Contract
Sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van Audiovisuele sector (PC 227) en van sector Filmproductie (PC 303.1)
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
- De heer Xxx Xxxxx, De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN DE Audiovisuele sector en van sector filmproductie,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, Vertegenwoordiger VOFTP;
- Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, Vertegenwoordiger VOTF;
- De xxxx Xxxx Xxxxx, Vertegenwoordiger XXXXXXX;
- De xxxx Xxxxxxx Xxxxx, Vertegenwoordiger FEWEB;
- De xxxx Xxxx Xxxxxxxx, Vertegenwoordiger VOFTP;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxx Xxxxxxxx, Vertegenwoordiger BBTK;
- De xxxx Xxxx Xxxxxx, Vertegenwoordiger ACV Puls;
- De xxxx Xxxxx Xxxxxxxx, Vertegenwoordiger ACLVB;
hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van 147.000,00 EUR uit te betalen aan xxxxxxxx.xx (Sociaal Fonds voor de audiovisuele sector), Xxxxxxxxxxxxx 00, xx 0000 Xxxxxxxxx (ondernemingsnummer: 0891.076.246 -
bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000) ter financiering van 1,5 VTE sectorconsulenten.
Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst door het organiseren van :
1. ad hoc-overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren;
2. klankbordvergaderingen waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren;
3. netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van onder meer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector verbindt zich ertoe om conform artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein werk en sociale economie een kwaliteitsregistratie op organisatieniveau aan te tonen. De wettelijke verplichtingen op het vlak van de kwaliteitsregistratie dient uiterlijk op 31 maart 2021 vervuld te zijn.
Artikel 4. De Audiovisuele sector en de sector van de Filmproductie verbinden zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijke kader voor de sectorconvenants 2021-2022, een sectorale omgevingsanalyse en visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn verbintenissen die betrekking hebben op het ondersteunen en uitvoeren van:
- de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
- een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
- het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 5. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 1,5 VTE- sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht. Ze zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant.
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Bij ziekte of
ongeval van de sectorconsulent komt de periode van arbeidsongeschiktheid die door het gewaarborgd loon wordt vergoed in aanmerking voor de subsidie. De subsidie wordt in mindering gebracht wanneer de werkgever de afwezige sectorconsulent niet vervangt na afloop van de periode die is gedekt door het gewaarborgde loon. Periodes van tijdskrediet, loopbaanonderbreking of moederschapsverlof komen niet in aanmerking voor financiering, tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend.
De maximale werkingssubsidie wordt toegekend voor de inzet van 1,5 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerkgesteld waren en in mindering gebracht.
De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden.
Artikel 6. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2022 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2023 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan;
- de toetsing van de realisaties aan de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant;
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Omgevingsanalyse
1. Sector in cijfers en trends
1.1 Afbakening audiovisuele sector
Deze sectorfoto is opgemaakt aan de hand van:
● De groepssectorfoto opgemaakt door Departement WSE
● Eigen verwerking van gegevens van de RSZ (2014 in vergelijking met 2019)
● Resultaten uit de mediasensor enquête uit 2019
In het kader van het sectorconvenant nemen we enkel werkgevers die ressorteren onder PC 227 en PSC 303.01 uit het Vlaams Gewest mee voor deze sectorfoto. Dit aangezien mediarte enkel rechtstreeks deze 2 PC’s vertegenwoordigt en het sectorconvenant van toepassing is op het Vlaams Gewest.
Ondernemingen met enkel een audiovisuele NACE code of ondernemingen uit PC 303 en PSC 303.03 worden niet meegenomen (in tegenstelling tot sommige cijfers uit de groepssectorfoto opgemaakt door departement WSE).
Op basis van de hoofdactiviteit van een onderneming, die deel uitmaakt van PC227 of PSC 303.01, maken we een onderverdeling in de audiovisuele sector. Hierbij zijn enkele hoofdactiviteiten enkel relevant binnen PC227. Alle hoofdactiviteiten in PSC 303.01 bevinden zich ook in PC227.
Zender (enkel PC227)
Ondernemingen die werkzaam zijn in het uitzenden van audiovisuele producties, zoals (web-)TV of (web-)radio.
Zoals: DPG Media, SBS Belgium, De Buren Gewicht tewerkstelling in de sector: 33,15%
Productie (PC227 & PSC 303.01)
Ondernemingen die werkzaam zijn in het ontwikkelen van audiovisuele producties voor TV en/of (bedrijfs)film.
Zoals: Woestijnvis, Zodiak Belgium, DeMensen Gewicht tewerkstelling in de sector: 26,78%
Digital (enkel PC227)
Ondernemingen die werkzaam zijn in het oa. ontwikkelen van webapplicaties, websites of games. Zoals: Intracto, Mediacomm, Nanopixel
Gewicht tewerkstelling in de sector: 22,9%
Facilities (PC227 & PsC303.01)
Ondernemingen die specifieke audiovisuele diensten en/of faciliteiten aanleveren bij het maken van een audiovisueel product.
Zoals: Videohouse, Option Media, DB Video Gewicht tewerkstelling in de sector: 15%
Andere (enkel PC227)
Ondernemingen die niet-audiovisueel specifieke diensten aanleveren bij het maken van een audiovisueel product. Denk hierbij aan juridische ondersteuning, PR & marketing of webhosting. Zoals: B.O.S Business, Contento, Partners for Design
Gewicht tewerkstelling in de sector: 1,8%
1.2 De audiovisuele onderneming
In totaal telt de audiovisuele, film en digitale sector in het Vlaams Gewest 512 ondernemingen, samen goed voor 4.080 VTE’s. Er is een grote groei van 140,3% merkbaar tegenover 2014 in het aantal ondernemingen in de audiovisuele sector. De groei van het aantal VTE’s is minder sterk, 68,56%, maar evenzeer aanzienlijk. We zien een grote instroom van zeer kleine ondernemingen. Dit maakt dat het gemiddeld aantal VTE’s per onderneming van 15,47 in 2014 is gedaald tot 7,96 in 2019. Als we naar de mediaan kijken is er binnen het PC227 een daling van 2 VTE’s (2014) naar 1,86 (2019). Voor PsC 303.01 gaat dit over een daling van de mediaan van 3,81 (2014) VTE naar 1,25 (2019).
Aantal Ondernemingen in sector | |||
Categorie | 2019 | 2014 | % stijging |
PC 227 | 483 | 202 | 139,1% |
PsC 303.01 | 29 | 11 | 193,6% |
Totaal | 512 | 213 | 140,3% |
Bron: RSZ
Dimensiegrootte ondernemingen in PC227 / 303.01 op # ondernemingen | ||||
Dimensie | #ondernemingen 2019 | % 2019 | #ondernemingen 2014 | % 2014 |
Micro (0-10 vte) | 455 | 88,8% | 175 | 82,15% |
Klein (10-50 vte) | 48 | 9,3% | 28 | 13,14% |
Middelgroot (50- 250 vte) | 7 | 1,3% | 8 | 3,28% |
Groot (250+ vte) | 2 | 0,39% | 2 | 0,93% |
Bron: RSZ
Dimensiegrootte ondernemingen in PC227 / 303.01 op # VTE’s | ||||
Dimensie | #VTE 2019 | % 2019 | #VTE 2014 | % 2014 |
Micro (0-10 vte) | 1.024,52 | 25,11% | 421,88 | 17,42% |
Xxxxx (10-50 vte) | 1.029,07 | 25,22% | 539,59 | 22,29% |
Middelgroot (50- 250 vte) | 657,38 | 16,11% | 623,78 | 25,77% |
Groot (250+ vte) | 1.369,00 | 33,55% | 835,22 | 34,50% |
Bron: RSZ
Ondernemingen per hoofdactiviteit | ||||
Hoofdactiviteit | Aantal | VTE’s | % Aantal | % VTE’s |
Zender | 24 | 1352,4 | 4,69% | 33,15% |
Productie | 192 | 1092,6 | 37,5% | 26,78% |
Digital | 189 | 934,5 | 36,91% | 22,9% |
Facilities | 77 | 627,1 | 15,04% | 15,37% |
Andere | 30 | 73,3 | 5,86% | 1,8% |
Totaal | 512 | 4.080,0 | 100% | 100% |
Bron: RSZ
Nieuwe ondernemingen & stopzettingen PC227 / 303.01 | |||||
Paritair Commité | Nieuw | Nieuw % | Stopzetting | Stopzetting % | Totaal |
227 | 81 | 16,77% | 32 | 6,60% | 483 |
303.01 | 4 | 13,79% | 2 | 6,89% | 29 |
Totaal | 85 | 16,60% | 34 | 6,64% | 512 |
Bron: RSZ
1.3 Tewerkstelling
In 2019 telden we bij de werkgevers in de audiovisuele, film en digitale sector in het Vlaams Gewest 4.080,00 VTE’s. In vergelijking met cijfers uit 2014 kan duidelijk gesteld worden dat onze sector een groeisector is (een stijging van 68,56% tegenover 2014). De meeste VTE’s (96,7%) bevinden zich in PC 227.
Totale tewerkstelling in de audiovisuele sector | |||||
Categorie | VTE’s 2019 | VTE’s 2014 | % | verschil | |
PC 227 | 3.948,80 | 2.350,00 | + | 68,0% | |
PC 303.01 | 131,20 | 70,47 | + | 86,1% | |
Totaal | 4.080,00 | 2.420,47 | + | 68,56% |
Bron: RSZ
Wanneer we de in- en uitstroomcijfers van werknemers op ondernemingsniveau bekijken dan zien we in 2019, in vergelijking met andere sectoren, een bovengemiddelde in- en uitstroomgraad. Met 23,5% uitstroom (tegenover het Vlaams gemiddelde van 16,7%) En 30,3% instroom (tegenover het Vlaams gemiddelde van 18,5%). Het aandeel van 55-plussers in de uitstroom is laag (3,6%). Het gaat hier zowel om instroom vanuit een niet-werkend statuut, vanuit een andere sector (zij-instroom), als om instroom van een andere werkgever uit dezelfde sector.
Wat betreft de vacatures op de VDAB-site zien we in tegenstelling tot de stijgende Vlaamse trend een sterke daling van ontvangen en openstaande vacatures bij de VDAB (2018 vs 2019). Met name een daling van 34,2% in ontvangen vacatures en een daling van 22% in openstaande vacatures. Deze cijfers staan echter in contrast met de vacatures die op de website van mediarte gepubliceerd werden.
In 2018 telden we op de website van mediarte 675 vacatures. In vergelijking met 2017 (530) is dit een verhoging van 27,36%. In 2019 telden we 744 vacatures. In vergelijking met 2018 is dit een verhoging van 10%. De stijging in 2018 heeft voornamelijk te maken met de aantrekkingskracht en het succes van de toen vernieuwde website van mediarte.
Totaal aantal gepubliceerde vacatures per cluster en per jaar | |||||||
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Commercieel | 55 | 53 | 53 | 54 | 64 | 71 | 69 |
Technisch | 145 | 168 | 170 | 158 | 175 | 171 | 225 |
Redactie | 138 | 80 | 110 | 106 | 96 | 69 | 101 |
Productie | 89 | 60 | 94 | 94 | 87 | 124 | 115 |
Ondersteunend | 75 | 53 | 74 | 59 | 81 | 98 | 92 |
Digitaal | - | - | - | - | - | 95 | 98 |
Andere | 44 | 77 | 50 | 25 | 27 | 47 | 44 |
Totaal | 546 | 491 | 551 | 496 | 530 | 675 | 744 |
-10,07% | 12,22% | -9,98% | 6,85% | 27,36% | 10% |
Op vlak van aanwervingen van risicogroepen in 2019 scoort de audiovisuele sector over de gehele lijn lager dan het Vlaams gemiddelde, met uitzondering van langdurige werkzoekenden.
Aanwervingen van risicogroepen in 2019 | ||
Categorie | AV-Sector | Vlaams Gemiddelde |
Kortgeschoold | 8,2% | 34,2% |
Migratie Achtergrond | 6,7% | 23,6% |
55-Plus | 4,4% | 6,3% |
Arbeidshandicap | 1,8% | 6,7% |
> 1 Jaar Werkzoekend | 27,5% | 23,1% |
Bron: VDAB (bewerking Departement WSE)
1.4 Diversiteit
Het aandeel vrouwen dat tewerkgesteld is binnen de audiovisuele sector ligt beduidend lager dan het Vlaams gemiddelde. Ten opzichte van 2014 zien we echter wel een positieve evolutie. In het Vlaams gewest tellen we in PSC 303.01 53,41% vrouwen ten opzichte van 46,58% mannen.
