Voor de EER relevante tekst)
Mededeling overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening nr. 17 van de Raad (1) (Zaak COMP/D1/29.373 — Visa International)
(2000/C 293/16)
(Voor de EER relevante tekst)
1. INLEIDING
1. Op 31 januari 1977 meldde Ibanco Ltd, sinds 1979 bekend als Visa International, zijn internationale betaalkaartrege- ling statuten (By-Laws) en bedrijfsvoorschriften (Operating Regulations) bij de Commissie aan en verzocht daarbij om een negatieve verklaring of, subsidiair, een vrijstelling op grond van artikel 81, lid 3.
2. Nadat de Commissie aanvankelijk op 29 april 1985 een administratief schrijven had doen toekomen, leidde zij het onderzoek in de Visa-zaak opnieuw in ingevolge een klacht van het British Retail Consortium tegen de zoge- naamde afwisselingsprovisie (interchange fee) in de betaal- regeling van Visa International. Het administratieve schrij- ven werd op 4 december 1992 ingetrokken. In het op- nieuw ingeleide onderzoek werd tevens rekening gehouden met een klacht die op 23 mei 1997 werd ingediend door Eurocommerce, een representatieve organisatie voor de sector kleinhandel, groothandel en internationale handel in de Europese Unie, en betrekking had op verschillende aspecten van ondermeer de betaalkaartregeling van Visa International.
2. DE PARTIJEN
2.1. Visa International
3. Visa International Service Association („Visa”) is een parti- culiere onderneming met winstoogmerk die in handen is van 21 000 aangesloten financiºle instellingen uit de gehele wereld. Het in de Verenigde Staten opgerichte Visa exploi- teert het betaalkaartnetwerk. Daartoe beheert het handels- merken, stelt het de regels van het systeem vast en ver- strekt machtigings- en clearingdiensten via een wereldwijd computer- en telecommunicatienetwerk dat VisaNet wordt genoemd. Visa zelf geeft geen Visa-kaarten uit noch sluit het overeenkomsten met handelaars inzake de aanvaarding van Visa-betaalkaarten. De aangesloten financiºle instellin- gen die daartoe van Visa een licentie ontvingen, houden zich daarmee bezig.
4. Visa heeft het territorium waarop het actief is wereldwijd ingedeeld in zes regio’s. In de Visa-EU-Regio die naast de Europese Unie ook de EVA-staten IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, alsook Turkije, Israºl, Cyprus en Malta omvat, zijn er meer dan 5 000 Visa-leden. De besluitvorming is overgedragen aan het regionale bestuur (Regional Board of Directors) van Visa voor de EU-regio, dat elke twee jaar gekozen wordt uit de aangesloten financiºle instellingen uit de EU-regio. Het bestuur voor de EU-regio is bevoegd voor intraregionale aangelegenheden zoals de goedkeuring van regionale bedrijfsvoorschriften (bv. de „Visa EU Regio- nal Operating Regulations”) en toelating en uitsluiting van leden die in de regio gevestigd zijn, en stelt het niveau van de op zijn grondgebied geldende afwisselingsprovisie vast, voorzover dit niet is geschied. In landen met zoge-
(1) PB 13 van 21.2.1962, blz. 204/62.
naamde nationale groepsleden (National Group Members) van Visa heeft het bestuur voor de EU-regio de bevoegd- heid om Visa-kaartprogramma’s te ontwikkelen en te be- heren aan die leden gedelegeerd.
2.2. De Visa-leden
5. Er zijn verschillende categorieºn Visa-lidmaatschap maar in het algemeen staan alle lidmaatschapscategorieºn open voor elke instelling die georganiseerd is op grond van de bankwet van haar land en ertoe gemachtigd is om dadelijk opvraagbare deposito’s te aanvaarden. Visa mag echter geen gegadigde tot het lidmaatschap toelaten die door het bestuur (Board of Directors) als een concurrent van de onderneming wordt beschouwd.
6. De voornaamste lidmaatschapscategorieºn die relevant zijn voor de Visa-kaartactiviteiten in de Europese Unie, zijn kernlidmaatschap en geassocieerd lidmaatschap (Principal en Associate Membership). Een kernlid geeft kaarten uit en kan handelaars werven en alle daarmee verband houdende activiteiten rechtstreeks of via een contract met andere leden verrichten. Een geassocieerd lid van Visa moet wor- den gesponsord door een kernlid. Daarna kan het geasso- cieerde lid alle functies van een kernlid uitoefenen over- eenkomstig de overeenkomst met het kernlid. Alleen kern- leden betalen dienstenvergoedingen aan Visa en zijn stem- gerechtigd.
