Contract
Oplegvel Collegebesluit | Portefeuille X. x. Xxxxx |
Auteur Dhr. M van der Ark | |
Telefoon 0235113048 | |
CS/Concerncontrol Xxx.xx. | |
2013/134108 | |
Te kopiëren: 1 | |
Onderwerp | B & W-vergadering van 23 april 2013 |
DOEL: Besluiten
Het college is bevoegd te besluiten tot het aangaan van een overeenkomst op grond van artikel 160, eerste lid aanhef en onder e van de Gemeentewet.
Op grond van het Protocol Actieve Informatieplicht (gemeentelijke uitwerking van artikel 169, derde lid van de Gemeentewet) wordt de raad de gelegenheid geboden om zijn zienswijze op het voorgenomen besluit te geven. Het college verzoekt de raad binnen 6 weken zijn zienswijze te geven alvorens tot een definitief besluit te komen en stuurt het voorgenomen besluit naar de raadscommissie ter advisering aan de raad. De Commissie bespreekt het stuk en adviseert de raad over de te geven zienswijze. De raad geeft op basis van het advies van de commissie zijn zienswijze (conform commissie advies, of afwijkend);
Het college neemt het definitief besluit, na kennisneming van de zienswijze van de raad.
B&W
Het college besluit:
1. Een overeenkomst met AEB aan te gaan per 1 januari 2013 voor de verwerking van huishoudelijk restafval (als bedoeld in Artikel 10.24 lid c van de Wet milieubeheer). De lopende overeenkomst wordt hiermee verlengd tot 2023. Dit onder voorbehoud dat de zienswijze van de raad geen aanleiding geeft om een ander besluit te nemen en onder het voorbehoud dat raad de mogelijkheid tot het verlenen van een alleenrecht op 6 juni middels een wijziging in de afvalstoffenverordening vaststelt.
2. Het voornemen te hebben op basis van de door de raad op 6 juni 2013 vast te stellen mogelijkheid tot het verlenen van een alleenrecht, een uitsluitend recht te verlenen aan het Afval Energie Bedrijf Amsterdam (als bedoeld in artikel 17 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Besluit van 16 juli 20051 Stb. 20051 408).
3. Het besluit levert een verlaging van de verwerkingskosten van restafval van circa € 645.000 bij een jaarlijkse aanlevering van 43.000 ton.
4. Het college verzoekt de raad binnen zes weken zijn zienswijze te geven op het onder 1 genoemde voorgenomen besluit.
5. Het college zendt het voorgenomen besluit ter advisering aan de raad naar de commissie Xxxxxx.
Onderwerp: Contractverlenging afvalverwerking AEB
Reg. Nummer:
1. Inleiding
Op basis van de Wet milieubeheer behoort de inzameling en verwerking van huishoudelijk restafval tot de taken van gemeenten.
De gemeente Haarlem heeft (als onderdeel van het gewest Zuid Kennemmerland) met de gemeente Amsterdam een samenwerkingsverband gesloten voor onder meer het verwerken van ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen in het Afval Energie Bedrijf Amsterdam (AEB). Andere deelnemende gemeenten waren Aalsmeer, Amstelveen, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland en Zeevang. Deze overeenkomst genaamd ‘Samenwerkingsovereenkomst Afvalverwerkingsinrichting Amsterdam’ is ingegaan op 1 januari 1993. De 25-jarige overeenkomst loopt af op 1 januari 2018 en hanteert een huidig tarief van € 80 per ton afval.
AEB heeft in samenspraak met de verschillende gemeenten die afval leveren afspraken gemaakt om het contract mogelijk met 5 jaar te verlengen tot 2023 tegen een aanzienlijk lager bedrag per ton. Dit lagere tarief van € 65 per ton zal al per 1 januari 2013 ingaan.
