Inkoopkader jeugd 2016, met doorkijk naar 2017
Inkoopkader jeugd 2016, met doorkijk naar 2017
WB, 20 augustus 2015
Inkoopkader jeugd 2016, met doorkijk naar 2017
1. Inleiding
2. Bestaande kaders
a. Beleidsplan jeugd
b. Basisovereenkomst bestuurlijk aanbesteden
c. Dienstverleningsovereenkomst inkoop Eindhoven
3. Zorgvormen en inhoudelijke keuzes
a. Jeugdhulp zonder verblijf
b. Jeugdhulp met verblijf
c. Gedwongen kader en justitiële jeugdhulp
d. Indikking codes
4. Financieel kader
1. Inleiding (waarom)
In de aanloop naar 1 januari 2015 is er onder tijdsdruk een aantal keuzes gemaakt in de voorbereiding op de nieuwe jeugdzorgtaken. Het bieden van continuïteit had prioriteit en we beschikten op onderdelen over zeer gebrekkige informatie om alles goed vorm te geven. Dit geldt zeker ook rondom de inkoop. Op dit moment is de tijdsdruk veel minder aan de orde en hebben we meer ruimte om bepaalde onderdelen van onze visie (beleidsplan jeugd) door te vertalen in de inkoop. Ook ontstaan er vanuit de praktijk nieuwe inzichten. Een aantal van die inzichten kunnen we vrij snel inhoudelijk toepassen en voor andere inzichten geldt dat ze procesmatig ingepland moeten worden voor nadere analyse en uitwerking. Kortom, we hebben meer ruimte om vorm te geven aan de geambieerde transformatie.
Dit betekent dat we – anders dan vorig jaar – nu wel in de positie zijn om een inkoopkader op te stellen: een document dat overzicht biedt aan gemeenten en aanbieders. Het inkoopkader schets enkele inhoudelijke keuzes, maar vooral ook procesafspraken voor het jaar 2016 die hun effect hebben op de inkoop in 2017. Daarmee weten gemeenten, als ook aanbieders hoe zaken geregeld zijn/worden en daarmee kunnen zij ook zelf beter in hun rol komen. Het kader steekt vooral in op “de jeugdhulp” die peelregionaal is ingekocht, en het legt verbinding met de inkoop die Eindhoven voor ons verzorgt. Daarnaast kan het kader ook aanknopingspunten bieden voor lokaal beleid.
Concepten van deze notitie zijn besproken binnen de unit Zorg en Ondersteuning van Peel6.1, binnen het Peelbeleidsteam jeugd en op 27 augustus jl. ook aan de Fysieke overlegtafel jeugd. De notitie schetst in eerste instantie de kaders die verankerd zijn in bestaande beleids- en inkoopdocumenten, vervolgens wordt ingestoken op de hoofdvormen van jeugdhulp en hoe we daar mee omgaan, er wordt een financieel kader geschetst en er wordt afgesloten met een tijdpad.
2. Bestaande kaders
Zoals in de inleiding aangegeven zijn er in de aanloop naar 1 januari 2015 keuzes gemaakt en documenten vastgesteld, waarin de kaders voor de inkoop van jeugdhulp beschreven zijn. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste documenten en de daarin opgenomen algemene uitgangspunten en overwegingen benoemd en samengevat.
2.1 Beleidsplan jeugd (nov. 2014)
Dit beleidsplan schetst een aantal inhoudelijke en procesmatige uitgangspunten voor de gehele jeugdzorg. Eind 2015 is in alle zes gemeenteraden van de Peelgemeenten het beleidsplan Jeugdhulp Peelregio 2015-2016 vastgesteld. In dit beleidsplan wordt beschreven hoe de zes Peelgemeenten uitvoering geven aan de taken en verantwoordelijkheden uit de Jeugdwet die bij de gemeenten belegd zijn. Ook wordt de visie op en vormgeving van het nieuwe stelsel voor jeugdhulp beschreven. In de tekst van het beleidsplan zijn verspreid een divers aantal uitgangspunten en kaders benoemd, die relevant zijn voor de inkoop van jeugdhulp. Deze uitgangspunten en kaders worden onderstaand opgesomd:
- In de Peelregio groeien kinderen en jongeren gezond en veilig op tot verantwoordelijke en zelfstandige burgers.
