UITVOERINGSOVEREENKOMST
UITVOERINGSOVEREENKOMST
Partijen:
Keesing Media Group B.V., gevestigd te Amsterdam, optredende voor zich alsmede voor de met haar in een groep verbonden ondernemingen die zijn opgenomen in bijlage 2 van deze uitvoeringsovereenkomst, rechtsgeldig vertegenwoordigd door
de heer P.J. Xxxxxxxxxx Xxxxx, CEO, hierna te noemen “de Werkgever” en
Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959, gevestigd te Amsterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door A.J. Xxxxxxx (voorzitter) en mevrouw N.O. Xxxxxxx (secretaris), hierna te noemen “het Fonds”
hierna gezamenlijk te noemen: de Partijen; overwegende dat:
• de Werkgever pensioenovereenkomsten met de Werknemers heeft gesloten;
• ingevolge de Xxxxxxxxxxx een werkgever gehouden is de uitvoering van de pensioenovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende pensioenregeling op basis van een uitvoeringsovereenkomst onder te brengen bij een pensioenuitvoerder;
• de Werkgever de uitvoering daarvan op grond van een via de Telegraaf Media Groep N.V. met het Fonds gesloten uitvoeringsovereenkomst bij het Fonds heeft ondergebracht;
• de Werkgever tot 28 september 2017 volledig onderdeel uitmaakte van de Telegraaf Media Groep N.V. en vanaf die datum een minderheidsdeelneming is geworden;
• de Werkgever met de OR en de Werknemers is overeengekomen om de vanaf 1 januari 2019 bestaande pensioenregeling (Collective Defined Contribution pensioenregeling en/of een volledige Defined Contribution pensioenregeling) vanaf 1 januari 2019 voort te zetten tot en met 31 december 2021 met betrekking tot alle Werknemers van Werkgever en van de huidige en toekomstige Aangesloten ondernemingen;
• de Werkgever heeft aangegeven zelfstandig een uitvoeringsovereenkomst onder eigen naam te willen sluiten met het Fonds, nu Werkgever een minderheidsdeelneming is geworden van Telegraaf Media Groep N.V., met ingang van 1 januari 2019, waarbij tegelijkertijd de verbintenis van Werkgever in de uitvoeringsovereenkomst zoals die geldt tot 1 januari 2019, wordt beeindigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van laatstgenoemde uitvoeringsovereenkomst;
• het Fonds in overeenstemming met artikel 102a lid 3 Pensioenwet de in dat lid genoemde toetsing moet doen, zoals deze ook is opgenomen in artikel 8 lid 3 van deze uitvoeringsovereenkomst;
• het Fonds na overleg met de Werkgever, deze toetsing heeft gedaan;
• het Fonds daarnaast een aanvangshaalbaarheidstoets heeft uitgevoerd in de zin van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, waaruit is gebleken dat het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau boven de door het Fonds gekozen ondergrenzen voor
dit pensioenresultaat blijft en waaruit is gebleken dat het pensioenresultaat op fondsniveau in een slechtweerscenario niet teveel afwijkt van het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau, waarbij het Fonds hiervoor de maximale afwijking heeft vastgesteld;
• de hier genoemde ondergrenzen en maximale afwijking zijn vastgesteld met inachtneming van de genoemde doelstellingen, ambities en risicohouding die ten grondslag liggen aan de Pensioenregeling;
• ingevolge de Pensioenwet de Werkgever en het Fonds in de uitvoeringsovereenkomst afspraken dienen vast te leggen over de uitvoering van de Pensioenregeling;
• de Werkgever en het Fonds in deze uitvoeringsovereenkomst wensen vast te leggen dat de financiële aansprakelijkheid van de Aangesloten ondernemingen richting het Fonds beperkt is tot de expliciet in deze uitvoeringsovereenkomst genoemde premies;
• aangezien het risico dat de middelen van het Fonds niet toereikend zijn om de beoogde pensioenen uit te kunnen betalen volledig bij de deelnemers ligt, zowel Werkgever als Fonds er zich van bewust zijn dat in de communicatie deze (gewezen) deelnemers op zorgvuldige wijze op dit risico gewezen dienen te worden;
• Werkgever conform aangehechte bijlage 3 bevoegd is om namens de Aangesloten ondernemingen zoals opgenomen in bijlage 2 op te treden;
• dat de Werkgever mede ten behoeve van de in bijlage 2 vermelde andere Aangesloten onderneming dan de Werkgever, voor de Werknemers daarvan via het Fonds pensioenvoorziening(en) heeft getroffen en daartoe vertegenwoordigingsbevoegd is;
• de Partijen rekening houdende met de voorafgaande overwegingen in deze uitvoeringsovereenkomst de afspraken over de uitvoering vanaf 1 januari 2019 van de Pensioenregeling van de Werkgever schriftelijk wensen vast te leggen in deze uitvoeringsovereenkomst;
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 – Definities
1. In deze uitvoeringsovereenkomst wordt overgenomen de terminologie van de statuten en het Pensioenreglement van het Fonds zoals deze op de datum van inwerkingtreding van deze uitvoeringsovereenkomst luiden en nadien tijdens de duur van deze uitvoeringsovereenkomst worden gewijzigd, welke door partijen worden aanvaard als grondslag van deze uitvoeringsovereenkomst.
