MANTELOVEREENKOMST OPLEIDEN ARTSEN MAATSCHAPPIJ & GEZONDHEID EN FORENSISCHE GENEESKUNDE
XXXXXXXXXXXXXXXXXX OPLEIDEN ARTSEN MAATSCHAPPIJ & GEZONDHEID EN FORENSISCHE GENEESKUNDE
De ondergetekenden:
1. De Stichting SBOH Maatschappij & Gezondheid, gevestigd te Utrecht, vertegenwoordigd door Stichting SBOH, en Stichting SBOH op haar beurt vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur, xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, hierna te noemen: ‘SBOH’;
en
2.a De vereniging Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland GGD GHOR Nederland, hierna: ‘GGD GHOR Nederland’, statutair gevestigd te Utrecht en rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxxx, voorzitter,
2.b De vereniging ACTIZ Jeugd, hierna: ‘ACTIZ Jeugd’, statutair gevestigd te Utrecht en rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxx Xxxxxxx, voorzitter,
2.c De vereniging Landelijk Netwerk Veilig Thuis, hierna: ‘LNVT’ statutair gevestigd te Vianen en rechtsgeldig vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxx, voorzitter,
GGD GHOR Nederland, ACTIZ Jeugd en LNVT hierna gezamenlijk te noemen: ‘(Branche)verenigingen’ SBOH en (Branche)verenigingen hierna gezamenlijk te noemen: ‘Partijen’.
Nemen het volgende in overweging:
a. (Branche)verenigingen zijn koepelorganisaties van instellingen waar artsen in opleiding tot profiel jeugdarts KNMG, profiel arts tuberculosebestrijding KNMG, profiel arts infectieziektebestrijding
KNMG, profielarts medische milieukunde KNMG, profiel vertrouwensarts, specialist arts Maatschappij & Gezondheid en forensisch arts worden opgeleid.
b. Artsen in opleiding tot profiel jeugdarts KNMG, profiel arts tuberculosebestrijding KNMG, profiel arts infectieziektebestrijding KNMG, profielarts medische milieukunde KNMG, profiel vertrouwensarts, specialist arts Maatschappij & Gezondheid en forensisch arts (hierna zowel in meervoud als enkelvoud verder geduid als: ‘de Aios’) volgen gedurende de opleiding profiel jeugdarts KNMG, profiel arts tuberculosebestrijding KNMG, profiel arts infectieziektebestrijding KNMG, profielarts medische milieukunde KNMG, profiel vertrouwensarts, specialist arts Maatschappij & Gezondheid en forensisch arts (hierna -samengevat-; ‘de Opleiding’) het theoretisch deel daarvan bij een door de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (hierna: ‘RGS’) erkend opleidingsinstituut (hierna: ‘het Opleidingsinstituut’);
c. De Aios volgen het praktische deel van de Opleiding geheel of gedeeltelijk bij een door de RGS voor de Opleiding erkende opleidingsinstelling, die een opleidingsovereenkomst heeft met het Opleidingsinstituut (hierna: ‘de Opleidingsinstelling’) ;
d. Te doen gebruikelijk is dat de Aios gedurende de Opleiding formeel in dienst zijn van SBOH;
e. Op grond van het bij of krachtens respectievelijk de Wet marktordening gezondheidszorg, beleidsregels NZa en de Kaderwet VWS-subsidies bepaalde maakt SBOH jaarlijks op aanvraag aanspraak op een beschikbaarheidbijdrage, instellingssubsidie of projectsubsidie per 1,0 fte opleidingsplaats (hierna: ‘de Subsidie’);
f. De Subsidie is bestemd voor de kosten van de Opleiding van de Aios als zodanig (te weten onder andere de kosten van het Opleidingsinstituut, van de door de RGS voor de Opleiding erkende opleider (hierna: ‘de Opleider’) c.q. diens team van begeleiders (hierna: ‘het Opleidingsteam’) en van de
centrale opleidingsactiviteiten), alsook voor de (algemene) administratiekosten en de kosten van de arbeidsvoorwaarden en werkgeverslasten van de Aios;
g. Gedurende de Opleiding van de Aios bij de Opleidingsinstelling komt de vergoeding voor de Opleider
c.q. het Opleidingsteam toe aan de Opleidingsinstelling;
h. In onderhavige overeenkomst wensen Partijen omtrent het vorengaande (b t/m g) afspraken met elkaar te maken, die branche breed voor alle Opleidingsstellingen hebben te gelden.
