SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR HET GEÏNTEGREERDE PLANNINGSPROCES VOOR HET GEMEENTELIJK RUP ‘LINKEROEVER’ TE OUDENAARDE
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR HET GEÏNTEGREERDE PLANNINGSPROCES VOOR HET GEMEENTELIJK RUP ‘LINKEROEVER’ TE OUDENAARDE
TUSSEN
Het college van burgemeester en schepenen van de Stad Oudenaarde, gevestigd te Oudenaarde, Tussenmuren 17, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xx Xxxxxxxxxxxx, burgemeester, en de xxxx Xxxx Xxxxx, algemeen directeur, hierna “de Stad” genoemd
EN
De deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen, gevestigd te Gent, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0, vertegenwoordigd door mevrouw An Vervliet, gedeputeerde voor ruimtelijke planning, en de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx, provinciegriffier, hierna "de Provincie" genoemd
WORDT VOORAFGAANDELIJK UITEENGEZET HETGEEN VOLGT
Op 4 mei 2017 sloten de Stad en de Provincie een samenwerkingsovereenkomst af met betrekking tot het Masterplan Oudenaarde Linkeroever. Op 20 augustus 2018 sloten de Stad en de Provincie een samenwerkingsovereenkomst af voor het verlengen van het project Oudenaarde Linkeroever.
Binnen het project Oudenaarde Linkeroever kwam het ‘Raamwerk Oudenaarde Linkeroever – Circulair Scheldepark’ tot stand. De gemeenteraad keurde dat goed op 25 februari 2019, de provincieraad op 27 maart 2019. Het ruimtelijk raamwerk vormt de basisvisie voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen binnen het ruime projectgebied en voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Linkeroever’ dat de deelzones ‘site Santens’, ‘steenbakkerij Vande Moortel’ en ‘site Alvey’ herbestemt.
Art. 6 van de samenwerkingsovereenkomst van 20 augustus 2018 stelt dat de overeenkomst op 1 oktober 2021 van rechtswege eindigt. Het geïntegreerde planningsproces voor de participatieve opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Linkeroever’, hierna “het planningsproces” genoemd, zal echter niet afgerond zijn op 1 oktober 2021. Het college van burgemeester en schepenen keurde op 11 januari 2021 de startnota voor het planningsproces goed. De raadpleging en adviesvraag over de startnota liepen van 22 februari tot en met 22 april 2021.
Momenteel is het planteam bezig met de verwerking van de adviezen, de reacties van de raadpleging en de input van het participatiemoment. Op basis daarvan zal het planteam de scopingnota opmaken.
Het streefdoel is om binnen de samenwerkingsperiode tot 1 oktober 2021 tussen de Stad en de Provincie voor het planningsproces een door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde scopingnota en aangevulde procesnota te hebben. Op basis van die scopingnota en aangevulde procesnota en met het door gemeente- en provincieraad goedgekeurde ‘Raamwerk
Oudenaarde Linkeroever – Circulair Scheldepark’ als globale ruimtelijke visie kan het planningsproces dan verder gezet worden volgens de afspraken in voorliggende nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
De voorliggende nieuwe samenwerkingsovereenkomst voorziet ook overgangsbepalingen voor het geval het streefdoel om binnen de samenwerkingsperiode tot 1 oktober 2021 tussen de Stad en de Provincie voor het planningsproces een door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde scopingnota en aangevulde procesnota te hebben niet wordt gehaald.
WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT
Artikel 1: Voorwerp van deze overeenkomst
Het voorwerp van deze overeenkomst is een verdere samenwerking tussen de Stad en de Provincie voor het geïntegreerde planningsproces voor de participatieve opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Linkeroever’ te Oudenaarde, hierna “het planningsproces” genoemd. Dat in navolging van de eerdere samenwerkingsovereenkomsten voor het project Oudenaarde Linkeroever tussen de Stad en de Provincie van 4 mei 2017 en 20 augustus 2018.
Artikel 2: Inhoudelijke doelstellingen
Het inhoudelijke kader voor het planningsproces blijft het door gemeente- en provincieraad goedgekeurde ‘Raamwerk Oudenaarde Linkeroever – Circulair Scheldepark’. Het ruimtelijk raamwerk is de basisvisie voor de ontwikkeling van een circulair landschapspark rond vier pijlers:
• Water:
Het Vlaams woonweefsel verspreidde zich in de laatste tientallen jaren enorm. Ook in Oudenaarde is de ruimte op. Het doel om het gebied terug in te zetten als één werkend landschapspark stelt hoge eisen aan het toekomstig ruimtegebruik van die plek. We willen een voorbeeld stellen naar de rest van de stad en het water hier terug op de eerste plaats zetten.
