Per e-mail: aan de griffies van de gemeenteraden in de regio Hollands Midden.
Per e-mail: aan de griffies van de gemeenteraden in de regio Hollands Midden.
In bcc aan: de colleges van B&W, AB-leden Hecht en ambtenaren volksgezondheid en financiën van de deelnemende gemeenten.
Geachte leden van de Raad,
Met deze brief bieden we u de 1e begrotingswijziging van Hecht aan. De aanleiding voor deze begrotingswijziging is de per mei van dit jaar overeengekomen CAO tussen de werkgeversorganisaties VNG/WSGO en de bonden. Als gemeenschappelijke regeling valt ook Hecht onder deze CAO. Xxx nodigen uw raad uit uw zienswijze op deze begrotingswijziging aan ons kenbaar te maken.
Uw zienswijze zien wij -indien mogelijk- uiterlijk 9 november tegemoet, zodat het Algemeen Bestuur op 13 december een besluit kan nemen. Het Dagelijks Bestuur van Hecht is zich bewust dat dit een korte periode is voor uw raad om de zienswijze te behandelen. Wij vragen daarvoor uw begrip. Dit is ontstaan doordat de begrotingswijziging pas in de septembervergadering van het Algemeen Bestuur behandeld kon worden.
Daarom zullen wij alle zienswijzen die wij voor 13 december ontvangen alsnog meewegen in de behandeling van de begrotingswijziging.
Aanleiding
In de jaren 2020-2022 heeft Xxxxx geen begrotingswijziging1 ingediend, omdat het is gelukt om de taken van Hecht conform begroting uit te voeren. Dat betekende dat de indexatieruimte die in Hollands Midden door de Werkgroep FKGR2 was afgegeven voor de verbonden partijen voldoende bleek om de inflatie en CAO-loonstijgingen op te kunnen vangen.
De afgelopen twee jaar is de wereld opgeschrikt door het conflict tussen Oekraïne en Rusland. Naast dat dit een vluchtelingenstroom heeft opgeleverd, had dit ook een grote impact op de prijzen. Deze sterke inflatie maakt dat de koopkracht van de burger flink daalde. In het overleg tussen werkgevers en werknemers zijn de afgelopen periode in alle sectoren nieuwe loonafspraken gemaakt met ongekende stijgingen van gemiddeld 10% over 2023. Zo ook de cao gemeenten waar Hecht onder valt waardoor de lonen met gemiddeld 9% stijgen.
Hierdoor nemen de loonkosten significant meer toe dan wat via de jaarlijkse indexering door de FKGR is afgesproken. Hecht heeft met deze toename van de kosten vooraf geen rekening kunnen houden, want de programmabegroting 2023 is zoals gebruikelijk goedgekeurd in het AB van 30 juni 2022.
De begroting is gebaseerd op de indexering uit de september circulaire van 2021 zoals deze is vastgesteld door de FKGR. Voor 2023 was er 2% geïndexeerd voor personele lasten en 1,5% voor de exploitatiekosten. Het is daarbij relevant om te vermelden dat bij Hecht 80% van de uitgaven personele kosten zijn. Onze dienstverlening in de consultatiebureaus, bij gezinnen met problemen en alle overige taken voor de gemeenten is echt mensenwerk.
Oplossingen geboden door de FKGR
De werkgroep FKGR heeft naar aanleiding van deze ontwikkelingen bezien of een aanpassing van de indexatie de financiële problemen die nu ontstaan bij (sommige) gemeenschappelijke regelingen zouden kunnen oplossen. Daarbij is toegezegd dat op termijn (in 2025) een correctie zal worden doorgevoerd. Dit biedt echter voor Hecht in het lopende jaar geen soelaas.
1 Wel zijn in december van deze jaren technische begrotingswijzigingen door het Dagelijks Bestuur afgehandeld om de kosten van Xxxxxx in de begroting te accorderen, deze hebben geen invloed op de gemeente bijdrage gehad.
2 Werkgroep FKGR staat voor: Financiële Kaderstelling Gemeenschappelijke Regelingen
De FKGR erkent dat er door deze systematiek verschillen kunnen ontstaan tussen het moment waarop de kosten ontstaan en het moment waarop de compensatie wordt toegekend. De werkgroep heeft daarom drie opties aangedragen om het ontstane tekort door de cao-wijziging op te kunnen vangen: 1) Verrekening met de vrij beschikbare ruimte in reserves. 2) Onderuitputting van budgetten. 3) Incidentele verhoging van de deelnemersbijdrage door middel van een begrotingswijziging. In de begrotingswijziging (paragraaf 1.5) is uitgewerkt in welke mate dit kan helpen het tekort voor 2023 op te lossen.
Wat heeft Xxxxx zelf gedaan om het dreigende tekort op de begroting op te vangen?
Hecht is al sinds het begin van dit jaar, bij de vooraankondiging van de cao-wijziging, gestart met het sturen op personele kosten. Hierbij kan gedacht worden aan het (tijdelijk) niet invullen van vacatures. Doelstelling is ca. 1,5 tot 2% besparing op de loonkosten te realiseren.
Tevens vangt Xxxxx een groot aantal cao afspraken zelf op binnen de exploitatie: dit betreft o.a. een verbetering van de reiskostenvergoedingen, de thuiswerkvergoeding en de aanvulling van het salaris van 70% naar 100% bij ouderschapsverlof.
Ook ziet Hecht de materiele kosten flink stijgen door sterke prijsstijgingen. Deze kosten heeft Xxxxx zelf op kunnen vangen. Door scherp te sturen op prijs in relatie tot kwaliteit bij aanbestedingen. Hiermee heeft Hecht ca. 1,2 mln. aan besparingen weten te realiseren in 2022 en 2023.
Door de blijvend hoge inflatie zal het spannend zijn of het ook in 2023 zal lukken om de prijscomponent helemaal binnen de begroting op te vangen. Het Algemeen Bestuur heeft bij de bespreking van de bestuursrapportage op 20 september de verwachting uitgesproken dat de organisatie daartoe in staat moet zijn. Mocht dit niet geheel lukken dan kan een onttrekking uit het Eigen Vermogen een eventueel incidenteel tekort opvangen.
