Visiedocument JeugdzorgPlus Zuidoost Nederland 2021 en verder
Visiedocument JeugdzorgPlus Zuidoost Nederland 2021 en verder
Mei 2020
Inleiding
Vanaf 2021 moeten er nieuwe contracten gesloten worden voor de JeugdzorgPlus in het landsdeel Zuidoost Nederland (regio’s Hart voor Brabant, Noordoost Brabant, Zuidoost Brabant, Noord-Limburg en Midden- Limburg). Niet alleen omdat het huidige contract afloopt en niet meer verlengd kan worden, maar vooral ook omdat we met nieuwe afspraken de gewenste veranderingen en transformatie in de JeugdzorgPlus willen realiseren. Dat is een gezamenlijke opgave van gemeenten en de aanbieders van JeugdzorgPlus.
“Er worden nog altijd jeugdigen in JeugdzorgPlus geplaatst voor wie dat niet nodig was geweest als er eerder en anders was gehandeld. We weten inmiddels ook dat een gesloten plaatsing traumatiserend kan zijn. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Jeugdigen zitten met teveel andere kwetsbare jeugdigen in een groep, hun autonomie wordt soms meer dan noodzakelijk beperkt, er vindt soms geen of te weinig behandeling plaats. Op sommige groepen heerst een te repressief klimaat, medewerkers raken overbelast, mede door een tekort aan ervaren professionals. Dat is – uitzonderingen daargelaten- het beeld dat over de hele linie naar voren komt. De verscheidenheid en complexiteit aan problematiek waarmee de jeugdigen kampen vraagt expertise uit verschillende sectoren: jeugdzorg, GGZ, gehandicaptenzorg, onderwijs, en deze is nu onvoldoende geïntegreerd beschikbaar of gecombineerd.
Daardoor is er te vaak weinig ruimte voor iets anders dan beveiligen en beheersen. Terwijl de jeugdigen meer gebaat zijn bij behandelen, normaliseren, soms accepteren en includeren.”
Uit: Best passende zorg voor kwetsbare jeugdigen.
In dit visiedocument leggen we vast hoe we de inhoudelijke doorontwikkeling van de JeugdzorgPlus zien, in relatie tot de hulpverleningsketen. We zien XxxxxxxxxXxxx daarbij als een tijdelijke opname, die er op gericht is jeugdigen voor te bereiden op een voor hen geschikte plek in de samenleving, met specifieke aandacht voor de leefdomeinen werk/school, huisvesting, inkomen en het opbouwen en onderhouden van een netwerk.
Deze notitie bevat de richting die de regio Zuidoost op wil als het gaat om JeugdzorgPlus en de gewenste transformatie. Het actieplan “de best passende zorg voor kwetsbare jeugdigen” is daarbij het uitgangspunt. We hebben dit vertaald naar wat we VOOR, TIJDENS en NA een gesloten plaatsing willen. Dit betekent niet alleen iets voor de aanbieders, maar met name ook voor de gemeentelijke toegang, de GI en afspraken over andere jeugdhulp in de regio.
1. Actieplan “Best passende zorg voor kwetsbare jongeren”
Door een groot aantal partijen die betrokken zijn bij de zorg voor jeugdigen (waaronder de VNG en de Brancheorganisaties) is in maart 2019 het actieplan “Best passende zorg voor kwetsbare jongeren” opgesteld. Dit is op landelijk niveau het kader voor de transformatie van de Jeugdzorgplus. In dit actieplan staan maatregelen om de huidige JeugdzorgPlus te verbeteren, Als landsdeel Zuidoost-Nederland sluiten we ons hierbij aan.
Het actieplan heeft 2 doelen:
- Voorkomen dat jongeren in de gesloten zorg terecht komen: we werken ‘Stroomopwaarts’. We hebben kwetsbare jeugdigen met (potentieel) complexe, meervoudige problematiek veel eerder en sneller in beeld. Net als hun ouders. Met alle benodigde expertise weten we sneller wat er aan de hand is, kunnen we perspectief en een veilige thuisbasis bieden.
