Verbonden door water, werken aan later
Verbonden door water, werken aan later
Versie 7 april 2016
Xxxx 2016
De ondergetekenden
Gemeenten sub-regio “Kennemerland”
namens Gemeente Bloemendaal de heer R.W. Kruijswijk
namens Gemeente Haarlem xxxxxxx X.X. Xxxxxxx namens Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude de heer B. Graal namens Gemeente Haarlemmermeer de xxxx X. Xxxxxxxxxx
namens Gemeente Heemstede mevrouw H.M.A. Hooij
namens Gemeente Hillegom de xxxx X. Xx Xxxx
namens Gemeente Velsen de heer F. Bal
namens Gemeente Zandvoort xxxxxxx X. Xxxxxxx-Xxxxxxxx
Gemeenten sub-regio “Groene Hart”
namens Gemeente Alphen aan de Rijn de xxxx X. Xxxxxxxx
namens Gemeente Nieuwkoop de heer G. Elkhuizen
namens Gemeente Kaag en Braassem vacant
namens Gemeente Bodegraven - Reeuwijk de xxxx X. Xxxxx
namens Gemeente Gouda mevrouw H. Niezen
namens Gemeente Waddinxveen de xxxx X. xx Xxxx
Gemeenten sub-regio “Leidse regio”
namens Gemeente Leiden de xxxx X. Xxxxx
namens Gemeente Leiderdorp de heer J.J.F.M. Gardeniers
namens Gemeente Oegstgeest de heer J.J.G.M. Roeffen
namens Gemeente Voorschoten de xxxx X. Xxxxxxx
namens Gemeente Zoeterwoude de heer X. xxx Xxxxx
Gemeenten sub-regio “Bollenstreek”
namens Gemeente Wassenaar de heer L. Maat
namens Gemeente Katwijk de xxxx X. Xxxxxx
namens Gemeente Lisse de heer E.J. Nieuwenhuis
namens Gemeente Noordwijk mevrouw M. J. Fles
namens Gemeente Noordwijkerhout de heer J.C.F. Knapp
namens Gemeente Teylingen de heer X.X. xxx Xxxxxx
Drinkwaterbedrijven
namens drinkwaterbedrijf PWN de xxxx X Xxxxxxxxx
namens drinkwaterbedrijf Dunea de xxxx X. Xxxxxxxxx
namens drinkwaterbedrijf OASEN de heer X.X.X. xxx xxx Xxxx
namens drinkwaterbedrijf Waternet de heer X.X. xxx Xxxxxx
Waterschap
namens Hoogheemraadschap van Rijnland de xxxx X. Xxxx
Samen vormen de ondertekenaars, als 30 partijen, de “Samenwerking Waterketen Regio Rijnland”
hierna SWR² (zegge: SWR-kwadraat). Partijen gaan hiermee voor de periode *** 2016 tot en met 31 december 2020, de bestuurlijke overeenkomst Samenwerking in de Waterketen Regio Rijnland aan. Deze overeenkomst vervangt de eerdere in juni 2012 gesloten intentieverklaringen.
Overwegende dat
• de partijen de inhoudelijke en organisatorische samenwerking in de waterketen voorstaan en reeds sinds 2010 actief bezig zijn met de verdere doorontwikkeling van deze samenwerking;
• rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven in het bestuursakkoord Water (april 2011) zijn overeengekomen dat door samenwerking de wettelijk geboden beleidsvrijheid optimaal wordt benut. Het uitgangspunt is samenwerken op basis van afspraken en gelijkwaardigheid met als doel het verminderen van regeldruk;
• de koepelorganisaties Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in hun notitie “Gezamenlijke doelgerichte aanpak Afvalwaterketen” een ombuiging van de landelijke kosten met € 450 miljoen (“minder meer”) in 2020 hebben afgesproken;
• de gemeenten en het hoogheemraadschap in 2012 bestuurlijke intentieverklaringen hebben ondertekend, op basis waarvan de afgelopen jaren is gewerkt aan het verduurzamen van de waterketen, aan kwalitatieve verbeteringen, het verlagen van de kwetsbaarheid én reeds structurele besparingen zijn bereikt;
• inmiddels de drinkwaterbedrijven actief zijn betrokken in de samenwerking;
• er binnen de regio Rijnland een samenvoeging heeft plaatsgevonden tot vier sub-regio’s.
Spreken af
• de bestaande samenwerking in de waterketen te continueren en door te ontwikkelen met als ambitie “winst” in de waterketen te realiseren voor alle inwoners en bedrijven in onze gemeenten, beheers- en verzorgingsgebieden;
• door samenwerking of anderszins de kwetsbaarheid van de individuele partijen in de waterketen verder te verkleinen en te werken aan een duurzame waterketen.
Onze doelen
Onze ambitie bestaat uit vier doelen voor alle verzorgingsgebieden en taakvelden:
1. Duurzame waterketen realiseren
Als partijen willen wij een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de samenleving. Wij stimuleren het duurzaam gebruik van water. We streven naar het verlagen van het verbruik van grondstoffen en energie benodigd bij het inzamelen, transport en schoonmaken van afvalwater en het produceren en distribueren van drinkwater. We willen daarom in een vroeg stadium investeren in innovatieve aanpakken, methoden en technieken en onderzoek hiernaar. Ook zoeken we de integratie met het grond- en oppervlaktewatersysteem.
We denken buiten de bestaande kaders om te komen tot oplossingen voor de problemen van vandaag en de “uitdagingen van de toekomst” zoals kostenbesparing, klimaatadaptatie, hittestress en de aanpak van “nieuwe stoffen”. Een duurzame waterketen willen we verder bereiken door de verbinding te leggen met andere opgaven buiten de waterketen zoals warmte overdracht naar gemeentelijke netwerken, samenwerking in afvoer van groenafval richting biovergassing e.d. Een duurzame waterketen vraagt ook inzet van de inwoners van onze regio zelf.
2. Kwalitatieve ‘waterwinst’ realiseren voor alle inwoners en bedrijven
De kwaliteit van de dienstverlening en de bedrijfszekerheid van de waterketen dient minimaal op hetzelfde hoge huidige niveau te blijven. De financiële besparingen in de waterketen mogen geen negatieve gevolgen hebben op de kwaliteit van deze dienstverlening en de bedrijfszekerheid. Regelmatig wordt op nationale schaal vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar de prestaties en dienstverlening van alle partijen in de waterketen. Op basis van dit onderzoek volgen en vergelijken wij ons kwaliteitsniveau.
3. Kwetsbaarheid verminderen
De schaalgrootte van partijen verschilt sterk en daarmee ook de kwetsbaarheid op het gebied van personele capaciteit, kennis, mogelijkheden tot technische doorontwikkeling en mate van afhankelijkheid van externe partijen. Alle deelnemers onderkennen dat kwetsbaarheid in de waterketen in delen van de verschillende verzorgingsgebieden al een probleem is, of kan worden. Partijen ondersteunen elkaar bij vraagstukken op het gebied van kennis, personeel, uitvoering van werkzaamheden en technologische ontwikkelingen. Het is een gemeenschappelijke opdracht om elkaar te versterken waardoor de kwetsbaarheid in de gehele regionale waterketen afneemt.
partijen | Solitaire besparing | Gezamenlijke besparing | Totale besparing |
Gemeenten | 8 | 8 | 33 |
Hoogheemraadschap | 8 | ||
Drinkwaterbedrijven | 9 |
4. Kosten van de waterketen minder sterk laten stijgen
In het jaar 2020 wordt door de SWR² een gezamenlijk resultaat bereikt van structureel € 33 miljoen “minder meer” ten opzichte van de verwachte uitgaven 2020 ten opzichte van het referentiejaar 2010. Dit betekent een besparingspotentieel voor de gezamenlijke gemeenten van € 8 miljoen op het rioolbeheer, voor Rijnland € 8 miljoen op de zuivering van het afvalwater en door onderlinge afstemming en samenwerking nog eens € 8 miljoen. Het besparingspotentieel voor de drinkwaterbedrijven bedraagt € 9 miljoen.
De uitgangspunten
De belangrijkste uitgangspunten bij deze overeenkomst zijn:
• wij leggen met deze overeenkomst onze afspraken over de samenwerking vast;
• onze zorgplichten (van gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschap) staan niet ter discussie;
• wij bouwen voort op wat al bereikt is, organisch doorgroeien staat voorop, slimme (net)werkverbanden gaan boven een nieuwe formele structuur of entiteit;
• wij werken regio-breed samen waar dit meerwaarde heeft en in de sub-regio’s waar eigen verantwoordelijkheid genomen wordt;
• partijen zijn vrij in de keuze voor samenwerking in specifieke projecten;
• er is ruimte voor specifieke situaties zoals de relatie met andere ketens, samenwerking met meer waterschappen en/of andere gemeenten;
• de waterketen is één geheel, samen delen wij de zorg voor de gehele waterketen;
• de waterketen staat niet op zich, maar staat in nauw verband met het oppervlakte- en grondwatersysteem en de inrichting en het beheer van de openbare ruimte.
Realisatiekracht en uitvoeringsafspraken
De te bereiken doelen zijn een stip op de horizon. Om die stip te bereiken zijn een samenhangende route en middelen nodig. Zo werken we efficiënt en doelmatig aan het bereiken van de doelen. Die richting en middelen zijn hieronder kort beschreven1.
Vier Strategische pijlers
De route naar onze doelen noemen wij een strategie. Onze strategie is opgebouwd uit vier pijlers: investeren, onderhouden, sturen en organiseren.
Binnen elke pijler zijn activiteiten te formuleren die nodig zijn om de doelstellingen te realiseren. Hoewel ze worden gepresenteerd als losstaande pijlers en activiteiten is dat niet het geval. Elke pijler maakt onderdeel uit van een (water-) keten of heeft een relatie naar een of meer andere pijlers. Indelen in pijlers biedt structuur en overzicht.
Activiteiten
De onderwerpen waarop wordt samengewerkt worden inhoudelijk nader uitgewerkt in activiteiten. Elk partij heeft een eigen invulling van separate activiteiten, desgewenst onderbouwd door een business case. Sommige partijen werken
1 Bijlage 1 geeft een uitgebreide omschrijving van de route en middelen.
samen beleid uit, andere stemmen investeringen op elkaar af. Deze vrijheid is gewenst om optimaal ruimte te geven aan lokale aandachtspunten en kansen en om deze te kunnen pakken.
Monitoring
Winst in de waterketen ontstaat pas echt als er resultaten worden geboekt. De voortgang houden wij bij in de landelijk ontwikkelde regionale monitor. De voortgang bespreken wij ten minste jaarlijks in ons bestuurlijk overleg.
Middelen
De resultaten kunnen uitsluitend worden behaald indien elke partij investeert in voldoende ambtelijke capaciteit en financiële middelen. De benodigde inzet en middelen worden per activiteit door de partijen vastgesteld en verdeeld volgens een te bepalen verdeelsleutel . Alle ondertekenaars stellen jaarlijks voor de periode 2016 tot en met 2020 voldoende ambtelijke capaciteit en financiële middelen beschikbaar. Afspraken over de concrete middelen vinden plaats per sub-regio op basis van de daar, door het bestuurlijk overleg, vastgestelde activiteiten.
Organisatie
De bestaande bestuurlijke en ambtelijke structuur wordt voortgezet. Wij werken samen in vier sub-regio’s, te weten: sub- regio “Kennemerland”, sub-regio “Bollenstreek”, sub-regio “Leidse regio” en sub-regio “Groene Hart”.
