HOOFDSTUK I: ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN
V E R K O O P V O O RWAAR D E N O P T E N E M E N I N D E V E R K O O PA K T E VAN N I J V E R H E I D S G R O N D
D E C R E E T R U I M T E L I J K E E C O N O M I E
XXXXXX XXXXXXXXXX HUFFESEELE TE TIELT
Verkoopvoorwaarden als bijlage aan te hechten aan de verkoopakte
HOOFDSTUK I: ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN
Artikel 1
Het goed wordt verkocht voor vrij en onbelast, in de staat waarin het zich thans bevindt, wel gekend door de kopers, met alle actieve en passieve, zichtbare en verborgen erfdienstbaarheden waarmede het bezwaard is, zonder enige waarborg omtrent de juistheid van de hierboven uitgedrukte oppervlakte, ook al is het verschil groter dan één/twintigste.
Artikel 2
De kopers krijgen de volle eigendom, het genot en het gebruik van het bij deze overeenkomst verkochte goed te rekenen vanaf het verlijden van de authentieke akte, en zij zullen vanaf dan ook alle welkdanige belastingen en taksen met betrekking tot dit goed dragen.
De verkoper verklaart dat het bij deze overeenkomst verkochte goed vrij van gebruik is.
Artikel 3: Uitrusting
a) Zijn begrepen in de verkoopprijs: de algemene terreinuitrustingswerken, zoals bepaald door de WVI, nl:
o infrastructuurwerken:
▪ openbare wegenis
▪ gescheiden rioleringsstelsel
▪ collectief waterbufferbekken
o openbare nutsvoorzieningen:
▪ openbare verlichting
▪ telecomnet
▪ kabeldistrutie
▪ waterbedelingsnet
▪ laagspanning-, hoogspanningsnet
▪ middendruk, lage druk gasnet
o groenvoorziening (zie hoofdstuk IV, artikel 2)
o interne bewegwijzering (zie hoofdstuk IV, artikel 3)
Voor zover deze voorzieningen nog niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd op het ogenblik van deze verkoop, verbindt wvi er zich toe, naar best vermogen, deze zo spoedig als mogelijk uit te voeren of af te werken, zonder daarvoor in schadevergoeding te kunnen worden aangesproken, tenzij in geval van kennelijk onverantwoord verzuim van de WVI.
b) Zijn niet inbegrepen in de verkoopprijs:
• kosten voor aansluiting op de aanwezige of voorziene uitrusting, ook al dient een gedeelte van de aansluitingen in het openbaar domein of via onderboring van het wegdek te gebeuren;
• kosten voor aanleg van andere infrastructuurwerken of nutsvoorzieningen dan deze opgesomd in a) hiervoor of van uitrustingen voor de algemene eerste uitrusting met andere capaciteit of vermogen dan deze voorzien door de wvi (zoals voor aansluiting op het elektriciteitsnet of communicatienetwerken);
• kosten voor infrastructuurwerken en voorzieningen op privaat terrein;
• kosten voor het verplaatsen van hogergenoemde installaties van openbare nutsvoorzieningen zoals openbare verlichtingspalen (de kopers dienen bij de aanleg en de inrichting van het bij deze overeenkomst verkochte goed rekening te houden met de bestaande openbare nutsinstallaties). Voor verplaatsing van openbare nutsinstallaties zullen de kopers zich dienen te richten tot de betrokken nutsvoorzieningsmaatschappijen. De kosten van een eventuele verplaatsing van een openbare nutsinstallatie zullen uitsluitend en volledig ten laste zijn van de kopers.
c) De aanleg van alle infrastructuurwerken en openbare nutsvoorzieningen zal - voor zover noodzakelijk - mogen geschieden op het bij deze overeenkomst verkochte goed op een strook die een breedte van vijf meter vanaf de rooilijn niet zal mogen overschrijden.
De kopers zijn ertoe gehouden de uitvoering van deze werken te gedogen zonder dat zij uit dien hoofde aanspraak kunnen maken op enige welkdanige vergoeding ten laste van wie ook voor het tijdelijk gebruik van de omschreven vijf meter brede strook.
Zij verbinden er zich toe de uitvoering van die werken niet te hinderen, wat o.m. inhoudt dat zij binnen de omschreven vijf meter brede strook, behalve de nodige aansluitingen op de nutsvoorzieningen, geen boven noch ondergrondse hindernissen, zoals kamers voor watermeters, riool- en regenputten, benzine- en stookolietanks, pompeilanden, benzinepompen, buisleidingen of welkdanige constructies ook, aanbrengen. Eventuele hindernissen zullen binnen de 48 uren, te rekenen van de eerste werkdag van de afgifte van een ter post aangetekende ingebrekestelling, door de koper verwijderd worden bij gebreke waarvan de WVI onherroepelijk gemachtigd wordt zelf de hindernissen weg te ruimen of te laten wegruimen op kosten van de koper, die bovendien aan de WVI een forfaitaire en onherleidbare schadevergoeding verschuldigd zal zijn van € 300,00 per dag dat de koper in gebreke blijft de hindernissen weg te nemen en/of de WVI voor de wegruiming ervan moet instaan.
d) Behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst valt de aanleg en het onderhoud van de strook tussen de rooilijn en het rijvak ten laste van de kopers.
Artikel 4: Economische activiteiten
4.1. De koper zal op het bij deze overeenkomst verkochte goed volgende economische activiteit(en) uitoefenen en in stand houden en de daartoe nuttige of nodige gebouwen of werken uitvoeren:
Iedere aanvulling of wijziging van voormelde economische activiteiten dient voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd te worden aan wvi.
Alle economische activiteiten die op het bij deze overeenkomst verkochte goed worden uitgeoefend, dienen steeds verenigbaar te zijn met de voorschriften vastgelegd in of voortspruitend uit geldende aanleg-, inrichtings- of ruimtelijke uitvoeringsplannen.
4.2. De koper dient het gehele terrein actief in de hoger vermelde en/of de later toegelaten, aangevulde of gewijzigde economische activiteit te betrekken en daartoe minstens:
- 25% van de per deze overeenkomst aangekochte terreinoppervlakte te bebouwen met bedrijfsgebouwen; luifels en/of uitkragingen.
- 50% van de per deze overeenkomst aangekochte terreinoppervlakte te bebouwen met naast bedrijfsgebouwen, andere constructies, niet overdekte stapelplaatsen, parkeerplaatsen en dienstwegen.