Man - Vrouw verhouding Sector (PC227 + PsC303.01) | ||
Categorie | % Man | % Vrouw |
Sector 2019 | 58,5% | 41,5% |
Sector 2014 | 62% | 38% |
Vlaams Gemiddelde 2019 | 51,% | 48,% |
Bron: RSZ
Om personen met een buitenlandse herkomst te bepalen worden er 4 criteria gehanteerd: de huidige nationaliteit van de persoon, de geboortenationaliteit van de persoon (voor een eventuele nationaliteitswijziging), de geboortenationaliteit van de vader en deze van de moeder. Is één van deze vier criteria een niet-Belgische nationaliteit, dan wordt de persoon beschouwd als zijnde een persoon van buitenlandse herkomst. Op deze manier worden zowel personen van de eerste generatie als van de tweede generatie in kaart gebracht.
Van de totale VTE’s zijn in de audiovisuele sector 11,8% van buitenlandse origine, het Vlaams gemiddelde ligt op 19,3%. Dit met de volgende samenstelling:
Tewerkstelling Sector (PC227 + PsC303.01) op basis van buitenlandse herkomst | ||
Regio | Percentage Sector | Vlaams Gemiddelde |
Buurlanden | 42% | 20,7% |
Oost-Europa | 5,4% | 13,9% |
Rest Europa | 22,8% | 21,6% |
Turkije | 6,4% | 9,0% |
Maghreb | 5,9% | 14,1% |
Afrika | 4,2% | 8,1% |
Azië | 8,3% | 9,9% |
Amerika/Oceanië | 4,7% | 2,7% |
Bron: KSZ, Datawarehouse Arbeidsmarkt & Sociale Bescherming (bewerking Departement WSE)
Demografische evoluties hebben een belangrijke impact op de arbeidsmarkt. Een stijgende scholingsgraad en langer wordende studietrajecten zorgen voor een dalende en latere intrede van jongeren op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd zullen we de komende jaren geconfronteerd worden met de massale uittrede van babyboomers uit de arbeidsmarkt.
Hoewel globaal genomen het overgrote deel van onze sector (70%) jonger is dan 40 jaar, valt op dat 50-plussers goed zijn voor 11,21% van de audiovisuele sector. Het Vlaams gemiddelde ligt mbt deze bevolkingsgroep op 7,82%.
Tewerkstelling Sector (PC227 + PsC303.01) op basis van leeftijd | ||
Categorie | Percentage 2019 | Percentage 2014 |
<25 | 8.83% | 7.82% |
25-39 | 60.22% | 63.40% |
40-49 | 19.74% | 20.95% |
50-64 | 11.04% | 7.66% |
65 en ouder of onbekend | 0.17% | 0.16% |
Bron: RSZ (bewerking Steunpunt Werk / Departement WSE)
Voor onze audiovisuele sector zien we dat de uitstroom van 55-plussers in de totale uitstroom nog relatief laag ligt.
Project vervangings- en uitbreidingsvraag 2025 (PC227) | |||||
Werknemers 55+ in 2025 (%) | Uitstroom 55+ / Totale uitstroom | Verwachte groei | Uitbreidingsvr aag (%) | Vervangings vraag (%) | Totale vraag (%) |
22,3 | 7,0 | 3,3 | 3,3 | 18,9 | 22,3 |
Bron: RSZ (bewerking Steunpunt Werk / Departement WSE)
In 2019 kregen ruim 240.000 werknemers met werkplaats in het Vlaams Gewest een doelgroepvermindering voor laag- of midden geschoolde jongeren, voor zittende werknemers of aangeworven niet-werkende werkzoekenden ouder dan 55 jaar, of een Vlaamse ondersteuningspremie voor personen met een arbeidshandicap. Samengeteld gaat het om 9,4% van alle werkenden in Vlaanderen.
In de audiovisuele sector ontving 2,2% van de werknemers één van de loonkostverminderingen. Het Vlaams gemiddelde ligt hier op 6,7%.
Voor wat betreft de doelgroep vermindering voor jongeren komen we uit op 0,8%, tegenover 2,1% als Vlaams gemiddelde.
De VOP (Vlaamse Ondersteuningspremie) wordt in onze sector 8,3 maal per duizend werknemers gebruikt. Het Vlaams gemiddelde zit hier op 7,1 per duizend.
1.5 Competenties
Voor de periode 2019-2020 werd er noch in PC 227 noch in PSC 30.01 een CAO Vorming afgesloten, en zijn er dus geen afspraken gemaakt op sectoraal niveau mbt vorming en opleiding.
Mede hierdoor is het niet eenvoudig om de opleidingsinspanningen van Vlaamse werkgevers betrouwbaar in kaart te brengen. Geen enkele bron is perfect. Ook voor de audiovisuele sector hebben we hier geen globale cijfers over. Onderstaande gegevens zijn verkregen via het premiestelsel (mediacademie) dat mediarte kon aanbieden dankzij de financiële steun van het Vlaams Ministerie van Media. Deze steunmaatregel liep tot eind 2019.
Binnen de voorwaarden van het premiestelsel kwamen volgende opleidingstypes in aanmerking:
● Externe opleidingsinitiatieven die georganiseerd worden door derden. Een factuur dient betaald te worden.
● Interne opleidingsinitiatieven die georganiseerd worden door de aanvragende onderneming. De opleider is een personeelslid en er is geen factuur voor deze opleiding.
● Andere opleidingsinitiatieven in het kader van zelfstudie en opleiding op afstand.
Volgende tabel geeft de resultaten wat betreft de financiële investering in talentmanagement via de mediacademie voor 2019 naar opleidingsvorm:
financiële investering in talentmanagement (2019) | ||||
2019 - Opleidingskost (Brutobedrag in €) | Andere | Extern initiatief | Intern initiatief | Totaal |
Werkgever | 10.070,14 | 416.353,64 | 87.464,30 | 513.888,08 |
Werknemer | 5.439,96 | 3.286,38 | 0 | 8.726,34 |
Zelfstandige | 2.045,66 | 4.731,28 | 0 | 6.776,94 |
De opleidingsinspanningen werden niet enkel gemeten op basis van de investeringen maar voornamelijk op basis van het aantal gerealiseerde opleidingsuren en het aantal deelnemers aan een opleiding. Dit zijn de indicatoren van de opleidingsinspanningen voor een sector.
Volgende tabel geeft de resultaten wat betreft de opleidingsuren en aantal deelnemers voor 2019 naar opleidingsvorm
gerealiseerde opleidingsuren en het aantal deelnemers aan opleiding (2019) | |||||
2019 | Aantal initiatieven | Aantal uren initiatieven | Aantal deelnemers | Aantal opleidingsuren | |
Werkgever | Andere | 34 | / | / | / |
Extern initiatief | 297 | 4.312 | 856 | 13.791,00 | |
Intern initiatief | 72 | 847,13 | 199 | 1.680,63 | |
Werknemer | Andere | 5 | / | / | / |
Extern initiatief | 1 | 40 | 1 | 40 | |
Zelfstandige | Andere | 2 | / | . | . |
Extern initiatief | 7 | 178 | 7 | 178 |
Als we enkel naar de werkgevers kijken is het aantal initiatieven licht gestegen tegenover 2018, 6,4%. Het aantal uren en deelnemers voor externe opleidingen stijgen gevoelig waardoor het totaal aantal opleidingsuren stijgt met meer dan 40% tegenover 2018. Op vlak van interne opleidingen zien we ook een stijging in opleidingsuren (18%) dit door een toename in aantal initiatieven en het aantal deelnemers. Het aantal uren aan interne opleidingen is wel gedaald. (37%)
De aanvragen van werknemers en zelfstandigen kwamen nauwelijks voor. Waar er een duidelijke terugval is in het aantal initiatieven zijn deze beduidend korter van duurtijd met enkel 1 deelnemer. Dit heeft als resultaat dat hun aandeel nog nauwelijks 1,3% bedraagt op vlak van opleidingsuren.
Wat betreft de categorie ‘Andere’ wordt het aantal opleidingsuren van de deelnemers niet geregistreerd. Werknemers leren waar en wanneer ze willen. Het gebeurt niet steeds tijdens de werkuren, maar gebeurt vaak ook tussendoor en als aanvulling op klassikale opleidingen. Daarnaast beslissen ze zelf het tempo en in welke mate de hoeveelheid kennis dat ze zich eigen maken.
In het algemeen kunnen we stellen dat werkgevers meer en meer aan het investeren zijn in opleidingsinitiatieven met vooral meer deelnemers. Werknemers en zelfstandigen zijn binnen het kader van de premies nog nauwelijks relevant.
Via Betaald Educatief Xxxxxx kunnen werknemers gedurende een bepaalde tijd afwezig zijn om een opleiding te volgen met behoud van hun loon. Recent werd dit BEV hervormd tot het Vlaams Opleidingsverlof. In de audiovisuele sector zijn er, voor het schooljaar 2018-2019, 169 aanvragen gedaan voor het BEV. Dit komt overeen met 39,1 aanvragen per 1000 werknemers. Het Vlaams gemiddelde ligt op 23,6.
Werkplekleren is ook voor werkenden en voor werkzoekenden een sterke methodiek om competenties te ontwikkelen en zich voor te bereiden op nieuwe evoluties, zowel op vlak van technische, als op vlak van algemene vaardigheden. Sectoren spelen hierin een grote rol door het stimuleren van ondernemingen in het voorzien van voldoende kwalitatieve leerwerkplekken.
Een beroepsopleiding is gericht op een snelle uitstroom naar betaalde arbeid. Aan de meeste beroepsopleidingen zijn opleidingsstages verbonden met als doel het versterken van reeds aangeleerde competenties en/of de ontwikkeling van competenties die bij voorkeur - of zelfs enkel
- op een werkplek kunnen worden geleerd. In het Vlaams gewest werden in 2019 een totaal van
19.047 opleidingen met stages gestart. De audiovisuele sector (gebaseerd op NACE-codes) telt 7 gestarte opleidingen in het schooljaar 2018-2019. Dit komt overeen met 1,6 gestarte opleiding per 1000 werknemers. Doordat onze sector eerder functies heeft waarvoor een hogere opleiding vereist is, liggen de cijfers van onze sector ruim onder het Vlaams gemiddelde dat op 8,6 ligt.
In het schooljaar 2017-2018 zijn er in de audiovisuele sector 22 individuele beroepsopleidingen (IBO)
gestart . Dit komt overeen met 5,1 IBO’s per 1000 werknemers. Het Vlaams gemiddelde is 5,0.
Ondanks bovenvermelde, relatief lage cijfers zijn pas afgestudeerde jongeren in de audiovisuele sector toch vaak vragende partij om beroepservaring op te doen. Om hieraan tegemoet te komen zijn werkgevers bereid hen ook na hun opleiding stage te laten te lopen. In de realiteit stellen we echter vast dat jongeren op deze wijze buiten een wettelijk kader tewerkgesteld worden. De sociale partners van PC 227 en PSC 303.01 dragen via het project “mediastages” bij om deze “stages” binnen een wettelijk kader te laten verlopen in PC 227 en PSC 303.01. Met het project “mediastages” willen de sociale partners van PC 227 en PSC 303.01 een brug slaan tussen de uitstroom uit het hoger onderwijs en de professionele audiovisuele sector. Het doel van deze “mediastages” voor werkloze jongeren onder de 26 jaar bestaat er uit om ervaring op te doen op de werkvloer, om hun kans op het vinden van werk te vergroten. In 2019 werden er in Vlaanderen 42 mediastages opgestart.
Overzicht Competenties en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 2019 | |||
Categorie | Aantal | per 1000 werknemers | Vlaams gemiddelde (per 1000) |
BEV | 169 | 39,1 | 23,6 |
VDAB Stages | 7 | 1,6 | 8,6 |
IBO | 22 | 5,1 | 5,0 |
mediastages | 42 | 10,86 | / |
Om een goede aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te verzekeren, is het belangrijk dat er voldoende kwalitatieve werkplekken zijn. In de audiovisuele sector zijn de meeste van de
deeltijdse leersystemen binnen het leerplichtonderwijs niet geschikt, omdat er voor dergelijke profielen niet of nauwelijks arbeidsplaatsen beschikbaar zijn. We tellen daarom geen jongeren in het stelsel van leren en werken en duaal leren in de audiovisuele sector. Wel tellen we 152 leerlingenstages uit het voltijds secundair onderwijs, wat overeenkomt met 35,1 leerlingenstages per 1000 werknemers. Het Vlaams gemiddelde zit op 38,1.
1.6 Welzijn
De veranderende omgeving waarbinnen gewerkt wordt, zorgt ook voor (radicale) veranderingen van de organisatiestructuur. De sector kende de voorbije jaren een explosieve groei van ondernemingen die komen en gaan. Deze ondernemingen worden gekenmerkt door een zeer hoge graad van flexibiliteit. Voornamelijk zijn het micro-ondernemingen met minder dan 5 werknemers die hoofdzakelijk bestaan uit zelfsturende teams met snel wisselende samenstellingen, afhankelijk van het project waar op gewerkt wordt en veelal in een online omgeving.
