ALGEMENE BEPALINGEN ONDERWIJSOVEREENKOMST
ALGEMENE BEPALINGEN ONDERWIJSOVEREENKOMST
ROC van Amsterdam
Uitgave Auteur Kenmerk
Vastgesteld door het College van Bestuur op Traject Platform OR ROCvA en OR ROCvF Traject CSR ROCvA en ROCvF
Traject GMR VOvA
: ROC van Amsterdam
: X. Xxxxxxx, Dienst Onderwijsinformatie
: Alg. bepalingen Onderwijsovereenkomst ROCvA
: 01-07-2019 / tekstuele aanpassing 25-03-2021
: n.v.t.
: 09-07-2019 ter informatie
: n.v.t.
Inhoudsopgave
3
1. Uitleg gebruikte begrippen en afkortingen
4
4
A. De opbouw van de Onderwijsovereenkomst 4
D. Het Keuzedeelblad (indien van toepassing) 4
E. Bijlagen (indien van toepassing) 4
3. Tot stand komen, annuleren, wijzigen en beëindigen van de Onderwijsovereenkomst
5
A. Toelating tot de opleiding 5
B. Tot stand komen van de Onderwijsovereenkomst - inschrijving - Instemmingsverklaring 5
C. Annulering van de Onderwijsovereenkomst 5
D. Wijziging van de Onderwijsovereenkomst 6
E. Beëindiging van Onderwijsovereenkomst 7
F. Nieuwe Onderwijsovereenkomst 7
4. Verplichtingen van partijen
7
A. Wederzijdse verplichtingen 7
C. Financiële verplichtingen 8
5. Niet nakomen van verplichtingen
8
9
9
9
Inleiding
Als de student is toegelaten tot een opleiding, sluit de onderwijsinstelling met de student een onderwijs- overeenkomst af voor de start met de opleiding. In de Onderwijsovereenkomst staan de rechten en plichten van de student en de onderwijsinstelling. Deze staan in de Algemene Bepalingen beschreven of hierin wordt specifiek verwezen naar andere documenten. De student wordt bijvoorbeeld over algemene zaken doorverwezen naar het Studentenstatuut. Voor opleiding gebonden zaken wordt verwezen naar het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de opleiding. De laatste versies van deze documenten zijn terug te vinden op de website van de onderwijsinstelling.
Voordat de student de opleiding start dient de student de (wettelijk verplichte) Onderwijsovereenkomst te ondertekenen. Indien de student jonger is dan 18 jaar moet een van de ouders of verzorgers deze overeenkomst ook tekenen. De overeenkomst kán ook digitaal ondertekend worden.
Samen met de Studentenraad heeft de onderwijsinstelling de tekst zo begrijpelijk mogelijk gemaakt. Omdat het een juridisch contract is, staan hier soms moeilijke begrippen en afkortingen in. Begrippen en afkortingen worden uitgelegd in een apart document.. Indien de student bepaalde dingen niet begrijpt kan de student contact opnemen met de studieloopbaanbegeleider / mentor.
Directeur van Dienst Onderwijsinformatie ROC van Amsterdam-Flevoland
1. Uitleg gebruikte begrippen en afkortingen
De gebruikte begrippen en afkortingen worden uitgelegd in het document Begrippen op de website. In het document Begrippen wordt eerst uitleg gegeven in dagelijkse taal, daarna het artikel in de wet.
2. De Onderwijsovereenkomst
A. De opbouw van de Onderwijsovereenkomst
2.1 De Onderwijsovereenkomst bestaat uit een Opleidingsblad en deze Algemene bepalingen. De Onderwijsovereenkomst kan worden aangevuld door een Keuzedeelblad en / of bijlagen (indien van toepassing).
2.2 De overeenkomst leidt tot inschrijving voor het onderwijs aan de onderwijsinstelling.
2.3 Wijzigingen en aanvullingen van deze Algemene Bepalingen worden van kracht nadat de Studentenraad instemming heeft gegeven. Wijzingen en aanvullingen worden vastgesteld door het College van Bestuur.
