FEB/PREV/PROC/CE/02
FEB/PREV/PROC/CE/02
Werken met derden
- Veiligheids- en milieuvoorschriften -
Versie 02: 07 september 2023
INHOUDSTABEL
1. BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS 3
3.2. Werken met (onder)aannemers en/of zelfstandigen 5
3.3. Toegang tot het bedrijf 5
3.4. Verlaten van het bedrijf 6
3.5. Verkeer binnen het bedrijf 6
3.7. Persoonlijke beschermingsmiddelen 7
3.8. Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen 7
3.9. Verbrandingsmotoren binnen de gebouwen 7
3.11. Waarschuwings-en evacuatiesignalen 8
3.13. Foto en video-opnames binnen het bedrijf 9
4.1. Voorbereiding van de werkzaamheden 10
4.2. Uitvoering van het werk 10
5. INFORMATIE-UITWISSELING VAN SPECIFIEKE RISICO'S 12
5.1. Brandrisico - werken met open vlam 13
5.2. Werkzaamheden in de hoogte en op daken 14
5.3. Asbesthoudende materialen 14
5.4. Werkzaamheden in gezoneerde ruimtes (ATEX) 14
5.5. Werken in de nabijheid van hoogspanning-laagspanning 15
5.7. Organisatorische maatregelen 15
5.9. Werkzaamheden in de omgeving van gevaarlijke producten 15
5.10. Werkzaamheden met gevaarlijke producten 16
5.11. KB ‘Tijdelijke en Mobiele bouwplaatsen’ 16
5.12. Lock-out/Tag-out procedure 16
5.13. Technische documenten 16
5.14. Noodnummers en noodvoorschriften 16
1. BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS
Business Unit | Via intern telefoontoestel | via extern telefoontoestel | |
Dringende medische hulp, noodsituaties en brand (interne melding) | Centraal | 8007 | 03/780 80 07 |
Xxxx-Xxxxxxx | 0000 | 03/780 82 01 | |
Xxxx | 0000 | 014/27 93 11 | |
Brugge | 8801 | 050/32 58 01 | |
Xxxxxxxxxx | 0000 | 02/756 05 01 | |
Wijnegem | 6601 | 03/328 96 01 | |
Xxxxxx | 0000 | 051/32 77 01 | |
Zolder | 9627 | 011/71 96 27 | |
Frameries | 1101 | 065/71 11 01 | |
Hulpdiensten (externe melding) | 112 | ||
Antigifcentrum | 070/245 245 | ||
Milieu-incident | Maintenance & Facility Manager | 8377 | 03/780 83 77 |
Permanentiedienst Maintenance & Facility | 8370 | 03/780 83 70 | |
Preventiedienst => vragen om door te verbinden! | 8000 | 03/780 80 00 |
Geef steeds de afdeling door waar de noodsituatie of het incident zich voordoet!
2. DEFINITIES
Voor de doeleinden van deze veiligheidsvoorschriften en tenzij anders bepaald, wordt verstaan onder:
1. Opdrachtgever | De verantwoordelijken binnen Febelco die instaan voor de uitbesteding (prijsvraag, bestelling) en het toezicht op de werken. |
2. Aannemer/Derde/ Contractor/Zelfstandige | Iedereen die contractueel opdrachten uitvoert binnen Febelco met niet Febelco-personeel. |
3. Werfleider | De door de aannemer op het werk als zijn verantwoordelijke en gemandateerde aangewezen medewerker. Hij is steeds aanwezig op de werf. Ingeval dat Febelco de werkzaamheden aan een zelfstandige heeft uitbesteed neemt deze zelfstandige de taken van (onder)aannemer en Werfleider op zich. |
4. Externe werknemer | Is een medewerker van een aannemer, alsook van zijn (onder)aannemers. |
5. Maintenance & Facility Manager/Maintenance of Facility Coördinator | De verantwoordelijken binnen Febelco die instaan voor het beheer van de gebouwen en de installaties. |
6. Veiligheidscoördinator | Is de persoon die belast is met de veiligheidscoördinatie op de werf zoals beschreven in het KB ‘Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen’. |
7. Werkzone | Is het geheel van de werkomgeving, waarin een werk technisch en op een veilige manier kan uitgevoerd worden. |
8. PBM | Persoonlijke Beschermingsmiddelen (bv.: veiligheidsbril, helm, veiligheidsschoenen,…) |
3. VOORSCHRIFTEN
3.1. Algemeen
FEBELCO is er conform artikel 9 van de Wet Welzijn van 4 augustus 1996 toe gehouden een (onder)aannemer of zelfstandige te weren waarvan hij kan weten dat een (onder)aannemer of zelfstandige de verplichtingen, opgelegd door de Wet Welzijn van 4 augustus 1996 en zijn uitvoeringsbesluiten ten aanzien van zijn werknemers niet naleeft. De aannemers en (onder)aannemers met hun werknemers of de zelfstandigen dienen de vigerende reglementeringen zoals ze in het ARAB, CODEX, VLAREM, en andere wetteksten en KB's ter zake beschreven staan, te volgen.
