.
Pensioendatum
De pensioenrichtdatum of de dag waarop de (gewezen) deelnemer daadwerkelijk met pensioen gaat. Deze datum is gelijk aan de pensioendatum in de DC Pensioenregeling .
6
Pensioengerechtigde
De persoon voor wie op grond van dit pensioenreglement van het fonds het pensioen is ingegaan.
Pensioengevend salaris
Het voor de deelnemer geldende maandelijkse salaris vermeerderd met de ploegentoeslag, over beide componenten wordt vakantietoeslag en 13e maand berekend. Op jaarbasis is het pensioengevend salaris gelijk aan het maandelijkse salaris verhoogd met de ploegentoeslag maal 14.
Pensioengrondslag
Het gedeelte van het pensioengevend salaris boven de franchise. Voor de bepaling van de pensioengrondslag voor een deeltijdwerker wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris dat geldt bij een normale arbeidsduur verminderd met de franchise.
Pensioenovereenkomst
Hetgeen tussen werkgever en werknemer is overeengekomen betreffende pensioen.
Pensioenregeling
De regeling omtrent nettopensioen tussen een werkgever en werknemers, zoals deze regeling geldt vanaf 1 januari 2015 voor wat betreft de spaarfaciliteit.
Het fonds biedt geen dekking van partner- en wezenpensioen. Hiervoor heeft de werkgever separaat een verzekering afgesloten.
Pensioenreglement
Het onderhavige pensioenreglement van het fonds waarin de pensioenregeling van de werkgever is vastgelegd.
Pensioenrichtdatum
De dag waarop de (gewezen) deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.
7
Ploegentoeslag
De toeslag die de deelnemer per maand wegens ploegendienst geniet. Over deze ploegentoeslag wordt ook vakantietoeslag en een 13e maand berekend.
PW
De Pensioenwet.
Scheiding
Echtscheiding, scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerde partnerschap met wederzijds goedvinden en ontbinding van het geregistreerd partnerschap op verzoek van één van de partners.
Statuten
De statuten van het fonds.
Toetredingsdatum
De datum bedoeld in Artikel 3 Deelnemerschap, lid 2.
Uitvoeringsovereenkomst voor het nettopensioen
Een overeenkomst tussen de werkgever en het fonds die voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk 3 van de PW.
Variabele pensioenuitkering
Pensioenuitkeringen die na ingang nog kunnen stijgen of dalen door verwerking van beleggingsrisico, sterfteresultaat en/of levensverwachting.
Vaste pensioenuitkering
Pensioenuitkeringen die na ingang in principe gelijk blijven, behoudens eventuele flexibiliseringsmogelijkheden en toeslag- en kortingsbeleid (indien van toepassing).
Volle wees
De wees van wie de langstlevende ouder of verzorger is overleden.
8
WAO
De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Wees
Degene die bij overlijden van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde zijn pensioengerechtigd kind is.
Werkgever
Abbott Holdings B.V., alsmede de eventueel aan deze vennootschap aangesloten ondernemingen. Een lijst van de aangesloten ondernemingen is als Bijlage I toegevoegd aan dit pensioenreglement
Werknemer
Degene die een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan met een werkgever, waarbij deze pensioenregeling van toepassing is.
Wezenpensioen
Het pensioen ten behoeve van het (de) pensioengerechtigde kind(eren) van de (gewezen) deelnemer en de gepensioneerde.
WIA
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 2 Karakter regeling
Dit pensioenreglement betreft de uitvoering van de pensioenregeling. Deze pensioenregeling is een premieovereenkomst in de zin van artikel 1 van de PW.
Artikel 3 Deelnemerschap
1. Deelname aan deze pensioenregeling is vrijwillig
2. De werknemer kan deelnemen als het pensioengevend salaris bij een normale arbeidsduur hoger is dan de franchise.
9
3. De werkgever gaat er vanuit dat werknemers die voldoen aan het in lid 2 gestelde er voor kiezen om aan deze pensioenregeling deel te nemen. De werkgever meldt deze werknemers aan bij het fonds. Alleen als de werknemer niet wenst deel te nemen moet de werknemer dat binnen een maand schriftelijk bij de werkgever en het fonds aangeven. De deelnemer kan alleen geheel afzien van deelname. Het is niet mogelijk voor een deel van de in artikel 5 lid 1 opgenomen staffel af te zien van deelname aan de pensioenregeling.
