COMMISSIE STEUNBEHOEVENDE STUDENTEN THEOLOGIE IN DE NEDERLANDS GEREFORMEERDE KERKEN
COMMISSIE STEUNBEHOEVENDE STUDENTEN THEOLOGIE IN DE NEDERLANDS GEREFORMEERDE KERKEN
VOORWAARDEN OVEREENKOMST FINANCIËLE STEUNVERLENING
1. De Commissie Steunbehoevende Studenten Theologie in de Nederlands Gereformeerde Kerken (de Commissie) verleent financiële steun aan studenten in de theologie (lid van een Nederlands Gereformeerde Kerk) die het voornemen hebben een gemeente van
de Nederlands Gereformeerde Kerken ( of een buitenlandse zusterkerk) te gaan dienen als predikant, pastoraal werker, zendeling of
evangelist.
2. Om in aanmerking te komen voor deze vorm van financiering dienen studenten vooraf een volledig overzicht te verstrekken van:
• de gezinspersonalia,
• het gezinsinkomen en –uitgaven,
• saldi van (spaar)rekeningen,
• andere beleggingen.
3. Van wijzigingen in het inkomsten- of uitgavenpatroon wordt, binnen één maand, melding bij de Commissie gemaakt.
4. Na een positieve beoordeling voor ondersteuning zal er een attest van de plaatselijke kerk, waar de student aan verbonden is, worden gevraagd.
5. De financiële steun zal worden verleend in de vorm van een renteloze lening.
6. De hoogte van het maandelijks te lenen bedrag wordt, naar aanleiding van het in lid 2 genoemde, door de commissie vastgesteld. Het
zal niet meer dan € 400,00 per maand bedragen.
7. In principe is de maximale termijn voor ondersteuning zes jaar.
8. De betaling van de maandelijkse termijn zal worden beëindigd zodra zich een van de volgende situaties voordoet;
a. voltooiing van de studie;
b. indien naar de mening van de Commissie - mede na informatie bij de NGP – onvoldoende vorderingen worden
gemaakt, dan wel dat aan andere verplichtingen niet wordt voldaan;
c. afbreken van de studie;
d. overgang naar een ander kerkgenootschap;
e. voldoende gezinsinkomen;
9. Bij het afbreken van de studie en/of onttrekken aan de Nederlands
Gereformeerde Kerken zal de Commissie het tot dan toe betaalde bedrag ineens op kunnen eisen, dan wel de renteloze lening omzetten
in een rentedragende lening tegen een dan vast te stellen rentepercentage.
10. Bij overlijden van de ondersteunde zal de gehele lening worden kwijtgescholden.
11. De student zal de Commissie op de hoogte houden van zijn studieresultaten en de Commissie hiertoe minimaal twee keer per jaar een
schriftelijk overzicht verstrekken. Daarnaast zal er, in principe, éénmaal per jaar een persoonlijk gesprek plaats vinden.
12. De Commissie is bevoegd ten aanzien van een student tegemoet te komen aan een bijzondere situatie of aan onbillijkheden van overwegende aard die zich bij de toepassing van deze regeling voordoen
en daarbij af te wijken van de voorgaande bepalingen.
13. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de Commissie.
Deze regeling is vastgesteld in de Landelijke Vergadering 2007 van de Nederlands Gereformeerde Kerken te Zwolle dd. 1 juni 2007