TITEL I: ALGEMENE BEPALINGEN
REGLEMENT VOOR KREDIETEN AAN ONDERNEMINGEN - NOVEMBER 2022
TITEL I: ALGEMENE BEPALINGEN
1. Definities
Voor de toepassing van dit reglement worden onderstaande termen als volgt omschreven:
- ARV: het meest recente Algemeen Reglement der Verrichtingen van de Bank.
- Bank: Belfius Bank NV, met maatschappelijke zetel 0000 Xxxxxxx, Karel Rogierplein 11, ingeschreven in de KBO en bij de FSMA onder het nr. 0403.201.185, met inbegrip van zijn eventuele rechthebbenden.
- Betaalrekening gelinkt aan het Krediet: elke betaalrekening die gelinkt is aan het Krediet en waarop alle verrichtingen met betrekking tot het Krediet worden geboekt.
- Deviezen: elke munteenheid (anders dan de euro) toegestaan door de Bank overeenkomstig het Kredietcontract, op voorwaarde dat deze op de datum van de bepaling van de koers en op de opnemingsdatum beschikbaar is voor het gevraagde bedrag en vrij converteerbaar is in euro op de wisselmarkt.
- Geval van Niet-Nakoming: elke gebeurtenis vermeld in artikel 7.4. die kan leiden tot de opschorting of de beëindiging van het Krediet.
- Garantiedocument: elk document op basis waarvan de Bank een verbintenis aangaat ten voordele van een derde, ongeacht de vorm ervan, in het kader van een Garantieverrichting.
- Garantieverrichting: elke toekenning door de Bank van een bankgarantie (ongeacht de vorm ervan, met inbegrip van elke bankgarantie op eerste verzoek en elke ‘stand-by letter of credit‘), van een borgstelling of een aval.
- Kmo-wet: de Wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen of elke wet die deze vervangt.
- Krediet: elke kredietopening en/of elk krediet dat wordt toegekend door de Bank voor beroepsdoeleinden. Elk krediet, al dan niet toegekend in het kader van een kredietopening, vormt op zich een kredietopening in de juridische zin van het woord en maakt deel uit van de globale zakenrelatie tussen de Kredietnemer en de Bank.
- Kredietcontract: elke overeenkomst en de bijlagen ervan (of elke mogelijke avenant), die wordt gesloten tussen de Bank en de Kredietnemer met het oog op het vastleggen van de voorwaarden van een Krediet dat door de Bank wordt toegekend aan de Kredietnemer. Deze overeenkomst kan zowel de vorm aannemen een specifieke overeenkomst, een kaderovereenkomst waarin één (of meer) Krediet(en) worden toegekend als van elk ander schriftelijk akkoord. Bij een openbare aanbestedingsprocedure of een andere gelijkwaardige aanbestedingsprocedure bestaat het Kredietcontract uit de aanbestedingsstukken, de offerte en de kennisgeving van het gunningsbesluit.
- Kredietdocumenten: elk van de volgende documenten: (i) het Algemeen Reglement der Verrichtingen van de Bank (ARV), (ii) het Privacycharter, (iii) dit Kredietreglement, (iv) het Kredietcontract, (v) elk document of overeenkomst waarbij een Zekerheid wordt gevestigd, (vi) elk Garantiedocument, en (vii) elk ander document of elke andere overeenkomst met betrekking tot het Krediet of de zekerheden.
- Kredietnemer: elke onderneming (zoals omschreven in het Wetboek Economisch Recht) die optreedt in het kader van zijn beroepsactiviteit(en) en/of elke andere persoon waaraan de Bank een Krediet voor beroepsdoeleinden toekent. Het begrip Kredietnemer omvat zowel situaties waarbij het Krediet wordt toegekend aan één dan wel aan meerdere kredietnemers, in welk geval de term elke kredietnemer apart omvat.
- Kredietreglement: dit Reglement voor Kredieten aan Ondernemingen van november 2022.
- Privacycharter: het charter met vermelding van de doeleinden die de Bank nastreeft wanneer ze persoonsgegevens van de Kredietnemer en/of de Zekerheidssteller verwerkt, alsook de rechten van die laatsten. Het geldende charter is beschikbaar in agentschap of kan worden geraadpleegd op de website van de Bank.
- Referentie-index of Referentie-interestvoet: elke index of interestvoet die gebruikt wordt om de interestvoet te bepalen die van toepassing is op een Krediet.
- Significant Nadelig Effect: het effect van elke gebeurtenis of omstandigheid die (onmiddellijk of op termijn) invloed uitoefent of mogelijks kan uitoefenen:
(i) in grote mate en in ongunstige zin, op de activiteiten, de financiële situatie of het vermogen van de Kredietnemer, de Zekerheidssteller of één van hun respectievelijke dochterondernemingen;
(ii) in grote mate en in ongunstige zin, op de mogelijkheid van de Kredietnemer of de Zekerheidssteller om al zijn wettelijke of contractuele verplichtingen na te komen, met name degene vermeld in de Kredietdocumenten;
(iii) op de geldigheid, het wettelijk karakter, de rang of de tegenstelbaarheid van een van de zekerheden of van één van de rechten van de Bank; of
(iv) op de reputatie van de Bank.
- Verbrekingsvergoeding: elke vergoeding verschuldigd aan de Bank in het kader van een vervroegde terugbetaling van het Krediet, waarvan het bedrag bepaald wordt aan de hand van onderstaande regels:
(i) Als het Krediet niet onderworpen is aan de Kmo-wet, stemt de verbrekingsvergoeding overeen met het reëel financieel verlies dat werd geleden door de Bank en is die gebaseerd op het verschil tussen:
a. de interest die de Bank zou hebben ontvangen als de Kredietnemer de ontleende bedragen op de eindvervaldag zou hebben terugbetaald; en
b. de interest die de Bank zou ontvangen bij de herplaatsing van die bedragen op de markt.
De verbrekingsvergoeding zal in elk geval minimum zes maanden interest bedragen, berekend op het vervroegd terugbetaalde kapitaal.
(ii) Als het Krediet wel onderworpen is aan de Kmo-wet:
a. als het maximumbedrag van het Krediet op datum van toekenning lager of gelijk is aan de in de Kmo-wet voorziene drempel: de verbrekingsvergoeding bedraagt maximaal zes maanden interest berekend op het vervroegd terugbetaald kapitaal en volgens de in het Kredietcontract bepaalde interestvoet;
b. als het maximumbedrag van het Krediet op datum van toekenning hoger is dan de door de Kmo-wet voorziene drempel: de verbrekingsvergoeding wordt berekend overeenkomstig bovenstaande paragraaf (i).
- Verstoring van de Referentie-index: elke gebeurtenis die de Referentie-index (mogelijk) doet verdwijnen, onbeschikbaar of onbruikbaar maakt, alsook elke wijziging of wezenlijke aantasting ervan, met name als gevolg van een significante wijziging van de methodologie of van elk ander middel dat gebruikt wordt om hem te bepalen.
- Werkdag: alle andere dagen dan zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen in België en de specifieke sluitingsdagen van de banksector in België.
- Zekerheid: elke persoonlijke, zakelijke of financiële zekerheid die betrekking heeft op roerende of onroerende activa, zowel materieel als immaterieel, huidig of toekomstig, of elk ander voorrecht of andere verbintenis ten gunste van de Bank tot zekerheid van de betaling en/of de terugbetaling van elke som verschuldigd op grond van het Krediet.
- Zekerheidssteller: elke natuurlijke of rechtspersoon, alsook elke andere organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid, die een Zekerheid vestigt of een verbintenis aangaat ten gunste van de Bank als zekerheid voor het Krediet. Het begrip Zekerheidssteller omvat zowel de situaties waarbij er één
enkele Zekerheidssteller is als die waarbij er meerdere zijn. In die laatste hypothese omvat deze term elke Zekerheidssteller afzonderlijk.
2. Toepassingsgebied
Elk Krediet wordt toegekend door de Bank conform de voorwaarden van het Kredietcontract, het Kredietreglement en het ARV (behoudens schriftelijke afwijking). In geval van tegenstrijdigheid geldt deze volgorde van prioriteit: (i) het Kredietcontract, (ii) het Kredietreglement, en (iii) het ARV.
Als het Krediet wordt toegekend in het kader van een openbare aanbestedingsprocedure of een andere gelijkwaardige aanbestedingsprocedure, komt het contract geldig tot stand wanneer de kennisgeving van het gunningsbesluit ontvangen wordt door de Bank. De bepalingen van het Kredietreglement zijn van toepassing voor zover ze niet afwijken van het Kredietcontract en op voorwaarde dat ze geen schending vormen van het principe van gelijke behandeling van de partijen die geraadpleegd worden in het kader van de aanbestedingsprocedure.
3. Eenheid van rekeningen
Alle verrichtingen tussen de Bank en de Kredietnemer vinden plaats in het kader van een globale zakenrelatie en vormen de elementen van een rekening-courant die één en ondeelbaar is. De Bank behoudt zich het recht voor de credit- en debetsaldi op elk ogenblik te verrekenen.
4. Sluiten van het Kredietcontract en terbeschikkingstelling van het Krediet
4.1 Indien de Bank akkoord gaat met een kredietaanvraag, bezorgt zij aan de betrokken partijen een ontwerp van Kredietcontract. Dat ontwerp vormt een aanbod van Kredietcontract. Wordt het aanbod van Kredietcontract niet binnen één maand na de verzending ervan ondertekend door alle betrokken partijen, dan moet dit aanbod als nietig worden beschouwd.
Een Kredietcontract komt geldig tot stand vanaf de dag waarop het aanbod van Kredietcontract ondertekend wordt door alle partijen met een onderscheiden belang. Als een Kredietcontract op verschillende data wordt ondertekend door de partijen, dan is de ondertekeningsdatum van het Kredietcontract die van de meest recente ondertekening.
Indien de gevraagde zekerheden niet rechtsgeldig worden gevestigd binnen de drie maanden na de datum van het Kredietcontract, dan heeft de Bank het recht om het Kredietcontract als nietig te beschouwen.
De Bank mag elke wijziging van de voorwaarden, bedingen en modaliteiten van het Krediet toestaan, onder meer inzake het bedrag en de duur, zonder de Zekerheidssteller hiervan te moeten verwittigen.
4.2 Als de Bank hiermee akkoord gaat dan kunnen de Kredietdocumenten elektronisch worden ondertekend conform de toepasselijke wettelijke bepalingen inzake elektronische handtekeningen. De Bank kan de elektronische handtekening evenwel weigeren indien deze de correcte identificatie van de ondertekenaars niet kan verzekeren of het niet mogelijk is om na te gaan of de elektronische handtekening daadwerkelijk werd aangebracht op de betrokken Kredietdocumenten.
De Bank kan de werkwijze en het instrument bepalen voor het plaatsen van elektronische handtekeningen die zullen worden gebruikt door de partijen.
Elke partij erkent en aanvaardt dat de Kredietdocumenten elektronisch worden ondertekend met volledige kennis van de toegepaste technologie, de geldende gebruiksvoorwaarden en de toepasselijke regelgeving op vlak van elektronische handtekeningen. Bijgevolg zien zij onherroepelijk af van elk mogelijk recht om een vordering in of buiten rechte in te stellen, rechtstreeks of onrechtstreeks, met betrekking tot de betrouwbaarheid van de elektronische handtekening of het bewijs van hun intentie om de Kredietdocumenten te onderschrijven.
4.3 Behoudens voorafgaandelijk akkoord van de Bank wordt het Krediet pas ter beschikking gesteld van de Kredietnemer indien de Kredietnemer en de Zekerheidssteller voorafgaandelijk volgende documenten en bewijsstukken hebben voorgelegd aan de Bank, waarvan de vorm en de inhoud voor deze laatste aanvaardbaar zijn:
- een kopie van de oprichtingsdocumenten, de handtekeningsbevoegdheden en de identificatiedocumenten van de Kredietnemer en de Zekerheidssteller en, eventueel van alle andere inlichtingen die de Bank in dat verband heeft gevraagd;
- de Kredietdocumenten die werden aanvaard en ondertekend door alle partijen;
- het bewijs dat de gevraagde zekerheden geldig werden gevestigd in de vereiste rang en dat de nodige formaliteiten voor de tegenstelbaarheid ervan aan derden vervuld werden; en
- het bewijs dat alle andere voorwaarden die werden opgelegd door de Bank vervuld zijn conform de Kredietdocumenten.