Komen het volgende overeen:
OPLEIDINGSINSTELLING
Artikel 1
1. Aios in dienst van SBOH worden uitsluitend bij een Opleidingsinstelling geplaatst na het sluiten van een overeenkomst tussen de SBOH en de Opleidingsinstelling volgens het model dat als bijlage l aan onderhavige mantelovereenkomst gehecht. Hetgeen in onderhavige mantelovereenkomst is bepaald is op de verhouding tussen SBOH en de Opleidingsinstelling van toepassing. Indien sprake is van strijdigheid tussen de modelovereenkomst en de overeenkomst tussen SBOH en de
Opleidingsinstelling geldt het bepaalde in laatstgenoemde overeenkomst;
OPLEIDING
Artikel 2
1. De Opleidingsinstelling draagt ervoor zorg dat zij door de RGS is erkend voor de Opleiding als Opleidingsinstelling gedurende de periode waarin de Aios (een deel van) de Opleiding loopt bij de Opleidingsinstelling. De Opleidingsinstelling heeft een opleidingsovereenkomst gesloten met het Opleidingsinstituut (hierna: ‘de Opleidingsovereenkomst’), die gedurende de Opleidingsperiode van de Aios van kracht is.
2. De Opleidingsinstelling wijst een door de RGS erkende Opleider aan voor leiding en toezicht van de Aios.
3. De Opleidingsinstelling geeft de Opleider c.q. het Opleidingsteam de gelegenheid de Aios de door de RGS-regelgeving verplichte begeleiding te geven.
AANVRAAG SUBSIDIE
Artikel 3
1. SBOH is verantwoordelijk en draagt zorg voor het jaarlijks tijdig en volledig aanvragen van de Subsidie.
2. SBOH zal zich inspannen om te bewerkstelligen dat de aangevraagde Subsidie daadwerkelijk wordt verleend. Indien daarvoor de medewerking van de Opleidingsinstelling is vereist, dient de Opleidingsinstelling deze medewerking te verlenen binnen de termijn die SBOH haar daarvoor stelt.
OPLEIDERSVERGOEDING
Artikel 4
1. SBOH verstrekt de Opleidingsinstelling een vergoeding voor de door de RGS-regelgeving verplichte begeleiding van de Aios door de Opleider c.q. het Opleidingsteam uitgaande van 6 uur begeleiding per week (hierna: ‘de Opleidersvergoeding’). De hoogte van de Opleidersvergoeding bedraagt € 1.619,- (prijspeil 2024) per 1,0 fte Aios per maand. Van de Opleidersvergoeding wordt € 143,- (prijspeil 2024) per 1,0 fte Aios per maand ingehouden voor de bekostiging van de scholing van de Opleider. Deze inhouding wordt door SBOH verstrekt aan stichting SOGEON. Alle in dit artikel bedoelde bedragen worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van het percentage Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) van het voorafgaande jaar en als zodanig
geïndexeerd jaarlijks in bijlage II vastgelegd, alsook via de website van SBOH kenbaar gemaakt alsook gedeeld door de (Branche)verenigingen.
2. SBOH verstrekt aan de Opleidingsinstelling enkel een Opleidersvergoeding ten behoeve van de Aios voor zover de Aios bij de Opleidingsinstelling daadwerkelijk (een deel van) de Opleiding volgt en waarvoor SBOH zelf Subsidie ontvangt.
3. Voor zover de Aios de Opleiding niet gedurende een gehele maand bij de Opleidingsinstelling heeft gevolgd, zal vergoeding naar rato geschieden.
4. De vergoeding vindt plaats naar rato van het fte dienstverband zoals is overeengekomen tussen de Aios en SBOH. De personeelsadministratie van SBOH is hierbij leidend. Eventuele mutaties worden door het Opleidingsinstituut aan SBOH verstrekt.
5. De Opleidersvergoeding wordt, afhankelijk van de fase van de Opleiding waarin een betreffende Aios zich bevindt, door SBOH aan de Opleidingsinstelling betaald op de wijze en in de termijnen zoals aangegeven in bijlage II.
