HAVENGELDREGELING
HAVENGELDREGELING
Groningen Airport Eelde NV 2023
De naamloze vennootschap Groningen Airport Eelde, exploitant van de aangewezen luchthaven "Eelde",
STELT VAST:
de tarieven voor het gebruik door luchtvaartuigen van de aangewezen luchthaven "Eelde", neergelegd in de "Havengeldregeling" geldend vanaf 1 januari 2023.
Artikel 1 Definities
Binnen de werkingssfeer van deze regeling wordt verstaan onder:
A) De luchthaven:
de aangewezen luchthaven "Eelde".
B) De vennootschap:
de exploitant van de aangewezen luchthaven "Eelde"; Groningen Airport Eelde NV.
C) Etmaal:
tijdsruimte van 24 uren, te rekenen vanaf het tijdstip van landing van een vliegtuig op het luchtvaartterrein.
D) Vliegtuig:
een luchtvaartuig zwaarder dan lucht en voorzien van een voortstuwingsinrichting. Helikopters en onbemande luchtvaartuigen worden hieronder mede begrepen.
E) Hoofdstuk 2 vliegtuigen (Richtlijn 2006/93/EG van het Europees parlement en de raad): Hoofdstuk 2 vliegtuigen met een zogenaamde lage omloopratio, minder of gelijk aan 2:1; en Hoofdstuk 2 vliegtuigen met een hoge omloop (omloopratio groter dan 2:1), ouder dan 25 jaar.
F) Oppervlakte:
het product van de grootste lengte en breedte (in m²) van het vliegtuig in luchtwaardige toestand, dan wel in een toestand, waarbij de vleugels of rotors zijn opgevouwen.
G) Gewicht:
het maximum gecertificeerd startgewicht, dat wil zeggen het maximaal toegelaten totaalgewicht waarmee het vliegtuig, in overeenstemming met het Bewijs van Luchtwaardigheid onder de gunstigste omstandigheden mag starten (Maximum Take Off Weight), uitgedrukt in kilogram.
H) Bewijs van Luchtwaardigheid:
het geldige, door de bevoegde autoriteiten voor het vliegtuig afgegeven Bewijs van Luchtwaardigheid, dan wel het ingevolge internationale overeenkomst door de bevoegde autoriteiten afgegeven Bewijs van Gelijkstelling.
I) Landing:
een landing waarvoor overeenkomstig de registratie door de Luchtverkeersleiding Nederland landingsgeld verschuldigd is. Hieronder worden ook begrepen schijnlandingen, overshoots, touch-and-go’s, missed approaches en low passes.
J) Landingsgeld:
vergoeding aan de vennootschap, verschuldigd naar gewicht van het vliegtuig, voor het maken van een landing van verschillende categorieën vluchten op de luchthaven.
K) Passagiersvergoeding:
vergoeding aan de vennootschap, verschuldigd over het aantal vertrekkende passagiers bij vertrek van het vliegtuig van de luchthaven.
L) Overlandvlucht:
een vlucht, waarbij het vliegtuig landt op een andere luchthaven dan die waarvan het is opgestegen.
Helikoptervluchten worden aangemerkt als een overlandvlucht wanneer op enige plaats een landing wordt uitgevoerd, alsook wanneer geen landing wordt uitgevoerd maar wel personen of ladingen worden afgezet c.q. aan boord worden genomen.
M) Terreinvlucht:
een vlucht, waarbij het vliegtuig landt op dezelfde luchthaven waarvan het is opgestegen, zonder een landing, schijnlanding, et cetera te hebben uitgevoerd op een andere plaats.
N) Overshoot:
een overshoot is een landingsprocedure met doorstart, zonder dat de landingsbaan geraakt wordt.
O) Lesvlucht:
een terreinvlucht die uitsluitend voor instructieve doeleinden wordt uitgevoerd.
P) Parkeren:
het in de buitenlucht doen verblijven van een vliegtuig op het terrein van de luchthaven.
