Luchtverkeersleiding Nederland
Luchtverkeersleiding Nederland
Mandaatregeling en volmacht Luchtverkeersleiding Nederland
30 november 2006
Overwegende dat het voor een doelmati- ge uitoefening van de aan het bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland (hierna: LVNL) opgedragen taken, xxx- xxxxxx is deze bevoegdheden in voorko- mende gevallen aan één of meerdere bestuursleden of aan andere personen binnen de organisatie te mandateren en; Gelet op onder meer artikel 5.27, twee- de lid van de Wet Luchtvaart en;
Gelet op het Reglement hoofdlijnen inrichting en wijze van bedrijfsvoering van LVNL;
Besluit:
Definitie Bestuur
Artikel 1
1. Onder bestuur wordt verstaan het in artikel 5.24 en 5.27 Wet luchtvaart bedoelde orgaan dat bevoegd is om LVNL in en buiten rechte te vertegen- woordigen.
2. Het bestuur bestaat uit een Voorzitter van het bestuur en een Bestuurder.
Algemene bevoegdheden
Artikel 2
1. Aan de Voorzitter van het bestuur en de Bestuurder wordt ieder afzonderlijk, met toepassing van Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, man- daat en volmacht verleend om LVNL in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
2. Het bepaalde ingevolge het eerste lid geldt niet indien de artikelen 5, 6, 7 of 11 van toepassing zijn.
Bijzondere bevoegdheden
Artikel 3
De bevoegdheid ten aanzien van het afgeven van besluiten op grond van het Luchtverkeersreglement en onderliggen- de regelingen alsmede het sluiten van convenanten op grond van regelingen met als grondslag het Luchtverkeersre- glement wordt gemandateerd aan de General Manager Air Traffic Manage- ment Procedures of de Manager Aero- nautical Information Management.
Indien beiden afwezig zijn, zijn de Manager Air Traffic Services Develop- ment of de Manager Airspace Manage- ment and Route Development bevoegd.
Rechtspositionele bevoegdheden
Artikel 4
1. De bevoegdheid ten aanzien van het afgeven van besluiten met betrekking tot de in het Rechtspositiereglement LVNL en de Uitvoeringsregelingen LVNL neergelegde rechtspositionele onderwer- pen wordt gemandateerd aan de Direc- teur Corporate Services.
2. De Directeur Corporate Services kan de bevoegdheden zoals vermeld in het eerste lid, mandateren aan onder hem ressorterende medewerkers.
Financiële bevoegdheden
Artikel 5
1. De volmacht ten aanzien van het doen van financiële transacties en andere financiële aangelegenheden wordt over- eenkomstig de hierna te noemen wijze verleend:
a. het sluiten van financieringsovereen- komsten en het aangaan en/of garande- xxx xxx xxxxxxxxxxxx aan de Manager Finance & Control tezamen met de Directeur Corporate Services of de Voorzitter van het bestuur;
b. het aan derden verlenen van machti- gingen om namens LVNL betalingen te verrichten of gelden te innen aan de Manager Finance & Control tezamen met de Directeur Corporate Services of de Voorzitter van het bestuur;
c. het doen van valutatransacties aan de Treasurer tezamen met de Manager Finance & Control of de Directeur Cor- porate Services;
d. het accepteren van verzekerings- claims aan de Treasurer tezamen met de Manager Finance & Control of de Direc- teur Corporate Services. Voor zover dit het bedrag van € 2.500 niet te boven gaat, zijn de Treasurer en de Manager Finance & Control zelfstandig bevoegd.
2. Bij afwezigheid van de Voorzitter van het bestuur, de Directeur Corporate Ser- vices en de Manager Finance & Control, komen de aan deze ingevolge dit artikel verleende bevoegdheden toe aan de Bestuurder, met dien verstande dat indien op grond van dit artikel de bevoegdheid slechts door meer dan één functie kan worden uitgeoefend, dit betreffende aantal ongewijzigd dient te blijven.
