Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 - - - Artikel 4 - Artikel 5 - Artikel 6 - Artikel 7 - Artikel 8 - Artikel 9 - Artikel 10 - Artikel 11 - Artikel 12 - Artikel 13 - Artikel 14 - Artikel 15 - Artikel 16 - Artikel 17 - Artikel 18 - Artikel 19 - Artikel 20 -...
Algemene Voorwaarden Drinkwater Schiphol Nederland B.V.
M.0193/08
Inhoudsopgave
Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 | - - - |
Artikel 4 | - |
Artikel 5 | - |
Artikel 6 | - |
Artikel 7 | - |
Artikel 8 | - |
Artikel 9 | - |
Artikel 10 | - |
Artikel 11 | - |
Artikel 12 | - |
Artikel 13 | - |
Artikel 14 | - |
Artikel 15 | - |
Artikel 16 | - |
Artikel 17 | - |
Artikel 18 | - |
Artikel 19 | - |
Artikel 20 | - |
Artikel 21 | - |
Artikel 22 | - |
Artikel 23 | - |
Artikel 24 | - |
Artikel 25 | - |
Begripsomschrijving en toepasselijkheid
Aanvraag voor een aansluiting en het tot stand brengen of wijzigen van een aansluiting
Onderhouden, controleren, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een aansluiting
Rechten met betrekking tot het perceel De drinkwaterinstallatie
Overeenkomst tot levering Aard van de levering
Beperking of onderbreking van de levering in bijzondere omstandigheden en bij uitvoering van werkzaamheden
Onderbreking van de levering wegens niet-nakoming Bepaling van de omvang van de levering
De meetinrichting
Onderzoek van de meetinrichting Gevolgen van onjuiste meting Tarieven
Betaling Zekerheidstelling Wanbetaling Verbodsbepalingen Andere verplichtingen Aansprakelijkheid Boete
Afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden Wijzigingen van deze Algemene Voorwaarden Bijzondere bepalingen
Slotbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijving en toepasselijkheid
1. In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
bedrijf: de Schiphol Nederland B.V., gevestigd te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, hierna te noemen SNBV;
concessionaris: Gemeente Amsterdam of Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN);
aanvrager: degene die een aanvraag voor de totstandbrenging, de uitbreiding of wijziging van een aansluiting bij het bedrijf heeft ingediend en daarmee drinkwater van het bedrijf betrekt of zal betrekken;
verbruiker: degene die drinkwater van het bedrijf betrekt en/of de beschikking over een aansluiting heeft;
perceel: elke roerende of onroerende zaak, gedeelte of samenstel daarvan, ten behoeve waarvan een aansluiting tot stand is gekomen of zal komen, dan wel levering van drinkwater geschiedt;
drinkwaterinstallatie: de in een perceel aanwezige binnenleiding en de daarmee verbonden toestellen, indien de binnenleiding hetzij onmiddellijk met het leidingnet van het bedrijf is verbonden, hetzij middellijk met het leidingnet van het bedrijf is verbonden en het water bestemd of mede bestemd is tot drinkwater;
hoofdleiding: de leiding van het bedrijf waarop aansluitingen tot stand kunnen worden gebracht;
aansluiting: de leiding van het bedrijf die de drinkwaterinstallatie met de hoofdleiding verbindt, met inbegrip van de meetinrichting en alle andere door of vanwege het bedrijf in of aan die leiding aangebrachte apparatuur, zoals dienstkraan, hoofdkraan, meterbeugel, keerklep, begrenzer, enz;
meetinrichting: de apparatuur van het bedrijf bestemd voor het vaststellen van de omvang van de levering, van de voor de afrekening door het bedrijf nodig geachte gegevens en voor de controle van het verbruik;
levering: de levering ofwel de terbeschikkingstelling van drinkwater;
leidingnet: het samenstel van leidingen ten behoeve van de distributie van xxxxxxxxxx
2. Deze Algemene Voorwaarden maken deel uit van de Overeenkomst tussen het bedrijf en de aanvrager en/of verbruiker.
Daarnaast zijn de Aansluitvoorwaarden Drinkwater - Schiphol Nederland B.V. (AD SNBV) en tarieven- en vergoedingsregeling op de Overeenkomst van toepassing. Alle overeenkomsten waarop deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn inclusief de Algemene Voorwaarden zelf, zijn onderworpen aan Nederlands recht.
Artikel 2 Aanvraag voor en het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting
1. Een aanvraag voor het tot stand brengen van een aansluiting of tot uitbreiding of wijziging van een bestaande aansluiting, het aanvragen van de plaatsing van een meetinrichting daaronder begrepen, geschiedt door het indienen van een daartoe door het bedrijf verstrekt formulier, dan wel op een andere door het bedrijf toegestane wijze.