- De transformatie van het stelsel is te vatten in een basismodel jeugdhulp Peelregio (de bekende driehoek bij paragraaf 3.1)
- Gemeenten hebben de regie.
- De focus ligt op de gezamenlijke organisatie van vormen van jeugdhulp die nodig zijn, als lokaal rondom de nulde lijn niet in een passend aanbod voorzien kan worden.
- Een bepaalde mate van uniformiteit in de organisatie van de lokale processen is nodig. We zeggen expliciet dat de regionale samenwerking, daar waar noodzakelijk de lokale netwerken faciliteert, en andersom dat de lokale netwerken onder lokale
verantwoordelijkheid, ingericht worden op een manier zodat optimale aansluiting op het regionale netwerk mogelijk is.
- Budgetverantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten.
- doel voor de middellange termijn is om met de zorgaanbieders in het hele veld te komen tot een gedeelde visie op de transformatie die wij voor ogen hebben en een gedeelde maatschappelijk verantwoordelijkheid voor het realiseren van de visie op jeugdhulp. Richtinggevende uitgangspunten hierbij zijn:
o Meer aansluiten bij de vraag van jeugd en ouders
o Minder versnippering in het aanbod
o Cultuuromslag bij de instellingen en werken van professionals zodat de transformatiegedachte (eigen kracht) vorm krijgt
- Wij beschouwen het rijksbudget als taakstellend: we voeren de jeugdhulp uit binnen het beschikbare budget per 1 januari 2015. Het volledige budget dat overkomt naar gemeenten wordt besteed aan uitvoering van de jeugdwet.
- Budgetverantwoordelijkheid ligt bij gemeenten, maar we kiezen voor solidariteit en risicospreiding.
- Wij vinden kwaliteit in de uitvoering van groot belang om tot goede resultaten te komen. In de wet zijn kwaliteitsaspecten vastgelegd. Gemeenten hebben de bevoegdheid nadere kwaliteitseisen te formuleren.
o Wij willen geen extra eisen stellen in het kader van normeringen van instellingen (ISO, HKZ, etc). Het voldoen aan en behouden van deze normeringen vraagt namelijk veel administratieve inzet van instellingen. Ook gaan hier inspecties mee gemoeid. Naar onze mening maken we de zorg hiermee onnodig duurder en bureaucratischer.
o De kwaliteitseisen die wij willen toevoegen vertalen zich met name in de profielen van de opvoedondersteuner en jeugd- en gezinswerker. Ook de doorlooptijd die wij willen afspreken bij het inschakelen van een jeugd- en gezinswerker, specialistische ondersteuning en verwijzing naar specialistische voorziening beschouwen wij als belangrijk kwaliteitsaspect. Bij de inkoop zullen we deze kwaliteitscriteria aangeven. Daarnaast willen wij voor een deel van de jeugdhulp aansluiten bij het klanttevredenheidsonderzoek in het kader van de Wmo (zover dit wettelijk past).
- Het vormgeven van dit nieuwe stelsel en het uitoefenen van deze nieuwe taken doen we als gemeenten samen met de samenleving en de instellingen. Hierbij geven we nu de kaders en moeten we onszelf de ruimte geven om te leren door te doen, en bij te stellen waar nodig. Dit betekent dat we niet alles al tot in detail vastleggen.
- Transformeren vraagt om standvastigheid én beweeglijkheid tegelijk. Wij in de Xxxx zijn ons daar van bewust, wij scheppen voor onze mensen een veilige omgeving om te leren en te innoveren.