Binnen de twee jaar, te rekenen vanaf het ondertekenen van authentieke akte, dienen de kopers een aanvang te hebben genomen met de in vorig lid voorziene bouwwerken voor de exploitatie van de in 4.1 vermelde economische activiteiten.
De uitvoering van deze werken dient zodra zij wordt aangevat, op normale wijze en binnen normale termijnen te worden voortgezet en beëindigd.
Deze bouw- en uitrustingswerken dienen alleszins voltooid te zijn binnen de vier jaar te rekenen vanaf het ondertekenen van authentieke akte.
De in 4.1 vermelde economische activiteiten dienen een aanvang te nemen binnen dezelfde termijn van vier jaar te rekenen vanaf de ondertekening van authentieke akte, en dienen in stand te worden gehouden.
De koper dient vanzelfsprekend in te staan voor alle nodige vergunningen.
Van de voormelde termijnregeling kan slechts worden afgeweken mits schriftelijke goedkeuring van de wvi, aangevraagd per aangetekend schrijven minstens één maand voor het verstrijken van de termijn.
Artikel 5: Terugkooprecht
5.1. In geval de koper en/of zijn algemene en/of zijn door de wvi vooraf toegelaten (bijzondere) rechtsopvolger(s):
a) de volledige grond en de opstallen dan wel een substantieel deel van de grond gedurende meer dan twee jaar niet gebruikt of voor een andere bedrijvigheid gebruikt dan voor de bedrijvigheid vermeld in artikel 4.1.;
b) voor de volledige grond dan wel voor een substantieel deel van de grond de onderhavige voorwaarden van gebruik niet naleeft;
c) de sectorale regelgeving schendt die op hem van toepassing is, en als daardoor ernstige hinder voor de overige bedrijven van het bedrijventerrein wordt veroorzaakt, waardoor een normaal beheer van het bedrijventerrein niet meer mogelijk is;
dan zal de wvi of haar rechtsopvolger of de gemeente op wiens grondgebied het goed zich bevindt, de bij deze verkochte goederen overeenkomstig art. 26 en volgende van het Decreet Ruimtelijke Economie van 13 juli 2012 kunnen terugkopen in de hierna gestelde voorwaarden. Nadat wvi of haar rechtsopvolger één van de hierboven vermelde schendingen heeft vastgesteld zal zij bij aangetekende brief de koper en/of zijn algemene en/of zijn door de wvi vooraf toegelaten (bijzondere) rechtsopvolger(s) uiterlijk binnen een periode van tien jaar nadat ze kennis heeft gekregen van een feit dat haar toelaat de terugkoop te vorderen, aanmanen deze binnen één jaar op definitieve wijze ongedaan te maken.
Als wvi of haar rechtsopvolger vaststelt dat er na het verstrijken van de termijn van één jaar, vermeld in het eerste lid, nog altijd of opnieuw sprake is van een schending van de verplichtingen zal zij tot de terugkoop kunnen overgaan, uiterlijk binnen de termijn van één jaar.
5.2. De terugkoop van de grond zal gebeuren tegen de prijs van de eerste verkoop, aangepast aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen. Als voordien reeds een
verkoop werd toegestaan door wvi, zal de terugkoop plaatsvinden tegen de prijs van de laatste verkoop waarvoor toestemming gegeven werd, aangepast aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen.
De opstallen, met uitzondering van het materieel en de outillage die de gebruiker toebehoren en op de grond zijn gelegen, worden teruggekocht tegen de venale waarde van die opstallen op het moment van de terugkoop. De venale waarde van de opstallen wordt bepaald door een expert-schatter. Die wordt in onderling overleg aangewezen door de wvi en door de eigenaar van de opstallen. Als beiden het niet eens raken, wijzen ze elk een expert-schatter aan. Die expert-schatters zullen in onderling overleg een derde expert-schatter aanwijzen en gezamenlijk de venale waarde vaststellen. Alle kosten van de vaststelling van de venale waarde worden gedragen door de eigenaar van de opstallen. Alle betrokkenen zijn ertoe gehouden de nodige medewerking te verlenen om de venale waarde vast te stellen.
Daarnaast zal de wvi eveneens de eventuele kosten van opmeting en de kosten van het verlijden van de akte ten laste nemen.
5.3. De wvi zal het terugkooprecht ook kunnen uitoefenen voor een gedeelte van de oorspronkelijk verkochte gronden, meer bepaald de niet benutte gronden of de gronden waarvoor de gebruiksvoorwaarden niet worden nageleefd. Zij zal daarvan de afsplitsing kunnen vorderen.
5.4. Voor het geval de wvi zou gebruik maken van het hierbij bedongen recht van terugkoop, verbindt de wvi zich tegenover de kredietinstellingen die kredieten zouden hebben toegestaan, met als waarborg een hypothecaire inschrijving op het aangekochte goed, aan deze kredietinstellingen de sommen te betalen die hen door de koper(s) in deze zouden verschuldigd zijn, en dit tot beloop van de koopsom door de wvi te betalen voor de terugkoop. Er wordt uitdrukkelijk bedongen dat geen afbreuk kan gedaan worden aan de wettelijke voorschriften die de prioriteit van bevoorrechte of hypothecaire schuldvorderingen regelen.
De hoger bepaalde door wvi verschuldigde terugkoopprijs zal slechts betaalbaar zijn op het ogenblik dat wvi een bodemattest heeft bekomen waaruit blijkt dat er geen gegevens beschikbaar zijn met betrekking tot het bij deze overeenkomst verkochte goed of dat dit goed niet is opgenomen in het register van verontreinigde gronden.
5. 5. Indien het bij deze overeenkomst verkochte goed evenwel een risico-grond vormt in de zin van de toepasselijke regelgeving, op heden het bodemdecreet van 27 oktober 2006, zal wvi een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren op dit goed door een erkende bodemsaneringsdeskundige. Wvi zal hiertoe onverwijld opdracht geven na de beslissing tot uitoefening van het terugkooprecht.
Indien OVAM, op grond van het uitgevoerde oriënterend bodemonderzoek van oordeel is dat niet moet worden overgegaan tot een bodemsanering van het bij deze overeenkomst verkochte goed, dan zal de hoger bepaalde door wvi verschuldigde vergoeding verminderd worden met de kosten die wvi heeft moeten dragen voor het uitvoeren van het oriënterend bodemonderzoek, waarna het aldus bekomen bedrag aan de kopers en/of kredietinstelling zal worden betaald.