Indien een aansluiting door twee of meer aanvragers wordt verzocht, kan het bedrijf hoofdelijke verbondenheid verlangen.
2. Een aansluiting dan wel een uitbreiding of een wijziging van een bestaande aansluiting wordt uitsluitend door of vanwege het bedrijf tot stand gebracht. De wijze van uitvoering en de plaats van aansluiting alsmede het aantal aansluitingen worden door het bedrijf, zoveel mogelijk in overleg met de aanvrager, vastgesteld. In beginsel wordt slechts één aansluiting per perceel toegestaan.
3. Op het tot stand brengen van een aansluiting, een uitbreiding of wijziging daarvan zijn deze Algemene Voorwaarden van toepassing.
4. Het bedrijf is bevoegd tot het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting niet over te gaan dan wel hiervoor bijzondere voorwaarden te stellen, om aldus te voorkomen dat de belangen van het bedrijf of die van één of meerdere aanvragers of verbruikers worden geschaad. Of een dergelijk geval zich voordoet, is ter beoordeling van het bedrijf en kan zich onder andere voordoen indien:
a. de leveringscapaciteit van het bedrijf ter plaatse onvoldoende is;
b. de drinkwaterinstallatie naar het oordeel van het bedrijf te ver van de dichtstbijzijnde hoofdleiding is verwijderd;
c. de voor het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van de aansluiting benodigde vergunningen en toestemmingen niet of alleen op voor het bedrijf te bezwaarlijke voorwaarden kunnen worden verkregen;
d. de aansluiting en/of de levering slechts als reserve dient of een tijdelijk karakter draagt;
e. van het gebruik van de aansluiting hinder valt te verwachten in het leidingnet van het bedrijf;
f. de aanvrager in verzuim is een vordering ter zake van aansluiting of levering van drinkwater dan wel van een andere opeisbare vordering die het bedrijf op hem heeft, te voldoen, met inbegrip van die ter zake van aansluiting of levering ten behoeve van een ander respectievelijk vorig perceel, mits voldoende samenhang bestaat tussen de vordering en de aanvraag om het niet aansluiten dan wel het stellen van bijzondere voorwaarden te rechtvaardigen. Dit geldt mede met betrekking tot vorderingen van het bedrijf ter zake van aansluiting of levering ten behoeve van de uitoefening van een beroep of bedrijf.
g. Het een aanvraag betreft welke betrekking heeft op individuele bemetering van eenheden in bedrijfsverzamelgebouwen.
5. Voorts is het bedrijf bevoegd een aansluiting niet tot stand te brengen, uit te breiden en/of te wijzigen dan wel geheel of gedeeltelijk weg te nemen, indien één of meer van de in of krachtens deze Algemene Voorwaarden gestelde bepalingen of voorschriften niet zijn of worden nagekomen.
Artikel 3 Onderhouden, controleren, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen van een aansluiting
1. Een aansluiting wordt uitsluitend door of vanwege het bedrijf onderhouden, gecontroleerd, vervangen, verplaatst, uitgebreid, gewijzigd en weggenomen, één en ander zoveel mogelijk na voorafgaande mededeling aan en zoveel mogelijk in overleg met de aanvrager of de verbruiker.
2. Het onderhoud en de controle van de aansluiting zijn voor rekening van het bedrijf. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 lid 2 van deze Algemene Voorwaarden zijn het vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen voor rekening van de aanvrager of de verbruiker, indien:
a. dit geschiedt op zijn verzoek;
b. dit het gevolg is van zijn handelen of nalaten, of indien dit het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs zijn toe te rekenen.
Artikel 4 Rechten met betrekking tot het perceel
1. De aanvrager en de verbruiker zullen toestaan dat zowel voor henzelf als ten behoeve van derden in, aan, op, onder of boven het perceel leidingen worden gelegd, aansluitingen tot stand worden gebracht, aftakkingen op reeds bestaande aansluitingen worden gemaakt, alsmede dat deze en bestaande leidingen, aansluitingen of aftakkingen worden in stand gehouden, onderhouden, uitgebreid of gewijzigd (de plaatsing van de meetinrichting daaronder inbegrepen).
De ten gevolge van deze werkzaamheden door het bedrijf aan de aanvrager/verbruiker toegebrachte schade zal door of vanwege het bedrijf worden hersteld of vergoed.