De klimaatverandering zorgt ervoor dat België onderhevig is aan nattere winters en drogere zomers waardoor het nog nooit zo belangrijk is geweest om water ruimte te geven: zo stroomt het trager af, wordt het gebufferd en infiltreert het trager in de grond.
Dit is een fantastische kans om in te zetten op recreatie, het hergebruik van water, ontharding en het verbeteren van de biodiversiteit.
• Landschap:
Om de afname van biodiversiteit en de bijbehorende ecosysteemdiensten tegen te gaan, dienen we ruimte te maken voor landschappelijk en ecologisch hoogwaardige natuur.
Natuur zorgt voor een verhoogde economische en ecologische waarde en zorgt voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.
Het landschap is bepalend voor de harde ontwikkelingen.
• Duurzame mobiliteit:
Oudenaarde is geen grote stad. Dit betekent dat afstanden kort genoeg zijn om het gebruik van alternatieve vervoersmodi dan de auto te stimuleren. Dit zowel voor personenvervoer als voor het transport van goederen en grondstoffen.
We schilderen de auto niet af als grote boosdoener maar willen het fietsverkeer beter mogelijk maken. Een verplaatsing te voet of per fiets moet veiliger, aantrekkelijker én sneller zijn dan diezelfde verplaatsing met de auto. Alleen zo kunnen we een grote omkeer verwachten in het verplaatsingsgedrag.
• Circulariteit:
Er wordt gekeken hoe materiaal kan ingezet worden in het circulair denken. Hoe kunnen we materiaal hergebruiken of materiaal gebruiken dat herbruikbaar is? Hierbij kan een link met het containerpark gezocht worden. Er wordt ingezet op hernieuwbare energie en er wordt gekeken hoe energie onderling kan uitgewisseld worden via bijvoorbeeld een warmtenetwerk. Korte keten wordt zoveel mogelijk gestimuleerd.
Het gemeentelijk RUP ‘Linkeroever’ bestaat uit drie deelplannen:
• Deelplan 1 ‘Site Santens’
• Deelplan 2 ‘Steenbakkerij Vande Moortel’
• Deelplan 3 ‘Site Alvey’
De richtinggevende afbakening van de plangebieden is op onderstaande luchtfoto aangegeven.
Voor de plangebieden staan volgende algemene doelstellingen voorop:
• De plangebieden moeten hoofdzakelijk fungeren als nieuwe (bijkomende) stadsdelen die bepalend zijn voor de toekomstige stedelijke ontwikkeling van de stad Oudenaarde en haar regio. Functies horende bij de werking van die stadsdelen moeten geïntegreerd worden mits
de inpasbaarheid ervan onderschreven wordt door de verschillende planologische onderzoeken. Alle functies moeten zodanig ingericht worden dat ze hieraan tegemoet komen en dit zowel in de nabije als de verdere toekomst.
• Gezien de ligging dienen de plangebieden functies te krijgen die een duidelijke maatschappelijke meerwaarde hebben voor de stedelijke omgeving. Daarbij moet rekening gehouden worden met alle maatschappelijke noden uit de (ruime) omgeving.
• Alle wenselijke en bestaande functies in de plangebieden worden verder opgenomen en onderzocht in een geïntegreerd planningsproces dat leidt tot een definitief vastgesteld gemeentelijk RUP. De milieueffecten worden bestudeerd in een plan-milieueffectenrapport (plan-MER).
• De Stad en de Provincie engageren zich ertoe om via een participatief traject de bevolking en potentiële belanghebbenden verder ruime inspraak te geven in het proces. Via het participatieve traject wordt verder gewerkt aan draagvlak bij de lokale en regionale bevolking en de stakeholders.
Voor de plangebieden staan volgende specifieke doelstellingen voorop:
• Economie
De te ontwikkelen plangebieden zijn belangrijke stedelijke verdichtingsplekken en dienen als volwaardige stadsdelen te fungeren. Hierbij staat een verscheidenheid aan functies voorop. Stedelijke economische activiteiten vormen hiervan een onderdeel. Door de nodige onderzoeken zal duidelijk worden welke economische functies wenselijk en haalbaar zijn zonder ongewenste aanzienlijke effecten elders in de stedelijke kern te veroorzaken. Ook wordt bekeken hoe functieverweving tussen wonen en bedrijvigheid mogelijk is.
