Contract
<.. image(Document Cover Page. Document Number: 11008/21. Subject Codes: UK 182. Heading: BEGELEIDENDE NOTA. Originator: de secretaris-generaal van de Europese Commissie, ondertekend door xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXX, directeur. Recipient: de heer Xxxxx XXXXXXXX-XXXXXXXXX, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie. Subject: Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen voor een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot Gibraltar. Commission Document Number: COM(2021) 411 final. Preceeding Document Number: Not Set. Location: Brussel. Date: 20 juli 2021. Interinstitutional Files: Not Set. Institutional Framework: Raad van de Europese Unie. Language: NL. Distribution Code: PUBLIC. GUID: 5186087612470877511_0) removed ..>
Raad van de Europese Unie
Brussel, 20 juli 2021 (OR. en)
11008/21
UK 182
BEGELEIDENDE NOTA
van: de secretaris-generaal van de Europese Commissie, ondertekend door xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXX, directeur
ingekomen: 20 juli 2021
aan: de heer Xxxxx XXXXXXXX-XXXXXXXXX, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie
nr. Comdoc.: COM(2021) 411 final
Betreft: Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen voor een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot Gibraltar
Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2021) 411 final.
Bijlage: COM(2021) 411 final
11008/21 fb
GIP.EU-UK NL
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 20.7.2021
COM(2021) 411 final
Aanbeveling voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen voor een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot Gibraltar
TOELICHTING
1. ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING
2. ACHTERGROND
Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk zich teruggetrokken uit de Europese Unie en uit de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom).
De regelingen voor de terugtrekking zijn vastgelegd in het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (“het Verenigd Koninkrijk”) uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“het terugtrekkingsakkoord”)1, met inbegrip van een protocol met specifieke regelingen met betrekking tot het Brits overzees gebied Gibraltar (hierna “Gibraltar”). Het terugtrekkingsakkoord is op 1 februari 2020 in werking getreden en voorzag in een overgangsperiode gedurende welke het recht van de Unie2 overeenkomstig dat akkoord op en in het Verenigd Koninkrijk van toepassing was. Die periode is op 31 december 2020 afgelopen. Het akkoord en het protocol waren overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt a), van het terugtrekkingsakkoord van toepassing op Gibraltar. Op de uitvoering van het protocol inzake Gibraltar werd toegezien door het gespecialiseerd comité voor het protocol inzake Gibraltar, waarin Spanje een actieve rol speelde. Met uitzondering van artikel 1 is het protocol na de afloop van de overgangsperiode niet langer van toepassing in Gibraltar.
Tijdens deze overgangsperiode hebben de Europese Unie, Euratom en het Verenigd Koninkrijk een handels- en samenwerkingsovereenkomst gesloten, die door de Unie op grond van Besluit (EU) 2021/689 van de Raad werd gesloten3 en voorlopig werd toegepast vanaf 1 januari 20214. De overeenkomst is op 1 mei 2021 in werking getreden. Die overeenkomst is niet van toepassing op Gibraltar en heeft er evenmin gevolgen, aangezien Gibraltar van haar territoriale werkingssfeer is uitgesloten.
1 PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7.
2 Zoals gedefinieerd in artikel 2 van het terugtrekkingsakkoord.
3 Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2).
4 Besluit (EU) 2020/2252 van de Raad van 29 december 2020 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en betreffende de voorlopige toepassing van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 444 van 31.12.2020, blz. 2).
Voorts hebben Euratom en het Verenigd Koninkrijk een overeenkomst betreffende samenwerking inzake het veilige en vreedzame gebruik van kernenergie gesloten, die voorlopig van toepassing was met ingang van 1 januari 20215 en in werking is getreden op 1 mei 20216. Deze overeenkomst is niet van toepassing op Gibraltar.
3. DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EU EN HET VERENIGD KONINKRIJK OVER GIBRALTAR
In de verklaringen voor de notulen van de bijeenkomst van de Europese Raad van 25 november 2018 is de volgende verklaring van de Europese Raad en van de Commissie opgenomen: “Na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie zal Gibraltar niet binnen de territoriale werkingssfeer van de tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk te sluiten overeenkomsten vallen. Dit sluit evenwel niet uit dat er met betrekking tot Gibraltar afzonderlijke overeenkomsten tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk kunnen worden gesloten. Onverminderd de bevoegdheden van de Unie en met volledige eerbiediging van de territoriale integriteit van haar lidstaten, zoals gewaarborgd door artikel 4, lid 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, is voor die afzonderlijke overeenkomsten een voorafgaande goedkeuring van het Koninkrijk Spanje vereist.”