Een gebrekkige arbeidsorganisatie kan een grote impact hebben op de efficiëntie van heel wat processen binnen de organisatie waaronder samenwerking tussen afdelingen, samenwerking binnen teams alsook op de invulling en werkbaarheid van individuele jobs. Arbeidsorganisatie gaat meer bepaald over hoe taken en rollen verdeeld zijn en ingevuld worden in de organisatie, hoe de interne teamwerking vorm krijgt en hoe de samenwerking tussen medewerkers en diensten er uit ziet.
De resultaten bekomen uit de mediasensor-enquête geven ons een zeer goed beeld over de psychosociale risico’s in de sector. Deze sectorale enquête werd door mediarte werd afgenomen in 2019, nadat ze een eerste maal uitgevoerd werd in 2016. Ze faciliteerde ondernemingen om in regel te zijn met de wetgeving rond psychosociale risico’s die op 1 september 2014 van kracht werd. De online bevraging, die ondersteund wordt door de preventiedienst Attentia, was toegankelijk voor de gehele audiovisuele sector. De resultaten maakten het voor ondernemingen mogelijk om doelgericht naar een actieplan toe te werken, en de eigen resultaten te vergelijken met die van de sector zelf of die van België. Het is het opzet dat deze enquête 3-jaarlijk afgenomen wordt.
De Belgische AV-sector staat onder druk, zo bleek ook al in 2016. De voorbije jaren door de dalende reclame-inkomsten, door de digitalisering en de komst van streamingdiensten en dit jaar door de Corona-crisis. In mediasensor-enquête van 2019 blijkt de overgrote meerderheid van medewerkers in de audiovisuele, film- en digitale sector nog steeds zeer geëngageerd in zijn of haar baan, en geeft blijk van jobzekerheid (86%). Maar liefst 88% van de respondenten ervaart plezier in het werk, wat een zeer hoge intrinsieke motivatie weerspiegelt. Op vlak van engagement scoort de AV-sector ook hoog (85%). In de vorige bevraging bedroeg deze score nog 89,5%, dit betekent in de analyse een substantiële daling. Hiernaast worden de leidinggevende kwaliteiten van de hiërarchische meerdere met een totaalcijfer van 84% duidelijk gewaardeerd.
In vergelijking met de vorige bevraging zien we op een aantal werkaspecten een verbetering. Zo is de herstelnood – een graadmeter voor mentale vermoeidheid - licht gedaald (van 44% in 2016 naar 41% in 2019). Verder leren we uit de enquête dat de geestelijke belasting in de AV-sector hoog is: 89% van de ondervraagden geeft aan geestelijke belasting te ervaren. Medewerkers in de media moeten zich veel en vaak concentreren, moeten voortdurend hun aandacht erbij houden en moeten op veel zaken tegelijkertijd letten. Dit kan deels al een verklaring zijn voor een hoge herstelnood. Hiernaast zijn andere aandachtspunten het ervaren van gebrek aan loopbaanmogelijkheden (78%), de behoefte aan betere verloning (59%), de arbeidsorganisatie (58%), inspraak (55%) en het hoge werktempo (47%).
Bij ongeveer 23% van de ondervraagden is de hoge herstelnood acuut. Zonder maatregelen kan dit op korte termijn (6 maanden) eventueel leiden tot uitval door ziekte of zelfs een burn-out. Opvallend is dat de groep freelancers, zelfstandigen en interims slechter scoort. Daar geeft bijna 1 op 2 aan dat ze een hoge herstelnood ervaren.
De algemene scores voor de audiovisuele sector zijn iets gunstiger dan de welzijnsscores van de
Belgische arbeidsmarkt. Opvallend is dat geen enkel van de onderzochte werkaspecten een substantieel ongunstigere score heeft dan de referentiegroep van de Belgische arbeidsmarkt.
Dit geldt ook voor grensoverschrijdend gedrag op het werk, dat een stressbron kan zijn. Binnen de audiovisuele sector geeft 2% van de respondenten aan last te ondervinden van pesten op het werk. Dit gaat over persoonsgebonden handelingen (roddels, sociale uitsluiting, beledigingen, grappen) of werkgerelateerde handelingen (informatie achterhouden, herhaalde opmerkingen geven over vergissingen, …) Ook in verband met ongewenst seksueel gedrag op het werk ervaart men weinig problemen in de sector. Zo’n 3% van de ondervraagden geeft aan dergelijk ongepast gedrag te ervaren. Elk geval is er één te veel. Maar door enkele bekende gevallen in de media heeft ook de rest van de AV-sector op dit vlak het imago tegen. Terwijl deze percentages lager liggen dan het gemiddelde op de Belgische arbeidsmarkt.
In deze sectorbevraging werd welzijn op verschillende wijzen bevraagd en werd er gepeild naar drie psychologische welzijnsindicatoren: engagement, plezier in het werk en herstelnood.
Bron: Mediasensor Enquête 2019
Naast de welzijnsindicatoren werden ook werkaspecten in kaart gebracht. We maken hierbij een onderscheid tussen stressbronnen en motivatiebronnen. We weten uit de arbeidspsychologische discipline dat deze werkaspecten een belangrijke samenhang vertonen met het welzijn op het werk. Het geeft als het ware inzicht in “knoppen om aan te draaien” wil men aan stresspreventie doen enerzijds en inzetten op “amplitie” door engagement en plezier op het werk te bevorderen anderzijds. Uit de resultaten blijkt ook dat er een grote mate van herstelnood is. Deze herstelnood kan verlaagd worden door prioritair in te zetten op het verlagen van het werktempo. Een ongunstige score op werktempo in de bevraging verwijst voornamelijk naar een ervaren tijdsdruk. Respondenten geven aan dat ze het gevoel hebben zich te moeten haasten en extra hard te moeten werken om het werk af te krijgen.
Bron: Mediasensor Enquête 2019
2. Sterkte-zwakte analyse
• Sterktes
De tewerkstellingscijfers tonen aan dat de audiovisuele sector een groeisector is, en in de loop van 5 jaar stellen we een stijging van 140% vast wat betreft de ondernemingen en een stijging van bijna 70% wat betreft werknemers.
De audiovisuele sector bestaat voor meer dan 80% uit micro-ondernemingen. Slechts 5% van de ondernemingen heeft meer dan 50 vte’s. De sterktes van onze micro- en kleine ondernemingen, met name de vlakke structuur, flexibele jobinhoud, directe communicatie, snelle besluitvorming en informele contacten maken dat medewerkers zich sterk betrokken voelen. Hierdoor hebben ze met hun expertise en engagement een directe invloed op het succes van de organisatie en is het mogelijk hun talenten en inzet maximaal te benutten.
Daarenboven zijn kleine en middelgrote organisaties wendbaar waardoor ze in staat zijn snel voordeel te halen uit optimalisaties in processen, structuur en strategieën. Zulke investeringen dragen niet alleen bij tot de competitiviteit en de duurzame ontwikkeling van de organisatie en medewerkers maar ook van de brede socio-economische omgeving.
De resultaten uit de mediasensor-enquête leren ons ook dat onze medewerkers zeer goed scoren op positieve welzijnsindicatoren: 85% voelt zich geëngageerd in het werk en 88% ervaart plezier in het werk.
Technologische evoluties maken het mogelijk dat onze ondernemingen hun aanbod en consumenten-bereik verder kunnen uitbreiden door aan de hand van innovatieve toepassingen nieuwe producten of diensten te ontwikkelen. De huidige Corona-crisis heeft onze ondernemingen in die zin dan ook meer dan ooit uitgedaagd.
• Zwaktes
De sterktes van micro- en kmo-ondernemingen zijn natuurlijk ook steeds hun zwakte, weinig doorgroeimogelijkheden en een grote flexibiliteit die vereist wordt.
Werken in de audiovisuele sector verloopt dikwijls via een vlakke loopbaan met beperkte promotiekansen. Er dient daarom toegewerkt te worden naar een nieuwe vorm van carrièreplanning in de sector. Onder meer dit gebrek aan groeiperspectief maakt dat mediaprofessionals na een tijdje uitgekeken kunnen raken op hun job, zeker als de passie en drive doorheen de jaren verminderen. Als men dan toch doorgroeit, dan vergt dit (b.v. als leidinggevende) andere competenties (b.v. marketing, management, people skills…) wat voor de persoon in kwestie verschilt met de initiële drijfveer bij de beroepskeuze.
Met de digital shift, en andere parallelle technologische evoluties, zoals de digitalisering en het permanente updaten van technisch materiaal, hebben veranderingen een nog grotere snelheid genomen en moeten vaardigheden up to date gehouden worden om bij te blijven met technologische ontwikkelingen maar hiervoor ontbreekt het soms aan de nodige opleidingen. Technologische bezigheden moeten ook nieuwe uitdagingen bekampen naast de meer ‘traditionele’ -namelijk de combinatie van technische en artistieke vaardigheden- en in de specifieke werkomstandigheden in de sector.
Werknemers in onze sector zijn heel gedreven en vertonen veel engagement voor hun baan. Keerzijde is dat ze een hoge herstelnood kennen. De uitstroom naar andere sectoren betekent menigmaal een aderlating aan ervaring en informatie en vormt in die zin ook een belangrijk aandachtspunt.
Als gevolg van de uitloop van de economische crisis van enkele jaren geleden en de huidige Corona-crisis en besparingen bij de openbare omroep ervaren we een druk op de economische modellen die leidden tot een vertraging van de economische activiteiten en is er een zoektocht ontstaan naar nieuwe inkomstenstromen. Onze sector heeft ook te kampen met inkomsten die uit onze sector gehaald worden door het gebruik van buitenlandse platformen om te adverteren (GAFA) en de komst van streamingdiensten. De verslechterde economische situatie leidde ook tot meer fragiele werkmogelijkheden met een stijging van werk op zelfstandige basis als gevolg van gedaalde inkomsten en stijgende onzekerheid over de budgetten bij de werkgevers.
3. Sectorale uitdagingen
3.1. Aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt
Opleidingen leggen de basis voor tewerkstelling in de audiovisuele, film en digitale sector en vormen dus een belangrijke factor voor werken in onze sector. Het onderwijslandschap in Vlaanderen is -op zijn zachtst gezegd- versnipperd. Competitiedrang tussen hogescholen, universiteiten en vormingscentra zorgt voor interne rivaliteit. Vlaanderen telt bijna 20 hogescholen waar erkende creatieve opleidingen gegeven worden. Zonder de universitaire opleidingen mee te tellen. Hierdoor is er sprake van een overaanbod van afgestudeerden op de audiovisuele arbeidsmarkt.
Opleidingen bereiden de student bovendien vaak onvoldoende voor op de reële werksituatie waardoor de gevraagde competenties en attitudes vaak ontbreken. Gedrevenheid, passie en talent maken au fond het echte verschil voor wie een succesvolle carrière in de media beoogt.
Opleidingen creëren soms ook een fout beeld en verwachtingskader rond werken in de sector. Dit maakt dat de echte opleiding veelal op de werkvloer begint, wat eveneens de nodige investeringen met zich meebrengt. Als werkgever heb je bovendien niet de garantie dat deze jong opgeleide effectief zal blijven. Dit maakt het grondig opleiden van starters niet vanzelfsprekend.
Veel stages die men vanuit de opleiding organiseert, vormen een gemiste kans. Bijvoorbeeld omdat ze te kort duren of omdat ze te eenzijdig vanuit de hogeschool worden georganiseerd.
Er is ook de tendens waarbij vers afgestudeerden hun diensten gratis en vrijwillig aanbieden. Door het overaanbod van afgestudeerden vormt dit voor sommige werkzoekenden een strategie om in een mediahuis binnen te raken. Deze tendens creëert druk op de arbeidsmarkt en kan leiden tot misbruik.
3.2. Levenslang leren
De grootste uitdagingen bij aanwervingen worden op dit moment waargenomen bij ondernemingen die op zoek zijn naar technische vaardigheden. Het aanwerven van pas afgestudeerden is een belangrijke bron voor werkkrachten in de sector, maar er zijn bezorgdheden over het feit dat studenten de school verlaten zonder up-to-date technische vaardigheden of de soft skills die nodig zijn om effectief te zijn op de werkvloer.
De uitdagingen die zich hier stellen zijn evenwel tweeledig, want zowel de werkgevers als de werkkrachten dienen zich bewust te zijn van de shift in de gevraagde kennis, vaardigheden en competenties die zich voordoen. Zowel werkgevers als werknemers moeten permanent nieuwe invulling geven aan hun respectievelijk onderneming als job. Beiden moeten goed gesensibiliseerd worden om zowel business te kunnen maken als om in business te kunnen blijven. Snelle technologische vooruitgang leidt naar skills gaps bij het bestaande arbeidspotentieel. Op hetzelfde moment hebben werkgevers het minder moeilijk bij het aanwerven van de meer creatieve functies die extreem attractief zijn bij potentiële werknemers. De grenzen tussen het digitale/technische en het creatieve worden meer en meer troebel en werkgevers zijn meer en meer op zoek naar een mix van creatieve en technische vaardigheden, gecombineerd met ondernemersvaardigheden en kennis van soft skills. Ook het vermengen van digitale en creatieve rollen, hogere
klantverwachtingen en een grotere competitieve druk betekenen dat werkgevers meer en meer op
zoek zijn naar een ‘fusie’ van technische kennis, creativiteit en soft skills.