Naast de ontwikkeling van nieuwe economische functies worden ook de uitbreidingsmogelijkheden voor Steenbakkerij Vande Moortel onderzocht. Het watergebonden karakter van de activiteiten vormt hier een belangrijk aandachtspunt.
• Klimaatgezond:
Het toekomstige plan garandeert een klimaatneutrale en -adaptieve ontwikkeling van de plangebieden via een duidelijke, beargumenteerde visie hierop. We beperken bijkomende verhardingen en willen maximaal inzetten op een blauwgroen netwerk dat het infiltreren van water in de bodem moet bevorderen en een hitte-eiland-effect moet tegen gaan. We zoeken naar opportuniteiten om een circulaire werking te bevorderen. Dit kan gaan van warmtewisseling tot het recycleren van afval en het hergebruiken van materialen.
• Mobiliteit:
Binnen de ruimere omgeving van de plangebieden is de ontsluiting voor auto- en vrachtverkeer problematisch. Daarom onderzoeken we verschillende ontsluitingsscenario’s. De mogelijke mobiliteitseffecten voor de omgeving als gevolg van de ontwikkelingen in de plangebieden worden bekeken. Daarbij wordt maximaal ingezet op duurzame mobiliteit, waarbij diverse vervoersmogelijkheden aangeboden worden. De bereikbaarheid voor voetgangers en fietsers vanuit de stad en de regio zijn daarbij een zeer belangrijke factor.
• Doelgroepen:
Een belangrijk aspect is dat de plangebieden werken in functie van de omwonenden en de toekomstige gebruikers. De ontwikkelingen sluiten maximaal aan bij de wensen en noden van de omwonenden en de toekomstige gebruikers.
• Natuur:
De ontwikkelingen houden steeds rekening met de natuurlijke structuur van de Scheldevallei en de doorzichten van en naar het natuurgebied op de rechteroever.
Natuur krijgt een duidelijke plaats binnen de toekomstige ontwikkelingen. Er wordt meer plaats gegeven aan natuur en de aanwezige natuur wordt versterkt.
We koppelen dit ook aan de doelstelling 'klimaatgezond': focus op ruimte voor water/ontharding, waterbuffering, groenblauwe netwerken, groene (ontspannings)ruimte voor omwonenden, tegengaan van hitte-eiland-effect, ...
Ook denken we na over de toekomstige visie op de ontginningsgebieden. Welke effecten hebben deze gebieden voor, tijdens en na de ontginning? Hoe kunnen ze na de ontginning op een kwalitatieve manier een plaats krijgen? Hoewel de ontginningen van de rechteroever geen deelgebied van dit RUP zijn, wordt er aan de hand van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad en de eigenaar wel een koppeling met de rechteroever gemaakt.
• Sport en recreatie:
Binnen het plangebied ‘Site Santens’ wordt een uitbreiding van het sportcentrum van Oudenaarde mogelijk gemaakt. Het sportcentrum is momenteel overbenut. Rekening houdend met de toekomstige stedelijke ontwikkeling en het bijkomend bewonersaantal als gevolg daarvan, wordt verder onderzocht op welke manier het sportcentrum kan uitbreiden. Dit in relatie tot de opgemaakte specifieke ruimtelijke studie voor het sportcentrum.
• Beeldkwaliteit:
De plangebieden kunnen fungeren als poortfunctie tot de stad. De plangebieden zijn de eerste plekken die fietsers (als die van Gent naar Oudenaarde rijden) tegenkomen. De beeldkwaliteit is dan ook belangrijk bij de ontwikkeling van deze sites. Aspecten van beeldkwaliteit worden meegenomen via de stedenbouwkundige voorschriften.
Artikel 3: Delegatie
Binnen het planningsproces zijn er zowel gemeentelijke als provinciale planningsbevoegdheden. De administratieve procedure verloopt op gemeentelijk niveau. Dat betekent dat de Stad aan de Provincie delegatie van de provinciale planningsbevoegdheden zal moeten vragen. De Provincie zal de specifieke voorwaarden gekoppeld aan de delegatie van haar planningsbevoegdheden, alsook eventuele afspraken over financiële lasten of opbrengsten ten gevolge van planschadevergoedingen of planbatenheffingen, in het kader van de opmaak van het delegatiebesluit verder uitwerken.
Artikel 4: Dagelijkse werking
Vanaf de fase van het voorontwerp is de Stad verantwoordelijk voor de dagelijkse werking binnen het planningsproces, zowel wat inhoud, coördinatie als communicatie en participatie betreft.
Hieronder wordt begrepen (niet-limitatief):
• Opvolgen van de overheidsopdrachten voor de opmaak van het gemeentelijk RUP en de participatie die daarmee gepaard gaat en de opmaak van het plan-MER, zowel inhoudelijk als administratief
• Coördineren van het planningsproces
• Bewaken van de wisselwerking met andere lopende planningsprocessen en projecten
• Bewaken van de inhoudelijke en de proceskwaliteit
• Samenroepen van de stuurgroep en de werkgroepen
• Rapporteren aan de stuurgroep
• Deelnemen aan alle vergaderingen die betrekking hebben op en relevant zijn voor het planningsproces
• Eerste aanspreekpunt zijn voor het verlenen van informatie aan alle betrokkenen
• Bijeenbrengen van de verschillende actoren
• Communiceren naar alle doelgroepen
• Zorgen dat het proces verloopt met een voldoende participatie van alle betrokken en nog te betrekken partners en actoren
Artikel 5: Nieuwe overheidsopdracht opmaak gemeentelijk RUP en participatie
De Stad besteedt na goedkeuring van de scopingnota door het college van burgemeester en schepenen onverwijld een overheidsopdracht uit voor de opmaak van het gemeentelijk RUP ‘Linkeroever’ vanaf de fase van het voorontwerp én de participatie die daarmee gepaard gaat. De door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde scopingnota en de aangevulde procesnota vormen de basis voor die overheidsopdracht.
Artikel 6: Lopende overheidsopdracht opmaak plan-MER
De door de Provincie uitbestede lopende overheidsopdracht voor de opmaak van het plan-MER met als opdrachthouder studiebureau ECO-SCAN wordt verdergezet.
Artikel 7: Planteam
Vanaf de fase van het voorontwerp is de Stad verantwoordelijk voor de aansturing van het planteam voor het planningsproces. Het planteam vormt de hefboom voor de integratie van het RUP- planningsproces en het plan-MER. Het team volgt de inhoud, de voortgang, het participatieproces, de planontwikkeling, het effectbeoordelingsproces en de besluitvorming op.
Het planteam bestaat minstens uit:
• Erkend ruimtelijk planner: vanuit het aan te stellen studiebureau voor de opmaak van het gemeentelijk RUP ‘Linkeroever’ vanaf de fase van het voorontwerp en de participatie die daarmee gepaard gaat
• Vertegenwoordiger dienst Infrastructuur Ruimtelijke Ordening Stad Oudenaarde
• Vertegenwoordiger dienst Infrastructuur Ontwerp Stad Oudenaarde
• Vertegenwoordiger dienst Ruimtelijke Planning Provincie Oost-Vlaanderen
(De deputatie behoudt haar volledige advies- en schorsingsbevoegdheid en haar
beslissingsvrijheid over de voorwaarden die gepaard gaan met het delegeren van haar planningsbevoegdheden.)
• Plan-MER-coördinator: vanuit studiebureau ECO-SCAN
• Vertegenwoordiger team Mer Vlaamse overheid
Artikel 8: Stuurgroep
De bestaande stuurgroep met een ambtelijke en politieke vertegenwoordiging van zowel de Stad als de Provincie blijft bestaan. Vanaf de fase van het voorontwerp van het planningsproces is de Stad verantwoordelijk voor de aansturing van de stuurgroep. De taak van de stuurgroep blijft de strategische sturing van het geïntegreerd planningsproces. De stuurgroep komt in elke fase van het planningsproces minstens één keer bijeen om de voor die fase door en voor het planteam opgemaakte documenten te bespreken en hierover advies te geven aan het beslissende beleidsorgaan (college van burgemeester en schepenen of gemeenteraad).
De stuurgroep bestaat uit:
• Stad Oudenaarde:
o Burgemeester – ook bevoegd voor ruimtelijke ordening (voorzitter)
o Vertegenwoordiger meerderheidspartij CD&V
o Algemeen directeur
o Vertegenwoordiger dienst Infrastructuur Ruimtelijke Ordening (secretaris)
o Vertegenwoordiger dienst Infrastructuur Ontwerp
• Provincie Oost-Vlaanderen:
o Gedeputeerde voor ruimtelijke planning en/of kabinetsmedewerker
o Diensthoofd Ruimtelijke Planning
o Vertegenwoordiger dienst Ruimtelijke Planning
(De deputatie behoudt haar volledige advies- en schorsingsbevoegdheid en haar beslissingsvrijheid over de voorwaarden die gepaard gaan met het delegeren van haar planningsbevoegdheden.)
De stuurgroep doet regelmatig een tussentijdse evaluatie van het planningsproces en beslist daarbij over fundamentele budgettaire aspecten (en andere middelen), timing en wijziging van doelstellingen (in geval van problemen of opportuniteiten).
Om een goede werking van de stuurgroep te garanderen, werken de Stad en de Provincie aan een actieve open communicatie, waarbij problemen en kansen tijdig worden besproken op de stuurgroep.
De Stad en de Provincie garanderen dat ze de voortgang van het proces optimaal ondersteunen en de afspraken uit de stuurgroep tijdig en volledig uitvoeren. De Stad en de Provincie voorzien hiervoor tijdig de nodige middelen en agenderen waar nodig beslissingen in hun beslissingsorganen.
Artikel 9: Externe communicatie
De Stad coördineert de externe communicatie over het planningsproces. De Stad engageert zich om alle vragen van de (lokale en regionale) bevolking of stakeholders te beantwoorden. Dit met het oog op een eenduidige communicatie.
Artikel 10: Overgangsbepalingen
In het geval het streefdoel om binnen de samenwerkingsperiode tot 1 oktober 2021 tussen de Stad en de Provincie voor het planningsproces een door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde scopingnota en aangevulde procesnota te hebben niet wordt gehaald, gelden volgende overgangsmaatregelen:
• De scopingfase van het planningsproces wordt ten laatste afgerond op 31 december 2021. ‘Afgerond’ betekent dat het college van burgemeester en schepenen de scopingnota heeft goedgekeurd.
• Binnen de scopingfase van het planningsproces blijft de dagelijkse werking in handen van het autonoom projectbureau, op dezelfde manier zoals omschreven in artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst voor het verlengen van het project Masterplan Oudenaarde Linkeroever tussen de Stad en de Provincie van 20 augustus 2018. Het projectbureau staat in samenwerking met het planteam in voor de opmaak van de scopingnota en de aangevulde procesnota.
• Binnen de scopingfase van het planningsproces gelden volgende financiële bepalingen:
o De Stad en de Provincie hanteren een vaste verdeelsleutel voor alle kosten (personeelskosten, investeringskosten en werkingskosten). De Stad financiert 45 % van alle kosten, de Provincie financiert 55 % van alle kosten.
o De Provincie zorgt voor de voorfinanciering van de lonen van het autonoom projectbureau. De Stad betaalt na afronding van de scopingfase (ten laatste op 31 december 2021) haar gedeelte (45 %) aan de Provincie. De Provincie stuurt hiervoor een betalingsverzoek naar de Stad. De Stad betaalt binnen de 30 dagen.
o De Provincie zorgt voor de voorfinanciering van de investeringskosten. De Provincie stuurt bij elke facturatie door de externe dienstverlener een verzoek naar de Stad om 45 % van het bedrag van de betreffende factuur te betalen aan de Provincie. De Stad betaalt telkens binnen de 30 dagen.
o Zowel de Stad als de Provincie kunnen werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten) voorfinancieren.
In het geval de Stad werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten) voorfinanciert, stuurt de Stad bij elke facturatie door de externe leverancier of dienstverlener een verzoek naar de Provincie om 55 % van het bedrag van de betreffende factuur te betalen aan de Stad. De Provincie betaalt telkens binnen de 30 dagen.
In het geval de Provincie werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten) voorfinanciert, stuurt de Provincie bij elke facturatie door de externe leverancier of dienstverlener een verzoek naar de Stad om 45 % van het bedrag van de betreffende factuur te betalen aan de Provincie. De Stad betaalt telkens binnen de 30 dagen.
Artikel 11: Aanvang en duur van de overeenkomst
Deze overeenkomst gaat in op 1 oktober 2021 en wordt afgesloten voor een periode van anderhalf jaar. Op 31 maart 2023 eindigt deze overeenkomst van rechtswege. In afwijking hierop eindigt deze overeenkomst van rechtswege op 31 december 2021 in het geval het college van burgemeester en schepenen de scopingnota voor het planningsproces niet ten laatste op 31 december 2021 heeft goedgekeurd.
De Stad en de Provincie verbinden zich ertoe om alles in het werk te stellen om binnen de duur van de overeenkomst de doelstellingen te bereiken.
In geval van een geschil, zullen de Stad en de Provincie te goeder trouw trachten dat geschil minnelijk te regelen.
