Contract
Uitvoeringsovereenkomst Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx
Xxxxxxx Xxxxxxxx 0000
1 juli 2015
CONCEPT
Uitvoeringsovereenkomst Woonruimteverdeling Corporaties Holland Rijnland 2015
Het Dagelijks Bestuur van het samenwerkingsverband Holland Rijnland, ingevolge het bepaalde in artikel 21 lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar vice-voorzitter en portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening en Wonen de xxxx X. Xxxxxx, handelend ter uitvoering van een besluit van het Dagelijks Bestuur d.d. ,
hierna te noemen: het Dagelijks Bestuur
en
de in de regiogemeenten van Holland Rijnland werkzame woningcorporaties
- De Sleutels
- Dunavie
- Habeko wonen
- Noordwijkse Woningstichting
- Portaal Leiden
- Xxxxxxxx Xxxxxxxxx uitvoeringsovereenkomst
- Stek
- Vestia
- WonenCentraal
- Woningbouwvereniging Alkemade
- Woningstichting Buitenlust
- Woningstichting Nieuwkoop
- Woningstichting Ons Doel
- Woningstichting St. Xxxxxxxx xxx Xxxxx
- Woningstichting Warmunda
- Woondiensten Aarwoude
- Woonstichting Vooruitgang
- Woonzorg Nederland - regio Voorschoten
- Ymere Haarlemmermeer
Deze samenwerkende corporaties worden hierna aangeduid als: de vereniging
Holland Rijnland Wonen (HRW)
Overwegende dat:
− de woonruimteverdeling in de regio Holland Rijnland een uitvoering behoeft conform de inhoud van de (regionale model) Huisvestingsverordening Xxxxxxx Xxxxxxxx 0000;
− het kader voor deze uitvoeringsovereenkomst wordt gevormd door de Huisvestingswet 2014, , de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) en de Huisvestingsverordening Xxxxxxx Xxxxxxxx 0000;
− de samenwerking tussen partijen op het terrein van de verdeling van woonruimten in beheer van de deelnemende verhuurders tot doel heeft om daarmee gezamenlijk zorg te dragen voor een rechtvaardige, doelmatige en klantgerichte verdeling van deze woonruimten;
− ter uitvoering van de genoemde doelstellingen de verhuurders alle vrijkomende zelfstandige woningen beneden de huurprijsgrens en standplaatsen van woonwagens door middel van de daartoe aangewezen media aanbieden, met uitzondering van woningen die door directe koppeling worden toegewezen aan woningzoekenden die daarvoor in aanmerking komen;
− partijen zich ervan bewust zijn dat ter uitvoering van genoemde doelstellingen een investering in het systeem noodzakelijk is met een afschrijvingsperiode van vijf jaar per 1 april 2014, waardoor ze bij voortijdige beëindiging met elkaar in overleg gaan;
− partijen het wenselijk vinden nadere afspraken te maken over de wijze waarop genoemde doelstellingen kunnen worden bereikt.
Gelet op het besluit van het Dagelijks Bestuur om een aantal bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur aan de HRW te mandateren,
Komen overeen als volgt:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze uitvoeringsovereenkomst wordt verstaan onder:
a) aanbodmedium: een door of in opdracht van de verhuurders uitgegeven medium waarin vrijkomende woonruimten worden aangeboden;
b) bijzondere doelgroepen: woningzoekenden die behoren tot één van de doelgroepen waarvoor krachtens het Besluit Beheer Sociale Huurwoningen (BBSH) specifieke doelstellingen en/of prestatieafspraken gelden;
c) beleidscommissie: de adviescommissie als bedoeld in artikel 4 van de Verordening die voorstellen kan doen voor de bijstelling van (de uitvoering van) het woonruimteverdeelbeleid;
d) bezwaarschriftencommissie: de commissie die ingevolge de verordening is belast met de advisering inzake bezwaarschriften als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht en klachten ingevolge artikel 4 van de Huisvestingswet;
e) corporatie: toegelaten instelling die ingevolge artikel 70, eerste lid, van de Woningwet (Stb 1991, 439) sociale huurwoningen exploiteert;
f) Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van het samenwerkingsorgaan Xxxxxxx Xxxxxxxx;
g) deelnemende verhuurders: verhuurders die woonruimten aanbieden via het aanbodmedium als bedoel in artikel 1 sub a van de uitvoeringsovereenkomst;