5. Hoofdelijkheid en ondeelbaarheid
5.1 Als een Krediet wordt toegekend aan meer dan één Kredietnemer, aanvaardt elke Kredietnemer en elke Zekerheidssteller voor zichzelf, hun erfgenamen en rechthebbenden, de toepassing van:
- actieve hoofdelijkheid: elke Kredietnemer kan beschikken over de gelden die ter beschikking worden gesteld door de Bank zonder de goedkeuring van de andere Kredietnemer;
- passieve hoofdelijkheid: elke Kredietnemer is hoofdelijk en ondeelbaar gehouden ten aanzien van de Bank voor al zijn verbintenissen die voortvloeien uit het Krediet. De Bank kan bovendien van elke Kredietnemer de betaling van haar schuldvordering in hoofdsom, interest, kosten en bijhorigheden eisen, ongeacht in hoofde van welke Kredietnemer ze is ontstaan; en
- ondeelbaarheid: de verbintenissen van elke Kredietnemer kunnen niet worden verdeeld, wat betekent dat de Bank van elke Kredietnemer, zijn erfgenamen en rechthebbenden, de volledige uitvoering kan eisen van alle verbintenissen die voortvloeien uit het Krediet.
In het kader van de verrichtingen met betrekking tot een Krediet geeft elke Xxxxxxxxxxxx een volmacht aan elke andere Kredietnemer, zodat:
- de handtekening van één Kredietnemer elke andere Kredietnemer verbindt;
- de Bank alle op het Krediet aan te rekenen verrichtingen kan uitvoeren die worden gevraagd door elke Kredietnemer afzonderlijk, (onder voorbehoud van de bepalingen voorzien in het Kredietreglement met betrekking tot erfgenamen, rechtverkrijgenden en rechthebbenden).
5.2 De Bank kan het Krediet onmiddellijk beëindigen of het gebruik ervan schorsen tegenover elke Kredietnemer, wanneer één van hen zich bevindt in één van de gevallen vermeld in artikel 7.
5.3 De Kredietnemer aanvaardt uitdrukkelijk dat een schuldsplitsing of een kwijtschelding door de Bank toegestaan ten voordele van één Kredietnemer alleen, niet tot de bevrijding van elke eventuele andere Kredietnemer leidt, die gehouden blijft ten aanzien van de Bank voor het geheel van de verschuldigde sommen. De schuldsplitsing of de kwijtschelding van de schuld ten aanzien van een Kredietnemer zorgt niet voor de bevrijding van de Zekerheidssteller.
6. Aanwending en opnemingen van het Krediet
6.1 Aanwending van het Krediet
De Kredietnemer moet de gelden van het Krediet gebruiken voor het financieren van zijn eigen behoeften en in elk geval voor de doeleinden bepaald door het Kredietcontract. De Bank is evenwel niet verplicht om toezicht te houden of controle uit te oefenen op de aanwending van het Krediet door de Kredietnemer.
6.2 Opnemingen van het Krediet
Een Krediet kan door de Kredietnemer worden opgenomen in euro en/of in Deviezen zoals bepaald in het Kredietcontract.
6.3 Opnemingen in Deviezen
Opnemingen in Deviezen zijn enkel mogelijk mits het voorafgaandelijk en schriftelijk akkoord van de Bank.
De Bank behoudt zich het recht voor elke opneming in Deviezen te weigeren indien:
(1) de Deviezen niet beschikbaar zijn op de markt voor de bedragen en voorwaarden gevraagd door de Kredietnemer;
(2) de mogelijkheden van de Bank om de Deviezen aan te kopen of te ontlenen zijn beperkt of opgeschort door om het even welke (met name monetaire) overheid.
Als de tegenwaarde in euro van het in Deviezen opgenomen bedrag het maximumbedrag in euro van het Krediet overschrijdt, dan is de Kredietnemer ertoe gehouden om op eerste verzoek van de Bank die overschrijding onmiddellijk aan te zuiveren.
De opgenomen bedragen moeten op de vervaldag terugbetaald worden in de munteenheid van de opneming.
Als de in Deviezen opgenomen bedragen niet terugbetaald zijn op de vervaldag of op de gevraagde datum, kan de Bank het uitstaande of opeisbare saldo van rechtswege omzetten in euro. Als de Bank dit recht uitoefent gebeurt de omzetting tegen de koers van de dag op de datum van omzetting en brengt dit geen schuldvernieuwing met zich mee. Na de omzetting is de Kredietnemer verplicht de in Deviezen opgenomen bedragen terug te betalen in euro.
6.4 Heropneming van het Krediet
Het terugbetaald bedrag van het Krediet (toegekend in het kader van een kredietopening) kan worden heropgenomen in de vorm van de toekenning van een nieuw Krediet, voor zover de Bank hiermee voorafgaandelijk akkoord gaat. Dit akkoord wordt geformaliseerd door het sluiten van een nieuw Kredietcontract waarin de voorwaarden en modaliteiten van het nieuw Krediet zullen worden bepaald.
7. Duur – Schorsing – Beëindiging
7.1 Duur
7.1.1 Het Krediet wordt toegekend voor onbepaalde duur.
7.1.2 Het Krediet kan ook voor bepaalde duur worden toegekend als het Kredietcontract dit uitdrukkelijk voorziet. In dat geval moet het uiterlijk worden terugbetaald op de vervaldag die overeengekomen werd in het Kredietcontract.
7.2 Beëindiging van het Krediet
7.2.1 Als het Krediet voor bepaalde duur werd toegekend, kunnen noch de Kredietnemer noch de Bank het eenzijdig beëindigen, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 7.4. en de specifieke bepalingen van Titel II.
7.2.2 Zowel de Bank als de Kredietnemer kunnen eenzijdig en zonder motivatie een einde stellen aan het Krediet dat werd toegekend voor onbepaalde duur door het versturen van een aangetekende brief, met inachtneming van een opzeggingstermijn van minstens dertig kalenderdagen waarvan schriftelijk kennis wordt gegeven aan de andere partij en die ingaat vanaf de datum van deze kennisgeving.
7.2.3 Tijdens de opzegtermijn is het gebruik van het Krediet beperkt tot het opgenomen bedrag op de datum van de kennisgeving van de opzegtermijn.
7.3 Annulering van een onbenut gedeelte van het Krediet
De Bank en de Kredietnemer kunnen op elk moment, zonder motivatie en zonder opzegtermijn, elk onbenut gedeelte van het Krediet annuleren, ongeacht of dit voor onbepaalde duur was toegekend of niet, door het versturen van een aangetekende brief naar de andere partij.
7.4 Eenzijdige schorsing of beëindiging van het Krediet door de Bank
Wanneer zich een Geval van Niet-Nakoming voordoet, heeft de Bank het recht om het Krediet ofwel te schorsen, ofwel te beëindigen en het vervroegd opeisbaar te stellen, en dit zonder opzegtermijn of voorafgaandelijke ingebrekestelling. De Bank stelt de Kredietnemer schriftelijk in kennis van haar beslissing om het Krediet te schorsen of te beëindigen. De schorsing of beëindiging van het Krediet gaat in op de datum van deze kennisgeving en wordt bevestigd met een aangetekend schrijven (of elk ander gelijkwaardig communicatiemiddel).
Het niet-gebruik van het recht om het Krediet te schorsen of te beëindigen zonder opzegtermijn of voorafgaandelijke ingebrekestelling, houdt niet in dat de Bank voor de toekomst van dit recht afziet.
Elk van de volgende gebeurtenissen of omstandigheden vormen een Geval van Niet-Nakoming, en dat ongeacht de reden ervan:
7.4.1 Aanwending van het Krediet: het Krediet wordt (deels) niet gebruikt voor het doel voorzien in het Kredietcontract.
7.4.2 Niet-betaling: de niet-betaling op vervaldag van elk bedrag (in hoofdsom, interest, nalatigheidsinterest, boetes, vergoedingen, commissies, kosten of bijhorigheden) dat verschuldigd is door de Kredietnemer of de Zekerheidssteller op basis van de Kredietdocumenten.
7.4.3 Niet-toegelaten overschrijding: de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet vertoont een niet- toegelaten overschrijding na de debitering van een bedrag dat vervallen is op grond van het Kredietcontract.
7.4.4 Onjuiste verklaring: een verklaring of bewering die is afgelegd of wordt verondersteld afgelegd te zijn door de Kredietnemer of de Zekerheidssteller in het kader van Xxxxxxx is onjuist, bedrieglijk of onvolledig.
7.4.5 Niet-naleving of herroeping van een verbintenis: het niet-naleven door de Kredietnemer of de Zekerheidssteller van één van hun verplichtingen voortvloeiend uit de Kredietdocumenten ten aanzien van de Bank of ten aanzien van derden. De herroeping door de Kredietnemer of de Zekerheidssteller van één van hun verbintenissen voortvloeiend uit de Kredietdocumenten.
7.4.6 Gekruiste niet-nakoming: een schuld van de Kredietnemer of van de Zekerheidssteller in het kader van een verrichting die het economisch effect heeft van een financiering, wordt niet betaald op de vervaldag ervan, wordt vervroegd opeisbaar of kan vervroegd opeisbaar worden als gevolg van het zich voordoen van een geval van niet-nakoming, of de schuldeiser bij wie de Kredietnemer of de Zekerheidssteller een dergelijke schuld is aangegaan, schorst of beëindigt zijn verbintenis omdat er zich een geval van niet-nakoming voordoet.
7.4.7 Tekortkoming i.v.m. verzekering: een verzekeringscontract dat vereist is op grond van de Kredietdocumenten werd niet afgesloten of dreigt te worden beëindigd, of een verzekerd risico doet zich voor en de ontvangen schadevergoeding wordt niet aangewend voor het voldoen van de betalingsverbintenissen die aanleiding hebben gegeven tot de schadevergoeding, of de beschadigde goederen worden niet hersteld of vervangen, en dat uiterlijk 9 maanden nadat het schadegeval zich heeft voorgedaan.
7.4.8 Geschillen: er loopt een gerechtelijke, administratieve of arbitrale procedure of strafrechtelijk onderzoek tegen de Kredietnemer of de Zekerheidssteller (of tegen één van de leden van zijn bestuurs- of beheersorgaan), die een Significant Nadelig Effect kan hebben. De niet-uitvoering door de Kredietnemer of de Zekerheidssteller van elke tegen hen genomen gerechtelijke beslissing of definitieve arbitrale uitspraak.
7.4.9 Onwettigheid van de Kredietdocumenten: de Kredietdocumenten houden geheel of gedeeltelijk op, om welke reden dan ook, een geldige verbintenis te zijn voor een partij van die Kredietdocumenten, of zijn/worden, geheel of gedeeltelijk, onwettig, niet-toepasbaar, niet- tegenstelbaar, nietig, opgezegd of ongeldig of houden in het algemeen op gevolg te hebben.
7.4.10 Wijziging van activiteiten: de Kredietnemer of de Zekerheidssteller beëindigt of schorst zijn activiteiten of wijzigt de aard van zijn activiteiten uitgeoefend op datum van ondertekening van het Kredietcontract, zonder de Bank hiervan voorafgaandelijk in kennis te stellen.
7.4.11 Wijziging van bestuur: de Kredietnemer of de Zekerheidssteller wordt niet langer beheerd of bestuurd, om welke reden ook, met name in geval van overlijden of onbekwaamheid van de zaakvoerder, de gedelegeerd bestuurder, een lid van het directiecomité of de meerderheidsaandeelhouder, zonder dat deze binnen een redelijke termijn wordt vervangen door een gekwalificeerd persoon.
7.4.12 Onvermogen/vereffening: de Kredietnemer of de Zekerheidssteller bevindt zich in een situatie van onvermogen, of is het voorwerp van een procedure tot vrijwillige of gedwongen vereffening of ontbinding.
7.4.12.1 Insolvabiliteit en insolventieprocedure
(a) Insolvabiliteit: De Kredietnemer of de Zekerheidssteller (i) is niet in staat of wordt vermoed niet in staat te zijn zijn schulden af te lossen op hun vervaldag, (ii) schorst de terugbetaling van zijn schulden, (iii) bevindt zich in staat van staking van betaling of wordt insolvabel in de zin van een insolventiewetgeving, (iv) geniet uitstel van betaling voor zijn schulden, of (v) beantwoordt aan de toepassingsvoorwaarden van een bij wet voorziene alarmbelprocedure.
(b) Insolventieprocedure: elke stap die wordt ondernomen met het oog op (i) de opschorting van betalingen, het verkrijgen van uitstel voor alle of een gedeelte van zijn schulden, de ontbinding, het faillissement, de sluiting van de onderneming, de minnelijke of gerechtelijke reorganisatie of elke andere insolventieprocedure van de Kredietnemer of de Zekerheidssteller, (ii) het sluiten van een overeenkomst voor de herziening, overdracht of herschikking van schulden met een schuldeiser van de Kredietnemer of de Zekerheidssteller (met uitzondering van de Bank), of (iii) de aanstelling bij de Kredietnemer of de Zekerheidssteller van een insolventiefunctionaris, curator, vereffenaar, voorlopig bewindvoerder, gerechtelijk bewindvoerder, gerechtelijk expert, ad hoc mandataris, ondernemingsbemiddelaar of sekwester. Elke andere procedure die wordt ingeleid, vordering die wordt ingesteld of vonnis dat wordt verkregen, met een vergelijkbaar gevolg.