Daarnaast is de volgende verklaring van de Commissie gehecht aan het besluit van de Raad betreffende de ondertekening van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie, Euratom en het Verenigd Koninkrijk: “Overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van de Europese Raad en de Europese Commissie over de territoriale werkingssfeer van de tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk te sluiten overeenkomsten van 25 november 2018, heeft de overeenkomst tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk die op 30 december 2020 wordt ondertekend geen betrekking op Gibraltar. Dit sluit evenwel niet uit dat er met betrekking tot Gibraltar afzonderlijke overeenkomsten tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk kunnen worden gesloten. De Commissie is bereid elk verzoek van Spanje, in overleg met het Verenigd Koninkrijk, te onderzoeken om de procedure voor onderhandelingen over dergelijke afzonderlijke overeenkomsten in te leiden, indien deze verenigbaar zijn met het recht van de Unie en de belangen van de Unie.”
Het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben overeenstemming bereikt over een mogelijk kader voor een akkoord over Gibraltar en op 31 december 2020 heeft het Koninkrijk Spanje de Commissie verzocht om op basis van dit akkoord de procedure voor onderhandelingen over een dergelijke overeenkomst op het niveau van de Unie in te leiden.
Overeenkomstig de verklaring voor de notulen van de bijeenkomst van de Europese Raad van 25 november 2018 over de territoriale werkingssfeer van de tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk te sluiten overeenkomsten, is voor de beoogde overeenkomst “voorafgaande goedkeuring van het Koninkrijk Spanje vereist”. Aangezien Spanje, als de aangrenzende lidstaat en als de lidstaat die belast zal worden met de toepassing en uitvoering van sommige bepalingen van de toekomstige overeenkomst, in het bijzonder gevolgen zal ondervinden van de overeenkomst, zal de Commissie tijdens de onderhandelingen nauwe contacten onderhouden met de Spaanse autoriteiten en terdege rekening houden met hun standpunten.
In de beoogde overeenkomst moet rekening worden gehouden met de bijzondere politieke, juridische en geografische omstandigheden van Gibraltar overeenkomstig het internationaal recht.
5 Zie voetnoot 4.
6 PB L 150 van 30.4.2021, blz. 1. Rectificatie PB L 178 van 20.5.2021, blz. 1.
De sluiting van een dergelijke overeenkomst zou nuttig zijn in het licht van de geografische nabijheid van Gibraltar en zijn economische verwevenheid met de Unie.
De beoogde overeenkomst heeft tot doel een nieuwe relatie tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk tot stand te brengen met betrekking tot Gibraltar, die fysieke belemmeringen voor het verkeer van personen en goederen wegneemt om bij te dragen tot gedeelde welvaart binnen de regio.
Met betrekking tot het verkeer van personen is het doel van de overeenkomst het wegnemen van de huidige fysieke structuren, maar tegelijkertijd te handhaven dat Gibraltar geen deel zou uitmaken van het Schengengebied zonder controle aan de binnengrenzen noch van de douane- unie.
Om een volledige bescherming van het Schengengebied te waarborgen, zouden in de haven, de luchthaven en de wateren van Gibraltar controles en bewaking aan de buitengrenzen plaatsvinden, die overeenkomstig de desbetreffende EU-regels door Spanje worden uitgevoerd. De grensdoorlaatposten die in de haven en de luchthaven moeten worden ingesteld, zouden de toepassing van de desbetreffende EU-wetgeving mogelijk maken, waaronder de implementatie en het gebruik van de databanken die nodig zijn voor grenscontroles7. Spaanse grenswachters zouden over alle nodige bevoegdheden beschikken om grenscontroles en -bewaking uit te voeren en de daaruit voortvloeiende verplichtingen op te leggen, onder meer met betrekking tot het optreden naar aanleiding van signaleringen in de databanken (bijvoorbeeld om toegang te weigeren). In het geval van signaleringen, waaronder weigering van toegang en aanhouding, zou Spanje follow-upmaatregelen nemen en, indien nodig, zouden de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Gibraltar bijstand verlenen en de uitvoering van de signalering faciliteren, zoals de overdracht van de betrokken persoon of het betrokken voorwerp aan de autoriteiten van Spanje.
De uitoefening van deze functies door Spanje zou regelmatig worden gecontroleerd in de vorm van Schengenevaluaties.