4. Voor werknemers gaat het deelnemerschap in op 1 januari 2015. Indien het dienstverband van de werknemer na 1 januari 2015 aanvangt gaat het deelnemerschap in op de dag van indiensttreding.
5. Het deelnemerschap eindigt:
a. bij overlijden van de deelnemer;
b. op de pensioendatum;
c. op de datum waarop de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd;
d. op het moment dat de deelnemer een lager inkomen ontvangt dan de franchise;
e. op het moment dat de deelnemer aangeeft niet (meer) als deelnemer in aanmerking te willen komen. In het laatste geval eindigt de deelneming per de eerste van de volgende maand;
f. bij beëindiging van de nettopensioenregeling door beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst.
6. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en de opbouw van pensioenaanspraken:
Tijdens alle vormen van onbetaald verlof vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan de werknemer de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voortzetten. De totale premie komt ten laste van de werknemer.
Artikel 4 Aanspraken
1. De deelnemer bouwt op grond van de pensioenregeling een pensioenkapitaal op waarmee op de pensioendatum een netto ouderdomspensioen en een bijbehorend netto partnerpensioen en/of netto wezenpensioen wordt aangekocht.
2. Alle rechten op pensioenkapitalen zijn onderworpen aan de in het pensioenreglement en statuten vermelde voorwaarden.
10
Artikel 5 Grondslagen voor de berekening van de pensioenkapitalen
1. De vorming van pensioenkapitalen vindt plaats op basis van de in dit artikel opgenomen grondslagen. De deelnemer bouwt over de pensioengrondslag ten behoeve van een netto ouderdomspensioen en netto partnerpensioen en/of netto wezenpensioen een pensioenkapitaal op. De opbouw vindt plaats door middel van storting bij het fonds van premies. De premie bestaat uit een bijdrage van de werkgever en een bijdrage van de deelnemer. De deelnemersbijdrage bedraagt 4,1% van de pensioengrondslag. De bijdrage van de werkgever en deelnemer wordt verrekend via het netto salaris van de deelnemer. De premie wordt maandelijkse termijnen door de werkgever ingehouden op het netto salaris van de deelnemer en beschikbaar gesteld aan Goldman Sachs Asset Management (voorheen: NN Investment Partners). De afdracht van de premie vindt plaats aan het einde van iedere maand. De hoogte van de totale premie wordt vastgesteld op basis van onderstaande tabel.
Voor deeltijdwerknemers wordt de pensioengrondslag vermenigvuldigd met het deeltijdpercentage.
2.
Leeftijd per einde van de maand | Bruto percentage van de pensioengrondslag |
18-19 | 4,40% |
20-24 | 4,40% |
25-29 | 5,40% |
30-34 | 6,50% |
35-39 | 8,00% |
40-44 | 9,70% |
45-49 | 11,90% |
50-54 | 14,50% |
55-59 | 17,90% |
60-64 | 22,30% |
65-67 | 26,80% |
11
3. Per gedeelte van een maand is de in lid 1 bedoelde storting verschuldigd naar rato van die maand.
4. De conform de voorgaande leden vastgestelde storting in enig kalenderjaar wordt in evenveel termijnen door een werkgever aan het fonds afgedragen als het aantal malen waarin het maandsalaris in hetzelfde kalenderjaar aan de deelnemer wordt uitbetaald. De afdracht aan het fonds vindt plaats aan het eind van iedere termijn.
5. De storting wordt zo spoedig mogelijk belegd op een beleggingsrekening. Deze beleggingsregeling wordt gescheiden geadministreerd van de beleggingsregeling voor de DC-regeling en/of Vrijwillige Bijspaar Module. De beleggingsrekening wordt door het fonds en op naam van de deelnemer geopend bij Goldman Sachs Asset Management. De voorwaarden, keuzemogelijkheden en de kosten van het beleggen zijn vermeld in de deelnemersbrochure “Mijn Pensioen” van Goldman Sachs Asset Management (voorheen: NN Investment Partners). Het bestuur is bevoegd voor de aangewezen vermogensbeheerder een andere vermogensbeheerder aan te wijzen. Het fonds is nimmer rente verschuldigd wegens te late storting. Het beleggingsrisico is voor de deelnemer.
