OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de betekening en de kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd, enerzijds, en
HET KONINKRIJK DENEMARKEN, hierna „Denemarken” genoemd, anderzijds,
GELEID DOOR DE WENS de verzending tussen Denemarken en de andere lidstaten van gerechtelijke en buitengerechte- lijke stukken in burgerlijke of in handelszaken te verbeteren en te versnellen,
OVERWEGENDE dat de verzending rechtstreeks tussen de door de overeenkomstsluitende partijen aangewezen plaatse- lijke instanties moet geschieden,
OVERWEGENDE dat de verzending met het oog op de snelheid ervan langs elke passende weg kan geschieden, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan inzake de leesbaarheid en de betrouwbaarheid van de ontvangen stukken,
OVERWEGENDE dat een veilige verzending vereist dat het te verzenden stuk vergezeld gaat van een formulier dat moet worden ingevuld in de taal van de plaats waar de betekening of kennisgeving geschiedt dan wel in een andere taal die door de ontvangende lidstaat wordt aanvaard,
OVERWEGENDE dat — om de doeltreffendheid van deze overeenkomst te waarborgen — de mogelijkheid de betekening of kennisgeving van stukken te weigeren, tot buitengewone gevallen moet worden beperkt,
OVERWEGENDE dat het Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van de Europese Unie van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, dat werd vastgesteld bij akte van de Raad van de Europese Unie van 26 mei 1997 (1), niet in werking is getreden en dat de continuïteit van de bij het sluiten van het verdrag behaalde resultaten moet worden gewaarborgd,
OVERWEGENDE dat de essentiële gedeelten van het verdrag zijn overgenomen in Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (2) („de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken”),
ONDER VERWIJZING NAAR het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken („het Protocol betreffende de positie van Denemarken”), uit hoofde waarvan de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,
GELEID DOOR DE WENS de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de maatregelen ter uitvoering ervan uit hoofde van het internationale recht toe te passen op de betrekkingen tussen de Gemeenschap en Denemarken, dat als lidstaat een bijzondere positie inneemt wat titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap betreft,
DE NADRUK LEGGEND op het belang van een passende coördinatie tussen de Gemeenschap en Denemarken bij het onderhandelen over en het sluiten van internationale overeenkomsten die de werkingssfeer van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken kunnen beïnvloeden of wijzigen,
DE NADRUK LEGGEND op het feit dat Denemarken zich moet beijveren om toe te treden tot door de Gemeenschap gesloten internationale overeenkomsten wanneer de deelneming van Denemarken aan dergelijke overeenkomsten relevant is voor de coherente toepassing van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en deze overeenkomst,
(1) PB C 261 van 27.8.1997, blz. 1. Op de dag van de vaststelling van het verdrag heeft de Raad kennis genomen van het toelichtend verslag over het verdrag (zie bladzijde 26 van bovengenoemd publicatieblad).
(2) PB L 160 van 30.6.2000, blz. 37.
VASTSTELLEND dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bevoegd zou moeten zijn om de eenvormige toepassing en uitlegging van deze overeenkomst, inclusief de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de uitvoeringsmaatregelen van de Gemeenschap die deel uitmaken van deze overeenkomst, te waarborgen,
ONDER VERWIJZING naar de bevoegdheid die krachtens artikel 68, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is verleend om uitspraak te doen over prejudiciële vragen in verband met de geldigheid en de uitlegging van op titel IV van het Verdrag gebaseerde handelingen van de instellingen van de Gemeenschap, inclusief de geldigheid en de uitlegging van deze overeenkomst, en naar de omstandigheid dat deze bepaling, zoals volgt uit het Protocol betreffende de positie van Denemarken, niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,
OVERWEGENDE dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen onder dezelfde voorwaarden bevoegd moet zijn om prejudiciële beslissingen te geven met betrekking tot vragen over de geldigheid en de uitlegging van deze overeenkomst die door een Deense rechterlijke instantie worden opgeworpen, en dat Deense rechterlijke instanties bijgevolg onder dezelfde voorwaarden als de rechterlijke instanties van andere lidstaten moeten verzoeken om prejudiciële beslissingen over de uitlegging van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de maat- regelen ter uitvoering ervan,
