Pakketvoorwaarden A16a1 Vogelakker (voor Patrijzen)
Pakketvoorwaarden A16a1 Vogelakker (voor Patrijzen)
Versie 2019
Beschrijving
Deze vogelakker biedt dekking, foerageer- en nestelmogelijkheden voor de patrijs en andere akkervogels. De vogelakker bestaat uit minimaal 4 blokken bij voorkeur een veelvoud hiervan. Indien de vogelakker grenst aan sloten en wegen dan komt hier een gras strook van kort blijvend gras langs. De rest van de oppervlakte wordt ingevuld met:
1) kortblijvend gras 2) overblijvende bloemen of een graan-akkerflora mengsel, 3) een eiwit rijk gewas en 4) plekjes braak met spontane onkruid groei. Deze stukjes braak warmen snel op hierdoor zijn er voor de jonge patrijzen veel insecten die gemakkelijk te vinden zijn. Bij het zaaien, van de verschillende mengsels wordt af en toe de zaaimachine een paar meter dicht gezet. Bij gevaar kunnen ze snel de rand met hoge begroeiing induiken. De 4 mengsels in de vogelakker mogen gedurende de contract periode wisselen indien dit het beheer verbetert.
Bij voorkeur worden de akker in blokken aangelegd om geen jaag paden voor de vos te creëren. Indien blokken niet kan dan de stroken breed houden zodat geen smalle jaagpaden worden aangelegd voor predatoren zoals de vos.
Breedte | Een gehele akker max 5 ha. |
Bemesting | Niet toegestaan |
Meetellen mestplaatsingsruimte | Ja |
Inrichting | 4 blokken met een verschillend mengsel |
Beheer | Zie tabellen |
Waardevol voor | Patrijs, gele kwikstaart, bijen |
Jaarlijkse beheervergoeding | € 2104,32 per hectare |
Beheereisen
• Minimaal 90 % van de beheereenheid bestaat tussen 1 juni en 1 maart uit een combinatie van de volgende gewassen of teelten: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (lucerne, rode klaver), bladrammenas, of een bloemenmengsel en graan-akkerflora.
• De beheereenheid wordt niet beweid.
Aanvullende beheervoorschriften (zie ook tabel op volgende pagina)
• De akker is maximaal 5 ha groot en bestaat minimaal uit 4 mengsels: 1 braak, 2 gras, 3 graan-akkerflora of het bloemenmengsel en 4 een eiwit rijk gewas. Zie de tabellen onder het kopje zaadmengsels.
• Voor het braak gedeelte:
o 20 % van de akker wordt jaarlijks tussen 1 september en 15 april geploegd of krijgt een diepe grond bewerking. (Op klei in najaar, op zand in voorjaar)
o In de periode van 1 maart tot 1 mei moet een lichte grondbewerking (schoffelen, cultivatoren, roteren, wiedeggen) worden uitgevoerd.
o De braak vlakken mogen na 1 augustus aanvullend ook eventueel gemaaid worden.
o Bij het zaaien, van de verschillende mengsels wordt af en toe de zaaimachine een paar meter dicht gezet.
• Voor het gras:
o 20% van de akker bestaat uit laagblijvend gras (Zie het kopje ‘Samenstelling zaadmengsels’ Tabel 1voor de voorgeschreven mengsels en zaaidichtheden).
o Rond om de akker, daar waar de vogelakker grenst aan sloten of wegen, ligt een gras strook van minimaal 6 meter. (indien daarmee de 20 % overschreden wordt, overschreden wordt, dan mag deze strook smaller gemaakt worden, maar nooit smaller worden dan 3 m).
o Het gras moet tweemaal gemaaid worden: eenmaal vóór 15 maart en eenmaal in de periode 15 juli
– 15 augustus. Bij de tweede maaibeurt moet het maaisel worden afgevoerd. Als het gras lager is dan 15 cm, hoeft er niet gemaaid te worden.
o In overleg met het Collectief zijn andere opties mogelijk, daar is een ecologische toets aan verbonden.
• Voor de ruige vegetatie:
o De teler heeft voor deze vegetatie de keuzen tussen drie mengsels (Zie het kopje ‘Samenstelling zaadmengsels tabellen 2, 3, 4 met voorgeschreven mengsels en zaaidichtheden). De teler is verplicht 1 van de drie mengsels op de bijbehorende manier te zaaien
o 20 tot 30 % van de akker bestaat uit 1 van de drie verlichte mengsels met bloemen of graan- akkerflora.
o Indien gekozen wordt voor een van de twee bloemen mengsel uit tabel 2 of tabel 4 moet na 3 jaar (het derde seizoen) in blokken van max 1/3 deel per jaar opnieuw ingezaaid worden.
o Indien er het graanmengsels uit tabel 3 gekozen wordt dient jaarlijks tussen 1 maart en 30 april te worden ingezaaid.
o Er wordt bij voorkeur ingezaaid met niet-ontsmet zaaizaad.
o Indien het graanmengsels (tabel 3) gekozen wordt mag op het gedeelte met het graanmengsel bemest worden met bij voorkeur ruige stalmest.
o Op de overige delen van de beheereenheid mag geen mest worden aangewend.
• Voor het eiwithoudende gewas:
o 20 tot 30 % van de rand bestaat uit een eiwit gewas.
o De teler heeft de keuzen uit Luzerne, of rode klaver
o De eiwitgewassen mogen jaarlijks vanaf 15 juli iedere 60 dagen gemaaid en afgevoerd worden.