Dienaangaande dient de (onder)aannemer of zelfstandige steeds vooraf een risicoanalyse van de uit te voeren werkzaamheden op te maken. Hier moet er duidelijk rekening gehouden worden met de preventiehiërarchie zoals ze in de Wet Welzijn van 4 augustus 1996 beschreven is. De risicoanalyse en/of andere relevante documenten zoals bijvoorbeeld keuringen of het gevolgd hebben van een specifieke opleiding moeten steeds op vraag van de opdrachtgever of FEBELCO-preventiedienst voorgelegd kunnen worden. Indien uit de risicoanalyse blijkt dat er voor het wegwerken van een risico (bijvoorbeeld het in beslag nemen van een installatie) een beroep op FEBELCO-personeel gedaan moet worden dan is de (onder)aannemer of zelfstandige ertoe gehouden dit aan de opdrachtgever te melden.
3.2. Werken met (onder)aannemers en/of zelfstandigen
3.2.1. De aannemer die werken door een onderaannemer of zelfstandige laat uitvoeren dient dit document ‘Werken met derden: veiligheids- en milieuvoorschriften’ aan de desbetreffende onderaannemer(s) of zelfstandige(n) kenbaar te maken. Deze dienen eveneens de veiligheids- en milieuvoorschriften te onderschrijven en aan FEBELCO te bezorgen.
3.2.2. De aannemer die een opdracht door een (onder)aannemer of zelfstandige laat uitvoeren dient dit vooraf aan de opdrachtgever te melden.
3.2.3. (onder)aannemers met hun medewerkers of zelfstandigen dienen zich aan de receptie, onder hun eigen (firma) naam, te registreren.
3.3. Toegang tot het bedrijf
3.3.1. Personen: Dagelijks zullen alle (onder)aannemers, hun werknemers of zelfstandigen zich persoonlijk registreren aan de receptie, vóór de aanvang van het werk, volgens het bestaande registratiesysteem. Personen jonger dan 18, zonder begeleiding van een meerderjarige en dieren zijn niet tot het bedrijf toegelaten. Iedere aangemelde persoon dient de toegekende bezoekerssticker op een zichtbare plaats te dragen. Bij het niet dragen van een bezoekerssticker zullen deze personen van de site geweerd worden. Daarna meldt de contractor zich aan bij zijn opdrachtgever of bij de door hem aangestelde contactpersoon (vóór aanvang der werken). Op dit moment worden de eventueel nodige werkvergunningen besproken, aangevuld en ondertekend (zie verder: 5. Informatie-uitwisseling van specifieke risico's).
3.3.2. Voertuigen: Voertuigen mogen op het bedrijfsterrein geparkeerd worden. Voor het eventueel laden en lossen van materiaal/gereedschap zal een tijdelijke parkeerlocatie afgesproken worden tijdens het onthaal. Na het laden/lossen dienen deze voertuigen, indien er met de opdrachtgever geen andere afspraken gemaakt zijn of er geen specifieke plaats toegewezen werd, onmiddellijk op de bezoekersparking vooraan geparkeerd te worden.
3.3.3. Arbeidsmiddelen: Toestellen onderworpen aan wettelijke keuringen (bv. heftoestellen, kranen, hoogtewerkers, ...) moeten bij het binnenkomen op de fabrieksterreinen voorzien zijn van de wettelijke keuringsattesten. Controle op de geldigheid van de keuringsattesten kan voor of tijdens de werkzaamheden door de opdrachtgever, FEBELCO-preventiedienst of veiligheidscoördinator gebeuren. Indien een wettelijk keuringsattest van een toestel verstrijkt terwijl het toestel binnen FEBELCO aanwezig is dan is de (onder)aannemer of zelfstandige ertoe gehouden tijdig initiatief te nemen zodat er steeds een geldig keuringsattest bij het toestel is.
3.3.4. Diefstal: elke ontvreemding van goederen, materialen of gereedschap van FEBELCO zal aanleiding geven tot het verbreken van het aannemingscontract en/of tot gerechtelijke vervolging. De toegang tot het bedrijf zal de betreffende (onder)aannemer, hun werknemer of zelfstandige ontzegd worden.
3.4. Verlaten van het bedrijf
Dagelijks zullen alle (onder)aannemers, hun werknemers of zelfstandigen zich persoonlijk melden aan het onthaal vóór het verlaten van de vestiging, en afmelden volgens het bestaand registratiesysteem.
3.5. Verkeer binnen het bedrijf
Het algemeen verkeersreglement is van toepassing op de fabrieksterreinen:
🞟 Er zal steeds rekening gehouden worden met de aanwezige verkeersborden of algemeen geldende verkeersprincipes zoals bv. voorrang van rechts, eenrichtingsverkeer. Er geldt een eenrichtings-circulatieplan op de site.