Van de (gewezen) deelnemer wordt op basis van informatie over de keuzemogelijkheden, 15 jaar voor de pensioendatum een keuze gevraagd voor beleggen ten behoeve van aankoop van een vaste dan wel variabele pensioenuitkering en het daarbij gewenste beleggingsprofiel. Indien de (gewezen) deelnemer geen keuze maakt, worden de stortingen belegd op basis van het door het fonds vastgestelde standaard beleggingsprofiel gericht op aankoop van een vaste pensioenuitkering.
6. Het op de beleggingsrekening aanwezige pensioenkapitaal wordt op de pensioendatum bij een externe verzekeraar niet zijnde het fonds aangewend voor de aankoop van een direct ingaand netto ouderdomspensioen en een bijbehorend netto partnerpensioen en wezenpensioen in de verhouding 100:70:14. De (gewezen) deelnemer heeft echter de keuze om het pensioenkapitaal op de pensioendatum aan te wenden in een andere verhouding tussen het netto ouderdomspensioen, netto partnerpensioen en wezenpensioen, zolang de fiscale maximum grenzen in acht worden genomen.
12
De (gewezen) deelnemer krijgt zes maanden voorafgaande aan de pensioendatum de keuze om het pensioenkapitaal aan te wenden bij een externe verzekeraar voor een vaste pensioenuitkering dan wel variabele pensioenuitkering voor zover dat op grond van de Pensioenwet mogelijk is. Bij deze keuzemogelijkheid ontvangt de (gewezen) deelnemer de informatie over de mogelijkheden tot waardeoverdracht om een vaste of variabele pensioenuitkering te kunnen ontvangen daar de pensioenkapitalen aangewend dienen te worden bij een externe verzekeraar.
Indien de (gewezen) deelnemer niet binnen twee maanden na de pensioendatum een verzekeraar heeft geselecteerd voor inkoop van netto pensioen, heeft het fonds de mogelijkheid het pensioenkapitaal bij een door het fonds geselecteerde verzekeraar aan te wenden voor verwerving van een direct ingaand ouderdomspensioen en een bijbehorend netto partnerpensioen en wezenpensioen in de verhouding 100:70:14.
Na aanwending van het pensioenkapitaal zal de beleggingsrekening worden opgeheven.
7. Het gedeelte van het pensioenkapitaal dat op de pensioendatum niet voor netto pensioen kan worden aangewend - in verband met overschrijding van de fiscale maximum grenzen - zal als een bedrag ineens aan de rechthebbende worden uitgekeerd.
8. Bij overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum vervalt de waarde van het pensioenkapitaal op de beleggingsrekening aan het fonds
9. Bij overlijden van de gewezen deelnemer voor de pensioendatum wordt het pensioenkapitaal op de beleggingsrekening aangewend voor de aankoop van een direct ingaand netto partnerpensioen en/of netto wezenpensioen bij een externe verzekeraar niet zijnde het fonds in de verhouding 70:14. De nagelaten partner heeft echter de keuze om het pensioenkapitaal aan te wenden in een andere verhouding tussen het netto partnerpensioen en netto wezenpensioen, zolang de fiscale maximum grenzen in acht worden genomen.
Indien de nagelaten partner niet binnen zes maanden na dit overlijden een verzekeraar heeft geselecteerd voor inkoop van een direct ingaand partnerpensioen en/of wezenpensioen heeft het fonds de mogelijkheid het pensioenkapitaal bij een door het fonds geselecteerde verzekeraar aan te wenden voor verwerving van een direct ingaand partnerpensioen en een bijbehorend wezenpensioen in de verhouding
13
70:14. Na aanwending van het pensioenkapitaal zal de beleggingsrekening worden opgeheven.
Artikel 6 Geen voortzetting opbouw tijdens arbeidsongeschiktheid
1. Gedurende de periode waarin de deelnemer recht heeft op loondoorbetaling bij ziekte ingevolge artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek of recht heeft op een uitkering ingevolge de Ziektewet, wordt de beschikbare premie op staffelvolgende wijze voortgezet, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.
2. Gedurende de periode waarin de deelnemer aansluitend op de in lid 1 genoemde periode recht heeft op een uitkering ingevolge de WIA of WAO vindt geen voortzetting van de opbouw plaats op basis van de beschikbare premie zolang en voor zover de deelnemer arbeidsongeschikt is.
