Contract
A. Partijen
- Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK), gevestigd op 2961 AT Kinderdijk, Overwaard 2, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer X.X.X. xxx Xxxxxxxxxxx,
- Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx, gevestigd op 2971 VR Bleskensgraaf, Xxxxxxxxxxxx 0, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder de heer A.C. Bikker,
- Gemeente Alblasserdam, gevestigd op 0000 XX Xxxxxxxxxxxx, Cortgene 2, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder de xxxx X. Xxxxx Xxxxxxxxxx
- Waterschap Rivierenland, gevestigd op 0000 XX Xxxx, De Blomboogerd 1, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door zijn heemraad de heer M.H.M. Gremmen
- Provincie Zuid-Holland, gevestigd op 0000 XX Xxx Xxxx, Xxxx-Xxxxxxxxxxxx 1, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar gedeputeerde mevrouw X. xx Xxxxx – xxx xxx Xxxx
- Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, gevestigd op 3811 MG Amersfoort, Xxxxxxxxx 0, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door het hoofd Regio Noord West xxxxxxx X. Xxxxxxx
Partijen sluiten met elkaar een samenwerkingsovereenkomst (SOK) waarin is vastgelegd dat zij tezamen een Bestuurlijk Platform Kinderdijk (BPK) vormen en waarin een aantal afspraken is vastgelegd met betrekking tot het functioneren van partijen met elkaar in het BPK en van het BPK als geheel.
B. Overwegingen: waarom deze SOK?
1. Het Molencomplex Kinderdijk-Elshout is uniek als icoon voor Nederlands watermanagement. Het complex is in 1997 door UNESCO op de Werelderfgoedlijst gezet; SWEK is aangewezen als UNESCO siteholder.
2. Het Werelderfgoed Kinderdijk, hierna ook te noemen: het Werelderfgoed, is openbaar gebied. In 2005 heeft SWEK om niet voor een periode van 30 jaar het recht van erfpacht gekregen. In 2013 is het juridisch eigendom van alle 19 molens overgegaan naar de Gemeente Molenwaard (voorloper Gemeente Molenlanden). In het gebied zijn enkele bezoeklocaties die alleen voor betalende bezoekers toegankelijk zijn.
3. Het Werelderfgoed heeft een grote aantrekkingskracht op bewoners, bedrijven en bezoekers en speelt een belangrijke rol in de toeristische ontwikkeling van de regio. Tegelijkertijd legt het toenemende bezoek een grotere druk op het gebied qua leefbaarheid, natuur, ecologie.
4. Partijen werken sinds 2012 in toenemende mate met elkaar samen de groei van het toerisme zorgvuldig te geleiden, de bezoekers gastvrij te ontvangen en hen een prachtig dagje uit en een leerzame ervaring te gunnen. En om tegelijkertijd de bewoners in het gebied, in Kinderdijk en in de omliggende dorpen te garanderen dat hun dorp een prachtige plek om te wonen blijft en zij kunnen blijven genieten van de mogelijkheid die wonen in en in de nabijheid van een internationale hotspot hen biedt.
5. De inspanningen van alle betrokken partijen zijn gericht op het behouden en versterken van het Werelderfgoed. Daarbij kijken zij verder dan alleen de ca. 300 hectare die het Werelderfgoed nu omvat. Zij kijken ook hoe de ontwikkelingen in de omgeving en in de regio het gebied kunnen versterken en daar kwaliteit aan kunnen toevoegen.
6. Partijen hebben in oktober 2019 op basis van het gebiedsperspectief ‘Kinderdijk 2030, Balans tussen Sightseeing, erfgoed en leefbaarheid’ het Advies Toekomst Werelderfgoed Kinderdijk opgesteld met daarin hun collectieve ambitie en de beleidsdoelenstellingen.
7. Sindsdien hanteren zij de volgende gezamenlijke ambities als basis voor hun beleid en de daaruit voortvloeiende maatregelen:
Het UNESCO Werelderfgoed Kinderdijk wordt het eerste icoon in de wereld waar het ontwikkelen van de toeristische hotspot samengaat met het verbeteren van de leefbaarheid, het behouden van de beleving, authenticiteit, rust, ruimte en het versterken van de natuur, omdat:
a. We gastvrij de waardevolle bezoekers willen ontvangen die komen voor een hoogwaardige beleving.
b. We willen dat de bezoekers de rust, ruimte, authenticiteit en karakter van het gebied kunnen ervaren.
c. We willen dat het Werelderfgoed, het dorp Kinderdijk en de omliggende dorpen bereikbaar en bewoonbaar blijven.
d. We willen dat de inwoners van het Werelderfgoed, het dorp Kinderdijk en de omliggende dorpen profiteren van het toerisme.
e. We willen de inwoners van het Werelderfgoed, het dorp Kinderdijk en de omliggende dorpen de mogelijkheid bieden om vrij te genieten van de schoonheid van het gebied.
