Afvalwaterakkoord riolering en zuiveringen Utrecht september 2014
Afvalwaterakkoord riolering en zuiveringen Utrecht september 2014
De ondergetekenden,
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, gevestigd te Houten, vertegenwoordigd ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet door hoogheemraad, mevrouw E. xxx xxx Xxxx, hiertoe gemachtigd door dijkgraaf, de heer P.J.M. Xxxxxxxx en handelend ter uitvoering van het besluit van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden d.d. 2 september 2014 met nummer 851682, hierna te noemen “waterschap”;
en
Gemeente Utrecht, gevestigd te Utrecht, vertegenwoordigd ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet door wethouder, de xxxx X. Xxxxxx, hiertoe gemachtigd door burgemeester,
X.X.X. xxx Xxxxx en handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeesters en wethouders van gemeente Utrecht d.d. @@ september 2014 met nummer @@@@, hierna te noemen “gemeente”;
tezamen genoemd "partijen";
Overwegende dat:
• riolering en zuivering één onlosmakelijk geheel vormen waardoor permanente samenwerking tussen gemeente en waterschap als beheerders van dit systeem noodzakelijk is en hierbij te streven naar doelmatigheid, conform de landelijke afspraken die daarover zijn vastgelegd in het Bestuursakkoord Water (2011);
• gemeente en waterschap een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben bij de vergunningverlening en handhaving van (indirecte) lozingen op de riolering die vervolgens naar de zuivering worden getransporteerd. Hierdoor kunnen de partijen de kwaliteit van het afvalwater bewaken en waar nodig beïnvloeden om daarmee de riolering, de zuivering en het ontvangende oppervlaktewater tegen onacceptabele schade en overlast te beschermen;
• het waterschap de wettelijke taak heeft om voor de gemeente de afname te garanderen van het huishoudelijk en industrieel afvalwater en regenwater die begrensd wordt door de door het algemeen bestuur van het waterschap vastgestelde richtlijnen, de zogeheten afvoernorm;
• de gemeente de wettelijke taak heeft om te voldoen aan de landelijk richtlijnen voor de lozing uit de riolering op het oppervlaktewater nader omschreven als het 2-sporenbeleid (basisinspanning en waterkwaliteitspoor) en de KRW zoals deze gezamenlijk is vertaald in het Regionaal Afvalwaterketenbeleid (2014);
Verklaren door ondertekening van dit akkoord het volgende te zijn overeengekomen:
1 Definities en afkortingen
1.1 Afvalwaterketen: het geheel van rioolstelsels, rioolgemalen en transportleidingen met bijbehorende zuivering.
1.4 Waterkwaliteitsspoor: Opheffen van probleemlocaties voor de waterkwaliteit die na uitvoering van de basisinspanning nog resteren. Toetsingsmethodiek voor het waterkwaliteitsspoor is vastgelegd in de Tweede Rioleringsnota van het waterschap.
1.7 RWZI: rioolwaterzuiveringsinstallatie
1.9 OAS: optimalisatiestudie afvalwaterketen
1.10 Aansluitpunt: locatie waar het afvalwater juridisch gezien overgedragen wordt van de gemeente aan het waterschap.
1.11 Meetpunt: locatie waar het ontvangen afvalwater gemeten wordt op kwantiteit en kwaliteit.
1.12 Rioolvreemd water: water dat niet in de riolering thuishoort (zijnde geen afvalwater), zoals bijvoorbeeld grond- en oppervlaktewater.
2 Basis van dit akkoord
3 Doel van dit akkoord
Doel van dit akkoord is het functioneren van de afvalwaterketen in Utrecht op het gewenste kwaliteitsniveau (2-sporenbeleid en KRW) te houden en waar mogelijk verder te verbeteren. Dit akkoord vormt de basis voor een permanente samenwerkingsrelatie tussen de partijen en legt de wederzijdse verplichtingen van de partijen vast met betrekking tot het beheer en het functioneren van de afvalwaterketen.