Daarnaast gelden de gehanteerde begrippen die in bijlage 1 bij deze uitvoeringsovereenkomst nader zijn omschreven.
2. Het pensioenreglement (bijlage 4) is onderdeel van deze overeenkomst en vormt een onderdeel van dit contract.
3. De considerans bij deze uitvoeringsovereenkomst en de bijlagen bij de uitvoeringsovereenkomst zijn onderdeel van deze uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 2 – Verplichtingen van het Fonds en de Werkgever
1. Het Fonds verplicht zich jegens de Werkgever en Aangesloten ondernemingen tot uitvoering van de Pensioenregeling, zoals neergelegd in het Pensioenreglement van het Fonds, tegen betaling van de hiervoor benodigde premie door de Werkgever. Het een en ander met inachtneming van het bepaalde hieromtrent in de statuten, het Pensioenreglement en deze uitvoeringsovereenkomst.
2. Het Fonds kan indien niet voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7 lid 3 van deze uitvoeringsovereenkomst besluiten de uitvoering niet langer geheel of gedeeltelijk op zich te nemen.
3. De Werkgever en de Aangesloten ondernemingen enerzijds en het Fonds anderzijds verbinden zich over en weer om elkaar de medewerking te verlenen die nodig is voor de vervulling van de aan het Fonds bij de statuten, het Pensioenreglement en deze uitvoeringsovereenkomst opgedragen taak.
4. Het Fonds verstrekt aan de Werknemer, waarmee de Werkgever of de Aangesloten ondernemingen een Pensioenovereenkomst heeft gesloten en die pensioenaanspraken bij het Fonds verwerft conform de Pensioenregeling, binnen drie maanden na de start van de verwerving van pensioenaanspraken de informatie over de Pensioenregeling als bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet. Om het Fonds in staat te stellen aan de in de vorige volzin bedoelde verplichting te voldoen, waarborgt de Werkgever en de Aangesloten ondernemingen de tijdige aanmelding van nieuwe Werknemers bij het Fonds als bedoeld in het volgende lid.
5. De Werkgever of de Aangesloten ondernemingen zal een nieuwe Werknemer zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen één maand na indiensttreding aanmelden bij het Fonds op een door het Fonds aan te geven wijze. Gedurende de in de vorige volzin bedoelde maand is de Werknemer op risicobasis volledig gedekt voor de CDC-regeling.
Artikel 3 – Financiering door de Werkgever of Aangesloten ondernemingen
1. Met in achtneming van het bepaalde in lid 5 van dit artikel, is de Werkgever en de Aangesloten ondernemingen gehouden maandelijks per de eerste dag van de maand bij het Fonds de premies te storten ter financiering van de aanspraken van de deelnemers die bij hem in dienst zijn, zoals voortvloeiend uit het Pensioenreglement. Vanaf 1 januari 2019 zijn deze maandelijkse premies gelijk aan 1/12e deel van 21,9 % van de som van alle pensioengrondslagen per de datum van de maandelijkse premievaststelling van de deelnemers in dienst van de Werkgever of Aangesloten onderneming op de datum van premievaststelling.
Voor deelnemers die in deeltijd werkzaam zijn wordt de premie naar rato van de arbeidsduur vastgesteld.
De Werkgever of Aangesloten onderneming kan niet verplicht worden tot betaling van een hogere premie. De Werkgever en/of Aangesloten ondernemingen hebben evenmin de mogelijkheid om, behoudens het bepaalde in artikel 11 van deze uitvoeringsovereenkomst, de premies op een lager niveau vast te stellen.
2. De in lid 1 bedoelde premies komen voor rekening van de Werkgever en Aangesloten ondernemingen. Een gedeelte van deze premies wordt - onder de voorwaarden als vermeld in het Pensioenreglement - door de Werkgever en Aangesloten ondernemingen op de deelnemers verhaald door middel van een deelnemersbijdrage. De Werkgever en Aangesloten ondernemingen zullen daartoe de deelnemersbijdragen inhouden op de salarissen van de deelnemers bij hem in dienst en als onderdeel van de premies als is bedoeld in lid 1 afdragen aan het Fonds.
3. Door betaling van de in lid 1 bedoelde premies voldoet de Werkgever en de Aangesloten ondernemingen aan de verplichtingen uit hoofde van de Pensioenregeling.