8. Om deze collectieve ambitie te kunnen realiseren, streven partijen naar een slagvaardige samenwerking met een bijpassende governance1 om het Werelderfgoed en het bijhorende gebied te besturen, beheren en verder te ontwikkelen.
9. Partijen willen afspraken over de governance uit 2012-2013 op een aantal punten aanpassen. Deze SOK voorziet in een structuur waarbij afspraken worden verduidelijkt en verder uitgewerkt en de coördinatie wordt versterkt.
10. De in 2012 gekozen bestuursrechtelijke vorm blijft ongewijzigd: “SWEK, siteholder van het UNESCO Werelderfgoed, is een stichting met een autonome Raad van Toezicht, die toezicht houdt”. De stichting moet over voldoende ruimte en slagkracht beschikken om deze verantwoordelijkheid waar te kunnen maken.
11. Sinds oktober 2019 zijn via een geleidelijk proces langs de lijnen van de inhoud, de financiële afspraken en invloed op de zeggenschap nieuwe afspraken gemaakt.
12. In deze SOK worden deze afspraken vastgelegd.
1 Onder governance verstaan we het geheel aan afspraken over de wijze waarop alle partijen die in en rond het Werelderfgoed actief zijn met elkaar hun samenwerking inrichten, vanuit de eigen (wettelijke/ bestuursrechtelijke) taak en verantwoordelijkheid.
C. Basis afspraken
1. Het in stand houden van het unieke Werelderfgoed is de zorg is van alle betrokken partijen: gemeenten, waterschap, provincie en rijk. SWEK is de stichting die in het leven is geroepen om hier namens de overheden, met een eigen verantwoordelijkheid, zorg voor te dragen.
2. In de samenwerking vindt geen overdracht van bevoegdheden plaats. Het is een samenspel tussen verschillende autonome partijen die zich verenigd hebben rondom hun gezamenlijke ambitie, maar ieder wel met een andere invalshoek, andere betrokkenheid en een ander belang. Het respecteren van deze verschillen, gecombineerd met de gezamenlijk gevoelde zorg voor het in stand houden van het Werelderfgoed, kenmerkt de samenwerking.
3. Het gebiedsperspectief “Toekomst Werelderfgoed Kinderdijk” en het Uitvoeringsprogramma 2020-2025 vormen voor de partijen de basis voor hun beleid en de daaruit voortvloeiende maatregelen voor alles wat in en rondom het Werelderfgoed speelt. Partijen conformeren zich aan het vastgestelde uitvoeringsprogramma, de daarin vastgelegde rolverdeling en spelregels met betrekking tot de start en uitvoering van projecten en activiteiten.
4. Alle toekomstige ontwikkelingen en initiatieven in en rondom Kinderdijk worden vanuit dit perspectief proactief met elkaar besproken en beoordeeld. Op basis daarvan brengen de individuele leden van het Bestuurlijk Platform Kinderdijk (hierna ook te noemen: BPK) advies uit aan de daartoe bevoegde besluitvormende organen.
5. Als een advies om wat voor reden ook niet opgevolgd kan worden, wordt gezamenlijk gezocht naar een uitkomst die wel op voldoende instemming kan rekenen.
6. Indien een van partijen zonder overleg met de andere een besluit neemt met aantoonbare negatieve consequenties voor een van de andere partijen, zal dat altijd onderwerp van gesprek in het BPK zijn.
D. Verantwoordelijkheden en rollen van de betrokken partijen
1. SWEK is aangewezen als “siteholder” van het Werelderfgoed en heeft de volgende statutaire doelstelling:
a. Het in stand (doen) houden van molens en opstallen in het molengebied Kinderdijk die geheel of gedeeltelijk zijn aangemerkt als beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988;
b. Behouden en conserveren van het molengebied Kinderdijk als (cultuur) historisch- en natuurmonument;
c. Bevorderen van de publieke presentatie en de toegankelijkheid van het Werelderfgoed Kinderdijk, binnen de context van de huidige gebiedskenmerken, zijnde de historie, de cultuur en de natuur (instandhouding van het huidige unieke karakter en de identiteit, zonder aantasting van de cultuur-, landschappelijke en natuurhistorische waarden);
d. Bevorderen van kennisoverdracht omtrent het Werelderfgoed en de (historische) functie van de molens en waterstaatswerken, en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
SWEK is de erfpachter die de plicht heeft om ‘de erfpachtzaak’ in goede staat te houden en daartoe het nodige gewoon en buitengewoon onderhoud te doen, waaronder restauratie, het bewoonbaar houden van de bewoonde molens en het voldoen aan de daarbij horende veiligheidseisen.
SWEK is verantwoordelijk voor de exploitatie van de bezoekerslocaties in het Werelderfgoed, de verhuur van de bewoonde molens en het zorg dragen voor het geleiden van de bezoekersstromen en het exploiteren van de parkeervoorzieningen (bezoekersmanagement).
SWEK is verantwoordelijk voor een integraal gebiedsbeheer, zowel op het gebied van erfgoed- en landschapsbeheer, alsmede ook het op een goede manier ontvangen en begeleiden van bezoekers.
2. De Gemeente Molenlanden en de Gemeente Alblasserdam
Het Werelderfgoed ligt op het grondgebied van deze gemeenten (hierna ook te noemen: de beide gemeenten). De beide gemeenten zijn daarmee tevens bevoegd gezag voor het gedeelte van het Werelderfgoed dat op hun grondgebied ligt. De gemeenten zijn onder meer eindverantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, waarbij beide burgemeesters een eigen wettelijke taak hebben, maar ook voor het ruimtelijk beleid, het vergunningen- en handhavingsbeleid, het toepassen van de Erfgoedwet en het beheer van de openbare ruimte.
De Gemeente Molenlanden is bovendien eigenaar van de molens en het molengebied en daarmee uit hoofde van de Erfgoedwet ook publiekrechtelijk eindverantwoordelijk voor het onderhoud en het in stand houden van de monumenten; de gemeenten hebben daarmee ook de publiekrechtelijke handhavingstaak.
3. Waterschap Rivierenland (WSRL)
WSRL heeft als primaire doelstelling het waterbeheer binnen het molengebied.
WSRL is tevens wegbeheerder en grotendeels eigenaar van het Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk. WSRL is eigenaar van het water, de waterstaatkundige werken, de wegen en enkele gebouwen in het Werelderfgoed Kinderdijk. Met haar eigendomspositie, beleid en
regelgeving bewaakt WSRL dat voldoende ruimte aanwezig is voor zijn beheertaken in het Werelderfgoed gebied.
Binnen het gebiedsperspectief/ uitvoeringsprogramma ondersteunt WSRL daar waar mogelijk de activiteiten uit het gebiedsperspectief en denkt ze actief mee met de plannen. Daar waar WSRL initiatiefnemer is van aanpassing van het waterbeheer of het eigendom van het WSRL, heeft het waterschap een voortrekkersrol bij de planvorming en uitvoering van de plannen.
4. Provincie Zuid-Holland
De provincie is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van haar bestuurlijke taken rondom het beheer van het Natura2000 gebied en het openbaar vervoer.
De provinciale verantwoordelijkheid raakt ook het Werelderfgoed, alsmede het grotere beschermingsgebied van provinciaal kroonjuweel Kinderdijk. De provincie wil hier het cultureel erfgoed beschermen, beleefbaar maken en ontwikkelen en doorgeven aan toekomstige generaties. Daarnaast stimuleert de provincie samenwerking in de regio, zowel binnen het Werelderfgoed als daarbuiten in het Waterdriehoek-verband.
Binnen het gebiedsperspectief is de provincie verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen ten behoeve van de wettelijke (Wet natuurbescherming) instandhoudingsdoelstellingen, zoals vastgelegd in het Aanwijzingsbesluit Natura 2000- gebied Boezems Kinderdijk en uitgewerkt in het Natura 2000 Beheerplan (Beheerplan bijzondere natuurwaarden Boezems Kinderdijk). Daarnaast levert de provincie kennis, kunde en capaciteit bij de uitwerking van de plannen. De provincie stelt op incidentele basis middelen ter beschikking.
5. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
RCE bewaakt de kernwaarden van het Werelderfgoed Kinderdijk. De RCE is de verbindende schakel tussen het Werelderfgoed en UNESCO/ ICOMOS. Concreet bewaakt de RCE de Outstanding Universal Values (OUV’s) van het Werelderfgoed en daarnaast de monumentale en historische kwaliteit van Kinderdijk. Binnen het gebiedsperspectief/ uitvoeringsprogramma heeft de RCE ook deze rol.
E. Overleg, afstemming en besluitvorming
Bestuurlijk Platform Kinderdijk (BPK): platform voor afstemming, coördinatie en voorbereiding besluitvorming
1. Het BPK is een vorm van samenwerking waar partijen met elkaar de belangen van het Werelderfgoed bewaken en meer in het bijzonder ook de voortgang en de realisatie van het Uitvoeringsprogramma bespreken. Om efficiënt en effectief werken te bevorderen, kunnen onderling bindende afspraken worden gemaakt, voor zover deze binnen het bestuurlijke mandaat van de afzonderlijke partijen vallen en deze individuele partijen hier ook mee instemmen.
2. De samenstelling van het BPK illustreert de bijzondere bestuurlijke constellatie en garandeert dat de ontwikkelingen van het Werelderfgoed vanuit alle niveaus (lokaal, regionaal, nationaal en internationaal) gevolgd worden. Het BPK bestaat uit:
- Namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen: het hoofd van de regio Noord-West van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
- Namens de Provincie Zuid-Holland: de gedeputeerde met de portefeuille Cultuur en erfgoed of een ambtelijke vertegenwoordiger namens de gedeputeerde.
- Namens Waterschap Rivierenland: de heemraad met portefeuille Watersysteem.
- Namens de Gemeente Alblasserdam: de wethouder met de portefeuille Recreatie en toerisme.
- Namens de Gemeente Molenlanden: de wethouder met portefeuille Werelderfgoed Kinderdijk.
- Namens SWEK: de directeur-bestuurder.
- De burgemeester van de Gemeente Molenlanden is voorzitter van het BPK.
3. Het BPK vergadert minimaal twee keer per jaar of zoveel haar leden dit wensen.
4. Het BPK bespreekt in zijn vergadering de algemene gang van zaken rondom het Werelderfgoed, formuleert adviezen over gemeenschappelijk beleid en gemeenschappelijke projecten en geeft aan individuele partijen gevraagd en ongevraagd advies over beleid, projecten en andere uitvoeringszaken die betrekking hebben op het Uitvoeringsprogramma Kinderdijk 2020-2025 of daaraan gelieerde zaken.
5. In het BPK informeren partijen elkaar in ieder geval over de volgende documenten:
- De voortgang en bijstellingen van het Uitvoeringsprogramma en daaraan gerelateerde adviesaanvragen;
- De voortgang van de projecten en activiteiten (inhoudelijk en financieel);
- De begroting, jaarstukken en daaraan gelieerde rapportages van SWEK (zie ook hierna onder F ad 5);
- Veranderingen van de statuten van SWEK.
6. Het BPK streeft in zijn adviezen naar consensus. Indien er geen consensus wordt bereikt dan geldt bij afspraken over gemeenschappelijk beleid en projecten dat er sprake is van een verdeeld advies. Eventueel kan het onderwerp op een gewijzigde manier weer ter advisering aan het BPK voorgelegd worden.
Kernteam: ambtelijke coördinatie, afstemming, voorbereiding BPK
7. Het Kernteam adviseert het BPK over de hierboven genoemde onderwerpen. Het Kernteam is daarmee het ambtelijk overlegorgaan tussen de partijen dat de besluitvorming in het BPK voorbereidt.
8. Iedere partij vaardigt minimaal één persoon af voor het Kernteam.
9. De programmaregisseur is voorzitter van het Kernteam.
10. Het Kernteam vergadert zoveel als wenselijk wordt geacht door de partijen en in ieder geval voorafgaand aan de vergaderingen van het BPK.
Programmaregisseur
11. Het BPK stelt een programmaregisseur aan die namens de partijen de voortgang van de afspraken die voortkomen uit het uitvoeringsprogramma en uit deze samenwerkingsovereenkomst bewaakt. Daarnaast bewaakt de programmaregisseur de gemaakte financiële afspraken en rapporteert daar ook over.
12. Het BPK stelt een profiel en opdrachtomschrijving vast voor de programmaregisseur. De functie van programmaregisseur is onverenigbaar met enige andere functie bij een van de deelnemende partners in het BPK. De programmaregisseur is adviserend lid van het BPK.
13. Eén keer per jaar wordt een functioneringsgesprek gevoerd met de programmaregisseur, waarbij in ieder geval de voorzitter van het BPK aanwezig is.
14. De kosten voor de programmaregisseur worden gefinancierd binnen het vm-WEK (zie sectie F).
Betrekken omwonenden
15. De inwoners en de bewoners in en rondom het Werelderfgoed krijgen een rol bij het opstellen en uitwerken van de beleidsplannen en projecten. De mate van participatie is afhankelijk van het project en kan variëren van ‘actief informeren’ bij projecten waarbij hun belang slechts zijdelings geraakt wordt, via ‘adviseren’ tot aan ‘mee-denken’ en ‘mee-maken’ (co-creatie) bij projecten waarbij zij direct belang hebben. Bij de aanvang van een project of een proces wordt steeds vastgelegd op welke wijze de participatie van omwonenden en inwoners wordt vormgegeven.
16. Er komt een regulier overleg met de directe omgeving van het Werelderfgoed. In het bijzonder gaat het om de Belangenvereniging Leefbaarheid Kinderdijk en “De Vereenigde Molenbewoners van Kinderdijk”. XXXX heeft hierin een initiërende rol.
Communicatie
17. Partijen stellen een Werkgroep Communicatie in die gericht is op het informeren van met name de inwoners van de Gemeenten Molenlanden en Alblasserdam en dan in het bijzonder de bewoners in en rondom het Werelderfgoed over het Uitvoeringsprogramma 2020-2025.
18. Partijen stemmen hun uitingen naar de pers zoveel als mogelijk af via deze Werkgroep.
19. De Werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeente Molenlanden, de Gemeente Alblasserdam en SWEK. Zij beheren gezamenlijk de website Kinderdijk2030.
F. Afspraken met betrekking tot de financiën
1. SWEK heeft een publieke doelstelling en is met betrekking tot haar financiering voor een groot deel afhankelijk van de markt (toerisme). Dat betekent dat SWEK enerzijds moet beschikken over voldoende ruimte om ondernemend, snel en flexibel te kunnen reageren op ontwikkelingen in de markt en aan de andere kant haar financiële huishouding zo moet inrichten dat de financiële verantwoording past bij het publieke karakter van de stichting.
2. SWEK moet minimaal voldoende middelen kunnen genereren om, gelet op haar doelstellingen en verantwoordelijkheden, de financiële continuïteit voor de langere termijn te kunnen waarborgen.
3. Alle partijen zijn gehouden aan de kaders en spelregels die in het BPK zijn besproken en voor zover individuele partijen hier ook mee ingestemd hebben. Dit betreft de collectieve ambitie, het uitvoeringsprogramma, de uitwerking van de diverse projecten en de financiële afspraken die daarbij horen.
4. De begroting en jaarrekening van SWEK geven een onderbouwd cijfermatig inzicht in het dagelijks onderhoud en het groot onderhoud van de molens en monumenten, het beheer van het Werelderfgoed en de educatieve taak. De begroting voor het groot onderhoud is gebaseerd op een meerjarig onderhoudsprogramma. De uitgangspunten die hieraan ten grondslag liggen, worden gedeeld en besproken met de beide gemeenten, mede als onderdeel van de schriftelijke voortgangsrapportage zoals hierna onder 6. genoemd.
5. Het vaststellen van de begroting en de jaarrekening is de bevoegdheid van de Raad van Toezicht van SWEK. De conceptbegroting wordt door SWEK aan het BPK voorgelegd voor advies voordat de Raad van Toezicht de begroting vaststelt. De conceptbegroting geeft daarbij een helder inzicht in de baten en lasten voor het komende jaar, de investeringen en de dotatie aan reserves en voorzieningen, inclusief de opbouw daarvan. Voordat de conceptbegroting door het bestuur van SWEK wordt gepresenteerd, is er ambtelijk overleg met de beide gemeenten.
6. Tenminste één keer per jaar, rond de zomervakantie, wordt de actuele en financiële stand van zaken besproken aan de hand van een schriftelijke voortgangsrapportage van SWEK, met daarin de ontwikkelingen in het lopende boekjaar, de liquiditeitspositie, inclusief een liquiditeitsplanning die tenminste vier jaar vooruit loopt, een actualisatie van de risicoparagraaf en het meerjarenperspectief. Het BPK brengt hierover advies uit aan SWEK.
Verrekeningsmechanisme Werelderfgoed Kinderdijk
7. De beide gemeenten en SWEK richten een “Kinderdijkfonds” op. Dit is een methodiek voor verrekening van kosten en baten: het verrekeningsmechanisme Werelderfgoed Kinderdijk (vm-WEK). Het vm-WEK maakt geen onderdeel uit van de staat van reserves en voorzieningen van de beide gemeenten of van SWEK.
Bijdrage van SWEK aan vm-WEK
8. SWEK levert uit haar exploitatie een bijdrage aan de beide gemeenten via het vm-WEK.
De totale bijdrage van SWEK aan het vm-WEK bedraagt:
- Vanaf 1 januari 2023 tot het moment waarop SWEK over voldoende reserves beschikt hiervan is sprake zodra de tekorten als gevolg van de COVID crisis zijn aangezuiverd en reserves voldoende zijn om de continuïteit te waarborgen - € 1,00 per betalende bezoeker (prijspeil 2021, te indexeren met de CPI) boven de 250.000 bezoekers.
- Vanaf het moment dat SWEK over voldoende reserves beschikt € 1,00 per betalende
bezoeker (prijspeil 2021, te indexeren met de CPI).
- Voor wat betreft de omvang van de reserves geldt dat in ieder geval de Algemene Reserve op een dusdanig niveau moet zijn om in geval van een nieuwe crisis twee jaar te kunnen overbruggen. SWEK gaat bij de voortgangsrapportage zoals hiervoor onder 6. genoemd in op de omvang van de reserves en geeft daarbij een indicatie hoe lang het duurt voordat de reserves weer aangezuiverd zijn.
Van deze bijdrage komt 50% ten gunste van de Gemeente Molenlanden en 50% van deze bijdrage komt ten gunste van de Gemeente Alblasserdam. Deze verdeling heeft betrekking op de historische kosten2 2015 t/m 2020 zoals eerder zijn benoemd. Hierop aanvullend kunnen, op basis van dezelfde verdeling, ook de gemaakte (exploitatie-) kosten 2021 en 2022 worden meegenomen.
Vanaf het exploitatiejaar 2023 wordt de verdeling tussen de twee gemeenten bepaald naar rato van de door de gemeenten gemaakte exploitatiekosten. Dit is inclusief de afzonderlijke investeringen die gemeenten zelf maken. Deze worden geactiveerd in de gemeentelijke begroting en vertaald in de gemeentelijke exploitaties (via kapitaallasten).
Op basis van bovenstaande punten dient vanaf het moment van uitkeren van SWEK de gemeenten preferent de historische kosten 2015-2020 en de exploitatiekosten 2021 en 2022 op basis van 50/50 te verrekenen.
2 De gemeenten brengen de volgende onderdelen in:
Historische kosten uit de periode 2015 t/m 2020:
- Voor de gemeente Alblasserdam bedragen deze kosten: € 259.949,--
- Voor de gemeente Molenlanden bedragen deze kosten: € 285.746,--
9. De beide gemeenten krijgen jaarlijks, als onderdeel van de begroting, een opgave van de te verwachten bijdrage van SWEK aan vm-WEK.
Gezamenlijke exploitaties
10. In geval van gezamenlijke exploitaties door SWEK en de beide gemeenten, mede naar aanleiding van nieuwe investeringen, wordt het exploitatieresultaat per jaar verrekend in het vm-WEK volgens een door de drie partijen geaccordeerde verdeelsleutel. In geval van het gezamenlijke bezoekersmanagement geldt dat 50% van het resultaat wordt verrekend met de Gemeente Molenlanden en 50% van het resultaat wordt verrekend met de Gemeente Alblasserdam.
11. De beide gemeenten en SWEK stellen in geval van gezamenlijke exploitaties ieder jaar een begroting op. Alle partijen dienen deze begroting te accorderen. Partijen streven ernaar een zo’n positief mogelijke exploitatie te realiseren. De exploitatie kan ook bijdragen van derden (bijvoorbeeld Provincie, Rijk, Waterschap) bevatten. Toetsing van de jaarlijkse conceptbegroting (en meerjarenramingen) zal vooraf plaatsvinden door afstemming tussen de medewerkers van SWEK en de gemeenten.