h) directe koppeling: toewijzing van woningen die zijn gereserveerd ter invulling van een bijzondere taakstelling (bijzondere doelgroepen), een bedrijfsbelang of woningruil;
i) huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;
j) huisvestingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 9 van de Verordening;
k) huurdersorganisaties: vertegenwoordigers van huurdersorganisaties uit de koepelorganisaties FHLO, SRH en huurdersorganisaties Rijnstreek
l) huurprijs: de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte, uitgedrukt in een bedrag per maand;
m) huurprijsgrens: maximale huurprijs waarboven men niet meer in aanmerking komt voor huurtoeslag zoals omschreven in artikel 13, lid 1, sub a van de Wet op de huurtoeslag;
n) inschrijftijd: de periode dat men op grond van de verordening is ingeschreven als woningzoekende in de regio;
o) Nadere regels woonruimteverdeling: nadere uitvoeringsregels als bedoeld in artikel 33 van de Verordening
p) regio Holland Rijnland: het gebied bestaande uit het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude;
q) stadsvernieuwingsurgente: de persoon die in het bezit is van een stadsvernieuwingsurgentieverklaring in de zin van de verordening;
r) stadsvernieuwingsurgentieverklaring: een op grond van de verordening afgegeven verklaring waarbij de woningzoekende gedurende een in de verklaring genoemde periode onder de daarin gestelde voorwaarden, voorrang krijgt bij de toewijzing van woonruimte;
s) urgente: de persoon die in het bezit is van een urgentieverklaring in de zin van de verordening;
t) urgentiecommissie: de commissie als bedoeld in artikel 20 van de verordening, die is belast met de beoordeling van aanvragen om urgentie en de vaststelling van urgentie;
u) Vereniging Holland Rijnland Wonen: rechtspersoon, die de in de regio Holland Rijnland werkzame toegelaten instellingen vertegenwoordigt, verder aan te halen als de HRW;
v) verhuurder: toegelaten instelling of particuliere aanbieder van sociale huurwoningen tot de huurprijsgrens
w) Verordening: de (regionale model) Huisvestingsverordening Xxxxxxx Xxxxxxxx 0000;
x) woningzoekende: het huishouden dat in het register als bedoeld in artikel 5 van de verordening is ingeschreven respectievelijk ingeschreven wil worden;
y) woonruimte: een ruimte met een eigen toegang, en die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat die afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. Hiertoe behoren conform de Huisvestingswet ook standplaatsen voor
woonwagens. Woonruimten met tijdelijke huurovereenkomsten of die niet bestemd zijn voor permanente bewoning (recreatiewoningen) worden niet tot dit begrip gerekend
Artikel 2 Werkingsgebied
1. Het bepaalde in deze uitvoeringsovereenkomst is van toepassing op woonruimten van leden van de HRW gelegen in de regio Holland Rijnland voor zover ze vallen onder de reikwijdte van de Verordening.
2. Verhuurders, niet behorende tot de HRW kunnen zich, tegen betaling van een door de HRW bepaalde vergoeding, aansluiten bij de Uitvoeringsovereenkomst. Zij maken dat schriftelijk kenbaar aan de HRW, het Dagelijks Bestuur en aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarbinnen zij werkzaam zijn en houden zich aan de verplichtingen, omschreven in de Uitvoeringsovereenkomst.
3. De aan deze uitvoeringsovereenkomst deelnemende verhuurders kunnen ook woonruimten met een huurprijs boven de maximale huurtoeslaggrens via het aanbodmedium aanbieden, alsmede koopwoningen.
Artikel 3 Beleidscommissie
1. Partijen stellen een beleidscommissie in die hen adviseert over (de uitvoering van) het woonruimteverdeelbeleid.
2. De beleidscommissie is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties
3. De beleidscommissie bestaat uit maximaal:
a. drie leden op voordracht van het Dagelijks Bestuur;
b. drie leden op voordracht van de HRW;
c. drie leden op voordracht van de regionale huurdersorganisaties;
d. eventueel een onafhankelijke voorzitter, op voordracht van de leden gezamenlijk, wanneer een meerderheid van de leden in de beleidscommissie dit noodzakelijk acht.
4. De portefeuillehouder van de regio is voorzitter van de beleidscommissie en de afgevaardigde van de HRW vicevoorzitter, tenzij invulling wordt gegeven aan artikel 3 lid 1 sub d van deze uitvoeringsovereenkomst.
5. Partijen zullen zich inspannen om een goede geografische afspiegeling te bereiken in de samenstelling van de beleidscommissie.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden
1. De Beleidscommissie is belast met de advisering aan het Dagelijks Bestuur en de HRW over:
a. de werking van de Verordening door de beoordeling van de jaarlijkse rapportages van de deelnemende verhuurders, en doet zo nodig voorstellen tot wijziging daarvan;
b. de werking van deze uitvoeringsovereenkomst en doet zo nodig voorstellen tot wijziging daarvan;
c. het quotum voor bijzondere doelgroepen (artikel 14 van de Verordening) dat jaarlijks wordt vastgesteld;
d. eventuele wijzigingen in het urgentiebeleid of de uitvoering daarvan, dan wel in het reglement van de urgentiecommissie;
e. eventuele beleids- of uitvoeringswijzigingen op grond van de aard en het aantal klachten en bezwaarschriften (artikel 11 en 12 van deze uitvoeringsovereenkomst);
f. de hoogte van kosten zoals omschreven in artikel 14 van deze uitvoeringsovereenkomst
x. xxxxxx regels inzake de uitvoering van de Verordening.
2. De beleidscommissie kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan het Dagelijks Bestuur en aan het bestuur van de HRW over de zaken genoemd in de uitvoeringsovereenkomst. De besturen kunnen hiervan slechts gemotiveerd afwijken.
3. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur zullen respectievelijk de Verordening niet aanpassen, dan nadat de beleidscommissie is gehoord.
Artikel 5 Registratie van woningzoekenden
1. De HRW draagt zorg voor het aanleggen en bijhouden van een gezamenlijke registratie van woningzoekenden, dat met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5, 6 van de Verordening.
2. De HRW bepaald de hoogte van het (her)inschrijfgeld.
Artikel 6 Aanbieding van woonruimte
1. De deelnemende verhuurders bieden de daarvoor in aanmerking vrijkomende sociale huurwoningen aan via een door of in opdracht van de HRW uitgegeven aanbodmedium.
2. Een advertentie voor vrijkomende woonruimte bevat in elk geval:
a. aan welke vereisten de woningzoekende moet voldoen;
b. de huurprijs, het type, de grootte, energielabel, toegankelijkheidsindicatie en de overig van belang zijnde kenmerken van de woonruimte;
c. op welke wijze en binnen welke termijn op de advertentie moet worden gereageerd.
3. Woonruimte die geschikt is en door de verhuurder bestemd is voor specifieke doelgroepen, wordt door de verhuurders aangeboden met vermelding van doelgroepencriteria.
4. De toewijzing van aangeboden woonruimte geschiedt als omschreven in artikel 15 van de Verordening, artikel 4 van de Nadere regels woonruimteverdeling of op basis van specifieke eisen op grond van de lokale beleidsruimte in artikelen 17, 18 en 19 van de Verordening.
5. Toetsing aan passendheidseisen vindt eerst plaats nadat het Dagelijks Bestuur daartoe heeft besloten, na advies van de beleidscommissie (artikel 4 lid 2 van de Verordening).
6. Jaarlijks wordt door de verhuurders verantwoording afgelegd over hun verhuringen, alsmede de toepassing van de toewijzingscriteria en van de vrije beleidsruimte aan de Beleidscommissie en het Dagelijks Bestuur.
Artikel 7 Rangordebepaling en toewijzing
1. Bij de toewijzing van woonruimte die door de verhuurders wordt aangeboden, geldt de rangordebepaling zoals in artikel 12 van de Verordening.
2. Jaarlijks rapporteren de woningcorporaties aan de beleidscommissie over de woningtoewijzing.
3. De betreffende woningzoekende wordt door de verhuurder geïnformeerd over het besluit dat in mandaat namens het Dagelijks Bestuur is genomen.
4. Daar waar bij het weigeren van een woningzoekende de openbare orde in het geding is (of kan komen), informeert de woningcorporatie tijdig de betreffende gemeente.