ONDER VERWIJZING naar de bepaling dat de Raad van de Europese Unie, de Commissie en de lidstaten het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 68, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap kunnen verzoeken een uitspraak te doen over de uitlegging van op titel IV van het Verdrag gebaseerde handelingen van de instellingen van de Gemeenschap, inclusief de uitlegging van deze overeenkomst, en naar de om- standigheid dat deze bepaling, zoals volgt uit het Protocol betreffende de positie van Denemarken, niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,
OVERWEGENDE dat Denemarken onder dezelfde voorwaarden als andere lidstaten met betrekking tot de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de maatregelen ter uitvoering ervan, de mogelijkheid moet worden verleend om het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te verzoeken uitspraak te doen over vragen in verband met de uitlegging van deze overeenkomst,
DE NADRUK LEGGEND op het feit dat de rechterlijke instanties in Denemarken krachtens het Deense recht bij de uitlegging van deze overeenkomst, inclusief de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de uitvoeringsmaatregelen van de Gemeenschap die deel uitmaken van deze overeenkomst, rekening moeten houden met de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en van de rechterlijke instanties van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen aangaande de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de uitvoeringsmaatregelen van de Gemeenschap,
OVERWEGENDE dat het mogelijk moet zijn om op grond van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap die de procedure voor het Hof beheersen, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te verzoeken uitspraak te doen over vragen betreffende de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van deze overeen- komst,
OVERWEGENDE dat deze overeenkomst krachtens artikel 300, lid 7, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap verbindend is voor de lidstaten; dat het derhalve wenselijk is dat Denemarken zich — indien een lidstaat deze overeenkomst niet nakomt — kan wenden tot de Commissie in haar hoedanigheid van hoedster van het Verdrag,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Doel
1. Deze overeenkomst heeft ten doel de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stuk- ken en de maatregelen ter uitvoering ervan op de betrekkingen tussen de Gemeenschap en Denemarken toe te passen overeen- komstig artikel 2, lid 1.
2. Het is het doel van de overeenkomstsluitende partijen om in alle lidstaten te komen tot een eenvormige toepassing en uitlegging van de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de maatregelen ter uitvoering ervan.
3. Het bepaalde in artikel 3, lid 1, artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 1, van deze overeenkomst vloeit voort uit het Protocol betreffende de positie van Denemarken.
Artikel 2
Samenwerking bij de betekeningen en de kennisgeving van stukken
1. De bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken, die aan deze overeenkomst is gehecht en er deel van uitmaakt, en de krachtens artikel 17 van de verordening vastgestelde maatregelen ter uitvoering ervan die
— wat de na de inwerkingtreding van deze overeenkomst vast- gestelde uitvoeringsmaatregelen betreft — door Denemarken ten uitvoer worden gelegd zoals bedoeld in artikel 4 van deze over- eenkomst, alsmede de door de lidstaten overeenkomstig artikel 23 van de verordening meegedeelde gegevens, zijn uit hoofde van het internationale recht van toepassing op de betrekkingen tussen de Gemeenschap en Denemarken.
2. De datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst is van toepassing in plaats van de in artikel 25 van de verordening bedoelde datum.
Artikel 3
Wijzigingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken
1. Denemarken neemt niet deel aan de aanneming van wij- zigingen van de verordening inzake de betekening en de ken- nisgeving van stukken en deze wijzigingen zijn niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.
2. Wanneer wijzigingen van de verordening worden aange- nomen, stelt Denemarken de Commissie in kennis van zijn be- sluit om de inhoud van deze wijzigingen al dan niet ten uitvoer te leggen. Deze kennisgeving geschiedt op het ogenblik van de aanneming van de wijzigingen of binnen 30 dagen daarna.
3. Indien Denemarken besluit de inhoud van de wijzigingen ten uitvoer te leggen, wordt in de kennisgeving vermeld of de tenuitvoerlegging administratief kan plaatsvinden dan wel of deze door het parlement moet worden goedgekeurd.
4. Indien in de kennisgeving is vermeld dat de tenuitvoerleg- ging administratief kan plaatsvinden, wordt in de kennisgeving bovendien verklaard dat alle vereiste administratieve maatrege- len in werking treden op de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen van de verordening of in werking zijn getreden op de datum van de kennisgeving, naar gelang welke datum de laatste is.