Artikel 7 Flexibiliseringsmogelijkheden
1. De (gewezen) deelnemer heeft het recht de waarde van de pensioenkapitaal aan te wenden conform de in dit artikel vermelde keuzemogelijkheden.
2. De volgende keuzemogelijkheden worden door het fonds aangeboden:
A. Deeltijdpensionering;
B. Vervroeging of uitstel van het ingangstijdstip van het netto ouderdomspensioen;
3. Aan de (gewezen) deelnemer wordt schriftelijk mededeling gedaan van de wijziging in de pensioenaanspraken die als gevolg van toepassing van dit artikel heeft plaatsgevonden.
4. Het bestuur is bevoegd nadere richtlijnen voor de flexibiliseringsmogelijkheden uit te vaardigen.
5. Als een deelnemer bij de aanwending van zijn kapitaal bij een externe verzekeraar gebruik wil maken van een wettelijke flexibiliseringsmogelijkheid zoals bijvoorbeeld uitruil van pensioen of de hoog/laag constructie, dan gelden de voorwaarden van die externe verzekeraar.
Artikel 8 Deeltijdpensionering
1. Indien de (gewezen) deelnemer kiest voor deeltijdpensionering als bedoeld in lid 1 zullen de op genoemd tijdstip aanwezige pensioenkapitalen voor een deel moeten
14
worden aangewend voor een direct ingaand netto ouderdomspensioen en een bijbehorend netto partnerpensioen en/of netto wezenpensioen. Gedeeltelijke aanwending is mogelijk op een tijdstip vanaf de dag waarop de deelnemer de leeftijd van 60 jaar bereikt en is mogelijk in units van 10% van het aantal werkuren met een minimum van 20%, uitgaande van een voor de desbetreffende categorie waartoe de werknemer behoort volledige dienstbetrekking bij de werkgever. Het is een (gewezen) deelnemer die met deeltijdpensionering is gegaan niet meer toegestaan het aantal werkuren te verhogen. Artikel 9 Vervroeging of uitstel is overeenkomstig van toepassing.
2. Het verzoek tot deeltijdpensionering dient door de (gewezen) deelnemer uiterlijk zes maanden voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang schriftelijk aan het fonds kenbaar te worden gemaakt.
Aan het verzoek dient een schriftelijke verklaring van een werkgever, bij wie de (gewezen) deelnemer werkzaam is, te zijn gehecht, waaruit blijkt dat deze werkgever er mee instemt dat het pensioenkapitaal gedeeltelijk wordt aangewend en dat de gedeeltelijke aanwending verband houdt met een evenredige vermindering van de arbeidsduur.
Artikel 9 Vervroeging of uitstel van het ingangstijdstip van het ouderdomspensioen
1. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan de aanwending van het pensioenkapitaal worden vervroegd dan wel worden uitgesteld.
2. Eerdere aanwending van het kapitaal (vervroeging) is op zijn vroegst mogelijk vanaf de dag waarop de (gewezen) deelnemer de leeftijd van 60 jaar bereikt.
3. Latere aanwending van het kapitaal (uitstel) is met toestemming van een werkgever mogelijk tot uiterlijk de dag waarop de (gewezen) deelnemer de leeftijd van 70 jaar bereikt. Bij uitstel door de deelnemer zal de opbouw van het pensioenkapitaal worden voortgezet.
4. De deelnemer dient het verzoek tot vervroeging uiterlijk zes maanden voorafgaand aan de pensioendatum schriftelijk aan het fonds kenbaar te maken.
Het verzoek tot uitstel dient uiterlijk drie maanden voorafgaande aan de pensioenrichtdatum schriftelijk aan het fonds kenbaar te worden gemaakt.
15
5. De (gewezen) deelnemer is op verzoek van het fonds verplicht tegenover het fonds aan te tonen dat de in dit artikel bedoelde vervroeging verband houdt met pensionering.