🞟 In de gebouwen mag niet gereden worden. Indien dit toch vereist is, dient dit opgenomen te zijn in de werkvergunning. Er zal steeds op zeer matige snelheid, aangepast aan de plaatselijke omstandigheden, met lichten aan gereden worden.
🞟 Xxxxxxx arbeidsmiddelen hebben altijd voorrang op voetgangers. Zorg voor oogcontact bij het kruisen. Voertuigen die uit de gebouwen komen moeten voorrang verlenen aan het wegverkeer.
🞟 De snelheid op de buitenwegen is beperkt tot stapvoets verkeer of tot de snelheid aangeduid op de snelheidsborden.
🞟 Alle poorten en doorgangen moeten steeds vrijgehouden blijven. Toegang tot brandkranen, kasten met brandweerslangen, alsook nooddouches moeten steeds gevrijwaard blijven.
3.6. Verbodsbepalingen
3.6.1. Alcoholhoudende dranken of drugs mogen niet op het terrein gebracht worden. Dronken of gedrogeerde personen zullen de toegang ontzegd worden of uit het bedrijf weggestuurd worden.
3.6.2. Roken binnen het bedrijf is enkel toegestaan in de speciaal hiervoor voorziene rokersvoorzieningen.
3.6.3. Er mogen geen asbesthoudende materialen binnengebracht worden bij FEBELCO. Er dienen alternatieven gebruikt te worden.
3.7. Persoonlijke beschermingsmiddelen
De (onder)aannemer/zelfstandige en zijn werknemers dienen voor restrisico's inherent aan hun werk bij FEBELCO steeds over de aangepaste PBM’s te beschikken.
Aanvullend hierop worden er vanuit FEBELCO-verplichtingen opgelegd. Binnen FEBELCO is op het hele terrein een verplichting tot:
🞟 Het dragen van een veiligheidshesje met rits (EN 471) of duidelijk herkenbare bedrijfseigen kledij.
Tevens moeten alle verbod-, gebod-, en waarschuwingspictogrammen opgevolgd worden zoals bijvoorbeeld het verplicht dragen van gehoorbescherming (EN 352), stofmasker (EN 149), handschoenen (EN 420, EN 374, EN 388, EN 407, EN 511, EN 1149,
EN 12477), ...
De Contractor stelt de verplichte, geschikte en passende arbeidsmiddelen en (persoonlijke) beschermingsmiddelen zelf ter beschikking, zonder hiervoor extra kosten aan te rekenen. Alle arbeidsmiddelen en PBM’s van de Contractor moeten voldoen aan de Belgische wetgeving en Europese normen.
Ook de (onder)aannemer/zelfstandige en zijn werknemers dienen zich aan deze interne reglementering te houden. Indien uit de risicoanalyse van de (onder)aannemer of zelfstandige blijkt dat zijn personeel extra PBM’s dient te dragen om de werkzaamheden op een veilige manier te kunnen uitvoeren, dient hij de opdrachtgever hierover te informeren en dient dit opgenomen te worden op de eventuele werkvergunning.
3.8. Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen
Indien de werkzaamheden deel uitmaken van een project waarop het KB ‘Tijdel ijke en mobiele bouwplaatsen’ (en zijn aanpassingen) van toepassing is, zijn de (onder)aannemer of zelfstandige of een gemandateerd personeelslid (er wordt hier een voldoende hoog hiërarchisch of functioneel niveau beoogd) ertoe gehouden actief aan de coördinatievergaderingen die door de veiligheidscoördinator gepland zijn, deel te nemen. Deze coördinatievergaderingen kunnen zowel vóór, tijdens als na de werkzaamheden gepland zijn. De (onder)aannemer of zelfstandige is er eveneens toe gehouden om de informatie die de veiligheidscoördinator voor het opstellen van het veiligheids- en gezondheidsplan en het postinterventiedossier nodig acht aan de veiligheidscoördinator te bezorgen.
3.9. Verbrandingsmotoren binnen de gebouwen
Teneinde risico ten opzichte van lawaaioverlast en blootstelling aan schadelijke uitlaatgassen van verbrandingsmotoren te vermijden, dienen draaiende verbrandingsmotoren buiten opgesteld te worden. Indien dit voor het uitvoeren van de werken onmogelijk is, dienen de uitlaatgassen zoveel mogelijk naar buiten afgeleid te worden. Wanneer ook dit ten gevolge van te grote mobiliteitsbeperking niet mogelijk is, dienen aanvullende maatregelen zoals extra ventilatie, stationair laten draaien van de motoren vermijden, genomen te worden.
In het slechtste geval dient de (onder)aannemer of zelfstandige contact met de opdrachtgever op te nemen om andere werknemers uit de omgeving te laten verwijderen.