2. De aanvrager en de verbruiker dragen er zorg voor dat de aansluiting goed bereikbaar blijft. Indien een aansluiting of een gedeelte daarvan niet goed bereikbaar is geworden door een handelen of nalaten van de aanvrager of de verbruiker, maant het bedrijf de aanvrager of verbruiker aan om binnen een redelijke door het bedrijf te stellen termijn de bereikbaarheid te herstellen. Indien dat niet gebeurt, heeft het bedrijf het recht op kosten van de betrokkene:
a. de belemmeringen weg te nemen;
b. wijzigingen in het tracé van de aansluiting aan te brengen;
c. een geheel nieuwe aansluiting tot stand te brengen.
Artikel 5 De drinkwaterinstallatie
1. De drinkwaterinstallatie moet voldoen aan het bepaalde in of krachtens de Aansluitvoorwaarden van het bedrijf.
2. Watertechnische werkzaamheden aan de drinkwaterinstallatie dienen te worden uitgevoerd door personen, die over de nodige vakbekwaamheid en outillage te beschikken, één en ander met inachtneming van de Aansluitvoorwaarden van het bedrijf. Ingeschrevenen ingevolge de Regeling voor Erkenning van Watertechnische Installateurs (REW 1994) of de daarvoor te eniger tijd in de plaats tredende regeling worden geacht over deze vakbekwaamheid en outillage te beschikken.
3. De verbruiker of, bij het ontbreken daarvan, de aanvrager, draagt er zorg voor dat de drinkwaterinstallatie goed wordt onderhouden. Op een daartoe strekkend verzoek van het bedrijf is hij verplicht alle verlangde gegevens betreffende de drinkwaterinstallatie aan het bedrijf te verstrekken.
4. Het bedrijf is bevoegd zo vaak het dit nodig oordeelt een drinkwaterinstallatie te onderzoeken. Indien een drinkwaterinstallatie naar het oordeel van het bedrijf niet voldoet aan het bepaalde in of krachtens de Aansluitvoorwaarden van het bedrijf, is de aanvrager of de verbruiker verplicht gebreken voor zijn rekening - en zo nodig onmiddellijk - te laten herstellen en daarbij eventuele aanwijzingen van het bedrijf op te volgen. Het bedrijf heeft echter geen verplichting na te gaan of aan het bepaalde in of krachtens de Aansluitvoorwaarden van het bedrijf is voldaan.
5. Indien in een perceel dat wordt of is aangesloten, behalve de drinkwaterinstallatie nog een installatie voor watervoorziening aanwezig is of wordt aangelegd, zijn zowel de aanvrager als de verbruiker verplicht het bedrijf hiervan direct op de hoogte te brengen en alle verlangde gegevens betreffende die installatie aan het bedrijf te verstrekken.
Tussen de drinkwaterinstallatie en een zodanige installatie mag geen verbinding bestaan.
Artikel 6 Overeenkomst tot levering
1. Levering geschiedt uit hoofde van een Overeenkomst tussen het bedrijf en de verbruiker. Op die Overeenkomst zijn deze Algemene Voorwaarden van toepassing.
2. Een Overeenkomst tot levering gaat in op de dag waarop de verbruiker voor het eerst drinkwater van het bedrijf betrekt en/of de beschikking heeft over een aansluiting. Het bedrijf kan verlangen dat de Overeenkomst schriftelijk wordt aangegaan. Het bedrijf kan weigeren een Overeenkomst tot levering aan te gaan op dezelfde gronden als aangegeven in artikel 9 ten aanzien van de onderbreking van de levering.
3. Een Overeenkomst tot levering geldt voor onbepaalde tijd, tenzij anders is overeengekomen. Indien de Overeenkomst met twee of meer verbruikers wordt aangegaan, kan het bedrijf hoofdelijke verbondenheid voor nakoming van de Overeenkomst verlangen.
4. Zowel de verbruiker als het bedrijf kunnen de Overeenkomst tot levering opzeggen. Opzegging door de verbruiker of het bedrijf dient schriftelijk met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal drie maanden te geschieden. .
5. Indien de verbruiker de Overeenkomst niet binnen de in lid 4 bedoelde opzegtermijn heeft opgezegd, alsmede indien het bedrijf niet binnen de opzegtermijn in de gelegenheid is gesteld de voor de beëindiging van de Overeenkomst noodzakelijke handelingen te verrichten, blijft de verbruiker gebonden aan hetgeen in of krachtens deze Algemene Voorwaarden is bepaald, totdat hij aan al zijn daaruit voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan.
6. Bij beperking of onderbreking van de levering of een verbod als bedoeld in artikel 8 en 9 van deze Algemene Voorwaarden, blijft de Overeenkomst tot levering onverminderd van kracht.