Artikel 10 Scheiding en de gevolgen daarvan voor het pensioenkapitaal
1. De ex-partner van de (gewezen) deelnemer heeft aanspraak op bijzonder netto partnerpensioen. Een deel van het pensioenkapitaal wordt hiertoe op de scheidingsdatum afgesplitst en blijft belegd. De aanspraak op bijzonder netto partnerpensioen komt tot uitkering bij overlijden van de (gewezen) deelnemer. De ex-partner dient dit kapitaal dan aan te wenden bij een externe verzekeraar voor een in euro’s uitgedrukte aanspraak op bijzonder netto partnerpensioen. Bij het in leven zijn van de (gewezen) deelnemer op de pensioendatum wordt het kapitaal aangewend voor een bijzonder netto partnerpensioen ten behoeve van de ex- partner. In geval van scheiding heeft de ex-partner van de (gewezen) deelnemer recht op uitbetaling door het fonds van een deel van het netto ouderdomspensioen op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, mits een van beide partners binnen twee jaar na het tijdstip van de scheiding hiervan op een bij wet voorgeschreven formulier mededeling heeft gedaan aan het fonds. Dit deel van het netto ouderdomspensioen is gelijk aan 50% van het pensioen dat correspondeert met het deel van het pensioenkapitaal dat tijdens het huwelijk respectievelijk de periode van geregistreerd partnerschap is verkregen voor de aankoop van netto ouderdomspensioen.
2. In afwijking van het voorgaande bepaalde wordt bij de verevening rekening gehouden met een ander percentage respectievelijk een andere periode indien de (gewezen) deelnemer en de ex-partner dit bij schriftelijke overeenkomst in verband met de scheiding zijn overeengekomen. Ten bewijze hiervan dient een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de overeenkomst aan het fonds te worden overgelegd.
3. Op de scheidingsdatum wordt de hoogte van de in lid 1 bedoelde pensioenkapitalen vastgesteld. Deze delen van het pensioenkapitaal worden op een aparte beleggings- rekening gestort en belegd op basis van de default optie LifeCycle Mix neutraal.
16
4. Het recht op uitbetaling van het verevende netto ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum van de (gewezen) deelnemer. Op de pensioendatum wordt het in lid 3 bedoelde deel van het pensioenkapitaal aangewend voor een direct ingaand netto ouderdomspensioen bij een door de (gewezen) deelnemer aangewezen verzekeraar. Het volgens dit artikel vastgestelde deel van dit verevende netto ouderdomspensioen wordt uitbetaald aan de ex-partner, zolang de gewezen deelnemer in leven is.
5. Bij overlijden van de (gewezen) deelnemer voor de ingang van het netto ouderdomspensioen vervalt het pensioenkapitaal voor het verevende netto ouderdomspensioen aan het fonds. Indien de (gewezen) deelnemer overlijdt na ingang van het verevende netto ouderdomspensioen vervalt de uitbetaling van dit pensioen. Mocht de ex-partner eerder komen te overlijden dan de (gewezen) deelnemer, dan vervalt het recht op uitbetaling van de ex-partner en wordt het pensioenkapitaal dat bestemd is voor netto ouderdomspensioen weer volledig gebruikt voor pensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemer conform de bepalingen van dit pensioenreglement.
6. Aan de ex-partner wordt schriftelijk mededeling gedaan van de hoogte van het pensioenkapitaal voor het verevende netto ouderdomspensioen en het pensioenkapitaal voor bijzonder netto partnerpensioen. De (gewezen) deelnemer ontvangt daarvan een afschrift.
7. Na aanwending van een pensioenkapitaal zal de beleggingsrekening vervolgens worden opgeheven.
8. Er vindt geen pensioenverevening plaats indien de (gewezen) deelnemer en de ex- partner de toepasselijkheid van de Wet verevening pensioenrechtten bij scheiding hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden respectievelijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding.
9. Het bestuur is bevoegd om de kosten van de pensioenverevening aan de (gewezen) deelnemer en de ex-partner ieder voor de helft in rekening te brengen dan wel in mindering te brengen op de aan hen uit te betalen pensioenuitkeringen.
10. Er zal geen aanspraak op bijzonder excedent partnerpensioen worden vastgesteld indien de (gewezen) deelnemer en de ex- partner op basis van huwelijkse voorwaarden, respectievelijk voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een
17
schriftelijke overeenkomst met het oog op de beëindiging van de partnerrelatie anders overeenkomen. De overeenkomst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het fonds is gehecht, waarin het fonds zich akkoord verklaart met de gewijzigde regeling.