3.10. Incidenten
Bij ieder type incident dient het centrale meldpunt steeds zo snel mogelijk verwittigd te worden via het intern noodnummer (zie 1. Belangrijke telefoonnummers). Ook dient steeds de opdrachtgever en de FEBELCO-preventiedienst verwittigd te worden.
3.10.1. Veiligheids-/Gezondheids- incident:
Bij een licht ongeval en indien de betrokkene zich zonder risico kan verplaatsen, doch bij voorkeur steeds vergezeld, begeeft de betrokkene zich naar de vestigingsverantwoordelijke of zijn aangestelde, waar deze een nijverheidshelper (EHBO’er) zal oproepen.
Bij ernstigere ongevallen (levensbedreigende situatie) wordt door het vormen van het intern noodnummer het centrale meldpunt op de hoogte gebracht van het ongeval.
Deze zal hulp vragen aan de dienst 112.
Het centrale meldpunt zorgt ervoor dat een nijverheidshelper, ... ter plaatse gaat.
De (onder)aannemer of zelfstandige zal elk ongeval die hijzelf of één van zijn werknemers bij FEBELCO overkwam en waarvan een aangifte bij zijn verzekeraar gedaan werd, aan de opdrachtgever ter kennis brengen; hij zal tevens alle hulp verstrekken bij het onderzoek naar de oorzaken van het ongeval.
3.10.2. Milieu-incident:
Elke (onder)aannemer of zelfstandige heeft steeds de plicht elke emissie bij vaststelling onmiddellijk te melden. Alle noodmaatregelen die de gevolgen van het incident zoveel mogelijk kunnen beperken moeten genomen worden.
3.10.3. Kwaliteits-incident:
Elke (onder)aannemer of zelfstandige heeft steeds de plicht elk incident met grondstof en eindproduct (bv. contaminatie) onmiddellijk te melden.
3.11. Waarschuwings-en evacuatiesignalen
Bij het horen van het waarschuwingssignaal blijft de (onder)aannemer of zelfstandige aan het werk. Elke (onder)aannemer of zelfstandige heeft echter steeds het recht om risicovolle activiteiten tijdelijk te stoppen en zich in gereedheid te brengen voor eventuele evacuatie.
Bij het horen van het evacuatiesignaal gaat de (onder)aannemer of zelfstandige zonder tijdverlies naar de dichtstbijzijnde verzamelplaats. Machines en persoonlijke spullen worden achtergelaten. Op deze verzamelplaats dient de (onder)aannemer of zelfstandige zich bekend te maken bij de evacuatieverantwoordelijke. De verzamelplaatsen bij evacuatie zijn te vinden op de onthaalfolder (verkregen tijdens het inschrijven aan de receptie) en op de evacuatieplannen bevestigd op verschillende plaatsen in de vestigingen.
3.12. Milieu-impact
Elke (onder)aannemer of zelfstandige werkt mee aan de FEBELCO-doelstelling om de milieu-impact van de activiteiten te reduceren. Hiervoor zal hij:
🞟 Zo weinig mogelijk water verbruiken.
🞟 Stofcreatie vermijden.
🞟 Geluid(s-overlast) tot een minimum beperken.
🞟 Zo min mogelijk afval genereren en een correct afvalbeheer toepassen.
🞟 Energieconsumptie (elektriciteit, gas, perslucht, brandstof,...) tot een minimum beperken door energiezuinige machines te gebruiken, machines niet nodeloos te laten draaien,...
3.13. Foto en video-opnames binnen het bedrijf
Er is binnen FEBELCO principieel verbod om te filmen, tot het nemen van foto's of het maken van video-opnames. Indien het nemen van foto's noodzakelijk is voor een efficiëntere uitvoering van de opdracht dient een installateur, (onder)aannemer, zelfstandige, architect, keuringsorganisme, machine- en installatiebouwer, enz. dit vooraf aan de opdrachtgever aan te vragen. Deze zal voor een schriftelijk bevestigde toestemming zorgen.
4. DE WERKZAAMHEDEN
4.1. Voorbereiding van de werkzaamheden
4.1.1. Is een bezoek aan de werkzone vooraf opgedragen door FEBELCO, of gewenst door de (onder)aannemer of zelfstandige, dan zal hij hiervoor afspreken met de opdrachtgever, zodat dit veilig kan gebeuren. De (onder)aannemer of zelfstandige zal hierbij navraag doen naar de aanwezigheid van specifieke risico’s van de werkzone en verwijzen naar specifieke risico’s van zijn werkzaamheden.
4.1.2. Voor het plannen van de uitvoeringsdatum zal de (onder)aannemer of zelfstandige de nodige tijd op voorhand – bij voorkeur 5 dagen – de opdrachtgever verwittigen, zodat een vergadering kan belegd worden voor het afspreken van de te nemen organisatorische, veiligheids- en milieumaatregelen. De (onder)aannemer en zijn medewerkers of de zelfstandige(n) zullen rekening houden met de elementen van deze bespreking.