Indien OVAM, daarentegen, op grond van het uitgevoerde oriënterend en desgevallend beschrijvend bodemonderzoek, van oordeel is dat wvi dient over te gaan tot een bodemsanering van het bij deze overeenkomst verkochte goed, dan zal de hoger bepaalde verschuldigde terugkoopprijs in bewaring worden gegeven bij de Deposito- en Consignatiekas. Wvi zal deze vergoeding kunnen aanwenden voor de financiering van alle kosten verbonden aan het uitvoeren van het bodemonderzoek en van de bodemsanering, mits voorlegging van
de betreffende facturen. Nadat alle door OVAM in het kader van de bodemsanering bevolen maatregelen zullen uitgevoerd zijn, zal in voorkomend geval het saldo van deze vergoeding aan de kopers of hun rechtsverkrijger(s) / rechtsopvolger(s) en/of kredietinstelling worden betaald. In het geval deze vergoeding niet alle kosten verbonden aan het uitvoeren van het bodemonderzoek en van de bodemsanering dekt, zal de koper of zijn rechtsopvolgers het verschil tussen beide bedragen aan wvi verschuldigd zijn. De kopers of hun rechtsverkrijger(s) zal/zullen dit verschil op eerste verzoek aan wvi betalen, mits voorlegging van de nodige rechtvaardigingsstukken.
Artikel 6: Doorverkoop
6.1.1. Het is de kopers of hun rechtsverkrijger(s) of rechtsopvolger(s) niet toegelaten om zonder het voorafgaand schriftelijk akkoord van wvi, het bij deze overeenkomst verkochte goed met inbegrip van de erop opgerichte gebouwen en opstallen, geheel of gedeeltelijk te verkopen of over te dragen om niet of onder bezwarende titel, er gebruiks- of genotsrechten op toe te kennen of het te bezwaren met om het even welk zakelijk recht of te verzaken aan het recht van natrekking zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de wvi en de gemeente op wiens grondgebied het goed zich bevindt.
Onder verkoop of overdracht om niet of onder bezwarende titel wordt verstaan elke overdracht van enig zakelijk recht van het bij deze overeenkomst verkochte goed, geheel of gedeeltelijk, ongeacht onder welke benaming of onder welke vorm ook. Bij wijze van voorbeeld en op niet-limitatieve wijze kunnen worden vermeld: verkoop, leasing, schenking, verdeling, ruiling, inbreng in vennootschap, splitsing en fusie van vennootschappen,
De toestemming wordt gevraagd bij aangetekende brief waarbij minstens het ontwerp van akte en de omschrijving van de economische activiteit die op het goed zal worden uitgeoefend, worden gevoegd.
De wvi of de gemeente deelt haar beslissing mee binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum dat ze het verzoek om de voorafgaande toestemming heeft ontvangen. Als binnen de termijn de beslissing niet is meegedeeld, wordt de toestemming geacht verleend te zijn onder de voorwaarden van artikel 6.1.2. hierna.
6.1.2. Indien de akte, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op een zakelijk recht moet zij alle vermeldingen bevatten opgenomen in de artikelen 4 en 5 van deze overeenkomst. Zij dient eveneens een beding in te houden dat de rechtsopvolgers, rechtsverkrijgers of medecontractanten, perfect kennis hebben van de algemene verkoopvoorwaarden vervat in dit hoofdstuk I, van de stedenbouwkundige voorschriften vervat in hoofdstuk II, van de verkoopvoorwaarden en van de bepalingen vervat in hoofdstuk III & IV van de verkoopvoorwaarden, dat – in voorkomend geval – zij volledig gesubrogeerd worden in alle daaruit voortvloeiende rechten en plichten, dat zij zich verbinden tot een stipte en integrale uitvoering ervan en dat zij op hun beurt deze verkoopvoorwaarden integraal zullen opleggen aan de partijen met wie zij contracteren, hun rechtsopvolgers en rechtsverkrijgers ten welke titel ook.
Indien de akte, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op de vestiging van een persoonlijk genotsrecht, zal zij verplicht inhouden:
• de overname van art. 31 van het decreet ruimtelijke economie van 13 juli 2012, dat bepaalt:
“Als de gronden of daarop opgerichte opstallen ter beschikking gesteld worden aan andere gebruikers door huur, of andere vergelijkbare persoonlijke gebruiks- of genotsrechten, moet in de overeenkomst waarbij het gebruiks- of genotsrecht aan de gebruiker wordt verleend, worden voorzien in :
1° de verplichting van de gebruiker om de gronden en opstallen aan te wenden voor de in de voorafgaande akten omschreven economische bedrijvigheid;
2° de algemene voorwaarden voor het gebruik;
3° eventueel de verplichting om over te gaan tot de bebouwing en exploitatie van het terrein of opstallen en de termijn waarin die verplichtingen gerealiseerd moeten worden;
4° een verwijzing naar dit artikel;
5° een overname van het bepaalde in artikel 33.
De eigenaar of titularis van het recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik, die de gronden of de daarop opgerichte opstallen ter beschikking heeft gesteld, draagt de verantwoordelijkheid voor het naleven door de gebruiker van de vereisten, vermeld in het eerste lid. Hij kan zich niet beroepen op de nalatigheden van de gebruikers om zich tegen de uitoefening van het recht van terugkoop of het recht van wederovername te verzetten. Het recht van terugkoop of recht van wederovername kan bij de uitoefening door de begunstigde ervan beperkt worden tot het perceel van de nalatige gebruiker.”;
• een overname van art. 33 van dat decreet, dat bepaalt:
“De gebruiks- of genotsrechten die door de eigenaar of door de houder van het recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik aan derden zijn toegekend, nemen bij de uitoefening van het recht van terugkoop of van het recht van wederovername van rechtswege een einde zonder dat daarvoor vanwege de begunstigde van het recht van terugkoop of van het recht van wederovername een vergoeding verschuldigd is. De begunstigde van het recht van terugkoop of van het recht van wederovername die het recht uitoefent, kan evenwel beslissen om de gebruiks- of genotsrechten te handhaven die door de eigenaar of door de houder van het recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik toegekend zijn.”;
• dat de gronden en opstallen moeten aangewend worden voor de in de vooraf aan de akten omschreven economische activiteit en overeenkomstig de algemene voorwaarden voor het gebruik, waarvan de doorkoper verklaart kennis te hebben ze te zullen naleven en dat hij/zij op hun beurt deze verkoopvoorwaarden integraal zullen opleggen aan de partijen met wie zij contracteren, hun rechtsopvolgers en rechtsverkrijgers ten welke titel ook.