De Werkgever en/of Aangesloten ondernemingen kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor enig tekort in het Fonds. Tevens kan de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen geen aanspraak maken op enig overschot in het Fonds. Er is geen financieel verhaal mogelijk door het Fonds op de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen, behoudens als gevolg van het door de Werkgever en/of Aangesloten ondernemingen niet naleven van de bepalingen in deze uitvoeringsovereenkomst en de daaruit voor het Fonds voortvloeiende schade.
De bij het Fonds te verwerven aanspraken worden gefinancierd op basis van de gedempte kostendekkende premie als bedoeld in het volgende lid.
4. De gedempte kostendekkende premie wordt vastgesteld op basis van een vastgestelde waarde van het toekomstig rendement, die wordt bepaald met inachtneming van artikel 4 lid 3 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en met inachtneming van de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Fonds. Indien de gedempte kostendekkende premie met betrekking tot enige kalendermaand zou uitgaan boven de volgens lid 1 vastgestelde premie, wordt artikel 10 lid 4 van deze uitvoeringsovereenkomst toegepast.
5. Indien de Werkgever en Aangesloten ondernemingen met de Werknemers een op de Pensioenovereenkomst en daarmee verband houdende Pensioenregeling, aanvullende pensioenovereenkomsten sluit en deze door het Fonds wil laten uitvoeren zal hierover tussen partijen vooraf overleg plaatsvinden. Het Fonds is niet verplicht de uitvoering van de in de vorige zin bedoelde aanvullende pensioenovereenkomsten te accepteren.
Indien het Fonds besluit de uitvoering van de in de vorige volzin bedoelde aanvullende pensioenovereenkomsten te accepteren, zullen vooraf afspraken gemaakt worden over de wijze van financiering en over de omvang van de financieringsverplichting van de Werkgever en de Aangesloten ondernemingen.
6. Indien als gevolg van een acquisitie door de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen sprake is van een groepsgewijze toetreding van deelnemers in het Fonds, zullen partijen in overleg treden over de financiële gevolgen hiervan waarbij als uitgangspunt geldt dat de nominale dekkingsgraad en de reële dekkingsgraad voor en na toetreding gelijk zijn. Indien en voor zover de nominale dekkingsgraad minder is dan 100%, besluit het bestuur over de voorwaarde van de toetreding onder voorbehoud van advies van het verantwoordingsorgaan.
7. Indien door het afstoten van een bedrijfsonderdeel van de Werkgever en/of van een Aangesloten onderneming of door het uittreden van een rechtspersoon uit de groep van de Werkgever sprake is van een groepsgewijze uittreding van deelnemers in het Fonds, zullen partijen in overleg treden over mogelijkheid van een collectieve waardeoverdracht en de mogelijke financiële gevolgen hiervan, waarbij indien er sprake is van een nominale dekkingsgraad van meer dan 100% geldt dat minimaal de netto Technische voorziening wordt overgedragen. Of er meer wordt overgedragen is onder andere afhankelijk van de nominale dekkingsgraad, samenstelling (actieven/inactieven) van de over te dragen aanspraken en het soort aanspraken (voorwaardelijk/onvoorwaardelijk) en is uitsluitend ter bepaling door het Fonds.
Artikel 3 A. Kosten uitvoering pensioenregeling exclusief de excedentregeling
Alle kosten welke het Fonds maakt komen voor rekening van het Fonds.
Artikel 4 – Premie-inning
1. De in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst bedoelde premies zijn verschuldigd per de eerste dag van iedere maand van het desbetreffende kalenderjaar.
2. De Werkgever en de Aangesloten ondernemingen dragen er zorg voor dat de in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst bedoelde premies van de Werkgever en de Aangesloten ondernemingen per de eerste dag van iedere maand waarop de premies betrekking hebben, zijn bijgeschreven op de op de factuur van het Fonds vermelde bankrekening. Bij te late betaling is de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen die toerekenbaar tekortschiet een rentevergoeding verschuldigd welke gelijk is aan de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW per 1 januari van dat jaar. Het Fonds behoudt zich nadrukkelijk het recht voor om de door te late betaling door de Werkgever en/of Aangesloten ondernemingen ontstane schade op de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen te verhalen. De hiervoor bedoelde rentevergoeding doet niet af aan de mogelijkheid van het Fonds om schade door te late betaling te verhalen.
3. De Werkgever en de Aangesloten ondernemingen ontvangen aan het eind van ieder kalenderkwartaal een eindafrekening. Het resterende bedrag wordt na ontvangst van deze eindafrekening in de eerstvolgende kalendermaand verrekend of betaald aan het Fonds door Werkgever en Aangesloten ondernemingen.
4. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxxxx van de deelneming door een deelnemer in de Pensioenregeling wordt de ten tijde van de beeindiging nog verschuldigde premie binnen dertien weken voldaan door Werkgever en de Aangesloten ondernemingen.