4.1.3. Bij (juist vóór) de aanvang van het werk zal door de (onder)aannemer onder zijn personeel een ‘Werfleider’ aangeduid worden, die als zijn verantwoordelijke kan optreden. Deze ‘Werfleider’ zal bij de opdrachtgever of diens aangestelde de eventuele werkvergunning (zie verder: 5. Informatie-uitwisseling van specifieke risico's).) ophalen, eventueel herbespreken en ondertekenen.
4.1.4. Inrichting van de werf.
🞟 De Werfleider zal, rekening houdend met de elementen besproken met de opdrachtgever, de werkzone rond, onder of boven zijn werkpost aanduiden en afbakenen.
🞟 De (onder)aannemer of zelfstandige neemt de nodige maatregelen voor het bewaren van orde en netheid binnen de werkzone.
🞟 De (onder)aannemer of zelfstandige neemt, indien hij gebruik maakt van chemische producten, de nodige maatregelen om te verhinderen dat bij eventuele lekkage of ander incident het product in de bodem of het rioleringsstelsel terechtkomt.
🞟 Hij houdt rekening met de elementen: hygiëne, sanitair, eerste hulp bij ongevallen. Voor het gebruik van de sociale lokalen dient men de toestemming van de opdrachtgever te hebben.
4.2. Uitvoering van het werk
4.2.1. Juist vóór de start van de werkzaamheden dient de (onder)aannemer of zelfstandige steeds de opdrachtgever op de hoogte te brengen. Dit geldt bij de start van iedere nieuwe opdracht, ook al is de (onder)aannemer of zelfstandige reeds binnen het bedrijf aanwezig.
4.2.2. Uitrusting en gereedschappen van de (onder)aannemer of zelfstandige dienen aan de vigerende wettelijke bepalingen te voldoen. Ze dienen tevens in goede staat te zijn.
4.2.3. Goederen, materialen en gereedschappen, eigendom van FEBELCO, kunnen slechts gebruikt worden als dit uitdrukkelijk op de bestelling of in het contract vermeld is. Uitzonderingen in geval van overmacht dienen met de opdrachtgever besproken te worden. Hij dient hiervoor zijn expliciete toestemming te geven.
4.2.4. De (onder)aannemer (zijn Werfleider) of de zelfstandige zal meewerken aan de eventuele coördinatie indien meerdere partijen betrokken zijn bij de werksituatie.
4.2.5. De werkzone moet na elke dagtaak ordelijk en veilig afgewerkt zijn d.w.z. alle gereedschap, moeren en bouten, montage- en afbraakmateriaal moeten verwijderd worden of op daarvoor voorziene plaatsen gelegd worden.
4.2.6. Voertuigen of aangedreven verhandelingstoestellen mogen niet onbewaakt met de contactsleutel in het voertuig achtergelaten worden. Hoogwerkers, heftrucks en dergelijke dienen na het beëindigen van de dagtaak ook steeds met ingeplooide knikarm, ingeschoven telescopische arm, ingeschoven mast, neergelaten vorken, enz. achtergelaten te worden.
5. INFORMATIE-UITWISSELING VAN SPECIFIEKE RISICO'S
Indien werknemers van de (onder)aannemer niet Nederlands-, Frans-, Duits- of Engelstalig zijn, dient minstens één werknemer van de (onder)aannemer wel een van bovenstaande talen machtig te zijn.
FEBELCO zal via zijn opdrachtgever zijn specifieke risico's aan de aannemer of zelfstandige aan wie hij de opdracht toevertrouwde melden. Indien de aannemer de opdracht verder aan een (onder)aannemer of zelfstandige toevertrouwt dient de aannemer de melding van de specifieke risico's die hij van de opdrachtgever ontvangen heeft aan de (onder)aannemer of zelfstandige door te geven.
Teneinde de wederzijdse informatie-uitwisseling te vervolledigen, is de (onder)aannemer of zelfstandige ertoe gehouden om ook alle risico's die uit zijn risicoanalyse van het uit te voeren werk voortvloeien en voor FEBELCO of haar personeel een gevolg kunnen hebben aan de opdrachtgever te melden. De risicoanalyse moet steeds op vraag van de opdrachtgever of FEBELCO-preventiedienst voorgelegd kunnen worden.
Bij het nemen van maatregelen dient steeds zoveel mogelijk de preventiehiërarchie gevolgd te worden. De preventiemaatregelen getroffen op basis van de voorafgaandelijke risicoanalyse worden door de opdrachtgever samengevat in de eventueel nodige werkvergunningen. Deze wordt door de Werfleider en de opdrachtgever of diens aangestelde ondertekend vóór de start van de werken.