2.2 Basisovereenkomst bestuurlijk aanbesteden
Peel6.1 heeft de weg van de dialoog gekozen bij de inkoop van jeugdzorg en deze lijn wordt voortgezet. Veel inkoopkaders zijn met de keuze voor bestuurlijk aanbesteden in feite al gemaakt en verankerd in de basisovereenkomst Inkoop Jeugd Peel 6.1. Partners die de basisovereenkomst ondertekenen committeren zich aan de spelregels van het bestuurlijk aanbesteden. Ook zijn zij bij ondertekening partner in het Peelregionale inkoopnetwerk jeugd en hebben hiermee de gelegenheid om voorstellen te doen met betrekking tot de inkoop.
In de basisovereenkomst staan de volgende overwegingen als basis voor het inkoopproces vastgelegd:
A. De Gemeente is per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet binnen het daarvoor beschikbare budget.
B. De Gemeente beschikt per 1 januari 2015 voor de realisatie en uitvoering van de onder A) genoemde taken over wettelijke bevoegdheden, legitimiteit op basis van politieke besluitvorming en financiële middelen. De Gemeente en Aanbieders van Jeugdhulp waarborgen de continuïteit van zorg zoals omschreven in het Regionaal Transitiearrangement.
C. De Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de transitie en de transformatie van de Jeugdwet-taken, passend binnen de financiële doelstellingen en kaders van de Gemeente.
D. De Partijen ontwerpen en organiseren samen een aanbod van voorzieningen die nodig zijn, als lokaal rondom de nulde lijn niet in een passend aanbod voorzien kan worden. (De werkwijze en kernelementen uit d “Beleidskader Jeugdhulp in de Peelregio, 2015-2016” en “Uitvoeringsorganisatie Peelsamenwerking WMO” zijn hierbij van toepassing.
E. De Partijen zoeken naar effectieve prikkels om Inwoners en professionals te stimuleren om de inwoners zoveel mogelijk zelf te laten doen of te ontzorgen, in plaats van zorg te stapelen of te intensiveren.
F. De Partijen ontvangen de ruimte die nodig is om Inwoners en professionals tot efficiënte arrangementen te laten komen, waarbij de kernelementen, genoemd onder D), leidend zijn.
G. De Gemeente is eenduidig in de manier waarop ze stuurt op het realiseren van de gewenste (maatschappelijke) resultaten. Bij het meten, verantwoorden en beoordelen van de effectiviteit van inzet zijn de kernelementen beschreven onder D) leidend.
H. De Gemeente wenst bij het bereiken van de onder A) genoemde doelstelling met behulp van de onder D) genoemde kernelementen de mogelijkheid te blijven behouden onderwerpen lokaal of regionaal in te regelen, waarbij zij dit vooraf aan aanbieders kenbaar maakt.
I. De Aanbieders beschikken per 1 januari 2015 voor de realisatie en uitvoering van de Deelovereenkomst(en) over posities in de lokale en regionale sociale infrastructuur, integriteit, benodigd personeel, contact met de Inwoners en benodigde deskundigheid en ervaring.
J. De Partijen kennen, ook onderling, uiteenlopende belangen en doelstellingen, maar ondersteunen elkaar bij de uitvoering van de onder A) genoemde doelstelling en de onder D) genoemde kernelementen.
K. De Partijen erkennen dat zowel voor nu als voor de toekomst verschillende onzekerheden bestaan met betrekking tot de uitvoering van de Jeugdwet.
L. De Partijen wensen vanwege de onzekerheden genoemd onder K) vooraf vast te leggen hoe zij met elkaar omgaan in het geval van wijzigende omstandigheden die vragen om veranderingen in de Deelovereenkomst(en) en andere gemaakte afspraken. De Gemeente zegt toe met de Aanbieders te overleggen, alvorens zij besluit deze Overeenkomst en/of hiermee samenhangende Deelovereenkomst(en) te wijzigen of te beëindigen.
M. De Partijen gaan gezien de onzekerheden genoemd onder K) een zo flexibel mogelijke werkrelatie met elkaar aan wat vraagt om een dynamische en modulaire opbouw van schriftelijk te sluiten overeenkomsten, waaronder deze Overeenkomst.