6.2. Indien de rechtshandeling bedoeld in 6.1.1. van dit artikel geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde grond, zal de wvi het navolgend keuzerecht hebben:
• hetzij haar akkoord afhankelijk stellen van de voorwaarde dat vijftig procent van de gerealiseerde meerwaarde naargelang de beslissing van de wvi, hetzij aan de wvi af te staan, hetzij te investeren in door de wvi te bepalen voor het bedrijventerrein nuttige werken, in welk laatste geval de wvi haar akkoord zal kunnen verbinden aan het vooraf voorleggen van een bankwaarborg ter garantie
van de goede uitvoering van die werken. Onder meerwaarde wordt verstaan het verschil tussen, eensdeels, de aan de wvi betaalde prijs vermeerderd met de index der consumptieartikelen (spilindex deze van de maand voorafgaand aan de authentieke akte) en, anderdeels, de door de koper te betalen prijs, met welke prijs de wvi zich voorafgaandelijk akkoord heeft verklaard
• hetzij de splitsing van het bebouwd en onbebouwd deel te vorderen en een terugkooprecht uitoefenen op dit laatste als bepaald in art. 5.
6.3.1. Wanneer de koper een van de rechtshandelingen stelt waarvan sprake in art. 6.1.1., behoudens deze bepaald in 6.3.2. hierna, en dit zonder de voorafgaande schriftelijke instemming van wvi, zal hij aan wvi een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd zijn gelijk aan de meerwaarde van het goed. De meerwaarde zal vastgesteld worden op het verschil tussen de zoals in art. 5.2. geïndexeerde verkoopprijs, eensdeels, en de algemeen geldende marktwaarde, anderdeels, te bepalen op bindende wijze door de Vlaamse Belastingdienst, afdeling Vastgoedtransacties, of, bij gebreke daarvan, door een door de voorzitter van de Rechtbank van Koophandel van Brugge aan te duiden deskundige.
6.3.2. Indien de rechtshandeling bestaat in het vestigen van een opstalrecht, een erfpachtrecht of een persoonlijk gebruiksrecht, zal de koper een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd zijn gelijk aan de som van de gebruiks- of genotsvergoeding die de verwerver verschuldigd zal zijn voor de ganse duur van het toegestane gebruik of genot of, zo het recht om niet wordt toegestaan, een som gelijk aan de normale huurwaarde van het goed voor de ganse duur van het toegestane gratis genot of gebruik, bedrag op bindende wijze vast te stellen door de Vlaamse Belastingdienst, afdeling Vastgoedtransacties, of, bij gebreke, door een door de voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brugge aan te stellen deskundige.
Artikel 7. Voorkooprecht
7.1. In geval van verkoop, geheel of gedeeltelijk, vrijwillig of gerechtelijk ingevolge uitvoerend beslag, van het te dezen verkochte goed, zal de wvi een recht van voorkoop hebben.
7.2. In geval van vrijwillige onderhandse verkoop verbinden de kopers zich ertoe wvi bij aangetekend schrijven met ontvangstmelding te informeren over de prijs en de andere voorwaarden waaraan de derde bereid is dit (deel van het) goed te kopen.
Wvi zal haar recht van voorkoop moeten uitoefenen binnen de 30 werkdagen na ontvangst van het voormeld aangetekend schrijven bij middel van een ter post aangetekende brief, in welk geval de verkoop overeenkomstig art. 1583 BW tussen de partijen voltrokken zal zijn van zodra de aanvaarding van de wvi ter kennis is gekomen van de koper of zijn aangestelde notaris.
Is het aanbod binnen die termijn niet aanvaard, dan mag de koper het goed niet uit de hand tegen een lagere prijs of gunstiger voorwaarden aan een derde verkopen zonder instemming van de wvi.
Na verloop van een termijn van één jaar na het aanbod mag het goed niet uit de hand worden verkocht, zelfs niet onder de voorwaarden bepaald in het vorige lid, zonder dat aan de wvi een nieuw aanbod wordt gedaan.
De instrumenterende ambtenaar die een akte van verkoop uit de hand aan iemand anders dan aan de wvi heeft verleden moet van de prijs en de voorwaarden daarvan aan de wvi kennis geven binnen één maand na de registratie.
7.3. In geval van vrijwillige of gedwongen openbare verkoop zal gehandeld worden als bepaald in art. 48.2. van de landpachtwet of de eventuele toekomstige wijziging ervan.
7.4. In geval van verkoop met miskenning van de rechten van voorkoop van de wvi heeft deze het recht, ofwel in de plaats gesteld te worden van de koper, ofwel van de verkoper een schadevergoeding te eisen ten bedrage van 25 pct. van de verkoopprijs.
De wvi zal haar optierecht moeten uitoefenen overeenkomstig de voorwaarden, vormen en termijnen als bepaald in art. 51, tweede t.e.m. zesde lid van de landpachtwet of de eventuele toekomstige wijzigingen ervan.
Artikel 8. Dwangsom
Bij niet-naleving van de voorwaarden tot gebruik opgenomen in deze overeenkomst, zijnde onder meer doch niet beperkt tot:
- het niet aanvangen en/of voltooien van de bouw- en uitrustingswerken binnen de termijnen, zoals voorzien in artikel 4 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden;
- het niet aanvangen van de economische activiteit(en) binnen de termijnen zoals bepaald in artikel 4 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden;
- de staking van de economische activiteiten;
- de overschrijding van de gestelde maximum grondinname bij het oprichten van de ééngezinswoning bedoeld in artikel 8 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden;
- de oprichting van de ééngezinswoning bedoeld in artikel 8 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden zonder voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van wvi;
- de niet naleving van bezettingscoëfficiënten zoals bepaald in artikel 4 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden;
- de niet naleving van de minimale achteruitbouwstroken zoals bepaald in artikel 3 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden;
- het niet aanleggen en het niet behouden van de opgelegde parkeerplaatsen en groenzones zoals bepaald in de artikelen 4 en 5 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden;
- het niet onderhouden van de op het bij deze overeenkomst verkochte goed aan te leggen groenzones zoals bepaald in artikel 4 van hoofdstuk II van deze verkoopvoorwaarden
kan een dwangsom van 125 euro per dag overtreding, te rekenen vanaf de ingebrekestelling bij aangetekend schrijven, ten voordele van wvi gevorderd worden.