Bij Febelco maken we gebruik van werkvergunningen voor onderstaande werkzaamheden:
🞟 Brandrisico – werken met open vlam
🞟 Werkzaamheden in de hoogte en op daken
Hieronder is een niet-limitatieve lijst opgenomen van veel voorkomende risico’s en
aandachtspunten met vereiste maatregelen binnen FEBELCO:
5.1. Brandrisico - werken met open vlam
Een (onder)aannemer of zelfstandige is ertoe gehouden om aan de opdrachtgever te melden of hij de werkzaamheden met open vlam (las- en slijpwerk, snijbrand- werkzaamheden) gaat uitvoeren. Vooraf dienen de preventiemaatregelen inzake brandrisico vastgelegd te worden in de werkvergunning. De (onder)aannemer of zelfstandige is ertoe gehouden om de neergeschreven preventiemaatregelen te nemen.
Bij mogelijk brandrisico dienen volgende maatregelen steeds te worden voorzien:
🞟 Beschermen van alle brandbare constructies in de omgeving
🞟 Verwijderen van brandbaar materiaal uit de omgeving
🞟 Verwijderen van brandbare stoffen uit de installatie
🞟 Afdekken van openingen in muren en vloeren
🞟 Beschikbaar houden van mobiele brandblusapparaten in de onmiddellijke omgeving
🞟 Een brandwacht blijft tot één uur na de werkzaamheden aanwezig
Houd waar van toepassing rekening met volgende items:
🞟 Controleer de arbeidsmiddelen voor gebruik.
🞟 Hou rekening met ontploffingsgevaar: vraag naar EX-zones bij FEBELCO.
🞟 Schakel indien nodig en na overleg met de opdrachtgever en Maintenance & Facility Manager/Maintenance of Facility Coördinator plaatselijk de brand/rookdetectie uit tijdens de werken.
🞟 De installatie is buiten dienst gesteld, geïsoleerd en ontlucht.
5.2. Werkzaamheden in de hoogte en op daken
De opdrachtgever zal aan de (onder)aannemer of zelfstandige de staat van het dak en de toegangsweg meedelen. De opdrachtgever zal tevens de nodige info in verband met uitwasemingen van schouwen in de onmiddellijke omgeving van de uit te voeren werken meedelen.
Het betreden van daken is absoluut niet toegelaten indien dit niet eerst met de bevoegde opdrachtgever besproken werd en vastgelegd werd in de werkvergunning.
Het is de verantwoordelijkheid van de (onder)aannemer of zelfstandige te oordelen of hij rekening houdend met de weersomstandigheden de werkzaamheden op een veilige manier kan uitvoeren. Indien deze niet op de voorziene datum kunnen doorgaan dient hij dit aan de opdrachtgever te laten weten. Hij is er eveneens toe gehouden aan de opdrachtgever mee te delen wanneer hij zichzelf onbevoegd acht om de opgedragen werken, of een deel ervan uit te voeren.
Bij werken in de hoogte dienen volgende maatregelen steeds te worden voorzien:
🞟 Preventiehiërarchie toepassen (bv. hoogwerker i.p.v. ladder).
🞟 Bij afwezigheid van collectieve bescherming dienen de juiste PBM’s gebruikt te
worden.
🞟 Alle PBM’s dienen periodiek gekeurd te worden cf. wetgeving.
🞟 Dragen van PBM’s indien de afstand tot de rand van het dak minder dan 2 meter
bedraagt en er geen collectieve beveiliging aanwezig is.
🞟 Werkzone onder het dak of de werken op hoogte afbakenen en aanduiden.
🞟 Het dragen van valbeveiliging in de hoogwerkerkooi is steeds verplicht!
5.3. Asbesthoudende materialen
Indien er werkzaamheden in de buurt van asbesthoudende materialen uitgevoerd moeten worden, zal dit door de opdrachtgever meegedeeld worden. Van zodra asbest verwijderd dient te worden of er dient gewerkt te worden aan asbesthoudend materiaal dient dit steeds door een erkend asbestverwijderaar te gebeuren. De erkende (onder)aannemer/zelfstandige dient voor de aanvang van de werken een kopie van zijn werkplan aan de opdrachtgever en FEBELCO-preventiedienst te bezorgen. Verder dient hij aan alle bepalingen uit de wetgeving omtrent het verwijderen van asbest te voldoen, inclusief de melding aan de bevoegde inspectie. Op vraag van de (onder)aannemer of zelfstandige wordt de asbestinventaris voorgelegd door de opdrachtgever.
5.4. Werkzaamheden in gezoneerde ruimtes (ATEX)
Vonken maken, energie opwekken kan binnen gezoneerde ruimtes (ruimtes waar een explosief gasmengsel of stofwolk kan ontstaan), in functie van het type zone, tot explosie leiden. Wanneer er in gezoneerde ruimtes gewerkt moet worden, zal de opdrachtgever dit aan de (onder)aannemer of zelfstandige melden. Deze dient duidelijk met dit risico rekening te houden. Hij dient het vakmanschap dat voor werkzaamheden in gezoneerde ruimtes vereist is te beheersen.