4 Gezamenlijke inspanningsverplichtingen
4.2 Gemeente en waterschap hebben in 2010 gezamenlijk onderzoek gedaan naar de herkomst van het rioolvreemd water dat op de RWZI wordt aangeboden. Op basis hiervan heeft de gemeente maatregelen getroffen om de hoeveelheid rioolvreemd water terug te dringen. In 2015 zal de onderzoekscyclus herhaald worden.
5 Inspanningsverplichtingen van het waterschap
5.1 Het waterschap zorgt voor voldoende verwerkingscapaciteit van het afvalwater afkomstig uit de gemeente Utrecht. Hierbij gaat zij uit van een maximum van
13.194 m3/h en 400.000 v.e.(150) naar rwzi Zandpad en een maximum van 92 m3/h en 3712 v.e.(150) naar rwzi Maarssenbroek en een maximum van 2.206 m3/h en 90.000 v.e.(150) naar rwzi Leidsche Rijn en een maximum van 884 m3/h en 12682 v.e.(150) naar rwzi De Meern. Het waterschap biedt deze capaciteit aan, verdeeld over 10 overnamepunten, zoals aangegeven is in bijlage 3.
5.3 Het waterschap spant zich ervoor in, om bij ingrepen aan het systeem die van invloed kunnen zijn op de resultaatsverplichtingen zoals beschreven in lid 1, de gemeente hierover vroegtijdig te informeren. Dit dient in ieder geval te geschieden als er wijzigingen komen in de in bijlage 2 vermelde planning.
6 Inspanningsverplichtingen van de gemeente
6.2 De gemeente voert de verbetermaatregelen die beschreven staan in het BRP en opgenomen zijn in bijlage 2 in samenspraak met het waterschap uit. Mocht uit nieuw inzicht en na wederzijdse overeenstemming blijken dat een maatregel ondoelmatig is, dan kunnen er wijzigingen optreden in dit maatregelenpakket.
6.4 De gemeente betrekt het waterschap bij de vergunningverlening en handhaving van de indirecte (grondwater)lozingen. Het waterschap heeft hiervoor bindend adviesrecht als de doelmatige werking van de rwzi of de waterkwaliteits- doelstellingen in het geding zijn. De gemeente en het waterschap handelen hierbij zoals is vastgelegd in de “Samenwerkingsovereenkomst Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)”, van oktober 2010 tussen provincie Utrecht, de inliggende waterschappen en de inliggende gemeenten.
6.5 De gemeente draagt er zorg voor dat de door het rijk opgestelde besluiten (het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en het Besluit lozen buiten
6.6 Wanneer er een lozing plaatsvindt via een nooduitlaat die onderdeel uitmaakt van het openbaar vuilwateriool in een oppervlaktewaterlichaam, meldt de gemeente dit onmiddellijk aan het waterschap.
6.7 Uitbreidingen ten gevolge van woningbouw die een vergroting van meer dan 25 m3/h van de afvoernorm betreffen, worden minimaal 5 jaar van te voren afgestemd met het waterschap. Uitbreidingen ten gevolge van bedrijfsontwikkeling die een vergroting van meer dan 25 m3/h van de afvoernorm betreffen, worden afgestemd zodra dit bij de gemeente bekend is.
6.8 De afvoernorm verandert alleen als de gemeente d.m.v. (riolerings)plannen met nieuwe gegevens komt en na gezamenlijke overeenstemming.
7 Overlegstructuur
7.1 Zolang deze overeenkomst geldt, zullen de partijen tenminste één maal per jaar tijdens een periodiek bestuurlijk overleg over de afvalwaterketen de voortgang en ontwikkeling van de gemaakte afspraken van dit akkoord bespreken.
7.2 Zolang deze overeenkomst geldt, zullen de partijen tenminste twee maal per jaar tijdens het ambtelijk periodieke rioleringsoverleg over het functioneren van de afvalwaterketen spreken. Bij dit overleg wordt tenminste stilgestaan bij de in dit afvalwaterakkoord gemaakte afspraken, de gevolgen van eventuele wijzigingen (door o.a. capaciteitsuitbreidingen) voor de werking van het systeem en de (mogelijke) knelpunten bij het dagelijkse beheer.
7.3 In geval van calamiteiten hebben de partijen de verplichting elkaar per direct op de hoogte te stellen van het voorval en te handelen volgens het incidentenplan riolering van de gemeente en/of het betreffende calamiteitenbestrijdingsplan van het waterschap.