Onderhavige sanctie sluit de toepassing van het recht van terugkoop bedoeld in artikel 5 van hoofdstuk I van deze verkoopvoorwaarden niet uit.
Artikel 9
Al de kosten van onderhavige overeenkomst zijn voor rekening van de kopers, evenals deze van de zogenaamde “levering van het goed”, zoals de opmetingskosten van de gronden en van de stedenbouwkundige inlichtingen.
HOOFDSTUK II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN1
Artikel 1. Bestemming
De bij onderhavige akte verkochte nijverheidsgronden zijn bestemd voor milieubelastende bedrijven.
De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:
- Seveso-bedrijven
- Lokaal verzorgende bedrijven, zijnde bedrijven van beperkte omvang, met een louter functionele relatie tot de kern en een lokale en beperkte reikwijdte.
- Breekinstallaties
- Afvalverbranding en afvalverwerking waarbij sloopactiviteiten of opslag in open lucht voorkomen
- Verwerking en bewerking van mest of slib
- (Nieuwe) zuivere (klein)handelbedrijven en bezoekersintensieve activiteiten (zowel klein- als grootschalig)
- Grootschalige elektrische centrales
- Munitieproductie
- Slachterijen
Behoudens de gebouwen voor de bij het bedrijf behorende activiteiten, zijn tevens in aanvulling van de voormelde bestemming toegelaten:
- kantoren en burelen
- toonzalen, voor deze activiteit geen autonome activiteit is. De toonzalen mogen maximaal 10
% van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte innemen, met een maximum van 500 m², ook indien zij op de verdieping worden ingericht.
- één bedrijfswoning voor de huisvesting van bewakingspersoneel of bedrijfsleider,
- Parkeerplaatsen, dienstwegen en niet overdekte stapelruimte
- Alle mogelijke pomp- en mechanische installaties, ondergrondse ruimte, onder voorbehoud van goedkeuring door de overheid.
Artikel 2. Bezetting
2.1. Kavelgrootte
De kavelgrootte per bedrijf is vrij mits het een regionaal bedrijf betreft.
2.2. Bezettingscoëfficiënt
Minstens 25% van de per deze overeenkomst aangekochte terreinoppervlakte moet bebouwd worden met bedrijfsgebouwen, luifels en/of uitkragingen.
Minstens 50% van de per deze overeenkomst aangekochte terreinoppervlakte moet bebouwd worden met naast bedrijfsgebouwen, andere constructies, niet overdekte stapelplaatsen, parkeerplaatsen en dienstwegen.
1 Onderhavige stedenbouwkundige voorschriften kunnen steeds aangevuld worden met of vervangen worden door strengere bepalingen van de overheid.
Om in aanmerking te komen voor deze minimale bebouwingsvereiste dienen verhardingen aan volgende voorwaarden te voldoen:
1. ze dienen functioneel noodzakelijk te zijn voor de in dit artikel vermelde economische activiteit(en)
2. ze dienen aangelegd te worden in een materiaal dat geen stofvorming geeft voor de omgeving (onder meer en bij wijze van voorbeeld: dolomietverharding, grasdalen, kws, beton, klinkers, …)
3. ze dienen vergunningplichtig te zijn (dus niet uitvoering in steenslagverharding, ….).
Bij in de tijd gefaseerde bebouwing van het aangekochte goed moet iedere fase derwijze ingeplant worden dat het onbebouwde gedeelte bruikbaar blijft als autonoom bouwperceel dat op een volwaardige manier ontsloten is naar de openbare infrastructuur (wegenis, rioleringen, nutsvoorzieningen). Een toegangsstrook van 8 meter breedte is hierbij een minimum vereiste.
Artikel 3. Vorm, voorkomen en inplanting der bedrijfs- en andere gebouwen
a) Vorm en voorkomen
De gebouwen en omgevingsaanleg binnen het bedrijventerrein dienen te getuigen van een goede ruimtelijke en beeldkwaliteit. De kwaliteit van de ontwerpen zal voornamelijk aan de hand van volgende aspecten beoordeeld worden:
- Stedenbouwkundige benutting van perceel in bedrijventerrein
- Aansluiting van het bedrijf op de openbare infrastructuur
- Zuinig ruimtegebruik
- Beeld- en ruimtelijke kwaliteit
- Gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid
- Duurzaam gebruik van materialen en beplanting.
De architectuur in al zijn onderdelen dient de getuigen van kwaliteit zowel in vormgeving als materiaalgebruik:
- Gevels van gebouwen moeten opgetrokken worden in eigentijdse en duurzame gevelmaterialen. Deze materialen dienen qua kleur, textuur en schaal inpasbaar te zijn in het straatbeeld.
- Teneinde bij de beëindiging van een activiteit de gebouwen te kunnen hergebruiken voor nieuwe activiteiten, dienen de gebouwen dermate geconcipieerd dat ze gemakkelijk aanpasbaar zijn, en bijgevolg een grote flexibiliteit naar invulling toelaten.
b) Inplanting
tov de N399 Meulebeeksesteenweg tenminste 21 m vanuit de as van de weg
Tov Careelstraat – centrale as evenals een uitbreiding van deze centrale as Tenminste 10 m uit de rooilijn van de wegenis
Tov Careelstraat – zijassen
Tenminste 8 m uit de rooilijn van de wegenis
Tov spoorweg :
14 m tov achterste perceelsgrens
tov de andere perceelsgrenzen, tenminste 4 m, tenzij bij koppeling
koppeling van maximum twee bedrijfsgebouwen is toegelaten
Binnen de gebouwenvrije zones zijn alle constructies verboden met uitzondering van verlichtingsapparatuur, signalisatieborden, installaties behorende bij nutsleidingen, afsluitingen, en verhardingen, technische installaties ifv veiligheid en milieunormen. In de eerste 5.00 m brede strook langsheen de rooilijn zijn geen boven-noch ondergrondse constructies toegelaten.
c) bouwhoogte van gebouwen
De maximale bouwhoogte van de gebouwen bedraagt 20,0m.