7.4.13 Kapitaalsvermindering: de Kredietnemer of de Zekerheidssteller is het voorwerp van een kapitaalsvermindering of vermindering van vennootschapsvermogen met een Significant Nadelig Effect.
7.4.14 Zekerheid gevestigd door een derde - beslag: de inschrijving door een derde, bij wijze van bewarende zekerheid of op elke andere grond, van een zakelijke zekerheid (met uitzondering van de zekerheden toegestaan volgens de bepalingen van het Kredietcontract) of elk beslag (inclusief elke fiscale notificatie), elk sekwester (dat wil zeggen het onderbrengen van een goed bij een derde in afwachting van de regeling van het geschil), elke terugvordering, elke maatregel tot gedwongen uitvoering of elke andere gelijkwaardige procedure op het geheel of een deel van één van de activa, goederen, inkomsten of rechten van de Kredietnemer of de Zekerheidssteller.
7.4.15 Geldigheid van de zekerheden
Het niet-vestigen van een Zekerheid binnen de contractueel voorziene termijn of het niet- naleven van de bepalingen in dat verband;
De verdwijning, wijziging of waardevermindering van een Zekerheid, daarin met name begrepen de gevallen waarbij het actief dat het voorwerp vormt van de Zekerheid (i) geheel of gedeeltelijk vernietigd wordt of verdwijnt, (ii) geheel of gedeeltelijk wordt overgedragen (op welke manier dan ook) (iii) op welke manier dan ook als waarborg wordt gegeven ten voordele van een derde, of (iv) verhuurd wordt.
De aantasting van de rang van een Zekerheid.
De betwisting door een derde, of de ongeldigheid of nietigheid van een Zekerheid.
7.4.16 Afschaffing van een economische steunmaatregel: de bevoegde overheid maakt een einde aan een economische steunmaatregel, hulp of subsidiëring die ten goede komt aan de Kredietnemer of de Zekerheidssteller, van welke aard ook.
7.4.17 Vertrouwensbreuk: elk feit of elke omstandigheid die kan leiden tot een verstoring van de vertrouwensrelatie waarop de toekenning of de handhaving van het Krediet gebaseerd is.
7.4.18 Significant Nadelig Effect: het zich voordoen van een gebeurtenis of omstandigheid die een Significant Nadelig Effect heeft.
7.5 Overlijden van de Kredietnemer
Bij het overlijden van de Kredietnemer wordt het Krediet geschorst en moet de Bank binnen een termijn van zes maanden vanaf de dag dat zij daarvan in kennis werd gesteld, beslissen of zij het Krediet zal beëindigen. In dat geval moet het Krediet volledig worden terugbetaald overeenkomstig artikel 7.9. De kennisgeving van de beëindiging van het Krediet kan worden gedaan aan de erfgenamen (of aan één van hen) in de mate dat de Bank in staat is hen te identificeren en, in voorkomend geval, aan de andere Kredietnemers. Indien de Bank het Krediet niet beëindigt en de schorsing opheft, wordt het Krediet tegen dezelfde voorwaarden en met behoud van alle bestaande zekerheden voortgezet door alle erfgenamen en door de eventuele andere Kredietnemers.
7.6 Faillissement van de Kredietnemer
Bij faillissement van de Kredietnemer leidt het vonnis van faillietverklaring van rechtswege en zonder enige andere formaliteit tot de beëindiging van het Krediet.
7.7 Onwettigheid
Als de uitvoering door de Bank van één van haar verplichtingen voortvloeiend uit het Kredietcontract, of als de terbeschikkingstelling of de instandhouding van het Krediet onwettig wordt (rekening houdend met de wetgeving die van toepassing is op de Bank), moet zij de Kredietnemer hiervan in kennis stellen. In dat geval wordt het Krediet onmiddellijk beëindigd en moet de Kredietnemer het Krediet volledig vervroegd terugbetalen, conform de bepalingen van artikel 7.9.
7.8 Gevolgen van de schorsing van het Krediet
De schorsing van een Krediet, om welke reden ook, verhindert elke nieuwe opneming zolang deze niet is opgeheven door de Bank. De interesten, commissies en termijnen blijven tijdens de volledige duur van de schorsing lopen. De schorsing van een Krediet verhindert een beëindiging niet die zou plaatsvinden op een later moment en die gegrond is op dezelfde of op één of meerdere eventuele nieuwe motieven.
7.9 Gevolgen van de vervroegde beëindiging van het Krediet
Bij een beëindiging van het Krediet is de Kredietnemer, bovenop de terugbetaling van het uitstaand kapitaal, het volgende verschuldigd:
- de eventuele interesten, kosten, commissies en provisies,
- elke andere vergoeding die verschuldigd is volgens het Kredietcontract,
- elke vergoeding die verschuldigd is ter compensatie van het financieel verlies en/of de gederfde winst die het gevolg is van de vervroegde beëindiging van het Krediet.
Deze kosten zijn verschuldigd tot op het ogenblik van de volledige terugbetaling van alle sommen verschuldigd in het kader van het Kredietcontract en worden onmiddellijk, van rechtswege en zonder ingebrekestelling opeisbaar.
De beëindiging van het Kredietcontract ten aanzien van één Kredietnemer geldt automatisch ten aanzien van alle anderen.
De door de Kredietnemer verschuldigde interest wordt berekend volgens de interestvoet bepaald voor een niet-toegelaten overschrijding op een betaalrekening. Die interest is verschuldigd tot op de dag dat de verschuldigde bedragen volledig zijn terugbetaald.
8. Betalingen
8.1 Betaling van het Krediet
8.1.1 Bedragen gedebiteerd van de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet
Alle bedragen die verschuldigd zijn door de Kredietnemer in het kader van het Krediet, inclusief de commissies, provisies, kosten, interesten, vergoedingen en andere bijhorigheden, kunnen op elk moment worden gedebiteerd van de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet.
De Kredietnemer ziet erop toe dat er voldoende tegoeden beschikbaar zijn op de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet, zodat alle in het kader van het Krediet verschuldigde sommen betaald kunnen worden. De Kredietnemer houdt daarbij rekening met het feit dat elke betaling gebeurt vrij van alle geïnde of nog te innen belastingen, taksen of afhoudingen van gelijk welke aard.
De Kredietnemer moet de niet-toegelaten overschrijding op de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet onmiddellijk aanzuiveren.
De Bank berekent op die niet-toegelaten overschrijding de interesten volgens de algemeen geldende interestvoet voor een niet-toegelaten overschrijding op een betaalrekening. Die interesten, die van dag tot dag berekend worden en periodiek gedebiteerd worden van de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet, alsook de forfaitaire administratieve kosten tegen het door de Bank vastgestelde tarief, worden aangerekend vanaf de eerste dag van de niet-toegelaten overschrijding tot de dag van de volledige aanzuivering ervan. De interesten voor een niet-toegelaten overschrijding worden in principe per kwartaal geboekt en op de vervaldag van dat kwartaal betaald.
8.1.2 Betalingsachterstand
Als de door de Kredietnemer in het kader van het Krediet verschuldigde bedragen, inclusief de commissies, provisies, kosten, interesten, vergoedingen en andere bijhorigheden, door de Bank niet worden gedebiteerd van de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet en die op de vervaldag geheel of gedeeltelijk niet zijn betaald, worden op die bedragen nalatigheidsinteresten aangerekend overeenkomstig artikel 9.2.
8.2 Overschrijding van het Kredietbedrag
De opnemingen in het kader van het Krediet mogen het door het Kredietcontract bepaalde maximumbedrag niet overschrijden. Overschrijdingen die door de Bank zouden worden toegestaan, zijn door hun aard tijdelijk, uitzonderlijk en niet hernieuwbaar. Zij doen in hoofde van de Kredietnemer geen enkel recht ontstaan.
De Bank heeft het recht om, zonder voorafgaande kennisgeving, op het bedrag van de overschrijding de interesten aan te rekenen op dezelfde manier als bepaald in artikel 8.1.1.
8.3 Gedeeltelijke betalingen
Als de Bank van de Kredietnemer (of voor zijn rekening) een betaling, of opbrengst van de tegeldemaking van de zekerheden, ontvangt die niet toereikend is voor de aanzuivering van het volledige bedrag dat op dat moment opeisbaar is ten aanzien van de Kredietnemer op grond van de Kredietdocumenten, wendt de Bank dat bedrag aan in deze volgorde: (i) in de eerste plaats, voor de betaling van alle onbetaald gebleven kosten die aan de Bank verschuldigd zijn op grond van het Kredietcontract, (ii) vervolgens voor de betaling van de nalatigheidsinteresten, de vervallen interest en de commissies die op grond van het Kredietcontract opeisbaar maar onbetaald gebleven zijn, (iii) daarna voor de betaling van elk bedrag in hoofdsom dat onbetaald is gebleven en verschuldigd is volgens het Kredietcontract, en (iv) tenslotte, voor de betaling van elke andere op grond van de Kredietdocumenten opeisbare maar onbetaald gebleven som.
Onder voorbehoud van enige andersluidende wetsbepaling heeft de Bank het recht om bovenstaande volgorde te wijzigen en/of eenzijdig te bepalen voor de betaling van welke schuldvordering de ontvangen bedragen zullen worden aangewend.
De aanrekening van de betalingen op het kapitaal gebeurt altijd onverminderd de interesten. Die aanrekening veronderstelt dus niet dat de interesten betaald zijn en zorgt niet voor bevrijding in dat verband.
8.4 Provisies
De Kredietnemer en de Zekerheidssteller geven de Bank het recht een provisie aan te leggen voor al haar schuldvorderingen, ook de voorwaardelijke en nog niet opeisbare. Deze provisie wordt aangelegd door het debiteren en/of blokkeren van elke rekening die bij de Bank werd geopend op naam van de Kredietnemer of de Zekerheidssteller, waardoor op die sommen een pand wordt gevestigd ten voordele van de Bank.
9. Interesten, kosten en commissies
9.1 Interesten
De interestvoet die geldt voor elk Krediet, kredietgedeelte of opneming, wordt bepaald in het Kredietcontract. Indien dit niet het geval zou zijn wordt deze op eenvoudig verzoek aan de Kredietnemer meegedeeld.
De berekening van de interestvoet kan in geen geval resulteren in een negatieve interestvoet, ook niet bij een interestherziening. Indien de Referentie-interestvoet negatief zou zijn dan wordt deze op nul geplaatst.
9.2 Nalatigheidsinteresten
Als de Kredietnemer een op basis van het Krediet verschuldigd bedrag niet betaalt op de vervaldag ervan, zijn op dat bedrag van rechtswege nalatigheidsinteresten verschuldigd binnen de bij wet toegestane limieten en zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling. Die interesten zijn verschuldigd tijdens de periode tussen de vervaldag en de datum van de effectieve betaling ervan en worden berekend volgens de interestvoet die werd overeengekomen in het Kredietcontract of, als het Kredietcontract niets voorziet, conform de wettelijke interestvoet voor betalingsachterstand bij handelstransacties. De inning van de nalatigheidsinteresten komt in geen geval neer op de toekenning van betalingsuitstel of de afstand van enig recht van de Bank uit hoofde van het Kredietcontract.
9.3 Kapitalisatie: onder voorbehoud van hun opeisbaarheid kunnen de nog verschuldigde interesten worden gekapitaliseerd (overeenkomstig de toepasselijke wetgeving) en bijgevolg ook zelf interest opbrengen.
9.4 Kosten en commissies
9.4.1. Algemene principes
De Kredietnemer betaalt aan de Bank alle kosten, commissies, uitgaven, lasten, inhoudingen, taksen en belastingen in het kader van het Krediet, ongeacht de aard en benaming ervan, met inbegrip van, maar zonder evenwel beperkt te zijn tot alle kosten en uitgaven (inclusief erelonen van advocaten), met betrekking tot:
- De onderhandeling en de voorbereiding van de Kredietdocumenten;
- De aanvraag tot wijziging of avenant, afstand of akkoord, en de evaluatie of de onderhandelingen vereist voor dergelijke aanvraag;
- Het vrijwaren of uitoefenen van de rechten van de Bank, en een eventuele gedwongen uitvoering;
- Het vestigen, in stand houden of ten gelde maken van de zekerheden; en
- De opvolging en het beheer van het Krediet.
Artikel 9.4.2. bevat een niet-exhaustieve lijst van de soorten kosten en commissies.