Verdeling van de oplossingen in 2023
In bovenstaande grafiek wordt duidelijk op welke wijze het tekort wordt opgelost (deze cijfers worden in de 1e begrotingswijziging nader toegelicht).
Hecht 24
Het programma Hecht24 is in volle gang met als doel de bedrijfsvoering weer op niveau te krijgen. De basis op orde moet leiden tot betere en efficiëntere processen en uiteindelijk tot een kostenbesparing door efficiency op de processen. Ook in 2024 zal Hecht verder gaan met het afronden van de deelprojecten en zal verder gestuurd worden op de realisatie van de efficiency resultaten wat zal resulteren in het opvangen van de door Hecht ingeschatte kostenstijging in 2024.
Wat kan er nog meer gedaan worden?
Naast het bovenstaande wat Xxxxx zelf al heeft gedaan aan kostenbeheersing, bestaat er de mogelijkheid om te snijden in de dienstverlening. Hierbij kan er binnen het Algemeen Bestuur besloten worden om taken
in schil 2 en 3, de gemeentelijke en aanvullende diensten, af te bouwen. Daarom is Hecht als onderdeel van de interne kostensturing bezig om voor ieder van onze taken de werkelijke integrale kostprijzen te becijferen. Dit om met het bestuur de takendiscussie te kunnen voeren op basis van feitelijke informatie over kosten en impact van onze taken. Wij verwachten dit gesprek in het eerste kwartaal van 2024 te kunnen starten. Daarmee wordt invulling gegeven aan de wens van raden en colleges om periodiek keuzes te kunnen maken ten aanzien van de taken van Hecht. Daarbij kan de balans worden gezocht tussen budget en impact van de taak. Structurele gevolgen van eventuele keuzes zullen pas in de begroting van 2025 zichtbaar worden.
Consequenties
Het Dagelijks Bestuur Hecht biedt, volgens procedure, een begrotingswijziging voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten aan. In dit geval is een begrotingswijziging noodzakelijk omdat Hecht deze lasten ondanks inspanningen niet zelf kan dragen. Ook is het Eigen Vermogen onvoldoende om dit tekort incidenteel op te vangen. Als het Algemeen Bestuur de begrotingswijziging niet goedkeurt zal Hecht aan het einde van het jaar helaas een negatief resultaat presenteren. Hiervoor zullen de gemeenten alsnog financiering voor moeten realiseren. Het niet goedkeuren van de begrotingswijziging leidt bovendien tot een begrotingsonrechtmatigheid bij de jaarrekening. Ook in de getrouwheid van de cijfers van de gemeente kan dit invloed hebben aangezien de verplichtingen aan het einde van het jaar niet volledig zijn verantwoord.
Voor de langere termijn ziet Xxxxx mogelijkheden om de kostenontwikkeling weer op te vangen binnen de afspraken over indexatie of door het aanpassen van de opdracht aan Hecht door gemeenten. De begrotingswijziging is daarmee een verzoek om een incidentele bijdrage in 2023. Hecht verwacht in 2024 de kosten stijgingen van de materiele component op te kunnen vangen. Voor de looncomponent is de indexatie voor 2024 nog niet afdoende.
Aanpassing begroting 2024
De voorgestelde begrotingswijziging heeft dus ook impact op de begroting 2024, aangezien deze begroting al is goedgekeurd zal hier ook een wijziging op moeten worden doorgevoerd. De wijziging zal iets kleiner zijn doordat de FKGR een correctie op de indexering voor 2023 heeft meegenomen in het percentage voor 2024.
In bovenstaande tabel wordt zichtbaar dat de bijdragen jaarlijks t.b.v. 2023 afneemt doordat hier in de indexering van de FKGR in de jaren 2024 en 2025 een correctie plaats vindt. Dit deel zal dan wegvallen tegen het percentage wat in de begrotingswijziging is opgenomen. Duidelijk te zien is dat Hecht duurzaam bijdraagt aan de door de sterke inflatie ontstane kostenverhogingen
De directie van Hecht heeft het Dagelijks Bestuur geadviseerd te wachten met een eventuele begrotingswijziging 2024 tot na de vaststelling van de begrotingswijziging 2023 en tot de voorjaarsbrief 2024 is verschenen en eventuele compensatie in het gemeentefonds via het Rijk duidelijk is geworden.
Reactietermijn:
Na behandeling in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 20 september heeft de raad t/m 9 november de tijd om een zienswijze op te stellen en te versturen naar xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxx.xx. Vervolgens zal het Dagelijks Bestuur in zijn vergadering van 30 november hier een reactie op formuleren en deze samen met de 1e begrotingswijziging doorgeleiden naar de vergadering van het Algemeen bestuur op 13 december. Mocht deze termijn niet gehaald worden, laat Xxxxx dit dan zo snel mogelijk weten. Zoals reeds aangegeven zullen alle zienswijzen die voor 13 december zijn ontvangen worden meegewogen bij de behandeling.
De directie van Xxxxx geeft graag een nadere toelichting in uw raad over de ontwikkelingen binnen de gemeenschappelijke regeling Hecht. Mocht u hier gebruik van willen maken dan horen wij het graag.