- Verbeteren van de zorg voor jeugdigen die tijdelijk dwang nodig hebben. Jongeren die nu en in de toekomst in de JeugdzorgPlus terecht komen krijgen de voor hen best passende zorg. We voorkomen doorplaatsingen en de geslotenheid is zeer tijdelijk. Tegelijkertijd ontvangen deze jongeren betere ondersteuning en behandeling, individueel maatwerk.
In dit actieplan zijn naast de gezamenlijke opdracht en een stip op de horizon, ook veranderopgaven en de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen uitgewerkt.
2. Waar willen we naartoe: de klantreis
2.1 Voor wie
De groep jeugdigen waarbij een (mogelijke) plaatsing in de JeugdzorgPlus aan de orde is, is geen samenhangende doelgroep. De overeenkomst van deze jeugdigen is dat er vaak sprake is van meervoudige en complexe hulpvragen. Er is vaak een combinatie van meerdere problemen, waarbij er niet direct een bovenliggend probleem is. Tegelijkertijd ontbreekt het aan beschermende factoren en een veilige omgeving.
Om deze jeugdigen echt te helpen, is de beste (evidence based) zorg en kennis nodig: multidisciplinair, vanuit verschillende domeinen. Niet alleen op het moment dat een jeugdige binnenkomt in de JeugdzorgPlus, maar vooral ver daarvoor, vanaf preventie en wijkteam. In onderstaand model wordt weergegeven wie betrokken is bij de jeugdige waarvoor een gesloten plaatsing nodig is. De lijnen in het model betekenen dat beide kanten op wordt gewerkt; zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts. We verwachten ook van de professionals in de JeugdzorgPlus dat zij zich actief bewegen in alle cirkels van de keten.
Gesloten Jeugdzorg.
Raad voor de Kinderbescherming. Rechter.
Gecertificeerde instellingen als veiligheid in het geding is.
Gemeentelijke toegang voor ondersteuning, begeleiding, behandeling.
Xxxxxxx/ouders/gezi n met daarbij het sociaal netwerk, vrije tijd, wonen, onderwijs, werk, dagbesteding.
3. Voorkomen van XxxxxxxxxXxxx, wat willen wij VOOR de plaatsing in Jeugdzorgplus?
Uitgangspunt is dat we plaatsing in JeugdzorgPlus zoveel mogelijk willen voorkomen. Dat vraagt van professionals betrokken bij een jeugdige en het gezin:
- Snel weten wat er aan de hand is; kwetsbare jeugdigen en (aanstaande) ouders zijn eerder en sneller in beeld. Er is vroegtijdig een goede analyse van wat er aan de hand is
- Perspectief bieden; er zijn adequate doelen geformuleerd, waar jeugdige en ouders achter staan en waarvan steunende krachten in de omgeving onderdeel zijn
- Veilige en liefdevolle thuisbasis; Liefst thuis in de eigen gezinssituatie, anders zo thuis mogelijk
Het voorkomen van plaatsingen in JeugdzorgPlus vraagt een inspanning van alle professionals, in de gemeentelijke toegang, bij de gecertificeerde instellingen en bij de jeugdhulpaanbieders. Om binnen de hele keten de gewenste verandering in te kunnen zetten, zijn op landelijk niveau (tussen onder andere aanbieders, VNG) een aantal basisprincipes afgesproken1.
3.1 Wat betekent dit voor de (gemeentelijke) toegang2
Professionals in de lokale toegang dienen een inschatting te kunnen maken of een casus met een jeugdige elementen heeft die kunnen leiden tot een gesloten plaatsing. Hiervoor is, zo vroeg mogelijk, een goed onderzoek en goede analyse nodig waarbij het netwerk van de jeugdige betrokken dient te worden. Timing is
1 Zie bijlage
2 Waar in dit visiedocument wordt gesproken over de toegang, wordt zowel de gemeentelijke toegang als de Gecertificeerde Instelling bedoeld, tenzij anders aangegeven
essentieel; normaliseren waar mogelijk, maar tijdig opschalen naar expertise Jeugdzorgplus kan crisis en (langere) plaatsing voorkomen. We willen bereiken dat een eventuele plaatsing in de JeugdzorgPlus altijd een weloverwogen beslissing is en daarmee de best passende oplossing voor de problematiek van de jeugdige en het gezin.