Q) Eigenaar:
de eigenaar, houder, exploitant of de gebruiker van een vliegtuig.
R) Passagier:
inzittende van een vliegtuig, niet behorende tot het boordpersoneel.
S) Transitpassagier:
een passagier, die met een doorgaande vlucht op de luchthaven aankomt en daarna met hetzelfde vliegtuig (of een wegens storing vervangend vliegtuig) vertrekt zonder het gebied te hebben verlaten, dat alleen met een geldig vervoersbewijs mag worden betreden.
T) Transferpassagier:
een passagier, die per vliegtuig op de luchthaven aankomt en daarna met een ander vliegtuig (niet zijnde het vliegtuig dat het eerste wegens storing vervangt) van de luchthaven vertrekt op basis van één vervoersovereenkomst, waarbij de aansluiting de belangrijkste reden is voor het gebruik van de luchthaven en de passagier het gebied van de luchthaven, dat een vertrekkende passagier alleen mag betreden met een geldig vervoersbewijs, tussen het moment van aankomst en vertrek niet langer dan 24 uur heeft verlaten.
U) Boordpersoneel:
lid van het cockpitpersoneel en ieder, die aan boord van een vliegtuig ten behoeve van de inzittenden of de lading werkzaamheden verricht of heeft te verrichten, onder welke werkzaamheden mede wordt verstaan de voorbereidingshandelingen voorafgaande aan de vlucht.
V) Security charge:
vergoeding aan de vennootschap, verschuldigd over het aantal vertrekkende passagiers bij vertrek van het vliegtuig van de luchthaven, waarvoor door de overheid bepaalde voorgeschreven veiligheidscontroles (op passagiers en/of goederen) van toepassing zijn.
W) Vrachtvliegtuig:
een vliegtuig waarmee een vlucht wordt uitgevoerd met het doel alleen goederen (inclusief luchtpost) te vervoeren.
Artikel 2 Havengelden
lid 1 Algemeen
Voor het landen van of opstijgen met een vliegtuig op de luchthaven is aan de vennootschap havengeld verschuldigd, waarvan de hoogte wordt bepaald door de navolgende factoren:
I Het gewicht van het vliegtuig (deze factor hierna te noemen “de vergoeding naar gewicht”). II De indeling naar klasse van de vlucht, in de zin dat een vlucht is te kenmerken als een:
A. Overlandvlucht;
B. Terreinvlucht;
C. Lesvlucht.
III Het aantal passagiers dat zich aan boord bevindt bij het vertrek van het vliegtuig van de luchthaven met een geregelde of ongeregelde verkeersvlucht met bestemming elders, of vluchten waarbij gebruik wordt gemaakt van de vertrekhal van de luchthaven of andere overeengekomen locaties (deze factor hierna te noemen "de passagiersvergoeding").
IV Het aantal vertrekkende passagiers dat zich aan boord bevindt bij het vertrek van het vliegtuig van de luchthaven op vluchten aangewezen door de overheid, waarbij de passagiers en hun bagage gecontroleerd moeten worden op de door de overheid voorgeschreven wijze door beveiligingspersoneel en met behulp van elektronische apparatuur (deze factor hierna te noemen de “security charge”).
V De dag en het tijdstip waarop de landing van het vliegtuig plaatsvindt. VI De geluidscategorie van het vliegtuig.
Waarbij wordt opgemerkt dat:
VII De bedragen genoemd in de Havengeldregeling zijn exclusief B.T.W. en zijn eveneens exclusief door de overheid op te leggen belastingen en heffingen, waarvoor een afwijkende te hanteren grondslag kan worden vastgesteld door de overheid.
VIII De vennootschap neemt de wettelijke bewaartermijn in acht voor de door haar ontvangen gegevens van derden met betrekking tot deze Havengeldregeling, en van toepassing zijnde door de overheid opgelegde belastingen en heffingen.
lid 2 Landingsgeld
De vergoeding naar gewicht van het vliegtuig wordt als volgt berekend:
klasse A Overlandvlucht
1) tot en met 10.000 kg € 16,35 voor iedere 1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, waarbij voor een vliegtuig met een gewicht tot 1.500 kg een maximum wordt gehanteerd van
€ 17,40 en voor een vliegtuig met een gewicht tot 2.000 kg een maximum wordt gehanteerd van € 29,40;
2) met een gewicht van boven de 10.000 kg tot en met 20.000 kg € 163,50 vermeerderd met
€ 11,55 voor iedere 1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, waarmee het gewicht de 10.000 kg te boven gaat;
3) met een gewicht van boven de 20.000 kg € 270,50 vermeerderd met € 16,45 voor iedere
1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, waarmee het gewicht de 20.000 kg te boven gaat.
klasse B Terreinvlucht
1) t/m 10.000 kg € 12,85 voor iedere 1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, waarbij voor een vliegtuig met een gewicht tot 1.500 kg een maximum wordt gehanteerd van € 13,40;
2) met een gewicht van boven de 10.000 kg tot en met 20.000 kg € 128,50 vermeerderd met
€ 12,60 voor iedere 1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, waarmee het gewicht de 10.000 kg te boven gaat;
3) met een gewicht van boven de 20.000 kg € 248,50 vermeerderd met € 12,70 voor iedere
1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, waarmee het gewicht de 20.000 kg te boven gaat.
klasse C Lesvlucht
1) voor een overlandvlucht: € 16,35 voor iedere 1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan;
2) voor een terreinvlucht: € 11,20 per 1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, met een minimum van € 16,10.
A. Een toeslag of korting op het landingsgeld wordt geheven indien het vliegtuig volgens het door de overheid verstrekte geluidscertificaat valt in de klasse:
Categorie-indeling | Toeslag/korting % |
1 | +30 |
2 | +15 |
3 | +10 |
4 | -5 |
5 | -10 |
6 | -10 |
7 | -15 |
8 | -15 |
B. De onder lid 1 genoemde landingsgelden worden niet geheven indien het vliegtuigen betreft die na van de luchthaven te zijn opgestegen, zonder een andere luchthaven te hebben aangedaan, wegens slechte weersomstandigheden of motorstoring terugkeren.
C. Boven de in het eerste lid vermelde landingsgelden wordt voor elke beweging van een vliegtuig waarbij een sleepnet daadwerkelijk wordt opgepikt, een extra vergoeding geheven van € 35,00 eenzelfde bedrag wordt geheven voor het afwerpen van een sleepnet indien het vliegtuig van een ander luchtvaartterrein is vertrokken.
Deze beide bedragen gelden eveneens wanneer tijdens een overlandvlucht een sleepnet wordt opgepikt c.q. wordt afgeworpen zonder dat het vliegtuig aan de grond komt, in welk geval tevens het landingsgeld volgens lid 2, klasse A in rekening wordt gebracht.
D. Boven het krachtens lid 2, klasse B of C verschuldigde landingsgeld is, voor het gebruik van baan- en/of naderingsverlichting, onder omstandigheden ter beoordeling van de Luchtverkeersleiding en/of luchthaven, per eigenaar voor lesvluchten, schijnlandingen, overshoots of dergelijke, een bedrag van € 135,00 per uur, met een minimum van
€ 72,50 verschuldigd.
E. Boven de in het 1e lid vermelde landingsgelden wordt, in verband met de geluids- nachtstraffactor, op vluchten die plaatsvinden na 19:00 uur, lokale tijd, een toeslag geheven van:
- 20% op overlandvluchten,
- 35% op terreinvluchten en
- 50% op lesvluchten
op het verschuldigde landingsgeld. Dit geldt voor alle dagen. Uitgezonderd van deze toeslag zijn: lijn-, charter-, taxi- en positievluchten.
lid 3 Passagiersvergoeding
A) De in lid 1, sub III van dit artikel bedoelde vergoeding naar passagiers wordt bepaald naar het aantal passagiers, dat zich aan boord bevindt bij vertrek van de luchthaven en bedraagt
€ 22,85 per passagier. Voor een transit passagier bedraagt het tarief € 3,85 en voor een transfer passagier € 5,75. Voor elke rondvluchtpassagier is € 11,00 verschuldigd.
B) Deze vergoeding is niet verschuldigd voor boordpersoneel en passagiers beneden de leeftijd van twee jaar. Vrijgesteld zijn eveneens passagiers op een andere, dan op een commerciële vlucht.
C) Deze vergoeding naar passagiers is verschuldigd door de eigenaar van het vliegtuig en wordt niet afzonderlijk van de passagiers geïnd.
D) Voor de berekening van de passagiersvergoeding, dient door of namens de eigenaar van het vliegtuig aan de vennootschap op voor deze naar haar oordeel deugdelijk controleerbare wijze per vlucht een opgave te worden verstrekt van het aantal van de zich bij het vertrek van het vliegtuig aan boord bevindende passagiers, onderverdeeld naar de categorieën als genoemd in lid 3B. Indien hieraan niet wordt voldaan, zal de berekening van de passagiersvergoeding geschieden naar de zitplaatscapaciteit van
het desbetreffende vliegtuigtype op "all economy basis".
lid 4 Security charge
A) De in lid 1, sub IV van dit artikel bedoelde vergoeding naar passagiers, wordt bepaald naar het aantal vertrekkende passagiers, dat zich aan boord bevindt bij vertrek van de luchthaven en bedraagt € 0,10 per passagier.
B) Deze vergoeding is niet verschuldigd voor boordpersoneel, transit-, transfer- en passagiers beneden de leeftijd van twee jaar.
C) Deze vergoeding naar passagiers is verschuldigd door de eigenaar van het vliegtuig en wordt niet afzonderlijk van de passagiers geïnd.
D) Voor de berekening van de security charge, dient door of namens de eigenaar van het vliegtuig aan de vennootschap – op een voor deze naar haar oordeel deugdelijk en controleerbare wijze – per vlucht een opgave te worden verstrekt van het aantal van de zich bij het vertrek van het vliegtuig aan boord bevindende passagiers, onderverdeeld naar de categorieën als genoemd in lid 4B van dit artikel. Indien hieraan niet wordt voldaan, zal de berekening van de security charge geschieden naar de zitplaatscapaciteit van het desbetreffende vliegtuigtype op “all economy basis”.
E) Indien de overheid de voorschriften tot uitvoering van controle aanpast, uitbreidt, veranderd, aanscherpt en/of ook op andere vluchten dan gebruikelijk van toepassing verklaart of anderszins de controle wijzigt waardoor de vennootschap extra kosten dient te maken voor het uitvoeren van die controle, dan kunnen deze kosten direct worden doorberekend in het tarief genoemd onder A van dit lid.
lid 5 Parkeergeld
Voor het doen verblijven van een vliegtuig op de daartoe voor algemeen gebruik bestemde gedeelten van de luchthaven is per etmaal of gedeelte daarvan, parkeergeld verschuldigd in overeenstemming met het hieronder bepaalde.
A) Het parkeergeld bedraagt € 3,25 per 1.000 kg gewicht of gedeelte daarvan, met een minimum van € 11,00.
B) Geen parkeergeld wordt geheven, indien het parkeren plaatsvindt gedurende een kortere periode dan zes uur volgend op de landing, geldig voor vliegtuigen met een gewicht tot
3.000 kg.
C) Geen parkeergeld wordt geheven, indien het parkeren plaatsvindt gedurende een kortere periode dan drie uur volgend op de landing, geldig voor vliegtuigen met een gewicht van boven de 3.000 kg.
lid 6 Toeslag (nachtelijke) openstelling buiten de reguliere openingstijden
Voor vluchten die zijn toegestaan buiten de reguliere openingstijden, wordt een toeslag berekend van € 950,00 per (nachtelijke) openstelling.
Artikel 3 Abonnementen en aangepaste dienstverlening
lid 1 Landingsabonnement
A) De eigenaar van een vliegtuig behorende tot vestigingen, bedrijven of instellingen op de luchthaven, kan met de vennootschap een jaarabonnement aangaan. Aanvragen daartoe dienen schriftelijk bij de vennootschap te worden ingediend.
B) Het jaarabonnement kan ingaan op de eerste dag van de maand, volgend op de vestiging op de luchthaven en na schriftelijke toestemming van de vennootschap.
C) Op een vliegtuig waarvoor een jaarabonnement is afgesloten, wordt 90% van het landingsgeld, vermeld onder Artikel 2, lid 2, klasse A, B en C in rekening gebracht.
D) De regeling inzake het jaarabonnement kan jaarlijks door de vennootschap worden herzien.
E) De vennootschap is niet verplicht een dergelijk contract aan te bieden noch is zij verplicht een motivatie te geven ingeval de aanvraag voor een jaarabonnement wordt geweigerd.
F) Het ingevolge een jaarabonnement verschuldigde, wordt voldaan op de door de vennootschap aan te geven wijze.
lid 2 Aangepaste dienstverlening
A) Onder specifieke omstandigheden kan Groningen Airport Eelde afwijken van de tarieven zoals genoemd onder artikel 2 van deze havengeldregeling. Dit is niet van toepassing op de hoogte van door de overheid opgelegde belastingen en heffingen.
B) De omstandigheden waaronder afgeweken kan worden van de tarieven genoemd onder artikel 2 van deze havengeldregeling zijn:
• seriematig verkeer (waaronder geregelde lijn- en chartervluchten);
• jaar-rond of seizoensgebonden producten;
• aangepast service niveau;
• efficiënte dienstverlening (waaronder een korte turn around-tijd of hoge loadfactor, one stop of non stop, et cetera);
• initiëren van nieuwe routes;
• het vestigen van een bedrijf of instelling op het luchthaventerrein.
C) Groningen Airport Eelde hanteert waar van toepassing de uitgangspunten uit de Mededeling van de Europese Commissie “Richtsnoeren voor staatssteun aan luchthavens en luchtvaartmaatschappijen” (EU Publicatieblad C 99/3 d.d. 4.4.2014).
Artikel 4 Betalingswijze
A) Alle verschuldigde vergoedingen, inclusief door de overheid opgelegde belastingen en heffingen, dienen voor het vertrek van het vliegtuig contant te worden voldaan bij de Havendienst van de vennootschap.
B) Indien het bedrag van de verschuldigde vergoedingen niet kan worden vastgesteld op het tijdstip van vertrek van het vliegtuig, moet de vergoeding in afwijking van het gestelde in artikel 4A, worden voldaan zodra de vaststelling van het verschuldigde bedrag mogelijk is.
C) In de gevallen, bedoeld in artikel 4B, kan de vennootschap vorderen dat ter voldoening van die vergoedingen een voorschotbedrag op de door haar te stellen voorwaarden wordt betaald. Zij stelt dit bedrag vast op ten hoogste het bedrag waarop de vergoedingen vermoedelijk zullen worden vastgesteld.
D) Het voorschotbedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde bedrag van de verschuldigde vergoeding.
E) In afwijking van het gesteld in de artikelen, 4A, 4B, 4C en 4D kan de vennootschap een betalingstermijn van 14 dagen toestaan na de dagtekening van de nota. De betaling van het verschuldigde dient te worden voldaan op de door de vennootschap aan te geven wijze.
Artikel 5
Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2023. Eelde, 1 oktober 0000
Xxxxxxxxx Airport Eelde NV
X.X. xx Xxxxx Directeur