3. Bij afwezigheid van de Treasurer komt de aan deze ingevolge dit artikel verleende bevoegdheid toe aan de Manager Finance & Control, de Direc- teur Corporate Services, de Voorzitter van het bestuur of de Bestuurder, met dien verstande dat indien op grond van
dit artikel de bevoegdheid slechts door meer dan één functie kan worden uitge- oefend, dit betreffende aantal ongewij- zigd dient te blijven.
Inkoop van (on)roerende zaken en diensten
Artikel 6
1. De volmacht ten aanzien van het slui- ten van inkoopovereenkomsten betref- fende koop en huur van (on)roerende goederen en diensten wordt overeen- komstig de hierna te noemen wijze verleend:
a. aan de Voorzitter van het bestuur tezamen met de Directeur Corporate Services voor zover het een bedrag van
€ 500.000,– exclusief BTW te boven gaat;
b. aan de Manager Contracting tezamen met de Directeur Corporate Services of de Voorzitter van het bestuur, voor zover het een bedrag van € 500.000,– exclusief BTW niet te boven gaat;
c. aan de Manager Contracting tezamen met de Manager Finance & Control voor zover het een bedrag van
€ 250.000,– exclusief BTW niet te boven gaat;
d. aan de Manager Contracting tezamen met een Senior Buyer voor zover het een bedrag van € 100.000,– exclusief BTW niet te boven gaat;
e. aan een Senior Buyer tezamen met een Buyer voor zover het een bedrag van € 50.000,– exclusief BTW niet te boven gaat;
f. aan een Buyer tezamen met een Assis- tent Buyer voor zover het een bedrag van € 25.000,– exclusief BTW niet te boven gaat.
2. Bij afwezigheid van de Voorzitter van het bestuur, de Directeur Corporate Ser- vices, de Manager Finance & Control en de Manager Contracting, komen de aan deze ingevolge dit artikel verleende bevoegdheden toe aan de Bestuurder, met dien verstande dat indien op grond van dit artikel de volmacht slechts door meer dan één functie kan worden uitge- oefend, dit betreffende aantal ongewij- zigd dient te blijven.
Verkoop van (on)roerende zaken en diensten
Artikel 7
1. De volmacht ten aanzien van het slui- ten van overeenkomsten betreffende de verkoop en verhuur van (on)roerende goederen en diensten, dan wel de leve- ring van diensten wordt overeenkomstig de hierna te noemen wijze verleend:
a. aan de Directeur Corporate Services tezamen met de Voorzitter van het bestuur, voor zover het een bedrag van
€ 250.000,– exclusief BTW te boven gaat;
b. aan de Manager Contracting tezamen met de Directeur Corporate Services of de Voorzitter van het bestuur, voor zover het een bedrag van € 250.000,– exclusief BTW niet te boven gaat;
c. aan de Manager Contracting tezamen met de Manager Finance & Control voor zover het een bedrag van
€ 125.000,– exclusief BTW niet te boven gaat;
d. Aan de Manager Contracting tezamen met een account manager van de afde- ling Contracting voor zover het een bedrag van € 50.000,– exclusief BTW niet te boven gaat;
e. In afwijking van het bepaalde onder a wordt de bevoegdheid ten aanzien van verkoop en verhuur van (on)roerende goederen en diensten, dan wel de leve- ring van diensten die betrekking hebben op de Regional Unit, verleend aan de Directeur Regional Unit tezamen met de Voorzitter van het bestuur;
f. In afwijking van het bepaalde onder b en c wordt de bevoegdheid ten aanzien van verkoop en verhuur van (on) roerende goederen en diensten, dan wel de levering van diensten die betrekking hebben op de Regional Unit, verleend aan de Manager Contracting tezamen met de Directeur Regional Unit.