De in Gibraltar doorgebrachte tijd zou voor de berekening van het toegestane verblijf in rekening worden gebracht als tijd die in het Schengengebied wordt doorgebracht. Andere onderdanen van het Verenigd Koninkrijk dan die welke op het tijdstip van ondertekening van de overeenkomst in Gibraltar verbleven, zouden met het oog op toegang en verblijf in Gibraltar als onderdanen van derde landen worden behandeld. Personen die in Gibraltar verblijven, zouden voor de toepassing van het recht van de Unie nog steeds als onderdanen van derde landen worden beschouwd, maar zouden recht hebben op visumvrije toegang tot het Schengengebied voor maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het toepasselijke recht van de Unie. Zij zouden worden vrijgesteld van afstempeling8, van het inreis-uitreissysteem9 en van het
7 Zoals het Schengeninformatiesysteem (SIS) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1986/2006, Verordening (EG) nr. 1987/2006, Besluit 2007/533/JBZ van de Raad, het Visuminformatiesysteem (VIS) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008, het inreis-uitreissysteem (EES) overeenkomstig Verordening (EU) 2017/2226 en het Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (Etias) overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1240. De interoperabiliteitsverordeningen zijn ook relevant (namelijk Verordening (EU) 2019/817 en Verordening (EU) 2019/818).
8 Artikel 11 van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
9 Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor
Etias10. Voorts zouden legaal in Gibraltar verblijvende personen de toegang tot het grondgebied van Gibraltar niet worden ontzegd.
Aangezien de overgrote meerderheid van de grensovergangen aan de landbuitengrens zal blijven plaatsvinden, zou de uitvoering van grenscontroles en -bewaking door Spanje worden aangevuld met verdere specifieke samenwerkingsregelingen (“vrijwaringsmaatregelen”) om de veiligheid van het Schengengebied zonder controle aan de binnengrenzen op gelijkwaardige wijze te waarborgen. Ze zouden het mogelijk maken de risico’s op het gebied van irreguliere migratie en veiligheid te beperken, met inbegrip van alle risico’s die voortvloeien uit faciliteringen van de goederenstroom of versoepeling van de douaneprocedures, en zouden een gelijkwaardige bescherming van die landbuitengrens en van het Schengengebied in het algemeen waarborgen. De vrijwaringsmaatregelen zouden onder meer betrekking hebben op politiële en justitiële samenwerking, gegevensbescherming, de terugkeer van irreguliere migranten en het voorkomen van irreguliere migratie, regelingen inzake de verantwoordelijkheid voor personen die om internationale bescherming verzoeken, en de afstemming van het visumbeleid en het beleid inzake verblijfsvergunningen.
Meer in het bijzonder zouden de vrijwaringsmaatregelen ten minste het volgende omvatten:
– Regels die bepalen dat Spanje, in samenwerking met het Verenigd Koninkrijk, verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van verzoeken om internationale bescherming die in Gibraltar worden ingediend overeenkomstig het toepasselijke recht van de Unie, met inbegrip van het gebruik van het Eurodac-systeem voor het afnemen van vingerafdrukken van asielaanvragers en personen die worden aangehouden bij pogingen om de grens op irreguliere wijze over te steken. Waar nodig zouden de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk de Spaanse autoriteiten moeten bijstaan met betrekking tot Gibraltar en het hun gemakkelijker moeten maken hun taken uit te voeren. Als gevolg van deze opzet mag het verkeer van verzoekers om internationale bescherming tussen het grondgebied van de lidstaten en de Dublinlanden, enerzijds, en Gibraltar, anderzijds, niet leiden tot een beëindiging van de verantwoordelijkheid uit hoofde van de Dublin-verordening11.
– Regels om Spanje, in samenwerking met het Verenigd Koninkrijk, te verplichten illegaal verblijvende onderdanen van derde landen van het grondgebied van Gibraltar terug te sturen, ook aan de grens, en alle nodige maatregelen te nemen om deze terugkeer af te dwingen overeenkomstig het toepasselijke recht van de Unie. Waar nodig zouden de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Gibraltar de Spaanse autoriteiten moeten bijstaan en faciliteren bij de uitvoering van hun taken.
– Regels die ervoor zorgen dat migrantensmokkel naar Gibraltarees recht strafbaar wordt gesteld.
rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).
10 Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
11 Verordening (EU) nr. 604/2013.
– Regels om te waarborgen dat op de luchthaven van Gibraltar het recht van de Unie inzake de aansprakelijkheid van vervoerders12 wordt toegepast.
