Contract
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2015 Nr. 12
A. TITEL
Overeenkomst inzake de rechtspositie van de strijdkrachten voor militair personeel en troepenuitrusting tussen de Staat Qatar en het Koninkrijk der Nederlanden;
Doha, 16 december 2014
B. TEKST1)
Overeenkomst inzake de rechtspositie van de strijdkrachten voor militair personeel en troepenuitrusting tussen de Staat Qatar en het Koninkrijk der Nederlanden
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Qatar komen, in het kader van vertrouwen en goodwill, en in lijn met de versterking van de militaire samenwerking, het volgende overeen:
Artikel 1
De Regering van de Staat Qatar stemt in met het op tijdelijke basis bieden van onderdak aan personeelsleden van het Koninkrijk der Neder- landen in de Staat Qatar.
Artikel 2
De strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden verplichten zich ertoe geen grondgebied, luchtruim of regionale wateren waarover de Regering van de Staat Qatar toezicht heeft, binnen te gaan zonder schriftelijke toestemming van de Regering van de Staat Qatar.
1) De Arabische tekst is niet opgenomen.
Binnen het kader en afhankelijk van de omvang van de missie krijgen de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden toestemming voor binnenkomst in en vertrek uit de Staat Qatar met gebruikmaking van hun nationale paspoorten, en voor het bewegen in en rond de Staat Qatar met gebruikmaking van de militaire identiteitskaart van de Nederlandse troepen.
De commandanten van elke betrokken eenheid moeten aan de Qata- rese autoriteiten een lijst verstrekken met de volgende informatie:
1. de aard en verwachte duur van de missie;
2. het aantal betrokken militairen en hun namen, registratienummer en nationaliteit;
3. de hoeveelheid en soort munitie en uitrustingsstukken;
4. de verwachte verblijfsduur in de Staat Qatar.
Bovengenoemde gegevens moeten ten minste 15 dagen voor de bin- nenkomst in de Staat Qatar langs diplomatieke weg bij de Regering van Qatar worden ingediend.
Artikel 4
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden is verplicht tot beta- ling van alle bijbehorende kosten in relatie tot haar strijdkrachten, waar- onder leges voor in- en uitreisvisa.
Artikel 5
Het is de Nederlandse strijdkrachten toegestaan uitrusting, voertuigen en geneeskundige voorraden voor het officiële doel van de missie te sta- tioneren, na verkregen toestemming van de Regering van de Staat Qatar.
Artikel 6
Het is de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden toege- staan hun voorschriften en tuchtrechtelijke maatregelen ten aanzien van hun personeelsleden gedurende de stationering in de Staat Qatar te handhaven.
Artikel 7
Leden van de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden zijn verplicht de wetten van de Staat Qatar na te leven en te eerbiedigen en mogen zich niet bemoeien met Qatarese nationale aangelegenheden. Het Qatarese rechtsstelsel heeft rechtsbevoegdheid ten aanzien van misdrij- ven, overtredingen en civiele zaken die in de Staat Qatar plaatsvinden, in overeenstemming met artikel 12.
Beide partijen zijn verplicht tot de vergoeding van schade, zoals dood of letsel, toegebracht aan medewerkers van de andere partij, alsmede van schade aan militaire eigendommen als gevolg van ongevallen of mense- lijke fouten door leden van de andere partij bij de uitoefening van hun taken.
Elke partij is gerechtigd verzoeken om schadevergoeding af te wijzen. Xxxxxxx een derde partij schade lijdt, is de partij die voor de schade aan- sprakelijk is, verplicht de derde partij schadeloos te stellen overeenkom- stig de bestaande wetten van de Staat Qatar.
Artikel 9
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden verplicht zich ertoe geen gevechtsoperaties uit te voeren of daaraan deel te nemen met gebruikmaking van Qatarees grondgebied zonder de uitdrukkelijke voor- afgaande toestemming van de Regering van de Staat Qatar. Het is even- eens verboden uitrusting of materialen te stationeren die ingevolge inter- nationale voorschriften en verdragen verboden zijn.
Artikel 10
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden mag na de voltooi- ing van haar missie geen uitrusting, met inbegrip van militaire uitrusting, in de Staat Qatar verkopen zonder voorafgaande toestemming van de betrokken autoriteiten in de Staat Qatar.
Artikel 11
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden draagt er zorg voor dat haar personeelsleden zich onthouden van activiteiten die vallen bui- ten het specifieke doel van hun stationering in de Staat Qatar.
Artikel 12
Jurisdictie:
1. De personeelsleden van de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden zijn verantwoordelijk voor de eerbiediging van de wetten, gebruiken, tradities en bestaande voorschriften in de Staat Qatar.