7. In sommige lidstaten is er een Visa-groepslid. Dit is een kernlid dat ertoe gemachtigd is om zijn lidmaatschapsrech- ten uit te oefenen en Visa-kaart-programma’s te exploiteren via zijn eigenaars of leden. De leden van Visa-groepsleden zijn geassocieerde leden. Het Visa-groepslid is verantwoor- delijk voor de daden en het verzuim van zijn eigenaars of leden. De onderstaande lidstaten hebben een Visa-groepslid: Oostenrijk (Visa Austria), Belgiº (Visa Belgium), Denemar- ken (PBS), Finland (Luottokunta Kreditlag), Frankrijk (Grou- pement Xxxxx Xxxxx), Xxxxxxxxx (XxxxXxx), Xxxxxx (Xxxxxxx 0X xx Xxxx Xxxxxx) xx Xxxxxx (Visa Sweden Association). Behalve Xxxxxxxxxxx geeft geen van deze groepsleden zelf Visa-kaarten uit. Behalve Luottokunta, PBS en Visalux laten de meeste groepsleden zich evenmin met de werving in. In hun plaats doen dat (sommige) leden.
8. Zoals gezegd heeft Visa aan bepaalde Visa-groepsleden de bevoegdheid gedelegeerd om Visa-kaartprogramma’s te ontwikkelen en te beheren. Het betreft alle Visa-groeps- leden met uitzondering van Visalux in Luxemburg en Xx- xxxxx 0X xx Xxxxxx, die door Visa nationale groepsleden worden genoemd. Deze nationale groepsleden treden op als een nationale Visa-organisatie die ertoe gemachtigd is om regels vast te stellen die van toepassing zijn op de werking van Visa-programma’s in hun land, mits deze lo- kale regelingen geen inbreuk plegen op de statuten en de bedrijfsvoorschriften van Visa.
9. Het nationale groepslid neemt beslissingen inzake aanvra- gen voor licenties om Visa-kaarten uit te geven en han- delaren te werven in zijn gebied. Visa behoudt het recht om een in aanmerking komende instelling te aanvaarden als een rechtstreeks Visa-lid ingeval een nationaal groepslid om een of andere reden niet ertoe bereid is om de instel- ling te machtigen Visa-kaartactiviteiten uit te oefenen. Na- tionale groepsleden moeten eveneens instemmen met de vestiging van buitenlandse bijkantoren op hun grondgebied (zie hieronder). Het Visa-bestuur voor de EU-regio kan rechtstreeks nieuwe leden in alle landen aanvaarden indien het lidmaatschap om „onbillijke redenen” is geweigerd door een nationaal groepslid of indien het nationale groepslid aanvaardt dat Visa het lidmaatschap rechtstreeks verleent.
3. DE MARKT
3.1. De werking van de Visa-betaalregeling
10. De aanmelding van Visa betreft de werking van betaal- kaartsystemen. In het algemeen kunnen Visa-kaarten wor- den gebruikt om een handelaar te betalen voor geleverde goederen of diensten of om contanten op te nemen bij een bank of bij een geldautomaat. In het eerste geval zijn er vier betrokken partijen: de Visa-kaarthouder, de emitte- rende bank (die de kaart aan de houder uitreikt), de han- delaar en de wervende bank (die handelaren werft voor aanvaarding van de Visa-kaart) (1). In het tweede geval zijn er slechts drie betrokken partijen: de houder van de Visa-kaart, de emitterende bank en de geldautomaten- exploitant.
11. Teneinde van een kaart gebruik te kunnen maken voor betalings- of geldopnemingstransacties, moet de consument een overeenkomst sluiten met de emitterende bank om een kaart te krijgen. Dit geschiedt doorgaans tegen een jaar- lijkse vergoeding die door de houder van de kaart wordt betaald aan de emitterende bank. Voor een betaaltransactie moet een handelaar een overeenkomst sluiten met een bank die handelaren werft voor de aanvaarding van de kaart. Deze overeenkomst bevat de door de handelaar ver- schuldigde vergoeding en andere voorwaarden.
12. Een betaling met de kaart omvat de volgende stappen: i) de houder van de kaart en het verkooppunt komen een prijs overeen voor de betrokken goederen of diensten, inclusief een eventuele toeslag; ii) de kaart wordt in een apparaat ingebracht (bv. een terminal) dat kan nagaan of de kaart geldig is en of de transactie toegestaan is door de emittent (machtiging); iii) de transactie wordt vervolgens verrekend en afgewikkeld op interbancair niveau, hetgeen de betaling van een afwikkelingsprovisie door de bank van de han- delaar aan de bank van de kaarthouder omvat; iv) de bank van de handelaar en de bank van de kaarthouder kunnen hun klanten een met de transactie verband hou- dende vergoeding aanrekenen.