– Regels om te waarborgen dat de API-richtlijn13 (Advance Passenger Information) in de haven en op de luchthaven van Gibraltar wordt toegepast.
– Regels die bepalen dat Spanje exclusief bevoegd zou zijn voor de afgifte van visa voor kort verblijf met betrekking tot Gibraltar en in overeenstemming met de toepasselijke EU-regels.
– Regels die bepalen dat Spanje exclusief bevoegd zou zijn voor de afgifte van visa voor verblijf van lange duur en verblijfsvergunningen aan onderdanen van derde landen met betrekking tot Gibraltar. Hoewel de voorwaarden voor de afgifte van visa voor verblijf van lange duur en verblijfsvergunningen in het recht van Gibraltar zouden worden vastgesteld, zou Spanje dergelijke documenten afgeven met toepassing van de desbetreffende bepalingen en procedures van het EU-recht en in het passende formaat. Verblijfsvergunningen zouden duidelijk als geldig voor Gibraltar worden aangemerkt14. Spanje zou de nodige controles in IT-databanken uitvoeren en kan weigeren een visum voor verblijf van lange duur of een verblijfsvergunning af te geven op basis van een signalering in het Schengeninformatiesysteem (SIS). Andere lidstaten of geassocieerde Schengenlanden die signaleringen in het SIS hebben opgenomen, zouden door Spanje worden geraadpleegd en zouden het recht hebben zich tegen de afgifte van een visum voor verblijf van lange duur of een verblijfsvergunning te verzetten. Indien een visum voor verblijf van lange duur of een verblijfsvergunning wordt afgegeven, zouden lidstaten of geassocieerde Schengenlanden niet verplicht zijn signaleringen met het oog op weigering van toegang uit het SIS te verwijderen.
– Regels voor de uitwisseling van relevante operationele informatie tussen de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Gibraltar en die van de lidstaten, met inbegrip van informatie uit strafregisters en informatie over gezochte en vermiste personen en voorwerpen, zowel op verzoek als spontaan.
– Regels voor samenwerking met betrekking tot Gibraltar tussen de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk en Europol en Eurojust, in overeenstemming met de regelingen voor samenwerking met derde landen die in wetgeving van de Unie ter zake zijn vastgesteld.
– Regels die voorzien in de mogelijkheid van grensoverschrijdende operationele politiële samenwerking.
– Regels op grond waarvan het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Gibraltar PNR-gegevens met betrekking tot alle inkomende vluchten op de luchthaven
12 Artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Richtlijn 2001/51/EG.
13 Artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Richtlijn 2004/82/EG.
14 Dergelijke verblijfsvergunningen zouden niet onder het toepassingsgebied vallen van Richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen of de andere EU-richtlijnen inzake legale migratie.
van Gibraltar overeenkomstig de PNR-richtlijn ter beschikking van de Spaanse autoriteiten moet stellen15.
– Regels die de uitvoering van verscherpte politiecontroles in de gebieden nabij de landgrens tussen Spanje en het grondgebied van Gibraltar verplicht stellen, zowel voor rechtshandhavings- als migratiedoeleinden.
– Regels inzake vuurwapens, precursoren van explosieven en drugs.
– Een verplichting voor het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Gibraltar om ervoor te zorgen dat personen aan wie anders de toegang tot het Schengengebied zou worden geweigerd, onder meer omdat zij als een bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid worden beschouwd, worden verhinderd en verboden het grondgebied van Gibraltar te verlaten en het Schengengebied binnen te komen. De overeenkomst zou voorzien in een regeling voor voorafgaande kennisgeving of voorafgaande toestemming voor ingezetenen van Gibraltar om reizen buiten Gibraltar naar het Schengengebied mogelijk te maken.
– Een rechtskader dat doeltreffende justitiële samenwerking in strafzaken op belangrijke gebieden mogelijk maakt, dat ten minste bepalingen moet omvatten die de toepassing van relevante verdragen van de Raad van Europa betreffende uitlevering, wederzijdse rechtshulp en bevriezing en confiscatie van vermogensbestanddelen en de bijbehorende aanvullende protocollen op Gibraltar waarborgen.
De overeenkomst zou ook specifieke regels bevatten die de verwerving en het behoud van het recht om in Gibraltar te verblijven afhankelijk stellen van een echte band met Gibraltar.