Afwijkingen van de bouwhoogte worden toegestaan voor schoorstenen, silo’s, technische constructies,... voor zover stedenbouwkundig verantwoord.
d) dakvorm
De gebouwen moeten qua uitzicht een plat dak hebben. Hellende daken zijn toegelaten voor zover de nok lager is dan de dakrand: sheddaken zijn wel toegelaten.
De dakconstructie moet geschikt zijn voor inrichtingen op vlak van energie e.d. . Minimum 20% van de dakconstructie dient te worden ingericht als groendak.
Dakdoorsteken voor technieken of bovendakse brandwerende scheidingsmuren dienen via architecturale vormgeving geïntegreerd te worden in de architectuur van het bedrijfsgebouw.
Artikel 4. Verplichte groenzone
- Tegen de rooilijn aan moet een levende haag Carpinus Betulus (haagbeuk) voorzien worden met een hoogte van 1.00 m. De koper dient in te staan voor de aanleg, onderhoud en het in stand houden van de haag.
Bij het indienen van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient een groenplan bijgevoegd te worden.
- De groenzone palend aan de N399 dient minimaal 3 m breed te zijn en bestaat uit hoogstammige bomen, geschrankt met de bestaande bomenrij langs de N399 en gazon. Deze groenzone mag niet onderbroken worden door in-of uitritten. De koper dient in te staan voor de aanleg van het gazon en de handhaving en onderhoud van de bomen en het gazon.
- De percelen gelegen aan de spoorweg dienen eveneens een groenzone te hebben op de zijdelingse NO perceelgrens en aan de achterste perceelgrens.
De zijdelingse NO groenzone is minimaal 2 m breed en bestaan uit hoogstammige bomen en
heesters. De hoogstammige bomen dienen op een onderlinge afstand van 10 m van elkaar geplant te worden. De koper dient in te staan voor de aanleg en het onderhoud.
De groenzone palend aan de spoorweg is 10 m breed en bestaat uit hoogstammige bomen en heesters. De koper dient in te staan voor de handhaving en onderhoud.
Tot waarborg van de naleving van deze verplichting hebben de kopers - voorafgaandelijk aan het verlijden van onderhavige akte - aan wvi renteloze borgsom ten bedrage van 2 500,- euro (voor percelen tot 3.000 m²) of 5 000,- euro (voor percelen vanaf 3.001 m²) betaald en wordt dit bedrag door wvi behouden totdat wvi de opgelegde aanplanting ter plaatse heeft vastgesteld en goedgekeurd na daartoe schriftelijk te zijn verzocht door de kopers; in dit geval geschiedt de terugbetaling binnen de maand na goedkeuring door wvi.
Het artikel 8 van hoofdstuk I van de onderhavige voorwaarden blijft toepasselijk.
De hiervoor bedongen groenzone, dient binnen het jaar na de aanvang van de economische activiteiten aangelegd te zijn en dient dus, naargelang het geval, uiterlijk op het einde van het vijfde jaar, te rekenen vanaf heden te zijn aangelegd.
- De niet door gebouwen, dienstwegen en uitgeruste parkeerplaatsen in beslag genomen oppervlakten van het bij deze overeenkomst verkochte goed, dienen in een nette en voor de aanpalende eigenaars niet hinderende wijze onderhouden te worden.
Artikel 5. Opslag van producten, grondstoffen en afvalstoffen
De opslag van de goederen dient maximaal binnen het bedrijfsgebouw georganiseerd te worden. De opslag buiten het bedrijfsgebouw is slechts beperkt toegelaten onder de volgende voorwaarden:
De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende bedrijven en de omgeving.
In de gebouwenvrije strook tov het openbaar domein is geen stapeling in open lucht toegelaten. De stapeling in open lucht van materialen en (half)afgewerkte producten en het stallen van voer- en werktuigen (indien niet in de gebouwen), dient te worden afgeschermd door een voldoende hoog, landschappelijk ingepast en aangeplant talud of groenscherm of d.m.v. schijngevels.
Artikel 6. Parkeerplaatsen
Op het aangekochte terrein dient per driehonderd (300) vierkante meter bebouwde oppervlakte tenminste één parkeerplaats aangelegd te worden met een minimum van 5 (vijf) parkeerplaatsen op het bij deze overeenkomst verkochte goed. Bij de aanleg van de parkeerplaatsen dient per 10 parkeerplaatsen minstens 1 hoogstam geplant te worden.
In functie van de behoeften en op basis van de aard van de bedrijfsactiviteiten, dienen bijkomende parkeerplaatsen voorzien te worden.
De kopers kunnen steeds tot de aanleg van bijkomende parkeerplaatsen verplicht worden in het geval onvoldoende parkeerplaatsen op het bij deze overeenkomst verkochte goed beschikbaar zijn.
Parkeervoorzieningen en fietsenstallingen onder de gebouwen (gelijkvloers of in de grond) of op het dak zijn toegelaten.
Fietsenstallingen moeten overdekt worden: Geïntegreerd binnen het bedrijfsgebouw
En/of zo dicht mogelijk bij de toegang van het bedrijf, voorzien van een overkapping
De circulatie van gemotoriseerd vervoer dient volledig op de bedrijfspercelen voorzien te worden. Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient door de aanvrager hiervan bewijs worden geleverd in de vorm van een informatief document.
Artikel 7. In- en uitritten
Het aantal in- en uitritten per bedrijfskavel moet tot een absoluut minimum beperkt worden.
Het is niet toegelaten meer in- en uitritten te voorzien dan noodzakelijk is voor de werking van het bedrijf.
De aanleg van de in- en uitritten binnen de grenzen van het openbaar domein dient, na voorafgaandelijk schriftelijke goedkeuring door de stad, te geschieden met kleinschalige materialen die de aanpalende rijweg niet kunnen bevuilen.
De locatie van de ontsluiting dient maximaal rekening te houden met de locatie van de straatbomen langsheen de interne ontsluitingsweg.
Artikel 8. Erfafscheidingen
Erfafscheidingen zijn toegestaan en mogen bestaan uit palen met draadwerk, al dan niet begroeid door klimplanten, of hekwerken in een donkere kleur.
Deze afsluitingen zijn maximum 2,50m hoog, binnen de gebouwenvrije zone tegen de rooilijn aan is de hoogte beperkt tot maximum 1,30m.
De afsluitingen aan de wegkruisingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.
Artikel 9. Panelen allerhande
Het plaatsen van reclamevoorzieningen en de naamgeving van het bedrijf dient dermate opgevat dat ze een architecturale consistentie vertonen met bijhorende gevel.