• Voor de eventueel overblijvende 20 % :
o Mag de teler kiezen een 5de mengsel te kiezen. Er zijn dus minimaal 4 mengsels een 5de mengsel mag;
o Zie tabel 4, 2, of 3 onder het kopje ‘Samenstelling zaadmengsels met voorgeschreven mengsels en zaaidichtheden voor de keuze. Bij voorkeur wordt een bloemen mengsel gekozen (als die niet al gekozen was)
• Voor de hele beheereenheid geldende beheervoorwaarden:
o Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, m.u.v. pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde, heermoes, kleefkruid, jacobskruiskruid berenklauw op maximaal 10 % van de beheereenheid.
o Bemesting van de beheereenheid is niet toegestaan uitgezonderd het graangewas tabel 3
o Deze akker grenst bij voorkeur aan een landschapselement bestaande uit slootkant, dijk, struweelbeplanting onverharde weg of ruige berm.
o De beheereenheid grenst niet aan bos en/of bomen.
o Indien de vogelakker te veel ver-onkruid moet opnieuw ingezaaid worden waarbij de mengsel omgewisseld worden. Verplaatsen naar een andere akker kan ook na 3 jaar maar moet aangevraagd worden bij het Collectief.
o Een vogelakker is gelegen in de nabijheid (500 m) van ecologische waardevolle gebieden voor de patrijs struweel, bloemdijke etc, dan wel andere patrijzen randen of, door een natuur organisatie of het collectief beherende of gecontracteerde beheereenheid.
o Het aan leggen van een vogelakker gebeurt altijd in overleg tussen de beheerder en het collectief (bestuur en ecoloog).
o Het is verplicht om minimaal drie keer per jaar de vogels in de beheereenheid te tellen en de waarnemingen door te geven aan de eigen ANV. Vermeld hierbij duidelijk om welke beheereenheid het gaat en welke vogels zijn waargenomen. Tellen gebeurt eenmaal in de winter en tweemaal in het broedseizoen.
o De vogelakker mag niet bereden worden, anders dan voor de in dit beheerpakket genoemde beheer.
Samenstelling grasmengsel Zaaidichtheid minder dan 8 kg/ha | |
Roodzwenk en / of | Samen 100 % |
Veldbeemdgras |
Samenstelling zaadmengsels patrijzenrand Tabel 1
De patrijzen vogel akker bestaat uit vier delen (braak, gras, ruige vegetatie en eiwithoudend gewas). Voor het derde deel met ruige vegetatie. Moet de teler 1 van de volgende drie mengsels zaaien.
Tabel 2
Samenstelling graan-akkerfloramengsel voorkeurs variant optie 1 zaaidichtheid: 7 a 8 kg/ha | ||
Nederlandse naam | Latijnse naam | Percentage |
Boekweit | Fagopyrum esculentum | 20 |
Vlas | Linum usitatissimum | 19 |
Zonnebloem | Helianthus annuus | 0 |
Xxxxx | Xxxxx sativa | 8 |
Bladramanas | Raphanus sativus | 8 |
Oude rogge | Secale multicaule | 8 |
Bladkool | Brassica oleracea | 7 |
Venkel | Foeniculum vulgare | 6 |
Grote kaardebol | Dipsacus fullonum | 6 |
Chichorei | Cichorium itybus | 5 |
Honingklaver | Melilotus officinalis | 3 |
Luzerne | Medicago sativa | 2 |
Dit mengsel moet na 3 jaar (het derde seizoen) in blokken van max 1/3 deel per jaar opnieuw ingezaaid worden. |
Tabel 3
Samenstelling graan-akkerfloramengsel Optie 2 | |
Type | Percentage |
Granen; zaaidichtheid: 115 kg/ha | |
Zomertarwe | 45% ongeveer 50 kg |
Gerst | 25% ongeveer 50 kg/ha |
Luzerne | 10 % ongeveer 10 kg ha |
Akkerflora; zaaidichtheid: 1 kg/ha | |
Bolderik | 25% |
Gele ganzenvoet | 25% |
Gewone klaproos | 20% |
Korenbloem | 30% |
Dit mengsel moet men jaarlijks opnieuw zaaien |
Toegevoegd mag worden
Zonnebloemen | max 10 kg/ha |
Triticale Dan gerst verminderen met gelijke hoeveelheid | max 20 kg/ha |
Rogge Indien men daarvoor geschikte (zand)grond heeft. Xxx xxxxx verminderen met gelijke hoeveelheid | max 25 kg/ha |
Tabel 4
Samenstelling bloemenmengsel (zaaidichtheid 10 kg/ha) Optie 3 | |
Naam | Percentage |
Bladkool | 8% |
Bladramanas | 2% |
Boekweit | 7% |
Boerenwormkruid | 1% |
Bolderik | 4% |
Cichorei | 8% |
Dreps | 4% |
Gele ganzenbloem | 2% |
Gewone rolklaver | 7% |
Gewoon duizendblad | 4% |
Grote kaardenbol | 2% |
Knoopkruid | 2% |
Korenbloem | 6% |
Luzerne | 6% |
Margriet | 3% |
Tarwe | 11% |
Timotheegras | 6% |
Vogelwikke | 5% |
Wilde peen | 6% |
Witte klaver | 6% |
Dit mengsel moet na 3 jaar (het derde seizoen) in blokken van max 1/3 deel per jaar opnieuw ingezaaid worden. |