Dit betekent concreet:
- voldoende tijd beschikbaar voor een degelijke probleemanalyse, naar de laatste kennis; waarbij alle noodzakelijke deskundigheid wordt betrokken
- systeemgerichte benadering, inclusief contact en kennis van: sociaal netwerk, vrije tijd, onderwijs, wonen, betaald werk/dagbesteding;
- regie voeren en houden op de casus; de medewerker is aanspreekpunt voor het gezin/de jeugdige, zorgt voor de inzet van de juiste begeleiding op het juiste moment;
- beschikbaar stellen van het ondersteuningsplan3 aan de aanbieder JeugdzorgPlus (met toestemming jeugdige/ouders);
- kennis (en ervaring) met het inzetten van de voorwaardelijke machtiging;
- blijft verantwoordelijk voor de begeleiding van de jeugdige/ouders totdat overgegaan wordt tot een gesloten plaatsing of een voorwaardelijke machtiging.
3.2 Wat betekent dit voor de aanbieders JeugdzorgPlus
De aanbieders XxxxxxxxxXxxx zullen zich naar voren moeten bewegen en de kennis en expertise beschikbaar moeten stellen om jeugdigen zo vroeg en zo goed mogelijk te helpen. Bij voorkeur in hun eigen omgeving.
Dit betekent concreet:
- De aanbieder is, binnen de contractafspraken en financiering, bereikbaar en beschikbaar voor consultatie door de toegang en betrokken hulpverleners en sluit daarbij aan op de bestaande lokale/regionale structuren;
- Er is een open en gelijkwaardige communicatie met de jeugdige/gezin, sociaal netwerk, gemeentelijke toegang, GI en netwerkpartners;
- Er is een gezamenlijke analyse (toegang - aanbieder) van de problematiek met systeemgerichte benadering inclusief sociaal netwerk, vrije tijd, onderwijs, wonen, betaald werk/dagbesteding en de veiligheidsafweging;
- Het gezamenlijk plan van jeugdige, systeem en hulpverleners sluit zoveel mogelijk aan op al bestaande plannen;
- Aanbieders geven uitvoering aan een voorwaardelijke machtiging, om een plaatsing in JeugdzorgPlus te voorkomen (conform de gemaakte afspraken hierover).
3.3 Inzetten voorwaardelijke machtiging
Een voorwaardelijke machtiging is een instrument om een plaatsing in de JeugdzorgPlus af te wenden. De kinderrechter geeft hierbij een machtiging onder voorwaarden af, om een jeugdige te plaatsen in een instelling voor JeugdzorgPlus. Zolang een jeugdige zich aan de gestelde voorwaarden houdt, kan hij de plaatsing voorkomen.
De voorwaardelijke machtiging is een instrument dat we vaker willen inzetten. Hiervoor is samenspel tussen gemeente en JeugdzorgPlusaanbieders noodzakelijk. De voorwaardelijke machtiging vraagt maatwerk van toegang en aanbieder, creatieve doeners om samen met de jeugdige en het gezin perspectief te geven aan oplossingen die zo thuis nabij mogelijk zijn. Een voorwaardelijke machtiging kan alleen succesvol worden ingezet als er maatwerkafspraken worden gemaakt.
3 Met het ondersteuningsplan wordt het plan van de (lokale) toegang bedoeld, dit kan per gemeente een andere naam hebben
4. Verbeteren van de zorg, wat willen wij TIJDENS de plaatsing in de Jeugdzorgplus?
Niet alle plaatsingen in de JeugdzorgPlus zijn te voorkomen. Wanneer een jeugdige wel in de JeugdzorgPlus geplaatst moet worden, dan duurt de plaatsing zo kort als mogelijk.
De plaatsing is bij voorkeur zo dicht mogelijk/wenselijk bij de woonomgeving/sociale netwerk van de jeugdige. Er zijn echter ook situaties waarin deze omgeving voor de jeugdige niet wenselijk is. Uitgangspunt is dat de gesloten plaatsing op de best passende plek is, voor die jeugdige, in die situatie.
Een plaatsing in de JeugdzorgPlus moet bijdragen aan het oplossen van de problemen van de jeugdigen en vooral bijdragen aan een (nieuw) toekomstperspectief. We willen daarom de uitstroom bevorderen, minder doorplaatsingen tussen instellingen, geen gedwongen afzondering, meer kleinschaligheid en individueel maatwerk in de behandeling.