De significante technologische trends zullen de vraag doen stijgen naar: ondernemerschap, cyber beveiliging, convergentie van content op verschillende platformen, mobile & cloud toepassingen, big data en analyse, automatisatie van routineuze taken, nieuwe applicaties voor social media, nieuwe business modellen, samenwerkingsplatformen.
Enerzijds is er de verzuchting naar een cultuur van levenslang leren. Dit kan enkel door in te zetten op bijscholing, en hiervoor ook de nodige leer- en experimenteertijd vrij te maken. In de praktijk blijkt dit echter niet evident. Want anderzijds zijn niet alle mediabedrijven bereid om in opleiding te investeren hoewel iedereen goed opgeleide mensen wil. De kans dat een werknemer op termijn naar een concurrerend bedrijf of een andere sector overstapt, is namelijk reëel en dan gaat eveneens de verworven kennis verloren. Bedrijven wegen eveneens de kost van bijscholing vaak af tegen de kost van het aanwerven van nieuwe krachten.
De kortetermijnperspectieven vormen eveneens een barrière om te investeren in opleidingen. Van een freelancer verwacht men directe inzetbaarheid, en bijgevolg is voor hen bijscholing nauwelijks een optie. Ook de dagelijkse werkdruk maakt eveneens dat er niet of nauwelijks aan de broodnodige opleiding toegekomen wordt.
3.3. Werkbaar werk
In de toekomst zal de audiovisuele sector een belangrijke werkgever binnen de creatieve industrie blijven. Maar deze sector is evenwel niet zomaar een industriesector als een andere. De vraag luidt: hoe komen we via innovatie en nieuwe samenwerkingsvormen tot kwalitatieve groei? Mediaprofessionals kunnen via innovatie en transformatie in de sector helpen om nieuwe antwoorden te formuleren op deze nieuwe samenwerkingsvormen en arbeidsrelaties. Nieuwe en bestaande vormen van dialoog en samenwerking tussen alle spelers zijn daarom nodig. Dit impliceert ook in de toekomst de noodzaak van verschillende vormen van gestructureerd (sociaal) overleg tussen de verschillende stakeholders.
Na de industriële en de post-industriële economie komen we terecht in een netwerkeconomie. We dienen dus zeer alert te zijn voor deze wijzigende omstandigheden. Werken in een netwerkeconomie kenmerkt zich door snelheid en permanente verandering. Ook een deel van de denkkracht wordt geautomatiseerd. Bedrijven zitten overal en nergens. We zien ze niet maar in de online netwerken, challenge-labs, start-ups, pop-ups gonst het van de activiteit. De klant komt niet meer naar het bedrijf, bedrijven jagen achter ze aan. Er worden voortdurend gelegenheidscoalities gesloten en het werk wordt voornamelijk uitgevoerd door flexibel samengestelde projectgroepen of individuele opdrachtnemers. Iedereen is ‘freelancer’, men spreekt ook van hybridisering van werk.
De diversiteit aan arbeidsrelaties neemt dus toe. Het aandeel van werknemers in loondienst in de werkzame beroepsbevolking daalt, terwijl het aandeel zelfstandigen stijgt. Werknemers hebben minder vaak een vaste baan en vaker een tijdelijk dienstverband of een contract op uitzendbasis, er is sprake van een flexibele arbeidsmarkt of flexibilisering.
Tijdelijk werk blijkt zo structureel van aard te zijn, waarbij sprake is van een draaideurconstructie waardoor mensen continu van tijdelijk werk naar tijdelijk werk gaan. Terwijl in het verleden tijdelijk werk vaak een opstapje naar betaald werk betekende, blijkt nu dat tijdelijk werk steeds minder vaak of minder snel wordt omgezet in een vaste baan.
De drive en de passie van de mediaprofessional maken het verschil. Deze drive en passie moeten we ook in de toekomst nog steeds optimaal kunnen blijven gebruiken, en niet misbruiken. Een toenemende economische druk creëert een omgeving waarin de mediaprofessional steeds sneller en goedkoper moet werken. Dergelijke ratrace doodt creativiteit en kwaliteit en is een bedreiging voor het welzijn van medewerkers. Een te hoge werkdruk zorgt ervoor dat het talent opbrandt (met mogelijk burn-out tot gevolg en in minder extreme gevallen een uitstroom uit de sector) en dat ook de creatieve en kwalitatieve maatstaven op termijn niet meer gehaald zullen worden. Een negatieve spiraal dreigt. Indien snel geld verdienen in 2020 de enige drijfveer zou vormen, dan bewerkstelligt de Vlaamse mediasector haar eigen ondergang.
3.4. Non-discriminatie en inclusie
Internationaal onderzoek leert dat er een zeer belangrijke uitdaging voor de audiovisuele sector ligt in inclusie. We merken in onze sector een duidelijke ondervertegenwoordiging van mensen met een migratie-achtergrond, handicap en vrouwen in bepaalde functies. De LGBT-gemeenschap kent dan weer een significant grotere vertegenwoordiging.
Om deze ondervertegenwoordiging van bepaalde bevolkingsgroepen tegen te gaan zal er moeten ingezet worden op de ontkrachting van het onterechte idee dat leeft dat onze sector geen valabel toekomstperspectief biedt. Deze uitdaging start in het onderwijs waarbij er bij minderheidsgroeperingen weinig zicht is op de (werk)opportuniteiten die onze sector biedt en dat onze sector (los van corona) een duidelijke groeisector is. Competentie-ontwikkeling bevorderende acties sluiten er tevens op aan.
Echter werkgevers en rekruteerders kunnen hier ook een rol inspelen. Aangezien deze problematiek uitvergroot wordt door de wijze waarop onze sector rekruteert, met een cultuur van nepotisme en ‘informele’ praktijken gebaseerd op ‘ons kent ons’, wat de geprefereerde wijze van rekruteren is. Dit vertaalt zich in een verhoudingsgewijs laag aantal publiekelijk bekend gemaakte vacatures. Deze aanpak creëert institutionele barrières waarbij mensen van buiten deze netwerken zich niet bewust zijn van de audiovisuele sector en moeite hebben om hun carrière te starten, uit te bouwen of te groeien.
Starten met een laag loon, kan in sommige milieus waar de nood aan een stabiel inkomen hoog is, als een significante drempel beschouwd worden. Vervolgens biedt ook het freelance werken en project gebaseerde werken een beperkte inkomenszekerheid en geldt het als obstakel voor socio- economische inclusie.
4. Focus
• Korte termijn
Op korte termijn ligt voor onze ondernemingen en ondernemers de uitdaging en de focus, ingegeven door de huidige Corona-crisis, zeer duidelijk op staying in business en het hoofd economisch boven water houden. Ondernemingen die wankel in hun schoenen staan
riskeren om te vallen. Het hoeft geen betoog dat onze sector ontzettend hard getroffen is en dat de gevolgen van deze crisis wel eens zeer lang zullen aanslepen. Vele producties en opdrachten, en dito inkomsten zijn gewoon verloren en gemaakte kosten zijn niet recupereerbaar. Projecten die nog niet gefinancierd zijn, krijgen te kampen met de onzekerheid m.b.t. tax shelter-financiering omdat ook de investeerders getroffen zijn door deze crisis en de nodige financiële slagkracht ontbreken om via Tax Shelter in onze sector te investeren. We mogen hierbij ook niet vergeten dat het verlies van reclame-inkomsten aan Google, Facebook en Amazon ten koste van de eigen traditionele media niet stuitbaar is. Uit studies leren we dat herstel van de inkomsten pas ten vroegste in 2022 zal gebeuren, met tegelijk een ommezwaai van box office naar streaming wat een ander inkomstenmodel noodzaakt.
Het zijn niet alleen de ondernemingen die zeer stevig in hun schoenen moeten staan om met deze uitdagingen om te gaan, evengoed geldt dit voor de individuele werknemers want ook vele professionals dreigen om te vallen. Niet alleen de financiële onzekerheid zorgt voor immense psychologische druk, de onzekerheid over hoe lang deze situatie nog gaat duren en ook de nieuwe werkvormen die met de nieuwe arbeidsvormen van de netwerkeconomie (stijging tijdelijk werk) gepaard gaan, zorgen voor onrust en vragen elke dag een enorme veerkracht. Individuen hebben nood aan perspectief en hebben hiervoor gepaste begeleiding nodig.
Door de gewijzigde arbeidsomstandigheden en de reflecties die professionals maakten merken we een zeer duidelijke behoefteverandering waarbij duurzaamheid en flexibiliteit voorop staan. Dit vindt zijn (praktische) weerslag in heroriëntering, plaats- en tijdsonafhankelijk werken en nood aan andere vormen van leiderschap wat dan weer een impact heeft op de competentienoden van deze leidinggevenden.
• Lange termijn
Onze sector kampt enerzijds in grote mate met disruptie en dit zowel op technologisch (bv. snelle evolutie) als op economisch (bv. verlies reclame-inkomsten) niveau en anderzijds met een behoefteverandering van de consument.
mediabedrijven gaan er in de toekomst nog meer moeten voor zorgen dat ze snel kunnen schakelen, ze moeten breed inzetbaar zijn om te kunnen anticiperen op veranderingen en accepteren dat ze op een andere manier “dingen” gaan maken dan dat we in het verleden deden. Ze gaan de instelling moeten hebben dat alles mogelijk is.
Om (terug) te evolueren naar making business dienen ondernemers zich te bezinnen over hun toekomst. Ze dienen al hun creativiteit aan te spreken om een aangepaste dienstverlening te creëren, nieuwe modellen of producten te ontwikkelen, andere markten te verkennen of zich nieuwe werkvormen aan te meten. Deze evolutie kan onze sector vanuit een disruptief model laten evolueren naar een transformatie-model, waarbij dit model wel het nieuwe normaal op ondernemingsniveau kan worden.
Dit zal een hoge mate van ondernemerschap vragen om met dit steeds veranderend landschap om te gaan en hiervoor de nodige technologieën en diensten te ontwikkelen en de hiertoe noodzakelijke mankracht permanent nieuwe competenties en vaardigheden zich eigen te laten maken.
Naast deze technologische zien we ook maatschappelijke evoluties ontstaan waarbij ondernemingen volop de kaart moeten trekken van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemerschap om ook duurzaam te ondernemen met het oog op de ecologische voetafdruk en duurzame carrières voor hun medewerkers te creëren.
Intersectorale toets | Dit convenant is uitgewerkt voor de werkgevers en hun werknemers die ressorteren onder PC 227 en PSC 303.1. Onze sector wordt, onder andere op basis van nace-codes onderverdeeld in 4 subsectoren, waarbij we zien dat bepaalde werkgevers met een audiovisuele nace-code ook in andere Paritaire Comité’s ondergebracht worden: 1. Zenders: PSC 329.01 (regionale omroepen met een vzw- structuur) en de openbare omroep (niet verbonden aan een PC), PC 200 uitgevers van kranten, tijdschriften en webportalen; 2. Productie: PC 303 en PC 200 (reclame- en bedrijfsfilms); 3. Digital: PC 200 (ontwikkelaars van websites, games,...); 4. Facilities: PC 100 en PC 149.01 (verhuurbedrijven van technisch materiaal). Over alle subsectoren heen is er ook een duidelijke link met de uitzendsector (PC 322), mediarte sloot een overeenkomst met het grootste uitzendkantoor dat in de audiovisuele, film en digitale sector actief is waardoor we de tijdelijke werkkrachten uit deze sector kunnen bereiken. Met betrekking tot de artistieke profielen is er een link met het Vermakelijkheidsbedrijf (PC 304). |
Relancetoets | Deze crisis en de wijze waarop er moet gewerkt en content geproduceerd worden noopt ons ertoe om te accepteren dat we iets op een andere manier maken dan we in het verleden deden. We moeten, of krijgen de kans naargelang de kijk op de zaken om te, experimenteren, en versnellen zo de creatie van nieuwe producten (bv. remote capteren van tv-programma’s, interactie met kandidaten en publiek dat niet fysiek in een opnamestudio aanwezig is) en diensten. Ook de behoeften van de ‘televisie’-kijker of anders gezegd ‘content’-gebruiker veranderen. Complementair aan lineair televisiekijken moet er nu voor alle media-platformen geproduceerd worden. Ook het gegeven dat we beperkt worden in onze sociale omgang doet de consument/burger grijpen naar technologie om dit alsnog mogelijk te maken. We merken dat de gebruiker gewend geraakt is aan bv. het via een app meespelen met een quiz of het delen van kennis en emoties. Kijkers willen dingen samen beleven, wat meer interactie rondom programma’s heen en aangepaste content noodzakelijk maakt. Naast de veranderende behoeften van de consument zien we ook dat de rol van de media steeds groter wordt en niet meer |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | mediarte focust via verschillende initiatieven op belangrijke trends en uitdagingen binnen de Vlaamse en internationale mediasector. Hiervoor sluit mediarte aan bij initiatieven van Vlaamse en Europese partners zoals universiteiten, hoge scholen en onderzoekinstellingen (bvb. IMEC-SMIT, Artevelde Hogeschool, KdG, EHB), technologiebedrijven, start-ups en andere mediaorganisaties (bvb. European Broadcasting Union, VRT Innovatie en de Sandbox HUB). Binnen verschillende (gesubsidieerde) projecten worden nieuwe technologieën en toepassingen getest, verder ontwikkeld of meteen in productie gezet. Door de link te maken met deze projecten en de noodzakelijke competenties wordt er ingezet op competentieontwikkeling (bv. i.s.m. VDAB en Syntra). |
Competentie- en loopbaangericht werken | Potentiële oplossingen om competentie- en loopbaangericht te werken - instap-functies: via programma’s als mediastages, BIO’s of IBO’s krijgen starters de kans om zich op de |
vanop een eiland gebeurt. Kijken we hiervoor maar naar de nood aan betrouwbare informatie en muziek- en theaterproducties die digitaliseren en op zoek zijn naar formats die meer zijn dan een gewone live-stream. Door gebruik van technologie en inhoudelijke creativiteit gaan we online belevenissen creëren, waarbij er een grote mate van interactiviteit is, waardoor de definitie van content verandert.