De overeenkomst zou voorzien in een verplichting voor de partijen om ervoor te zorgen dat hun wetgeving grensoverschrijding tussen de Unie en Gibraltar mogelijk maakt zonder controles aan een grensdoorlaatpost. In een later stadium zal worden beoordeeld of, en zo ja in welke mate, de Unie desbetreffende wetgeving van de Unie moet wijzigen om aan die verplichting te voldoen of om de werking van de bovengenoemde waarborgen te verwezenlijken.
De overeenkomst zou voorzien in een mechanisme om toekomstige relevante ontwikkelingen van het recht van de Unie op het gebied van het verkeer van personen — waar nodig — in aanpassingen van de overeenkomst te kunnen weerspiegelen. De overeenkomst moet ook een bepaling bevatten volgens welke de overeenkomst door de Unie kan worden beëindigd indien de aanpassing niet plaatsvindt. Zij zou ook voorzien in een mechanisme om de uitvoering van het deel over het verkeer van personen van de overeenkomst te evalueren. Bij de toepassing van dit mechanisme zal de Commissie bij de lidstaten, in het bijzonder Spanje als de aangrenzende lidstaat en als de lidstaat die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Schengencontroles, advies inwinnen over de haalbaarheid van de voortzetting van de overeenkomst. Met deze adviezen zal terdege rekening worden gehouden. Ten slotte zou de overeenkomst voorzien in een mechanisme om de uitvoering van dit deel van de overeenkomst te evalueren, en in de mogelijkheid voor elke partij om, na een eerste periode van vier jaar van uitvoering en onverminderd de algemene beëindigingsbepalingen, te besluiten of de overeenkomst wordt voortgezet of beëindigd.
15 Richtlijn (EU) 2016/681.
Wat het verkeer van goederen betreft, is het doel van de beoogde overeenkomst het wegnemen van de fysieke belemmeringen tussen Gibraltar en de Unie voor het vrije verkeer van goederen, waaronder fysieke infrastructuur of controleposten en bijbehorende controles en inspecties van goederen. Om de integriteit van de eengemaakte markt en de douane-unie van de Unie en de financiële belangen van de Unie te beschermen, zou dit kunnen worden bereikt als overeenkomstig artikel XXIV van de GATT 1994 een douane-unie tot stand wordt gebracht tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Gibraltar en de volledige toepassing van het acquis van de Unie inzake de eengemaakte markt voor goederen naar en in Gibraltar wordt gewaarborgd, samen met samenwerking op het vlak van belastingen en douane, een afstemming van de belastingstelsel van Gibraltar voor goederen op het stelsel van Spanje, passende controles in Gibraltar, monitoring door de Unie en de Spaanse autoriteiten van de bijbehorende activiteiten van de bevoegde autoriteiten met betrekking tot Gibraltar, de mogelijkheid voor de Unie om eenzijdig passende maatregelen te nemen, passende toewijzing aan de begroting van de Unie van douanerechten en regelingen ter bestrijding van fraude en andere illegale activiteiten die raken aan de financiële belangen van de Unie, en van witwassen van geld en terrorismefinanciering.
De beoogde overeenkomst zou ook betrekking hebben op vervoer, milieu en klimaat, coördinatie van de sociale zekerheid en burgerrechten, in zoverre dat nodig is om bij te dragen tot de doelstelling van gedeelde welvaart in de regio.
Tot slot zou de beoogde overeenkomst een solide governancestructuur omvatten die de correcte uitvoering van de overeenkomst en de autonomie van de Europese Unie waarborgt, met inbegrip van beëindigings- en opschortingsclausules. Bij de beoogde overeenkomst moet een bestuursorgaan worden opgericht dat verantwoordelijk is voor het beheer van en het toezicht op de uitvoering en de werking van de beoogde overeenkomst, teneinde de beslechting van geschillen te vergemakkelijken. Het bestuursorgaan moet besluiten nemen en aanbevelingen doen met betrekking tot de ontwikkeling ervan. De lidstaten, in het bijzonder Spanje, moeten deel uitmaken van de delegatie die de Unie in het bestuursorgaan vertegenwoordigt.
Bij de uitvoering van de bepalingen van de overeenkomst, met inbegrip van de bepalingen inzake opschorting en beëindiging, zal de Commissie terdege rekening houden met de specifieke positie van Spanje, als de aangrenzende lidstaat en als de lidstaat die verantwoordelijk is voor de uitvoering van bepaalde delen van de overeenkomst, wat de toepassing, uitvoering en beëindiging ervan betreft. In dit verband kunnen Spanje en elke andere lidstaat de Commissie verzoeken de toepassing van de clausules van de overeenkomst inzake opschorting en beëindiging in werking te zetten.