N. De Partijen staan gezien de gewenste flexibiliteit, dynamiek en modulariteit de toetreding van nieuwe Aanbieders toe, mits zij de inhoud van deze Overeenkomst volledig onderschrijven;
O. De Partijen achten het gezien de gewenste flexibiliteit, dynamiek en modulariteit even zo goed mogelijk dat Aanbieders gedurende de looptijd van deze Overeenkomst niet langer willen deelnemen. Deze Aanbieders moeten de mogelijkheid hebben uit te treden, waarbij oog moet zijn voor de belangen van Inwoners, personeel en Partijen zelf.
In de basisovereenkomst zijn deze overwegingen vervolgens uitgewerkt in artikelen en bepalingen. Op basis van de basisovereenkomst wordt in dialoog met de aanbieders aan
een fysieke overlegtafel en een virtuele overlegtafel (website Peel6.1) de inhoud van de deelovereenkomsten bepaald. Deelovereenkomsten vormen de basis om daadwerkelijk inhoudelijke zorg te kunnen gaan leveren. De overeenkomsten en hun bijlagen zijn het resultaat en de uitkomst van de dialoog tussen de inkooporganisatie en aanbieders.
Deelovereenkomsten hebben een dynamisch karakter en als er - op basis van de continue dialoog tussen de inkooporganisatie Peel 6.1 en aanbieders - aanleiding toe is, kan er op ieder moment besloten worden om de overeenkomst of bijlagen aan te passen. Een aanpassing is pas formeel na een collegebesluit en nadat de partner opnieuw bevestigd heeft in te stemmen met de (aanpassingen in de) overeenkomst. Deze dynamische wijze van inkopen past bij de dynamiek die de Peelgemeenten met de transformatie van jeugdhulp voor ogen hebben.
De FOT is evenwichtige bemenst met zorgaanbieders uit de verschillende sectoren zoals we ze in het oude stelsel kenden. Daarnaast zitten er adviserende partijen aan de FOT (welzijnsorganisaties, WMO-adviesraden en MEE) en hier missen we nog advies vanuit de (jeugd)gezondheidszorg. Voorstel zou zijn om de FOT aan te vullen met een extra adviserende partij. Voorstel is om de GGD te vragen aan te sluiten. Enerzijds vanwege hun brede kennis op het terrein van de (jeugd)gezondheidszorg, maar ook omdat zij – vanuit de WGR-construct - een natuurlijke en belangrijke bondgenoot zijn van de gemeenten.
Acties:
• Dit voorstel bespreken in de FOT
• GGD uitnodigen
2.3 Dienstverleningsovereenkomst inkooporganisatie Eindhoven
Op verzoek van gemeenten in Zuid Oost Brabant heeft de inkooporganisatie van gemeente Eindhoven ten behoeve van de jeugdzorginkoop een dienstverleningsovereenkomst opgesteld. 21 gemeenten hebben hiermee voor de periode 1-1-2015 tot 1-1-2017 de ruimte om op een cafetaria-achtige wijze jeugdzorgvormen door Eindhoven in te laten kopen. Ook de Peelgemeenten hebben deze DVO ondertekend. Op grond van collegebesluiten is in 2014 besloten de inkoop van alle vormen van jeugdhulp met verblijf, Jeugd-GGZ, Spoedeisende Zorg (SEZ), plaatsingscoördinator, jeugdbescherming en –reclassering door de gemeente Eindhoven te laten inkopen. Begin mei hebben de colleges van de zes Peelgemeenten opnieuw hun cafetariakeuze vastgelegd, waarin wijzigingen t.o.v. 2015 opgenomen zijn. Daarover in hoofdstuk 3 meer.
De volgende overwegingen liggen als basis onder de DVO:
- De gemeenten werken al langere tijd samen bij de voorbereiding van de decentralisatie jeugdhulp en hebben gezamenlijk het Regionaal Transitie Arrangement Jeugdhulp vorm gegeven.