2. De Qatarese rechtbanken behouden jurisdictie ten aanzien van alle civiele zaken en strafzaken, dat wil zeggen ernstige misdrijven, zware en minder zware delicten, in Qatar begaan door leden van de strijdkrach- ten van het Koninkrijk der Nederlanden, voor zover deze handelingen strafbaar zijn ingevolge het Qatarees recht.
3. De Nederlandse autoriteiten zijn bevoegd jurisdictie uit te oefenen over hun personeel in zaken met betrekking tot strafbare feiten (misdrij-
ven, ernstige misdrijven en delicten) en civiele zaken, begaan door hun eigen personeel tegen hun eigendommen, veiligheid, eigen personeel of uitrusting.
4. Het is beide partijen toegestaan, op verzoek van de andere partij, afstand te doen van jurisdictie. In een dergelijk geval beloven beide zij- den elkaar zo spoedig mogelijk te berichten over de uitkomst/beschikking van/in de zaak en de genomen maatregelen.
5. De autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Qatar werken samen bij onderzoeken in overeenstemming met het Qat- arees recht. Dienovereenkomstig werken beide partijen samen bij het vergaren en verzamelen van bewijs, en de behandeling van goederen en documenten die verband houden met de misdrijven en zorgen zij voor de juiste teruggave hiervan.
De autoriteiten van de ene partij kunnen van de autoriteiten van de andere partij eisen dat zij, voordat de goederen aan haar worden over- handigd, beloven de goederen te retourneren.
6. De Qatarese autoriteiten zijn verplicht de andere partij op de hoogte te brengen in geval een personeelslid van de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden wordt gearresteerd. Ingeval personeels- leden van de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden voor de Qatarese rechter moet verschijnen, hebben zij recht op:
a. een snelle berechting, voor zover praktisch uitvoerbaar;
b. naar behoren op de hoogte te worden gebracht van de hem/haar ten laste gelegde feiten en een oproeping te ontvangen ter verschij- ning op een bepaalde datum;
c. vertegenwoordiging door een advocaat;
d. een vakbekwame tolk;
e. de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van zijn/haar am- bassade bij de rechtszaak.
Artikel 13
Deze Overeenkomst legt de Staat Qatar geen enkele financiële ver- plichting op. Beide landen nemen hun eigen kosten van het uitvoeren van de missie en de intenties van deze Overeenkomst op zich.
Artikel 14
Wat niet in deze Overeenkomst is geregeld, valt onder het Qatarees recht en de bestaande voorschriften.
Artikel 15
Deze Overeenkomst treedt op de datum van ondertekening in werking en geldt voor een tijdvak van een jaar, en kan worden verlengd met de instemming van beide partijen.
GEDAAN te Doha op 16 december 2014, in twee originele exempla- ren, in de Nederlandse, de Arabische, en de Engelse taal, zijnde alle ver- sies gelijkelijk authentiek. In geval van eventuele verschillen is de Engelse versie doorslaggevend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
XXXXXX XXX XXXXXXX
Ambassador
Voor de Regering van de Staat Qatar,
Major General XXXXXX XXX XXXXXXX XX XXXXXX
Chief of Staff
Status of forces agreement for military personnel and equipment for the forces between the State of Qatar and the Kingdom of the Netherlands
The Government of the State of Qatar and the Government of the Kingdom of the Netherlands in a framework of trust and goodwill, and in line with strengthening the military co-operation, agree to the follow- ing:
Article 1
The Government of the State of Qatar agrees to host personnel of the Kingdom of the Netherlands on a temporary basis in the State of Qatar.
Article 2
The Defence Forces from the Kingdom of the Netherlands are com- mitted not to enter land territory, air space or regional waters, controlled by the Government of the state of Qatar prior to written permission by the Government of the state of Qatar.
Article 3
The Defence Forces of the Kingdom of the Netherlands, within the framework and magnitude of the mission, are allowed entrance into and exit from the state of Qatar using their national passports and to move in and around the State of Qatar under the Netherlands troops military identification cards.
Commanders of each unit involved are required to provide a list con- taining the following information to the Qatari authorities:
1. Nature and expected length of the mission;
2. The number of military personnel involved, their names, military identification numbers, and nationalities.
3. Quantities and description of munitions and equipment.
4. The length of time expected to be spent in the State of Qatar. The above data shall be presented to the Government of the State of
Qatar via diplomatic channels at least 15 days before entering the State of Qatar.
Article 4
The Government of the Kingdom of the Netherlands is obligated to pay all associated expenses related to its Forces including entry and exit visas.
Article 5
The Defence Forces from the Kingdom of the Netherlands are permit- ted to station equipment, vehicles, or medical supplies as per the official purpose of the mission, after obtaining the approval from the Govern- ment of the State of Qatar.