2.4 Op de website van de onderwijsinstelling staan altijd de op dat moment geldende Algemene Bepalingen.
2.5 De wijzigingen of aanvullingen gelden ook voor de reeds afgesloten Onderwijsovereenkomsten tenzij dit niet redelijk en billijk is.
B. Het Opleidingsblad
2.6 In het Opleidingsblad staan bepalingen over de opleiding die de student gaat volgen. Het Opleidingsblad is een vast onderdeel van deze overeenkomst. Overal waar in deze overeen- komst ‘opleiding’ staat, bedoelen we de opleiding die vermeld staat op het Opleidingsblad.
C. De Algemene Bepalingen
2.7 In de Algemene Bepalingen van deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van de student en de onderwijsinstelling.
D. Het Keuzedeelblad (indien van toepassing)
2.8 Met ingang van 1 augustus 2016 biedt de onderwijsinstelling keuzedelen aan voor alle opleidingen die dan starten. De onderwijsinstelling zorgt ervoor dat alle opleidingen aan de wet- en regelgeving voldoen en dat de student voldoende keuzemogelijkheden krijgt aangeboden. De opleiding zorgt ervoor dat voldoende begeleiding wordt gegeven om een goede keuze te kunnen maken.
2.9 De keuzedelen waar een student uit kan kiezen, worden bij voldoende deelname uitgevoerd. Het kan voorkomen dat er te weinig studenten zijn met dezelfde keuze en dat dit keuzedeel daarom niet kan worden uitgevoerd. De student krijgt dan een alternatief aangeboden.
2.10 De keuzedelen waar de student uit kan kiezen, worden tijdig bekend gemaakt op de website en / of in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de opleiding.
2.11 De gekozen keuzedelen worden vastgelegd op een Keuzedeelblad wat toegevoegd wordt aan de Onderwijsovereenkomst in het studentendossier in de studentenadministratie.
2.12 De onderwijsinstelling verstuurt het Keuzedeelblad naar het instellingsmailadres van de student. De student moet duidelijke fouten binnen 10 schooldagen melden aan de studieloop- baanbegeleider / mentor.
E. Bijlagen (indien van toepassing)
2.13 Bijlagen kunnen onderdeel uitmaken van de Onderwijsovereenkomst. Voorbeelden van bijlagen zijn Passend onderwijs, Topsport of Medezeggenschap. De bijlagen worden toegevoegd aan de Onderwijsovereenkomst en vormen hiermee een onlosmakelijk geheel.
3. Tot stand komen, annuleren, wijzigen en beëindigen van de Onderwijsovereenkomst
A. Toelating tot de opleiding
3.1 De procedure om toegelaten te worden tot een opleiding staat beschreven in het Studenten- statuut. Opleidingen kunnen aanvullende eisen voor toelating op de website en / of in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) plaatsen. Voorbeelden zijn creatieve- en artistieke aanleg, fysieke vaardigheden en fysieke geschiktheid.
3.2 Voor studenten die rechtstreeks doorstromen van het voortgezet onderwijs naar de onderwijs- instelling kan de Onderwijsovereenkomst al worden afgesloten voordat de student de uitslag van zijn examens op het voortgezet onderwijs heeft gekregen. Het kan dus voorkomen dat een student later zakt voor het examen. Als het diploma van het voortgezet onderwijs vereist is voor deelnemen aan de in de Onderwijsovereenkomst afgesproken opleiding, is de onder- wijsovereenkomst nietig. Dat wil zeggen: de overeenkomst heeft nooit bestaan.
3.3 Voor de Entreeopleiding geldt dat de student geen diploma van het voortgezet onderwijs gehaald mag hebben. Blijkt na het afsluiten van de Onderwijsovereenkomst dat de student toch een dergelijk diploma gehaald heeft, is de Onderwijsovereenkomst nietig. Dat wil zeggen: de overeenkomst heeft nooit bestaan.