Artikel 5 – Procedures bij het niet nakomen van premiebetalingsverplichting
1. Het Fonds informeert elk kwartaal schriftelijk het verantwoordingsorgaan indien en zolang sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het Fonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens de Pensioenwet geldende eisen inzake het MVEV.
2. Gedurende de in het vorige lid bedoelde situatie informeert het Fonds tevens elk kwartaal de ondernemingsraad van de Werkgever en Aangesloten ondernemingen met een premieachterstand.
Artikel 6 – Informatieverstrekking door de Werkgever
1. De Werkgever en de Aangesloten ondernemingen zijn verplicht Werknemers als deelnemers bij het Fonds aan te melden en bij uitdiensttreding af te melden en de volgende voor de uitvoering benodigde gegevens en mutaties in deze gegevens aan het Fonds te leveren:
a. naam van de deelnemers;
b. adres van de deelnemers;
c. geboortedatum van de deelnemers;
d. burgerservicenummer van de deelnemers;
e. personeelsnummer;
f. salarisgegevens van de deelnemers;
g. moment van ingang van de Pensioenovereenkomst;
h. alle overige relevante gegevens om een pensioenaanspraak te kunnen vaststellen.
2. De Werkgever levert mede namens iedere Aangesloten ondernemingen de in lid 1 genoemde gegevens en mutaties maandelijks in een door het Fonds te bepalen bestandsvorm bij het Fonds aan via de afdeling HR SSC van Telegraaf Media Groep N.V.
3. De Werkgever informeert het Fonds schriftelijk of elektronisch wie of welke instantie als rechtsgeldige vertegenwoordiger kan optreden voor de betrokken deelnemers bij een wijziging van de Pensioenregeling.
4. De Werkgever informeert, mede namens de Aangesloten ondernemingen, het Fonds binnen tien dagen na een genomen besluit over een wijziging van de Pensioenregeling. De informatie dient schriftelijk of elektronisch te worden verstrekt en een volledige opsomming te bevatten van de overeengekomen wijzigingen.
Artikel 7 – Procedures voor het opstellen of wijzigen van het Pensioenreglement
1. Het Fonds stelt een Pensioenreglement op en wijzigt dit overeenkomstig de bepalingen in de statuten en het Pensioenreglement.
2. Nadat het Fonds kennis heeft genomen van een wijziging van de Pensioenregeling als bedoeld in artikel 6, lid 4, stelt het Fonds een aangepast Pensioenreglement in concept op en legt deze voor aan de Werkgever.
3. Het Pensioenreglement wordt - overeenkomstig het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel - opgesteld in overeenstemming met de Pensioenregeling en wijzigingen daarin. Het voorgaande is van toepassing voor zover, dit uitsluitend naar het oordeel van het bestuur:
a. de Pensioenregeling niet strijdig is met geldend jurisprudentie en wet- en regelgeving;
b. de financiële toestand van het Fonds dit toelaat en
c. de bepalingen naar het oordeel van het bestuur in redelijkheid uitvoerbaar zijn;
d. overigens wordt voldaan aan dit artikel en artikel 8.
4. Het Fonds heeft het recht, met inachtneming van het bepaalde in de statuten en het Pensioenreglement, zelfstandig wijzigingen in het Pensioenreglement door te voeren van de door de wetgever of de toezichthouder vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen van het Pensioenreglement die niet van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken.
5. Het Fonds zal de door de wetgever of de toezichthouder vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen van het Pensioenreglement die wel van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken schriftelijk of elektronisch gelijktijdig onder de aandacht brengen van de Werkgever en de rechtsgeldige vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 6, lid 3. Indien binnen de termijn voor doorvoering van de door de wetgever of de toezichthouder vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen geen wijziging van de Pensioenregeling tot stand dreigt te komen, kan het Fonds zelfstandig besluiten de door de wetgever of toezichthouder vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen in het Pensioenreglement door te voeren. De bij het arbeidsvoorwaardenoverleg betrokken partijen worden schriftelijk of elektronisch van het in de vorige volzin bedoelde besluit op de hoogte gesteld.
Artikel 8 - Doelstellingen, ambities voor toeslagverlening en risicohouding
1. Op basis van de toetsing in de zin van artikel 102a van de Pensioenwet is de toeslagenambitie bepaald zoals vastgelegd in het Pensioenreglement en artikel 9 van deze uitvoeringsovereenkomst.
2. De ondergrenzen (inclusief maximale afwijking) voor het pensioenresultaat zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in bijlage 4 bij deze uitvoeringsovereenkomst.