5. Bij de toewijzing van woonruimte door verhuurders aangesloten bij deze uitvoeringsovereenkomst, wordt een door de verhuurders in mandaat een huisvestingsvergunning afgegeven.
6. De toewijzingsresultaten worden bekend gemaakt in het aanbodmedium. Daarbij wordt ten minste vermeldt het aantal reacties op de woning, de inschrijftijd van de woningzoekende die de woning toegewezen heeft gekregen en het aantal woningen dat door directe koppeling of door (stadsvernieuwings)urgenties is toegewezen, alsmede de wijze waarop over de toewijzingsresultaten beklag kan worden gedaan en bij wie.
Artikel 8 Mandatering verstrekking Huisvestingsverordening
1. De bestuurders van de verhuurders zijn gemandateerd tot het nemen van beslissingen omtrent aanvragen van huisvestingsvergunningen
0.Xx bestuurders van de verhuurders zijn gemachtigd tot het verrichten van handelingen, niet zijnde een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling, ter voorbereiding en uitvoering vaneen beslissing op een aanvraag om huisvestingsvergunning;
3. Het is de bestuurders van verhuurders toegestaan voor wat betreft de onder lid 1 en 2 bedoelde bevoegdheden ondermandaat te verlenen.
4. Huisvestingsvergunningen worden verstrekt conform het format in bijlage 1.
Artikel 9 Urgentieaanvraag
1. De HRW zorgt voor afstemming onder de aangesloten corporaties in de werkwijze voor de afhandeling van een urgentieverzoek. [De verordening stelt al waar urgentieverzoek wordt gedaan]
2. De aangesloten woningcorporaties dragen zorg voor ondersteuning bij een urgentieaanvraag door middel van een intake.
Artikel 10 Bijzondere doelgroepen
1. Het Dagelijks Bestuur zal jaarlijks, op basis van een voorstel van de HRW en na advisering door de beleidscommissie, op basis van een evaluatie van het voorafgaande jaar de quota voor de bijzondere doelgroepen vaststellen ten behoeve van de in lid 2 genoemde afspraken.
2. De HRW maakt voor de huisvesting van bijzondere doelgroepen (artikel 17 van de Verordening) quotumafspraken met instellingen in de regio Holland Rijnland en zal woonruimten ter beschikking stellen voor deze doelgroepen.
3. De HRW is verantwoordelijk voor de toewijzing van de voor deze doelgroepen beschikbaar gestelde woonruimten.
Artikel 11 Beleid en verantwoording
1. Partijen zijn gezamenlijk en ieder voor zich verantwoordelijk voor het leveren van informatie die een bijdrage kan leveren aan de evaluatie van het woonruimteverdeelbeleid:
a. De HRW levert per kwartaal gegevens uit het systeem die nodig zijn om de woningmarkt te monitoren, en verspreidt deze onder de deelnemende verhuurders, de huurdersorganisaties en het samenwerkingsverband Holland Rijnland..
b. De HRW levert bovendien aan de beleidscommissie ieder halfjaar een toelichting op de onder a genoemde cijfers.
c. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland verspreidt per kwartaal de gegevens onder de regiogemeenten.
d. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland levert de jaarverslagen van de urgentiecommissie en de bezwaarschriftencommissie jaarlijks voor 1 juli aan de beleidscommissie.
e. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland levert aan de beleidscommissie informatie over voornemens voor aanpassingen van het beleid betreffende urgentieverlening, als dit aan de orde is.
f. De HRW zorgt voor verspreiding van informatie over beleidsaanpassingen aan de deelnemende verhuurders.
g. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland en de HRW leveren halfjaarlijks informatie aan de beleidscommissie over behandelde klachten betreffende respectievelijk het woonruimteverdeelbeleid en de uitvoering daarvan.
2. De HRW draagt er zorg voor dat de deelnemende verhuurders zich houden aan het bepaalde in deze uitvoeringsovereenkomst.
3. De beleidscommissie zal het beleid van woonruimteverdeling zoals dat is verwoord in de Huisvestingsverordening Holland Rijnland, waaronder de toepassing van lokale beleidsruimte en het effect van de omzettingsmaatregel, jaarlijks monitoren.
4. Het beleid en de uitvoering van woonruimteverdeling worden na twee jaar geëvalueerd.
Artikel 12 Klachtenbehandeling uitvoering uitvoeringsovereenkomst
1. Klachten naar aanleiding van een besluit ter uitvoering van deze uitvoeringsovereenkomst worden op grond van artikel 4 lid 2 van de Huisvestingswet behandeld door de bezwaarschriftencommissie als bedoeld in artikel 34 van de Verordening. Adviezen over deze klachten zijn bindend.
2. Als klachten naar een ander orgaan zijn gestuurd dan waar ze moeten worden behandeld, worden ze per ommegaande doorgestuurd.
3. Jaarlijks stelt de bezwarencommissie een rapport op over de klachtenafhandeling en stuurt dit naar het Dagelijks Bestuur en de beleidscommissie.
Artikel 13 Klachtenbehandeling over het systeem
1. Klachten over het systeem worden door de HRW in samenspraak met de huurdersorganisaties behandeld. Klachten en vragen over het huisvestingsbeleid worden behandeld door het samenwerkingsverband Holland Rijnland.
2. Als klachten naar een ander orgaan zijn gestuurd dan waar ze moeten worden behandeld, worden ze per ommegaande doorgestuurd.
3. Een klachtencommissie zal klachten over het systeem beoordelen en in haar advies aangeven aan wie haar advies is gericht, dat wil zeggen aan de HRW en/of aan één van de deelnemende verhuurders.
4. De klachtencommissie over het systeem bestaat uit drie leden. Een lid wordt benoemd op voorspraak van de HRW, een lid op voorspraak van de koepels van huurdersorganisaties en een derde lid op voorspraak van de beide eerder benoemde leden.
5. De commissie als bedoeld in lid 3 zal ad hoc bijeengeroepen worden, afhankelijk van het aantal klachten en met inachtneming van de afhandelingstermijn van lid 6.
6. Klachten worden binnen een termijn van acht weken na ontvangst afgehandeld.
7. Jaarlijks stelt de klachtencommissie een rapport op over de klachtenafhandeling en stuurt dit naar de beleidscommissie ter advisering van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 14 Geschillen
1. Geschillen tussen uitvoeringsovereenkomstspartijen, waaronder begrepen geschillen die slechts door één der partijen als zodanig worden aangemerkt, omtrent de uitvoering van deze overeenkomst, worden door partijen schriftelijk voorgelegd aan een geschillencommissie.
2. De geschillencommissie bestaat uit drie leden. Een lid wordt benoemd op voorspraak van de HRW, een lid op voorspraak van het Dagelijks Bestuur en een derde lid op voorspraak van de beide eerder benoemde leden.
3. De leden van de commissie stellen zelf een reglement van orde vast.
4. De geschillencommissie doet binnen een termijn van ten hoogste drie maanden na ontvangst van de stukken schriftelijk uitspraak.
5. De uitspraak van de commissie geldt als bindend naar elk van de partijen. Tegen de uitspraak van de geschillencommissie is geen hoger beroep mogelijk.
6. Een partij zal de bedoelde procedure niet in gang zetten voordat zij de andere partij daarvan tevoren schriftelijk in kennis heeft gesteld en het geschil aan de orde is geweest in de beleidscommissie.
Artikel 15 Kosten
1. Partijen verdelen de kosten en baten die voortvloeien uit de uitvoering van deze uitvoeringsovereenkomst en die verband houden met het aanbodmedium, voorlichting, het aanleggen en bijhouden van inschrijvingen, de urgentieregeling, de bezwaarschriftenregeling en de beleidsontwikkeling.
2. Partijen verdelen, met in achtneming van het bepaalde in lid 4, de kosten en baten als volgt:
a. Over verdeling van de kosten die verband houden met de ontwikkeling en implementatie van het woonruimteverdeelsysteem maken het samenwerkingsverband Holland Rijnland en de HRW afspraken.
b. Alle kosten en baten die verband houden met de exploitatie van het woonruimteverdeelsysteem en het bijhouden van het woningzoekendenregister komen voor rekening van de HRW. Echter, als het Dagelijks Bestuur beleidswijzigingen vaststelt zonder instemming van de HRW, dan zijn de kosten voor de aanpassing van het woonruimteverdeelsysteem en de communicatie naar woningzoekenden over die wijzigingen geheel voor rekening van het samenwerkingsverband Holland Rijnland. Het Dagelijks Bestuur zal niet besluiten over beleidswijzigingen dan nadat zij overleg heeft gevoerd met de HRW, op basis van aan de HRW schriftelijk gevraagde inzicht in de financiële consequenties van die wijzigingen.