De Commissie zal de onderhandelingen voeren in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren die in de bijlage bij het besluit zijn vastgesteld, in overleg met een door de Raad aangewezen speciaal comité en in permanent en rechtstreeks contact met de Spaanse autoriteiten.
De Commissie zal het Europees Parlement tijdig informeren over het gehele verloop van de onderhandelingen.
4. RECHTSGRONDSLAG
De procedurele rechtsgrondslag voor een besluit houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Unie en een derde land en het geven van richtsnoeren aan de onderhandelaar is artikel 218, leden 3 en 4, VWEU. In zoverre ook
namens Euratom over de overeenkomst zou worden onderhandeld omdat de bijlage bij het besluit onderhandelingsrichtsnoeren bevat met betrekking tot aangelegenheden die onder het Euratom-Verdrag vallen, moet de rechtsgrondslag van het besluit ook artikel 101 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie omvatten (“EGA”).
De rechtsgrondslag voor het aanbevolen besluit moet derhalve artikel 218, leden 3 en 4, VWEU en artikel 101 EGA zijn. De materiële rechtsgrondslag voor de ondertekening en sluiting van de nieuwe overeenkomst kan pas aan het eind van de onderhandelingen worden vastgesteld in het licht van de inhoud ervan.
Aanbeveling voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen voor een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot Gibraltar
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 101,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord- Ierland (“het Verenigd Koninkrijk”) zich teruggetrokken uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“Euratom”).
(2) Het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorziet in de regelingen voor de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van een protocol met specifieke regelingen met betrekking top Gibraltar. Overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt a), van het akkoord was het recht van de Unie van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk tijdens een overgangsperiode die op 31 december 2020 afliep. Met uitzondering van artikel 1 is het protocol na de afloop van de overgangsperiode niet langer van toepassing in Gibraltar.
(3) De Europese Unie en Euratom, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, hebben een handels- en samenwerkingsovereenkomst gesloten, die door de Unie op grond van Besluit (EU) 2021/689 van de Raad was gesloten en met ingang van 1 januari 2021 voorlopig werd toegepast. De overeenkomst is op 1 mei 2021 in werking getreden. De overeenkomst is niet van toepassing op en heeft er evenmin gevolgen, aangezien Gibraltar van haar territoriale werkingssfeer is uitgesloten.
(4) Op de bijeenkomst van de Europese Raad van 25 november 2018 werd een verklaring voor de notulen van die bijeenkomst gedaan, waarin werd aangegeven dat er met betrekking tot Gibraltar afzonderlijke overeenkomsten tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk kunnen worden gesloten, onverminderd de bevoegdheden van de Unie en met volledige eerbiediging van de territoriale integriteit van haar lidstaten, zoals gewaarborgd door artikel 4, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en dat voor die afzonderlijke overeenkomsten een voorafgaande goedkeuring van het Koninkrijk Spanje vereist is.
(5) Op 31 december 2020 heeft het Koninkrijk Spanje zijn wens geuit dat de Unie met betrekking tot Gibraltar een brede en evenwichtige regeling zou treffen op basis van het met het Verenigd Koninkrijk bereikte akkoord over een mogelijk kader voor een akkoord over Gibraltar.
(6) Het lijkt nuttig een dergelijke overeenkomst te sluiten in het licht van de geografische nabijheid van Gibraltar en zijn economische verwevenheid met de Unie.
(7) Er moeten dus onderhandelingen worden geopend voor een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Unie en Euratom, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot Gibraltar. De Commissie moet worden aangewezen als onderhandelaar van de Unie.
(8) De overeenkomst mag geen afbreuk doen aan de kwesties van soevereiniteit en jurisdictie en moet de rechtspositie van het Koninkrijk Spanje in verband met de soevereiniteit en jurisdictie met betrekking tot Gibraltar onverlet laten.
(9) De overeenkomst moet de territoriale integriteit van de lidstaten, zoals gewaarborgd door artikel 4, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, eerbiedigen,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Commissie wordt gemachtigd met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland te onderhandelen over een overeenkomst met betrekking tot het Brits overzees gebied Gibraltar.
De onderhandelingen worden gevoerd op grond van de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad die in de bijlage bij dit besluit zijn vastgesteld.
De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep Verenigd Koninkrijk.
Artikel 2
De Commissie wordt aangewezen als onderhandelaar van de Unie.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Commissie. Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter