CONCEPT Ontwikkelagenda Segment Wonen 2023-2033
CONCEPT Ontwikkelagenda Segment Wonen 2023-2033
Samen ontwikkelen o.b.v. partnerschap
In de nieuwe verwervingsstrategie 2023 Jeugdhulp Zuid-Limburg werken gemeenten samen met andere partijen/organisaties uit het brede jeugdveld aan een transformatie van de jeugdhulp. Hierbij stappen gemeenten af van de klassieke opdrachtgeversrol (zakelijk managen van een contract). In plaats daarvan selecteren zij de juiste zorgaanbieders met wie gemeenten de ontwikkeling gezamenlijk willen vormgeven. Er zijn al een aantal natuurlijke partners binnen het brede jeugddomein, zoals onderwijs en welzijnswerk. Zij zijn in dit proces van wezenlijk belang en zullen nadrukkelijk betrokken worden in het vervolgproces. Daarnaast zullen gemeenten een beperkt aantal zorgaanbieders selecteren om de ontwikkelopgaven uit te voeren.
Het begrip ‘partnerschap’ impliceert dat gemeenten ernaar streven om naast het maken van zakelijke afspraken over te leveren hulp en zorg, ook aanvullende afspraken maken over onderlinge samenwerking. Dit schept ook verwachtingen bij aanbieders. De vraag is wat zij mogen verwachten van gemeenten en wat de gezamenlijke opgaves zijn voor de lange termijn. Kenmerkende aspecten van partnerschap (met zorgaanbieders):
• Langdurige relatie: een partnerschap gaat gepaard met lange(re) termijn afspraken Consequentie is dat we in ons contractmanagement kiezen voor langdurige contracten;
• Wederzijds commitment: we zijn het als partners eens en committeren ons aan de missie, visie, uitgangspunten en doelstellingen op lange(re) termijn;
• Uitwisseling van informatie: we wisselen onderling op transparante wijze informatie (inhoudelijk en financieel) uit;
• Afspraken over risico’s en opbrengsten: partners bespreken en bepalen gezamenlijk hoe om te gaan met opbrengsten en risico’s. Samenwerkingspartners zijn zich bewust van ieders maatschappelijke verantwoordelijkheid en spreken elkaar hierop aan. Zorgaanbieders zijn bereid om eventuele financiële opbrengsten (winstmarges) te investeren in innovatie.
• Vertrouwen: de partners werken aan een vertrouwensrelatie.
Functie van ontwikkeldoelen
Er zijn twee niveaus waarop je doelen en bijbehorende KPI's (als sturingsinstrumenten) formuleert. Niveau 1-doelen gaan over de kwaliteit van dienstverlening die je vanaf de ingangsdatum van het contract van aanbieders verwacht. Deze eisen maken voor zorgaanbieders duidelijk wat er qua dienstverlening van hen wordt verwacht. Deze eisen staan vermeld in de bijlage prestatiemeting.
Daarnaast zijn er langere termijn ontwikkelingen die we gezamenlijk willen bewerkstelligen. Hiertoe maak je afspraken in de vorm van ontwikkeldoelen, niveau-2 doelen, met aanbieders en die leg je vast in een ontwikkelagenda. Deze werken als een stip op de horizon waar naartoe gewerkt wordt. Bij de aanbesteding wordt aan inschrijvende partijen gevraagd hoe zij denken de gewenste ontwikkeldoelen na te streven gedurende de contractperiode. Hiertoe schrijven zij een (SMART) plan van aanpak waarin zij op elk van de doelen ingaan. Gedurende dialoogrondes worden deze plannen samen met de gemeenten geëvalueerd. Vervolgens hebben inschrijvende partijen de gelegenheid om hun plannen aan te passen en een definitieve inschrijving aan te bieden. Deze worden beoordeeld volgens een set gunningscriteria en op basis hiervan vindt gunning plaats.
Ontwikkeldoelen Segment Wonen
Jeugdhulpregio Zuid-Limburg kent een regionaal beleidskader waarin een aantal transformatiedoelen centraal staan. Hiertoe behoren in elk geval:
• Integraal samenwerken
• Normaliseren
• Eerder juiste hulp op maat bieden
• Sturen op resultaat
Ook komende jaren blijven deze leidend binnen de regionale samenwerking. Daarnaast staat bij deze nieuwe contractperiode het perspectief-denken centraal i.p.v. aanbod gericht denken. Het perspectief van de jeugdige is leidend en de mogelijkheden die hij/zij heeft om zich te ontwikkelen, zonder medische ‘labels’. We willen af van denken in hokjes. In plaats daarvan staat de jeugdige centraal. Alle samenwerkingspartners vragen zichzelf daarom in gezamenlijkheid af “wat heeft een jeugdige en zijn systeem nodig?” in plaats van ieder voor zich “welk aanbod kan ik leveren?”.