Artikel 7 Aard van de levering
1. Door het bedrijf wordt drinkwater geleverd.
2. In principe wordt drinkwater continu geleverd. Het bedrijf staat echter niet in voor de continuïteit van de levering. Indien zich omstandigheden voordoen, waardoor de levering wordt of moet worden onderbroken, zal het bedrijf het redelijkerwijs mogelijke doen om op de kortst mogelijke termijn de levering te hervatten.
Artikel 8 Beperking of onderbreking van de levering in bijzondere omstandigheden en bij uitvoering van werkzaamheden
1. Het bedrijf is bevoegd om in het belang van een goede openbare drinkwatervoorziening de levering te beperken, te onderbreken, het verbruik voor bepaalde doeleinden te verbieden dan wel aan de levering bijzondere voorwaarden te verbinden.
2. Tevens kan het bedrijf, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk of gewenst is, in verband met uitvoering van werkzaamheden in het belang van de veiligheid of in geval van redelijkerwijs te duchten gevaar voor schade de levering gedurende een zo kort mogelijke tijd - indien mogelijk na voorafgaande waarschuwing - beperken of onderbreken.
3. Indien de verbruiker daarom verzoekt, kan het bedrijf de levering onderbreken op nader overeen te komen voorwaarden.
4. Het bedrijf is bevoegd ter plaatse van de levering voorzieningen te treffen waardoor de volumestroom wordt begrensd tot een door het bedrijf te bepalen waarde.
Artikel 9 Onderbreking van de levering wegens niet-nakoming
1. Het bedrijf is bevoegd na voorafgaande waarschuwing - tenzij dat om redenen van veiligheid niet van het bedrijf verlangd kan worden - de levering te onderbreken, indien en zolang de aanvrager en/of verbruiker één of meer artikelen van deze Algemene Voorwaarden of de op grond van deze voorwaarden van toepassing zijnde voorschriften niet nakomt. Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen indien:
a. de drinkwaterinstallatie niet voldoet aan het bepaalde in of krachtens de Aansluitvoorwaarden van het bedrijf;
b. één of meer van de in artikel 18 van deze Algemene Voorwaarden genoemde verbodsbepalingen zijn overtreden;
c. de verbruiker overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van deze Algemene Voorwaarden in verzuim is een vordering ter zake van aansluiting of levering, dan wel een andere opeisbare vordering, die het bedrijf op hem heeft, te voldoen, met inbegrip van die ter zake van aansluiting of levering ten behoeve van een ander, respectievelijk vorig perceel, mits er voldoende samenhang bestaat tussen de vordering en de verbintenis van het bedrijf om de onderbreking te rechtvaardigen. Dit geldt mede met betrekking tot vorderingen van het bedrijf ter zake van aansluiting of levering ten behoeve van de uitoefening van een beroep of een bedrijf;
d. de verbruiker een geldende betalingsregeling niet nakomt.
2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde onderbreking van de levering wordt pas ongedaan gemaakt nadat de reden daarvoor is weggenomen en de kosten van onderbreking en hervatting van de levering, alsmede van eventueel door het bedrijf in verband hiermede geleden schade, geheel zijn voldaan. Aan de hervatting van de levering kan het bedrijf nadere voorwaarden verbinden.
3. Het gebruik door het bedrijf van zijn bevoegdheden als bedoeld in dit artikel en het vorige artikel kan niet leiden tot aansprakelijkheid van het bedrijf voor eventueel daaruit ontstane schade.
4 Indien de verbruiker niet de gebruiker is van het perceel, en de te dezen van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden of voorschriften niet worden nagekomen, kan de levering worden onderbroken.
Artikel 10 Bepaling van de omvang van de levering
1. Het bedrijf bepaalt, of en, zo ja op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een meetinrichting, dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze Algemene Voorwaarden.
2. Tenminste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting door of vanwege het bedrijf opgenomen op een door het bedrijf te bepalen tijdstip. Het bedrijf kan echter van de verbruiker verlangen dat hij zelf de stand opneemt en deze stand op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt.
3. Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt dan wel de meetinrichting defect is, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze Algemene Voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand van de meetinrichting en dat in rekening te brengen.
4. Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meter dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand een fout heeft gemaakt, wordt zo nodig eerst een nieuwe stand opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.