5. Indien in de kennisgeving is vermeld dat voor de tenuit- voerlegging in Denemarken de goedkeuring van het parlement vereist is, gelden de volgende regels:
a) wetgevende maatregelen in Denemarken treden in werking op de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen van de verordening of binnen zes maanden na de kennisgeving, naar gelang welke datum de laatste is;
b) Denemarken stelt de Commissie in kennis van de datum waarop de wetgevende uitvoeringsmaatregelen in werking treden.
6. Een kennisgeving van Denemarken dat de inhoud van de wijzigingen in Denemarken ten uitvoer is gelegd overeenkom- stig leden 4 en 5, schept tussen Denemarken en de Gemeen- schap wederzijdse verplichtingen uit hoofde van het internatio- nale recht. De wijzigingen van de verordening vormen dan wijzigingen van deze overeenkomst en worden geacht aan deze overeenkomst te zijn gehecht.
7. Ingeval:
a) Denemarken kennis geeft van zijn besluit de inhoud van de wijzigingen niet ten uitvoer te leggen, of
b) Denemarken geen kennisgeving doet binnen de in lid 2 vast- gestelde termijn van 30 dagen, of
c) wetgevende maatregelen in Denemarken niet in werking tre- den binnen de in lid 5 vastgestelde termijnen
wordt deze overeenkomst als beëindigd beschouwd, tenzij de partijen anders besluiten binnen een termijn van 90 dagen of wanneer, in de onder c) bedoelde situatie, binnen dezelfde ter- mijn in Denemarken wetgevende maatregelen in werking tre- den. De overeenkomst eindigt drie maanden na afloop van de termijn van 90 dagen.
8. Aanvragen die zijn verzonden vóór de in de lid 7 be- doelde datum van beëindiging van de overeenkomst worden hierdoor niet beïnvloed.
Artikel 4
Uitvoeringsmaatregelen
1. Denemarken neemt niet deel aan de aanneming van ad- viezen door het in artikel 18 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken bedoelde comité. Krachtens artikel 17 van de verordening vastgestelde uitvoe- ringsmaatregelen zijn niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.
2. Wanneer krachtens artikel 17 van de verordening uitvoe- ringsmaatregelen zijn vastgesteld, worden die ter kennis van Denemarken gebracht. Denemarken stelt de Commissie in ken- nis van zijn besluit om de inhoud van de uitvoeringsmaatrege- len al dan niet ten uitvoer te leggen. De kennisgeving geschiedt na ontvangst van de uitvoeringsmaatregelen of binnen 30 dagen daarna.
3. In de kennisgeving wordt verklaard dat alle vereiste admi- nistratieve maatregelen in Denemarken in werking treden op de datum van inwerkingtreding van de uitvoeringsmaatregelen, of in werking zijn getreden op de datum van de kennisgeving, naar gelang welke datum de laatste is.
4. Een kennisgeving van Denemarken dat de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen in Denemarken ten uitvoer is gelegd, schept tussen Denemarken en de Gemeenschap wederzijdse ver- plichtingen uit hoofde van het internationale recht. De uitvoe- ringsmaatregelen maken dan deel uit van deze overeenkomst.
5. Ingeval:
a) Denemarken kennis geeft van zijn besluit de inhoud van de uitvoeringsmaatregelen niet ten uitvoer te leggen, of
b) Denemarken geen kennisgeving doet binnen de in lid 2 vast- gestelde termijn van 30 dagen
wordt deze overeenkomst als beëindigd beschouwd, tenzij de partijen anders beslissen binnen een termijn van 90 dagen. De overeenkomst eindigt drie maanden na afloop van de termijn van 90 dagen.
6. Aanvragen die zijn verzonden vóór de in de lid 5 be- doelde datum van beëindiging van de overeenkomst worden hierdoor niet beïnvloed.
7. Indien in uitzonderlijke gevallen voor de tenuitvoerlegging in Denemarken de goedkeuring van het parlement vereist is, wordt dit vermeld in de in lid 2 bedoelde kennisgeving van Denemarken, en zijn de bepalingen van artikel 3, leden 5 tot en met 8, van toepassing.
8. Denemarken verstrekt de Commissie de in de artikelen 2, 3, 4, 9, 10, 13, 14, 15, artikel 17, onder a), en artikel 19 van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stuk- ken bedoelde gegevens. De Commissie maakt deze gegevens samen met de relevante gegevens over de andere lidstaten be- kend. In de overeenkomstig artikel 17 van de verordening op- gestelde handleiding en lijst worden ook de relevante gegevens over Denemarken opgenomen.
Artikel 5
Internationale overeenkomsten die gevolgen hebben voor de verordening inzake de betekening en de kennisge- ving van stukken
1. Internationale overeenkomsten die door de Gemeenschap in het kader van de uitoefening van haar externe bevoegdheden zijn gesloten op basis van de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken, zijn niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.
2. Denemarken sluit geen internationale overeenkomsten die de werkingssfeer van de aan deze overeenkomst gehechte ver- ordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken kunnen beïnvloeden of wijzigen, tenzij dit gebeurt met de in- stemming van de Gemeenschap en er afdoende maatregelen zijn genomen met betrekking tot de wijze waarop deze overeen- komst zich verhoudt tot de betrokken internationale overeen- komst.
3. Bij onderhandelingen over internationale overeenkomsten die de werkingssfeer van de aan deze overeenkomst gehechte verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stuk- ken kunnen beïnvloeden of wijzigen, coördineert Denemarken zijn standpunt met de Gemeenschap en onthoudt het zich van acties die de binnen zijn bevoegdheidsgebied vallende doelstel- lingen van een gecoördineerd standpunt van de Gemeenschap in gevaar brengen.
de betekening en de kennisgeving van stukken en de in artikel 2, lid 1, bedoelde maatregelen ter uitvoering ervan.
2. Krachtens het Deense recht moeten de rechterlijke instan- ties in Denemarken bij de uitlegging van deze overeenkomst rekening houden met de jurisprudentie van het Hof van Justitie in verband met de bepalingen van de verordening inzake de betekening en de kennisgeving van stukken en de uitvoerings- maatregelen van de Gemeenschap.
3. Denemarken kan, zoals de Raad, de Commissie en elke lidstaat, het Hof van Justitie verzoeken een uitspraak te doen over de uitlegging van deze overeenkomst. De door het Hof van Justitie in antwoord op een dergelijk verzoek gegeven uitspraak heeft geen gevolgen voor de beslissingen van de rechterlijke instanties van de lidstaten die kracht van gewijsde hebben.
4. Denemarken heeft het recht opmerkingen bij het Hof van Justitie in te dienen wanneer een rechterlijke instantie van een lidstaat heeft verzocht om een prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van een van de in artikel 2, lid 1, bedoelde be- palingen.
5. Het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Jus- titie van de Europese Gemeenschappen en het Reglement voor de procesvoering van het Hof zijn van toepassing.
6. Indien de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap in verband met de uitspraken van het Hof van Justitie worden gewijzigd en dit gevolgen heeft voor uitspraken in verband met de verordening inzake de be- tekening en de kennisgeving van stukken, kan Denemarken de Commissie in kennis stellen van zijn besluit om de wijzigingen niet toe te passen wat deze overeenkomst betreft. De kennis- geving geschiedt op het tijdstip van de inwerkingtreding van de wijzigingen of binnen 60 dagen daarna.
In een dergelijk geval wordt de overeenkomst als beëindigd beschouwd. De overeenkomst eindigt drie maanden na de ken- nisgeving.
7. Aanvragen die zijn verzonden vóór de in de lid 6 be- doelde datum van beëindiging van de overeenkomst worden hierdoor niet beïnvloed.
Artikel 7
Artikel 6
Bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in verband met de uitlegging van de overeenkomst
1. Indien een vraag in verband met de geldigheid of de uit- legging van deze overeenkomst wordt opgeworpen in een zaak die aanhangig is bij een Deense rechterlijke instantie, verzoekt die rechterlijke instantie het Hof van Justitie over deze vraag een uitspraak te doen wanneer een rechterlijke instantie van een andere lidstaat van de Europese Unie dat onder dezelfde om- standigheden moet doen in verband met de verordening inzake
Bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in verband met de naleving van de overeenkomst
1. De Commissie kan bij het Hof van Justitie beroep instellen tegen Denemarken wegens niet-nakoming van de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst.