3. Het Fonds zal met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet jaarlijks een haalbaarheidstoets uitvoeren en zal bij iedere significante wijziging in de zin van artikel 22 lid 2 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen een
aanvangshaalbaarheidstoets uitvoeren (bijlage 4). Over de uitkomsten van de haalbaarheidstoets zal het Fonds verantwoording afleggen aan het verantwoordingsorgaan en de Werkgever. Indien uit de haalbaarheidstoets blijkt dat het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau onder de door het Fonds gekozen ondergrens voor dit pensioenresultaat uitkomt of blijkt dat het pensioenresultaat op Fondsniveau in een slechtweerscenario teveel afwijkt van het verwachte pensioenresultaat op Fondsniveau, waarbij het Fonds hiervoor de maximale afwijking heeft vastgesteld, dan treedt het Fonds in overleg met de Werkgever met het verzoek aan de Werkgever met de OR af te stemmen of dit moet leiden tot een wijziging van de Pensioenregeling en/of van de daaraan ten grondslag liggende doelstellingen, ambities en risicohouding. Indien dit leidt tot nieuwe ondergrenzen wordt bijlage 4 bij deze uitvoeringsovereenkomst daarmee in overeenstemming gebracht.
4. Indien uit een haalbaarheidstoets blijkt dat – rekening houdend met het bepaalde in lid 3 – niet langer wordt voldaan aan artikel 22 lid 3 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, zal het Fonds in overleg met Werkgever en Aangesloten ondernemingen de Werkgever en Aangesloten ondernemingen verzoeken maatregelen te nemen zodat daarna alsnog wordt voldaan aan artikel 22 lid 3 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. De Werkgever verplicht zich de te nemen maatregelen af te stemmen met de OR.
Indien binnen een door het Fonds schriftelijk of elektronisch te stellen redelijke termijn nadat het verzoek als bedoeld in de eerste volzin is gedaan, de Werkgever of Aangesloten ondernemingen geen of onvoldoende maatregelen heeft genomen, eindigt deze uitvoeringsovereenkomst met de Werkgever en de Aangesloten ondernemingen op de laatste dag van de door het Fonds gestelde termijn.
Artikel 9 – Toeslagverlening
1.a. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken kan jaarlijks toeslag verleend worden van maximaal het verschil tussen enerzijds de prijsindex over oktober van het betrokken jaar en anderzijds de prijsindex over oktober van het daaraan voorafgegane jaar, te delen door laatstbedoelde prijsindex. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
1.b. Onder prijsindex wordt verstaan het consumentenprijsindexcijfer, reeks CPI-Alle Huishoudens, zoals dit cijfer wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bedoeld percentage wordt door het bestuur op een decimaal afgerond.
1.c. De onder a bedoelde pensioenrechten en pensioenaanspraken betreffen:
1. de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen tijdens deelnemerschap;
2. ingegaan jaarlijks pensioen;
3. premievrije aanspraken op pensioen als bedoeld in artikel 9 van het Pensioenreglement;
4. aanspraak als gevolg van verevening, zoals omschreven in artikel 6a van het Pensioenreglement.
2. Indien het bestuur de systematiek van toeslagverlening aanpast, zal deze ten aanzien van alle belanghebbenden (inclusief ex-deelnemers en pensioengerechtigden) worden aangepast.
3. Er is geen recht op toekomstige toeslagen. Deze toeslag op de pensioenrechten en pensioenaanspraken is voorwaardelijk.
4. Het bestuur stelt beleid voor toeslagverlening vast in overeenstemming met deze uitvoeringsovereenkomst en het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet.
Artikel 10 – Haalbaarheidstoets van het Fonds
1. De verplichting van de Werkgever tot voldoening van premies aan het Fonds gaat niet verder dan de verplichte premie zoals omschreven in artikel 3. Ingeval van tekorten van het Fonds zijn de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen niet gehouden tot aanvullingen op de in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst omschreven premie. Ingeval van een overschot, hoe ook genaamd, bij het Fonds, heeft de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen geen recht op premierestitutie dan wel korting op de in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst omschreven premie.
2. Indien in enig jaar de haalbaarheidstoets van het Fonds uitwijst, dat de financiële positie van het Fonds ontoereikend is, zal het bestuur vaststellen of alsnog op andere wijze middelen ter opheffing van de ontoereikendheid worden gevonden, dan wel of de beperkende bepalingen van lid 4 worden toegepast.
3. De premie conform artikel 3 lid 1 van deze uitvoeringsovereenkomst kan gedurende de looptijd van deze uitvoeringsovereenkomst niet worden aangepast als gevolg van de financiële situatie van het Fonds.
In een situatie van toepassing van de beperkende bepalingen zal het Fonds de pensioen- en aanspraakgerechtigden die hierdoor worden geraakt hiervan onverwijld in kennis stellen.
De situatie van ontoereikendheid als bedoeld in dit lid doet zich voor in de situatie als omschreven in het Pensioenreglement.
4. Per de datum dat de bij het Fonds te verwerven aanspraken niet kunnen worden gefinancierd uit de maandelijks volgens artikel 3 lid 1 vastgestelde premie worden de nog te verwerven aanspraken in de Pensioenregeling zodanig aangepast conform het Pensioenreglement dat het betreffende financieringstekort is opgeheven.