Article 6
The Defence Forces from the Kingdom of the Netherlands are al- lowed to uphold their regulations, disciplinary measures on their mem- bers during the stationing in the State of Qatar.
Article 7
Members of the Defence Forces from the Kingdom of the Netherlands are obligated to observe and respect the laws of the State of Qatar and not interfere in internal affairs of the State of Qatar. The court system of the State of Qatar has jurisdiction to rule in crimes, misdemeanors and civil cases taking place in the State of Qatar, in accordance with article (12).
Article 8
Both parties are obligated to compensate for damages such as death or injury to employees of the other party, as well as damage to military property due to accidents or human errors by members of the other party during performing their duties.
Each party has the right to relinquish demands for compensation. In the case damage is incurred by a third party, the party responsible for the damages, shall compensate the third party according to the existing laws of the State of Qatar.
The Government of the Kingdom of the Netherlands undertakes not to conduct or participate in any combat operation using the territory of the State of Qatar without explicit prior approval from the Government of the State of Qatar. It is also prohibited to station any equipment or materials that are proscribed by international regulations and treaties.
Article 10
The Government of the Kingdom of the Netherlands must not under- take to sell any equipment including military equipment, in the State of Qatar after the completion of its mission without the prior approval of the concerned authorities in the State of Qatar.
Article 11
The Government of the Kingdom of the Netherlands undertakes that their personnel will not take part in any activities outside the specific purpose of their stationing in the State of Qatar.
Article 12
Legal Jurisdiction:
1. Members of the Defence Forces from the Kingdom of the Nether- lands are responsible for respecting laws, customs, traditions and exist- ing regulations in the State of Qatar.
2. The courts of the State of Qatar retain jurisdiction for all civil cases and criminal cases (felonies, lesser and major misdemeanors) committed in territory of the State of Qatar by members of the Defence Forces from the Kingdom of the Netherlands as long as such acts are punishable under the laws of the State of Qatar.
3. The Netherlands authorities are entitled to exercise their jurisdic- tion over their personnel in cases of offences (crimes, felonies, and mis- demeanors), as well as civil cases committed by its own personnel against their property, safety, fellow personnel or equipment.
4. Both parties are allowed, upon a request from the other party, to relinquish legal jurisdiction. In such case, either side pledges to report to the other, as quickly as possible, the results/ dispositions of the case and the measures taken.
5. The authorities from the State of Qatar and of the Kingdom of the Netherlands will co-operate in investigations in accordance with the laws of the State of Qatar. Likewise, both parties will co-operate in gath- ering and collecting evidence, and in the handling of items and docu- ments pertaining to crimes and their return in proper condition.
6. The requirement of a pledge to return such items can be requested by the authorities representing either Party before such items are deliv- ered to the authorities of the other party.
7. The authorities of the State of Qatar are responsible for informing the other party in case of the apprehension of any member of the per- sonnel of the Defence forces from the Kingdom of the Netherlands.
In the event that a member of the Defence Forces of the Kingdom of the Netherlands is to stand trial before courts in the State of Qatar, they are entitled to:
a) Speedy trial, as practical.
b) Be sufficiently informed of the charges against him be properly notified of the date of the court hearing.
c) Be represented by a lawyer.
d) A competent translator.
The attendance of a representative from his/her embassy to his/her
trial.
Article 13
This Agreement does not impose any financial obligations on the State of Qatar. Both countries assume their own costs of undertaking the mis- sion and the intentions of this Agreement.
Article 14
What is not mentioned in this agreement is subject to Qatari laws and existing regulations.
Article 15
This agreement shall enter into force on the date of its signature and shall be valid for a period of 1 year, and renewable upon the agreement of both parties.
DONE in Doha on 16 December 2014 in two original copies, in three languages, the Arabic, Netherlands and English, each version being equally authentic. In the event of any inconsistencies, the English ver- sion shall prevail.
For the Government of the Kingdom of the Netherlands,
XXXXXX XXX XXXXXXX
Ambassador
For the Government of the State of Qatar,
Major General XXXXXX XXX XXXXXXX XX XXXXXX
Chief of Staff
D. PARLEMENT
De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Overeenkomst zijn ingevolge artikel 15 op 16 december 2014 in werking getreden.
Ingevolge datzelfde artikel zal de Overeenkomst niet langer dan één jaar van kracht zijn.
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt de Overeenkomst alleen voor Nederland (het Europese deel).
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goed- keuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de Overeenkomst zal zijn bekendgemaakt in Neder- land (het Europese deel) op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.
Uitgegeven de zevenentwintigste januari 2015.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. KOENDERS
trb-2015-12
ISSN 0920 - 2218
’s-Gravenhage 2015