Wij vertrouwen erop uw raad met deze brief en de bijlagen voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het Dagelijks Bestuur van Hecht
D.A. de Haas D.A.E. Christmas
Voorzitter Secretaris
Gemeenschappelijke regeling Hecht
1e begrotingswijziging 2023
Oorspronkelijk datum: 14 juni 2023
Datum na wijziging: 8 september 2023
Inhoudsopgave
1.2 Toelichting per onderdeel 4
1.3 Effecten programmabegroting 2023 en 2024 4
1.5 Analyse oplossing dekkingsbehoefte 5
2.2 Begrotingsuitgangspunten en parameters 7
3.2 Materiele kostenstijging 10
3.3 Nacalculatie inzet vluchtelingen Oekraïne 2022 10
3.4 Ondersteuning slachtoffers mensenhandel 11
4 Investeringsbegroting 2023 13
Vaststelling door het Algemeen Bestuur 14
1 Samenvatting
1.1 Aanleiding
Als gevolg van de cao-afspraken tussen de werkgeversorganisaties (VNG/WSGO) en de bonden nemen de loonkosten significant meer toe dan het afgesproken indexeringskader zoals deze voor 2023 door de FKGR zijn vastgesteld. Hecht heeft onderzocht op welke wijze deze extra kosten in de lopende begroting kunnen worden ingepast. Dit blijkt door de omvang van het bedrag niet mogelijk. De werkgroep FKGR bood in haar vooraankondigingsbrief suggesties met mogelijke oplossingsrichtingen, hier heeft Hecht naar gehandeld. De gemeentelijke bijdrage zal stijgen om de toenemende kosten te kunnen opvangen, hierdoor is een begrotingswijziging noodzakelijk. Daarmee volgt Hecht de door de FKGR voorgestelde suggestie, namelijk een begrotingswijziging.
Volgens artikel 6 lid 5 van de verordening “Financieel beleid, beheer en organisatie Hecht 2023” dient een begrotingswijziging te worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur bij tussentijdse wijziging van de BPI/BPK. Een dergelijke begrotingswijziging dient cf. de Gemeenschappelijke Regeling voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten te worden voorgelegd. Dit sluit tevens aan bij de bestuurlijke afspraken over een waardevaste begroting en compensatie voor autonome ontwikkelingen waar Hecht geen invloed op heeft.
De directie van Hecht heeft tevens geconstateerd dat het niet mogelijk is de structureel hogere uitgaven voor loonkosten voor het lopende jaar incidenteel te dekken vanuit de algemene reserve in afwachting van mogelijke afspraken tussen Rijk en VNG over ophoging van het gemeentefonds, of de uitwerking van de door FKGR aangekondigde na-indexering in 2024. Hierdoor is het noodzakelijk voor het verschil tussen de door de FKGR vastgestelde index over 2023 en de werkelijke loonontwikkelingen een voorstel in te dienen voor aanpassing in de hoogte van de BPI/BPK over het lopende jaar 2023.
Ook bij de aanvullende diensten die Hecht voor de gemeenten uitvoert, spelen de hogere salariskosten een rol. Gezien het feit dat er voor 2023 al afspraken zijn gemaakt over de vergoedingen van deze diensten, is de cao niet in de contracten voor 2023 opgenomen. Via deze begrotingswijziging wordt deze stijging bij de betreffende gemeenten in rekening gebracht. De tarieven zullen worden aangepast waardoor dit probleem bij nieuwe afspraken (na 1 juli 2023) zich niet meer voordoet. Van belang daarbij is om te benadrukken dat Hecht aanvullende taken in principe alleen mag uitvoeren op basis van kostendekkende tarieven om ongewenste kostendekking vanuit de BPI/BPK voor aanvullende diensten te voorkomen.
Naast de cao-wijziging heeft Hecht ook te maken met de ontwikkeling van materiële index voor overheidsconsumptie vanaf 2022, deze werkt door in het huidige begrotingsjaar 2023. Deze index wijkt sterk af van de eerdere indexering vanuit de FKGR voor 2023. Dit zal in alle waarschijnlijkheid tot een aanvullend financieel probleem kunnen leiden. Echter, Xxxxx doet er alles aan om de effecten van hoge inflatie binnen de begroting op te kunnen vangen zoals dit in 2022 voor het grootste deel is gelukt. Hiervoor heeft Xxxxx maatregelen genomen en sturingsmechanismen ingebouwd. De effecten van deze hoge inflatiekosten raamt Hecht op een bedrag van ca.1,3 miljoen. In de bestuursrapportage wordt toegelicht op welke wijze Hecht deze extra kosten binnen de begroting denkt op te lossen.
In deze begrotingswijziging wordt tevens voorgesteld om de ondersteuning voor slachtoffers van mensenhandel voor 2023 te corrigeren, waarover in 2022 door het Algemeen Bestuur is besloten. Dit betreft een verlaging van de bijdrage voor gemeenten met 132k. Dit is een eenmalige correctie aangezien deze al in begroting van 2024 is verwerkt.
Daarnaast is de nacalculatie voor de werkzaamheden voor de inzet van jeugdgezondheidszorg aan Oekraïense kinderen in 2022 in deze wijziging meegenomen. Het budget hiervoor is door het Rijk aan het Gemeentefonds toegevoegd. Het was eind 2022 echter nog niet gelukt afspraken te maken tussen gemeenten en Hecht over de “doorbetaling” aan Hecht voor geleverde diensten. Met deze begrotingswijziging wordt opdracht voor deze werkzaamheden verleend waarna gemeenten de kosten naar rato van het aantal kinderen gefactureerd krijgen. Dit is een eenmalige bijdrage over 2022, voor het lopende jaar zal eind 2023 een aparte factuur verzonden worden.
De verschillende mutaties worden in onderstaande tabel samengevat:
* € 1.000,= | Mutatie | Financiering |
Gemeenten BPI/BPK cao | € 2.988 | BPI/BPK |
Ondersteuning slachtoffers mensenhandel (via BPI) | € -132 | BPI/BPK |
Indexering overige taken vanuit gemeenten | € 721 | Gemeenten overig |
Nacalculatie inzet vluchtelingen Oekraïne 2022 | € 708 | Facturatie |
1.2 Toelichting per onderdeel
Cao
Op 21 februari 2023 hebben de werkgeversorganisaties en bonden een cao afgesloten met een gemiddelde salarisstijging van 9,1%. Deze stijging is opgebouwd uit een vaste verhoging van € 240,00 en een percentage van 2%. Op deze wijze krijgen de lagere salarisschalen een relatief hogere aanpassing dan de hogere schalen. Hecht heeft (op basis van de AFAS-rekenmodule) voor alle medewerkers de beloning vanaf ingangsdatum aangepast. Op basis hiervan is de feitelijke stijging van de salariskosten berekend. Dit leidt tot een structurele verhoging van de salariskosten van 3,7m op jaarbasis, voor de basis en aanvullende taken.