6. SBOH heeft het recht de vergoeding voor Valuteerbare arbeid te verrekenen met de Opleidersvergoeding.
Artikel 5
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 4, heeft de Opleidingsinstelling uitsluitend recht op de Opleidersvergoeding en is SBOH de Opleidersvergoeding alleen aan de Opleidingsinstelling verschuldigd voor zover de Aios daadwerkelijk in opleiding is. In het geval van (periodes van) onderbreking van de Opleiding, zoals in het geval van verlof anders dan vakantieverlof, ontvangt de Opleidingsinstelling geen Opleidersvergoeding. In het geval van deeltijdverlof wordt de hoogte van de Opleidersvergoeding aan de Opleidingsinstelling naar rato vastgesteld.
2. Indien de Aios langer dan 6 weken ziek is waardoor het praktische deel van de Opleiding niet bij de instelling kan plaatsvinden, is de SBOH voor de periode na 6 weken ziekte geen Opleidersvergoeding verschuldigd.
3. Voor de toepassing van lid 2 van dit artikel worden perioden, waarin de Aios in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
VERGOEDING VOOR VALUTEERBARE ARBEID
Artikel 6
1. Onder Valuteerbare arbeid wordt verstaan de arbeid die de Aios levert gedurende de Opleiding bij de Opleidingsinstelling. Hiermee draagt de Aios bij aan de omzet van die betreffende instelling. Onder valuteerbare arbeid kan o.a. vallen: het behandelen van patiënten, JGZ-spreekuren, de afhandeling van infectieziekten of tuberculosemeldingen en advisering bij milieuvragen.
2. Voor zover de Aios die in dienst is bij SBOH (een deel van) de Opleiding volgt bij de Opleidingsinstelling, is de Opleidingsinstelling SBOH vergoeding verschuldigd voor de Valuteerbare arbeid van de Aios.
3. De vergoeding voor Valuteerbare arbeid bedraagt € 3.597,- (prijspeil 2024) per 1,0 fte Aios per maand en wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van het OVA- percentage van het voorafgaande jaar en als zodanig geïndexeerd jaarlijks in bijlage II vastgelegd, en via de website van SBOH kenbaar gemaakt alsook gedeeld door de (Branche)verenigingen.
4. SBOH zal de vergoeding voor Valuteerbare arbeid, afhankelijk van de fase van de Opleiding waarin een betreffende Aios zich bevindt, per maand bij de Opleidingsinstelling in rekening brengen op de wijze en in de termijnen zoals aangegeven in bijlage II. De Opleidingsinstelling dient de vergoeding Valuteerbare arbeid uiterlijk binnen 21 dagen na de daartoe van SBOH verkregen factuur aan SBOH te voldoen.
5. Voor zover de Aios de Opleiding niet gedurende een gehele maand bij de Opleidingsinstelling heeft gevolgd, zal de vergoeding voor Valuteerbare arbeid naar rato geschieden.
6. Indien de Aios langer dan 6 weken aaneengesloten volledig ziek is waardoor het praktische deel van de Opleiding niet bij de Opleidingsinstelling kan plaatsvinden is de Opleidingsinstelling over de periode na 6 weken ziekte van de Aios geen vergoeding voor Valuteerbare arbeid verschuldigd.
7. Voor de toepassing van lid 6 van dit artikel worden perioden, waarin de Aios in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
8. De vergoeding voor Valuteerbare arbeid vindt plaats naar rato van het fte dienstverband zoals is overeengekomen tussen de Aios en SBOH. De personeelsadministratie van SBOH is hierbij leidend. Eventuele mutaties worden door het Opleidingsinstituut aan SBOH verstrekt.
ZIEKTEVERZUIM EN RE-INTEGRATIE
Artikel 7
1. Wanneer een re-integratie van een Aios meer complex is en meer aandacht van een Opleider vraagt dan normaliter verwacht mag worden of als de re-integratie-activiteiten van de Aios geen opleidingstijd kunnen zijn, waardoor een Opleider niet optreedt als opleider maar enkel als begeleider van een re-integratie-traject, gaat SBOH over tot het verstrekken van een eenmalige re- integratievergoeding ad € 1.200,- aan de Opleidingsinstelling waar de aios re-integreert, ongeacht de duur van de inspanningen van de Opleider c.q. de leidinggevende van de instelling waar de aios re-integreert.
2. Deze eenmalige re-integratievergoeding kan door de Opleidingsinstelling worden aangevraagd bij SBOH met behulp van een aanvraagformulier, waarop ook de noodzakelijke gegevens van de Opleider/Opleidingsinstelling aan wie de vergoeding moet worden verstrekt staan vermeld.