4.1 Perspectiefplan
Een belangrijk instrument om de gewenste verbetering van de zorg binnen de JeugdzorgPlus te realiseren is het perspectiefplan. Dit perspectiefplan wordt opgesteld onder regie van de aanbieder Jeugdzorgplus, samen met de ouders/netwerk en de gemeente/GI. Het is belangrijk de voorgaande plannen te betrekken en te kijken waarop kan worden voortgebouwd.
Het perspectiefplan omvat in ieder geval:
- Waarom de jeugdige geplaatst is.
- Hoe de jeugdige zelf zijn of haar toekomst ziet. Waar wil hij/zij aan werken.
- Welke doelen moeten worden behaald om de JeugdzorgPlus zo kort als mogelijk te laten duren. Voorkomen moet worden dat jeugdigen de periode in de JeugdzorgPlus ervaren als alleen maar opgesloten zijn en niet weten wanneer hij/zij ‘vrij’ komt.
- Voor de jeugdige/ouders begrijpelijke en haalbare doelen, waar zij achter staan.
- De inspanning van de Jeugdzorgplus aanbieder om met de jeugdige/ouders de doelen te gaan behalen: welke ondersteuning/behandeling, afstemming met gemeente, onderwijs: terugkeer naar school, andere partijen die een rol spelen in het leven van de jeugdige. Ook wonen en vrije tijd komen aan bod.
- Het behandelplan wordt apart opgesteld, maar maakt onderdeel uit van het perspectiefplan.
- Vooruitblik op het hoe het leven van de jeugdige er na de gesloten plaatsing uit gaat zien en welke mensen/partijen daarbij betrokken zijn. Gedurende de gesloten plaatsing wordt hier aan toegevoegd (zodra het perspectief ná gesloten plaatsing concreter wordt) hoe de begeleiding na het gesloten traject wordt vormgegeven. Ook wordt benoemd welke stappen gericht op het perspectief na gesloten plaatsing al tijdens de plaatsing genomen kunnen en moeten worden en wie dat doet.
4.2 Wat betekent dit voor de (gemeentelijke) toegang
- De toegang stelt informatie van eerdere inzet beschikbaar aan de aanbieder (met toestemming van jeugdige/ouders) en zorgt voor een warme overdracht.
- Toegang biedt de aanbieder inzicht in het sociale netwerk van de jeugdige/ouders, inclusief onderwijs, wonen, dagbesteding, vrije tijd. De aanbieder Jeugdzorgplus dient ook zelf actief deze pijlers te benaderen en te analyseren (zie hierna).
- De toegang heeft tijdens de plaatsing 1 keer per maand afstemming met de aanbieder over de betreffende jeugdige.
- De toegang neemt deel aan overleg om te komen tot het perspectiefplan (zie hierboven).
4.2 Wat betekent dit voor de aanbieder JeugdzorgPlus
- Zorgt zoveel mogelijk voor een direct goede match tussen jeugdige en aanbieder, in samenspraak met de plaatser. Overplaatsingen dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden (ook tussen JeugdzorgPlus en GGZ instellingen).
- Binnen twee weken na plaatsing dient er één integraal perspectiefplan te zijn waarin duidelijk wordt wat het perspectief na de plaatsing is op gebied van wonen, werken/opleiding/dagbesteding en inzet van het sociaal netwerk.
- Zorgt voor directe start van adequate begeleiding en behandeling, die bijdraagt aan het behalen van de gestelde doelen. Hierbij extra aandacht voor voldoende GGZ-expertise, aangezien veel jeugdigen die worden geplaatst onderliggende GGZ-problematiek hebben (vaak zijn gedragsproblemen voorliggend). Ook de nadelige gevolgen van separatie hebben de aandacht, evenals het voorkomen van suïcide.
- De betrokken professionals weten welke best bewezen werkzame interventies beschikbaar zijn.
- De aanbieder neemt 1 keer per maand contact op met de lokale toegang over hoe het met de jeugdige gaat en welke ontwikkelingen er spelen.