5.5. Werken in de nabijheid van hoogspanning-laagspanning
De (onder)aannemer of zelfstandige is ertoe gehouden het juiste tijdstip van aanvang van de werken aan de opdrachtgever mede te delen zodat deze op zijn beurt de bevoegde dienst van FEBELCO op de hoogte kan stellen.
🡪 De (onder)aannemer of zelfstandige moet van al zijn mensen die aan de LS- installatie of aan de HS-installatie werken een door hem toegekend BA5 bekwaamheidsattest voorleggen aan de opdrachtgever voorafgaand aan de werken.
5.6. Graafwerken
De opdrachtgever zal bij de start der werken meedelen waar de ondergrondse kanalen, kabels, rioolbuizen en leidingen met chemische producten zich bevinden. De (onder)aannemer of zelfstandige zal bijzondere aandacht besteden aan het indringingsrisico van kanalen. Indien hij op een kanaal of leiding stuit dat niet meegedeeld werd, is hij ertoe gehouden om de werkzaamheden rond dit kanaal te staken en de opdrachtgever hiervan op de hoogte te stellen. De werken kunnen pas hervat worden nadat de opdrachtgever zich van de toestand is komen vergewissen en vrijgave geeft.
5.7. Organisatorische maatregelen
De opdrachtgever maakt met de (onder)aannemer of zelfstandige enkele belangrijke praktische afspraken, met name over: toegang tot de werf, hoe de werf af te bakenen, welke kleedzaal te gebruiken indien nodig, locatie van te gebruiken sanitair en was- en eetplaats, en waar de voertuigen van de (onder)aannemer/zelfstandige dienen geparkeerd te worden. De (onder)aannemer/zelfstandige is verantwoordelijk dat alle tewerkgestelde derden hierover worden geïnformeerd en dit toepassen.
5.8. Afvalproblematiek
De opdrachtgever en de Werfleider maken de nodige afspraken omtrent de afvalstromen die tijdens de uitvoering van de werken kunnen ontstaan. Indien er overeengekomen is dat de (onder)aannemer of zelfstandige gebruik kan maken van de FEBELCO-voorzieningen voor het sorteren en afvoeren van de ontstane afvalstromen, wordt de te volgen handelswijze door de opdrachtgever toegelicht. Bij onduidelijkheid over de correcte handelswijze kan de opdrachtgever hiervoor info vragen bij de milieu-verantwoordelijke van FEBELCO.
5.9. Werkzaamheden in de omgeving van gevaarlijke producten
Gevaarlijke producten in de werkzone of in de omgeving ervan moeten door de opdrachtgever door middel van een lijst doorgegeven worden aan de (onder)aannemer of zelfstandige. Naast de benaming van de schadelijke stof zal ook het gevarensymbool vermeld worden. Op vraag van de (onder)aannemer of zelfstandige wordt het veiligheidsinformatieblad beschikbaar gesteld. Er wordt van de Werfleider verwacht dat hij bij enige twijfel, of wanneer hij meent onvoldoende info te hebben de opdrachtgever contacteert.
5.10. Werkzaamheden met gevaarlijke producten
Indien de (onder)aannemer of zelfstandige gevaarlijke producten moet gebruiken, zal deze vooraf (vóór het binnenbrengen van het product in het bedrijf) een wettelijk conform veiligheidsinformatieblad (VIB) bezorgen aan de opdrachtgever. Belangrijk hierbij is dat dit VIB niet ouder is dan 3 jaar en in het Nederlands of het Frans opgesteld is. Deze zal dan volgens de interne voorziene procedure advies bij de preventiedienst inwinnen. Teneinde de FEBELCO-werknemers tegen de risico's van het werken met deze stoffen te beschermen, zal er vanuit deze FEBELCO-preventiedienst ter attentie van de opdrachtgever een advies geformuleerd worden. Deze zal op zijn beurt het advies aan de (onder)aannemer of zelfstandige bezorgen. Deze laatsten zijn bij de uitvoering van de werkzaamheden ertoe gehouden met de adviezen rekening te houden.
De (onder)aannemer of zelfstandige is ertoe gehouden om enkel producten die van een wettelijk etiket voorzien zijn binnen het bedrijf binnen te brengen. Een VIB van het gebruikte product dient op de werf aanwezig te zijn en dit in de Nederlandse of Franse taal. Indien een grotere hoeveelheid dan een dagvoorraad dient gestockeerd te worden op het terrein dient dit voorgelegd te worden aan de opdrachtgever ter goedkeuring. De nodige maatregelen dienen genomen te worden zodat bij accidentele lekkage van het product dit niet in de bodem of rioleringsstelsel kan terechtkomen.
De opdrachtgever of diens aangestelde toont de (onder)aannemer/zelfstandige de locatie van de dichtstbijzijnde absorptiematerialen (milieu-interventiekit) die kunnen gebruikt worden in geval van lekkages.