De toepasselijke kosten en commissies worden op eenvoudig verzoek meegedeeld aan de Kredietnemer en/of de Zekerheidssteller.
De Kredietnemer machtigt de Bank onherroepelijk om de Betaalrekening(en) gelinkt aan het Krediet te debiteren met het oog op de (terug)betaling van die sommen.
9.4.2. Soorten kosten en commissies
(a) Dossierkosten: een bedrag dat éénmalig dient betaald te worden bij de toekenning van het Krediet. Ook in geval van wijziging van het Krediet of de Zekerheid kan er een dossierkost aangerekend worden.
(b) Beheerkosten: een bedrag dat periodiek tijdens de volledige looptijd van het Krediet betaald dient te worden voor het dagelijks beheer van het Krediet.
(c) Externe kosten: alle kosten ten laste van de Kredietnemer, gelinkt aan de toekenning of het beheer van het Krediet, zoals de vestiging van zekerheden, de toekenning van overheidssteun, de expertisekosten, energiecertificaten, vergunningskosten en alle mogelijke fiscale kosten.
(d) Commissie voor niet-gebruikmaking: Een periodieke vergoeding die pro rata temporis wordt aangerekend op de onbenutte bedragen van het Krediet.
(e) Reserveringscommissie: Een periodieke vergoeding die wordt aangerekend op het onbenut gedeelte van een termijnkrediet tot op de dag dat het Krediet volledig is opgenomen.
(f) Commissie op de lijn: Een periodieke vergoeding berekend op het totaalbedrag van elk toegekend Krediet binnen een kredietopening (en in voorkomend geval op het totaalbedrag inclusief de overschrijding).
(g) Commissie op de Garantieverrichting: Een commissie die door de Kredietnemer verschuldigd is op elke Garantieverrichting tot op de laatste van volgende data: (i) de vervaldag van Garantieverrichting, (ii) het ogenblik waarop de Bank het originele Garantiedocument terug heeft gekregen, of (iii) de datum van ontvangst van de schriftelijke vrijgave door de begunstigde van de Garantieverrichting.
Deze commissie wordt geïnd en berekend conform het Kredietcontract en, bij gebreke aan enige andersluidende bepaling, berekend op het bedrag van elke lopende Garantieverrichting.
9.5 Wisselvergoeding
Als de sommen die door de Kredietnemer verschuldigd zijn op grond van de Kredietdocumenten moeten worden omgezet in andere deviezen dan diegene waarin ze zijn uitgedrukt, verbindt de Kredietnemer zich ertoe om, binnen een termijn van drie Werkdagen na de kennisgeving door de Bank en binnen de wettelijk toegestane limieten, de Bank schadeloos te stellen voor al haar kosten en verliezen. Bovendien vrijwaart de Kredietnemer de Bank tegen elke kost, elk verlies of elke aansprakelijkheid die voortvloeit uit die omzetting, met name als gevolg van het eventuele verschil tussen (i) de wisselkoers tussen de twee munteenheden die wordt gebruikt voor de omzetting van deze sommen en (ii) de wisselkoers(en) waartegen de Bank deze sommen kan omzetten op het ogenblik dat zij die ontvangt.
9.6 Berekening
9.6.1 Berekeningsbasis
Alle interesten, commissies of kosten verschuldigd in het kader van het Kredietcontract worden berekend volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in de Kredietdocumenten. Bij gebreke daarvan worden zij berekend op basis van het aantal effectief gelopen dagen en een jaar van 360 dagen of, wanneer de marktpraktijk van bepaalde Deviezen verschilt, conform die praktijk.
Behoudens andersluidende vermelding in het Kredietcontract worden de commissies per kwartaal geboekt en zijn ze betaalbaar op de vervaldag van dat kwartaal.
9.6.2 Attesten, berekeningen en afrekeningen
Behalve bij een duidelijke fout, zijn de Kredietnemer en de Zekerheidssteller gebonden door alle berekeningen, attesten, afrekeningen, boekingen of aanrekeningen die worden uitgevoerd door de Bank met toepassing van de bepalingen van de Kredietdocumenten. Bij afwezigheid van betwisting binnen een termijn van 30 kalenderdagen na de kennisgeving, worden de Kredietnemer en de Zekerheidssteller vermoed te hebben afgezien van elk verhaal en in te stemmen met de berekening,
het attest, de boeking of aanrekening in kwestie. In elke gerechtelijke of arbitrale procedure met betrekking tot de Kredietdocumenten vormen de boekingen die de Bank doet in de rekeningen die bij haar geopend zijn voldoende bewijs voor de feiten waarop ze betrekking hebben, behalve als de Kredietnemer of de Zekerheidssteller het tegenbewijs leveren.
9.7 Gewijzigde omstandigheden
9.7.1 Marktverstoring
De Bank heeft het recht om alle kosten, lasten en minderopbrengsten, die onder andere verbonden zijn aan een verhoging van de kosten en lasten van het Krediet, te verhalen op de Kredietnemer en de Zekerheidssteller. Het gaat hier om een verhoging van kosten en lasten die te wijten is aan de inwerkingtreding van een nieuwe wetgeving of reglementering (inclusief de verplichtingen i.v.m. het eigen vermogen van banken, monetaire reserves, kredietbeperkingen, …) of aan de wijziging van de draagwijdte, de toepassing of de interpretatie van dergelijke bestaande wetgeving of reglementering of aan de communicatie aan de Bank van een nieuwe aanbeveling, instructie of aanvraag door een centrale bank, door een fiscale, monetaire of andere overheid, zelfs indien die niet verplicht is maar het conform de bankpraktijk is om ze na te leven.
9.7.2 Verstoring van de Referentie-index
In geval van Verstoring van de Referentie-index wordt een nieuwe Referentie-index bepaald door de Bank rekening houdend met zowel de marktpraktijken als het belang van de Kredietnemer en de Bank.
Dit artikel doelt niet op een situatie van marktverstoring zoals bedoeld in voormeld artikel 9.7.1.
9.7.2.1. Financiële compensatie
Naast de toepassing van de nieuwe Referentie-index wordt een vaste financiële compensatie toegepast om, in de uitvoering van het Kredietcontract en voor de hele looptijd ervan, het economisch evenwicht te behouden dat gewenst is door de Kredietnemer en door de Bank bij de ondertekening ervan. Die compensatie komt overeen met het verschil tussen de toegepaste Referentie-index op het ogenblik van het sluiten van het Kredietcontract en de nieuwe Referentie-index die wordt toegepast conform dit artikel. Zij wordt dus bepaald in het voordeel van de Kredietnemer of van de Bank, afhankelijk van de impact van de Verstoring van de Referentie-index op het Kredietcontract en wordt in aanmerking genomen bij elke latere bepaling van de interestvoet van het Krediet die wordt berekend op basis van de nieuwe Referentie-index.
Er zal evenwel geen enkele compensatie worden toegepast als er geen verschil is tussen de nieuwe Referentie-index en de oorspronkelijke index.
9.7.2.2 Opgelegde Referentie-index
De artikelen 9.7.2. en 9.7.2.1. blijven van toepassing als de Belgische wetgever en/of de bevoegde (Europese) bankautoriteit bepalen dat er een nieuwe specifieke Referentie-index moet worden gebruikt, behoudens andersluidende dwingende wettelijke bepaling. In dat laatste geval gelden enkel de Referentie-index en de financiële compensatie die wordt voorzien door de Belgische wetgever en/of de bevoegde bankautoriteit.
9.7.2.3 Kennisgeving
De Bank stelt de Kredietnemer in kennis van de nieuwe Referentie-index alsook van de eventuele vaste financiële compensatie. Ze doet dit binnen een redelijke termijn nadat zij kennis heeft gekregen van de Verstoring van de Referentie-index, en uiterlijk op de datum waarop de interesten die berekend worden op basis van de nieuwe Referentie-index opeisbaar worden.
9.7.2.4 Latere schommelingen
De Referentie-index blijft onderhevig aan de latere schommelingen van de marktrente, ongeacht het ogenblik waarop deze werd bepaald en/of toegepast.
10. Zekerheden
10.1 Algemeen
10.1.1 Alle documenten, effecten, goederen, waarden, tegoeden, schuldvorderingen en handelspapieren die werden neergelegd bij de Bank voor rekening van de Kredietnemer, vormen van rechtswege een ondeelbaar pand tot zekerheid van alle schuldvorderingen van de Bank.
Alle gevestigde of te vestigen zekerheden voor het waarborgen van de huidige en toekomstige verbintenissen van de Kredietnemer tegenover de Bank, vullen elkaar aan en dekken gezamenlijk en ondeelbaar alle verplichtingen van de Kredietnemer, ongeacht hun aard, gebruiksvorm of oorzaak. Die zekerheden waarborgen elke schuldvordering die de Bank zou kunnen hebben tegenover de Kredietnemer in het kader van voorschotten die vóór het Krediet werden toegekend, van de overschrijding van het Krediet of met elke andere oorzaak.
10.1.2 De Bank heeft altijd het recht om nieuwe zekerheden te eisen en/of het bedrag van het toegestane Krediet te verlagen, en eventueel de (gedeeltelijke) terugbetaling van het Krediet te eisen, als de Bank meent dat die maatregelen noodzakelijk zijn, rekening houdend met een wijziging in de situatie van de Kredietnemer of van de zekerheden van het Krediet.
10.1.3 Het vestigen van nieuwe zekerheden zorgt niet voor schuldvernieuwing, zodat de nieuwe zekerheden die door de Bank worden genomen, gecumuleerd worden met de bestaande zekerheden en niet leiden tot het verdwijnen van de voordien gevestigde zekerheden. De Bank kan haar rechten naar keuze op de (nieuwe of oude) zekerheden uitoefenen op het ogenblik dat zij dat meest geschikt vindt.
10.1.4 De Zekerheidssteller kan geen gerechtelijke stappen ondernemen tegen de Kredietnemer of een andere Zekerheidssteller, noch onderling de schulden die voortvloeien uit dergelijke rechtsvordering verrekenen, zolang de bedragen die de Kredietnemer aan de Bank verschuldigd is niet volledig werden terugbetaald.
10.1.5 De Bank kan verzaken aan alle of een gedeelte van de zekerheden zonder de andere Zekerheidsstellers of de Kredietnemer hiervan op de hoogte te moeten brengen. Die verzaking leidt niet tot schuldvernieuwing, noch tot het verval van de andere zekerheden.
10.1.6 De gehele of gedeeltelijke vrijgave van een persoonlijke Zekerheid kan niet aan de Bank verweten worden door een andere Zekerheidssteller, zelfs niet indien dat tot indirect gevolg heeft dat zijn aandeel in de bijdrage tot de schuld gewijzigd wordt.
10.1.7 De gevestigde zekerheden behouden hun volle waarde, zelfs wanneer de Zekerheidssteller of Kredietnemer van juridische vorm verandert, of in geval van inbreng van de totaliteit of een deel van zijn vermogen in een andere rechtspersoon (met name in het kader van een fusie door opslorping of oprichting van een nieuwe rechtspersoon, een splitsing of in geval van inbreng van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfstak).
10.1.8 Behoudens andersluidend akkoord moeten alle vereiste zekerheden volgens het door de Bank verstrekte model en overeenkomstig haar procedures gevestigd worden.
10.1.9 Behalve bij uitdrukkelijke vrijgave van de zekerheden, blijven zij dienen tot zekerheid van elk ander Krediet, zelfs indien het Krediet waarvoor de zekerheden werden gevestigd ondertussen is beëindigd.
10.2 Algemeen pandrecht
10.2.1 Tot waarborg van alle huidige en toekomstige verbintenissen geven de Kredietnemer en de Zekerheidssteller al hun schuldvorderingen op derden en op de Bank (onder meer alle tegoeden, alle vervallen en niet-vervallen inkomsten van hun roerende en onroerende goederen, het voor beslag vatbaar gedeelte van hun wedden, lonen of vergoedingen die hen door hun beroepsbezigheid zouden toekomen, hun pensioenen en alle vervangingsinkomsten) in pand aan de Bank, die dit pand aanvaardt. Zij verbinden zich ertoe om, op het eerste verzoek van de Bank, alle nodige gegevens over de identiteit van hun werkgevers, over hun andere schuldenaars en over de titel van hun schuldvordering, aan de Bank mee te delen.
10.2.2 De Bank heeft het recht om het pand van schuldvordering ter kennis te brengen aan de schuldenaar van de schuldvorderingen, die daarna enkel nog geldig in de handen van de Bank kan betalen. De kennisgeving gebeurt op kosten van de betrokken Kredietnemer of Zekerheidssteller.
10.2.3 De Bank kan de bedragen van die schuldvorderingen rechtstreeks ontvangen zonder enige formaliteit noch voorafgaandelijke ingebrekestelling van de betrokken Kredietnemer.
10.2.4 De Kredietnemers en Zekerheidsstellers verbinden zich ertoe niets te ondernemen dat de waarde van dit pand zou verlagen of de uitvoering ervan zou bemoeilijken, en onder andere deze schuldvorderingen niet in pand te geven, over te dragen of te vervreemden aan derden op welke manier en om welke reden dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Bank.
11. Tegemoetkoming door overheidsinstanties en daaraan verwante organisaties
11.1 Als het Krediet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van overheidsinstanties of daaraan verwante organisaties (in de vorm van subsidies, rentetoelagen, waarborgen enz.) waarvoor de Bank een aanvraag moet indienen, dan zal de Bank het dossier enkel indienen op voorafgaandelijk en schriftelijk verzoek van de Kredietnemer.
11.2 De Bank kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het niet-indienen van een aanvraag tot of weigering van tegemoetkoming door een bevoegde overheidsinstantie of een daaraan verwante organisatie.
11.3 De kosten voor het indienen van het dossier komen ten laste van de Kredietnemer.
11.4 In geval van een tegemoetkoming van een overheidsinstantie of een daaraan verwante organisatie dient de Kredietnemer zich, onder zijn volledige verantwoordelijkheid, strikt te houden aan de ter zake geldende wet- en regelgeving en aan de voorwaarden verbonden aan de toekenning van de tegemoetkoming.
12. Verklaringen
Vanaf de datum van de ondertekening van het Kredietcontract en totdat alle verschuldigde sommen zijn (terug)betaald, verklaren en garanderen de Kredietnemer en de Zekerheidssteller, elk wat hen betreft (en wat hun eventuele dochterondernemingen betreft), aan de Bank het volgende:
12.1 Oprichting en bekwaamheid: als hij de vorm heeft van een vennootschap, dat hij een geldig opgerichte vennootschap is, die op geldige wijze is geregistreerd en bestaat volgens de wetgeving van het land waar hij is geregistreerd en beschikt over de volledige bekwaamheid om van zijn rechten te genieten en ze uit te oefenen, alsook om de activiteiten uit te voeren die hij momenteel uitoefent.
12.2 Machtiging – bevoegdheden – vertegenwoordigingsbevoegdheid: hij bevestigt, net als de personen die hem vertegenwoordigen, te beschikken over de hoedanigheid, de bekwaamheid, de bevoegdheden en de nodige competenties om rechtsgeldig een overeenkomst aan te gaan met de Bank en te beschikken over alle machtigingen, toelatingen en licenties die eventueel vereist zijn.
12.3 Geldigheid van de verbintenissen: de Kredietdocumenten waarbij hij partij is vormen, elk vanaf de datum waarop ze ondertekend worden, wettelijke en rechtsgeldige verbintenissen met bindende kracht, zodat hij afziet van elke vorm van vrijstelling van rechtsvervolging, uitvoering, inbeslagname e.d.
12.4 Boekhoudkundige en financiële documenten: alle financiële staten en andere boekhoudkundige en financiële documenten die aan de Bank worden overhandigd in het kader van de aanvraag, de toekenning en het beheer van het Krediet, zijn regelmatig en oprecht en geven een getrouw beeld van de beroepsactiviteit, zijn vermogen en zijn financiële situatie. Voor zij die moeten worden gecertificeerd door een bedrijfsrevisor, gebeurde dat zonder voorbehoud (met uitzondering van de reserves van technische aard, in de zin van de normen die worden toegepast door de bedrijfsrevisoren en die geen enkel gevolg hebben over de oprechtheid of het waarheidsgetrouw karakter van de betrokken rekeningen).
12.5 Conformiteit met statuten - Afwezigheid van conflicten: het afsluiten van de Kredietdocumenten waarbij hij partij is, alsook de uitvoering van de verplichtingen die daaruit voortvloeien, zijn niet in
strijd met enige bepaling van zijn statuten, nog met een van de contracten of verbintenissen waartoe hij gebonden is, en schenden evenmin de wet- of regelgeving die op hem van toepassing is.
12.6 Eigendomsrecht: hij, en elk van zijn dochterondernemingen, zijn eigenaar of houder van alle exploitatierechten op alle handelszaken en alle intellectuele en/of industriële eigendomsrechten die noodzakelijk zijn voor zijn activiteiten, en hij is, net als elk van zijn dochterondernemingen houder van geldige eigendomstitels, huurovereenkomsten of licenties, alsook in het bezit van alle vereiste machtigingen om de roerende en onroerende activa aan te wenden voor zijn activiteiten.
12.7 Mededingingsrecht: geen enkele vervolging of onderzoek die gebaseerd is op het bestaan van een kartel, een anti-mededingingspraktijk of van discriminerende praktijken (of elke vergelijkbare vervolging in een land buiten België) werd gemeld door enige Belgische, buitenlandse of internationale mededingingsinstantie, of loopt momenteel tegen hem of tegen een van zijn dochterondernemingen of verbonden ondernemingen.
12.8 Centrum van de voornaamste belangen: het centrum van de voornaamste belangen (zoals de term wordt omschreven door de wet) is gelegen in het land van zijn hoofdzetel en hij heeft geen vestiging (zoals de term wordt omschreven door de wet) in een ander land dan het land van zijn hoofdzetel.
12.9 Informatie over en verantwoordelijkheid voor het Krediet: de Kredietnemer is verantwoordelijk voor de aanvraag en het beheer van het Krediet. Hij ziet toe op de correcte uitvoering van elke verrichting die plaatsvindt in het kader van zijn zakenrelatie met de Bank, om ervoor te zorgen dat die in overeenstemming is met zijn huidige en toekomstige behoeften. De Kredietnemer wint alle door hem noodzakelijk geacht adviezen in het kader van zijn Krediet (op financieel, economisch, juridisch en/of fiscaal vlak) in bij externe professionele adviseurs.
12.10 Strijd tegen witwaspraktijken, corruptie en terrorisme: noch hij, noch een van zijn dochterondernemingen, noch enige van hun bestuurders, zaakvoerders, wettelijke vertegenwoordigers of respectieve leidinggevenden, oefen(d)en een illegale activiteit uit, of hebben handelingen gesteld die in strijd zijn met de wetgeving betreffende het tegengaan van corruptie, omkoping, witwaspraktijken of terrorisme. Hij neemt alle nodige maatregelen ter voorkoming van dergelijke inbreuken en is niet op de hoogte van het bestaan van strafrechtelijke of administratieve vervolgingen wat hem betreft in dat verband. Geen enkele van de voornoemde rechtspersonen of natuurlijke personen vormt het voorwerp van een vervolging, procedure, vordering of onderzoek die verband zou hebben met voornoemde wet- of regelgeving.
12.11 Afwezigheid van economische, financiële of commerciële sancties: noch hij, noch een van zijn dochterondernemingen, noch een van hun bestuurders, zaakvoerders, wettelijk vertegenwoordigers en respectieve leidinggevenden, (i) bezit of controleert een entiteit die het voorwerp is van verplicht beperkende maatregelen die economische, financiële of commerciële sancties invoeren die van toepassing zijn op de Bank en die worden ingesteld door een bevoegde overheid, (ii) vormt zelf niet het voorwerp, of is niet in het bezit van of wordt niet, rechtsreeks of onrechtstreeks, gecontroleerd door een persoon die het voorwerp uitmaakt van dergelijke sancties, (iii) is geen persoon die gevestigd is, opgericht werd of verblijft op een grondgebied dat het voorwerp vormt van dergelijke sancties, (iv) is geen persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is bij een activiteit met een persoon die het voorwerp vormt van dergelijke sancties of die gevestigd is, opgericht werd of verblijft op een grondgebied dat het voorwerp vormt van dergelijke sancties,(v) heeft rechtstreeks noch onrechtstreeks fondsen of andere activa ontvangen van een persoon die het voorwerp vormt van dergelijke sancties, en (vi) heeft geen kennis van een vordering, procedure of onderzoek tegen hem met betrekking tot dergelijke sancties.
13. Informatieverbintenissen
Vanaf de datum van de ondertekening van het Kredietcontract en totdat alle verschuldigde sommen zijn (terug)betaald, gaan de Kredietnemer en de Zekerheidssteller, elk wat hen betreft (en met betrekking tot hun eventuele dochterondernemingen, waarvoor zij zich sterk maken), onderstaande verbintenissen aan tegenover de Bank;
13.1 De Kredietnemer verbindt zich ertoe meteen het volgende te melden aan de Bank:
- een gebeurtenis of omstandigheid die een substantiële impact kan hebben op zijn financiële, economische of vermogenssituatie of die op welke wijze dan ook invloed kan hebben op de uitvoering van zijn verplichtingen in het kader van het Krediet. Als de Bank van oordeel is dat de
door de Kredietnemer of de Zekerheidssteller doorgegeven informatie haar niet in staat stelt om hun toestand correct in te schatten, dan kan ze op elk moment een audit of een expertise van hun situatie en hun vermogen vragen op kosten van de Kredietnemer;
- elke wijziging van zijn burgerlijke staat, huwelijksvermogensstelsel, handelingsbekwaamheid, activiteit, rechtsvorm, elke wijziging van woonplaats of statutaire zetel, elke wijziging van zijn vertegenwoordigingsbevoegdheden, elke wijziging of toevoeging van een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of in elk ander centraal register dat zijn identificatiegegevens bevat;
- een gebeurtenis of omstandigheid die kan neerkomen op een Geval van Niet-Nakoming, of elke gebeurtenis of omstandigheid die door de verzending van een kennisgeving, het verstrijken van een uitstel van betaling en/of de verwezenlijking van elke andere voorwaarde, een Geval van Niet- Nakoming zou kunnen worden;
- het bestaan van een lopende rechtszaak of gerechtelijke, arbitrale of administratieve procedure tegen hem of tegen een van zijn dochterondernemingen en waarvan redelijkerwijze aan te nemen is dat dit een Significant Nadelig Effect kan hebben;
- elke wijziging van de regelgeving die van toepassing is op zijn boekhouding.
13.2 Als hij wettelijk verplicht is om zijn jaarrekeningen neer te leggen, dan verbindt de Kredietnemer zich ertoe deze aan de Bank mee te delen (in voorkomend geval geconsolideerd of geauditeerd) van zodra ze beschikbaar zijn en uiterlijk binnen de wettelijk bepaalde termijn.
13.3 De Kredietnemer verbindt zich ertoe op het eerste verzoek van de Bank het volgende mee te delen:
- zijn niet-geauditeerde halfjaar-, kwartaal- of maandelijkse rekeningen, alsook zijn voorlopig jaarbudget, als die documenten beschikbaar zijn;
- alle andere informatie die nuttig wordt geacht door de Bank met betrekking tot de toestand van zijn vermogen en solvabiliteit.
13.4 De Kredietnemer verbindt zich ertoe de vertegenwoordigers van de Bank alle gewenste medewerking te verschaffen en inzage te geven van alle gevraagde stukken.
14. Algemene verbintenissen
Vanaf de datum van de ondertekening van het Kredietcontract en totdat alle verschuldigde sommen zijn (terug)betaald, gaan de Kredietnemer en de Zekerheidssteller, elk wat hen betreft (en met betrekking tot hun eventuele dochterondernemingen, waarvoor zij zich sterk maken), volgende verbintenissen aan tegenover de Bank;
14.1 Rechtsvorm: De Kredietnemer en de Zekerheidssteller verbinden zich ertoe hun rechtsvorm of maatschappelijk doel niet te veranderen.
14.2 Statutaire zetel: de Kredietnemer en de Zekerheidssteller verbinden zich ertoe hun statutaire zetel, hun exploitatiezetel, hun verblijfplaats of hun woonplaats te handhaven in het land waarin die gevestigd was op datum van ondertekening van het Kredietcontract.
14.3 Activiteitenvolume: de Kredietnemer verbindt zich ertoe om op verzoek van de Bank een bepaald volume aan financiële verrichtingen, dat in verhouding staat tot de grootte van het Krediet, bij haar te centraliseren. Bij gebreke hieraan heeft de Bank het recht de voorwaarden van het Krediet te herzien.
14.4 Beperkingen van de financiële schuldenlast en de toekenning van zekerheden : de Kredietnemer verbindt zich ertoe bij derden geen nieuwe kredieten, verhogingen, vernieuwingen, verlengingen of wederopnemingen van kredieten in welke vorm ook of andere vormen van financiële diensten aan te gaan zonder voorafgaande kennisgeving aan de Bank. Hij verbindt zich ertoe geen nieuwe zekerheden toe te kennen aan derden zonder voorafgaande goedkeuring van de Bank.
14.5 Beperkingen m.b.t. de overdracht van activa: de Kredietnemer verbindt zich ertoe geen substantieel deel van zijn vermogen te verkopen, over te dragen of te bezwaren ten voordele van een derde, en verbindt zich er in dat verband toe er met name op toe te zien dat geen enkel onroerend goed, handelszaak of landbouwbedrijf of industriële vestiging (of een van hun substantiële elementen) het
voorwerp vormt (i) van een eigendomsoverdracht door verdeling, verkoop, omruiling, schenking, afstand, onteigening of een soortgelijke transactie, (ii) van een totale of gedeeltelijke vernietiging, aantasting of gebrekkig onderhoud of (iii) van een wijziging van de aard of de bestemming.
14.6 Beperkingen m.b.t. fusies en splitsingen: De Kredietnemer en de Zekerheidssteller verbinden zich ertoe zonder voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Bank geen enkele fusie, overname, splitsing of andere transactie te ondernemen die leidt tot de universele overdracht van zijn vermogen, geen enkele gedeeltelijke inbreng te doen van activa of transactie met een vergelijkbaar effect, en geen enkele transactie te doen van juridische herstructurering die onmiddellijk of op termijn een invloed heeft op zijn maatschappelijk kapitaal, met uitzondering van herstructureringstransacties tussen de leden van eenzelfde groep, op voorwaarde dat (i) de Kredietnemer of Zekerheidssteller de overlevende entiteit is van de herstructurering, (ii) de transactie onmiddellijk noch op termijn gevolgen heeft voor de rechten van de Bank volgens de Kredietdocumenten, (iii) de transactie geen Significant Nadelig Effect heeft, en (iv) er zich geen enkel Geval van Niet-Nakoming heeft voorgedaan of nog voortduurt op de datum van de uitvoering van de beoogde transactie of voortvloeit uit de uitvoering van de beoogde transactie.
14.7 Vergunningen: de Kredietnemer verbindt zich ertoe om alle vergunningen, attesten, goedkeuringen, machtigingen en toelatingen van welke aard ook die vereist zijn voor de uitoefening van zijn handels- of beroepsactiviteit, tijdig te verkrijgen, te verlengen en te behouden. De Kredietnemer overhandigt de Bank hiervan op haar eerste verzoek een kopie. Bovendien licht de Kredietnemer op eigen initiatief de Bank in over iedere weigering, intrekking of schorsing van voornoemde vergunningen of machtigingen.
14.8 Wijziging van de activiteit: de Kredietnemer verbindt zich ertoe dat de algemene aard van zijn activiteiten of van die van zijn dochterondernemingen op datum van het Kredietcontract geen enkele significante wijziging zal ondergaan.
14.9 Verzekeringen: de Kredietnemer verbindt zich ertoe verzekeringscontracten af te sluiten en/of in stand te houden voor bedragen en dekkingen van risico’s en aansprakelijkheden die overeenstemmen met de algemeen aanvaarde praktijken in zijn activiteitensector (met name, zonder daartoe beperkt te zijn, brandverzekeringen voor de nieuwbouw- of heropbouwwaarde van alle roerende en onroerende goederen die bezwaard zijn met een Zekerheid, alsook die welke bestemd zijn en/of noodzakelijk zijn voor de activiteit van de Kredietnemer), en zich te houden aan de bepalingen van zijn verzekeringspolissen. Die verzekeringen moeten worden afgesloten en/of in stand gehouden worden bij erkende verzekeringsmaatschappijen in het land van de statutaire zetel van de Kredietnemer of van zijn woonplaats.
De Kredietnemer verbindt zich ertoe op het eerste verzoek van de Bank (i) een levensverzekeringspolis te ondertekenen bij een verzekeringsmaatschappij naar haar keuze, en ook alle documenten te ondertekenen die vereist zijn voor de overdracht van het voordeel van die polis ten voordele van de Bank, en (ii) om aan de Bank op haar eerste verzoek het bewijs van het afsluiten van die verzekeringspolissen voor te leggen, alsook het bewijs van de betaling van de daaraan gekoppelde premies.
De Kredietnemer verbindt zich om erop toe te zien dat elke verzekeringsmaatschappij (i) de Bank onmiddellijk op de hoogte brengt van elk schadegeval of niet-betaling van de verzekeringspremie door de verzekeringnemer, (ii) de Bank één maand vooraf op de hoogte brengt van de opschorting, de beëindiging of de opzegging van elke verzekeringspolis, en (iii) de Bank op haar verzoek een polis of bijvoegsel voorlegt waarin duidelijk wordt gemaakt dat een schadevergoeding enkel kan worden bepaald met de goedkeuring van de Bank en/of dat elke schadevergoeding moet worden betaald aan de Bank.
De Kredietnemer geeft de Bank een onherroepelijk mandaat om, in geval van niet-betaling van de verzekeringspremie, de onbetaalde premies te betalen en de kosten en achterstallige belastingen die rusten op de in zijn naam en voor zijn rekening in pand gegeven tegoeden te vereffenen en om, in geval van niet-nakoming door de Kredietnemer, in zijn naam en voor zijn rekening voornoemde verzekeringspolissen af te sluiten bij een maatschappij van haar keuze. De Kredietnemer verbindt zich ertoe om in elk van die gevallen op eerste verzoek van de Bank alle door haar betaalde bedragen terug te betalen.
14.10 Betalingen en/of terugbetalingen op basis van de Kredietdocumenten: de Kredietnemer verbindt er zich toe de bedragen verschuldigd op grond van de Kredietdocumenten (terug) te betalen in de munteenheid waarin het Krediet is uitgedrukt, en dit zelfs als een wettelijke bepaling van om het even welk land hem zou toelaten of opleggen om (terug) te betalen in een andere munteenheid.
14.11 Sancties: de Kredietnemer verbindt zich ertoe om de bedragen ter beschikking gesteld in het kader van een Krediet niet (on)rechtstreeks te gebruiken en niet (on)rechtstreeks uit te lenen, in te brengen, te beleggen en/of op een andere wijze beschikbaar te stellen aan een persoon of voor een transactie die tot doel zou hebben activiteiten of zakenrelaties te financieren of te faciliteren (i) van een natuurlijk of een rechtspersoon op wie verplicht beperkende maatregelen, opgelegd door een bevoegde overheid, van toepassing zouden zijn die economische, financiële of commerciële sancties bepalen, noch van een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of organisme dat of die aan die persoon gelinkt zou kunnen worden of van een persoon die zich bevindt op een grondgebied dat het voorwerp vormt van dergelijke sancties, of (ii) die op een bepaalde manier door iemand een schending zouden kunnen vormen van dergelijke sancties. De Kredietnemer verbindt zich ertoe de aan de Bank in het kader van de Kredietdocumenten verschuldigde bedragen niet (terug) te betalen met inkomsten, tegoeden of winsten die afkomstig zijn van een activiteit of transactie die heeft plaatsgevonden met (i) een persoon die het voorwerp is van verplicht beperkende maatregelen, uitgevaardigd door een bevoegde overheid, die economische, financiële of commerciële sancties vastleggen, noch met een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of organisme dat of die aan die persoon gelinkt zou kunnen worden of (ii) met een persoon die zich bevindt op een grondgebied dat het voorwerp vormt van dergelijke sancties.
15. Overdracht van het Kredietcontract
15.1 Opvolgers en rechthebbenden
Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 7.5 bindt het Kredietcontract de Kredietnemer, de Zekerheidssteller, de Bank en al hun respectievelijke opvolgers, rechthebbenden en rechtverkrijgenden, en komt zij ten goede aan elk van hen.
15.2 Overdracht door de Kredietnemer en/of de Zekerheidssteller
Noch de Kredietnemer, noch de Zekerheidssteller kunnen een deel of het geheel van hun respectievelijke rechten en/of verplichtingen op grond van de Kredietdocumenten overdragen, zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Bank (inclusief in geval van inbreng van een deel van of hun volledig vermogen, onder meer na het oprichten van een nieuwe rechtspersoon, een splitsing, fusie door overname, een inbreng van algemeenheid of van een bedrijfstak).
15.3 Overdracht van of vestiging van zekerheden door de Bank
De Bank heeft op elk moment het recht om (een deel van) de rechten voortvloeiend uit de Kredietdocumenten over te dragen of ze in waarborg te geven, zonder voorafgaande goedkeuring door of kennisgeving ervan aan de Kredietnemer of de Zekerheidssteller. Vanaf het ogenblik van de overdracht of de vestiging van de zekerheid zijn de regels inzake eenheid van rekeningen zoals ze bepaald worden in het ARV en in het Kredietreglement niet meer van toepassing op de overgedragen rechten.
16. Bescherming van de privacy en discretieplicht
16.1 Privacy
16.1.1 De Bank verwerkt de persoonsgegevens van de Kredietnemer en van de Zekerheidssteller met inachtneming van de wet en het Privacycharter dat integraal deel uitmaakt van de contractuele relatie met de Kredietnemer en de Zekerheidssteller en dus tegenstelbaar is aan hen.
16.1.2 De Bank mag op elk ogenblik aan de Kredietnemer, de Zekerheidssteller, en in voorkomend geval aan hun erfgenamen, rechtverkrijgenden en rechthebbenden alle bijzonderheden aangaande de verbintenissen van de Kredietnemer ten aanzien van de Bank meedelen.
16.1.3 Om zich aan haar wettelijke verplichtingen te houden, deelt de Bank bepaalde persoonsgegevens mee aan de Nationale Bank van België (‘‘NBB’’). Het gaat om gegevens aangaande de Kredieten en de zekerheden en de partijen die gelinkt zijn aan de Kredieten en de zekerheden. Die laatste worden meegedeeld aan het Register van Kredieten aan Ondernemingen (RKO), dat beheerd wordt door de NBB. De gegevens van het RKO worden geregistreerd op grond van de wet van 28 november 2021 tot organisatie van een Register van Kredieten aan Ondernemingen voor diverse doeleinden:
- de instellingen in staat stellen de kredietrisico’s van een kredietnemer in te schatten;
- de NBB in staat stellen de risico’s van de financiële sector in te schatten, en ook wetenschappelijk onderzoek te doen en statistieken bij te houden, of andere taken te vervullen die haar bij wet zijn toegekend, zoals het monetair beleid.
Die gegevens worden bewaard in het RKO tot twee jaar na het einde van het Kredietcontract of de Zekerheid met het oog op het eventueel meedelen ervan:
- aan bepaalde overheidsinstellingen zoals de FSMA, de Gegevensbeschermingsautoriteit, de Europese Centrale Bank of de FOD Economie;
- bij een getuigenis in rechte in strafzaken voor een rechtbank of op verzoek van de procureur des Konings;
- in de andere gevallen waarin het meedelen van dergelijke gegevens voorzien of toegestaan is door de wet.
De NBB kan de gegevens eveneens bijhouden tot dertig jaar na het einde van het Kredietcontract of van de Zekerheid voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden of voor de uitvoering van haar wettelijke opdrachten zoals het monetair beleid.
16.1.4 Bovendien bepaalt een overeenkomst tussen de Bank en de NBB de verplichting om in het bestand van de niet-gereglementeerde registraties (‘‘ENR’’) de achterstallige betalingen m.b.t. kredietcontracten te vermelden. De Kredietnemer en de Zekerheidssteller stemmen in met die contractuele verplichting in hoofde van de Bank.
16.1.5 Bij effectisering, overdracht, inpandgeving, of inschrijving in het bijzonder vermogensregister van een Kredietcontract (of van de daaruit voortvloeiende rechten/schuldvorderingen), kan/kunnen de Bank en haar rechthebbenden ten algemene of ten bijzondere titel de gegevens en verplichtingen van de betrokken Kredietnemer en/of Zekerheidssteller meedelen aan die entiteit of aan een derde emittent van effecten, overnemer, pandhouder of respectievelijk aan de beheerder van het compartiment van het bijzonder vermogen of van de onderliggende schuldvorderingen, aan de ratingbureaus, aan de toezichthoudende overheden en aan de marktautoriteiten. Dit geldt op voorwaarde dat (i) de ontvanger van die gegevens het vertrouwelijk karakter en de beveiliging van die gegevens waarborgt, vooral indien dat betekent dat er persoonsgegevens moeten worden overgeheveld naar een land buiten de Europese Unie waar de wetgeving geen beschermingsniveau biedt dat vergelijkbaar is met dat wat geldt in België of in de Europese Unie, en (ii) dat ze enkel worden gebruikt voor de uitvoering van de overgedragen of in pand gegeven schuldvordering of Kredietcontract en/of van zijn daaruit voortvloeiende wettelijke of reglementaire verplichtingen met betrekking tot het meedelen van die gegevens (inclusief de verplichting tot rapportering van het contract aan de Europese Centrale Bank, en om dergelijke informatie ter beschikking te stellen van personen die beleggen in dat soort financiële instrumenten).
16.1.6 Alle kosten die verbonden zijn aan voornoemde maatregelen komen ten laste van de Kredietnemer.
16.2 Discretieplicht
16.2.1 In het kader van het Krediet moet de Bank gegevens met betrekking tot de transacties met de Kredietnemer of de Zekerheidssteller inzamelen en verwerken, met name in het kader van het beheer van het Krediet en de zekerheden, de beoordeling van de relatie met de Kredietnemer en de Zekerheidssteller, het voorkomen van misbruik, het opsporen van fraude, het beheer van geschillen, de controle op de naleving door zijn agenten-mandatarissen van hun mandaatovereenkomst en op de naleving van de ter zake geldende wetgeving.
16.2.2 De Bank heeft een discretieplicht. De Bank deelt aan derden geen inlichtingen mee over de verrichtingen met de Kredietnemer of de Zekerheidssteller, behalve indien zij hiervoor hun uitdrukkelijke toelating heeft gekregen, indien zij daartoe verplicht wordt door een Belgische of buitenlandse wet, of indien een gewettigd belang dat rechtvaardigt, of op grond van een uitdrukkelijk bevel van een toezichthoudende overheid of op grond van een gerechtelijke beslissing.
16.2.3 De Kredietnemer en de Zekerheidssteller machtigen de Bank om na te gaan of de meegedeelde informatie correct is, en om dat te doen met alle middelen waarover zij beschikt, met name door alle informatie in te zamelen bij derde gemachtigden die nuttig is voor het beoordelen van hun situatie.
Tevens machtigen zij die derden, voor zover nodig, om aan de Bank de door haar gevraagde inlichtingen mee te delen.
17. Kennisgeving – Communicatie
Alle kennisgevingen, verzoeken of mededelingen die kunnen of moeten worden gedaan in uitvoering van de Kredietdocumenten gebeuren (behoudens andersluidend beding) schriftelijk en worden ofwel via een gewone brief, ofwel via een aangetekende brief (in de gevallen die voorzien zijn in dit Kredietreglement) verstuurd naar zijn woonplaats of zijn statutaire zetel, of worden verstuurd via e-mail of elk ander gebruikelijk elektronisch communicatiemiddel.
18. Nietigheid en afstand
18.1 Als een clausule van één van de Kredietdocumenten onwettig, nietig of niet-tegenstelbaar is of wordt, dan heeft dat geen gevolgen voor de rechtmatigheid, de geldigheid of de tegenstelbaarheid van de andere clausules van de Kredietdocumenten.
18.2 Alle rechten, verhaalsmogelijkheden en voorwaarden die in de Kredietdocumenten (of elk daaraan gelieerd document) worden toegekend aan of bepaald worden ten gunste van de Bank, alsook de wettelijke rechten en verhaalsmogelijkheden, zijn cumulatief en kunnen op elk moment worden uitgeoefend of ingeroepen.
18.3 Het feit dat de Bank een recht of een verhaalsmogelijkheid niet of slechts gedeeltelijk of laattijdig uitoefent, of tijdelijk afwijkt van een voorwaarde bepaald in haar voordeel, komt niet neer op een afstand van dat recht, die verhaalsmogelijkheid of voorwaarde, en verhindert niet dat de Bank elk ander recht, elke andere verhaalsmogelijkheid of voorwaarde in de toekomst opnieuw uitoefent of inroept.
18.4 Geen enkele bepaling van de Kredietdocumenten kan het voorwerp vormen van een wijziging of een afstand zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bank. De geldende wettelijke bepalingen in geval van wijziging van omstandigheden (imprevisie) zijn niet van toepassing op de verplichtingen van de Kredietnemer of de Zekerheidssteller die voortvloeien uit de Kredietdocumenten, zodat elk van hen erkent dat het niet is toegestaan zich te beroepen op die bepalingen om de Kredietdocumenten aan te passen of er een einde aan te stellen.
18.5 Elke terbeschikkingstelling of behoud van een Krediet door de Bank terwijl de voorwaarden van de Kredietdocumenten niet worden nageleefd, moet worden beschouwd als een tijdelijke, uitzonderlijke en niet-hernieuwbare toelating, en doet geen enkel recht ontstaan in hoofde van de Kredietnemer. De Bank kan, op elk moment en zonder enige verantwoording, elke andere opneming van het Krediet weigeren en/of de onmiddellijke terugbetaling van alle of een deel van de lopende opnemingen eisen.
19. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Alle rechten en verplichtingen van de Kredietnemer, de Zekerheidssteller en de Bank zijn onderworpen aan het Belgisch recht.
Elk geschil met betrekking tot de Kredietdocumenten behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel. De Bank heeft evenwel het recht om een procedure in te leiden voor elke andere volgens het gemeenrecht bevoegde rechtbank.
TITEL II: SOORTEN KREDIETEN
Deze titel bepaalt de specifieke regels die van toepassing zijn op elk type Krediet.
De algemene bepalingen van titel I zijn van toepassing op elk type Krediet voor zover er niet expliciet van wordt afgeweken in deze titel II.
20. Kaskrediet
20.1 Definitie
Het kaskrediet is een Krediet dat toelaat te beschikken over liquiditeiten door middel van een toegestaan debet op een betaalrekening tot een overeengekomen maximumbedrag.
20.2 Interesten
De interesten op een kaskrediet worden berekend conform het Kredietcontract en worden per kwartaal geboekt, behoudens andersluidende bepaling in het Kredietcontract.
Elke wijziging van de interestvoet die wordt uitgevoerd conform het Kredietcontract is onmiddellijk van toepassing en is tegenstelbaar aan de Kredietnemer van zodra ze wordt meegedeeld.
Als het kaskrediet valt onder de Kmo-wet, geldt de wijziging van de interestvoet na afloop van een termijn van 30 kalenderdagen nadat die werd meegedeeld.
Bij een overschrijding van het kaskrediet wordt de interestvoet voor het bedrag van de overschrijding verhoogd zoals bepaald in het Kredietcontract.
20.3 Deviezen
Als het kaskrediet wordt opgenomen in Deviezen wordt de geldende interestvoet bepaald door de Bank volgens de marktvoorwaarden zonder voorafgaande mededeling aan de Kredietnemer. De toepasselijke interestvoet wordt op eenvoudig verzoek aan de Kredietnemer meegedeeld.
20.4Credit bewegingen
De Kredietnemer verbindt zich ertoe dat de Betaalrekening gelinkt aan het Krediet regelmatig credit bewegingen vertoont, zodat er geen permanent debetsaldo ontstaat.
21. “straight loan”
21.1 Definitie en gebruik
Een “straight loan” is een Krediet dat bestemd is voor de financiering van de liquiditeitsbehoeften van de Kredietnemer, en dat opneembaar is in de vorm van vaste voorschotten die toegestaan worden op korte termijn, en al dan niet hernieuwbaar zijn.
Het bedrag, de munteenheid en de looptijd die van toepassing zijn op elk voorschot, worden telkens vastgelegd uiterlijk twee Werkdagen vóór de terbeschikkingstelling ervan.
21.2 Interesten
De interesten worden berekend vanaf de datum van elk voorschot tot en met de vervaldag ervan.
De interestvoet die van toepassing is op elk voorschot, wordt telkens vastgelegd uiterlijk twee Werkdagen vóór de datum van terbeschikkingstelling ervan.
21.3 Vervroegde beëindiging van een “straight loan”
21.3.1 Beëindiging van een “straight loan”
21.3.1.1. Als de “straight loan” werd toegestaan voor onbepaalde duur kunnen zowel de Bank als de Kredietnemer deze eenzijdig en zonder motivering beëindigen overeenkomstig artikel 7.2.2.
21.3.1.2. Als de “straight loan” werd toegestaan voor bepaalde duur is de beëindiging ervan door de Kredietnemer, in afwijking van artikel 7.2.1., toegelaten op voorwaarde dat:
1. de Kredietnemer de vervroegde beëindiging minstens 30 kalenderdagen vóór de vooropgestelde datum van beëindiging aan de Bank aanvraagt door middel van een aangetekende brief;
2. de Kredietnemer het voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Bank verkrijgt;
3. op de vooropgestelde datum van beëindiging geen enkel voorschot meer openstaat en dat alle op grond van de “straight loan” verschuldigde bedragen werden (terug)betaald aan de Bank; en
4. aan de Bank een vergoeding wordt betaald die overeenstemt met zes maanden commissie voor niet-gebruikmaking, of, bij gebreke daaraan, reserveringscommissie. Deze commissie wordt berekend op basis van het bedrag van het Krediet op het ogenblik van de beëindiging (en in geval van gedeeltelijke beëindiging, ten belope van het gedeelte dat wordt beëindigd), en dit ongeacht of het daadwerkelijk wordt gebruikt of niet.
21.3.1.3. In afwijking van voornoemd artikel 21.3.1.2. kan de Kredietnemer de “straight loan” die valt onder de Kmo-wet op elk moment beëindigen zonder dat de vergoeding bedoeld in artikel 21.3.1.2., punt 4. verschuldigd is, op voorwaarde dat op de beëindigingsdatum geen enkel voorschot nog openstaat en dat alle op grond van de “straight loan” verschuldigde bedragen werden (terug)betaald aan de Bank.
21.4 Vervroegde terugbetaling van een voorschot
21.4.1 De vervroegde terugbetaling van een voorschot dat werd toegestaan in het kader van een “straight loan” is niet toegelaten. De Bank kan die vervroegde terugbetaling uitzonderlijk toestaan mits de betaling van een Verbrekingsvergoeding door de Kredietnemer.
21.4.2 In afwijking van artikel 21.4.1 hierboven, is de vervroegde terugbetaling van een voorschot evenwel toegestaan als de “straight loan” is onderworpen aan de Kmo-wet. In dat geval kan de Kredietnemer een voorschot vervroegd terugbetalen mits hij een Verbrekingsvergoeding betaalt.
21.4.3 Bij de gedwongen vervroegde terugbetaling van een voorschot ingevolge de beëindiging van de “straight loan” door de Bank is er eveneens een Verbrekingsvergoeding verschuldigd.
22. “roll-over’’
22.1 Definitie en gebruik
Een “roll-over” is een Krediet dat bestemd is voor de financiering van de liquiditeitsbehoeften van de Kredietnemer, en dat opneembaar is in de vorm van vaste termijnvoorschotten die toegestaan worden op korte termijn, en al dan niet hernieuwbaar zijn.
Het bedrag, de munteenheid en de looptijd die van toepassing zijn op elk voorschot, worden telkens vastgelegd uiterlijk twee Werkdagen vóór datum van de terbeschikkingstelling ervan.
De Kredietnemer machtigt de Bank om rechtstreeks en voor zijn rekening de tegenpartijen te betalen ten aanzien van wie hij verbintenissen is aangegaan in het kader van verrichtingen die gefinancierd worden door middel van de “roll-over”.
De Bank kan een bijzondere schijf van het Krediet, behoudens andersluidend beding bepaald op 10%, schorsen tot ze het bewijs heeft ontvangen van het feit dat de opgenomen bedragen werden aangewend conform de doelstellingen waarvoor het Krediet werd toegekend.
22.2 Interest
De interest wordt berekend vanaf de datum van de terbeschikkingstelling van het voorschot tot en met de vervaldag ervan.
De interestvoet die van toepassing is op elk voorschot wordt telkens uiterlijk twee Werkdagen vóór de terbeschikkingstelling ervan vastgelegd.
22.3 Vervroegde beëindiging van een “roll-over”
22.3.1 Beëindiging van een “roll-over”
22.3.1.1. In afwijking op artikel 7.2.1., is de beëindiging door de Kredietnemer van een “roll-over” toegelaten op voorwaarde dat:
1. de Kredietnemer de vervroegde beëindiging minstens 30 kalenderdagen vóór de vooropgestelde datum van beëindiging aan de Bank aanvraagt door middel van een aangetekende brief;
2. de Kredietnemer het voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Bank verkrijgt;
3. op de vooropgestelde datum van beëindiging geen enkel voorschot meer openstaat en dat alle op grond van de “roll-over” verschuldigde bedragen werden (terug)betaald aan de Bank; en
4. aan de Bank een vergoeding wordt betaald die overeenstemt met zes maanden commissie voor niet-gebruikmaking, of, bij gebreke daaraan, reserveringscommissie. Deze commissie wordt berekend op basis van het bedrag van het Krediet op het ogenblik van de beëindiging (en in geval van gedeeltelijke beëindiging, ten belope van het gedeelte dat wordt beëindigd), en dit ongeacht of het daadwerkelijk wordt gebruikt of niet.
22.3.1.2. In afwijking van voornoemd artikel 22.3.1.1. kan de Kredietnemer de “roll-over” die valt onder de Kmo-wet op elk moment beëindigen zonder dat de vergoeding bedoeld in artikel 22.3.1.1., punt 4. verschuldigd is, op voorwaarde dat op de beëindigingsdatum geen enkel voorschot nog openstaat en dat alle op grond van de “roll-over” verschuldigde bedragen werden (terug)betaald aan de Bank.
22.4 Vervroegde terugbetaling van een voorschot
22.4.1 De vervroegde terugbetalingen van een voorschot dat werd toegestaan in het kader van een “roll-over” is niet toegestaan. De Bank kan die vervroegde terugbetaling uitzonderlijk toestaan mits de betaling van een Verbrekingsvergoeding door de Kredietnemer.
22.4.2 In afwijking van artikel 22.4.1. hierboven, is de vervroegde terugbetaling van een voorschot evenwel toegestaan als de “roll-over” is onderworpen aan de Kmo-wet. In dat geval kan de Kredietnemer een voorschot vervroegd terugbetalen mits hij een Verbrekingsvergoeding betaalt.
22.4.3 Bij de gedwongen vervroegde terugbetaling van een voorschot ingevolge de beëindiging van de “roll-over” door de Bank is er eveneens een Verbrekingsvergoeding verschuldigd.
23. Termijnkrediet
23.1 Definitie en gebruik
23.1.1 Een termijnkrediet is een Krediet van bepaalde duur dat kan worden opgenomen in een of meerdere keren, en dat terugbetaalbaar is op basis van een aflossingsplan dat wordt overeengekomen in de Kredietdocumenten.
23.1.2 Elke afzonderlijke opneming mag, tenzij anders bepaald in het Kredietcontract, niet lager liggen dan één tiende van het maximumbedrag van het Krediet.
De opnemingen van het termijnkrediet kunnen gebeuren binnen negen maanden na de datum waarop het Krediet ter beschikking wordt gesteld van de Kredietnemer, conform de voorwaarden van het Kredietcontract. Na afloop van die termijn kan de Bank het Krediet beperken tot de opgenomen bedragen.
23.1.3 Als een investering gedeeltelijk gefinancierd wordt met middelen die niet afkomstig zijn van het termijnkrediet, dan kan de Bank de opnemingen afhankelijk maken van het voorleggen van een bewijs dat die andere middelen vooraf geïnvesteerd werden.
23.1.4 De Kredietnemer machtigt de Bank om rechtstreeks en voor zijn rekening de tegenpartijen te betalen ten aanzien van dewelke hij verbintenissen is aangegaan in het kader van verrichtingen die gefinancierd worden door middel van het termijnkrediet.
23.2 Interestvoet en herziening
23.2.1 De interestvoet die van toepassing is op een termijnkrediet, alsook de eventuele mogelijkheid tot herziening van de interestvoet en de herzieningsperiode, worden bepaald in het Kredietcontract.
23.2.2 De herzieningsdatum is die van de vervaldag van de herzieningsperiode. Indien er evenwel op de vervaldag van de herzieningsperiode nog een interestperiode loopt, wordt de herzieningsdatum uitgesteld tot de vervaldatum van die interestperiode.
23.2.3 Op de herzieningsdatum wordt de interestvoet vervangen door de interestvoet die wordt bepaald door de Bank uiterlijk 20 kalenderdagen vóór de contractuele herzieningsdatum.
23.2.4 De nieuwe toepasselijke interestvoet wordt bepaald op basis van de interestvoet die van kracht is voor kredieten van dezelfde aard en met een looptijd gelijk aan die van de herzieningsperiode.
23.2.5 De Bank behoudt zich het recht voor om de interestvoet niet te wijzigen als de herziening geen verschil van minstens 0,10% per jaar veroorzaakt.
23.3 Vervroegde terugbetaling van een termijnkrediet
23.3.1 De (gehele of gedeeltelijke) vervroegde terugbetaling van een termijnkrediet is niet toegestaan. De Bank kan die vervroegde terugbetaling uitzonderlijk toestaan mits de betaling van een Verbrekingsvergoeding door de Kredietnemer. Bij een gedeeltelijke vervroegde terugbetaling kunnen de bedragen worden toegerekend op de aflossingen die het verst verwijderd zijn, en behoudt de Bank zich het recht voor de looptijd van het termijnkrediet aan te passen.
23.3.2 In afwijking van artikel 23.3.1 hierboven is een vervroegde terugbetaling van het termijnkrediet toegelaten in volgende gevallen:
23.3.2.1. Als het Kredietcontract voorziet in de herziening van de interestvoet. In dat geval is een vervroegde terugbetaling toegelaten op elke interestherzieningsdatum, op voorwaarde dat:
(1) de Kredietnemer de vervroegde terugbetaling minstens 30 kalenderdagen vóór de vooropgestelde datum van vervroegde terugbetaling aan de Bank aanvraagt door middel van een aangetekende brief;
(2) het verstrijken van een termijn die gelijk is aan één derde van de aanvankelijke looptijd van het Krediet, waarbij die termijn nooit minder dan drie jaar mag bedragen;
Bij een vervroegde terugbetaling die gebeurt met inachtneming van voornoemde voorwaarden moet de Kredietnemer een vergoeding betalen van zes maanden interest die berekend wordt op het vervroegd terugbetaalde kapitaal.
23.3.2.2. Als het termijnkrediet onderworpen is aan de Kmo-wet. De Kredietnemer kan het termijnkrediet op elk moment vervroegd terugbetalen mits hij een Verbrekingsvergoeding betaalt.
23.3.3 Bij de vervroegde terugbetaling van een termijnkrediet als gevolg van de beëindiging ervan door de Bank, kan die laatste de betaling van een Verbrekingsvergoeding eisen.
Als het Krediet onderworpen is aan de Kmo-wet en de beëindiging door de Bank gebeurt op grond van artikel 7.4. of op basis van overmacht, dan heeft de Bank het recht om de betaling van een Verbrekingsvergoeding te eisen. In alle andere gevallen kan de Bank een vergoeding van zes maanden interest aanrekenen, berekend op het uitstaande kapitaalsaldo op de datum van de beëindiging.
24. Waarborgkrediet
24.1 Definitie en gebruik
Een waarborgkrediet is een Krediet waarmee de Bank voor rekening van de Kredietnemer verbintenissen waarborgt ten aanzien van derden, en dat aanwendbaar is in de vorm van één of meer Garantieverrichting.
24.2 Uitsluiting van aansprakelijkheid
24.2.1 Elk waarborgkrediet wordt toegekend door de Bank onder de exclusieve aansprakelijkheid van de Kredietnemer. De Kredietnemer moet de Bank tijdig en volledig inlichten over het geheel van de onderliggende verbintenissen en over de evolutie ervan. De Bank moet zich niet verantwoorden wanneer ze weigert een Garantieverrichting uit te geven en/of uit te voeren. Ze kan evenmin aansprakelijk gesteld worden voor het feit dat ze die Garantieverrichting niet tijdig of niet in de gewenste vorm heeft uitgevoerd.
De Kredietnemer blijft steeds aansprakelijk voor elke Garantieverrichting tot op de vervaldag ervan en tot de Bank het originele Garantiedocument terug heeft ontvangen of de schriftelijke vrijgave door de begunstigde van de Garantieverrichting heeft bekomen.
24.2.2 De Bank behoudt zich het recht voor een beroep te doen op een correspondent van haar keuze om de Garantieverrichting uit te voeren. De Kredietnemer kan in geen geval de gevolgen van de eventuele fouten of nalatigheden van de correspondent verwijten aan de Bank.
24.2.3 De Kredietnemer is verantwoordelijk voor het terugsturen van het origineel Garantiedocument en/of het verkrijgen van de schriftelijke vrijgave van de begunstigde van de Garantieverrichting.
24.3 Betaling door de Bank
Als een Garantieverrichting de vorm aanneemt van een bankgarantie op eerste verzoek of van een ‘stand-by letter of credit’, kan de Bank op eerste verzoek van de begunstigde en zonder voorafgaande kennisgeving aan of instemming van de Kredietnemer, de betalingen uitvoeren die vereist zijn conform de Garantiedocumenten zonder te moeten bewijzen dat zij daartoe verplicht was door een gerechtelijke uitspraak of door om het even welk ander middel.
24.4Kosten
Alle kosten die te maken hebben met een Garantieverrichting, met inbegrip van de kosten en commissies die worden aangerekend door de eventuele correspondenten van de Bank, alsook alle kosten die gedragen worden door de Bank bij een betwisting in verband met een Garantieverrichting, zoals met name de gerechts- en arbitragekosten, zijn ten laste van de Kredietnemer.
24.5 Terugbetaling
De Kredietnemer moet aan de Bank onmiddellijk alle bedragen (terug)betalen die zij heeft betaald in uitvoering van de Garantiedocumenten en, meer in het algemeen, van elke Garantieverrichting.
24.6 Bevrijding
De Kredietnemer verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen om de Bank te bevrijden van haar verplichtingen op de vervaldag van elke Garantieverrichting.
25. Documentair Krediet
25.1 Definitie
Een documentair Krediet is een Krediet waarbij de Bank de verbintenis aangaat om voor rekening van een derde of voor eigen rekening een begunstigde een bepaalde som geld te betalen binnen de termijn en op voorlegging van conforme documenten overeengekomen tussen de Kredietnemer en de begunstigde.
25.2 Uitsluiting van aansprakelijkheid
25.2.1 Een Documentair Krediet wordt toegekend door de Bank onder de exclusieve aansprakelijkheid van de Kredietnemer. De Bank is derde in de onderliggende transactie van het documentair Krediet. De rol van de Bank beperkt zich tot het incasso van de documenten in naam en voor rekening van de Kredietnemer. De Bank staat in geen geval borg voor de solvabiliteit of de betrouwbaarheid van de tegenpartijen.
De aansprakelijkheid van de Bank kan niet worden ingeroepen als de documenten die worden uitgewisseld in het kader van een documentair Krediet niet worden gerespecteerd, en evenmin voor fouten, professionele tekortkomingen of het gebrek aan instructies van de verzekeringsmaatschappijen en van de vennootschappen die belast zijn met de uitwerking en de controle van de documenten en de goederen.
De Kredietnemer moet de Bank tijdig en volledig inlichten over het geheel van de onderliggende verbintenissen en over de evolutie ervan. De Bank moet zich niet verantwoorden wanneer ze weigert een documentair Krediet te openen en kan evenmin aansprakelijk gesteld worden voor het feit dat ze het genoemd Krediet niet tijdig of niet in de gewenste vorm heeft geopend.
25.2.2 De Bank behoudt zich het recht voor een beroep te doen op een correspondent van haar keuze om het documentair Krediet uit te voeren. De Kredietnemer kan in geen geval de Bank de gevolgen van de eventuele fouten of nalatigheden van de correspondent verwijten.
25.3 Interest, kosten en commissielonen
Behoudens andersluidende beding komen alle kosten met betrekking tot een documentair Krediet, inclusief alle kosten die gedragen worden door de Bank bij een betwisting rond het documentair Krediet, zoals met name de gerechtelijke en de arbitragekosten, ten laste van de Kredietnemer.
De kosten en commissies worden bepaald bij het openen van het documentair Krediet.
25.4 Toepasselijke documenten
Een documentair Krediet valt onder de toepassing van de bepalingen van het document voor de aanvraag tot opening van een documentair Krediet, de overeenkomst aangaande het digitaal platform dat ter beschikking wordt gesteld van de Kredietnemer in het kader van het beheer van elk documentair Krediet en van de Uniforme Regels en Usances met betrekking tot de Documentaire Kredieten (URU) die werden uitgevaardigd door de Internationale Kamer van Koophandel (IKK).
25.5 Opeisbaarheid van de schuldvordering
De schuldvordering van de Bank ten aanzien van de opdrachtgever is opeisbaar vanaf de terbeschikkingstelling van het documentair Krediet aan de begunstigde. Tenzij anders overeengekomen, kan de Bank zelfs vooraleer zij haar verbintenissen uitvoert, van de Kredietnemer stortingen in contanten eisen van de bedragen die nodig zijn voor de betaling van het documentair Krediet of de rekening van de Kredietnemer voor die bedragen debiteren.
In elk geval verbindt de Kredietnemer zich ertoe tijdig te zorgen voor de nodige provisie om alle verbintenissen te voldoen die de Bank voor zijn rekening is aangegaan. Dat doet hij uiterlijk één dag vóór de vervaldag van die verbintenissen, zoals bepaald wordt in de Kredietdocumenten.
25.6 Schade aan de goederen
Zijn de goederen waarop een documentair Krediet betrekking heeft, beschadigd, dan komt de verzekeringsvergoeding bij voorrang toe aan de Bank, ten belope van de aan haar verschuldigde bedragen.