2. Bij afwezigheid van de Voorzitter van het bestuur, de Directeur Corporate Ser- vices, de Manager Finance & Control, de Directeur Regional Unit en de Mana- ger Contracting, komen de aan deze ingevolge dit artikel verleende bevoegd- heden toe aan de Bestuurder, met dien verstande dat indien met toepassing van onderhavig artikel de bevoegdheid slechts door meer dan één functie kan worden uitgeoefend, dit betreffende aan- tal ongewijzigd dient te blijven.
Beperkte gebruiksrechten
Artikel 8
De volmacht ten aanzien van de vesti- ging van een recht op erfdienstbaarheid, het recht van erfpacht en het recht van opstal wordt verleend aan de Directeur Corporate Services.
Vaststellingsovereenkomsten
Artikel 9
De volmacht ten aanzien van het sluiten van financiële vaststellingsovereenkom- sten wordt verleend aan de Directeur Corporate Services.
Geheimhoudingsovereenkomsten
Artikel 10
1. De volmacht ten aanzien van het slui- ten van geheimhoudingsovereenkom- sten, met uitzondering van de geheim-
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx genoemd in lid 2 en 3 van dit artikel, wordt verleend aan de Manager Contracting of een account manager van de afdeling Con- tracting.
2. De volmacht ten aanzien van het slui- ten van geheimhoudingsovereenkom- sten waarbij het onderwerp van de overeenkomst informatie betreft die betrekking heeft op luchtverkeersdienst- verlening, wordt verleend aan de Direc- teur Mainport Schiphol.
3. De volmacht ten aanzien van het slui- ten van geheimhoudingsovereenkom- sten waarbij het onderwerp van de overeenkomst informatie betreft die betrekking heeft op luchtverkeersdienst- verlening vanuit de Regional Unit, wordt verleend aan de Directeur Regio- nal Unit.
Samenwerkingsovereenkomsten en Letters of Agreement
Artikel 11
1. De volmacht ten aanzien van het slui- ten van overeenkomsten of andere vormen van (internationale) samenwer- king met betrekking tot de luchtver- keersdienstverlening wordt verleend aan de Directeur Mainport Schiphol teza- men met de Voorzitter van het bestuur.
2. In afwijking van het bepaalde onder lid 1 wordt de volmacht ten aanzien van het sluiten van overeenkomsten of ande- re vormen van (internationale) samen- werking met betrekking tot de luchtver- keersdienstverlening vanuit de Regional Unit, verleend aan de Directeur Regio- nal Unit tezamen met de Voorzitter van het bestuur.
3. De volmacht ten aanzien van het slui- ten van operationele overeenkomsten (Letters of Agreement) op het gebied van overdracht van luchtverkeersdienst- verlening, wordt verleend aan de Direc- teur Mainport Schiphol.
4. In afwijking van het bepaalde onder lid 3 wordt de volmacht ten aanzien van het sluiten van operationele overeen- komsten (Letters of Agreement) op het gebied van overdracht van luchtver- keersdienstverlening vanuit de Regional Unit, verleend aan de Directeur Regio- nal Unit.
5. Bij afwezigheid van de Voorzitter van het bestuur is de Bestuurder bevoegd.
Bevoegdheden op het gebied van de wet openbaarheid van bestuur
Artikel 12
De bevoegdheid ten aanzien van het afgeven van besluiten op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur wordt gemandateerd aan de Manager Corpora- te Communications of de Communicati- ons Professional belast met woordvoe- ring.
Bezwaar en beroepsprocedures
Artikel 13
1. De afdoening van de beslissingen van Luchtverkeersleiding Nederland terzake van de ingevolge de artikelen 3, 4 en 12 ingediende bezwaarschriften en overige op grond van de Algemene wet bestuurs- recht ingediende bezwaarschriften wordt gemandateerd aan de Manager Legal Affairs.
2. De bevoegdheid om LVNL in bestuurs- en civielrechtelijke procedures te vertegenwoordigen komt toe aan de Manager Legal Affairs of een Legal Counsel.