Lagere budgetten en andere productie-workflows vragen naar cloud-oplossingen, andere productiemethoden, die op hun beurt dan weer een uitdaging vormen. Samenwerking in de keten is het nieuwe credo, alles wat over netwerken gaat is sneller en goedkoper. Beslissingen worden ook meer en meer gebaseerd op data, wat bij lineaire tv niet kan.
Het feit dat een groot deel van deze productie van thuis uit dient te gebeuren zorgt voor meer werkdruk dan normaal en zorgt ervoor dat er nood is aan super-efficiëntie. Het ‘remote’ werken vraagt een andere omkadering en verhouding tussen de leidinggevende en de medewerkers en zorgt er dus voor dat er nood is aan een efficiënte arbeidsorganisatie.
arbeidsmarkt te begeven en om ervaring op te doen tegen een relatieve lage kostprijs voor werkgevers;
- doorstroommogelijkheden voorzien: begeleiding zowel van individuen doorheen en in opbouw van hun carrière maar ook voor werkgevers om potentieel talent op andere functies in te zetten;
- instromers verwelkomen: de mediasector openstellen voor werkkrachten die uit andere sectoren komen en zo nieuwe competenties aantrekken;
- opleiden in een formaat en context waarbinnen en hoe er vandaag gewerkt wordt: on the job experiences;
- leiderschapsvaardigheden om al wat hierboven staat te detecteren en te ondervangen.
Visie – prioriteiten
Overzicht prioriteiten en acties
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt | Prioriteit 1: Studenten en pas afgestudeerden voorbereiden op de arbeidsmarkt ● Actie: Versterken van de afstemming van het Onderwijs op de Arbeidsmarkt ● Actie: Stimuleren van kwaliteitsvol werkplekleren ● Actie: Meegeven van een realistisch arbeidskader aan studenten en/of pas afgestudeerden |
Prioriteit 2: Blik gericht op de Toekomst ● Actie: Promotie van STEM ● Actie: Faciliteren van de studie- en beroepskeuze | |
2. Levenslang leren en werkbaar werk | Prioriteit 1: Competentiescan inzetten als tool om competentie- ontwikkeling te verhogen ● Actie: Promoten en stimuleren gebruik van de Competentiescan ● Actie: Uitbreiding & verfijning competenties ● Actie: Actualisering beschrijvingen referentiefuncties |
Prioriteit 2: Promoten van competentie-ontwikkeling ● Actie: Aanvullen database opleidingen ● Actie: Sensibilisering mbt competentie-ontwikkeling | |
Prioriteit 3: Professionals ondersteunen bij de oriëntering van hun loopbaan ● Actie: Oriënteren en begeleiden van professionals bij het uittekenen van hun loopbaan ● Actie: Aanvullen database met vacatures en stages ● Werkzoekenden ondersteunen bij het promoten van zichzelf (branding) ● Actie: mediarte fungeert als first-point-of-contact voor wat betreft informatie over Arbeidsvoorwaarden en - omstandigheden ● Actie: Sensibilseringscampagne mbt werkbaar werk uitwerken en uitrollen | |
3. Non-discriminatie en inclusie | Voor 2021 – 2022 sluit de sector een addendum af voor sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties. |
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Visie
mediarte wil dat iedereen met de nodige competenties, gepaste attitudes en kennis van de arbeidsvoorwaarden kan instromen in de sector.
Om jongeren met de gepaste competenties en attitudes te laten instromen is het belangrijk dat deze jongeren hier de gepaste opleiding toe krijgen. Niet alleen moeten onze ondernemingen zich aanpassen aan nieuwe technologische evoluties en de hiermee gepaard gaande nieuwe competenties, ook dienen de onderwijsinstellingen zich permanent aan nieuwe realiteiten aan te passen. mediarte wil enerzijds in dialoog met het Hoger Onderwijs hen de nodige ondersteuning bieden om hoger onderwijs op maat van de sector aan te bieden en zo de afstemming tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te versterken en de aansluiting te verhogen en anderzijds initiatieven ondersteunen om jongeren toe te leiden naar opleidingen die gericht zijn op instroom in onze sector.
De sector wil in die zin ook een permanent zicht houden op de competenties die vandaag en zeker in de toekomst zullen nodig zijn.
Om jongeren met de gepaste attitudes te kunnen laten instromen hebben de sociale partners als doel om de stagiairs in onze sector een kwaliteitsvolle werkplek aan te bieden. Daarom zal mediarte enerzijds verder inzetten op sensibilisering voor het aanbieden van stageplaatsen en anderzijds om deze stageplaatsen ook nog zo kwaliteitsvol mogelijk te maken. Alle (overheids-
)initiatieven die hieromtrent genomen worden zullen dan ook ondersteund te worden.
We zien in onze sector ook nieuwe tewerkstellingsvormen en arbeidsvoorwaarden waar jongeren zich niet van bewust zijn. mediarte wil dat de studenten en bij uitbreiding alle instromers in de sector een realistisch arbeidskader hebben.
Met een blik gericht op de toekomst wil mediarte niet alleen oog hebben voor toekomstige competenties maar ook de nodige aandacht schenken aan STEM-opleidingen in het secundair onderwijs en scholieren ondersteunen in het maken van een goede studiekeuze.
Resultaatsverbintenis: In 2021 wordt een grondige analyse gemaakt van de huidige toolbox voor Stagementors, zowel inhoudelijk als het gebruik en het bereik dat er gegenereerd wordt. Vervolgens wordt een nieuw voorstel voorgelegd en afgetoetst met de het brede netwerk aan stagementors waar mediarte, op recurrente basis contacten mee onderhoudt. Om hierover in 2022 breed te communiceren. Concreet 2021: Herziening bestaande content / productie van nieuwe content, op basis van oa: uitwerken persona’s (een persona is een archetype van een lid van een doelgroep, ofwel een karakterisering van een bepaald persoon) die we willen bereiken stagiairs |
stagebegeleiders stagegevers
1 overkoepelend overleg met scholen mbt stages 1 overkoepelend overleg met stagegevers
creatie content-items (best practices, stage-mogelijkheden in de kijker, promotie overheidsincentives,...)
2 content-items op website van mediarte 1 content-items in magazine van mediarte 2 content-item in e-brief van mediarte
2022: uitrol vernieuwde toolbox en communicatiecampagne met zowel de scholen als de ondernemingen als doelgroep
- creatie bijkomende content-items (best practices, stage-mogelijkheden in de kijker, promotie overheidsincentives,...)
- 4 content-items op website van mediarte
- 2 content-items in magazine van mediarte
- 4 content-item in e-brief van mediarte
- communicatiecampagne
- minimaal 2 infosessies/webinars met Q&A voor scholen: ‘stages: wat mag je verwachten’
- direct post-mailing naar alle ondernemingen
- gebruik van ‘gesloten’ sociale media groepen om te sensibiliseren
- ...
Betrokken partners
Voor de strategische ondersteuning van de acties rekent mediarte op de steun van de vakbonden en werkgeversfederaties (febelav, voftp, votf en feweb).
Voor de inhoudelijke en praktische uitwerking van de acties stelt mediarte zich collaboratief op naar (1) diegenen die toeleiden naar de arbeidsmarkt (bvb. hoger onderwijs & vdab), (2) alles stage- en werkgevers, (3) alle werkgeversfederaties, intermediaire organisaties en belangenverenigingen die vanuit hun specifieke achterban of invalshoek een rol spelen. Voor mediarte zijn zij een cruciaal onderdeel in de uitrol van een actie omdat zij een rechtstreeks aanspreekpunt naar hun achterban vormen, een ambassadeurschap en de rol van influencer kunnen opnemen. Op deze wijze worden de acties van mediarte niet alleen strategisch en inhoudelijk door de sector ondersteund maar worden ze ook breed uitgedragen. Daar waar mogelijk en gewenst zal er samengewerkt worden met (4) collega sectoren (zie Intersectorale toets).