5. Indien na de toepassing van de leden 2 en 4 van dit artikel de financiële positie van het Fonds nog steeds ontoereikend is, zullen de opgebouwde aanspraken en rechten op pensioen van de pensioen- en aanspraakgerechtigden met een gelijk percentage worden verminderd tot een zodanig niveau dat de financiële positie van het Fonds wederom toereikend is, met inachtneming van het Pensioenreglement en het bepaalde in artikel 134 van de Pensioenwet.
Artikel 11 – Werkgeversvoorbehoud
1. De Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen behouden zich het recht voor om de premie aan het Fonds tussentijds te verminderen, op te schorten of te beëindigen bij een ingrijpende wijziging van de omstandigheden.
2. Als de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen voornemens zijn/is van dit voorbehoud gebruik te maken, deelt de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen dit uiterlijk een kalendermaand voorafgaand aan de uitoefening van het voorbehoud schriftelijk of elektronisch mee aan het Fonds en zal het Fonds degenen wier pensioen of aanspraak op pensioen daardoor worden getroffen hier direct schriftelijk of elektronisch over informeren.
Artikel 12 – Nieuwe toetredingen
1. Bij aanvang van deze uitvoeringsovereenkomst zijn de in bijlage 2 bij deze uitvoeringsovereenkomst genoemde rechtspersonen de Aangesloten ondernemingen.
2. Indien met inachtneming van de statuten een nieuwe rechtspersoon als Aangesloten ondernemingen toetreedt die tevens door de Werkgever wordt vertegenwoordigd in deze uitvoeringsovereenkomst, wordt deze uitvoeringsovereenkomst mede van toepassing voor die nieuwe onderneming, nadat het bestuur daartoe een advies van het verantwoordingsorgaan heeft ontvangen. Bijlage 2 van deze uitvoeringsovereenkomst wordt alsdan aangepast. In een dergelijke situatie hebben Partijen de mogelijkheid om zo nodig aanvullende afspraken te maken. Deze uitvoeringsovereenkomst wordt van toepassing op de nieuwe onderneming per de datum van aanpassing van bijlage 2 bij deze uitvoeringsovereenkomst.
3. Na toetreding van een nieuwe Aangesloten ondernemingen past het Fonds het Pensioenreglement aan met inachtneming van deze uitvoeringsovereenkomst.
4. De Werkgever streeft er naar iedere rechtspersoon die deel uit gaan maken van haar groep aan te laten sluiten bij het Fonds en vanaf de datum van aansluiting de Pensioenregeling op de Werknemers van de betreffende rechtspersoon van toepassing te laten zijn. De Werkgever zal de betreffende rechtspersoon vertegenwoordigen met betrekking tot het van toepassing worden van deze uitvoeringsovereenkomst op de betreffende rechtspersoon.
Artikel 13 Geheimhouding en privacy
1. Het Fonds zal alle informatie die zij van de Werkgever, de Aangesloten ondernemingen en/of Deelnemer ontvangt en/of zelf verzamelt of dient te verzamelen met het doel deze te verwerken overeenkomstig het in deze uitvoeringsovereenkomst en/of het Pensioenreglement daartoe bepaalde, vertrouwelijk behandelen en niet met derden delen anders dan in het kader van de uitvoering van de Pensioenregeling of krachtens wettelijke verplichtingen.
2. Het Fonds zal de in lid 1 bedoelde informatie op een zodanige wijze opslaan, dat onbevoegden hier geen toegang toe hebben. Tevens zal het Fonds deze informatie niet voor een ander doel gebruiken dan waarvoor zij deze heeft verkregen.
3. De geheimhoudingsplicht is niet van toepassing voor zover de Werkgever, de Aangesloten ondernemingen en/of de Deelnemer uitdrukkelijk schriftelijk of elektronisch toestemming heeft gegeven om informatie aan derden te verschaffen.
4. In die gevallen dat het Fonds in het kader van de uitvoering van de Pensioenregeling gebruik maakt van de diensten van derden, zal het Fonds er voor zorgen dat deze derden dezelfde geheimhoudingsplicht aanvaarden als met de Werkgever in deze uitvoeringsovereenkomst is overeengekomen.
5. Op grond van deze uitvoeringsovereenkomst worden persoonsgegevens verwerkt door het Fonds en door het Fonds ingeschakelde derden. Omdat het Fonds zelf het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens bepaald, is het Fonds een verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het Fonds heeft daarmee dezelfde positie als de Werkgever, die eveneens verwerkingsverantwoordelijke is, en daarom is een verwerkersovereenkomst tussen de Werkgever en het Fonds niet nodig. Het Fonds zal te allen tijde de verplichtingen ingevolge de AVG naleven ten aanzien van persoonsgegevens die worden verwerkt ten behoeve van de uitvoering van de Pensioenregeling onder deze uitvoeringsovereenkomst. Het Fonds zal er
voorts op toezien dat derden als bedoeld in lid 4 de verplichtingen ingevolge de AVG naleven. Het Fonds heeft ter voldoening aan de AVG een privacyverklaring opgesteld. Deze verklaring is te vinden op de website van het Fonds.
Artikel 14 – Duur en beëindiging uitvoeringsovereenkomst
1. Deze uitvoeringsovereenkomst treedt in werking per 1 januari 2019 en vervangt voor de verbintenissen uit deze uitvoeringsovereenkomst vanaf die datum de voorgaande uitvoeringsovereenkomst.
2. De uitvoeringsovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van drie jaar en eindigt derhalve op 31 december 2021.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 is elk der partijen gerechtigd deze uitvoeringsovereenkomst te ontbinden ingeval van ernstige toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) van de wederpartij, zonder enige termijn in acht te nemen en derhalve met onmiddellijke ingang door middel van kennisgeving per aangetekende brief onder opgaaf van redenen, zulks behoudens het navolgende. Ontbinding als in de vorige zin bedoeld kan eerst plaatsvinden indien de wederpartij schriftelijk of elektronisch op haar tekortkoming is gewezen en gedurende een redelijke termijn - afhankelijk van de omstandigheden van het geval - in de gelegenheid is gesteld haar tekortkoming te herstellen.
4. Voorts eindigt de uitvoeringsovereenkomst op de datum als bedoeld in lid 5 indien één der partijen:
a. de voorwaarden van deze uitvoeringsovereenkomst feitelijk of van rechtswege niet langer kan vervullen wegens overmacht;
b. surséance van betaling heeft verkregen;
c. failliet is verklaard;
d. wordt ontbonden of geen rechtspersoon meer is.
5. Indien één van de in lid 4 genoemde gebeurtenissen zich voordoet, is de desbetreffende partij verplicht de wederpartij hiervan onmiddellijk schriftelijk onder bevestiging van ontvangst in kennis te stellen. De beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst is rechtsgeldig met ingang van de datum van het desbetreffende rechterlijke bevel, de beschikking, het vonnis of de desbetreffende notariële akte.
6. Het Fonds is bevoegd deze uitvoeringsovereenkomst te beëindigen ten aanzien van een Aangesloten onderneming(en) die in deze uitvoeringsovereenkomst door de Werkgever wordt vertegenwoordigd als de betreffende Aangesloten onderneming(en) niet meer tot de zelfde groep als de Werkgever behoort. Alvorens daartoe te besluiten treden het Fonds, Werkgever en de desbetreffende Aangesloten onderneming(en) daarover in overleg. Hierbij neemt het Fonds een opzegtermijn van een jaar in acht vanaf de datum dat de uittredende Aangesloten onderneming de groep heeft verlaten.
Artikel 15 Gevolgen van het einde van de uitvoeringsovereenkomst
1. Na beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst behouden de Aangesloten ondernemingen, Werkgever en het Fonds jegens elkaar de uit deze uitvoeringsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de pensioenaanspraken en kosten terzake van tijdvakken gelegen vóór de datum van beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst.
2. Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst worden de onder de uitvoeringsovereenkomst gesloten verzekeringen, hetzij premievrij gemaakt, hetzij geheel of
gedeeltelijk overgedragen naar een andere toegelaten pensioenuitvoerder, hetzij geroyeerd indien zij geen premievrije waarde hebben.
3. Collectieve overdracht van de waarde van pensioenaanspraken en -rechten naar een andere toegelaten pensioenuitvoerder na beëindiging van deze overeenkomst is mogelijk onder op dat moment overeen te komen condities. De Werkgever blijft na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst verplicht de eventueel door het Fonds voor de uitvoering van de Pensioenregeling benodigde gegevens te verstrekken.
4. Op verzoek van de Aangesloten onderneming waarvan de uitvoeringsovereenkomst is beëindigd, zal het Fonds de nieuwe pensioenuitvoerder van die (voorheen) Aangesloten onderneming alle informatie verstrekken die deze voor de voortzetting van de Pensioenregeling nodig heeft. Het Fonds kan de informatieverstrekking afhankelijk stellen van een door de (voorheen) Aangesloten onderneming aan het Fonds te betalen kostenvergoeding welke door het Fonds wordt vastgesteld en voorafgaand aan de informatieverstrekking aan de (voorheen) Aangesloten onderneming schriftelijk of elektronisch wordt medegedeeld.
Artikel 16 Toepasselijk recht
1. Op de uitvoeringsovereenkomst en de Pensioenregeling is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen voortvloeiende uit deze uitvoeringsovereenkomst, zullen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in Amsterdam.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud,
Amsterdam, ………………0000 Xxxxxxxxx, 2018
Keesing Media Groep B.V. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Mede namens
Keesing Nederland B.V.
Puzzle Holding B.V.
……………………….. ……………………………..