- Zij zich realiseren dat er op regionaal niveau jeugdhulp moet worden ingekocht.
- De samenwerking op grond van deze Overeenkomst zich richt op de gezamenlijke inkoop van (boven-)regionale taken die voortvloeien uit de decentralisatie Jeugdhulp;
- Onder (boven-)regionale jeugdhulptaken worden begrepen:
o Behandeling met (voltijd/deeltijd)verblijf (inclusief Pleegzorg en JeugdhulpPlus)
o Dagbehandeling
o Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
o Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)
o Spoedeisende zorg
o Ambulante/ extramurale zorg (inclusief Jeugd GGZ)
o In bijlage 1 worden bovenstaande producten gespecificeerd in het cafetariamodel.
- De gezamenlijke inkoop is gericht op het tot stand brengen van een cafetariamodel (per subregio) op basis waarvan elke deelnemende gemeente de benodigde (jeugdhulp)producten af zal nemen;
- De samenwerking richt zich ook op de gezamenlijke regionale inkoop voor overige jeugdhulp gerelateerde producten, waarvan door de deelnemende gemeenten wordt vastgesteld dat het vanuit economisch standpunt niet rendabel is om deze lokaal of subregionaal te organiseren en een efficiëntere afhandeling van processen gerealiseerd kan worden voor de gehele regio (bv. PGB, ICT, monitoring, specialistische voorzieningen);
- Opdrachtnemer besteedt (regionale) raamovereenkomsten aan namens de deelnemende gemeenten voor het verwerven van voor Partijen bestemde leveringen van zaken of diensten en beheert deze (regionale) overeenkomsten;
- Opdrachtnemer evalueert de (regionale) raamovereenkomsten en richt de processen zo in dat uniform professioneel contractmanagement voor de gehele regio op de producten binnen deze Overeenkomst gevoerd wordt.
Aandachtspunt bij de DVO met Eindhoven is onze eigen betrokkenheid in het proces. Zowel op bestuurlijk als ook op ambtelijk niveau wordt vaak actief meegewerkt aan de inkoop. Dat maakt dat het niet altijd makkelijk zal zijn om inkooporganisatie Eindhoven zakelijk af te rekenen op de inkoopprestaties die we op grond van de DVO van hun mogen verwachten. Daarnaast heeft gemeente Eindhoven gedurende het 2 jaar lopende DVO een keuze gemaakt voor bestuurlijk aanbesteden. Het is niet gemakkelijk om zo’n keuze meteen goed te verbinden met de traditionele wijze van aanbesteden (de bestaande overeenkomsten die gesloten zijn voor nieuwe inschrijvers).
3. Zorgvormen en de inhoudelijke keuzes
3.1 Jeugdhulp zonder verblijf
Voor 2015 heeft Peel6.1 er binnen het traject van bestuurlijk aanbesteden de volgende (deel-
)overeenkomsten gesloten:
1. Deelovereenkomst Specialistische Ondersteuning
2. Deelovereenkomst Jeugd- en Gezinswerk
3. Overeenkomst Expertpool
4. Overeenkomst aansturing Jeugd- en Gezinswerkers
De overeenkomsten 1 en 2 kennen een open flexibele inschrijving en partners (die voldoen aan de eisen) kunnen zich aan deze overeenkomst committeren en contractpartner worden. Bij de overeenkomsten 3 en 4 is er sprake van een gerichte opdrachtverstrekking. De dienstverlening in deze overeenkomsten hangt nauw samen met de taken van de uitvoeringsunit van Xxxx0.1. De bijlagen 2.3 en 2.4 van de overeenkomst Jeugd en gezinswerken (zie website Peel6.1) omschrijven de dienstverlening die hieronder valt.
Op grond van de collegebesluiten door de zes Peelgemeenten begin mei 2015, is besloten om vanaf 1 januari 2016 alle ambulante vormen (inclusief GGZ/ZVW) via de Peel in te kopen. Ook is doorgegeven dat we de ambitie hebben om alle andere zorgvormen die nu via Eindhoven ingekocht worden (o.a. verblijf en dagbehandeling) met ingang van 1-1-2017 in te kopen via de Peel (zie 3.2 en 3.3).