11. Conversie van aanspraken is ook mogelijk mits het fonds hiermee instemt. De (gewezen) deelnemer maakt samen met zijn ex-partner afspraken over de pensioenkapitalen volgens lid 1 van dit artikel. De afspraak van conversie is vastgelegd in huwelijke voorwaarden, de voorwaarden van geregistreerd partnerschap of een echtscheidingsconvenant.
Artikel 11 Beëindiging van het deelnemerschap
1. Bij beëindiging van het deelnemerschap anders dan door overlijden behoudt de gewezen deelnemer aanspraak op het opgebouwde pensioenkapitaal een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 3 over een mogelijke eerdere aanwending van het pensioenkapitaal en wordt de beleggingsrekening in stand gehouden. Indien waardeoverdracht plaatsvindt, zal de beleggingsrekening worden opgeheven.
2. Aan de gewezen deelnemer wordt schriftelijk mededeling gedaan van de hoogte van het opgebouwde pensioenkapitaal. Voorts is het bepaalde in Artikel 20 Informatieverstrekking, lid 3 van toepassing.
Artikel 12 Uitgaande Waardeoverdracht en afkoop
1. In geval van beëindiging van het deelnemerschap door beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de werkgever is het fonds verplicht op verzoek van de gewezen deelnemer om met in achtneming van het bepaalde bij of krachtens de PW, de overdrachtswaarde van diens pensioenaanspraken rechtstreeks over te dragen aan de volgens de PW toegelaten pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever of van de beroepspensioenregeling, ten einde het de gewezen deelnemer mogelijk te maken daar extra pensioenaanspraken te verwerven.
Een uitgaande waardeoverdracht is alleen mogelijk als de waardeoverdracht plaatsvindt naar een nettopensioenregeling.
2. De partner van de gewezen deelnemer dient in te stemmen met de overdracht van
18
de waarde van de pensioenkapitalen.
3. De procedure voor waardeoverdracht en de berekeningsmethodiek geschieden op basis van het bepaalde in de PW en het Besluit uitvoering PW en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
4. In geval van overdracht van de pensioenkapitalenaar een andere toegelaten pensioenuitvoerder vervallen alle pensioenkapitalen ter zake jegens de overdragende pensioenuitvoerder, ongeacht het bepaalde in dit artikel.
5. Indien in geval van beëindiging als genoemd in lid 1 of een beëindiging van het deelnemerschap om een andere redenen waardoor geen pensioenkapitaal meer wordt opgebouwd bij het pensioenfonds, de uitkering van het netto ouderdomspensioen dat aangekocht kan worden op de pensioendatum van de gewezen deelnemer lager is het bedrag als genoemd in artikel 66 PW draagt het pensioenfonds de waarde van dit pensioen automatisch over naar de nieuwe pensioenuitvoerder van de gewezen deelnemer. Het pensioenfonds doet tenminste gedurende vijf jaar jaarlijks een poging tot automatische waardeoverdracht. De afhandeling van de waardeoverdracht vindt plaats volgens artikel 70a van de PW.
6. Het pensioenfonds heeft onder de in artikel 69 lid 2 van de PW genoemde voorwaarden het recht het pensioenkapitaal af te kopen..
7. Het fonds is bevoegd, met inachtneming van artikel 90 en 90a PW, op verzoek van de werkgevers mee te werken aan een collectieve waardeoverdracht naar een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met een zetel buiten Nederland.
Artikel 13 Inkomende waardeoverdracht
1. Een waarde die het fonds ontvangt op grond van waardeoverdracht in de zin van artikel 1 van de PW zal worden aangewend ter verwerving van pensioenkapitaal voor de betrokken deelnemer. Inkomende waardeoverdracht in de pensioenregeling is alleen mogelijk vanuit een netto pensioenregeling van een andere werkgever.
2. De procedure voor waardeoverdracht en de berekeningsmethodiek geschieden op basis van het bepaalde in de PW en het Besluit uitvoering PW en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
3. Het fonds is bevoegd, met inachtneming van artikel 92 en 92a PW, mee te werken aan een inkomende (collectieve) waardeoverdracht van een andere lidstaat.
19
Artikel 14 Uitbetaling van pensioenen
1. Alle netto pensioenen worden uitgekeerd door de door de (gewezen) deelnemer en of (gewezen) partner aangewezen verzekeraar. Het fonds betaalt de waarde van het pensioenkapitaal rechtstreeks aan de aangewezen verzekeraar.