P.J. Xxxxxxxxxx Xxxxx, CEO A.J. Xxxxxxx, voorzitter
………………………………
N.O. Xxxxxxx, secretaris
BIJLAGE 1 bij de uitvoeringsovereenkomst tussen Keesing Media Group B.V. en Stichting- Telegraafpensioenfonds 1959.
Begripsomschrijvingen Aangesloten onderneming(en):
Iedere rechtspersoon die onderdeel uitmaakt van Werkgever en door
deze wordt vertegenwoordigd in onderhavige uitvoeringsovereenkomst, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze uitvoeringsovereenkomst;
Dekkingsgraad (DG): De dekkingsgraad in de zin van artikel 1 van de Pensioenwet. Beleidsdekkingsgraad: de beleidsdekkingsgraad in de zin van artikel 133a van de
Pensioenwet;
OR: de ondernemingsraad van de Werkgever en de Aangesloten ondernemingenen;
Eigen Vermogen : het EV is het verschil van de som van de beleggingen, de
verzekeringen, de vorderingen en overlopende activa onder
aftrek van de overige schulden en overlopende passiva enerzijds en de TV anderzijds.
Kostendekkende premie: de kostendekkende premie als bedoeld in artikel 128 van de
Pensioenwet, die bestaat uit de volgende onderdelen:
1. de premie die actuarieel benodigd is in verband met de pensioenverplichtingen;
2. een opslag voor het in stand houden van het Vereist Eigen Vermogen (VEV);
3. een opslag voor de uitvoeringskosten.
Minimaal vereist eigen vermogen (MVEV):
het minimaal vereist eigen vermogen in de zin van artikel 131 van de Pensioenwet;
Pensioenovereenkomst: de pensioenovereenkomst tussen een Aangesloten ondernemingen
en een Werknemer daarvan, waarin de Pensioenregeling van toepassing is verklaard;
Pensioenregeling: de pensioenovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende Collective Defined Contribution pensioenregeling van de Werkgever zoals deze geldt vanaf 1 januari 2019 en nadien rechtsgeldig wordt gewijzigd en zoals deze is vastgelegd in het Pensioenreglement;
Pensioenreglement: het pensioenreglement van het Fonds zoals dat geldt vanaf 1 januari 2019 en zoals dat nadien met inachtneming van de statuten en deze uitvoeringsovereenkomst wordt gewijzigd;
Reële dekkingsgraad: de reële dekkingsgraad in de zin van artikel 133b van de
Pensioenwet;
Nominale dekkingsgraad: De hoogte van de dekkingsgraad is een maatstaf voor de financiële
positie van een pensioenfonds. De dekkingsgraad is een percentage dat de verhouding uitdrukt tussen het aanwezige vermogen van het pensioenfonds en de contante waarde van alle opgebouwde pensioenverplichtingen. Bij een dekkingsgraad van 100% is er exact genoeg vermogen aanwezig om de opgebouwde pensioenverplichtingen na te komen.
Technische voorzieningen (TV):
technische voorzieningen in de zin van artikel 126 van de Pensioenwet;
Vereist Eigen Vermogen (VEV):
het VEV zoals vastgesteld op basis van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. Het VEV is het vermogen dat behoort bij de evenwichtssituatie van het Fonds. In die situatie is het EV zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% ten aanzien van de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de Pensioenregeling wordt voorkomen dat de som van de beleggingen, de verzekeringen, de vorderingen en overlopende activa onder aftrek van de overige schulden en overlopende passiva van het Fonds binnen een jaar minder is dan de TV.
Werknemer: werknemer in dienst van de Werkgever of van de Aangesloten
ondernemingen
BIJLAGE 2 bij de uitvoeringsovereenkomst tussen Keesing Media Group B.V. en Stichting- Telegraafpensioenfonds 1959.
Aangesloten ondernemingen | Rechtsgeldig bevoegd tot ondertekening |
Keesing Nederland B.V. | Keesing Media Group B.V. |
Puzzle Holding B.V. | Ph.J. Alberdingk Thijm, alleen/zelfstandig bevoegd J.H.J. Bouman, alleen/ zelfstandig bevoegd |
BIJLAGE 3 bij de uitvoeringsovereenkomst tussen Keesing Media Group B.V. en Stichting- Telegraafpensioenfonds 1959.
KEESING MEDIA GROEP B.V. is bevoegd om voor de aangesloten ondernemingen de uitvoeringsovereenkomst met het Fonds te sluiten en in stand te houden vanaf 1 januari 2019.
Bijgesloten de uittreksels KvK van Keesing Media Group B.V. , Keesing Nederland B.V.en Puzzle Holding B.V. d.d. 11 december 2018.
BIJLAGE 4 bij de uitvoeringsovereenkomst tussen Keesing Media Group B.V. en Stichting- Telegraafpensioenfonds 1959.
PENSIOENREGLEMENT op 1 januari 2019 maakt onderdeel uit van deze overeenkomst.