3. De Manager Legal Affairs kan de bevoegdheden zoals vermeld in het eer- ste lid, mandateren aan een Legal Coun- sel.
Klachtenprocedures
Artikel 14
De afdoening van klachtenprocedures
op grond van de Algemene wet bestuurs- recht, wordt gemandateerd aan de Klachtencoördinator of bij diens afwe- zigheid aan een plaatsvervanger.
Slotbepalingen
Artikel 15
De stukken die door de in voorgaande artikelen genoemde functionarissen op grond van deze regeling worden afge- daan en ondertekend, vermelden aan het slot:
Het bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland,
in deze vertegenwoordigd door, gevolgd door functieaanduiding, (handtekening)
naam
Artikel 16
Deze regeling kan worden aangehaald als: Mandaatregeling en volmacht Luchtverkeersleiding Nederland 2006. Deze zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Artikel 17
1. De Mandaatregeling en volmacht Luchtverkeersleiding Nederland van 3 oktober 2002 (Staatscourant 2002, 195) wordt ingetrokken.
2. De Ondermandaatregeling Rechtsposi- tionele bevoegdheden van 3 oktober
2002 (Staatscourant 2002, 195) wordt ingetrokken.
Luchthaven Schiphol, 30 november 2006. Het bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland,
De Voorzitter van het bestuur,
G.H. Kroese. De Bestuurder,
J.W. Klein Ikkink.
Toelichting
Algemeen
Sinds 1 januari 1993 is de luchtverkeers- beveiligingsorganisatie, genaamd Lucht- verkeersleiding Nederland (LVNL), verzelfstandigd en heeft zij op grond
van de Wet Luchtvaart (voorheen Wet luchtverkeer) rechtspersoonlijkheid. Ingevolge artikel 5.27, eerste lid, van de Wet Luchtvaart wordt LVNL in en bui- ten rechte door het bestuur vertegen- woordigd. Het bestuur van LVNL
bestaat uit twee leden, welke respectieve- lijk de titel dragen Voorzitter van het bestuur en Bestuurder.
Zoals gesteld, is op grond van artikel
5.27 eerste lid alleen het bestuur als geheel bevoegd om namens LVNL publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. Uit overwegingen van doelmatigheid wordt daarom in het tweede lid van artikel
5.27 Wet luchtvaart bepaald dat ook individuele bestuursleden of andere per- sonen, LVNL in en buiten rechte mogen vertegenwoordigen. Deze vertegenwoor- diging kan ook betrekking hebben op bepaalde onderdelen van de taak van LVNL.
In onderhavige regeling wordt hier uitvoering aan gegeven. Op grond van artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht betreffende mandaat van overeenkomstige toepas- sing op het verrichten van privaatrechte- lijke rechtshandelingen door personen die werken binnen een bestuursorgaan. In aansluiting hierop wordt in deze man-
daatregeling niet alleen de publiekrechte- lijke, maar ook de privaatrechtelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid ondergebracht.
De indeling van de organisatie en de werkwijze van het Bestuur is beschre- ven in het (interne) Reglement hoofdlij- nen inrichting bedrijfsvoering LVNL (hierna: het Bestuursreglement).
LVNL heeft haar bedrijfsvoering pro- cesmatig ingericht. Hiermee is samen- hang aangebracht in alle activiteiten die LVNL nodig heeft om haar strategie uit te voeren. LVNL maakt onderscheid tussen besturingsprocessen, primaire processen en ondersteunende processen. Elk proces kent een proceseigenaar. De proceseigenaar is verantwoordelijk voor de procesinrichting, het toezicht houden op en het bijsturen van de processen.
Overkoepelend aan een cluster van samenhangende processen is een hoofd proceseigenaar benoemd. De procesei- genaren leggen verantwoording af aan een hoofd proceseigenaar. De hoofd proceseigenaren leggen verantwoording af aan het bestuur. De Directoraten en afdelingen binnen LVNL zijn werkzaam ten behoeve van de hierboven bedoelde processen.