De gemeente staat voor de afweging om enerzijds het lopende contract tegen het huidige tarief van € 80 ongewijzigd te laten tot 2018, waarbij de kans bestaat dat er een lager tarief geldt bij nieuwe aanbesteding per 1 januari 2018, en anderzijds het verlengen van het lopende contract tegen een lager tarief tot 2023 met het risico dat de prijzen per 1 januari 2018 aanzienlijk lager liggen dan het tarief van € 65.
2. Besluitpunten college
Het college besluit:
1. Een overeenkomst met AEB aan te gaan per 1 januari 2013 voor de verwerking van huishoudelijk restafval (als bedoeld in Artikel 10.24 lid c van de Wet milieubeheer). De lopende overeenkomst wordt hiermee verlengd tot 2023. Dit onder voorbehoud dat de zienswijze van de raad geen aanleiding geeft om een ander besluit te nemen en onder het voorbehoud dat raad de mogelijkheid tot het verlenen van een alleenrecht op 6 juni middels een wijziging in de afvalstoffenverordening vaststelt.
2. Het voornemen te hebben op basis van de door de raad op 6 juni 2013 vast te stellen mogelijkheid tot het verlenen van een alleenrecht, een uitsluitend recht te verlenen aan het Afval Energie Bedrijf Amsterdam (als bedoeld in artikel 17 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Besluit van 16 juli 20051 Stb. 20051 408).
3. Het besluit levert een verlaging van de verwerkingskosten van restafval van circa € 645.000 bij een jaarlijkse aanlevering van 43.000 ton.
4. Het college verzoekt de raad binnen zes weken zijn zienswijze te geven op het onder 1 genoemde voorgenomen besluit.
5. Het college zendt het voorgenomen besluit ter advisering aan de raad naar de commissie Xxxxxx.
3. Beoogd resultaat
Door het aangaan van de nieuwe overeenkomst met het AEB zal de gemeente een aanzienlijk lager tarief voor afvalverwerking betalen en meer zekerheid krijgen over de hiermee gemoeide jaarlijkse kosten.
4. Argumenten
1.1 Het nieuwe tarief is aanzienlijk lager dan het huidige
Het tarief voor de verwerking van restafval zal per 1 januari 2013 verlaagd worden van € 80 per ton naar € 65 per ton. Dit betekent dat niet alleen het tarief voor de extra 5 contractjaren, maar ook voor de 5 resterende contractjaren van het lopende contract neerwaarts wordt bijgesteld.
Voor de jaren 2013 en verder zal dit bij een jaarlijkse aanlevering van 43.000 ton restafval leiden tot een voordeel van circa € 645.000.
1.2 Naar verwachting zal het tarief in 2018 niet lager liggen dan het nieuwe tarief Op den duur zal het aanbod aan restafval Nederland breed dalen wat een drukkend effect op het tarief kan hebben. Op de korte termijn is dit nog niet de verwachting. Daarnaast is het aanbod aan restafval vanuit het buitenland nog afdoende om de bestaande centrales gevuld te houden. Naar verwachting zal het tarief per 1 januari 2018 niet dusdanig gedaald zijn om het prijsvoordeel van de komende 5 contractjaren te overtreffen. Tevens is een scenario denkbaar waarbij als gevolg van overmatige investeringen in verwerkingsinstallaties en stijgende overcapaciteit de verwerkingsprijs juist zal gaan stijgen.
Aangezien we de laatste 5 resterende contractjaren van de oude contracttermijn ook een lager tarief gaan betalen levert dit nu al een voordeel. Om dan vanaf 2018 met de nieuwe prijs het voordeel van het lagere tarief bij verlenging te evenaren zal zeer laag moeten kunnen worden aanbesteed. Het break-even punt ligt dan op € 46,54 (of lager) per 1 januari 2018.
De verlenging van het contract is vanuit het oogpunt van voorzichtigheid en stabiliteit de beste optie waarbij voor de komende 5 jaar zekerheid over een lagere contractvergoeding bestaat ten opzichte van het lopende contract.