- Houdt actief (!) contact met de instanties/instellingen die na de gesloten plaatsing een rol gaan spelen zoals hulpverleningsinstellingen, de school of dagbesteding. Datzelfde geldt voor de ouders en andere leden van het sociale netwerk. De bedoeling hiervan is dat er altijd sprake kan zijn van een vloeiende en warme overdracht.
- Als het perspectief van de jeugdige zelfstandigheid is, wordt de jeugdige hierop voorbereid en legt de aanbieder tijdig contact met de toegang voor huisvesting, vervolghulp etc.
- Er vindt regelmatig een (hernieuwde) afweging plaats of de gesloten plaatsing nog nodig is in het kader van veiligheid en in relatie tot de effecten van de ingreep.
5. Wat willen we NA de plaatsing in Jeugdzorgplus?
We zien een plaatsing in de JeugdzorgPlus als een tijdelijke interventie, waarbij vanaf het moment van plaatsing wordt toegewerkt naar uitstroom. Een verblijf in de JeugdzorgPlus is gericht op het toekomstperspectief van de jeugdige en daar wordt naartoe gewerkt. De inspanningen tijdens en na de plaatsing zijn erop gericht om terugkeer naar JeugdzorgPlus zoveel mogelijk te voorkomen en de jeugdige een duurzaam toekomstperspectief te bieden.
5.1 Wat betekent dit voor de (gemeentelijke) toegang
- De toegang is beschikbaar voor overleg over het uitstroomperspectief en werkt hier actief aan mee
- Legt indien nodig tijdig contact met lokale/regionale partijen en sociaal netwerk
- Denkt op verzoek van aanbieders mee over vervolgvoorzieningen zoals wonen, werk, onderwijs, dagbesteding en inkomen.
- Heeft na afloop van de plaatsing de regie over de vervolghulp
5.2 Wat betekent dit voor de aanbieder JeugdzorgPlus
- De aanbieder actualiseert tijdig het perspectiefplan en het uitstroomperspectief, dit in samenspraak met jeugdige, systeem, gemeente/GI en eventuele andere hulpverleners
- Neemt minimaal 6 weken voordat de gesloten plaatsing afloopt contact op met de lokale toegang, zodat tijdig actie kan worden ondernomen voor een warme overdracht en goed verloop van het naar huis gaan/thuis zijn/nieuwe woonomgeving.
- de samenwerking zoals die VOOR en TIJDENS de plaatsing is ontstaan (warme overdracht en blijvende betrokkenheid) wordt tijdens het afronden van de plaatsing (NA) voortgezet.
- Bij de overdracht worden duidelijke afspraken gemaakt wie de regie over de noodzakelijke vervolghulpverlening heeft. Dit kan de lokale toegang zijn, de gecertificeerde instelling of de aanbieder waarbij de jeugdige in behandeling blijft.
- In het kader van nazorg blijft een vertrouwenspersoon vanuit de JeugdzorgPlus (bv. behandelaar of groepsleider) voor de jeugdige beschikbaar. Dit kan telefonisch/per app of face to face.
- De consultatiefunctie van de aanbieder geldt ook voor de nazorg aan een jeugdige.
6. Overige uitgangspunten
Naast de hierboven genoemde ontwikkeling die we Voor, Tijdens en Na de plaatsing willen, hebben we nog een aantal algemene uitgangspunten waar we in de komende contractperiode (meer) op in willen zetten
- Een grotere rol voor cliënttevredenheid, de cliëntenraden en ervaringsdeskundigen
- Het terugdringen van het aantal crisisplaatsingen
- Afspraken over KPI’s en rapportageverplichtingen, zodat we de gemaakte afspraken kunnen monitoren
7. Bekostiging van JeugdzorgPlus
De afspraken over bekostiging van de JeugdzorgPlus in de komende jaren, zullen aan moeten sluiten bij de transformatie die we willen in de JeugdzorgPlus.
De wijze van bekostiging moet ondersteunend zijn aan wat we willen bereiken, en moet de juiste prikkels afgeven om de gewenste beweging in gang te zetten.
We willen dat de JeugzorgPlus beschikbaar is voor de jeugdigen die het nodig hebben, dat zij direct terecht kunnen en dat zij de benodigde behandeling op maat krijgen. Tegelijkertijd willen we ook voorkomen dat jeugdigen instromen in JeugdzorgPlus, de duur van een plaatsing verkorten, overplaatsingen voorkomen, duurzame uitstroom stimuleren en betrokkenheid van de aanbieders in het voor- en natraject vergroten.