5.11. KB ‘Tijdelijke en Mobiele bouwplaatsen’
Wanneer ten minste twee aannemers de werken uitvoeren, moeten veiligheids- coördinatoren worden aangesteld (coördinator-ontwerp en coördinator- verwezenlijking). De coördinator-ontwerp wordt aangesteld ten laatste vóór het begin van de uitwerking van het ontwerp. De coördinatoren worden aangesteld door de opdrachtgever indien de totale oppervlakte gelijk is aan of groter dan 500 m². Indien de totale oppervlakte kleiner is dan 500 m² worden deze aangesteld door de hoofdaannemer.
5.12. Lock-out/Tag-out procedure
Indien energievoorzieningen voor een installatie/machine dienen uitgeschakeld te worden om het uit te voeren werk op een veilige manier te kunnen doen, dan dient dit te gebeuren conform de FEBELCO Lock-out/Tag-out procedure. De opdrachtgever brengt de (onder)aannemer/zelfstandige op de hoogte van het door FEBELCO gebruikte voorschrift. Het uitschakelen van de energievoorzieningen mag enkel gebeuren door Lock-out/Tag Out-opgeleid FEBELCO-personeel.
5.13. Technische documenten
Andere technische documenten kunnen bijvoorbeeld zijn keuringsverslagen van hefwerktuigen, hoogtewerkers, rapporten asbestmetingen, … .
5.14. Noodnummers en noodvoorschriften
De opdrachtgever zal aan de (onder)aannemer/zelfstandige meedelen welke de verschillende FEBELCO-noodnummers zijn bij ongeval, brand of milieu-incident. Tevens toont de opdrachtgever of diens aangestelde de evacuatieplaats, (nood)telefoon en nooddouches. Deze informatie is tevens te vinden op de onthaalfolder (verkregen tijdens inschrijving aan de receptie) en op de evacuatieplannen bevestigd op verschillende plaatsen in de vestigingen.
6. VERBINTENIS
6.1. Hiermee verklaar ik kennis genomen te hebben van het document ‘Werken met derden: veiligheids- en milieuvoorschriften’ en verbind mij ertoe ze strikt na te leven en te doen naleven door mijn werknemers, mijn eventuele (onder)aannemers en hun werknemers of zelfstandigen. Te dien einde zal ik mijn werknemers en mijn eventuele (onder)aannemers of zelfstandigen tewerkgesteld voor rekening van FEBELCO voorafgaandelijk in kennis stellen van deze algemene veiligheids- en milieuvoorschriften.
6.2. Hiermee verklaar ik, dat mijn werknemers, eventuele (onder)aannemers of zelfstandigen rekening zullen houden met de specifieke risico’s die ons door de opdrachtgever bezorgd worden.
6.3. Hiermee verklaar ik, dat ik, conform de wetgeving ‘Welzijn bij de uitvoering van het werk’, de opdrachtgever tijdig zal informeren over de risico’s eigen aan mijn werkzaamheden en over de risico’s verbonden met de gebruikte materialen, producten en gereedschappen.
6.4. Hiermee bevestig ik mijn medewerking te verlenen aan de coördinatie en samenwerking tussen de verschillende ondernemingen aanwezig op de werf.
6.5. Ik verbind mij er toe de bepalingen van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.) en de CODEX over het welzijn op het werk, en de bepalingen van de Vlaamse Milieuwetgeving na te leven, én te doen naleven.
6.6. Hiermee aanvaard ik dat Febelco bij onmiddellijk dreigend gevaar, gebaseerd op een risico - inschatting tussen de Febelco Maintenance & Facility Manager, Febelco-preventiedienst en mijn werfleider, de werf kan stilleggen. In voorkomend geval aanvaard ik dat Febelco, nadat men mij van het stilleggen der werkzaamheden schriftelijk (email of brief of …) op de hoogte gesteld heeft, aanvullende veiligheids- en milieumaatregelen te mijnen laste kan nemen.
6.7. Hiermee aanvaard ik dat ik door Febelco op gebied van veiligheidsgedrag en milieugedrag geëvalueerd zal worden.
6.8. Ik verbind mij er tevens toe de geldende sociale wet- en regelgeving te respecteren met in het bijzonder de regelgeving omtrent de onmiddellijk aangifte van tewerkstelling (Dimona).
Firma
Naam firma of zelfstandige:
Adres:
Telefoon: Fax:
Opgemaakt op: Te:
Contactgegevens preventieadviseur
Naam: Telefoon:
Ondertekenaar
Naam: Functie:
Opgemaakt op: Te:
Handtekening:
Deze verklaring blijft geldig tijdens de gehele duurtijd van de opdracht die in onze onderneming uitgevoerd wordt.
Deze blz. na ondertekening inscannen en terugmailen naar: xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx + uw opdrachtgever.