De lange termijn ontwikkelingen die de regio voor segment wonen wil realiseren, hangen nauw samen met de algehele transformatiedoelen. Bij deze aanbesteding wordt van opdrachtnemers verwacht dat zij voor elk van onderstaande transformatiedoelen in een plan van aanpak aangeven op welke manier zij hier gedurende de contractperiode invulling aan geven. In dit plan moet bij elk van de transformatiedoelen in elk geval ingegaan worden op de aspecten die in onderstaande tabel zijn weergegeven.
•Zorg is integraal afgestemd op de jeugdige en zijn systeem, waarbij aanbieders samenwerken en zoveel mogelijk naar mogelijkheden in het eigen netwerk kijken.
•Systemisch kijken naar hele
gezin.
•Goede aanpak 18-/18+ overgang.
Integraal
•Pleegzorg en gezinshuizen hebben de voorkeur.
•Goede ondersteuning pleeg- en gezinshuis (voorbeeld Mockingbird model).
•Gezinsvervangend, kleinschalig en in de eigen leefomgeving.
•Luisteren naar de jeugdige en meenemen in het proces (voorbeeld XXX xxxxxxxxx).
Normaliseren
•Matched care, er is plek voor de jeugdige passend bij zijn hulpvraag.
•First time right: doorplaatsingen zoveel mogelijk voorkomen.
•Realiseren voldoende capaciteit van pleegzorg en gezinshuizen.
•Terugdringen wachtlijsten.
Eerder juiste hulp op maat
•Perspectief(toekomstbeeld) van de jeugdige staat centraal, waarbij er geluisterd is naar wat de jeugdige zelf wil als perspectief.
•Goede sturing op proces en inhoud met verwijzers.
•
Sturen op resultaat
1. Integraal (samen)werken
Het gaat hierbij om de integraliteit van zorgverlening in brede zin. Primair heeft dit betrekking op de zorgverlening voor jeugdigen en hun gezinnen, maar ook op de samenwerking tussen organisaties. Hoe maakt deze integraliteit onderdeel uit van de werkwijze van de opdrachtnemer? En specifiek hoe wil de opdrachtnemer onderstaande punten daarbij (door)ontwikkelen?
• Zorg wordt rondom de jeugdige georganiseerd door de nodige verschillende expertises ‘in te vliegen’ naar gelang dat nodig is. Hierdoor hoeven jeugdigen niet te verhuizen wanneer hun hulpvraag verandert. De opdrachtnemer heeft zelf alle benodigde zorg in huis die nodig is. Hoe wordt de integrale werkwijze in de komende jaren vormgegeven door de opdrachtnemer en vanaf welk moment mogen wij verwachten dat de opdrachtnemer alle woonvormen, al dan niet in samenwerking met andere organisaties, integraal heeft vormgegeven?
• Het gaat ook om de systemische aanpak van het hele gezin. Er wordt niet alleen gekeken naar wat jeugdigen nodig hebben, maar ook wat er in de bredere gezinscontext nodig is om bijvoorbeeld een duurzame terugkeer naar huis mogelijk te maken. Hoe wil de inschrijvende partij deze systemische manier van werken vormgeven?
• Tot slot gaat het ook om de overgang van 18-/18+, daar zijn in het programma van eisen reeds eisen voor gesteld om een goede overgang te realiseren. Welke mogelijke ontwikkelingen ziet de inschrijvende partij nog meer om hier een verbetering te realiseren de komende jaren? Hoe kan de overgang naar volwassenheid en zelfstandigheid nog beter vormgegeven worden?
2. Normaliseren
Jeugdigen groeien zoveel mogelijk thuis op. Als verblijf aan de orde is, duurt dit zo kort mogelijk, maar wel zo lang als nodig. In het segment wonen willen we als regio dat woonvoorzieningen zo 'normaal' mogelijk zijn ingericht. Ook dit wordt komende jaren verder doorontwikkeld. Hoe wil de opdrachtnemer normaliseren integreren in hun werkwijze. En specifiek hoe wil de opdrachtnemer onderstaande punten daarbij (door)ontwikkelen?