De verzekeraar stelt vervolgens de hoogte van de uitkeringen vast en betaalt deze aan pensioengerechtigde.
2. De verzekeraar kan aanvullende eisen stellen.
3. Een rechtsvordering tegen het fonds tot het doen van een uitkering verjaart niet bij leven van de pensioengerechtigde.
Artikel 15 Beslag op en verbod op afkoop
1. Beslag op pensioenkapitaal is slechts mogelijk indien en voor zover dit wettelijk is toegestaan. In geval van beslaglegging op pensioenkapitaal is het bestuur bevoegd de daarmee gepaard gaande kosten geheel of gedeeltelijk bij de pensioengerechtigde op dat pensioenkapitaal in rekening te brengen, al dan niet door verrekening met dat pensioen.
2. De pensioenkapitaal uit hoofde van dit pensioenreglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, behoudens in de bij of krachtens dit pensioenreglement voorziene gevallen.
3. Lid 1 is niet van toepassing in geval van het verlenen van zekerheid voor het verkrijgen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 25, lid 4 van de Invorderingswet.
4. Volmacht tot invordering van het pensioenkapitaal, onder welke vorm of welke benaming ook verleend, is steeds herroepelijk.
5. Elk beding, strijdig met het bepaalde in een van de voorgaande leden, is ten opzichte van het fonds nietig.
Artikel 16 Maximum van de pensioenen
1. De door de werkgever toegezegde pensioenen mogen een bepaald maximum niet overschrijden. De maxima zijn in dit artikel omschreven.
2. Het totale netto ouderdomspensioen mag op de pensioenrichtdatum nimmer
20
hoger zijn dan 0,94% (zijnde 1,875% x 0,505) van de pensioengrondslag in enig deelnemingsjaar.
3. Het totale netto partnerpensioen mag nimmer hoger zijn dan 70% van het in lid 2 omschreven netto ouderdomspensioen.
4. Het totale wezenpensioen mag nimmer hoger zijn dan 20% van het in lid 3 omschreven netto partnerpensioen.
5. De vermelde maxima in leden 2, 3 en 4 kunnen worden overschreden door:
a. waardeoverdracht van pensioenaanspraken;
b. geheel of gedeeltelijke onderlinge ruil van partnerpensioen en ouderdomspensioen;
c. variatie in de hoogte van het uit te keren ouderdomspensioen binnen de bandbreedte van 100 : 75.
Artikel 17 Kosten van de pensioenregeling
De beleggingskosten voor de pensioenregeling komen geheel voor rekening van de (gewezen) deelnemers. De beleggingskosten worden verrekend met de waarde van de beleggingen.
Artikel 18 Wijziging van de pensioenovereenkomst
1. Het fonds zal na wijziging van de pensioenovereenkomst het pensioenreglement aanpassen aan de gewijzigde pensioenovereenkomst, met inachtneming van het bepaalde in de uitvoeringsovereenkomst.
2. In geval van wijziging van de pensioenovereenkomst worden de voor de aanspraakgerechtigden tot het moment van wijziging opgebouwde pensioenaanspraken niet gewijzigd, behoudens voor zover dit is toegestaan op grond van de PW.
Artikel 19 Toeslagregeling
Op de pensioenkapitalen vindt geen toeslagverlening plaats
Artikel 20 Informatieverstrekking
1. Het fonds verstrekt binnen 3 maanden na aanvang van de deelneming aan deze
21
pensioenregeling een brief die beantwoordt aan het bepaalde bij en krachtens artikel 21 van de PW.
2. Het fonds verstrekt de deelnemer jaarlijks:
- een overzicht van zijn opgebouwde en te verwerven pensioenaanspraken, waarbij deze gegevens voor zover het ouderdomspensioen betreft tevens weergegeven worden op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario met de waarschuwing dat deze opgave kan verschillen van de definitieve hoogte van de te ontvangen pensioenuitkeringen;
- een overzicht van de waardeaangroei die benodigd is voor het vaststellen van een eventuele lijfrentepremieaftrek.
- informatie over vermindering van pensioenaanspraken op grond van artikel 134 PW.
- informatie over een variabele uitkering.
- informatie over de reglementaire pensioenleeftijd.
- informatie over de werkgevers- en werknemerspremie.