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: Studenten en pas afgestudeerden voorbereiden op de arbeidsmarkt | |
Actie: Versterken van de afstemming van het Onderwijs op de Arbeidsmarkt | Omschrijving: mediarte zal de (Hoge) Scholen met opleidingen die (expliciet) toeleiden naar de sector, uitnodigen om in dialoog te gaan om initiatieven mbt het gepast afstemmen van het onderwijs op de arbeidsmarkt, te ondersteunen. Voor de afstemming van het onderwijs op de arbeidsmarkt diende Mediarte een dossier in voor de uitwerking van een Competentieprognose in het kader van de ESF-oproep Scope 2020. Deze Compententieprognose kan perfect aansluiten bij deze acties. |
mediarte zal de nodige ondersteuning bieden aan activiteiten die georganiseerd worden door Hogescholen of belangenverenigingen die alumni of starters in de kijker willen zetten, bvb. One Minute Festival van de Artevelde Hogeschool of de screenings georganiseerd door SBC. | |
Om de competentieontwikkeling van docenten te verhogen zullen zij aan de sectorvoorwaarden kunnen deelnemen aan de opleidingen georganiseerd door mediarte. | |
mediarte zal elk initiatief m.b.t. de ontwikkeling van Beroepskwalificatiedossiers die betrekking hebben op onze sector mede ondersteunen. | |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: Departement Onderwijs, (Hoge) Scholen, Universiteiten, AVOHOKS, belangenverenigingen | |
Inspanningsverbintenissen: Een optimale afstemming van het onderwijs naar de arbeidsmarkt is cruciaal, een goede band tussen de sector en het onderwijs is hierbij van groot belang. | |
Om deze banden verder aan te halen en de vinger aan de pols te houden houdt mediarte een jaarlijks (1 x)(online/offline overleg) hebben met de partners uit het audiovisueel HO- onderwijs. Tweemaal per jaar, is er in partnerschap met het VAF, een info- moment gepland voor studenten uit de av-opleidingen waar dieper wordt ingegaan op de werking van onze respectievelijke |
organisaties als het scheppen van een realistisch (verwachtings)kader van de sector. Parallel met het verschijnen van het 4-maandelijkse mediarte- magazine, zal er 3 maal per jaar een gerichte communicatie uitgestuurd worden, naar het opgebouwde docenten-netwerk om hen te informeren over masterclasses, lezingen en conferenties dat mediarte organiseert. Ter promotie van deze opleidingen en om een gecentraliseerd overzicht te hebben zullen de betrokken opleidingen uit de volgende (sub-) vakgebieden verzameld worden en 1x per jaar up-gedate worden op haar website: - Audiovisuele Kunsten - Journalistiek - Digital Design and Development - Toegepaste audiovisuele communicatie. | |
Actie: Stimuleren van kwaliteitsvol werkplekleren | Omschrijving: mediarte zal initiatieven die bestaan m.b.t. stages en werkplekleren permanent promoten. Hiertoe zullen artikels uitgewerkt worden die via de website, e-brief en sociale media zullen verspreid worden. mediarte zal initiatieven die vanuit de overheid ontwikkeld worden m.b.t. duaal leren in het Hoger Onderwijs mee ondersteunen. mediarte zal de online-Toolbox voor Stagementors waarin o.a. checklists zijn opgenomen om bvb. duidelijke afspraken te maken tussen opleiding en werkplek, duidelijke formulering van het leeraanbod op de werkplek en hoe de begeleiding en beoordeling van de stagiair zal gebeuren, verder promoten. Bij uitbreiding kan deze toolbox ook gebruikt worden om pas afgestudeerden in de sector te begeleiden. De in deze toolbox opgenomen tewerkstellingsmaatregelen voor jongeren zullen permanent geactualiseerd worden. De verwerkte informatie zal via de communicatiekanalen van mediarte verspreid worden. Stagegevers kunnen voor de stagebegeleiding (opstellen functiebeschrijvingen, opmaak en opvolging leertraject,...) een beroep doen op de consulenten van mediarte. mediarte zal er voor pleiten om de Competentiescan (zie Actie Competentiescan) als leidraad te gebruiken bij het begeleiden van de stagiairs. Door deze scan uit te voeren wordt het duidelijk op welke te ontwikkelen competenties er tijdens de stage kan ingezet worden. Na het afronden van de stage kan er zo opnieuw gemeten worden waar er vooruitgang is geboekt met de initiële ingegeven competenties. |
De tools die ontwikkeld worden in het kader van het door de Federale Minister van Werk ondersteunde Mediastages-project voor -26-jarigen zullen in het kader van de acties van dit Sectorconvenant ook ingezet worden. Dit project biedt de mogelijkheid aan werkloze -26-jarigen om na hun opleiding op een legale manier stage te lopen en dit onder begeleiding van mediarte. Binnen dit project wordt er ook een Startersgids ontwikkeld. | |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: Werkgevers audiovisuele sector | |
Inspanningsverbintenissen: Actualisering van de online-toolbox | |
Actie: Meegeven van een realistisch arbeidskader aan studenten en/of pas afgestudeerden | Omschrijving: mediarte zal deelnemen en/of meewerken aan infosessies en contactmomenten met studenten om de informatie (kennis) over de arbeidsmarkt bij hen over te brengen. De website, het mediarte-magazine en alle gebruikte social media-kanalen zullen hierbij een zeer belangrijke rol spelen. Hiervoor kan ook met verschillende partners samengewerkt worden. De Startersgids van mediarte zal ook bij bovenvermelde infosessies en studentenhappenings ingezet en verspreid worden. In deze Startersgids vindt de lezer informatie over hoe de sector in elkaar zit, waar en onder welke statuten hij aan de slag kan, hoe hij moet solliciteren, welke gedragscompetenties er vereist zijn en wordt de nodige aandacht besteed aan de problematiek van veiligheid en welzijn. |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: VDAB, Feweb, VAF, Amplo, Tentoo, Acteursgilde, xxxxxxx.xx, SBC, Scenaristengilde, Unie der Regisseurs, Hoger Onderwijs, … De verschillende belangenverenigingen zijn van zeer groot belang om zo dicht mogelijk bij de respectieve doelgroepen te raken. In veel gevallen zijn de doelstelling van mediarte en van deze verenigingen sterk gelijklopend en kan eenheid de verwezenlijking van de doelstellingen alleen maar versterken. | |
Inspanningsverbintenissen: mediarte zal per jaar 4 activiteiten ondersteunen die inzetten op doorstroom van pas afgestudeerden naar de arbeidsmarkt. |
Prioriteit 2: Blik gericht op de Toekomst | |
Actie: Promotie van STEM | Omschrijving: STEM-gerichte opleidingen die rechtstreeks toeleiden naar de audiovisuele sector worden verzameld op de website van mediarte en zullen blijvend geactualiseerd worden. mediarte zal ook de nodige ondersteuning bieden aan de initiatieven die door de Vlaamse Overheid uitgewerkt worden en in overleg treden met de collega sectoren om de opgedane kennis hieromtrent te delen. In het bijzonder kan hier gekeken worden naar opleidingen die toeleiden naar sectoroverschrijdende functies. mediarte zal op haar website en magazine aan alle jobs, opleidingen, artikels en andere content-items het STEM-logo toevoegen. mediarte zal content over bepaalde STEM-beroepsprofielen via haar communicatiekanalen verspreiden. mediarte zal actief bijdragen aan de werking van de intersectorale adviseur die oa met STEM zal bezig zijn en zal bijdragen aan de totstandkoming en uitvoering van het nieuwe STEM - actieplan. |
Timing: 2020-2021 | |
Betrokken partners: FEWEB (Federatie van Webbedrijven) en FLEGA (Flemish Game Association). De partnerschappen met bovenvermelde organisaties zijn gebaseerd op een gemeenschappelijke doelgroep. Digitale agentschappen, game-, app- en webdevelopers ressorteren zowel onder PC 227 als PC 200 en daarom zal een samenwerking voor alle acties doorgetrokken worden waarbij een gemeenschappelijke doelgroep aangesproken wordt. De concrete uitwerking dient nog afgesproken te worden. | |
Inspanningsverbintenissen: Per jaar zullen er 3 STEM-gerelateerde functies uitgelicht worden dmv een portret dat gepubliceerd zal worden op de website en in het magazine en verspreid zal worden via social media. | |
Actie: Faciliteren van de studie- en beroepskeuze | Omschrijving: Sectorspecifieke opleidingen in het Hoger Onderwijs die toeleiden naar onze sector worden op de website van mediarte opgelijst. Deze oplijsting zal up to date gehouden worden. |
Alle initiatieven die jongeren toeleiden naar een opleiding in onze sector zullen inhoudelijk ondersteund worden, bvb. Onderwijskiezer of de brochure “Wat na het secundair onderwijs” | |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: Hoger Onderwijs | |
Inspanningsverbintenissen: Publicatie van overzicht van alle sectorspecifieke opleidingen in het Hoger Onderwijs die toeleiden naar onze sector. (zie Resultaatsverbintenis) |
2. Levenslang leren en werkbaar werk
Visie
mediarte wil elk individu, in de lijn met de persoonlijke en professionele ambities, oriënteren om competent te zijn en blijven in onze steeds evoluerende sector
De snelle veranderingen die vandaag op ons afkomen, zorgen er voor dat de mediaprofessional bereid moet zijn om zich permanent bij te scholen, en dat hij hierbij degelijk omkaderd wordt. Er moet ten volle ingezet worden op de vaardigheidsbenutting, waarbij het dan onder andere gaat over de ervaren leermogelijkheden op het werk, het gevoel wat te kunnen bereiken en de mogelijkheden die het werk biedt voor persoonlijke groei en ontwikkeling. Het betreft een belangrijke component van zogenaamd uitdagend werk.
Ondernemingen die (willen) inzetten op opleidingen extern of intern met een eigen opleider moeten hierbij de nodige ondersteuning krijgen. Een focus dient hier zeker gelegd te worden op de micro-ondernemingen. Voor zij die op zoek zijn naar opleidingen moet mediarte het bestaand aanbod ontsluiten en via een eigen competentie-profiel dienen de professionals de link met dit aanbod te leggen. Overheidsinitiatieven die m.b.t. Competentie-ontwikkeling opgezet worden zullen hiertoe ook gepromoot worden om zo de competentie-ontwikkeling te verhogen. mediarte dient zelf ook permanent de vinger aan de pols te houden wat betreft de noodzakelijke (en toekomstige en toekomstgerichte) competenties.
Onze ervaring leerde ons immers dat mensen de dag van vandaag niet langer in een louter klassikale omgeving, maar via verschillende kanalen kennis en informatie verwerven. Daarom ook hanteren we een nano-learning aanpak en verspreiden we informatie via verschillende platformen, kanalen en communicatielijnen tot bij doelgroep. Dit, om de doelgroep, op de voor elk individu/persona meest compatibele en vlotte manier, competenter en meer inzetbaar te maken.
mediarte wil dat geen enkel individu werkzaam in onze sector uitvalt door de gevolgen van arbeid gerelateerde mentale problemen
Ter bevordering van de werkbeleving en de kwaliteit van de arbeid schuiven we een tweesporenbeleid naar voren.
Het spoor van de stresspreventie betreft het meest bekende spoor waarbij de (psychosociale) risicofactoren binnen ondernemingen moeten weg gewerkt worden. Meer bepaald dienen we hierbij voornamelijk de herstelbehoefte of negatieve welzijnsindicatoren aan te pakken en te voorkomen door stressbronnen te reduceren en motivatiebronnen te verhogen. 0m de herstelnood te verbeteren dient er prioritair ingezet te worden op het verminderen van het werktempo. Aangezien het vaak een uitdaging is om rechtstreeks op het werktempo zelf te werken, moeten we ook kijken naar andere factoren die een invloed kunnen hebben op werktempo. Een gebrekkige arbeidsorganisatie kan een grote impact hebben op de efficiëntie van de processen binnen de organisatie. Hierdoor verliezen medewerkers tijd, en ontstaat er een verhoogde werkdruk. Daarnaast zorgt een gebrekkige arbeidsorganisatie mogelijks voor rolconflicten binnen de organisatie. Deze conflicten zijn tijdrovend, waar een extra gevoel van tijdsverlies kan creëren bij de medewerkers. Door in te zetten op een vlottere arbeidsorganisatie en het verminderen of voorkomen van rolconflicten, kan de organisatie onrechtstreeks werken aan het optimaliseren van werktempo.
Amplitie of engagementsbevordering is het tweede spoor. Wil men het engagement en het plezier in het werk binnen de audiovisuele sector verder aanwakkeren, dan zijn vaardigheidsbenutting en arbeidsorganisatie de meest prioritaire actiepunten.
mediarte wil dat elke individu en elke onderneming in onze sector zich bewust is van en zich gedraagt naar de bestaande wet- en regelgeving
Beschikken over juiste competenties en attitudes is van cruciaal belang om in de sector aan de slag te kunnen gaan, het rekening houden met de psychosociale risico’s evenzeer, maar daarnaast is zich bewust zijn van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden ook van belang om correcte arbeidsrelaties in stand te houden.
De website van mediarte, dat het centraal punt is voor alle informatie over werken in de audiovisuele, film en digitale sector, moet deze rol verder uitspelen. Informatie over arbeidsvoorwaarden moet ontsloten worden aan iedereen die op zoek is naar werk of werkzaam is in de sector. Content moet onderling aan elkaar gelinkt worden zodat ook informatie waar de gebruiker niet in eerste instantie naar op zoek is ook hem bereikt en zo ontsloten wordt. Werkzoekenden moeten gestimuleerd worden om permanent bij te leren en zich bewust worden van de competenties waarover zij al dan niet beschikken en welke opleidingen en/of vacatures hier naartoe leiden.
Resultaatsverbintenis: Om elk individu in de loop van zijn/haar loopbaan zo goed mogelijk te begeleiden in zijn/haar eigen oriëntering zal mediarte in 2021 een loopbaantraject uitwerken waarbij er in elke stap van de carrière (toeleiding naar) begeleiding door mediarte kan |
aangeboden worden op maat van het individu. Dit loopbaantraject wordt uitgewerkt
op basis van een ‘user journey’-traject.
In 2022 willen we dit loopbaantraject inzetten in 3 sleutelmomenten in een loopbaan (instromers, stromers en doorstormers).
- uitwerken persona’s (een persona is een archetype van een lid van een doelgroep, ofwel een karakterisering van een bepaald persoon) die we willen bereiken
- instromer
- stromer
- doorstromer
- Per sleutelmoment: actief bereik van 40-tal professionals
- met de oriënterings- en begeleidingsmogelijkheden die we in 2021 bepaald hebben
- en via
- 6-tal infosessies/Webinars
- 25 persoonlijke contactmomenten
- 3 tot 5 content-items op website van mediarte met verspreiding via alle social- mediakanalen van mediarte
- 2 content-items in magazine van mediarte
- 4 content-items in e-brief van mediarte
Betrokken partners
Voor de strategische ondersteuning van de acties rekent mediarte op de steun van de vakbonden en werkgeversfederaties (febelav, voftp, votf en feweb).
Voor de inhoudelijke en praktische uitwerking van de acties stelt mediarte zich collaboratief op naar (1) diegenen die toeleiden naar de arbeidsmarkt (bvb. hoger onderwijs & vdab), (2) alles stage- en werkgevers, (3) alle werkgeversfederaties, intermediaire organisaties en belangenverenigingen die vanuit hun specifieke achterban of invalshoek een rol spelen. Voor mediarte zijn zij een cruciaal onderdeel in de uitrol van een actie omdat zij een rechtstreeks aanspreekpunt naar hun achterban vormen, een ambassadeurschap en de rol van influencer kunnen opnemen. Op deze wijze worden de acties van mediarte niet alleen strategisch en inhoudelijk door de sector ondersteunt maar worden ze ook breed uitgedragen. Daar waar mogelijk en gewenst zal er samengewerkt worden met (4) collega sectoren (zie intersectorale toets).