• Pleegzorg en gezinshuizen zijn de meest wenselijke vormen van (gezinsgericht) verblijf. Om duurzame plaatsing in deze gezinsgerichte woonvormen te realiseren moeten de opvoeders beschikken over de juiste kennis en expertise, maar zich tevens gesteund voelen als er extra ondersteuning nodig is. Denk hierbij aan het organiseren van voorlichtingen/trainingen, de rol van pleegzorg/gezinshuis begeleiders en het creëren van netwerksamenwerking tussen ervaringsdeskundigen (bijvoorbeeld het implementeren van het Mockingbird Famliy Model). De noodzakelijke ondersteuning, zoals beschreven in landelijke richtlijnen en de regionale productomschrijvingen, moet uiteraard vanaf dag één geregeld zijn. Opdrachtnemers wordt echter gevraagd aan te geven hoe zij komende jaren de mate en kwaliteit van ondersteuning aan pleeg-/gezinshuisouder wil versterken. Hierbij gaat het om een eventuele doorontwikkeling van het huidige aanbod, alsmede het organiseren van nieuwe initiatieven.
• Jeugdigen verblijven in de eigen leefomgeving. Leefhuizen zijn bijvoorbeeld gesitueerd in een ‘normale’ wijk, waarbij verbindingen zijn gelegd met de sociale structuur (denk aan sportclubs, scholen en andere buurtbewoners). Hoe wil de opdrachtnemer hiervoor zorgdragen en over welke periode?
• Woonvoorzieningen zijn kleinschalig. Er gelden maximale groepsgroottes voor pleeggezinnen, gezinshuizen en leefhuizen. Deze staan beschreven in de regionale productomschrijvingen. Xxxxxxxxxx kennen aan het begin van contractering een maximale groepsgrootte van 8 jeugdigen, waarbij toegewerkt wordt naar groepsgroottes van maximaal 6 jeugdigen. Onderzoeken hebben laten zien dat dit de meest wenselijke omvang is. Hoe wil de opdrachtnemer hiervoor zorgdragen en over welke periode?
• Xxx zorgt opdrachtnemer dat er beter geluisterd wordt naar de jeugdige en dat hij/zij meegenomen wordt in het proces van hulpverlening (bijv. XXX xxxxxxxxx)?
3. Eerder juiste hulp op maat
In onze regio willen we eerder de juiste hulp op maat leveren. Dit gaat ook over het realiseren van matched care en werken volgens het principe van first time right. Hoe wil de opdrachtnemer dat komende jaren realiseren en welke ontwikkelingen worden daartoe komende jaren in gang gezet? En specifiek hoe wil de opdrachtnemer onderstaande punten daarbij (door)ontwikkelen?
• Plaatsing in gezinsgerichte woonvoorzieningen (pleegzorg en gezinshuizen) hebben altijd de voorkeur boven andere verblijfsvormen. Er moet dan wel voldoende capaciteit beschikbaar zijn. Ook in Zuid-Limburg is er sprake van wachtlijsten. Naast het versterken van de ondersteuning aan pleeggezinnen en gezinshuizen (om uitval te voorkomen), moet er ook geïnvesteerd worden in de werving van nieuwe plekken. Opdrachtnemer laat zien op welke manieren zij haar capaciteit qua pleeggezinnen en gezinshuizen komen jaren vergroot en welke activiteiten zij organiseert om nieuwe gezinnen te werven.
• Voor alle verblijfsvormen in dit segment geldt dat we wachtlijsten willen voorkomen. Opdrachtnemer toont aan welke beheersmaatregelen zij treft om komende jaren bestaande wachtlijsten terug te dringen en nieuwe te voorkomen, binnen het geldende budgettaire kader.
• Voor het perspectief ‘Terug naar huis’ is het is de wens om toe te werken naar een integraal tarief waarin zowel de verblijfscomponent als ook eventuele aanvullende behandeling of begeleiding in zijn verwerkt. Op deze manier zijn zorgaanbieders verantwoordelijk voor alle instrumenten die nodig zijn om dit perspectief te bereiken. Opdrachtnemer laat zien welke kansen zij ziet om dit te realiseren, welke ondersteuning nodig is om dit perspectief te realiseren, en hoe zij invulling wil geven aan deze integrale verantwoordelijkheid binnen het eerste jaar van de contractperiode [afhankelijke van keuze]
4. Sturen op resultaat
We willen dat er een helder perspectief is voor de jeugdige waar naartoe wordt gewerkt en dat deze ook behaald wordt. Hoe wil de opdrachtnemer dat komende jaren realiseren en welke ontwikkelingen worden daartoe komende jaren in gang gezet? En specifiek hoe wil de opdrachtnemer onderstaande punten daarbij (door)ontwikkelen?
• Perspectief (toekomstbeeld) van de jeugdige staat centraal, waarbij er geluisterd is naar wat de jeugdige zelf wil als perspectief.
• Goede sturing op proces en inhoud met verwijzers, gelet op het onderscheid tussen procesregie en inhoudsregie.