Artikel 11 De meetinrichting
1. Het bedrijf behoudt zich uitdrukkelijk de eigendom van de meetinrichting voor.
2. De meetinrichting wordt door of vanwege het bedrijf en op zijn kosten geplaatst en onderhouden met inachtneming van hetgeen daaromtrent in de tarieven- en vergoedingsregeling is vermeld. Vervanging, al dan niet als gevolg van uitbreiding of wijziging van de drinkwaterinstallatie, verplaatsing of wegneming mag alleen door of vanwege het bedrijf geschieden. De daaraan verbonden kosten komen eveneens voor rekening van het bedrijf. Vervanging of verplaatsing is echter voor rekening van de aanvrager of de verbruiker, indien de vervanging of de verplaatsing geschiedt op zijn verzoek of het gevolg is van zijn handelen of nalaten, behalve in het geval waarin dit handelen of nalaten het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs niet zijn toe te rekenen.
In het geval van onderzoek van de meetinrichting is het bepaalde in artikel 12 lid 4 van toepassing. Het bedrijf deelt de verbruiker zoveel mogelijk vooraf mee wanneer de meetinrichting wordt vervangen of verplaatst.
3. De aanvrager of de verbruiker draagt er zorg voor dat de meetinrichting steeds goed bereikbaar is en goed kan worden afgelezen. Voorts dient hij de meetinrichting te beschermen tegen beschadigingen, tegen verbreking van de verzegeling en te behoeden voor vorstschade.
4. Door het bedrijf kunnen zodanige voorzieningen worden getroffen, dat aflezing op afstand mogelijk is. De aanvrager of de verbruiker stelt, op verzoek van het bedrijf indien benodigd, een nader te bepalen elektrische voorziening nabij de meetinrichting kosteloos ter beschikking.
Artikel 12 Onderzoek van de meetinrichting
1. Bij twijfel over de juistheid van de meting kunnen zowel de verbruiker als het bedrijf verlangen dat de meetinrichting wordt onderzocht. Het bedrijf deelt de verbruiker zoveel mogelijk vooraf mede wanneer dit onderzoek zal plaatsvinden en/of wanneer de meetinrichting voor onderzoek zal worden weggenomen. Het bedrijf stelt de verbruiker op de hoogte van de onderzoeksmogelijkheden en van de kosten van het onderzoek.
2. Het onderzoek wordt in opdracht van het bedrijf verricht door een door de Commissie Controle Watermeters van de Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland erkende watermeterherstelplaats, dan wel door Kiwa N.V. of een door Kiwa N.V. aan te wijzen deskundige. Indien het onderzoek zal geschieden door een erkende watermeterherstelplaats, kan de verbruiker verlangen dat deze een andere is dan de eventueel bij het bedrijf in beheer zijnde erkende watermeterherstelplaats.
3. Een meting wordt geacht juist te zijn, indien bij het nominale meetvermogen van de meetinrichting de in de "EEG-IJkbeschikking Koudwatermeters" voor de eerste EEG-ijk vermelde maximaal
toelaatbare fout met een fout van niet meer dan 2% van de bij de ijking doorgestroomde hoeveelheid wordt overschreden.
4. De kosten van het onderzoek en de vervanging van de meetinrichting zijn voor rekening van degene op wiens verzoek het onderzoek wordt verricht. Indien volgens het onderzoek de afwijking groter is dan toegestaan, komen de kosten ten laste van het bedrijf.
5. Binnen zes weken na bekendmaking van de resultaten van het overeenkomstig dit artikel uitgevoerde onderzoek, dient verbruiker schriftelijk aan het bedrijf kenbaar te maken of hij nader onderzoek verlangt. Gedurende deze termijn, alsmede gedurende de periode van eventueel ingesteld nader onderzoek of gedurende de periode van herberekening op grond van artikel 13, houdt het bedrijf de meter voor onderzoek beschikbaar.
Artikel 13 Gevolgen van onjuiste meting
1. Indien uit het onderzoek blijkt dat de afwijking groter is dan toegestaan, stelt het bedrijf de omvang van de levering vast aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek. Herberekening zal plaatsvinden over de periode dat de meetinrichting onjuist heeft gefunctioneerd, doch ten hoogste over een tijdvak van vierentwintig maanden, wanneer het bedrijf te veel berekend heeft, en over een tijdvak van achttien maanden wanneer het bedrijf te weinig berekend heeft, teruggerekend vanaf het moment van het verwijderen van de ondeugdelijke meetinrichting. In geval van fraude zal echter herberekening over de volledige periode plaatsvinden.
2. Indien het onderzoek geen hanteerbare maatstaf oplevert voor het vaststellen van de omvang van de levering, is het bedrijf bevoegd de omvang van de levering in het desbetreffende tijdvak te schatten naar de beste ter beschikking van het bedrijf staande gegevens hieromtrent, waarbij als maatstaf dient:
a. de omvang van de levering in het overeenkomstige tijdvak van het voorafgaande jaar, of
b. de gemiddelde omvang van de levering in een eraan voorafgaand en een erop volgend tijdvak, of
c. een andere, na overleg met de verbruiker te bepalen billijke maatstaf.
Artikel 14 Tarieven
1. Voor het tot stand brengen, in stand houden, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting en voor de levering zijn de aanvrager en de verbruiker bedragen verschuldigd volgens de tarieven- en vergoedingsregeling van het bedrijf.
2. Het bedrijf bepaalt welk tarief op de waterlevering van toepassing is. De aanvrager en de verbruiker zijn gehouden desgevraagd de daartoe benodigde gegevens te verstrekken.
3. Alle bedragen die de aanvrager en de verbruiker ingevolge deze Algemene Voorwaarden verschuldigd zijn, zullen respectievelijk kunnen worden verhoogd met de belastingen en de heffingen die het bedrijf krachtens een besluit van de overheid verplicht respectievelijk bevoegd is in rekening te brengen. Het bedrijf zal deze verhogingen voor zover mogelijk op de nota nader specificeren.
Artikel 15 Betaling
1. Alle bedragen die de aanvrager en de verbruiker ingevolge deze Algemene Voorwaarden verschuldigd zijn, brengt het bedrijf hun door middel van een nota in rekening.
2. Indien het bedrijf dit verlangt, is de verbruiker voorschotten verschuldigd op hetgeen hij wegens de levering over het lopende tijdvak van afrekening zal moeten betalen. Het bedrijf bepaalt in redelijkheid de grootte van de voorschotten, de periode waarop zij betrekking hebben, de tijdstippen waarop zij in rekening worden gebracht en het tijdstip waarop de afrekening plaatsvindt. Deze afrekening vindt ten minste éénmaal per jaar plaats, onder verrekening van de voorschotten. Bij verandering van omstandigheden kan de verbruiker wijziging van de grootte van de voorschotten verzoeken.
3. Een nota dient te worden voldaan binnen veertien dagen na ontvangst dan wel binnen de door het bedrijf op of bij de nota aangegeven termijn, indien die langer is dan veertien dagen. Het bedrijf geeft aan op welke wijzen de nota kan worden voldaan.
4. De verplichting tot betaling kan niet worden opgeheven of opgeschort op grond van bezwaren tegen de nota.
5. Het is de aanvrager of verbruiker niet toegestaan de hem in rekening gebrachte bedragen te verrekenen met enig bedrag dat het bedrijf hem schuldig is.
Artikel 16 Zekerheidstelling
1. Het bedrijf kan van de aanvrager of van de verbruiker een borgstelling of bankgarantie verlangen tot zekerheid van de betaling van de op grond van deze Algemene Voorwaarden verschuldigde bedragen, tenzij het bedrijf toepassing geeft aan het bepaalde in lid 2 of 3 van dit artikel.
2. Het bedrijf is gerechtigd vooruitbetaling te verlangen van het bedrag dat verschuldigd is wegens het tot stand brengen, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een aansluiting.
3. Tot zekerheid van de betaling van de ter zake van de levering verschuldigde bedragen kan het bedrijf van de verbruiker de storting van een waarborgsom eisen. De waarborgsom zal niet hoger zijn dan het bedrag dat de verbruiker naar het oordeel van het bedrijf vermoedelijk gemiddeld voor levering over een periode van zes maanden zal moeten betalen. De waarborgsom wordt terugbetaald, zodra de noodzaak tot zekerheidsstelling naar uitsluitend oordeel van het bedrijf niet meer aanwezig is en in ieder geval zo spoedig mogelijk na beëindiging van de Overeenkomst tot levering, onder aftrek van het bedrag dat eventueel nog moet worden betaald.
4. Over de waarborgsom wordt door het bedrijf géén rente vergoed.
Artikel 17 Wanbetaling
1. Indien de aanvrager of de verbruiker binnen de door het bedrijf gestelde betalingstermijn niet of niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan is de aanvrager of de verbruiker van rechtswege in verzuim.
2. Indien en zodra de aanvrager of de verbruiker in verzuim is, is hij een vertragingsrente verschuldigd wegens te late betaling van 1% per maand of gedeelte daarvan, waarover het verzuim voortduurt; onverminderd het recht van de beheerder op vergoeding van kosten van gerechtelijke en/of buitengerechtelijke inning en onverminderd het bepaalde in artikel 9. De in dit lid bedoelde bedragen zijn onmiddellijk opeisbaar.
Artikel 18 Verbodsbepalingen
1. Het is de aanvrager en de verbruiker verboden:
a. door middel van de drinkwaterinstallatie via het leidingnet van het bedrijf hinder of schade te veroorzaken voor het bedrijf of andere verbruikers;
b. door of vanwege het bedrijf aangebrachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken;
c. handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de omvang van de levering niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen, waardoor het normaal functioneren van de meetinrichting of andere apparatuur van het bedrijf wordt verhinderd of de tarieven-en vergoedingsregeling van het bedrijf niet of niet juist kan worden toegepast;
d. het leidingnet van het bedrijf te gebruiken voor aarding van elektrische installaties, toestellen, bliksemafleiders en dergelijke;
e. water te verspillen.
2. Het is de verbruiker verboden zonder schriftelijke toestemming van het bedrijf het geleverde water anders dan ten behoeve van het eigen perceel te gebruiken. Het bedrijf kan aan een dergelijke toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 19 Andere verplichtingen
1. Het bedrijf zal bij de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Algemene Voorwaarden die zorg betrachten die van een zorgvuldig handelend bedrijf mag worden verwacht. In het bijzonder zal het bedrijf zoveel mogelijk trachten te voorkomen dat de aanvrager en de verbruiker bij de uitvoering van werkzaamheden hinder of schade ondervinden.
2. Zowel de aanvrager als de verbruiker zijn verplicht aan het bedrijf de nodige medewerking te verlenen bij de toepassing en de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Algemene Voorwaarden en de controle op de naleving daarvan, en wel in het bijzonder door:
a. het bedrijf zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van door hen waargenomen of vermoede schade, gebreken of onregelmatigheden in het in hun perceel aanwezige gedeelte van de aansluiting, inclusief de meetinrichting, verbreking van de verzegeling daaronder begrepen;
b. aan personen, die van een door het bedrijf uitgegeven legitimatiebewijs of machtiging zijn voorzien, toegang te verlenen tot het perceel - mede ten behoeve van de uitvoering van een van overheidswege op het bedrijf rustende verplichting - van 08.00 tot 20.00 uur, behoudens op zon- en feestdagen; alsmede in geval van dringende reden ook op andere dagen en buiten deze uren;
c. het bedrijf tijdig op de hoogte te stellen van adres- c.q. (handels)-naamswijzigingen.
d. het bedrijf tijdig op de hoogte te stellen van verbouwing of wijziging van bestemming van het perceel.
3. De aanvrager en de verbruiker zijn verplicht het redelijkerwijs mogelijke te doen om schade aan het in het perceel aanwezige gedeelte van de aansluiting te voorkomen.
4. Indien de aanvrager of de verbruiker geen eigenaar is van het perceel, staat hij ervoor in dat de eigenaar akkoord gaat met het verrichten van alle handelingen die door het bedrijf voor het tot stand brengen, het vervangen, het verplaatsen, het uitbreiden, het wijzigen of het wegnemen van een aansluiting (de plaatsing van een meetinrichting daaronder inbegrepen) of voor de levering noodzakelijk worden geacht, zowel ten behoeve van hemzelf als, ingevolge artikel 4 lid 1 van deze Algemene Voorwaarden, ten behoeve van derden. Het bedrijf kan verlangen dat de aanvrager of de verbruiker een schriftelijke verklaring van de eigenaar overlegt.
Artikel 20 Aansprakelijkheid
1. Het bedrijf is jegens de aanvrager of de verbruiker niet aansprakelijk voor schade aan personen of zaken ten gevolge van onderbreking of beperking van de levering.
2. Het bedrijf is, met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van dit artikel, aansprakelijk voor schade aan personen of zaken ten gevolge van een gebrekkige aansluiting of levering dan wel van een onjuist handelen of nalaten in verband met een aansluiting of een levering - niet zijnde een onderbreking van de levering - doch niet, indien de schade het gevolg is van een tekortkoming die het bedrijf niet kan worden toegerekend.
3. Van vergoeding zijn in alle gevallen uitgesloten schade aan zaken die door de aanvrager of de verbruiker worden gebruikt voor de uitoefening van een bedrijf of een beroep en schade als gevolg van bedrijfsstilstand, als gevolg van het niet kunnen uitoefenen van een beroep of als gevolg van winst- of inkomensderving.
4. Indien en voor zover het bedrijf jegens de aanvrager of de verbruiker in het kader van deze Algemene Voorwaarden tot schadevergoeding verplicht is, komt schade aan personen slechts voor vergoeding in aanmerking tot een bedrag van ten hoogste € 1.000.000,- (een miljoen euro) per gebeurtenis voor alle aanvragers en verbruikers tezamen, met dien verstande dat de vergoeding van schade aan zaken, ongeacht de omvang van het totaal der schade, is beperkt tot ten hoogste
€ 1.500,- (vijftien honderd euro) per aanvrager of verbruiker. Indien het totaal der schaden aan personen en/of zaken meer bedraagt dan € 1.000.000,-, is het bedrijf niet gehouden meer schadevergoeding te betalen dan dit bedrag, waarbij met inachtneming van het eerder in dit lid genoemde maximum voor schade aan zaken van € 1.500,- de aanspraken van de aanvragers en de verbruikers naar evenredigheid zullen worden voldaan.