c. Alle kosten en baten die verband houden met de urgentieverlening alsmede de bezwaar- en beroepsprocedures (die samenhangen met de urgentieverlening en woonruimteverdeling) komen voor rekening van het samenwerkingsverband Holland Rijnland;
d. In afwijking van het bepaalde onder lid c geldt dat de eventuele griffie- en proceskosten die voortvloeien uit een bezwaar- of beroepsprocedure en die blijkens het advies of vonnis te wijten zijn aan nalatigheid of het in strijd handelen met Verordening of de uitvoeringsovereenkomst, toegerekend worden aan de organisatie die daaraan debet is. Echter, als uit schriftelijke stukken blijkt dat de nalatig bevonden organisatie in overleg en overeenkomstig de afspraken met het
samenwerkingsverband Holland Rijnland of de HRW heeft gehandeld, dan komen de kosten voor rekening van de koepelorganisatie.
e. Voor alle overige kosten en baten (waaronder communicatie) zullen partijen nadere afspraken maken. In beginsel is de kostenverdeling 50%-50%.
3. Ter compensatie van (een deel van) de kosten kan door partijen de woningzoekende de volgende kosten in rekening worden gebracht:
a. een bedrag bij (her)inschrijving;
b. een bedrag bij de urgentieaanvraag;
c. een bedrag bij bijzondere doelgroepen;
d. een bedrag voor een uitdraai van het woningaanbod.
4. De hoogte van de vergoedingen zal bij wijziging ter advisering worden voorgelegd aan de beleidscommissie en worden vastgesteld door de partijen, met uitzondering van indexatie conform de CBS-prijsindex.
Artikel 16 Looptijd en beëindiging
1. Deze uitvoeringsovereenkomst gaat in op dezelfde datum waarop de Verordening inwerking treedt [1 juli 2015] en geldt voor onbepaalde tijd.
2. Partijen zullen de werking van deze uitvoeringsovereenkomst na twee jaar evalueren en waar nodig aanpassen aan de resultaten van deze evaluatie.
3. Wijziging van deze uitvoeringsovereenkomst is te allen tijde mogelijk indien partijen daarover overeenstemming hebben bereikt. Indien landelijke wet- of regelgeving of de regionale verordening daartoe aanleiding geven, zal deze uitvoeringsovereenkomst tussentijds worden aangepast.
4. De HRW verplicht zich bij het voornemen van opzegging van de uitvoeringsovereenkomsteerst te overleggen met de koepels van huurdersorganisaties, overeenkomstig het BBSH en de Wet Overleg Huurders Verhuurders.
5. Onverminderd de mogelijkheid van ontbinding van de overeenkomst op grond van een tekortkoming in de nakoming te verlangen, is opzegging van de overeenkomst mogelijk indien voortzetting van de overeenkomst zich niet verdraagt met bij of krachtens wet dwingend aan partijen op te dragen of opgedragen taken en bevoegdheden op het terrein van de woonruimteverdeling of met de regionale verordening op het terrein van de woonruimteverdeling.
6. Indien de aangesloten verhuurders zich niet houden aan het bepaalde in deze uitvoeringsovereenkomst, kan het worden ontbonden en zijn de bepalingen van de Verordening onverkort van toepassing.
7. Faillissement en surseance van betaling van één van de partijen zijn in elk geval grond voor ontbinding.
8. Opzegging van deze uitvoeringsovereenkomst is mogelijk met een opzegtermijn van 1 jaar.
9. Partijen zullen na een opzegging in overleg treden over de naar regels van redelijkheid en billijkheid door de partij die heeft opgezegd aan de andere partij te betalen vergoeding voor de gevolgen van deze opzegging.
Artikel 17 Overmacht
1. Partijen zijn over en weer niet aansprakelijk voor tekortkomingen in de nakoming van deze overeenkomst die als gevolg van de wet of in het maatschappelijk verkeer geldende opvattingen als overmacht worden aangemerkt.
2. Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: onvoldoende beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel, ziekte van personeel, stakingen, verlate aanlevering of ongeschiktheid van materialen of van de programmatuur, voor zover deze omstandigheden zich voordoen aan de zijde dan wel door toedoen van de partij die niet nakomt c.q. tekortschiet.
3. Voorts wordt niet onder overmacht begrepen het niet-nakomen dan wel tekortschieten van door de opdrachtnemers ingeschakelde derden, en/ of liquiditeit- c.q. solvabiliteitsproblemen aan de zijde van de opdrachtnemer of de door hem ingeschakelde derden.
Artikel 18 Restbepaling
1. In de gevallen, die betrekking hebben op de uitvoering van deze uitvoeringsovereenkomst, maar waarin deze uitvoeringsovereenkomst niet voorziet, adviseert de beleidscommissie aan de uitvoeringsovereenkomstpartijen.
2. Deze uitvoeringsovereenkomst kan worden aangehaald als 'Uitvoeringsovereenkomst Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx 0000’.
Leiden, 1 juli 2015
Het Dagelijks Bestuur Holland Rijnland de portefeuillehouder
Ruimtelijke Ordening en Wonen
De xxxx X. Xxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van De Sleutels
De directeur-bestuurder
Mevrouw X. van den Berg ………………………………………………………..
Het bestuur van Dunavie
De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Habeko wonen
De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Noordwijkse Woningstichting De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Portaal Leiden De directeur
Mevrouw X. van den Oever ………………………………………………………..
Het bestuur van Rijnhart Wonen
De directeur-bestuurder
De heer X. xx Xxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Stek
De directeur-bestuurder
De heer X. Al ………………………………………………………..
Het bestuur van Vestia
De vestigingsmanager
De heer X. den Ouden ………………………………………………………..
Het bestuur van WonenCentraal
De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Alkemade Wonen
De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Woningstichting Buitenlust De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Woningstichting Nieuwkoop De directeur-bestuurder a.i.
Xxxxxxx X. Xxxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Woningstichting Ons Doel De directeur-bestuurder
………………………………………………………..
Het bestuur van
Woningstichting St. Xxxxxxxx xxx Xxxxx De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Woningstichting Xxxxxxxx Xx directeur-bestuurder
………………………………………………………..
Het bestuur van Woondiensten Aarwoude De directeur-bestuurder
De xxxx X. xxx xxx Xxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Woonstichting Vooruitgang De directeur-bestuurder
De xxxx X. Xxxxxxx ………………………………………………………..
Het bestuur van Woonzorg Nederland
Vestigingsmanager Voorschoten Xxxxxxx X. Xxxxxxx
………………………………………………………..
Het bestuur van
Ymere Haarlemmermeer De directeur
………………………………………………………..
Bijlage 1
Format huisvestingsvergunning
HUISVESTINGSVERGUNNING
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom,
Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen,
Het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland verleent hierbij, gezien de aanvraag van ondergenoemde(n) een huisvestingsvergunning (ingevolge artikel 8 Huisvestingswet 2014 en artikel 0 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx 2015) aan:
naam: [naam], geboortedatum: [geboortedatum]
en eventuele partner: [naam], geboortedatum: [geboortedatum] adres: [straatnaam]
postcode en woonplaats: [postcode] [woonplaats]
ingaande [datum]
De vergunning betreft het voor bewoning in gebruik nemen van de woonruimte: [adres]
Namens het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland [naam woningbouwvereniging]
………………………………………… [naam+handtekening functionaris],
[plaats], [datum]
Deze vergunning kan worden ingetrokken, als u daar binnen 30 dagen nadat u in gelegenheid bent gesteld de woning te betrekken, geen gebruik van heeft gemaakt, tenzij de vergunning binnen dit tijdvak is verlengd.
De vergunning kan ook worden ingetrokken, als deze is verleend op grond van door de vergunninghouder verstrekte gegevens, waarvan deze wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren.
U moet uw verhuizing binnen maximaal 5 dagen na het ingaan van de huurovereenkomst doorgeven aan de gemeentelijke instantie belast met de bevolkingsadministratie.
Aan deze vergunning kunt u geen recht op huurtoeslag ontlenen. Eventuele huurtoeslag moet u zelf apart aanvragen.
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxx
Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxx
Tel. 071 – 000 00 00
Fax. 071 – 000 00 00