Zoals in de inleiding aangegeven past dit niet binnen de door de FKGR gestelde voorcalculatie van de index. Daarnaast heeft de FKGR na verschijnen van het cao-akkoord besloten de kaders voor 2023 niet aan te passen. Wij schatten dit effect momenteel op ca. 1,2 mln. De directie van Xxxxx heeft daarom proactief vijf maatregelen afgekondigd die er gezamenlijk voor moeten zorgen dat door behoedzaam financieel beleid dit bedrag binnen de begroting wordt ingelopen. In de Berap (over Q1 en Q2) zullen wij hierover aan het Algemeen Bestuur rapporteren.
Ondersteuning slachtoffers mensenhandel
In deze begrotingswijziging wordt tevens voorgesteld om het budget voor ondersteuning slachtoffers mensenhandel voor 2023 te corrigeren. In het begrotingsvoorstel van 2022 is dit budget aanvankelijk goedgekeurd en in de BPI opgenomen, kort daarna heeft het Algemeen Bestuur besloten om hier niet op deze manier op in te zetten en dien ten gevolge kan deze ophoging weer uit de begroting worden gehaald. In de begroting 2024 is dit reeds goed verwerkt.
Nacalculatie inzet vluchtelingen Oekraïne 2022
In 2022 zijn er veel werkzaamheden verricht voor Oekraïense kinderen door de JGZ. Door de onduidelijkheid over de financiering en het feit dat deze afspraken pas laat in 2022 definitief zijn geworden heeft er in 2022 geen facturatie plaats gevonden. De verrekening van deze nacalculatie € 708k middels een begrotingswijziging plaatsvinden.
1.3 Effecten programmabegroting 2023 en 2024
Aangezien de programmabegroting 2024 al ter zienswijze in de raden is geweest kunnen bovenstaande structurele mutaties niet meer in de begroting 2024 worden meegenomen. De begrotingswijziging voor de cao zal daarom ook in een (administratieve) begrotingswijziging voor 2024 worden opgenomen. Daarbij zal Xxxxx compenserende maatregelen die mogelijk begin 2024 duidelijk worden vanzelfsprekend verrekenen met de thans gevraagde bijdrage.
De genoemde mutatie van € 2.988k en de correctie op de mensenhandel € -132k worden in de BPI 2023 verwerkt, gezamenlijk € 2.856k. De totale BPI 2023 komt daarmee uit op € 55.602k. In onderstaande tabel is de herziene BPI per gemeente weergegeven.
De aanpassing voor de ondersteuning mensenhandel is reeds verwerkt in de programmabegroting 2024, dit is dus een eenmalige aanpassing.
De nacalculatie voor Oekraïne 2022 wordt niet in de programmabegroting 2023 verwerkt. Deze inkomsten zijn reeds meegenomen in de jaarstukken 2022.
1.4 Afwikkeling
De 1e begrotingswijziging 2023 wordt door het Dagelijks Bestuur ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur voor haar vergadering van 13 december 2023. De raden kunnen tot 10 november een zienswijze indienen bij de secretaris van het Dagelijks Bestuur.
1.5 Analyse oplossing dekkingsbehoefte
In de vooraankondiging financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen Hollands-midden d.d. 5-7-2023 heeft de werkgroep FKGR suggesties gedaan aan gemeenschappelijke regelingen om de dekkingsbehoefte in 2023 op te lossen door:
1. Verrekening met de vrij beschikbare ruimte in de reserves;
2. Onderuitputting van budgetten in het lopende jaar;
3. Incidentele verhoging van de deelnemersbijdrage.
Daarnaast werd aangegeven dat “omdat de inflatie de afgelopen tijd fors is opgelopen zal er in de indexering voor 2025 een correctie plaatsvinden van de indexeringen over 2022 t/m 2024.”
FKGR gaat er daarbij van uit dat er binnen de begroting 2023 en 2024 mogelijkheden zouden moeten bestaan voor incidentele dekking van de kostentoename, aangezien wordt verwacht dat er binnen de gehanteerde indexeringen 2024 voldoende ruimte zou bestaan om de toename in de salariskosten tijdelijk op te vangen. Deze mogelijkheden worden natuurlijk sterk bepaald door de feitelijke financiële positie van iedere individuele GR. Door de genoemde correctie in 2025 zouden deze incidentele opgevangen bedragen daarna structureel kunnen worden ingepast.
Hieronder de keuzes die Hecht voorstelt om ook vanuit de eigen middelen een bijdrage te leveren aan de kostenoverschrijdingen door onvoorziene omstandigheden.
1. Verrekening met de vrij beschikbare ruimte in de reserves
In de bijgevoegde tabel is de stand van het eigen vermogen zichtbaar gemaakt, inclusief de thans voorgesteld begrotingswijziging bedraagt deze ultimo 2023 ca. € 3.6 mln. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het niet toegestaan is om de Reserve Aanvaarbare Kosten (ad 2,1 mln) van de RAVHM in te zetten om een dekkingstekort op te lossen voor de overige taken van Hecht. Dit volgt uit de Zorgverzekeringswet die weglekken van vermogen uit de (curatieve) zorg moet voorkomen. Een bijdrage -naar rato van het totale budget- is in de visie van Hecht wel mogelijk.
Zonder de begrotingswijziging, van € 3.577, wordt het eigen verwachte vermogen ultimo 2023 nihil. Aangezien de afspraak is dat het Eigen Vermogen van Hecht tussen de € 3 mi en € 6 mi moeten blijven is het geen wenselijke
optie om het gehele cao-gat te dekken uit het Eigen Vermogen.
Verwacht verloop van het eigen vermogen:
Op basis van deze prognose voorziet Hecht dat het mogelijk moet zijn om vanuit de vrije vermogens een bijdrage te leveren van ca. 0,8 mln. Hiervoor wordt een deel van de algemene reserve ingezet, waarbij een verdeling wordt gemaakt per programma. Dit kan echter pas formeel worden vastgesteld bij het opmaken van de jaarstukken 2024. Hecht stelt daarom voor om de begrotingswijziging te handhaven en bij het vaststellen van de jaarstukken een korting op de BPI 2024 door te voeren in de bandbreedte van 0,75-1,0 mln.
2. Onderuitputting van de budgetten;
Binnen de begroting van Hecht zijn geen grote investeringen of projecten opgenomen waarvan kan worden verwacht dat deze in 2023 niet worden uitgeput. Onderzocht wordt of in lopende projecten nog kan worden bijgestuurd op reeds aangegane verplichtingen, dit levert naar verwachting nog marginale ruimte op. Conform afspraken heeft Xxxxx erop gestuurd om de programmamiddelen Hecht24 daadwerkelijk te investeren en zijn ook de bestemmingsreserves voor huisvesting en voor “verplichtingen voormalig personeel” uitgenut in 2023.
Er zijn dus geen in te zetten onderuitputtingen gevonden. Anders dan de ruimte die we gebruiken om de verhoging van de exploitatiekosten op te vangen.
Hecht heeft wel in de eigen exploitatie maatregelen genomen om sterke kostenstijgingen in 2023 zelf op te vangen. Dit is gedaan door bij vaststelling van de interne begroting de personeelsbudgetten 2% te verlagen in verband met de vele openstaande vacatures, projectbudgetten te herijken en goed te analyseren of inhuur kan worden beperkt. Ook hebben we doormiddel van inkooptrajecten op de kosten gestuurd in relatie tot aanvaarbare kwaliteit van de in te kopen diensten en goederen. Tenslotte levert het programma Hecht24 de verwachte bijdrage aan financiële baten (cf. De rapportage van juni 2023).
Hierdoor heeft Xxxxx in het eerste Half jaar ca. € 700k aan besparingen gerealiseerd. De verwachting is dat de kostenstijgingen zullen uitkomen op ca. € 1,2 miljoen. Voor de resterende periode ziet Xxxxx mogelijkheden ook die kostenstijgingen op te vangen in de exploitatie. Zo is Hecht in staat de toename van de (materiële) exploitatiekosten in 2023 zelf op te vangen.
Zoals reeds aangegeven valt deze besparing van 1,2 mln buiten de scope van de begrotingswijziging en verlaagt dit de dekkingsbehoefte niet.
3. Incidentele verhoging van de deelnemersbijdrage.
Het restant het, de berekende gevolgen voor de loonkostenstijging in 2023, kunnen we niet meer zelfstandig opvangen in 2023. Voor dit deel is daarom onderhavige begrotingswijziging voorgesteld. Dit betreft vooralsnog een incidentele additionele bijdrage van gemeenten.
In haar systematiek heeft de FKGR in komende jaren een compensatie voor 2023 opgenomen. Bij het opstellen van de kaderbrief van betreffende jaren zullen wij hier rekening mee houden, waardoor er geen dubbele vergoeding ontstaat. Dit voorstel sluit aan bij de suggesties van de werkgroep FKGR.
2 Beleidsbegroting
De aanpassingen van de programma’s GGD, ZVH, GHOR en RAV volgen uit de correcties in de 1e begrotingswijziging 2023.
2.1 Verplichte paragrafen
Algemeen
Onder de verplichte paragrafen zijn alleen die paragrafen opgenomen die van toepassing zijn voor Hecht. Dit ten opzichte van de programmabegroting van Hecht 2023. De programmabegroting is ter vaststelling tijdens de vergadering van 5 juli 2023 aan het Algemeen Bestuur aangeboden.
Risico’s
Voor risico’s wordt verwezen naar de programmabegroting 2024.
2.2 Begrotingsuitgangspunten en parameters
De begrotingswijziging wordt opgesteld voor de vier programma’s GGD, ZVH, GHOR en RAV, waardoor de uitkomsten van de 1e begrotingswijziging 2023 overeenstemmen met de verwachte baten en lasten over 2023.
3 Wijzigingen
3.1 Cao
Op 21 februari 2023 hebben de werkgeversorganisaties en bonden een cao afgesloten met een gemiddelde salarisstijging van 9%. Deze stijging is opgebouwd uit een vaste verhoging van € 240,00 en een percentage van 2%. Op deze wijze krijgen de lagere salarisschalen een relatief hogere aanpassing dan de hogere schalen. Hecht heeft (op basis van de AFAS-rekenmodule) voor alle medewerkers de beloning vanaf ingangsdatum aangepast.
Daarnaast heeft de FKGR besloten de kaders voor 2023 niet aan te passen, na verschijnen van het cao-akkoord. Op grond van deze niet te voorziene aanpassing van de salariskosten, wordt van de deelnemende gemeenten een aanvullende bijdrage gevraagd ter financiering van de extra salariskosten die boven op de vastgestelde programmabegroting 2023 komen.
De cao-ontwikkeling komt voor Hecht neer op een gemiddelde stijging van 9,1% op grond van de uitbetaalde salarissen in mei. Dit terwijl de gehanteerde indexering (op basis van de FKGR) in de programmabegroting 2023 uitgaat van 2% voor 2023.
Stijging aangepaste Verhouding Index inhaal 2023 index | Verschil | Totaal | |||||
Personeelslasten | 80% | 3,7% | 1,7% | 2,0% | 9,1% | 7,1% | 5,7% |
Overige lasten | 20% | 2,5% | 1,0% | 1,5% | 1,5% | 0,0% | 0,0% |
Totaal | 100% | 5,7% |
Daarnaast heeft de cao geleid tot een discrepantie tussen de beschikte budgetten en de daadwerkelijke loonkosten met betrekking tot de al verstrekte subsidies en aanvullende diensten van gemeenten (opgenomen in programmabegroting onder ‘gemeenten overig’). In verband met de administratieve last stelt Hecht voor de kostengevolgen voor 2023 mee te nemen in de begrotingswijziging, in plaats van dit te verrekenen per individuele gemeente.
Hecht voert activiteiten uit die onderverdeeld zijn in schillen. Schil 1 en 2 betreffen taken die vanuit de BPI/BPK worden gefinancierd (€ 2.988k). De correctie van de cao zal aan gemeenten worden doorberekend op basis van het aantal inwoners/kinderen per 1-1-2022.
De schil 3 taken betreffen aanvullende diensten die in opdracht van de deelnemende gemeenten worden uitgevoerd. De correcties die samenhangen met de cao (€ 721k) zullen worden verdeeld over gemeenten op basis van de begrote dienstverlening. Deze bedragen vormen geen onderdeel van de zienswijze zoals dit volgt vanuit de verordening. Onderdelen hiervan betreffen de aanvullende diensten, de Duvo-gelden, en verrichtingen voor taken die voor de gemeente worden uitgevoerd zoals inspectie kinderopvang (verder: IKO) en Sociaal medische advisering (verder: SMA). Daarbij is opgenomen in de gemeenschappelijke regeling van Hecht onder artikel 5 lid 2b dat de aanvullende taken minimaal tegen kostprijs dienen te worden uitgevoerd.
De aanvullende diensten zijn ook onderdeel van deze begrotingswijziging.
Gemeente | bedrag |
Xxxxxx xxx xxx Xxxx | 00.000 |
Xxxxxxxxxx-Xxxxxxxx | 24.000 |
Gouda | 111.000 |
Xxxxxxxx | 00.000 |
Xxxxxxx | 23.000 |
Kaag en Braasem | 3.000 |
Xxxxxxxxxxxxxx | 00.000 |
Xxxxxx | 206.000 |
Leiden 18 mnd | 2.000 |
Xxxxxxxxxx | 00.000 |
Xxxxx | 20.000 |
Nieuwkoop | 26.000 |
Noordwijk | 54.000 |
Oegstgeest | 9.000 |
Teylingen | 30.000 |
Voorschoten | 8.000 |
Waddinxveen | 33.000 |
Zoeterwoude | 10.000 |
Zuidplas | 20.000 |
Totaal | 721.000 |
Het genoemde bedrag hiervoor zoals weergegeven in het overzicht betreft een indicatie. De werkelijke omvang van beschikte aanvullende diensten en verrichtingen kunnen afwijken van wat in de programmabegroting staat opgenomen. Hiervoor komt nog een aanvullend overzicht waarvoor per gemeente een specificatie wordt gemaakt. Voor 2024 is reeds rekening gehouden met de wijzigingen vanuit de cao in de offertes voor aanvullende diensten, dus de gevraagde bijdrage is incidenteel. Voor de verrichtingen wordt nog in het AB van december 2023 een tarievenlijst 2024 aangeboden waarin rekening wordt gehouden met de cao-ontwikkeling.
De aanpassing in de bijdrage kan als volgt worden weergegeven zoals deze in de gewijzigde begroting Hecht 2023 excl. RAV is opgenomen. De RAV is apart gehouden aangezien zij een eigen cao hebben en de financiering van de taken verloopt via NZA-tarieven en een contract met de zorgverzekeraars. Eventuele afwijkingen hebben geen financieel effect voor gemeenten.
Toelichting
Op grond van de programmabegroting 2023 is een berekening gemaakt van het financiële effect voor de cao 2023 ten opzichte van de index waar in het FKGR kader rekening mee is gehouden. Dit leidt tot verwachte extra uitgaven van 4,6M. Ter financiering van deze extra uitgaven zijn er verschillende inkomstenbronnen verdeeld over de verschillende schillen. Gezien de omvang van de verwachte extra uitgaven is het niet mogelijk deze incidenteel te financieren door verrekening met de algemene reserve, gezien de stand ultimo 2022 4,5M is (excl. RAV). Deze is daarvoor derhalve niet toereikend. Tevens werkt deze indexering door in de begroting 2024. In navolging van een aanpassing voor 2023 is er dan ook sprake van een begrotingswijziging voor 2024 op basis van het FKGR kader over 2024. Deze zal nog op een later moment ter besluitvorming aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden. De aanpassing voor wat betreft de BPI/BPK heeft een structureel effect op de gevraagde bijdragen vanuit de gemeenten. Voor wat betreft de aanvullende diensten en bijdrage IKO gaat het om een eenmalige bijdrage omdat in de offertes van de aanvullende diensten en vaststelling tarievenlijst zoals opgenomen onder post Gemeenten overig voor 2024 reeds rekening is gehouden of wordt gehouden met de aangepaste tarieven in verband met de cao-ontwikkeling.
Hecht voert een aantal schil 4 taken uit die niet of nauwelijks voor 2023 aangepast kunnen worden in baten vanuit derden vanwege reeds vastgestelde afspraken en tarieven met externe partijen zoals ZonmW, Politie, Rijk.
Hierdoor ontstaat voor Hecht een aanvullend financieringsprobleem voor maximaal 176k. Een deel ervan kan worden vergoed door de tarieven in 2023 aan te passen waardoor de hogere kosten bij de afnemers in rekening gebracht kunnen worden zoals voor reizigersvaccinaties en SMA voor externe partijen. Dit is echter niet altijd mogelijk, maar gezien de omvang van het risico wordt voorgesteld voor 2023 dit via de resultaatbestemming af te wikkelen met de reserves van Hecht.
De BPI/BPK zal worden toebedeeld aan de gemeenten op basis van de inwonersaantallen. De “opbrengsten gemeenten overig” zal worden toegerekend o.b.v. de verhouding van de afgenomen aanvullende diensten.
3.2 Materiele kostenstijging
Voor de indexering van de materiële kosten volgen we ook de kaders van de FKGR. In deze systematiek is voorzien in een bijstelling van de indexering van een bepaald jaar in de hierop volgende begroting. Dit gedurende twee jaar. Bijvoorbeeld de laatste bijstelling van de indexering van de programmabegroting 2022 vindt plaats in de begroting 2024, op basis van het inschatte indexeringspercentage voor 2022 in de septembercirculaire van 2022. Aangezien in de laatste maanden 2022 een grote inflatie zichtbaar was is deze niet volledig meegenomen in de cijfers uit de septembercirculaire. Het ontstane verschil is in deze systematiek definitief, maar werkt ook structureel door in de komende begrotingen.
Afhankelijk van de gebruikte index (CPI € 865k of de CMOI € 295k) zijn er verschillende te korten zichtbaar. In 2022 heeft Xxxxx deze grotendeels zelf opgevangen, maar of dit structureel haalbaar is moet in de toekomst blijken.
Cijfervoorbeeld 2023
FKGR kader in begroting 2023 | FKGR kader na corr. begroting 2024 | BPI 20% (materiele kosten) | Verschil |
1,5% | 5,9% | € 10.558 | € 465 |
Ook voor 2023 is een verschil in indexatie voor de materiële kosten zichtbaar, van € 465k, welke over de periode van twee jaar wordt aangepast. In de berap zal duidelijk worden of ook deze interne overbrugging realiseerbaar is. Voor nu leidt dit nog niet tot een begrotingswijziging.
Hecht gaat in 2023 € 1.200k materiële kostenstijging zelf oplossen.
3.3 Nacalculatie inzet vluchtelingen Oekraïne 2022
Door de oorlog in Oekraïne kwam er een grote vluchtelingenstroom op gang. Vanuit Oekraïne vluchtten veel inwoners naar naastgelegen landen en verder Europa in. Ook naar Nederland. Elke veiligheidsregio kreeg de opdracht 2.000 vluchtelingen op te vangen. Naast huisvesting hebben deze vluchtelingen ook zorg nodig. Hecht adviseerde, ondersteunde en verbond de organisatie van de (medische) zorg en gezondheid tijdens deze nieuwe crisis.
In de brief d.d. 8 juli 2022 informeert de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Tweede Kamer over de aanspraak van rechten en voorzieningen, de opvang en begeleiding en de financiering Medische Zorg voor ontheemden uit Oekraïne. Deze brief is bijgevoegd als bijlage 1.
Het kabinet heeft voor de financiering hiervan de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (voorheen: Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne) in het leven geroepen. Deze regeling voorziet in het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten voor het vergoeden van kosten die zijn gemaakt ten behoeve van het realiseren en exploiteren van de opvang en verstrekkingen uit Oekraïne.
Er is veelvuldig gesproken over de wijze waarop deze kosten in rekening gebracht kunnen worden en de wijze waarop de opdrachtverstrekking formele kon plaats vinden. Ook de duidelijkheid over de financiering en de hoogte van de doorbelasting kwam pas laat in 2022, waardoor we nu – na overleg met enkele betrokken ambtenaren - deze nacalculatie in deze begrotingswijziging voorstellen.
( * € 1.000) | Kinderen Oekraïnse vluchtelingen 2022 | Totaal factuur 2022 | |
Alphen aan den Rijn | 201 | € | 104 |
Bodegraven-Reeuwijk | 28 | € | 14 |
Gouda | 252 | € | 130 |
Xxxxxxxx | 00 | x | 0 |
Xxxx xx Xxxxxxxx | 27 | € | 14 |
Katwijk | 144 | € | 74 |
Xxxxxxxxxxxxxx | 00 | € | 39 |
Leiden | 295 | € | 153 |
Xxxxxxxxxx | 00 | € | 11 |
Lisse | 26 | € | 13 |
Xxxxxxxxx | 00 | € | 14 |
Noordwijk | 59 | € | 31 |
Oegstgeest | 39 | € | 20 |
Teylingen | 34 | € | 18 |
Voorschoten | 20 | € | 10 |
Waddinxveen | 40 | € | 21 |
Zoeterwoude | 13 | € | 7 |
Xxxxxxxx | 00 | € | 28 |
Totaal | 1.370 € | 708 |
De aantallen zijn gebaseerd op de aantallen zoals geregistreerd in het systeem van het crisisteam Oekraïense vluchtelingen, tegen een vergoeding zoals deze is door de JGZ organisaties en de VNG zijn afgestemd. Voor de onderbouwing van de aantallen, de uitgevoerde werkzaamheden en tariefstelling verwijzen we naar bijlage 2.
De nacaluculatie van de Oekrainse kinderen zal minddels een factuur bij de gemeenten in rekening gebracht worden, deze is al in de realisatie van Hecht in 2022 opgenomen.
3.4 Ondersteuning slachtoffers mensenhandel
De opvang en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel wordt sinds 2017 betaald uit regionale middelen. Dit budget gaat naar zowel SHOP (zorgcoördinatie en netwerkopbouw) als het Goodwillwerk Leger des Heils (belegleiding slachtoffers). In de begroting 2022 is € 125k opgenomen via de BPI, inclusief indexeringen wordt nu
€ 132k gecorrigeerd. Dit betreft een correctie op alleen de bijdragen van 2023, aangezien deze correctie al is opgenomen in de programmabegroting 2024.
Begrotingswijziging per onderdeel per gemeente.
De bijdragen per gemeenten op basis van deze begrotingswijziging is als volgt:
Verwacht resultaat na begrotingswijziging.
BPI overzicht na 1e begrotingswijziging programmanbegroting 2023
BPI 0000
Xxxxxxxx 1.1
Taakveld 1.2
Taakveld 6.2
Taakveld 6.2 Taakveld 6.82b Taakveld 7.1
gemeente | Crisisbeheersing en brandweer | Openbare orde en Veiligheid | Toegang en 1e lijnsvoorzieningen | Toegang en 1e lijnsvoorzieningen Mensenhandel | Jeugdreclassering Volksgez |
Alphen aan den Rijn | 345 | 80 | 2.290 | ||
Xxxxxxxxxx-Xxxxxxxx | 000 | 00 | 000 | ||
Xxxxx | 226 | 53 | 1.504 | ||
Xxxxxxxx | 00 | 00 | 000 | ||
Xxxx xx Xxxxxxxx | 85 | 20 | 566 | ||
Katwijk | 202 | 47 | 1 | ||
Xxxxxxxxxxxxxx | 000 | 00 | |||
Xxxxxx | 382 | 89 | |||
Xxxxxxxxxx | 00 | ||||
Xxxxx | 70 | ||||
Nieuwkoop | 89 | ||||
Noordwijk | 135 | ||||
Oegstgeest | |||||
Teylingen | |||||
Voorschoten | |||||
Waddinxveen | |||||
Zoeterwoude | |||||
Zuidplas | |||||
Tot |
4 Investeringsbegroting 2023
Deze wordt niet bijgesteld. Mogelijk zal er aan het einde van het jaar 2023 een administratieve investeringsbegrotingswijziging worden voorgesteld voor het corrigeren van de Corona uitgaven en om de aanpassingen in 2023 zorgvuldig mee te nemen in de afspraken over 2024.
5 Besluit
Vaststelling door het Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van Hecht, h.o.d.n. RDOG Hollands Midden,
gelet op het bepaalde in artikel 2 van de ‘Verordening Begrotingswijzigingen 2018 RDOG Hollands Midden’
besluit vast te stellen de:
1e begrotingswijziging 0000 Xxxxx
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur, gehouden op 13 december 2023.
D.A. de Haas D.A.E. Christmas
Voorzitter Directeur
Bijlage 1
Bijlage 2
Vergoeding meerkosten Oekraïense vluchtelingenkinderen 2022
VWS en VNG hebben eerder dit jaar besloten dat de meerkosten voor de JGZ rondom de Oekraïense vluchtelingenkinderen niet direct via het Ministerie van V&J moest lopen, maar via het gemeentefonds moest plaatsvinden. De decembercirculaire 2022 zou een uitwerking geven van deze compensatie. Deze was echter niet eenduidig. Naar aanleiding hiervan, de reeds binnengekomen vragen van de JGZ-organisaties en de opgehaalde informatie uit de JGZ Managers Meet Up vanochtend heb ik zojuist aanvullend overleg met VNG gehad. Daarin werd nogmaals bevestigd dat VWS en VNG in de voorbesprekingen rondom de verrekening van de meerkosten Oekraïense vluchtelingen altijd voor ogen hebben gehad dat de verrekening zo eenvoudig mogelijk gehouden moest worden, zonder onnodige ingewikkelde administratieve lasten of onwerkbare processen. Het betrof tenslotte (opnieuw) een crisissituatie, waarbij direct geschakeld moest worden. Bovendien moest alles door de JGZ-organisaties voorgefinancierd worden. Aan de gemeenten is aangegeven dat op 2 manieren gedeclareerd worden:
1. Normbedrag van € 517 per kind
2. Daadwerkelijk gemaakte kosten
De gemeenten hebben van het Rijk hiervoor (vormvrije) middelen via het gemeentefonds ontvangen. De bedoeling was deze ook zo vormvrij mogelijk door te sluizen naar de betreffende JGZ- en Jeugdzorgorganisaties. Uit de inventarisatie vanochtend bleek dat dit niet door alle gemeenten wordt aangehouden. Sommige gemeenten vragen tot in detail uren, functies, activiteiten e.d. op: een enorme administratieve rompslomp. Gezien de Kerst- en Nieuwjaarsreces kan niet direct actie ondernomen c.q. opgeschaald worden. Derhalve is het volgende procesvoorstel afgestemd met VNG: alle JGZ-organisaties declareren € 517 per Oekraïens vluchtelingenkind. In de meegestuurde exel “meerkosten JGZ Oekraïense vluchtelingenkinderen” treffen jullie de onderbouwing hiervoor aan. Wat betreft het aantal kinderen: per gemeente zal 40% van het totale aantal ontheemden genoemd in de bijlage “objectief verdeelmodel DU gemeentelijke zorg ontheemden etc.” aangehouden worden.
Het aantal kinderen wat wij hebben aangegeven is het aantal kinderen dat daadwerkelijk ‘in zorg’ is en diverse vormen van zorg heeft gehad. Deze worden door het crisisteam Oekraïense vluchtelingen vastgelegd in het digitaal kinddossier Kidos. We zijn nl. verplicht om van elk kind dat we JGZ bieden een dossier aan te leggen. Dat kan afwijken van de gemeentelijke registratie, omdat niet alle kinderen al direct ingeschreven waren in de basisregistratie, kinderen op verschillende soorten opvanglocaties (zowel gemeentelijk als privé) zaten en er veel
verhuizingen van gezinnen zijn geweest.
Wat doen we voor dit bedrag?
Verpleegkundige intake, medisch onderzoek (MO, door arts incl. bepalen vaccinatiestatus kind) met ondersteuning van doktersassistent, vervolgens plannen indicatieconsulten met (telefonische) tolk om basistakenpakket JGZ te kunnen bieden. De overheid had bepaald dat Oekraïense vluchtelingen kinderen dezelfde JGZ diensten kunnen gebruiken als “Nederlandse” kinderen. Deze consulten kosten echter meer tijd dan regulier, niet alleen vanwege de inzet van een tolk, maar ook omdat ze veel hebben meegemaakt en ons zorgsysteem niet kennen.
Overigens betalen wij zelf de kosten voor de tolkentelefoon (die zitten niet in dit tarief van € 517) vanuit onze reguliere middelen, die daarmee wel stijgen. Evenmin zit het Rijksvaccinatieprogrmma (RVP), noch het prenataal huisbezoek in de meerkostenberekening.