13. Uit het bovenstaande volgt dat er bij een betaling een onderscheid kan worden gemaakt tussen twee diensten, meer bepaald de uitgifte van kaarten aan klanten en het werven van handelaren voor aanvaarding van de kaarten. In een vierpartijentransactie worden die diensten dikwijls door verschillende entiteiten verstrekt.
(1) Het is mogelijk dat bij een bepaalde transactie in een vierpar- tijensysteem de emittent eveneens de wervende instantie is. Een dergelijke transactie staat bekend als een „on-us”-transactie en kan worden weergegeven in een driepartijendiagram.
14. Bij een opneming van contanten via een kaart zijn de stappen vergelijkbaar met die welke beschreven zijn voor betalingen. Het belangrijkste verschil is dat er bij een der- gelijke transactie niet de handelaar maar de exploitant van de automaat waar het geld wordt opgenomen, betrokken is.
3.2. Positie van Visa op de markt
15. Naast Visa zijn de onderstaande grote internationale betaal- organisaties actief op de Europese markt: Europay Inter- national en MasterCard International (via Europay), Japan Credit Bureau (JCB) en de internationale gedeponeerde sys- temen American Express en Diners Club International. Van deze internationale betaalorganisaties is Europay (in nauwe samenwerking met MasterCard) veruit de belangrijkste con- current van Visa in Europa. Visa en Europay vertegenwoor- digen ongeveer 90 % van de internationale kaarten die in de Europese Unie zijn uitgegeven. De positie van Visa (ongeveer 53 %) is in het algemeen sterker dan die van Europay (ongeveer 33 %), maar er zijn belangrijke verschil- len tussen de lidstaten (2). Visa staat bijzonder sterk in het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk en Italiº. Europay daarentegen is sterker in ondermeer Duitsland, Nederland en Oostenrijk.
16. Naast de internationale betaalkaartoperatoren zijn talrijke nationale betaalkaartoperatoren actief in de onderscheiden lidstaten.
3.3. Concurrentie binnen het systeem
3.3.1. De uitgifte van Visa-kaarten
17. In de meeste lidstaten worden Visa-kaarten uitgegeven door verschillende banken, hetzij rechtstreeks als Visa-kernlid of geassocieerd lid danwel als lid van een nationaal groepslid. Het aantal emittenten verschilt per lidstaat. Alleen in Fin- land is er slechts ØØn Visa-emittent, meer bepaald het na- tionale groepslid Luottokunta. In sommige landen zoals Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk worden Visa- kaarten ook uitgegeven via buitenlandse bijkantoren.
3.3.2. Het werven van handelaren voor de aanvaarding van Visa- kaarten
18. De concentratiegraad is in het algemeen hoger bij de wer- vingsactiviteiten van Visa, maar het aantal financiºle instel- lingen dat dergelijke activiteiten uitoefent verschilt per land. Zo zijn er in het Verenigd Koninkrijk behoorlijk veel der- gelijke instellingen, terwijl er in Denemarken en Finland de facto slechts ØØn kernlid is dat wervingsactiviteiten uitoefent (respectievelijk PBS, uitsluitend actief voor Visa en Europay, en Luottokunta, uitsluitend actief voor Visa en Europay- transacties). In andere lidstaten met een Visa-groepslid (bij- voorbeeld Oostenrijk, Belgiº, Spanje, Frankrijk en Zweden) zijn het niet de groepsleden zelf maar verschillende van hun leden die handelaren werven voor Visa-transacties. Niettemin wordt het werven van handelaren in de praktijk vaak gedomineerd door ØØn instelling. Zo zijn VSB Inter-
(2) Bovendien moet voor ogen worden gehouden dat betaalkaarten niet in alle lidstaten op grote schaal beschikbaar zijn. De markt voor betaalkaarten is aldus meer ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Spanje dan in landen zoals Denemarken, Finland, Oostenrijk, Griekenland en Ierland.
national en Unicre respectievelijk in Nederland en Portugal veruit de belangrijkste wervende instelling. In Belgiº neemt Bank Card Company 90 % van alle transacties voor haar rekening.