In een situatie waarbij wordt ingezet op een verdere prijsdaling per 2018 neemt de gemeente meer risico.
1.3 Het tarief ligt vast ten opzichte van een flexibel tarief
Waar er in het huidige contract jaarlijks een bijstelling plaats kan vinden van het tarief per ton afhankelijk van het jaarresultaat van AEB is dit in het nieuwe contract niet meer mogelijk. Een vast tarief per ton levert voor de gemeente meer zekerheid.
1.4 Openbreken huidige contract levert aanzienlijke boete
Als alternatief is er de mogelijkheid tot het openbreken en beëindigen van het contract met AEB en het direct zoeken naar een alternatief afvoerkanaal.
Contractueel levert dit naar verwachting echter een dusdanige afkoopsom1 dat dit bedrijfseconomisch niet meer verantwoord is en een extreem lagere prijs per ton bij een andere afvalverwerker mogelijk moet zijn om dat verlies te compenseren.
Tevens zal dan gedurende de termijn van openbreken en het nieuwe aanbestedingstraject hetzelfde hoge tarief worden betaald.
2.1 Verlenen alleenrecht aan AEB
1 Artikel 10 lid 3 van de oorspronkelijke overeenkomst
De gemeente Haarlem heeft als aanbestedende dienst een aanbestedingsplicht. Als gevolg van het samenwerkingsverband met Amsterdam (AEB) op basis van variabele tarieven (resultaatdeling) is dit niet noodzakelijk geweest.
Aangezien de nieuwe vaste tariefafspraken tot gevolg kunnen hebben dat er wellicht geen sprake meer is van horizontale samenwerking (risico ligt nu volledig bij gemeente Amsterdam) zal gewerkt moeten worden met het verlenen van een alleenrecht aan AEB. Dit is slechts mogelijk onder de volgende drie voorwaarden: De verlening van een alleenrecht aan AEB
1. heeft een bestuursrechtelijke basis nodig. Dit kan worden bewerkstelligd door het opnemen van de mogelijkheid tot het verlenen van een alleenrecht in de (afvalstoffen)verordening door de raden van de deelnemende gemeenten. Op basis van deze verordening verlenen de betreffende colleges van B&W vervolgens een alleenrecht aan AEB met betrekking tot de verwerking van hun afvalstromen.
2. kan enkel geschieden aan een aanbestedende dienst. AEB kan worden aangemerkt als een dergelijke dienst.
3. moet verenigbaar zijn met het Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU). Deze voorwaarde brengt met name met zich mee dat voldaan dient te worden aan de vereisten dat er sprake is van machtsmisbruik noch van inbreuk op de regels voor staatssteun. Machtsmisbruik wordt niet snel aangenomen in gevallen van marktconforme afspraken.
Het verlenen van alleenrecht voor het verwerken van huishoudelijk restafval (als bedoeld in artikel 10.24 lid c van de Wet milieubeheer) geschiedt middels een collegebesluit wanneer zij hiertoe door de raad door middel van een wijziging in de afvalstoffenverordening in de gelegenheid is gesteld. De afvalstoffenverordening zal dienovereenkomstig worden aangepast en op 6 juni separaat aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd. Hierna volgt het definitieve besluit van het college tot het verlenen van een alleenrecht aan de AEB.
5. Kanttekeningen
1.1 Het is niet te voorzien hoe de tarieven in Nederland zich gaan ontwikkelen Het is moeilijk te voorspellen hoe de markt van afvalverwerking zich gaat ontwikkelen vanwege de vele factoren waarvan dit afhankelijk is. De situatie kan zich na verlenging van het contract voordoen dat per 1 januari 2018, de datum waarop het huidige contract oorspronkelijk afloopt, de prijs per ton zo laag is dat
verlenging achteraf gezien niet de beste optie blijkt. Op dat moment zitten we nog 5 jaar aan het verlengde contract vast.
1.2 Alleenrecht bij verzelfstandiging AEB
De nieuwe overeenkomst noemt de mogelijkheid dat AEB in de nabije toekomst zal verzelfstandigen. Dit zou betekenen dat het alleenrecht wat nu middels de afvalstoffenverordening aan AEB zal worden verleend indien mogelijk wordt verleend aan de nieuwe entiteit. Mocht dit op basis van de EU- aanbestedingsrichtlijn niet mogelijk blijken zal de gemeente zich conform de overeenkomst inspannen tot het realiseren van inbesteding. Dit houdt in dat de gemeente bestuurlijk toezicht dient te houden op de entiteit.
6. Uitvoering
Na het besluit tot het aangaan van de overeenkomst zullen alle betrokkenen worden geïnformeerd. Spaarnelanden zal de gemeente Haarlem vertegenwoordigen richting AEB en de overeenkomst verlengen tot 2023.
7. Bijlagen
Bijlage A: Concept-overeenkomst AEB
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris de burgemeester
Conceptversie 8 april 2013
Overeenkomst betreffende het aanbieden en (laten) verwerken van huishoudelijk restafval en soortgelijk afval
DE ONDERGETEKENDEN:
1. de gemeente Haarlem, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxx, algemeen directeur Spaarnelanden N.V., gevestigd te Haarlem en kantoorhoudende aan de Oudeweg 93, 2031 CC, hierna te noemen : “Spaarnelanden”, handelend ter uitvoering van het besluit van het College van B&W d.d.16 april 2013, hierna te noemen: “Opdrachtgever”;
2. de gemeente Amsterdam, Afval Energie Bedrijf, kantoorhoudende aan de Australiëhavenweg 21, 1045 BA, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx, handelend namens het College van B&W d.d. xx, hierna te noemen: Opdrachtnemer;
gezamenlijk te noemen: "Partijen"
OVERWEGENDE:
a) dat elke gemeente als overheid tot taak heeft het (doen) verzamelen van afvalstoffen en het afvoeren, alsmede het (laten) verwerken daarvan;
b) dat op grond van de Wet Milieubeheer en het vigerend Landelijk Afvalbeheer plan (LAP), gemeenten verantwoordelijk zijn voor de (gescheiden) inzameling en verwerking van het huishoudelijk (rest)afval;
c) dat Opdrachtnemer sinds 1993 beschikt over een Afval Energie Centrale (AEC);
d) dat partijen op 16 juni 1993 een samenwerkingsverband zijn aangegaan voor onder meer het verwerken van ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen in de AEC en dat deze samenwerking is vastgelegd in de overeenkomst “Samenwerkingsovereenkomst Afvalverwerkingsinrichting Amsterdam” met een looptijd tot 1 januari 2018 (hierna: Overeenkomst 1993);
e) dat Opdrachtnemer de vaste lasten, onderdeel van de kostprijs, kan verlagen door de afschrijvingstermijn van de AEC met vijf jaren te verlengen (van 1 januari 2018 tot 1 januari 2023);
f) dat partijen de samenwerking willen continueren tot tenminste 1 januari 2023;
g) dat partijen de samenwerking op het gebied van grondstofhergebruik en energieproductie verder wensen uit te bouwen.
h) dat partijen onder meer deze afspraken xxxxxx vast te leggen in een nieuwe overeenkomst;
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
Artikel 1 Toepasselijke algemene voorwaarden / bijlagen
1. Op deze overeenkomst zijn de volgende algemene voorwaarden van toepassing: Acceptatievoorwaarden Afval Energie Bedrijf d.d. versie 1 februari 2007
(Acceptatievoorwaarden), met uitzondering van de artikelen 8 en 15 en de bijlagen behorende bij deze Acceptatievoorwaarden.
2. Deze voorwaarden maken integraal onderdeel uit van deze overeenkomst en worden per bladzijde geparafeerd en aan deze overeenkomst gehecht.
3. In geval van tegenstrijdigheden tussen deze overeenkomst en de Acceptatievoorwaarden, prevaleert hetgeen in deze overeenkomst is opgenomen.
4. De afvalstoffenlijst, behorende bij de omgevingsvergunning van Opdrachtnemer, maakt onderdeel uit van deze overeenkomst en is als Bijlage 1 bij deze overeenkomst gevoegd.
Artikel 2 Verplichtingen bij het aanbieden van afvalstoffen
1. Opdrachtgever zal al het ingezameld huishoudelijk restafval en soortgelijk afval aan Opdrachtnemer aanbieden, met uitzondering van de afvalstoffen die niet voorkomen op de bij de vergunning behorende afvalstoffenlijst (bijlage 1 bij deze overeenkomst) en met uitzondering van de afvalstoffen die niet voldoen aan de Acceptatievoorwaarden.
2. Opdrachtgever biedt de ingezamelde of van een andere partij in ontvangst genomen afvalstoffen aan Opdrachtnemer aan op de wijze als aangegeven in artikel 5 van de Acceptatievoorwaarden;
3. Opdrachtnemer kan in afwijking van de voorgaande leden bepalen dat de afvalstoffen rechtstreeks naar elders worden afgevoerd en aldaar worden verwerkt in geval van overmacht of onvoorziene omstandigheden. Voor zover de kosten van transport naar elders meer bedragen dan de kosten van transport naar Opdrachtnemer, neemt Opdrachtnemer deze kosten voor haar rekening;
4. Opdrachtgever stort de afvalstoffen in de bunker van Opdrachtnemer, nadat het gewicht van de afvalstoffen is vastgesteld door weging op de weegbrug van Opdrachtnemer conform artikel 7 van de Acceptatievoorwaarden. In afwijking hiervan kan Opdrachtnemer met mededeling vooraf bepalen, dat de toe te leveren afvalstoffen op een andere plaats of op een andere wijze in ontvangst worden genomen en/of gewogen.
5. Opdrachtgever verstrekt Opdrachtnemer jaarlijks, uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan het volgende kalenderjaar, een prognose van de hoeveelheid in dat kalenderjaar aan te leveren afvalstoffen, verdeeld over 12 maanden;
6. Opdrachtgever verplicht zich deze hoeveelheid afvalstoffen gelijkmatig aan te leveren zodat Opdrachtnemer de afvalstoffen zoveel mogelijke verspreid over het jaar kan verwerken.
7. Ingeval van (verwachte) afwijking van de prognose met meer dan 10% (per maand), verstrekt Opdrachtgever een nieuwe prognose.
Artikel 3 Verplichtingen bij het in ontvangst nemen en verwerken van afvalstoffen
1. Opdrachtnemer zal de aangeboden afvalstoffen in ontvangst nemen en verwerken conform de Acceptatievoorwaarden, dan wel naar elders (laten) afvoeren en (laten) verwerken indien zich omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 2, derde lid;
2. Opdrachtnemer is conform artikel 4 van de Acceptatievoorwaarden gerechtigd afvalstoffen te weigeren indien niet is voldaan aan deze acceptatievoorwaarden;
3. Onverlet de aansprakelijkheid van Opdrachtgever ten aanzien van de door haar aangevoerde afvalstoffen, worden de afvalstoffen beschouwd te zijn geaccepteerd door Opdrachtnemer nadat weging heeft plaatsgevonden en toestemming is gegeven deze in de bunker van Opdrachtnemer te deponeren.
Artikel 4 Tarief / betaling
1. De vergoeding voor het verwerken van het afval bedraagt 65 euro per ton afval exclusief BTW (basis prijspeil 1 januari 2013). Dit bedrag is voor de helft opgebouwd uit vaste kosten en voor de helft uit variabele kosten. Dit verwerkingstarief zal voor de gehele looptijd vast zijn, met uitzondering van een indexering op de variabele kosten als bedoeld in het volgende lid en van overheidswege ingestelde kostenverhogende maatregelen, waaronder bijvoorbeeld een (hogere) verbrandingsbelasting.
2. Over de variabele kosten (op 1 januari 2013 vastgesteld op 32,50 euro), zal een indexering worden toegepast. Jaarlijks per 1 januari, voor het eerst op 1 januari 2014, zal het bedrag van 32,50 euro worden geïndexeerd met het voortschrijdend CBS-prijsindexcijfer, CPI-alle huishoudens.
3. Opdrachtnemer factureert maandelijks achteraf conform artikel 9 van de Acceptatievoorwaarden de daadwerkelijk geleverde afvalstoffen.
4. Opdrachtgever zal binnen 30 dagen de facturen van Opdrachtnemer voldoen, bij gebreke waarvan Opdrachtgever de wettelijke handelsrente is verschuldigd.
Artikel 5 Aansprakelijkheid / zorgplicht
1. Opdrachtgever draagt er zorg voor dat de van haar afkomstige afvalstoffen geen gevaar opleveren voor het personeel van Opdrachtnemer en geen schade toebrengen aan het materieel, waaronder de centrale van Opdrachtnemer.
2. De afvalstoffen mogen niet ontplofbaar, giftig en aan zelfontbranding onderhevig zijn en mogen niet met andere stoffen gevaarlijke verbindingen kunnen vormen.
3. De afvalstoffen moeten voldoen aan hetgeen in de Acceptatievoorwaarden is voorgeschreven omtrent huishoudelijk afval.
4. Het in de leden 1, 2 en 3 bepaalde ten aanzien van de door Opdrachtgever in acht te nemen zorg is van overeenkomstige toepassing, indien afvoer (rechtstreeks) naar elders plaatsvindt.
5. Conform artikel 12 van de Acceptatievoorwaarden blijft Opdrachtgever ook na acceptatie aansprakelijk voor alle schade bij geconstateerde afwijkingen op de Acceptatievoorwaarden.
6. Opdrachtgever vrijwaart Opdrachtnemer voor alle aanspraken welke derden jegens Opdrachtnemer mochten (pretenderen te) hebben in verband met door Opdrachtgever aangeleverde afvalstoffen.
Artikel 6 Verkennen duurzaamheid
Partijen zullen gezamenlijk een verdere samenwerking op het gebied van duurzaamheid verkennen, zoals de mogelijkheid het energieverbruik van gemeenten te vergroenen, en/of de energieproductie te vergroten, en/ of grondstoffen te hergebruiken. Vanuit haar ambitie om zich te ontwikkelen tot een duurzaam grondstoffen en energiebedrijf heeft Opdrachtnemer in ieder geval concrete plannen om het recycling percentage te verhogen en de productie van groene energie te bevorderen. Bij deze en andere duurzaamheidsprojecten zal Opdrachtnemer Opdrachtgever actief betrekken, onder meer door het organiseren van een tweejaarlijkse bijeenkomst.
Artikel 7 Verlening alleenrecht
Opdrachtgever zal zich ertoe inspannen dat haar bevoegde gezag uiterlijk met ingang van 1 juli 2013 een alleenrecht ter verwerking van afval (een en ander conform de Acceptatievoorwaarden) heeft verleend aan Opdrachtnemer/de gemeente Amsterdam.
Onder alleenrecht wordt in deze Overeenkomst verstaan een recht als bedoeld in artikel 17 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) en artikel [2.24 onder a] van de nieuwe Aanbestedingswet zoals die naar verwachting op 1-1-2013 in werking zal treden.
Artikel 8 Verzelfstandiging Opdrachtnemer
1. Opdrachtgever is gehouden om bij een eventuele verzelfstandiging van de dienst AEB medewerking te verlenen aan overdracht van de verplichtingen die in de onderhavige overeenkomst zijn vastgelegd aan de entiteit waarin de activiteiten van de dienst AEB na verzelfstandiging zijn ondergebracht.
2. Bij een eventuele verzelfstandiging van de dienst AEB dragen Partijen - indien nodig - er zorg voor dat een alleenrecht ter verwerking van afval wordt verleend aan de entiteit waarin de activiteiten van de dienst AEB worden ondergebracht en dat dit alleenrecht uiterlijk op de datum van verzelfstandiging in werking zal treden. Bij een eventueel verval van het alleenrecht zal Opdrachtgever meewerken aan/zorg dragen voor een gelijkwaardige oplossing ter voorkoming van een eventuele aanbestedingsplicht. Die gelijkwaardige oplossing kan in ieder geval ook bestaan uit het treffen van maatregelen waardoor wordt voldaan aan de voorwaarden voor inbesteding, zoals geformuleerd in het arrest van het Hof van Justitie EG, 18 november 1999, zaak C-107/98, (Teckal) en daaropvolgende jurisprudentie van het Hof van Justitie EG.
Artikel 9 Looptijd, inwerkingtreding en beëindiging
1. Deze overeenkomst treedt in werking per 1 januari 2013, met dien verstande dat de rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 2 t/m 5 in werking treden onder de opschortende voorwaarde dat het alleenrecht als bedoeld in artikel 7 in werking is getreden, zulks uiterlijk op 1 juli 2013.
2. Over de kosten voor verwerking van de afvalstoffen die zijn geleverd in de periode 1 januari 2013 tot aan het moment dat het alleenrecht als bedoeld in artikel 7 is gevestigd, wordt de Opdrachtgever een voorschottarief van 65 euro per ton in rekening gebracht. Indien het alleenrecht als bedoeld in artikel 7 niet uiterlijk op 1 juli 2013 is gevestigd (i) zal de in dit lid genoemde periode worden afgerekend op basis van een afrekentarief, zoals gesteld in de Overeenkomst 1993 en (ii) is Opdrachtnemer gerechtigd deze overeenkomst te beëindigen.
3. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot 1 januari 2023.
4. Behoudens voor zover in deze overeenkomst anders is bepaald of met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van beide partijen, kan deze overeenkomst niet tussentijds worden beëindigd.
5. Tenzij deze overeenkomst door één der partijen wordt opgezegd tegen het einde van de periode als vermeld in artikel 9.3, zal deze overeenkomst vervolgens telkenmale worden verlengd met een periode van één jaar. Deze verlenging vormt onderwerp van overleg tussen partijen, dat zal plaatsvinden in het jaar voorafgaande aan de laatste datum waarop partijen kunnen besluiten tot opzegging.
6. Iedere opzegging dient te geschieden door middel van een schriftelijke kennisgeving van de wens daartoe aan de andere partij, verzonden per aangetekende brief met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 12 maanden.
Artikel 10 Vervallen eerdere afspraken
1. Met het vervullen van de opschortende voorwaarde als bedoeld in artikel 9 vervallen alle eerdere afspraken, waaronder die vastgelegd in de Overeenkomst 1993.
2. Partijen verklaren na het vervullen van de opschortende voorwaarde als bedoeld in artikel 9 wederzijds geen verplichtingen (meer) te hebben uit hoofde van de Overeenkomst 1993.
Artikel 11 Wijzigen van de overeenkomst
1. Partijen kunnen deze overeenkomst met wederzijds goedvinden schriftelijk wijzigen.
2. Opdrachtnemer is gerechtigd de Acceptatievoorwaarden eenzijdig te wijzigen nadat Opdrachtgever hierover vooraf schriftelijk is geïnformeerd, voor zover het wijzigingen betreft die het gevolg zijn van (publiekrechtelijke) regelgeving.
Artikel 12 Geschillen
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Geschillen zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend (eveneens de Algemene voorwaarden en Bijlage 1)
Partij, gemeente Haarlem, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxx, algemeen directeur Spaarnelanden N.V., 16 april 2013
Partij, gemeente Amsterdam, Afval Energie Bedrijf, vertegenwoordigd door xxx. X. Xxxxxxx