- informatie over de actuele dekkingsgraad.
- informatie over de garanties.
3. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer bij het einde van het deelnemerschap en vervolgens jaarlijks een overzicht van zijn opgebouwde aanspraken, waarbij deze gegevens voor zover het ouderdomspensioen betreft tevens weergegeven worden op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario met de waarschuwing dat deze opgave kan verschillen van de definitieve hoogte van de te ontvangen pensioenuitkeringen. Daarnaast verstrekt het fonds bij het einde van het deelnemerschap informatie over zijn recht op waardeoverdracht, een eventuele afkoopmogelijkheid, andere informatie die voor hem relevant is en informatie over omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van de pensioenuitvoerder.
4. Het fonds verstrekt de ex-partner bij beëindiging van een partnerrelatie en vervolgens eens in de vijf jaar een overzicht van de opgebouwde aanspraak op bijzonder partnerpensioen. Daarnaast verstrekt het fonds de ex-partner bij beëindiging van een partnerrelatie informatie over een eventuele afkoopmogelijkheid.
5. Het fonds verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt voorafgaand aan of bij de pensioeningang een overzicht van de opgebouwde aanspraken. Daarnaast verstrekt
22
het fonds bij ingang van het pensioen informatie over het recht te kiezen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen.
6. Het fonds verstrekt de (gewezen) deelnemer, de ex-partner op verzoek:
a. Informatie die specifiek voor hem relevant is waaronder een indicatie van het mogelijk te bereiken pensioenkapitaal op de pensioendatum;
b. Een indicatie van de hoogte van de in te kopen periodieke uitkeringen bij aanwending van het mogelijk te bereiken pensioenkapitaal;
c. de voor hem relevante informatie over beleggingen;
d. informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing door de toezichthouder;
e. informatie over de aanstelling van een bewindvoerder;
f. andere informatie die op grond van artikel 9 van het Besluit uitvoering PW en Wet verplichte beroepspensioenregeling moet worden verstrekt.
7. Het fonds verstrekt de informatie als bedoeld in dit artikel met inachtneming van de regels die daartoe bij en krachtens de PW zijn gesteld.
Artikel 21 Klachtenregeling
Klachten die betrekking hebben op de uitvoering van deze pensioenregeling worden behandeld volgens de klachtenregeling van het fonds.
Artikel 22 Afwijken van bepalingen
Het bestuur is bevoegd van de bepalingen van dit reglement af te wijken indien in een individueel geval of voor een of meerdere groepen deelnemers een strikte toepassing van het reglement naar het oordeel van het bestuur tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden en de rechten van de (gewezen) deelnemers, gepensioneerden, pensioengerechtigden respectievelijk aanspraakgerechtigden door deze afwijking geen vermindering ondergaan.
Artikel 23 Inwerkingtreding
Dit pensioenreglement is op 1 januari 2015 in werking getreden onder de naam
“Pensioenreglement Nettopensioen”. Het pensioenreglement is laatstelijk gewijzigd per 1 januari 2024.
23
Ondertekening
Het bestuur van het pensioenfonds heeft dit pensioenreglement op 17 juni 2024 vastgesteld.
Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland
Voorzitter J.M. Negro
Secretaris J.W. Verweij
24
Bijlage I
Aangesloten ondernemingen
▪ Abbott Logistics B.V. gevestigd te Zwolle
▪ Abbott Laboratories B.V. gevestigd te Zwolle
▪ Abbott B.V. gevestigd te Hoofddorp
▪ Abbott Vascular Netherlands B.V. gevestigd te Heerlen
▪ Abbott Healthcare B.V. gevestigd te Weesp
▪ Abbott Healthcare Products B.V. gevestigd te Weesp
▪ Abbott Biologicals B.V. gevestigd te Weesp
▪ APO Netherlands A.G. gevestigd te Zwolle
▪ Abbott Medical Nederland B.V. gevestigd te Veenendaal
Met ingang van 1 januari 2019 is Abbott Medical Nederland B.V. gevestigd te Veenendaal toegetreden tot de aangesloten ondernemingen. Deze werkgever is voor dertien werknemers die per 1 januari 2019 overgekomen zijn van Abbott B.V. aangesloten. Dit deelnemerschap blijkt uit de arbeidsovereenkomst van de werknemer.
25