4. DE OVEREENKOMSTEN
4.1. Algemeen
19. De aanmelding van Visa heeft betrekking op regels en voorschriften waaraan de Visa-vereniging en haar leden onderworpen zijn (internationale statuten en machtigingen van regionale besturen) alsook alle internationale bepalin- gen betreffende de Visa-betaalkaarten (ondermeer de alge- mene internationale bedrijfsvoorschriften, de regionale be- drijfsvoorschriften voor de Europese Unie, regels inzake geschillenbeslechting en specificaties voor kaarten en mer- ken). Alle aangemelde Visa-regels en -voorschriften zullen hierna „de Visa-regels” genoemd worden.
20. De Visa-regels regelen voornamelijk de verhouding tussen Visa en haar leden, meer bepaald banken die Visa-kaarten uitgeven en banken die handelaren werven voor de aan- vaarding van Visa-kaarten. Daarnaast bevatten de Visa-re- gels ook clausules die betrekking hebben op de verhoudin- gen onder Visa-leden (de interbancaire betrekkingen). Bo- vendien bevatten de regels clausules inzake de betrekkingen tussen de banken die handelaren werven, en de handelaren (ondermeer de zogenoemde non-discriminatieregel en de verplichting om alle kaarten te honoreren). Visa betoogt dat zij niet ernaar streeft om de regelingen tussen de emit- tenten van Visa-kaarten en de kaarthouders voor te schrij- ven, behalve voorzover betrekking hebbend op de basis- karakteristieken van de Visa-kaartproducten.
4.2. Specifieke bepalingen
4.2.1. De non-distriminatieregel (NDR)
21. De NDR in de voorschriften inzake de internationale Visa- kaart staat eraan in de weg dat handelaren kosten aanreke- nen aan kaarthouders die met hun Visa-kaart betalen. Bo- vendien verbiedt de NDR handelaren kortingen toe te ken- nen aan klanten die met andere betaalmiddelen betalen zoals bijvoorbeeld contant geld. De regel is niet van toe- passing in landen waar hij is afgeschaft door de nationale mededingingsautoriteiten zoals in het Verenigd Koninkrijk (voor credit cards), Zweden en Nederland.
22. Voor geldopnemingen geldt een vergelijkbare regel: een wervende instelling mag geen toeslag aanrekenen bij een manuele geldopneming of een geldopneming via een au- tomaat tenzij in het nationale recht uitdrukkelijk is bepaald dat een lid een toeslag moet kunnen aanrekenen.
4.2.2. Het beginsel van territoriale machtiging
23. Alleen leden van het Visa-betaalkaartensysteem die daartoe gemachtigd zijn, kunnen kaarten uitgeven en handelaars werven. Visa voert een territoriaal licentiebeleid. Dit houdt in beginsel in dat de bevoegdheid van het Visa-lid om Visa-kaarten uit te geven en handelaars te werven beperkt is tot het land waar het lid zijn hoofdvestiging heeft. In bepaalde omstandigheden kunnen leden evenwel grens- overschrijdend kaarten uitgeven en handelaars werven. De mogelijkheden voor dergelijke grensoverschrijdende ac- tiviteiten zijn geleidelijk door Visa opgedreven (zie hierna).
4.2.3. De gewijzigde voorschriften inzake grensoverschrijdende uit- gifte
24. De Visa-voorschriften verplichten de banken die kaarten wensen uit te geven in andere landen dan het land waar zij gevestigd zijn, dit in beginsel te doen via dochteronder- nemingen die zich zelf bij Visa zouden kunnen aansluiten dan wel via de oprichting van buitenlandse bijkantoren op het betrokken grondgebied. Er zijn twee specifieke uitzon- deringen op deze algemene regel waardoor in twee geval- len de oprichting van een dochteronderneming of een bij- kantoor niet is vereist: ten eerste kunnen Visa-kaarten pas- sief, zonder klantenwerving, worden uitgegeven aan per- sonen met een rekening bij de emitterende bank in het land van herkomst van die bank. Ten tweede kunnen Visa- bedrijfskaarten worden uitgegeven aan werknemers van multinationale ondernemingen in de gehele wereld.
25. Op de bijeenkomst van het regionale bestuur voor de EU- regio van 26 mei 2000 keurde Visa wijzigingen goed op zijn voorschriften inzake grensoverschrijdende uitgifte. Daarbij werd ondermeer de vereiste opgeheven dat een Visa-lid moet beschikken over een bijkantoor of een doch- teronderneming in een lidstaat waar het grensoverschrij- dend Visa-kaarten wenst uit te geven. Teneinde de veilig- heid en de kwaliteit van het Visa-systeem verder te garan- deren, stelde Visa een aantal minimumvoorschriften vast: grensoverschrijdende uitgifte staat open voor alle leden die reeds gevestigde emittenten zijn (hetzij in hun hoofdvesti- ging of in enig ander land), er moet een bedrijfsplan wor- den ingediend en er moet worden voldaan aan bepaalde geregistreerde nationale voorschriften. Visa heeft verklaard dat, om technische redenen, de gewijzigde voorschriften inzake de grensoverschrijdende uitgifte van kaarten waar- schijnlijk niet in werking treden vóór voorjaar 2001.