Reclamevoorzieningen en naamgeving van het bedrijf kunnen niet losstaand en/of op het dak opgericht worden, ze dienen te worden geïntegreerd in het bedrijfsgebouw.
Publiciteitspanelen al of niet verlicht, maken het voorwerp uit van een afzonderlijke toelating waarvoor de aanvraag dient gericht te worden tot de verantwoordelijke besturen.
Artikel 10. Huisvesting
Enkel de huisvesting van bewakingspersoneel of bedrijfsleider is toegelaten en dit op voorwaarde dat aangetoond wordt dat deze huisvesting noodzakelijk is voor de goede werking en de veiligheid van het bedrijf en het voorafgaand schriftelijk akkoord van wvi dienaangaande is bekomen.
Deze huisvesting dient te geschieden in een ruimte die één geïntegreerd geheel moet uitmaken met het bedrijfsgebouw. Ze wordt uitdrukkelijk beperkt tot één woongelegenheid per bedrijf.
De totale vloeroppervlakte voor de huisvesting mag maximaal 200 m² bedragen.
Het maximumvolume van de ruimte bestemd voor huisvesting mag niet groter zijn van 1000 m³. Met de bouw van de woning mag slechts een aanvang genomen worden nadat de bouwwerken voor het bedrijfsgebouw zijn aangevat.
De kopers erkennen uitdrukkelijk dat de bedrijfsgebouwen en de geïntegreerde woning één geheel uitmaken en nooit afzonderlijk voor uitbating of bewoning zullen kunnen verkocht of verhuurd worden.
HOOFDSTUK III: DIVERSE BEPALINGEN2
Artikel 1. Maatregelen ter brandvoorkoming en brandbestrijding
De plaatselijke brandweerautoriteiten dienen geraadpleegd en de door hen voorgeschreven maatregelen moeten geëerbiedigd worden.
Artikel 2. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning
Vooraleer de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning langs het gemeentebestuur in te dienen verbinden de kopers er zich toe de bouwplannen en het groenplan aan wvi ter goedkeuring over te leggen.
Artikel 3. Aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel
De kopers zijn gehouden de nodige lozingsvergunningen aan te vragen bij de bevoegde overheid. In elk geval is het de kopers uitdrukkelijk verboden in de riolen te lozen alles wat van aard kan zijn om de riolen te beschadigen of de goede werking ervan te belemmeren. Het herstel van de schade voortvloeiend uit overtreding van dit verbod zal ten laste gelegd worden van de kopers.
Het bedrijventerrein is uitgerust met een dubbel rioleringsstelsel voor de gescheiden afvoer van het afvalwater enerzijds en het regenwater anderzijds. Tevens zijn er collectieve buffervolumes voorzien voor regenwater. De collectieve buffervolumes staan in voor het bufferen en vertraagd afvoeren van het regenwater afkomstig van de verharde oppervlaktes aan 200 m³/ha verharde oppervlakte betreffende 80% van het perceel. De koper heeft zodoende het recht om gebruik te maken van de collectieve buffervolumes voor een volume dat als volgt bepaald wordt:
Max. te gebruiken volume in m³ = (0,80 x aangekochte oppervlakte in m²) x (200/10.000)
De kopers dienen het afvalwater en het regenwater volstrekt gescheiden op te vangen en af te voeren naar het openbare rioleringsstelsel. De afvoer van het regenwater dient aangesloten op de regenwaterriool of een daartoe aangeduide open gracht.
Wat de afvoer van hun bedrijfsafvalwater betreft, dienen de kopers zich te schikken naar de toepasselijke regelgeving terzake.
Voorafgaand aan de uitvoering dienen de kopers hun ontwerpplan van de organisatie van de gescheiden afvoer ter goedkeuring over te maken aan de bevoegde diensten van de stad of gemeente, samen met zijn aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning.
De bevoegde diensten (gemeente en/of rioolbeheerder) kunnen daarbij opleggen dat de kopers hun regenwater op hun perceel dient te bufferen voorafgaand aan de afvoer naar het openbaar rioleringsstelsel. Zij dienen de richtlijnen die hen door de bevoegde diensten worden opgelegd strikt na te leven.
Het is de kopers verboden een effectieve aansluiting op het openbare rioleringsstelsel uit te voeren zonder uitdrukkelijke toelating van de bevoegde stads- of gemeentediensten of rioolbeheerder. De kopers zullen deze diensten tijdig van zijn plannen op de hoogte brengen teneinde hen toe te laten ofwel de aansluiting zelf uit te voeren ofwel het nodige toezicht te organiseren.
2 Onderhavige voorschriften kunnen steeds aangevuld worden met of vervangen worden door strengere bepalingen van de overheid.
Verkeerde of onvakkundige aansluitingen dienen op eerste verzoek van wvi of de bevoegde overheid binnen de 30 dagen door de kopers, op eigen kosten hersteld, aangepast of volledig heruitgevoerd te worden. Indien de kopers in gebreke blijven zal wvi of de bevoegde overheid, zonder bijkomende ingebrekestelling zelf de noodzakelijke werken kunnen uitvoeren en dit voor rekening en op kosten van de kopers.
De kopers zijn volledig en hoofdelijk aansprakelijk, voor alle directe en indirecte schade die voortvloeit uit een verkeerde of onvakkundige aansluiting van hun private afvoer op het openbaar rioleringsstelsel, behoudens wanneer zij kunnen bewijzen dat zij gehandeld hebben in volledige overeenstemming met de expliciete adviezen of richtlijnen die hen terzake door de bevoegde besturen werden verstrekt.
Indien de kopers overgaan tot eigen zuivering van zijn proces- of afvalwater zullen zij hiertoe voorafgaandelijk de vereiste lozingsvergunningen aanvragen. Wvi kan nooit verantwoordelijk gesteld worden voor het gevolg dat door de bevoegde besturen aan deze aanvraag wordt verleend.
HOOFDSTUK IV : PARKMANAGEMENT
Parkmanagement is het continu op peil houden van de kwaliteit van het vestigingsmilieu op het bedrijventerrein. Er dient daarbij rekening gehouden te worden met de dynamiek in de omgeving, de veranderende wensen van de op het terrein gevestigde bedrijven en nieuwe kansen. Het is een permanente activiteit waarin het beheer van ruimte en voorzieningen in functie van een behoud aan kwaliteitsniveau centraal staat. Het betreft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de verkoper-terreinbeheerder en de kopers.