De ambulante GGZ-zorg kan verwerkt worden in de bestaande deelovereenkomst Specialistische Ondersteuning.
Acties:
• Uitbreiding GGZ ambulante deel
o verwerken in deelovereenkomst specialistische ondersteuning
o Partners die voor het jaar 2015 een overeenkomst hadden met Eindhoven, worden 1 op 1 benaderd om in te schrijven op de “GGZ-uitbreiding” van de Peelregionale deelovereenkomst specialistische ondersteuning.
• Kleine inhoudelijke bijstellingen van de overeenkomsten 1 tot en met 4 op basis nieuwe inzichten uit o.a. ontwikkelagenda (denk aan kennelijke onjuistheden, technische
verbeteringen, mogelijke afspraken over gezamenlijke klachtencie, concretisering social return, etc.)
3.2 Jeugdhulp met verblijf
Behandeling met verblijf en dagbehandeling worden voor 2016 nog ingekocht door de gemeente Eindhoven. We starten een ontwikkeltraject om toe te werken naar Peelregionale inkoop per 1-1-2017. Op dat moment eindigt ook de huidige DVO met Eindhoven. We denken in de Xxxx te beschikken over enkele goede partners die samen een breed aanbod aan verblijf kunnen bieden. Zij vormen een belangrijk stuk zorginfrastructuur voor de meest kwetsbare kinderen in de Peel.
Het algemene maatschappelijke belang vraagt gemeenten om zorgvuldig om te gaan met deze zorginfrastructuur. We gaan daarom ook onderzoeken of wij met enkele partners tot duurzame afspraken kunnen komen. Inzet is om ook naar de toekomst een passende infrastructuur voor verblijf, dagbehandeling (eventueel crises, SEZ, Veilig Thuis) in stand te houden, met oog voor de noodzakelijke transformatie. We proberen met de grootste aanbieders toe te werken naar een intentieovereenkomst (stap 1) en vervolgens een overeenkomst (stap 2). Deze intentieovereenkomst heeft tot doel om aanbieders te committeren aan deze ontwikkelopgave, op een transparante wijze ten overstaan van alle andere aanbieders.
Acties:
• Oriëntatie gesprekken voeren in september/oktober met aanbieders (aangezien nav van enkele brieven in de vakantie op bestuurlijk niveau gesproken wordt, willen wij een bestuurder betrekken bij die oriëntatie)
• Intentieovereenkomst in november
• Dialoog over overeenkomst start vanaf januari
• Ondertekening overeenkomst tweede kwartaal 2016
3.3 Gedwongen kader en justitiële jeugdhulp
Ten aanzien van jeugdbescherming en jeugdreclassering, Veilig Thuis (Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling) en Spoedeisende zorg zijn meerjarenafspraken (2015-2016) in contracten vastgelegd. Dit blijft in 2016 dus lopen via de gemeente Eindhoven.
Acties:
• Ontwikkeling blijven volgen (op het gebied van het gedwongen kader vindt er op dit moment ook visievorming plaats die zijn vertaling kan gaan krijgen in de inkoopafspraken),
• meesturen op ZOB-projecten crisisdienst en project Veiligheid
• In de loop van 2016 actie ondernemen om per 1-1-2017 inkoopafspraken te maken
3.4 Zorgvormen en –codes: bundelen, schrappen en/of toevoegen
Afgelopen jaren heeft zich in Nederland een veelheid aan zorgvormen ontwikkeld (voor de sectoren AWBZ-jeugd en de jeugdzorg via de Zorgverzekeraar NZA-handboek, DBC- systematiek, en de provincie). In de aanloop naar 1 januari 2015 hebben veel gemeenten deze zorgvormen – beleidsarm - overgenomen uit het jaar 2014. De tijd ontbrak om eigen nieuwe definities op gaan te stellen, en de vraag was ook aan de orde of een geheel eigen definitie in een wereld met 408 gemeenten wel slim zou zijn.
Voor het jaar 2016 zetten we in op een vereenvoudiging en indikking van zorgvormen. Aangezien deze ambitie ook in Eindhoven en andere regio’s leeft, gaan we gebruik maken van de input uit de regionale Eindhovense werkgroep die daarmee bezig is. In bijgaande bijlage is een eerste voorzet opgesteld en deze geeft een beeld hoe het eruit zou kunnen gaan zien.
Doelstelling van deze bundeling van zorgvormen is tweeledig: de administratieve lasten kunnen we daarmee reduceren en we zetten professionals in te toegang in een betere positie om de zorg te arrangeren. Op dit moment lijken de zorgaanbieders bijna de enigen die zicht hebben op de betekenis van de specifieke zorgcodes. We kunnen professionals in de toegang meer in hun kracht zetten, door ze een beperkte begrijpelijke set aan zorgvormen aan te reiken. Met deze set kunnen ze zelf passende zorg arrangeren op een manier die effectief is (voor de cliënt) en prijstechnisch verantwoord.
Actie
• De ontwikkelingen in de regionale werkgroep zorgvormen nadrukkelijk volgen en doorvertalen in een aanpassing van de deelovereenkomsten zodra dat kan
4. Financieel kader
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het financiële kader voor de inkoop van jeugdhulp van de zes Peelgemeenten. Belangrijk daarbij is het eerder aangehaalde uitgangspunt uit het beleidsplan jeugdhulp Peelregio 2015-2016:
- Wij beschouwen het rijksbudget als taakstellend: we voeren de jeugdhulp uit binnen het beschikbare budget per 1 januari 2015. Het volledige budget dat overkomt naar gemeenten wordt besteed aan uitvoering van de jeugdwet.
Dit uitgangspunt vormt dan ook de basis voor dit hoofdstuk.
4.1 Macrobudget jeugdhulp
De gemeenten ontvangen vanuit het Rijk binnen de integratie uitkering Sociaal Domein een bepaald budget voor de uitvoering van de taken in het kader van de jeugdwet. De bedragen voor 2016 zijn via de meicirculaire 2015 bekend gemaakt. Daarop is door Peel 6.1 een analyse gemaakt, wat tot het volgende beeld leidt.
Integratie-uitkering sociaal domein Jeugd o.b.v. meicirculaire 2015* | Asten | Deurne | Gemert- Bakel | Helmond | Laarbeek | Someren |
taken alle gemeenten | ||||||
Septembercirculaire 2014 | € 2.739.000 | € 7.279.000 | € 5.619.000 | € 26.855.000 | € 4.056.000 | € 3.202.000 |
2015 | € 2.666.000 | € 7.155.000 | € 5.539.000 | € 26.456.000 | € 3.984.000 | € 3.192.000 |
ptembercirc. t.o.v. meicirculaire | € 73.000- | € 124.000- | € 80.000- | € 399.000- | € 72.000- | € 10.000- |
2016 | € 2.398.000 | € 6.608.000 | € 5.005.000 | € 23.717.000 | € 3.563.000 | € 2.864.000 |
2016 t.o.v. 2015 | € 268.000- | € 547.000- | € 534.000- | € 2.739.000- | € 421.000- | € 328.000- |
2017 | € 2.306.000 | € 6.632.000 | € 4.882.000 | € 23.173.000 | € 3.486.000 | € 2.520.000 |
2017 t.o.v. 2016 | € 92.000- | € 24.000 | € 123.000- | € 544.000- | € 77.000- | € 344.000- |
2018 | € 2.313.000 | € 6.713.000 | € 4.898.000 | € 23.241.000 | € 3.502.000 | € 2.454.000 |
2018 t.o.v. 2017 | € 7.000 | € 81.000 | € 16.000 | € 68.000 | € 16.000 | € 66.000- |