De dienstverlening van LVNL is pri- mair gericht op de Mainport Schiphol en daarnaast op de regionale luchthavens Eelde en Maastricht. De luchthavens van Lelystad en Rotterdam worden beschouwd als onderdeel van de Main- port Schiphol vanwege hun overloop- en uitwijkfunctie en het specifieke nut als business airport. Daarmee vallen beiden onder het mainportbeleid en tevens onder de mainport tariefregels.
Wat betreft de besluitvorming is de hoofdregel volgens het Bestuursregle- ment dat de Voorzitter van het bestuur en de Bestuurder ieder afzonderlijk alle publiek- en privaatrechtelijke rechtshan- delingen namens LVNL kunnen verrich- ten. In lijn met de in het Bestuursregle- ment beschreven verantwoordelijkheden wordt een aantal specifieke bevoegdhe- den toegekend aan de directeuren van de Directoraten of aan andere personen die werkzaam zijn binnen betreffende Direc- toraten of direct onder toezicht van het bestuur staan.
Artikelsgewijs Artikel 2
Artikel 2 voorziet in de mogelijkheid dat de Voorzitter van het bestuur en de Bestuurder ieder afzonderlijk namens LVNL verplichtingen kunnen aangaan jegens derden.
Artikelen 5, 6, 7 en 11 vormen een uitzondering op artikel 2. De in deze artikelen aangegeven bevoegdheden kunnen alleen door de daar genoemde personen (tezamen) worden uitgeoefend.
Artikel 3
Het gaat hier om besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht om namens het bestuur van LVNL onthef- fingen en/of vrijstellingen te verlenen of convenanten te sluiten op grond van het Luchtverkeersreglement of onderliggen- de regelingen zoals bijvoorbeeld de Regeling Valschermspringen, de Rege- ling Zeilvliegen of de Regeling Model- vliegen. Voorbeelden zijn de artikelen 13 lid 3 LVR, 14 lid 3 LVR, 15 lid 3
LVR, 27lid 3 LVR, 38 lid 3 LVR, 44 lid
3 LVR, 45 lid 5 LVR. Daarnaast kan gewezen worden op artikel 2 van de Regeling Valschermspringen, artikel 11 van de Regeling Zeilvliegen en artikel 2 van de Regeling Modelvliegen.
Artikel 4
Op grond van dit artikel kan de Direc- teur Corporate Services namens het bestuur van LVNL besluiten nemen op rechtspositioneel gebied. Het gaat hier om besluiten die genomen kunnen wor- den kunnen worden op grond van het Rechtspositiereglement LVNL en de Uitvoeringsregelingen LVNL. Voor- beelden hiervan zijn besluiten met betrekking tot aanstelling en bezoldi- ging, besluiten met betrekking tot het al dan niet verlenen van (buitengewoon)
verlof, vakantie, etc. Het tweede lid bepaalt dat de Directeur Corporate Ser- vices ondermandaat kan verlenen aan onder hem ressorterende medewerkers. Ondermandaat is mogelijk op grond van artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht. Het houdt in dat de gemandateerde, in dit geval de Directeur Corporate Services, op zijn beurt man- daat verleent aan een ander. Door mid- del van dit artikel kan bijvoorbeeld ondermandaat worden verleend aan de HRM-consultants (bijvoorbeeld voor het verlenen van studiefaciliteiten, het toe- staan of weigeren van werken in deeltijd en het verhuisplichtig stellen van mede- werkers). Voor ondermandaat is de toestemming nodig van de oorspronke- lijke mandaatverlener, het bestuur van LVNL. Middels deze mandaatregeling is hier zorg voor gedragen.
Artikel 5
Financiële aangelegenheden worden binnen LVNL behandeld door het Direc- toraat Corporate Services. Artikel 5 regelt een aantal specifieke financiële aangelegenheden, op grond waarvan de Directeur Corporate Services en de Manager Finance & Control bevoegd zijn LVNL te vertegenwoordigen en verplichtingen kunnen aangaan. Bij het aan derden verlenen van machtigingen kan worden gedacht aan het (namens LVNL) uitbetalen van loon door een administratiekantoor.