De wijze van bekostigen van de JeugdzorgPlus moet ondersteunen en bevorderen dat:
- De duur van een plaatsing zo kort mogelijk is.
- Dat jeugdige een behandeling op maat ontvangt passend binnen het perspectiefplan.
- Aanbieders samenwerken om de jeugdigen van de best passende plek en hulp te kunnen voorzien
- De aanbieders verantwoordelijkheid nemen wanneer er een gesloten machtiging is.
- Er voldoende plaatsingscapaciteit is, zodanig dat er altijd binnen afgesproken termijnen geplaatst wordt.
- Er voldoende flexibiliteit is om in te kunnen spelen op piek- en dalbezetting.
- Er een reële vergoeding voor de huisvesting/vastgoed plaatsvindt (op basis van NHC).
Dit betekent voor de keuze in bekostiging
- Een scheiding van verblijf en behandeling. De toegang heeft een grotere betrokkenheid door het afgeven van aparte verwijzing voor de behandeling.
- Een eventuele bonus-/malusregeling gericht op het zich houden aan de contractuele afspraken.
- Het beleggen van de plaatsing coördinatie bij de aanbieders, zodat zij vanaf het moment van aanmelding verantwoordelijk zijn.
Bijlage
Basisprincipes (uit “best passende zorg voor kwetsbare jongeren”)
De complexiteit van de problematiek en de meervoudigheid van de hulpbehoefte van deze jeugdigen stellen hoge eisen aan de expertise en (evidence based) kennis van de professionals. Om deze jongeren echt te helpen, is de beste (evidence based) zorg en kennis nodig: multidisciplinair, vanuit verschillende domeinen. Niet alleen op het moment dat de jeugdigen belanden in de JeugdzorgPlus, maar bovenal ver daarvoor.
Stroomopwaarts, dus vanaf preventie en wijkteam.
Om hieraan te kunnen voldoen, gelden te allen tijde zeven basisprincipes. Ze horen bij de wijze waarop we ons werk doen en inrichten. We spreken met elkaar deze basisprincipes af en spreken elkaar ook hierop aan.
A. Degelijke probleemanalyse, naar de laatste kennis
• Alle noodzakelijke deskundigheid is betrokken.
• Gezinssituatie / ouders is onderdeel van de analyse.
B. Adequate doelen
• Ouders, kind en hulpverlening formuleren gezamenlijk doelen, zoveel mogelijk voorafgaand aan inzet van zorg, waar ouders echt achter staan.
• Betrokkenen hebben commitment uitgesproken over het realiseren van deze doelen.
• Steunende krachten in de omgeving maken onderdeel uit van de doelen.
C. Optimale risicoweging van de voor- en nadelen van uithuisplaatsing
• Er heeft een veiligheidsweging plaatsgevonden. Deze weging wordt geregeld herhaald (bijvoorbeeld halfjaarlijks).
• Betrokkenen hebben zicht op het mogelijk effect van de ingreep (doet het op termijn meer goed dan kwaad).
D. De inzet van de ondersteuning, hulp en behandeling is evidence based
De betrokken professionals weten welke best bewezen werkzame interventies beschikbaar zijn. Als deze er niet zijn, wordt op basis van ervarings- en wetenschappelijke kennis gewerkt aan het gezamenlijk aanleggen van een wetenschappelijke basis.
E. Ook de vaardigheden van professionals zijn gestoeld op bewezen praktijken
Naast evidence based behandeling is de wijze waarop professionals aan de slag gaan met bijvoorbeeld wantrouwen, ontwrichtend gedrag, agressie of motiverende gespreksvoering gestoeld op bewezen praktijken.
F. Ouders zijn tijdig geholpen
Ouders zijn onderdeel van de aanpak.
G. Als ouders en kind (tijdelijk) uit elkaar moeten, is er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat beiden begrijpen waarom het noodzakelijk is.
• De inzet is een harmonieuze werkwijze.
• Beiden begrijpen waarom (tijdelijke) uithuisplaatsing een betere oplossing is dan thuisblijven.