8 Afspraken over wijzigingen
9 Inwerkingtreding
Dit afvalwaterakkoord treedt in werking op de dag na de datum van ondertekening.
10 Duur van de overeenkomst
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van tenminste 5 jaar na de datum van ondertekening en wordt geactualiseerd (voor een nieuwe periode van 5 jaar) tot opzegging plaatsvindt volgens artikel 11.
11 Beëindiging van de overeenkomst
11.2 Eenzijdige schriftelijke opzegging van deze overeenkomst is alleen mogelijk in geval van overmacht. Daarbij geldt een opzegtermijn van 12 maanden.
12 Geschillen
Ieder geschil tussen de Partijen ter zake van deze overeenkomst zal bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Utrecht, tenzij partijen alsnog arbitrage of bindend advies overeenkomen.
Opgemaakt en ondertekend in tweevoud:
Gemeente Utrecht, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
te te
datum: datum:
Bijlage 1: Rapportages “Optimalisatiestudie De Meern” (2009), “Actualisatie afvalwaterstromen Leidsche Rijn 10 juni 2008”, “Rioolvreemd water rwzi Utrecht” (2010), “Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014 – 2017 gemeente Utrecht” en “Basisrioleringsplan Utrecht, 21 december 2012” “meetproject capaciteit influentgemaal rwzi Utrecht” (2013).
Bijlage 2: Planning van de uit te voeren maatregelen Bijlage 3: Overnamepunten afvalwaterketen Utrecht Bijlage 4: Emissiegrens- en signaleringswaarden
Bijlage 1: Rapportages “Optimalisatiestudie De Meern” (2009), “Actualisatie afvalwaterstromen Leidsche Rijn 10 juni 2008”, “Rioolvreemd water rwzi Utrecht” (2010), “Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014 – 2017 gemeente Utrecht”, “Basisrioleringsplan Utrecht, 21 december 2012” en meetprogramma capaciteit influentgemaal rwzi Zandpad Utrecht (2013).
Bijlage 2: Planning van de uit te voeren maatregelen
De gemeente Utrecht zorgt in samenspraak met het waterschap voor de uitvoering van de onderstaande maatregelen (conform BRP). De maatregelen worden uitgevoerd in de planperiode van het vGRP: 2014 t/m 2017.
Verbeteringsmaatregelen riolering gemeente
Maatregel | Planning |
Verlagen pompovercapaciteit VGS Lunetten (- 240 m3/u) | 2015 (indicatief) |
Maatregelen basisinspanning conform exceldocument ‘Maatregelen basisinspanning stand van zaken (april 2014)’ | 2015 |
Het waterschap zorgt in samenspraak met de gemeente voor de uitvoering van de onderstaande maatregelen.
Verbeteringsmaatregelen zuiveringstechnische werken waterschap
Maatregel | Planning |
Nieuwbouw of renovatie rwzi Utrecht | 2019 (indicatief) |
HRG Strijkviertel | 2017 (indicatief) |
Bijlage 3: Overnamepunten afvalwaterketen Utrecht
In gemeente Utrecht zijn er 10 punten waar het afvalwater van de gemeente overgenomen wordt door het waterschap. In de onderstaande tabel staat per overnamepunt (gemaal) aangegeven wat de bijbehorende afvoernorm is.