Bij financieringsovereenkomsten zal bij afwezigheid van de Directeur Corpo- rate Services en de Manager Finance & Control de volmacht worden uitgeoe- fend door de Voorzitter van het bestuur en de Bestuurder. De Bestuurder fun- geert op basis van het tweede lid, als vangnet bij afwezigheid van één van de op basis van dit artikel bevoegde perso- nen. De toevoeging ‘met dien verstande dat’ in het tweede lid, borgt dat het aan- tal personen dat op grond van dit artikel moet tekenen ongewijzigd blijft. Het derde lid kent een soortgelijke regeling.
Artikel 6
De afdeling Contracting is verantwoor- delijk voor het sluiten van inkoopover- eenkomsten, na goedkeuring van de budgethouder. Veelal gebeurt dit in samenwerking met de Voorzitter van het bestuur of de Bestuurder en/of de Mana- ger Finance & Control. Voor zover het overeenkomsten boven een bedrag van
€ 500.000,– exclusief BTW betreft, dient de Voorzitter van het bestuur én de Directeur Corporate Services te tekenen. Bij afwezigheid van de Voorzitter van het bestuur of de Directeur Corporate Services dient de Bestuurder te tekenen.
Indien een overeenkomst wordt geslo- ten voor een bedrag tussen de
€ 250.000,– en € 500.000,– exclusief BTW dan zijn de Manager Contracting en de Directeur Corporate Services
bevoegd. Voor de lagere bedragen wor- den aan de Manager Contracting, de Manager Finance & Control, de Senior Buyer, de Buyer en de Assistent Buyer zelfstandige bevoegdheden toegekend, waarbij de tweehandtekeningen- structuur geldt.
Artikel 7
De afdeling Contracting is verantwoor- delijk voor het sluiten van overeenkom- sten inzake de verkoop en verhuur van goederen en diensten en het sluiten van overeenkomsten inzake de levering van diensten. Veelal gebeurt dit in samen- werking met de Voorzitter van het bestuur of de Bestuurder en/of de Mana- ger Finance & Control. Voor zover het een bedrag van € 250.000,– exclusief BTW te boven gaat is de Directeur Cor- porate Services tezamen met de Voorzit- ter van het bestuur bevoegd. Bij afwezigheid van de Voorzitter van het bestuur of de Directeur Corporate Servi- ces dient de Bestuurder te tekenen.
Voor de lagere bedragen worden aan de Manager Contracting, de Manager Finance & Control en de account mana- ger zelfstandige bevoegdheden toege- kend, waarbij de tweehandtekeningen- structuur geldt.
Voor zover het gaat om dienstverle- ning met betrekking tot de Regional Unit, is de Directeur Regional Unit bevoegd.
Artikel 8
Dit artikel regelt de bevoegdheid van de Directeur Corporate Services om een recht van erfdienstbaarheid, een recht van erfpacht en een recht van opstal namens LVNL te vestigen.
Een erfdienstbaarheid is een last, waarmee een onroerende zaak – het die- nende erf – ten behoeve van een andere onroerende zaak – het heersende erf – is bezwaard, zoals het recht van overpad. Het recht van erfpacht geeft de erfpach- ter de bevoegdheid om de onroerende zaak van een ander (eigenaar, erfver- pachter) te houden en te gebruiken. Het recht van opstal is ten slotte het recht om in, op of boven een onroerende zaak van een ander (eigenaar) gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen. Genoemde (beperkte) gebruiksrechten zijn geregeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 5 (titels 5.6 tot en met 5.8).
Artikel 9
Op grond van dit artikel kan de Direc- teur Corporate Services financiële vaststellingsovereenkomsten sluiten. Hierbij dient onder meer gedacht te wor- den aan schikkingen in het kader van rechtsgeschillen en overeenkomsten ten aanzien van personele aangelegenheden.