4.2.4. De gewijzigde voorschriften inzake grensoverschrijdende wer- ving
26. De Visa-voorschriften staan grensoverschrijdende werving van internationale luchtvaartmaatschappijen en bepaalde andere specifieke categorieºn toe. Bovendien staat het Visa- programma inzake grensoverschrijdende werving in de Eu- ropese Unie en de EVA-landen sinds 1994 toe dat banken tegen gelijkwaardige voorwaarden als die welke zijn ge- noemd inzake grensoverschrijdende uitgifte van kaarten, grensoverschrijdend handelaren werven zonder dat zij be- schikken over een dochteronderneming of een bijkantoor op het grondgebied. Aanvankelijk beperkte Visa het pro- gramma uitsluitend tot bepaalde categorieºn internationale handelaren, meer bepaald autoverhuurbedrijven, hotels, ferry- en cruisemaatschappijen. Sinds 1 januari 1999 is grensoverschrijdende werving toegestaan voor alle catego- rieºn „internationale” handelaren, namelijk handelaren die actief zijn in minstens twee landen in de Visa-EU-regio.
27. Op de bijeenkomst van het bestuur voor de EU-regio van
26 mei 2000 stemde Visa in met de intrekking van de vereiste dat een grensoverschrijdend aangetrokken han- delaar een verkooppunt moet hebben in meer dan ØØn land. De desbetreffende wijzigingen in de regionale be- drijfsvoorschriften van Visa voor de EU-regio werden goed- gekeurd op de bijeenkomst van het „Visa EU Executive Com- mittee” voor de EU-regio van 7 juli 2000. De gewijzigde voorschriften inzake grensoverschrijdende werving zullen in werking treden op 1 oktober 2000.
4.2.5. Geen werving zonder uitgifte
28. Hoewel de kernleden volgens de Visa-voorschriften formeel ertoe verplicht zijn kaarten uit te geven en handelaren te werven, verplicht Visa in de praktijk zijn leden niet tot werving. Indien het handelaren wenst te werven voor de aanvaarding van de Visa-kaart moeten de leden een redelijk aantal kaarten uitgeven in een bepaald land alvorens aldaar wervingsactiviteiten op te starten. De doelstelling wordt per geval vastgesteld rekening houdend met het aantal kaarten dat op dat tijdstip in het betrokken land door bestaande Visa-leden is uitgegeven, en het Visa-kaartenpo- tentieel op die markt. Bovendien wordt rekening gehouden met de omvang en het potentieel van de gegadigden. Vol- gens Visa wordt rekening gehouden met kaarten die zijn uitgegeven in enig land van de Visa-EU-regio, teneinde vast te stellen of er een redelijk aantal kaarten is uitgegeven alvorens grensoverschrijdende wervingsactiviteiten worden toegestaan.
4.2.6. De verplichting om alle kaarten te honoreren
29. Een handelaar moet alle geldige kaarten met het Visa- of Visa-Electron-symbool welke naar behoren voor betaling worden voorgelegd, aanvaarden. Volgens Visa zijn handela- ren die contractueel ertoe verplicht zijn om Visa-kaarten te
aanvaarden, niet verplicht om de Electron-kaart te aan- vaarden en omgekeerd. De verplichting om alle kaarten te honoreren is van toepassing ongeacht de aard van de transactie, de identiteit van de emittent, het type kaart dat wordt gebruikt of de persoonlijke kenmerken van de kaart- houder.
5. CONCLUSIE
30. In het licht van het bovengestaande is de Commissie voor- nemens een gunstig standpunt in te nemen ten aanzien van de bepalingen in de bovengenoemde aangemelde overeen- komsten. Alvorens dit te doen maant zij de belangheb- bende derden aan hun opmerkingen binnen een maand vanaf de publicatie van deze bekendmaking in het Publica- tieblad van de Europese Gemeenschappen per brief of faxbe- richt (00-0) 000 00 00), onder referentie COMP/D1/29.373
— Visa International, te doen toekomen op onderstaand adres:
Europese Commissie
Directoraat-generaal Concurrentie
Directoraat D, Eenheid D1 (Financiºle diensten) Xxxxxxxxx 000
X-0000 Xxxxxxx.