5. Schade dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na het ontstaan aan het bedrijf te zijn gemeld, tenzij de aanvrager of de verbruiker aannemelijk maakt dat hij de schade niet eerder heeft kunnen melden.
6. De aansprakelijkheidsregeling van de vorige leden van dit artikel geldt mede ten aanzien van elk ander waterleidingbedrijf waarmee het bedrijf ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening samenwerkt, alsmede ten aanzien van personen voor wie het bedrijf, of dat andere waterleidingbedrijf aansprakelijk is.
7. De aanvrager of de verbruiker is aansprakelijk voor alle schade aan enige door het bedrijf ten behoeve van de levering in, aan, op, onder of boven het perceel aangebrachte voorziening, tenzij hij aannemelijk maakt dat bovengenoemde schade niet aan zijn schuld of die van iemand waarvoor hij aansprakelijk is, is te wijten.
Artikel 21 Boete
1. Indien de aanvrager of de verbruiker toerekenbaar in strijd met het bepaalde in de artikelen 18 en 19 van deze Algemene Voorwaarden heeft gehandeld, is het bedrijf bevoegd hem een boete op te leggen van ten hoogste € 150,- per overtreding, onverminderd het recht van het bedrijf op nakoming en/of schadevergoeding en/of zijn bevoegdheid om de levering te onderbreken.
2. Op opgelegde boetes is het bepaalde in de artikelen 15 en 17 van deze Algemene Voorwaarden voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 22 Afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden
1. In bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van het bedrijf, kunnen afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden worden toegestaan.
Dergelijke afwijkende bepalingen zijn tussen partijen slechts geldend indien en zover schriftelijk zijn overeengekomen.
2. In alle gevallen waarin deze Algemene Voorwaarden niet voorzien, beslist het bedrijf.
3. Met bijzondere categorieën van aanvragers en/of verbruikers kan het bedrijf overeenkomsten tot levering aangaan, waarin afwijkende en/of aanvullende bepalingen ten aanzien van deze Algemene Voorwaarden zijn gesteld.
Artikel 23 Wijzigingen van deze Algemene Voorwaarden
1. Deze Algemene Voorwaarden en de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften en regelingen kunnen door het bedrijf worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking op de dag waarop zij aan de aanvrager en/of verbruiker schriftelijk zijn medegedeeld, tenzij in de bekendmaking een latere datum van in werking treden is vermeld.
2. Door de concessionaris aan het bedrijf met ingang van een bepaald tijdstip opgelegde verplichtingen(en) en of voorwaarde(n) wordt geacht tegelijkertijd deel uit te maken van deze onderhavige voorwaarden. Het bedrijf zal de aanvrager of verbruiker dienaangaande zo spoedig mogelijk berichten.
3. Wijzigingen gelden ook ten aanzien van reeds bestaande overeenkomsten. Indien een verbruiker een wijziging niet wenst te accepteren, kan hij de Overeenkomst opzeggen binnen veertien werkdagen nadat de wijziging is bekendgemaakt.
Artikel 24 Bijzondere bepalingen
1. De verplichting tot levering ingevolge de Overeenkomst, bedoeld in artikel 6 van deze Algemene Voorwaarden, eindigt in ieder geval indien en voor zover een aan het bedrijf verleende concessie wordt ingetrokken of vervallen verklaard.
2. Voor het geval het bedrijf zijn rechten en verplichtingen uit de Overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van deze Algemene Voorwaarden aan een derde dient of wenst over te dragen, verleent de verbruiker/aanvrager hiertoe bij voorbaat zijn toestemming.
Artikel 25 Slotbepalingen
1. Deze Algemene Voorwaarden treden in werking op 1 januari 2008. Met ingang van die datum vervallen de tot dan geldende Algemene Voorwaarden.
2. Deze Algemene Voorwaarden kunnen worden aangehaald als Algemene Voorwaarden Drinkwater - Schiphol Nederland B.V. (AVD SNBV).
3. Deze Algemene Voorwaarden liggen bij het bedrijf ter inzage en zijn aldaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar.
4. Op deze voorwaarden is Nederlands Recht van toepassing.
5. Alle uit deze voorwaarden voortvloeiende geschillen worden onderworpen aan het oordeel van de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Haarlem.