In geval van gezamenlijke exploitaties is er regelmatig overleg tussen partijen en informeren partijen elkaar tijdig en actief over de lopende exploitaties. Indien nodig bespreken partijen maatregelen om de exploitatie te verbeteren.
12. Partijen wijzen in geval van een gezamenlijke exploitatie één partij aan die verantwoordelijk is voor de uitvoering daarvan. Voor het gezamenlijke bezoekersmanagement is dit SWEK.
Overig
13. Overheidspartijen spreken af dat over het verstrekken van nieuwe leningen, giften of andersoortige bijdrages aan SWEK, anders dan projectsubsidies, altijd eerst overleg zal plaatsvinden in het BPK. Daarbij moet helder zijn onder welke voorwaarden deze middelen beschikbaar worden gesteld.
G. Afspraken met betrekking tot SWEK
1. XXXX voert haar functie uit conform de doelstellingen zoals vastgelegd in de statuten. SWEK heeft een bestuur en een onafhankelijke Raad van Toezicht (RvT). De RvT houdt toezicht conform de wet en de statuten. Het bestuur en de RvT hebben specifieke aandacht voor het publiek belang, het behoud van het erfgoed en bewaken van de balans tussen leefbaarheid en attractiviteit.
2. SWEK moet over voldoende ruimte en slagkracht beschikken om haar verantwoordelijkheid te kunnen dragen.
3. Werving van de directeur-bestuurder van SWEK en van leden van de RvT geschiedt op basis van een openbaar profiel. Dit profiel wordt voordat de werving start voor advies voorgelegd aan het BPK.
4. De RvT benoemt de bestuurder. De voorzitter van het BPK krijgt voordat de benoeming plaatsvindt de gelegenheid advies uit te brengen over de te benoemen kandidaat.
5. Het BPK heeft minimaal eenmaal per jaar een overleg met (een delegatie) van de RvT waarin gereflecteerd wordt op de gezamenlijke doelstellingen en meer in het bijzonder over de instandhouding van het Werelderfgoed, de ontwikkelingen op en rond het molengebied en de onderlinge samenwerking.
H. Overige
1. Indien een van de partijen eenzijdig en zonder overleg met het BPK een besluit neemt dat afwijkt van hetgeen in deze overeenkomst is bepaald en dat negatieve consequenties heeft voor een van de andere partijen, kan het BPK een oproep doen dit besluit te herzien.
2. Indien de betrokken partij deze oproep niet kan volgen, volgt overleg in het BPK of, en zo ja, hoe deze negatieve consequenties kunnen worden gemitigeerd of gecompenseerd.
I. Inwerkingtreding en geldigheidsduur
1. Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening en heeft een geldigheidsduur tot 31 december 2027. Partijen kunnen in onderling overleg deze overeenkomst verlengen tot een nader te bepalen datum.
2. Tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst is slechts mogelijk indien alle partijen gezamenlijk besluiten tot het tussentijds opzeggen van de overeenkomst
3. Ingeval van de situatie als hiervoor onder 2. bedoeld, treden partijen in overleg over de afwikkeling van de financiële consequenties van de tussentijdse opzegging.
J. Ondertekening
Aldus overeengekomen te Kinderdijk op … 2022,
Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK), gevestigd op 2961 AT Kinderdijk, Overwaard 2, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door:
Directeur/bestuurder de heer X.X.X. xxx Xxxxxxxxxxx,
Gemeente Molenlanden, gevestigd op 2971 VR Bleskensgraaf, Xxxxxxxxxxxx 0, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
Xxxxxxxxx xx xxxx X.X. Xxxxxx,
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, gevestigd op 0000 XX Xxxxxxxxxxxx, Cortgene 2, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
Wethouder de xxxx X. Xxxxx Xxxxxxxxxx
Waterschap Rivierenland, gevestigd op 0000 XX Xxxx, Blomboogerd 1, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
Xxxxxxxx xx xxxx X.X.X. Xxxxxxx
Xxxxxxxxx Xxxx-Xxxxxxx, gevestigd op 0000 XX Xxx Xxxx, Xxxx-Xxxxxxxxxxxx 1, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
Gedeputeerde mevrouw X. xx Xxxxx - xxx xxx Xxxx
Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, gevestigd op 3811 MG Amersfoort, Xxxxxxxxx 0, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door
Hoofd Regio Noord West xxxxxxx X. Xxxxxxx