De verkoper-terreinbeheerder verbindt er zich toe als trekker voor het parkmanagement op te treden. Hiertoe zal hij een overleg organiseren met alle kopers op het bedrijventerrein.
De kopers verbinden er zich toe lid te worden en te blijven van het door de verkoper- terreinbeheerder te organiseren overleg.
De in dit overleg voorgestelde initiatieven rond parkmanagement die door de verkoper- terreinbeheerder worden goedgekeurd en die het positieve advies meedragen van de meerderheid van de in het overleg betrokken kopers, zullen in een parkmanagementovereenkomst vastgelegd worden met het oog op uitvoering onder coördinatie van de verkoper-terreinbeheerder.
Wvi heeft het recht om parkmanagement geheel of gedeeltelijk en alle rechten en plichten die uit parkmanagement voortvloeien over te dragen aan een derde (niet limitatieve voorbeelden gemeente, bedrijvenvereniging)
In het geval dat wvi dit geheel of gedeeltelijk aan een derde overdraagt, zullen de kosten, zoals hieronder beschreven door de kopers, hun rechtopvolger(s)/rechtverkrijger(s) verder verschuldigd zijn aan deze derde. De kopers, hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) verklaren zich hiermee zonder voorbehoud akkoord.
Artikel 1 : Interne bewegwijzering
1.1. Interne bewegwijzering
1.1.1. Interne bewegwijzering - concept
Wvi neemt als terreinbeheerder de taak op zich om in het bedrijventerrein een interne bewegwijzering te implementeren. Deze interne bewegwijzering is opgebouwd uit volgende elementen:
a. een totem aan de hoofdtoegang van het bedrijventerrein
b. een infopaneel
c. intern bewegwijzering systeem, gebaseerd op een intern zoneringplan
De zones worden aangegeven door een alfanumeriek systeem (bijvoorbeeld A2, C3) en door kleurcodes.
d. individueel bedrijfspaneel met de bedrijfsnaam, huisnummer en kleur van de zone volgens intern zoneringplan.
Dit concept of delen ervan kunnen te allen tijde door wvi aangepast te worden.
Wvi bepaalt autonoom de startdatum voor de gehele of gedeeltelijke implementatie van deze bewegwijzering.
1.1.2. Interne bewegwijzering: duur
Wvi staat in voor het beheer van alle elementen van de interne bewegwijzering.
De kopers en hun rechtsopvolger(s)/rechtverkrijger(s) verlenen aan de terreinbeheerder alle noodzakelijke medewerking teneinde deze interne bewegwijzering op een efficiënte manier te implementeren, in stand te houden en toe te passen. Wvi zal hiertoe tijdig het nodige overleg en communicatie opstarten.
1.2. Individueel bedrijfspaneel (zoals beschreven in art 1.1.1.d hiervoor )
1.2.1. Wvi kan voorzien in de éénmalige plaatsing van één individueel bedrijfspaneel.
Wvi zal hiertoe tijdig aan de kopers vragen de bedrijfsnaam, het huisnummer en de zone te bevestigen. Per bedrijfspaneel is slechts één bedrijfsnaam mogelijk.
Bij verwerving van meerdere aan elkaar palende percelen bij afzonderlijke akte worden deze percelen als één geheel beschouwd voor wat betreft het individuele bedrijfspaneel.
Het individuele bedrijfspaneel zal geplaatst worden in de strook openbaar domein tussen de rooilijn en de verharde weg. Indien dit door de opbouw van het bedrijventerrein niet mogelijk is, zal dit geplaatst worden op het bij deze overeenkomst verkochte goed op een strook die een breedte van vijf meter vanaf de rooilijn niet overschrijdt (cfr. hoofdstuk I – artikel 3)
Deze éénmalige plaatsing zal ten vroegst gebeuren op het moment dat de meeste bedrijven gevestigd zijn en het risico op beschadiging aan bovenvermelde strook door de private bouwwerken minimaal geworden is. Wvi bepaalt autonoom de startdatum.
1.2.2. Aanvragen betreffende de individuele bedrijfspanelen Ingeval op verzoek van de kopers (niet limitatieve opsomming):
- een bedrijfspaneel herplaatst dient te worden
- een bedrijfspaneel verplaatst dient te worden
- de gegevens op het bedrijfspaneel aangepast dienen te worden
- extra individuele bedrijfspanelen geplaatst of aangepast dienen te worden,
dan dienen deze verzoeken gericht te worden aan de wvi, die deze autonoom zal beoordelen.
Wvi staat in voor de plaatsing of de aanpassingen als gevolg van deze aanvragen. Wvi bepaalt autonoom de startdatum van deze plaatsing of aanpassingen.
1.2.3 Individueel bedrijfspaneel - Instandhouding
De kopers verbinden er zich toe om tijdig wvi in kennis te stellen indien het individueel bedrijfspaneel door een externe factor niet in stand wordt gehouden. Wvi staat in voor deze in standhouding .
1.2.4 Individueel bedrijfspaneel - Vergoeding
Alle kosten verbonden als gevolg van aanvragen betreffende en instandhouding van de individuele bedrijfspanelen, zoals hiervoor beschreven in 1.2.2 en 1.2.3 zijn ten laste van de kopers of zijn rechtsopvolger(s)/verkrijger(s). Wvi maakt hiervoor een factuur op tav de koper. De vergoeding is van rechtswege verschuldigd zonder dat daartoe enig aanmaning zal nodig zijn.
Onder deze kosten worden onder meer verstaan:
- dossierkost van 5 euro/aanvraag
- kosten voor bouwrijp maken van de zone nodig voor het plaatsen en zichtbaar maken van het individuele bedrijfspaneel
- individueel bedrijfspaneel conform de bedrijfspanelen op het bedrijventerrein
- kost voor het plaatsen van het individuele bedrijfspaneel
In geval van niet-betaling van het verschuldigde bedrag zal van rechtswege en zonder ingebrekestelling de wettelijke intrest verschuldigd zijn.
1.3. Interne bewegwijzering – individueel bedrijfspaneel: meldpunt
Alle aanvragen en/of meldingen betreffende de elementen van de interne bewegwijzering worden direct doorgegeven aan de parkmanager van de wvi (xxxxxxxxxxxxxx@xxx.xx).