Afvalwater Utrecht 2014
Naam | Norm (m3/h) | Geïnstalleerd (m3/h) | Renovatie (jaartal) |
13.194 | |||
Totaal rwzi Zandpad (vrijverval) | 13.385 | 15.000 | 2018 |
rwzi Maarssenbroek | 92 | ||
Totaal rwzi Maarssenbroek | 682 | 800 | |
1353 | 1425 | 2015 | |
HRG Vleuterweide | 000 | 000 | 0000 |
RG De Wetering (gemeente) | 336 | 424 | |
Totaal rwzi Leidsche Rijn | 2206 | 2569 | 2013 |
000 | 000 | 0000 | |
HRG ’t Weer | 194 | 194 | 2030 |
HRG Xxxxxxxxxxxx | 000 | 000 | 0000 |
RG Veldhuizen (gemeente) | 146 | ||
RG Fletiomare (gemeente) | 48 | 68 | |
Totaal afkomstig uit gemeente Utrecht | 1078 | ||
Totaal rwzi De Meern | 1282 | 1650 | 2014 |
Afvalwater Utrecht toekomst na treffen maatregelen bijlage 2
Naam | Norm (m3/h) | Geïnstalleerd (m3/h) | Renovatie (jaartal) |
Totaal rwzi Zandpad (vrijverval) | 12.954 13.145 | n.t.b. | 2018 |
rwzi Maarssenbroek Totaal rwzi Maarssenbroek | 92 682 | 800 | |
HRG LR / Schoenlappersvlinder2 | 1353 | 1425 | 2017 |
HRG Vleuterweide | 000 | 000 | 0000 |
RG De Wetering (gemeente) | 336 | 424 | |
Totaal rwzi Leidsche Rijn | 2205 | 2569 | 2014 |
HRG Strijkviertel3 | 000 | 000 | 0000 |
HRG ’t Weer | 194 | 194 | 2030 |
HRG Xxxxxxxxxxxx | 000 | 000 | 0000 |
RG Veldhuizen (gemeente) | 146 | 146 | |
RG Fletiomare (gemeente) | 48 | 68 | |
Totaal afkomstig uit gemeente Utrecht | 948 | ||
Totaal rwzi De Meern (incl. Woerden / | |||
Montfoort) | 1152 | 1650 | 2014 |
1 BRP Utrecht, 2012
2 Actualisatie afvalwaterstromen Leidsche Rijn, 2008 (zie onder)
3 OAS De Meern, 2009
4 BRP Utrecht, 2012
Afvoernorm Leidsche Rijn eindsituatie o.b.v. “Actualisatie afvalwaterstromen Leidsche Rijn 10 juni 2008” en geactualiseerd obv gesprek (d.d. 11 juni 2009) tussen de gemeente (xxx. X xxx Xxxxxxxxxxxxx / xxx. X. Xxxxxx) en waterschap (xxx. X. Xxxxxxxx).
Deelgebied | Woningen | Woningbezetting | Inwoners | Bedrijventerrein | DWA | pomp overcap. (poc) | Totaal RWA |
volgens prognose | 2020 | op riolering | |||||
[aantal] | [inw./woning] | [aantal] | [ha.] | [m3/h] | [m3/h] | [m3/h] | |
Naar rioolgemaal Vleuterweide: | |||||||
Vleuten bestaand (gemengd riool) | 1840 | 2,39 | 4.392 | 0 | 67,5 | 158,1 | 225,6 |
Vleuten bestaand (verbeterd gescheiden) | 953 | 2,39 | 2.275 | 0 | 27,3 | 29,6 | 56,9 |
Haarzuilens bestaand (gemengd riool) | 155 | 2,39 | 370 | 0 | 7,4 | 13,3 | 20,8 |
Vleuterweide | 6000 | 2,66 | 15.961 | 2,1 | 194,1 | 19,4 | 213,5 |
Subtotaal rioolgemaal Vleuterweide | 8948 | 22998 | 2,1 | 296,4 | 220,4 | 516,8 | |
Naar rioolgemaal Leidsche Rijn: | |||||||
Papendorp Zuid1 | 0 | 2,43 | - | 30,2 | 70,1 | 90,54 | 153 |
Papendorp Noord2 | 1482 | 2,43 | 3.601 | 34,3 | 73,7 | 126,3 | 213 |
Strijkviertel woningen | 675 | 2,43 | 1.640 | 0 | 20,7 | 10,7 | 22 |
Strijkviertel bedrijven3 | 0 | 2,43 | - | 36,4 | 66,0 | 109,2 | 145 |
Centrumzone G1, G24 | 4366 | 2,43 | 10.609 | 35,4 | 198,3 | 175,2 | 375 |
E3 (centrum Noord incl. toren)5 | 180 | 2,43 | 437 | 5,5 | 97,2 | 16,5 | 110 |
De Woerd | 500 | 2,43 | 1.215 | 0 | 14,6 | 7,9 | 15 |
Langerak | 1763 | 2,43 | 4.284 | 0 | 51,4 | 27,8 | 79 |
Parkwijk | 2594 | 2,43 | 6.303 | 0 | 75,6 | 41,0 | 114 |
Het Zand | 4200 | 2,43 | 10.206 | 0 | 122,5 | 66,3 | 127 |
Subtotaal rioolgemaal Leidsche Rijn | 15760 | 38295 | 142 | 790 | 671 | 1353 | |
Naar rioolgemaal de Wetering: | |||||||
de Wetering I t/m IV6 | 0 | 2,43 | - | 35,6 | 48,9 | 106,8 | 155,7 |
Terwijde | 4000 | 2,43 | 9.720 | 0 | 116,6 | 63,2 | 179,8 |
Subtotaal rioolgemaal de Wetering | 4000,0 | 9719,6 | 35,6 | 165,5 | 170,0 | 335,5 | |
Totaal naar RWZI Leidsche Rijn | 28708 | 71013 | 1252,1 | 1061,8 | 2205,3 |
Bijlage 4: Emissiegrens- en signaleringswaarden
Emissiegrenswaarden
Het te lozen afvalwater voldoet bij het aansluitpunt aan de onderstaande grenswaarden. Dit zijn lozingseisen die niet mogen worden overschreden. De emissiegrenswaarden zijn van belang voor de bescherming van de doelmatige werking van de zuiveringstechnische voorzieningen.
parameter | concentratie in een volumeproportioneel etmaalmonster |
sulfaat | |
minerale olie | < 50 mg/l |
zuurgraad | 6,5 ≤ pH ≤ 10 |
Met de onderstaande voorwaarden. Het afvalwater:
• is niet warmer dan 30° C;
• veroorzaakt geen verstopping, beschadiging of verstoring van de goede werking van de zuiveringstechnische werken;
• veroorzaakt geen brand- of explosiegevaar.
• veroorzaakt ter plaatse van de meetpunten geen significante remming van de nitrificatie-activiteit van micro-organismen in het actief slib van de RWZI; significant wil zeggen dat de remmende werking meer dan 25% bedraagt ten opzichte van een standaardsubstraat.
Signaleringswaarden
De signaleringswaarden zijn normen om de kwaliteitsdoelstellingen voor het ontvangende oppervlaktewater te kunnen realiseren. De signaleringswaarden worden door het waterschap in de gaten gehouden. Bij overschrijding van de signaleringswaarden meldt het waterschap dat aan de gemeente.
Een signaleringswaarde is bedoeld om vroegtijdig mogelijke problemen met betrekking tot waterkwaliteit te signaleren. De signaleringswaarden dienen ter bewaking van de waterkwaliteitsdoelstellingen en ter voorkoming van vervuiling van het zuiveringsslib.
Als geconstateerd wordt dat voor een bepaalde stof de signaleringswaarde stelselmatig wordt overschreden is dit aanleiding voor een overleg met de gemeente om te bepalen welke bronnen daarvoor verantwoordelijk kunnen zijn en of voor deze bronnen op doelmatige wijze sanering van de bron mogelijk is. De signaleringswaarden hebben, naast de stoffen waarvoor eveneens een emissiegrenswaarde is opgenomen, nog betrekking op twee andere stofgroepen waarvoor alleen signaleringswaarden zijn vastgesteld: zware metalen en chemische bestrijdingsmiddelen.
parameter | concentratie in een volumeproportioneel etmaalmonster |
sulfaat | |
minerale olie | < 30 mg/l |
zuurgraad | 6,8 ≤ pH ≤ 9 |
Signaleringswaarden zware metalen en bestrijdingsmiddelen
concentratie in een volumeproportioneel etmaalmonster [μg/l] | |
Koper | < 80 |
Lood | < 50 |
Zink | < 300 |
Nikkel | < 12 |
Cadmium | < 8 |
Kwik | < 1 |
Glyfosaat | < 80 |
AMPA | < 80 |
MCPA | <detectiegrens |
Dichlobenil | < 20 |
Simazine | <detectiegrens |
Diuron | <detectiegrens |