3. SBOH beslist over de toekenning van de re-integratievergoeding.
4. SBOH behoudt zich het recht voor om op enig moment met deze tijdelijke vergoedingsregeling te stoppen.
VERPLICHTINGEN OPLEIDINGSINSTELLING
Artikel 8
1. De Opleidingsinstelling respecteert de Xxx XXXX. De actuele versie is ten alle tijde te vinden op: xxxx.xx.
2. De Aios wordt in de gelegenheid gesteld om vakantie-uren op te nemen in overleg met de Opleidingsinstelling conform het Kader Vakantieregeling van het Opleidingsinstituut.
3. Indien de Xxxx door het werk tijdens avond-, nacht - en weekenddienst recht heeft op ORT-toeslag of een vergoeding voor bereikbaarheidsdiensten zal deze toeslag of vergoeding vermeerderd met werkgeverslasten maandelijks door SBOH aan de Opleidingsinstelling worden doorbelast.
4. Wanneer de met SBOH overeengekomen arbeidsduur wordt overschreden, heeft de Aios recht op een overwerkvergoeding welke gedurende de periode dat de Aios de Opleiding bij de Opleidingsinstelling volgt, maandelijks volledig door SBOH aan de Opleidingsinstelling zal worden doorbelast vermeerderd met werkgeverslasten.
5. De Opleidingsinstelling is zich bewust van de verantwoordelijkheden conform de Arbeidstijdenwet en de Arbeidsomstandighedenwet en draagt zorg voor een veilige en gezonde werkomgeving voor de Aios. De Opleidingsinstelling is verplicht alle wet- en regelgeving met betrekking tot arbeidstijden en arbeidsomstandigheden deugdelijk na te leven en ervoor zorg te dragen dat de locatie waarop en de werktuigen en materialen waarmee de Aios opleidingsactiviteiten en werkzaamheden verricht, voldoen aan alle ter zake geldende veiligheidsvoorschriften.
6. De Opleidingsinstelling zal alles doen en nalaten wat in redelijkheid van de Opleidingsinstelling kan worden verwacht teneinde te voorkomen dat de Aios tijdens de uitvoering van de
opleidingsactiviteiten en werkzaamheden schade lijdt. In dat kader verstrekt de Opleidingsinstelling tijdig voor de aanvang van de werkzaamheden aan de Aios de beschrijving van de binnen de Opleidingsinstelling geldende risico-inventarisatie en -evaluatie, van de gevaren en risicobeperkende maatregelen en van de risico's voor de Aios op de werkplek binnen de Opleidingsinstelling.
AANSPRAKELIJKHEID/VRIJWARING
Artikel 9
1. Behoudens bepalingen van dwingend recht is SBOH niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de Aios, de Opleidingsinstelling of aan zaken dan wel personen bij of van de Opleidingsinstelling of een derde, verband houdend met deze overeenkomst en de overeenkomst tussen SBOH en de Opleidingsinstelling, alsook de Opleidingsovereenkomst, waaronder mede te verstaan schade die is ontstaan als gevolg van toedoen of nalaten van de Aios, de Opleidingsinstelling zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de Aios.
2. De Opleidingsinstelling vrijwaart SBOH volledig tegen aanspraken, jegens SBOH ingesteld wegens het niet nakomen door de Opleidingsinstelling van de in dit artikel genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten (waaronder in ieder geval wordt verstaan schadevergoeding, rente en kosten voor rechtsbijstand) volledig aan SBOH vergoeden.
REIKWIJDTE EN LOOPTIJD
Artikel 10
1. Deze overeenkomst vangt aan per datum ondertekening en geldt voor onbepaalde tijd.
2. Deze overeenkomst wordt minimaal eens per jaar geëvalueerd en waar nodig geactualiseerd. Ook wordt een proces voor evaluatie afgesproken en in gang gezet.
3. SBOH en (branche)verenigingen kunnen gezamenlijk op ieder moment besluiten tot het aanbrengen
xxx xxxxxxxxxxx in onderhavige Overeenkomst. De actuele versie is altijd beschikbaar via xxx.xxxx.xx en wordt gedeeld door de (Branche)verenigingen. De wijzigingen treden in werking op het
aangekondigde tijdstip van inwerkingtreding. Indien geen tijdstip van inwerkingtreding is
meegedeeld, treden wijzigingen jegens de Opleidingsinstelling(en) in werking, zodra de wijziging is meegedeeld of kenbaar is geworden;
4. SBOH en de (branche)verenigingen kunnen ieder onderhavige overeenkomst tussentijds door schriftelijke opzegging beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden, tenzij een dringende reden onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst rechtvaardigt. De dringende reden dient onverwijld in de opzeggingsbrief te worden vermeld.
5. Ongeacht het bepaalde in lid 1 van dit artikel dan wel een eventuele opzegging, wordt de inhoud van deze overeenkomst gedurende de lopende periode van de Opleiding van Xxxx die onder de reikwijdte van deze overeenkomst vallen nageleefd door de Opleidingsinstelling en SBOH.
6. De overeenkomst tussen SBOH en de Opleidingsinstelling waarin verwezen wordt naar onderhavige Overeenkomst (volgens model I, bijlage I) vangt aan op de datum zoals vermeld in de overeenkomst tussen SBOH en de Opleidingsinstelling en geldt voor onbepaalde tijd;
7. De overeenkomst tussen SBOH en de Opleidingsinstelling eindigt van rechtswege en met
onmiddellijke ingang op de datum waarop de Opleidingsovereenkomst tussen de Opleidingsinstelling en het Opleidingsinstituut eindigt en/of de erkenning door de RGS als opleidingsinstelling vervalt of wordt ingetrokken. Eventueel lopende opleiding en/of stages van Aios worden in deze gevallen per direct beëindigd;
8. SBOH en de Opleidingsinstelling kunnen ieder de tussen hen gesloten overeenkomst beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden, tenzij een dringende reden onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst rechtvaardigt. De dringende reden dient onverwijld in de
opzeggingsbrief te worden vermeld. Ongeacht het vorengaande in dit artikellid wordt de inhoud van
onderhavige Overeenkomst en de overeenkomst tussen SBOH en de Opleidingsinstelling gedurende de lopende periode van de Opleiding van Xxxx die onder de reikwijdte van deze overeenkomst vallen nageleefd door de Opleidingsinstelling en SBOH.
9. De overeenkomst tussen SBOH en de Opleidingsinstelling kan met onmiddellijke ingang door de Opleidingsinstelling worden opgezegd ingeval van een wijziging van onderhavige Overeenkomst, met dien verstande dat de lopende overeenkomst gedurende de lopende periode van de Opleiding van Xxxx die onder de reikwijdte van deze overeenkomst vallen wordt nageleefd door de
Opleidingsinstelling en SBOH.
GEBONDENHEID LEDEN/INSTELLINGEN (BRANCHE)VERENIGINGEN
Artikel 11
(Branche)verenigingen verbinden zich jegens de SBOH haar leden/de Opleidingsinstellingen in kennis te stellen van de inhoud van de Overeenkomst. De Overeenkomst vormt de basis voor de overeenkomst tussen SBOH en de Opleidingsinstelling(en).
BIJLAGEN
Artikel 12
Bij deze overeenkomst behoren twee bijlagen die daarvan integraal onderdeel uitmaken.
INTERPRETATIE
Artikel 13
De considerans, alsmede de opschriften bij de artikelen van deze overeenkomst zijn louter bedoeld ter informatie.
GESCHILLEN
Artikel 14
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen die voortvloeien uit of verband houden met deze overeenkomst, daaronder begrepen geschillen die slechts door één partij als zodanig
worden ervaren, worden in eerste aanleg voorgelegd aan de bevoegde rechter te Utrecht, onverminderd het recht van partijen een voorlopige voorziening te vorderen.
Aldus overeengekomen en in viervoud opgemaakt en ondertekend,
namens stichting SBOH Maatschappij & Gezondheid drs. M.L.C. Xxxxxxxxxx voorzitter Raad van Bestuur datum ondertekening: 17 juli 2024 namens vereniging ACTIZ Jeugd R. J. Xxxxxxx voorzitter datum ondertekening: 23 mei 2024 | namens vereniging Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland GGD GHOR Nederland, Xxxxx Xxxxxxx voorzitter datum ondertekening: 6 mei 2024 namens vereniging Landelijk Netwerk Veilig Thuis Xxxxxx Xxxxxxx voorzitter datum ondertekening: 21 juni 2024 |