Artikel 10
De volmacht voor het sluiten van geheimhoudingsovereenkomsten wordt verleend aan de Manager Contracting of een accountmanager van de afdeling Contracting.
Indien de informatie hoofdzakelijk betrekking heeft op onderwerpen gerela- teerd aan luchtverkeersdienstverlening, wordt deze volmacht verleend aan de Directeur Mainport Schiphol, dan wel de Directeur Regional Unit als het gaat om luchtverkeersdienstverlening vanuit de Regional Unit. Hierbij dient bijvoor- beeld gedacht te worden aan uitwisse- ling van gegevens tussen verleners van luchtvaartnavigatiediensten in het kader van (het onderzoeken van) samenwer- king. Er is hierbij geen sprake van een klant-leverancier relatie.
Artikel 11
De Directeur Mainport Schiphol is teza- men met de Voorzitter van het bestuur bevoegd tot het sluiten van overeenkom- sten of andere vormen van (internationa- le) samenwerking met betrekking tot de luchtverkeersdienstverlening. Lid 2 bepaalt dat als het gaat om de luchtver- keersdienstverlening waarbij de Regio- nal Unit betrokken is, de Directeur Regional Unit tezamen met de Voorzit- ter van het bestuur bevoegd is. Bij overeenkomsten die betrekking hebben op luchtverkeersdienstverlening kan worden gedacht aan overeenkomsten met luchthaven(s), luchtvaartmaatschap- pijen etc. over de maximale afhande- lingscapaciteit van vliegtuigen door LVNL en bijvoorbeeld aan overeenkom- sten met buitenlandse luchtverkeerslei- dingsorganisaties over samenwerking op het gebied van opleiden van verkeerslei- ders.
Overeenkomsten met betrekking tot de overdracht van verantwoordelijkheden tussen luchtverkeersleidingsdiensten voor een vlucht en onderlinge (tijdelij-
ke) overdracht aan verantwoordelijkheid voor een groep vluchten of voor lucht- verkeersleidingsgebieden vallen niet onder het voorgaande. Deze overeen- komsten dienen op grond van artikel 17 van de Regeling luchtverkeersdienstver- lening te worden gesloten door de hoofden van de betrokken luchtverkeers- leidingdienst. De leden 3 en 4 geven aan dat dit wat betreft Schiphol (inclusief Rotterdam en Lelystad) de Directeur Mainport Schiphol is en voor de regiona- le velden de Directeur Regional Unit.
Artikel 12
Op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur dient een bestuursorgaan, zoals LVNL, in beginsel op verzoek informa- tie te verstrekken met betrekking tot de uitvoering van haar taak. Het moet dan gaan om informatie, neergelegd in een document dat betrekking heeft op een bestuurlijke aangelegenheid. Via deze mandaatregeling verkrijgen de Manager Corporate Communications en de Com- munications Professional belast met woordvoering de bevoegdheid om over het verstrekken van deze informatie te beslissen.
Artikel 13
Om te kunnen komen tot een zorgvuldi- ge heroverweging, is de Manager Legal Affairs bevoegd tot de afdoening van bezwaren. Daarnaast kunnen de Mana- ger Legal Affairs of een Legal Counsel, LVNL vertegenwoordigen in bestuurs- en civielrechtelijke procedures.
Door middel van dit artikel kan tevens ondermandaat worden verleend aan de Legal Counsels voor de afdoening van beslissingen van LVNL op bezwaar- schriften. Voor ondermandaat is de toestemming nodig van de oorspronke- lijke mandaatverlener, het bestuur van LVNL. Middels deze mandaatregeling is hier zorg voor gedragen
Artikel 14
Volgens de Algemene wet bestuurs- recht, Hoofdstuk 9, dient een bestuursor- gaan zorg te dragen voor het behoorlijk behandelen van schriftelijke en monde- linge klachten. Binnen LVNL is de Klachtencoördinator, of bij afwezigheid diens plaatsvervanger, verantwoordelijk voor de afdoening van de klacht.