3.4 Als de student bij zijn (verplichte) kennismakingsactiviteiten onvolledige of onjuiste informatie heeft gegeven, heeft de onderwijsinstelling het recht de Onderwijsovereenkomst te ontbinden.
B. Tot stand komen van de Onderwijsovereenkomst - inschrijving - Instemmingsverklaring
3.5 Het eerste Opleidingsblad wordt aan de student ter ondertekening aangeboden.
De Onderwijsovereenkomst treedt na ondertekening van het eerste Opleidingsblad in werking.
Als de onderwijsinstelling een digitale handtekening gebruikt is deze betrouwbaar volgens de regels van de wet (art. 3:15A Burgerlijk Wetboek).
De overeenkomst geldt zo lang de opleiding duurt, zoals vermeld op het Opleidingsblad.
3.6 Instemmingsverklaring ouder / wettelijke vertegenwoordiger minderjarige student: in verband met het terugdringen van de administratieve lastendruk hebben de belangenvertegen- woordigers*1 binnen het beroepsonderwijs de volgende afspraak gemaakt:
a. Door een instemmingsverklaring van de ouder / wettelijke vertegenwoordiger op het eerste Opleidingsblad van de Onderwijsovereenkomst kan de minderjarige student (vanaf 16 jaar) zelfstandig zijn Stageovereenkomst en / of Oriëntatie op het Beroep en eventueel daaruit voortvloeiende bijlagen tekenen.
b. Indien de ouder / wettelijke vertegenwoordiger bezwaar heeft tegen de zelfstandige onder- tekening kan hij het (web)formulier ‘Bezwaar Instemmingsverklaring’ invullen en opsturen naar Bureau Studentenzaken. In dit geval zal voor de minderjarige student een Stage- overeenkomst en / of Oriëntatie op het Beroep (en eventuele aanvullingen) worden opgesteld mét medeondertekening door de ouder / wettelijke vertegenwoordiger.
C. Annulering van de Onderwijsovereenkomst
3.7 Annulering van een inschrijving dient schriftelijk en voor aanvang van de opleiding te geschieden bij Bureau Studentenzaken. Bij annulering vóór aanvang van de opleiding worden alle reeds betaalde bedragen voor het cursusjaar terugbetaald uitgezonderd kosten van de door de student reeds bij de onderwijsinstelling bestelde onderwijsbenodigdheden en/of kledingpakketten.
3.8 Indien de opleiding na de aanvang wordt geannuleerd, is de student op grond van of voortvloeiende uit de Les- en Cursusgeldwet wettelijk cursusgeld verplicht te betalen.
1 Ministerie xxx XXX, JOB, MBO Raad en de vakbonden.
D. Wijziging van de Onderwijsovereenkomst
Opleidingsblad
3.9 De overeenkomst kan met wederzijds goedvinden worden verlengd. Dit wordt vastgelegd op een nieuw Opleidingsblad.
3.10 Van een wijziging van het Opleidingsblad is sprake in de volgende gevallen: de student verandert van:
• leerweg;
• mbo niveau;
• opleiding (crebo);
• onderwijsdeelnemer naar examendeelnemer.
3.11 Examendeelnemer (extraneus): het kan zijn dat de student enkele examens of examenonder- delen nog niet heeft gehaald tijdens de normale duur van de opleiding. De examencommissie kan de student toelaten als examendeelnemer voor maximaal zes maanden. Een examendeelnemer heeft eenmaal het recht deel te nemen aan nog af te leggen examenonderdelen. Een examen- deelnemer volgt géén onderwijs / stage en heeft geen recht op loopbaanbegeleiding. De student die uitsluitend examendeelnemer is heeft ook geen recht op studiefinanciering of ov-jaarkaart.
3.12 Indien inschrijving van de student wijzigt naar examendeelnemer wordt het Opleidingsblad vervangen door een Examenblad.
3.13 De student kan verzoeken om een wijziging van zijn overeenkomst, na overleg met de studieloop- baanbegeleider / mentor van de opleiding. Het recht op toelating tot een andere opleiding staat beschreven in het Studentenstatuut. Eventuele aanvullende eisen staan op de website en / of in het Onderwijs- en Examenreglement (OER).
Keuzedeelblad
3.14 De student kan verzoeken om een wijziging van het Keuzedeelblad, na overleg met de studie- loopbaanbegeleider / mentor van de opleiding. Het nieuw te kiezen keuzedeel dient te voldoen aan de wettelijke kaders van de opleiding en de in alle redelijkheid uitvoerbaarheid van het door de onderwijsinstelling aan te bieden onderwijsprogramma.
3.15 Bij elke wijziging in keuzedelen vervangt de onderwijsinstelling het Keuzedeelblad door een nieuw Keuzedeelblad. Het nieuwe blad vervangt het vorige Keuzedeelblad en wordt daarmee een vast onderdeel van de Onderwijsovereenkomst.
De procedure voor wijziging van keuzedelen is gelijk aan die voor opleidingsbladen.
3.16 Door het deelnemen aan de lessen die horen bij die keuzedelen bevestigt de student zijn keuze.
Procedure wijziging bladen
3.17 Als een wijziging optreedt in het Opleidingsblad en / of Keuzedeelblad, vervangt de onderwijs- instelling het blad door een nieuw blad. De onderwijsinstelling verstuurt het gewijzigde blad naar het instellingsmailadres van de student. Als de student niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe Opleidingsblad en / of Keuzedeelblad, dan moet hij dit binnen tien school- dagen schriftelijk melden aan de onderwijsinstelling.
3.18 Als de student minderjarig is, wordt het gewijzigde blad via de post ook naar zijn ouder / wette- lijke vertegenwoordiger verzonden. Als de ouder of wettelijk vertegenwoordiger niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe Opleidingsblad en / of Keuzedeelblad, dan moet hij dit binnen tien schooldagen schriftelijk melden aan de onderwijsinstelling.
3.19 Als volgens vorige artikelen bezwaar is gemaakt tegen de wijziging, blijft het oude blad geldig. Indien geen bezwaar is gemaakt, vervangt het nieuwe blad het vorige blad en wordt daarmee een vast onderdeel van de Onderwijsovereenkomst.
E. Beëindiging van Onderwijsovereenkomst
3.20 De Onderwijsovereenkomst eindigt:
a. door het behalen van het examen van de opleiding waarop deze overeenkomst betrekking heeft;
b. door het verstrijken van de termijn genoemd op het Opleidingsblad/Examenblad, tenzij gebruik is gemaakt van de mogelijkheid de Onderwijsovereenkomst te verlengen zoals bepaald in artikel 3.9.
c. indien aan de student alle toets gelegenheden per examenonderdeel, zoals omschreven in het Onderwijs- en Examenreglement van de onderwijsinstelling, zijn aangeboden en de onderwijsinstelling het opnieuw volgen van het onderwijs- en/of beroepspraktijkvormingsprogramma niet zinvol acht;
d. als de student zich laat uitschrijven;
e. als de onderwijsinstelling de student verwijdert van de opleiding zoals beschreven in het Studentenstatuut onder disciplinaire maatregelen;
f. bij overlijden van de student/examendeelnemer;
g. door partijen met wederzijdse instemming, indien dit schriftelijk is vastgelegd;
h. bij het niet-verkrijgen van een Verklaring Omtrent het Gedrag(VOG) of Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) noodzakelijk voor de Stage of Oriëntatie op het beroep. De verplichting om een VOG of VGB te bezitten staat op de website en/of in het Onderwijs- en Examenreglement (OER).
i. na een negatief (bindend) studieadvies zoals de onderwijsinstelling dit heeft opgenomen in het Studentenstatuut.
x. bij ongeschiktheid voor toekomstige beroepsuitoefening zoals beschreven in het Studentenstatuut.
3.21 Het beëindigen van de Onderwijsovereenkomst, ongeacht of dit op initiatief van de student dan wel door besluit van de onderwijsinstelling plaats vindt, laat onverlet de verplichting van de student de in artikel 4 genoemde verplichte kosten geheel te voldoen.
F. Nieuwe Onderwijsovereenkomst
3.22 In de volgende situaties wordt een nieuwe Onderwijsovereenkomst afgesloten waarbij opnieuw het eerste Opleidingsblad door de student en de onderwijsinstelling moet worden ondertekend:
a. de student heeft een opleiding aan de onderwijsinstelling met succes afgerond (diploma) en/of de student heeft de onderwijsinstelling om een andere reden verlaten, waarna de student besluit een nieuwe opleiding te volgen;
b. de student wordt ingeschreven voor een nieuwe opleiding terwijl de student de huidige opleiding nog niet heeft beëindigd.
4. Verplichtingen van partijen
A. Wederzijdse verplichtingen
4.1 Door het ondertekenen van deze Onderwijsovereenkomst gaan de student en de onderwijs- instelling verplichtingen aan. Deze rechten en plichten worden deels in dit document beschreven, deels in de andere documenten waarnaar verwezen wordt.
4.2 Het Studentenstatuut gaat nader in op de wederzijdse verplichtingen: de onderwijsinstelling als leefomgeving, de algemene inhoud en kwaliteit van het onderwijs en de rechten en plichten van student.
4.3 Voor inschrijving in de beroepsopleidende leerweg (BOL) geldt dat het onderwijsprogramma voldoet aan de eisen van de Wet studiefinanciering 2000 of de Wet tegemoetkoming onderwijs- bijdrage en studiekosten.
4.4 Voor inschrijving in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) geldt dat het onderwijsprogramma voldoet aan de eisen van de Subsidieregeling praktijkleren.
B. Privacy
4.5 De verwerking van gegevens van studenten geschiedt met inachtneming van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en de daarmee samenhangende regelgeving.
4.6 De student heeft digitaal inzage in zijn inschrijvingsgegevens met de daarin vastgelegde keuzedelen en / of bijlagen in de studentenadministratie. De procedure staat beschreven in het Privacyreglement op de website van de onderwijsinstelling.
C. Financiële verplichtingen
4.7 Voor het volgen van de opleiding zijn de wettelijke vastgestelde les- en / of cursusgelden verschuldigd. Voor de opleidingen in de beroepsopleidende leerweg wordt lesgeld in rekening gebracht door DUO. Voor de opleidingen in de beroepsbegeleidende leerweg wordt cursus- geld in rekening gebracht door de onderwijsinstelling en moet, volgens de wet, betaald zijn voordat de student kan worden ingeschreven. Met de student kan voor het cursusgeld een betalingsregeling worden afgesproken.
4.8 In voorkomende gevallen machtigt de student die een opleiding volgt in de beroepsbege- leidende leerweg, de in de Stageovereenkomst genoemde werkgever, om namens hem het wettelijke verschuldigde cursusgeld alsmede andere schoolkosten te voldoen.
4.9 Inschrijving voor een opleiding aan de onderwijsinstelling is niet afhankelijk van een andere (dan een bij volgens de wet geregelde) geldelijke bijdrage overeenkomstig artikel 8.1.4. van de WEB.
4.10 Een examendeelnemer betaalt voor het afleggen van examens kosten. Bij examens die door een externe partij worden afgenomen komen de kosten voor het externe examen daar nog bovenop. De kosten voor het afleggen van examens staan vermeld op de website van de onderwijsinstelling.
4.11 De facturen van de onderwijsinstelling dient de student binnen 4 weken te betalen. Indien de factuur niet tijdig betaald wordt, komen de extra kosten die daaruit voortvloeien voor rekening van de student.
D. Onderwijsbenodigheden
4.12 Voor de start van de opleiding geeft de opleiding een indicatie van de onderwijsbenodigdheden. Deze staan vermeld op de website van de opleiding en / of in het Onderwijs- en Examen- reglement (OER). Met het ondertekenen van de Onderwijsovereenkomst verklaart de student kennis te hebben genomen van deze lijst met onderwijsbenodigdheden waar hij voor de aanvang van de opleiding over moet beschikken. De student bepaalt zelf hoe en waar hij deze onderwijs- benodigdheden aanschaft.
4.13 De onderwijsinstelling kan opleidingsactiviteiten aanbieden waaraan de student op vrijwillige basis kan deelnemen. Voor deze extra opleidingsactiviteiten kan de onderwijsinstelling extra kosten in rekening brengen. De studenten die ervoor kiezen aan deze activiteiten deel te nemen, moeten deze kosten apart betalen. Dit is nader vermeld in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de opleiding.
5. Niet nakomen van verplichtingen
5.1 Indien de student de verplichtingen op grond van deze Onderwijsovereenkomst dan wel andere overeenkomsten, documenten of regelingen waarnaar in de Onderwijsovereenkomst en / of deze Algemene Bepalingen wordt verwezen, niet of niet voldoende nakomt, kunnen tegen hem disciplinaire maatregelen, waaronder schorsing en verwijdering, worden getroffen. Disciplinaire maatregelen staan beschreven in het Studentenstatuut.
5.2 De aard van de maatregelen, de procedure van opleggen als ook de mogelijkheden tot bezwaar en beroep en de procedures daarvoor zijn geregeld in, dan wel gebaseerd op het Studenten- statuut, het Onderwijs- en Examenreglement (OER) en het Klachtenreglement van de onderwijsinstelling.
6. Aansprakelijkheid
6.1 De aansprakelijkheid van de onderwijsinstelling voortvloeiende uit het verwijtbaar niet (behoorlijk) nakomen van deze overeenkomst is beperkt tot een bedrag dat ten hoogste gelijk is aan het bedrag dat de student in het betreffende jaar ter uitvoering van deze overeenkomst verschuldigd is aan de onderwijsinstelling.
6.2 De onderwijsinstelling is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van (tussentijdse beëindiging op grond van) schorsing en / of verwijdering van de student. De student heeft dan ook geen recht op terugbetaling van door hem reeds betaalde kosten als bedoeld in artikel 4.
6.3 De onderwijsinstelling is niet aansprakelijk voor (terug)vorderingen voortvloeiend uit de Wet Studie- financiering wegens niet (tijdige) uitschrijving.
6.4 Behoudens opzet en grove schuld is de onderwijsinstelling niet aansprakelijk voor diefstal, ver- duistering, verlies en / of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de student.
7. Geschillen en klachten
7.1 Als de student vindt dat deze overeenkomst onjuist of onzorgvuldig is toegepast kan hij zich in eerste instantie wenden tot de studieloopbaanbegeleider / mentor. Als de student en studieloop- baanbegeleider/mentor hier samen niet uitkomen, kan de student zich wenden tot de opleidings- manager en / of directie van het mbo-college.
7.2 Als geen passende oplossing is gevonden heeft de student het recht een klacht in te dienen volgens het Klachtenreglement van de onderwijsinstelling. Het Klachtenreglement staat op de website van de onderwijsinstelling.
8. Slotbepalingen
8.1 In die gevallen waarin de Onderwijsovereenkomst dan wel andere overeenkomsten, regelingen en documenten waarnaar in de Onderwijsovereenkomst en / of deze Algemene Bepalingen wordt verwezen niet voorzien, beslist het bevoegd gezag.
8.2 In die gevallen waarin toepassing van enige bepaling of voorschrift van de Onderwijsovereen- komst dan wel andere overeenkomsten, regelingen en documenten waarnaar in de Onderwijs- overeenkomst en / of deze Algemene Bepalingen wordt verwezen, de student onbedoeld zwaar treft of kennelijk onredelijk voor hem uitwerkt, kan de directie van het betrokken mbo-college op verzoek van de student daarvan afwijken.
8.3 Op de Onderwijsovereenkomst, eventuele bijlagen en deze Algemene Bepalingen is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
* * *