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: Competentiescan inzetten als tool om competentieontwikkeling te verhogen | |
Actie: Promoten en stimuleren gebruik van de Competentiescan | Omschrijving: De Competentiescan is een online tool waarmee de gebruiker inzicht verkrijgt in welke competenties er nodig zijn voor het uitvoeren van bepaalde functies en hoe goed de gebruiker deze competenties beheerst. De Competentiescan werd in het kader van de STEM-addenda 2019-2020 ontwikkeld. De Competentiescan is volledig geïntegreerd in de mediarte website waardoor we, op basis van de resultaten van de scan, opleidingen en vacatures op maat kunnen aanbieden. Op deze wijze wordt er extra ingezet op levenslang leren. |
Timing: 2021 - 2022 | |
Betrokken partners: Werkgevers en professionals | |
Inspanningsverbintenissen: De promotie zal gebeuren aan de hand van getuigenissen en artikels waarin professionals praten over hun competentieverwerving. De Competentiescan zal verder gepromoot worden. - 10/jaar content-item op website van mediarte - 3/jaar content-item in magazine van mediarte - 8/jaar content-item in e-brief van mediarte De Competentiescan zal in deze convenantperiode verder aangevuld worden om in die zin een breder pallet van functies te kunnen aanspreken en zo het gebruik van deze Competentiescan te verhogen, om uiteindelijk meer mensen aan te zetten tot het volgen van een opleiding. In 2021 zal de Competentiescan aangevuld worden minimaal met 3 extra functies uit de clusters “Redactie en Research” en “Productie” en in 2022 met minimaal 3 extra functies uit de clusters “Artistiek” en “Marketing & Communicatie”. Voor elke cluster zal een ondersteunende communicatie gevoerd worden waarbij er minstens 2 functies per cluster zullen uitgelicht worden d.m.v. een interview en achtergrondinformatie die via alle communicatiekanalen van mediarte zal verspreid worden. Deze zullen op de website geplaatst worden, verspreid worden via social media en opgenomen worden in het mediarte-magazine. - 6/jaar content-item op website van mediarte - 3/jaar 2 content-items in magazine van mediarte |
- 6/jaar content-item in e-brief van mediarte +10% van ingevulde Compentiescans t.o.v. 2021 (nulmeting) | |
Actie: Uitbreiding & verfijning competenties | Omschrijving: In de eerste fase van de ontwikkeling van de Competentiescan werd voorrang gegeven aan STEM-gerelateerde functies. Om het duurzaam karakter van deze tool uit te spelen en het gebruik te verhogen zullen in deze convenant-periode nieuwe functies toegevoegd worden. Dit zal ook het gebruik van de Competentiescan zelf verhogen. |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: sociale partners | |
Inspanningsverbintenissen: Gefaseerd zullen per functiecluster nieuwe functies toegevoegd worden. De keuze van deze functies zal afhankelijk zijn van de werkzaamheden die uitgevoerd worden ihkv de update van de sectorale functiebeschrijvingen. mediarte zal eind 2022 een analyse maken van de door werkgevers gevraagde competenties (via de vacatures op de website van mediarte) en de door gebruikers van de Competentiescan aangegeven competenties (gelinkt aan functies die de gebruiker opgeeft bij de aanmaak van een persoonlijk profiel en talentpagina op de website van mediarte). Op basis en afhankelijk van de resultaten van deze analyse zal mediarte een actieplan opstellen om indien nodig de matching te maken tussen de gevraagde en te ontwikkelen competenties. | |
Actie: Actualisering beschrijvingen referentiefuncties | Omschrijving: De sectoraal goedgekeurde en voor de baremieke inschaling gebruikte functiebeschrijvingen werden mbt PC 227 in 2008 en mbt PsC 303.01 in 2009 goedgekeurd. De evoluties in de sector maken dat vele van deze functies nood hebben aan een update, sommige functies zijn compleet verdwenen en anderen bestonden toen nog niet. Deze update maakt het mogelijk om functies waarvan de omschrijving achterhaald is aan te passen en functies die nog niet beschreven werden toe te voegen. Deze referentiefuncties zullen finaal gebruikt worden voor de baremieke inschaling van deze functies en de voorgestelde aanpassingen zullen ook verwerkt worden in de Competentiescan om zo de opgenomen functies en de bijhorende competenties actueel te houden. |
Timing: 2021-2022 |
Betrokken partners: sociale partners, individuele ondernemingen, Optimor (onder voorbehoud), collega-organisaties uit het buitenland (ESCO - EU, Screen Skills - UK, CPNEF-AV - Frankrijk) | |
Inspanningsverbintenissen: mediarte zal de coördinatie, in opdracht van de sociale partners, van deze update op zich nemen. De volgende fases zullen doorlopen worden: - consolideren functielijsten aan mediarte aangeleverd vanuit de verschilleden sociale partners - bepalen van functies die zullen beschreven worden en gebruikt worden voor inschaling in de baremieke loonschalen - beschrijving van de functies - verwerking van competenties in Competentiescan - inschaling van de functies in de loonbarema’s |
Prioriteit 2: Promoten van competentie-ontwikkeling | |
Actie: Aanvullen database opleidingen | Omschrijving: mediarte verzamelt op zijn website alle opleidingen die relevant zijn voor de audiovisuele sector. Deze worden via een crosslinking-systeem, via een tagging- systeem gebaseerd op competenties en interesses, gelinkt aan andere content (vacatures, opleidingen, nieuwsartikels,...). Via de Competentiescan krijgen professionals een aangepast overzicht van de opleidingen in de online database van mediarte. Dit gebeurt op basis van de competenties die zowel aan de opleidingen als aan het persoonlijk profiel (en de gekozen functies) toegekend worden. mediarte onderzoekt samen met VDAB of de door mediarte georganiseerde opleidingen enerzijds kunnen erkend en anderzijds kunnen opgenomen worden in een specifiek opleidingstraject waardoor werklozen (met inbegrip van tijdelijke werklozen om xxxxx xxx xx Xxxxxx-crisis) gratis kunnen deelnemen aan deze opleidingen. |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: VDAB, Syntra, Flanders DC, Cultuurloket, European Broadcasting Union (EBU), diverse opleidingsverstrekkers |
Inspanningsverbintenissen: permanente update met opleidingen van alle sectorspecifieke opleidingsverstrekkers - steeds 3 actuele opleidingen per competentie van de reeds beschreven functies - permanente screening en opname van het opleidingsaanbod van, voor de sector relevante, partners (zoals EBU, Cultuurloket, Flanders DC, Podiumkunsten, Feweb) | |
Actie: Sensibilisering m.b.t. competentie-ontwikkeling | Omschrijving: Het verzamelen van alle opleidingen in een database is een zaak, maar het is ook noodzakelijk dat werkgevers én professionals de noodzaak aan permanente bijscholing inzien. mediarte zal via content-items op haar website/e- brief/magazine en tijdens bedrijfsbezoeken breed communiceren over het nut van opleidingen en de werkgevers en professionals die ondersteuning wensen bij het opstellen van een (persoonlijk) opleidingsplan begeleiden. mediarte zal zich in zijn communicatie in hoofdzaak richten op de micro-ondernemingen omdat blijkt dat werknemers in deze ondernemingen het minst makkelijk opleidingen kunnen volgen. Best practices zullen bvb. steeds betrekking hebben op dit soort van opleidingen. mediarte zal de premies en incentives die de Vlaamse Overheid in het kader van levenslang leren aanbiedt, promoten. In navolging van het door DWSE geïnitieerde onderzoek naar de competentiebehoeften in de creatieve sector zal mediarte haar steun blijven verlenen in het omzetten van dat onderzoek in concrete opleidingen. Deze actie kan aansluiting vinden bij het ESF Scope Competentie-prognoses project van mediarte. |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: Vlaamse Overheid, Departement WSE | |
Inspanningsverbintenissen: Naast content-items over best practices van werkgevers uit de sector zal mediarte de maatregelen die er vanuit de Vlaamse Overheid en VDAB genomen worden om levenslang leren te stimuleren promoten. - 5/jaar content-item op website van mediarte - 3/jaar content-item in magazine van mediarte |
- 4/jaar content-item in e-brief van mediarte |
Prioriteit 3: Professionals ondersteunen bij de oriëntering van hun loopbaan | |
Actie: Oriënteren en begeleiden van professionals bij het uittekenen van hun loopbaan | Omschrijving: mediarte zal voor elke fase die een professional in zijn loopbaan doorloopt de gepaste begeleiding en - oriënteringsmogelijkheden verzamelen, waarbij het de doelstelling is dat elke professional voor zichzelf een realistisch, persoonlijk (zakelijk) plan kan opstellen. Dit plan vormt een perfect startpunt, voor de instromers in de sector, voor professionals die zich wensen te heroriënteren en voor ieder die er zich van wilt vergewissen dat hij of zij over alle tools beschikt om een gepaste richting uit te gaan. mediarte zal de beschikbare tools verspreiden m.b.t. de mogelijkheden die er zijn om zowel op individueel niveau als op ondernemingsniveau begeleiding te krijgen en hiertoe zelf als aanspreekpunt en doorverwijzer fungeren. Aan de hand van dit duidelijk uitgetekend loopbaantraject zal er ook getracht worden om alle acties in de sectorconvenant zo veel mogelijk met elkaar te verbinden. Dit zowel wat betreft aansluiting arbeidsmarkt, competentieontwikkeling, werkbaar werk en inclusie. mediarte zal het mediaguidance-project verder zetten. In dit project worden mediaprofessionals bijgestaan bij de heroriëntering van hun carrière of bij de versterking van hun veerkracht en welzijn op het werk. Met loopbaanbegeleiding, outplacement, stressmanagement of burn-out coaching op maat van mediaprofessionals. |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: VDAB, Ascento | |
Inspanningsverbintenissen: opstellen van een loopbaantraject (zie Resultaatsverbintenis) uitwerken van een online-dossier | |
Actie: Aanvullen database met vacatures en stages | Omschrijving: mediarte zal haar website blijvend uitspelen als dé plaats waar alle vacatures en stages uit de audiovisuele sector in een centrale databank verschijnen. Hierbij zullen extra inspanningen getroffen worden om nieuwe werkgevers en |
deelsectoren die minder prominent aanwezig zijn te overtuigen om het job-platform van mediarte te gebruiken. Samen met VDAB wordt er jaarlijks een analyse gemaakt van de knelpuntberoepen. | |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: werk- en stagegevers audiovisuele sector | |
Inspanningsverbintenissen: verzamelen van alle (openbaar gemaakte) vacatures uit de sector | |
Actie: Werkzoekenden ondersteunen bij het promoten van zichzelf (branding) | Omschrijving: Zowel schoolverlaters als professionals die uitkijken naar een (nieuwe) job zijn niet altijd competent in het zichzelf voorstellen en het uitspelen van hun eigen kwaliteiten en competenties. mediarte zal hen hiervoor de nodige tools aanreiken waarbij hun in kaart gebracht persoonlijk profiel wordt vertaald naar een helder en coherent “personal brand”. mediarte zal professionals de nodige tools aanreiken om een helder zicht te krijgen op wat zij als audiovisueel medewerkers te bieden hebben, en hoe men het aan boord legt om dat bekend te maken. Dit zal onder de vorm van content-artikels, workshops, cv-screenings en speeddates gebeuren. Op de website van mediarte bestaat een specifiek luik waarop professionals in de sector een eigen Talent-pagina kunnen aanmaken. Op deze pagina kunnen ze aangeven over welke competenties ze beschikken, wat hun interesses zijn en via een videolink een showreel plaatsen. Op basis van de voorkeuren die zij hier aangeven wordt er ook een specifiek nieuwsaanbod getoond. |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: Experten inzake personal branding, beroepsfederaties, vdab | |
Inspanningsverbintenissen: online dossier (met tips & tricks, interviews en webinars) - 5/jaar content-item op website van mediarte - 3/jaar content-item in magazine van mediarte - 4/jaar content-item in e-brief van mediarte |
Prioriteit 4: Werkbaar werkklimaat creëren | |
Actie: mediarte fungeert als first-point-of-contact voor wat betreft informatie over Arbeidsvoorwaarden en - omstandigheden | Omschrijving: Door de jaren heen hebben we vastgesteld dat mediarte het ‘first point of contact’ is geworden als het gaat over het vergaren van informatie over de arbeidsvoorwaarden in de sector. Deze positie willen we dan ook behouden. |
Via de communicatiekanalen van mediarte zal er permanent gecommuniceerd en geïnformeerd worden over de (nieuwe) arbeidsvoorwaarden. De consulenten zullen alle relevante wet- en regelgeving blijven opvolgen en mediarte zal als expert betrokken blijven tijdens de vergaderingen van PC 227 en PSC 303.01. | |
mediarte zal via haar communicatiekanalen communiceren over de bestaande arbeidsincentives die van overheidswege ingezet worden om tewerkstelling en/of opleidingen stimuleren, bvb. VEV, Loonkostverminderingen. Het communiceren over de doelgroepverminderingen kan dan misschien wel leiden tot een hogere tewerkstellingsgraad van deze doelgroepen en/of het verhogen van de diversiteit in de sector. | |
mediarte zal een systeem uitwerken om de vragen die hieromtrent gesteld worden beter te monitoren en zijn werking hierop aan te passen. | |
Om een concreet zicht te krijgen op de problematiek mbt duurzame werkgelegenheid werd begin 2019 door mediarte een meldpunt voor oneigenlijke tewerkstelling opgezet. Hier kunnen alle belanghebbenden, al dan niet anoniem, situaties melden die naar inschatting van de betrokkenen niet beantwoorden aan een duurzame tewerkstelling of waarbij zij zich vragen stellen van arbeidsrechtelijke aard. Dit meldpunt wordt verder gezet. | |
Binnen verschillende overlegorganen en netwerken, op zowel Vlaams, Federaal als Europees niveau, zal mediarte deze problematiek opvolgen en daar waar mogelijk via synergieën samenwerkingsverbanden op poten zetten. | |
Met VDAB zal de samenwerking verder gezet worden waarin de nodige ruimte voorzien is om ook de medewerkers van VDAB up to date te houden van sectorale evoluties zodat zij een gepaste begeleiding kunnen doen. | |
Timing: 2021-2022 |
Betrokken partners: Paritaire Comités 227 en 303.01, VDAB, social Dialogue Committee, HR-dienstenleveranciers,... | |
Inspanningsverbintenissen: In elke magazine (3/jaarlijks) en in de maandelijkse nieuwsbrief zal er een item gewijd worden aan een overheidsincentive. | |
Actie: Sensibilseringscampagne m.b.t. werkbaar werk uitwerken en uitrollen | Omschrijving: mediarte zal ter ondersteuning en inspiratie van werkgevers en hun medewerkers bij het werken rond werkbaar werk een sensibiliseringscampagne opzetten. Deze campagne moet de aandacht trekken, doen nadenken en tot handeling aanzetten. Inhoudelijk wordt er vertrokken van de resultaten van de mediasensor-enquête en concreet wordt ze opgebouwd rond het 360° communicatiemodel dat mediarte hanteert. In de 360° aanpak die mediarte hanteert, wordt er gecommuniceerd via specifiek geselecteerde kanalen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende content-types, worden verschillende projecten of aandachtspunten door elkaar verweven én gekeken naar welke kanalen er door de doelgroep gebruikt worden. Hiervoor worden verschillende persona’s uitgewerkt. Een persona is een archetype van een lid van een doelgroep, ofwel een karakterisering van een bepaald persoon. mediarte gebruikt voor de verspreiding van relevante informatie verschillende informatiekanalen. De meeste van deze kanalen hebben een permanent, duurzaam karakter (vb. Mediarte website), andere zijn tijdelijk, gekoppeld aan een actie of event (vb. flyer, post op social media). Het belangrijkste (eigen) kanaal dat gebruikt wordt is de website van mediarte. Deze is de meest bezochte website voor audiovisuele professionals in België. mediarte waakt er dan ook zeer goed over dat de SEO zo geoptimaliseerd mogelijk is. Tevens worden de kanalen van partnerorganisaties gebruikt als aggregator voor de content die binnen een project gegenereerd wordt. Door onze boodschap(pen) over verschillende kanalen te versturen, versterken deze kanalen elkaar, wordt de inhoud ervan sterker belicht en is het effect groter dan de som van het effect van de aparte kanalen. Dit houdt in dat alle ondernomen acties elkaar aanvullen en in sommige aspecten ondersteunen, maar niettemin als op zichzelf staande onderdelen kunnen worden benaderd door het individu of de onderneming op zoek naar specifieke informatie. |
Voor het delen van kennis is het vertrekpunt telkens Questions & Answers. We voegen waar mogelijk een persoonlijke toets toe in de vorm van een interview of de concrete verwijzing naar een onderneming en verliezen daarbij het fun-part niet uit het oog. Afhankelijk van de hierboven vermelde kanalen worden verschillende content-types gebruikt: long- en shortreads op de website en in het magazine, speciaal ontwikkelde content voor social media, best practices, video-getuigenissen, live- infosessies,... De aandacht trekken, via gerichte kanalen en aangepaste content is één zaak, het is natuurlijk van cruciaal belang dat de aangeleverde informatie ook van een kwalitatief hoogstaand niveau is en dat de betrokkenen hier ook op kunnen vertrouwen. mediarte maakt zich sterk dat zij door permanente informatievergaring die beoogde kwaliteit kan bieden. | |
Timing: 2021-2022 | |
Betrokken partners: sociale partners, ascento | |
Inspanningsverbintenissen: mediarte zal voor de sensibiliseringscampagne haar 360°communicatie-aanpak hanteren: afhankelijk hoe de verschillende doelgroepen (persona’s) bereikt moeten worden, zullen topics gecommuniceerd worden via verschillende kanalen en door gebruik te maken van verschillende content- types waarbij verschillende projecten of aandachtspunten door elkaar verweven worden. Alle mogelijke communicatie-kanalen en content-types die voor de doelgroep als interessant worden gedefinieerd, zullen worden benut. Dit houdt ook in dat alle ondernomen acties van de verschillende thema’s elkaar aanvullen en in sommige aspecten ondersteunen, maar niettemin als op zichzelf staande onderdelen kunnen worden benaderd door het individu of de organisatie op zoek naar specifieke informatie. |
- updata persona’s: HR-verantwoordelijke1, stromers2 en doorstromers3 - ontwikkeling visueel campagnebeeld - per deelthema (stresspreventie & engagementsbevordering) - best practice (van onderneming) - expert aan het woord met link naar de sector - 1/jaar ronde tafel rond problematiek Werkbaar Werk - 10/jaar content-item op website van mediarte - 3/jaar content-item in magazine van mediarte - 8/jaar content-item in e-brief van mediarte - 3/jaar infosessie (live of digitaal) |
3. Non-discriminatie en inclusie
Visie
mediarte wil dat elke professional ongeacht zijn herkomst, leeftijd of gender aan de slag kan in onze sector.
De audiovisuele sector ijvert voor gelijke behandeling, wat de afwezigheid inhoudt van elke vorm van directe of indirecte discriminatie of intimidatie en we willen dan ook elke vorm vermijden van directe of indirecte discriminatie en de indruk daarvan. Het non-discriminatieprincipe dient in die zin zowel bij werving, selectie, beoordeling, beloning, dagdagelijkse omgang met elkaar op de werkvloer als in elke andere situatie gerespecteerd te worden. Elke vorm van ongewenst onderscheid of ongelijke behandeling op grond van onder meer leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst is uit den boze.
Resultaatsverbintenis: 2021: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties 2022: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties |
1 HR-verantwoordelijke: Partner van de zaakvoerder. Manusje van alles / kantoor mama: HR, administratie, office management,… binnen een klein productiehuis. Geen specifieke HR opleiding genoten. Krijgt alle klachten van iedereen binnen het bedrijf over zich heen.
2 Stromer, getypeerd als: Xxxxxxxx die volop bezig is met werken en carrière maken in de sector. Werkt 7/7 en 24u/24u. Vrijgezel. Kandidaat voor een burnout. Weet niet beter, denkt dat dit het leven binnen de sector is
3 Doorstromer: Heeft stilaan begrepen hoe de sector in elkaar zit. Net zwanger van een 2de kind en dus nood aan minder intensief werk & meer regelmaat. Zou wel graag binnen de sector blijven. Kritisch, vragensteller
Prioriteiten en acties
Zie addendum 2021 – 2022
Rode draden
Intersectorale toets | mediarte zal pro-actief met bovenstaande sectoren contact opnemen om daar waar mogelijk acties aan elkaar te koppelen.4 mediarte zal haar steun en medewerking verlenen aan de intersectorale adviseurs en daar waar mogelijk ook aansluiten bij acties met een gemeenschappelijke doelstelling en raakvlakken van andere sectoren, zie bvb. non-discriminatie acties. Een middel om duidelijkheid over de acties van andere sectoren te krijgen en aansluiting te zoeken is een overzicht van de acties van de andere sectoren. |
Relancetoets | Ondernemingen die in PC 227 werkten voor radio en televisie werden als essentiële sectoren bestempeld en konden mits rekening houden met de maatregelen zoals opgenomen in de Sectorspecifieke Gids blijven verder werken. De Corona-crisis heeft daarom vooral een impact gehad op de ondernemingen die activiteiten ontplooiden in het kader van events. Hun werkzaamheden zijn voor dat segment dan ook volledig stil gevallen. Met een blik op de toekomst kan er zeker tijdens periodes van tijdelijke werkloosheid extra ingezet worden op opleidingen. De database met de opleidingen en de Competentie moeten in die optiek dan ook gepromoot worden om in te zetten op competentieverhoging. De database met opleidingen zal, via VDAB, bekend gemaakt worden aan alle (tijdelijke) werklozen. Alle opleidingen georganiseerd door mediarte worden opengezet voor alle werklozen met in begrip van de tijdelijke werklozen. Hiertoe worden concrete afspraken gemaakt met VDAB. |
4 Bij het opleveren van het onderhandelingsvoorstel van dit Sectorconvenant heeft mediarte niet of nauwelijks zicht op de acties van andere sectoren om met hen aansluiting te zoeken om gemeenschappelijke acties op te zetten.
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | zie de Acties Afstemming Onderwijs op Arbeidsmarkt - dialoog met hoger onderwijs - alumni-werking - promotie STEM-opleidingen - competentiescan - competentieontwikkeling docenten Jobs voor de Toekomst - sectorfoto - STEM-acties Organisaties die de link leggen tussen innoveren en ondernemen en met wie partnerschappen afgesloten zijn of waarmee samengewerkt wordt zijn VRT Innovatie, European Broadcasting Union (EBU), Flanders DC, FLEGA (gamingindustrie),... Op regelmatige basis is er ook overleg of terugkoppeling met innovatiegroepen binnen verschillende onderwijsinstellingen (bvb. Xxxxxx xxxx en Artevelde Hogeschool). De sector verkent verder het veld van ondernemerschaps- en innovatie-actoren door deel te nemen aan (specifieke) infosessies, inspiratiemomenten en netwerkevents die vóór en dóór het VLAIO Netwerk of andere partners (bvb. VRT Innovatie) georganiseerd worden. Sommige van deze events zullen zich richten naar een algemeen publiek van medewerkers, andere zullen een specifiek doelpubliek beogen. |
Alle overheidsincentives ter ondersteuning van werkgevers zullen via de communicatiekanalen van mediarte verspreid worden.
De (job)onzekerheid en de nieuwe arbeidsomstandigheden (thuiswerk, al dan niet met kleine kinderen) vragen van werknemers een zeer grote veerkracht. Het uitwerken en uitrollen van een sensibiliseringscampagne met hierbij horende tips & tricks zal gebruikt worden om de werknemers die met deze problematiek kampen te ondersteunen en de leidinggevenden een kader aan te reiken om hiermee om te gaan.
Competentie- en loopbaangericht werken | zie de Acties: Versterken van de afstemming van het Onderwijs op de Arbeidsmarkt. Stimuleren van kwaliteitsvol werkplekleren Meegeven van een realistisch arbeidskader aan studenten en/of pas afgestudeerden Promotie van STEM Faciliteren van de studie- en beroepskeuze Promoten en stimuleren gebruik van de Competentiescan Uitbreiding & verfijning competenties Actualisering beschrijvingen referentiefuncties Aanvullen database opleidingen Sensibilisering mbt competentie-ontwikkeling Oriënteren en begeleiden van professionals bij het uittekenen van hun loopbaan Aanvullen database met vacatures en stages Werkzoekenden ondersteunen bij het promoten van zichzelf (branding) Mediarte fungeert als first-point-of-contact voor wat betreft informatie over Arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Sensibilseringscampagne mbt werkbaar werk uitwerken en uitrollen |
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering
Twintig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenis per decretaal thema is behaald. Als een resultaatsverbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen betaald.
Beëindiging
- Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
- Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid
- De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Evaluatie
- Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
- De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
Xxx XXXXX
Namens de sociale partners van de sector Audiovisuele sector (PC 227) en de sector voor de Filmproductie (PSC 303.01),
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
Xxxxxxx Xxxxxxxx XXXXXXX, Vertegenwoordiger VOFTP
Xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXXX, Vertegenwoordiger VOTF
De xxxx Xxxx XXXXX, Vertegenwoordiger XXXXXXX
De xxxx Xxxxxxx XXXXX, Vertegenwoordiger FEWEB
De xxxx Xxxx XXXXXXXX, Vertegenwoordiger VOFTP
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De Xxxx Xxx XXXXXXXX, Vertegenwoordiger BBTK
De xxxx Xxxx XXXXXX, Vertegenwoordiger ACV Puls
De xxxx Xxxxx XXXXXXXX, Vertegenwoordiger ACLVB