2. Denemarken kan bij de Commissie een klacht indienen wegens niet-nakoming door een lidstaat van de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst.
3. De bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap die de procedure voor het Hof van Justitie beheersen alsmede het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie en het Reglement voor de procesvoe- ring van het Hof zijn van toepassing.
Artikel 8
Territoriale toepassing
Deze overeenkomst is van toepassing op de gebieden die wor- den genoemd in artikel 299 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Artikel 9
Beëindiging van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst eindigt indien Denemarken de andere lidstaten ervan in kennis stelt dat het niet langer een beroep wenst te doen op de bepalingen van deel I van het Protocol betreffende de positie van Denemarken zulks overeenkomstig artikel 7 van dat protocol.
2. Deze overeenkomst kan door elk van de overeenkomst- sluitende partijen worden beëindigd door de andere overeen- komstsluitende partij daarvan in kennis te stellen. De overeen- komst eindigt zes maanden na de datum van deze kennisgeving.
3. Aanvragen die zijn verzonden vóór de in de leden 1 of 2 bedoelde datum van beëindiging van de overeenkomst worden hierdoor niet beïnvloed.
Artikel 10
Inwerkingtreding
1. Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures aangenomen.
2. De overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand volgende op de kennisgeving door de overeen- komstsluitende partijen dat hun daartoe vereiste procedures zijn beëindigd.
Artikel 11
Authenticiteit van de teksten
Deze overeenkomst is in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Slo- veense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij al deze teksten gelijkelijk authentiek zijn.
Hecho en Bruselas, el diecinueve de octubre del dos mil cinco. V Bruselu dne devatenáctého října dva tisíce pět.
Udfærdiget i Bruxelles den nittende oktober to tusind og fem. Geschehen zu Brüssel am neunzehnten Oktober zweitausendfünf.
Kahe tuhande viienda aasta oktoobrikuu üheksateistkümnendal päeval Brüsselis.
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα εννέα Οκτωβρίου δύο χιλιάδες πέντε.
Done at Brussels on the nineteenth day of October in the year two thousand and five. Fait à Bruxelles, le dix-neuf octobre deux mille cinq.
Fatto a Bruxelles, addì diciannove ottobre duemilacinque. Xxxxxxx, divtūkstoš piektā gada deviņpadsmitajā oktobrī.
Priimta du tūkstančiai penktų metų spalio devynioliktą dieną Briuselyje. Xxxx Xxxxxxxxxxx, a kettőezer ötödik év október tizenkilencedik napján. Magħmul fi Brussel, fid-dsatax jum ta' Ottubru tas-sena elfejn u ħamsa. Gedaan te Brussel, de negentiende oktober tweeduizend vijf.
Sporządzono w Brukseli dnia dziewiętnastego października roku dwa tysiące piątego. Feito em Bruxelas, em dezanove de Outubro de dois mil e cinco.
V Bruseli dňa devätnásteho októbra dvetisícpäť.
V Bruslju, devetnajstega oktobra leta dva tisoč pet.
Tehty Brysselissä yhdeksäntenätoista päivänä lokakuuta vuonna kaksituhattaviisi. Som skedde i Bryssel den nittonde oktober tjugohundrafem.
Por la Comunidad Europea Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap
W imieniu Wspólonoty Europejskiej Pela Comunidade Europeia
Za Európske spoločenstvo Za Evropsko skupnost Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Por el Xxxxx xx Xxxxxxxxx Za Dánské království
For Kongeriget Danmark
Für das Königreich Dänemark Taani Kuningriigi nimel
Για το Βασίλειο της Δανίας
For the Kingdom of Denmark Pour le Royaume de Danemark Per il Regno di Danimarca Dānijas Karalistes vārdā Danijos Karalystės vardu
A Dán Királyság részéről Għar-Renju tad-Danimarka
Voor het Koninkrijk Denemarken W imieniu Królestwa Danii
Pelo Reino da Dinamarca Za Dánske kráľovstvo
Za Kraljevino Dansko
Tanskan kuningaskunnan puolesta På Konungariket Danmarks vägnar