Deze overeenkomst kan gemotiveerd worden beëindigd door beide partijen mits naleving van een opzegperiode van drie maanden, die ingaat de eerste van de maand volgend op de maand waarin de opzegging per aangetekend schrijven werd betekend. Deze overeenkomst dient steeds per aangetekend schrijven te worden opgezegd. De al verschuldigde en nog niet uitgevoerde betalingen kunnen wel nog gevorderd worden.
Artikel 12: Financiële bepalingen
De Stad en de Provincie staan elk zelf in voor de personeelskosten die met het planningsproces vanaf de fase van het voorontwerp gepaard gaan.
De Stad en de Provincie hanteren een vaste verdeelsleutel voor de investerings- en de werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten) van het planningsproces vanaf de fase van het voorontwerp. De Stad financiert 70 % van de investerings- en de werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten), de Provincie financiert 30 % van de investerings- en de werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten). Dat geldt voor de investeringskosten verbonden aan zowel de door de Provincie uitbestede lopende overheidsopdracht voor de opmaak van het plan-MER vanaf de fase van het voorontwerp als de door de Stad nieuw uit te schrijven overheidsopdracht voor de opmaak van het gemeentelijk RUP vanaf de fase van het voorontwerp en de participatie die daarmee gepaard gaat. Ook de werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten) die met het verdere planningsproces gepaard gaan, bv. voor de organisatie van participatiemomenten, worden volgens die financiële sleutel verdeeld.
Volgende praktische financieringsmodaliteiten worden afgesproken:
• De Stad zorgt voor de voorfinanciering van de investeringskosten voor de nieuwe overheidsopdracht voor de opmaak van het gemeentelijk RUP vanaf de fase van het voorontwerp en de participatie die daarmee gepaard gaat. De Stad stuurt bij elke facturatie door de externe dienstverlener een verzoek naar de Provincie om 30 % van het bedrag van de betreffende factuur te betalen aan de Stad. De Provincie betaalt telkens binnen de 30 dagen.
• De Provincie zorgt voor de voorfinanciering van de investeringskosten voor de lopende overheidsopdracht voor de opmaak van het plan-MER vanaf de fase van het voorontwerp.
De Provincie stuurt bij elke facturatie door de externe dienstverlener een verzoek naar de Stad om 70 % van het bedrag van de betreffende factuur te betalen aan de Provincie. De Stad betaalt telkens binnen de 30 dagen.
• De Stad zorgt voor de voorfinanciering van de werkingskosten (met uitzondering van personeelskosten). De Stad stuurt bij elke facturatie door de externe leverancier of dienstverlener een verzoek naar de Provincie om 30 % van het bedrag van de betreffende factuur te betalen aan de Stad. De Provincie betaalt telkens binnen de 30 dagen.
Artikel 13: Niet-naleving
Bij niet-naleving van de taken en plichten door een van de twee partijen, zoals omschreven in de overeenkomst, kan de overeenkomst éénzijdig en zonder opzegperiode door de andere partij verbroken worden.
Artikel 14: Nietigheid
De nietigheid van een bepaling in deze overeenkomst zal geenszins de nietigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst of van de overeenkomst zelf met zich meebrengen.
Partijen zullen zich, in voorkomend geval, inspannen om de nietige bepaling te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een praktisch en economisch gelijkaardig resultaat.
Artikel 15: Overmacht
Partijen zijn niet aansprakelijk ten aanzien van elkaar wanneer zij hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst niet kunnen nakomen ingevolge overmacht. Onder overmacht in het kader van deze overeenkomst wordt verstaan iedere onvoorziene en onoverkomelijke omstandigheid of gebeurtenis onafhankelijk van de wil van partijen.
Artikel 16: Toepasselijk recht
Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd volgens het Belgisch recht.
Opgemaakt te Gent in twee exemplaren, op 3 september 2021, waarvan elke partij erkent een ondertekend exemplaar ontvangen te hebben.
de xxxx Xxxx Xxxxx algemeen directeur
STAD OUDENAARDE
de xxxx Xxxxxx Xx Xxxxxxxxxxxx burgemeester
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Getekend door:Xxxxxx Xxxxxxx (Signatur Getekend op:2021-10-14 12:23:15 +02:0
Reden:Ik keur dit document goed
Getekend door:An Vervliet (Signature)
Getekend op:2021-10-18 13:09:27 +02:0
Reden:Ik keur dit document goed
de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx mevrouw An Vervliet
provinciegriffier gedeputeerde voor ruimtelijke planning