2019 | € 2.316.000 | € 6.733.000 | € 4.904.000 | € 23.269.000 | € 3.507.000 | € 2.457.000 |
2019 t.o.v. 2018 | € 3.000 | € 20.000 | € 6.000 | € 28.000 | € 5.000 | € 3.000 |
2020 | € 2.316.000 | € 6.768.000 | € 4.904.000 | € 23.269.000 | € 3.510.000 | € 2.457.000 |
2020 t.o.v. 2019 | € - | € 35.000 | € - | € - | € 3.000 | € - |
* bedragen afgerond op hele duizenden euro's
Toelichting bij Integratie-uitkering sociaal domein Jeugd o.b.v. meicirculaire 2015
- Dit voor jaar is aan de hand van de realisatiecijfers AWBZ over 2014 gebleken dat de raming en daarmee het vertrekpunt qua gemeentelijk budget te hoog is. De VNG en het Rijk hebben echter in het overhedenoverleg van 29 mei 2015 gezamenlijk vastgesteld dat het onwenselijk is dat dit consequenties heeft voor het lopende jaar vanwege lopende contracten jegens derden. Dit betekent dat het budget 2015 niet neerwaarts is aangepast.
- De bedragen 2015 en 2016 voor de Jeugdwet zijn in deze circulaire specifiek per gemeente aangepast in verband met de uitname m.b.t. de Wlz indiceerbaren. Zoals in de decembercirculaire toegelicht heeft de besluitvorming in het kader van de Wlz ertoe geleid dat minder cliënten onder de Wmo 2015 en de Jeugdwet zijn komen te vallen en dat als gevolg hiervan de integratie-uitkering Sociaal domein structureel zal worden verlaagd. De uitname in 2015 macro wordt gemaximeerd met € 109 mln voor de Jeugdwet
4.2 Budgetverdeling naar zorgvormen
In 2014 is op basis van de verdeling van het macrobudget 2015, per gemeente een vertaling naar zorgvormen gemaakt. Voor 2016 is het noodzakelijk om opnieuw een dergelijke
verdeling te maken. Voor zover het inzicht nu reikt is er geen andere mogelijkheid dan opnieuw op dezelfde wijze deze verdeling te maken. Dit omdat er op dit moment in geen enkele gemeente sprake is van recentere en betere inzichten in feitelijke productie per zorgvorm dan het inzicht dat er in 2014 was. Omdat het inkoopkader voor 2016 op onderdelen ongewijzigd blijft en er contracten zijn die in 2016 doorlopen, is het ook noodzakelijk om de grondslagen waarop de budgetverdeling gebaseerd is ongewijzigd te laten.
Zie tabel
[XXXX vragen of de tabel al klaar is]
Deze budgetveredeling is voor geheel Zuid Oost Brabant uniform opgesteld.
Bijlage 1:
Welke types zorg mogelijk (indicatief voorbeeld):
1. Ambulante begeleiding (BG)
a. individueel
- bg standaard/basis
- specialistisch
b. Groep
- grote groepen (andere tarieven)
- kleine groepen (hoeveel begeleiders per groep is criterium)
c. Daginvulling
d. Weekend BG
2. Ambulante Behandeling
a. Diagnose/ behandeladvies (door WO)
b. Observatie (HBO)
c. Individueel
- Instelling
* één op één
* systeemtherapie/gezinsgericht (bv KIES)
- Thuissituatie
* individueel
* systeemtherapie/gezinsgericht (bv. MST, FFT)
d. Groep
- Groot
- Klein
3. DBC (zie concept voorstel werkgroep Eindhoven)
4. Verblijf
a. Gesloten plaatsing
b. Pleegzorg
- netwerkplaatsing
- bestandsgezinnen
c. Residentiële 24-uurs voorziening/open groep (bv. Gezinshuis, PEL)
d. Beschermd Wonen
e. KTC (Kamer TrainingsCentrum)
5. Restcategorie
a. Vervoer
b. Consultatie
c. Crisis