Voor elk van de vier sub-regio’s is een bestuurlijk overleg ingericht, voorgezeten door één van de wethouders; de trekkende wethouder. Tweemaal per jaar vindt een bestuurlijk overleg plaats. Jaarlijks komen de bestuurlijke trekkers (wethouders, bestuurder Rijnland en vertegenwoordiger bestuurders drinkwaterbedrijven) samen om de voortgang en aandachtspunten te bespreken.
Verantwoording
Bestuurlijke besluitvorming vindt plaats op het niveau van de vier sub-regio’s. Voor rapportages aan de landelijke enquêtes en commissies treedt Hoogheemraadschap van Xxxxxxxx op als penvoerder. Daarnaast legt iedere partij waar nodig individueel verantwoording af aan de eigen bestuurlijke gremia.
Communicatie
Om de doelen en ambities te bereiken is capaciteit, inzet, enthousiasme en draagvlak binnen de betrokken organisaties en de omgeving nodig. Communicatie draagt hieraan bij. Partijen communiceren als partners van deze overeenkomst naar verschillende doelgroepen.
Slotbepalingen
1. De looptijd van deze overeenkomst is van xxxx 2016 tot en met 31 december 2020.
2. Partijen hebben de grondhouding om de samenwerking voor onbepaalde tijd aan te gaan.
3. Partijen kunnen uitsluitend op basis van unanimiteit de overeenkomst en de uitvoeringsafspraken tussentijds aanpassen.
4. Knelpunten, interpretatiekwesties, geschillen en onvoorziene omstandigheden inzake de inhoud van deze overeenkomst worden opgelost volgens de escalatieladder:
a. het ambtelijk C-team;
b. het bestuurlijk overleg van de betreffende sub-regio
c. overleg bestuurlijke trekkers
d. collectief van bestuurders
5. Partijen blijven autonoom.
De ondertekenaars
PM dit worden 2 a 3 A4 met logo organisatie, naam bestuurder geprint en plek voor handtekening vd bestuurder
Bijlage 1: Toelichting realisatiekracht en uitvoeringsafspraken
De te bereiken doelen zijn een stip aan de horizon. Om die stip te bereiken zijn een samenhangende route en middelen nodig. Zo werken we efficiënt en doelmatig aan het bereiken van de doelen. Die richting en middelen zijn hieronder beschreven.
Vier Strategische pijlers
Om onze doelen te bereiken richten wij ons op vier strategische pijlers:
investeren, onderhouden, sturen en organiseren.
Per pijler (maar ook pijler overstijgend) zijn diverse activiteiten te benoemen die bijdragen aan het realiseren van de doelen. De invulling van de activiteiten is sub-regio afhankelijk. Elke sub-regio kent een eigen planning/snelheid en aandachtspunten. Dit kan ook niet anders, we geven de samenwerking vorm in bestaande organisaties waarbij in meer en mindere mate al werd geïnvesteerd/gestuurd en samengewerkt.
Binnen elke pijler is zijn activiteiten te formuleren die doorlopen worden om de doelstellingen te realiseren. Hoewel ze worden gepresenteerd als losstaande pijlers en activiteiten is dat niet het geval. Elke pijler maakt onderdeel uit van een keten (waterketen) of heeft een relatie naar een of meer andere pijlers.
Pijler Investeren:
Minder kosten zijn te realiseren door doelmatig te investeren in de keten(s). Om te komen tot een overweging over investeren moet je weten welke onderdelen een samenhangend geheel vormen (benoemen keten), welke doelstellingen de keten heeft, hoe de keten presteert, afgezet tegen de doelstellingen en op basis van de prestaties afwegen welke investering het meeste rendement oplevert (doelmatigheidsoverweging.
Om te komen tot deze integrale afweging en keuzes wordt in de sub-regio’s ook de komende jaren gewerkt aan het komen tot integrale waterketenplannen.
Pijler Onderhouden:
Minder kosten in het onderhoudsproces is met name te vinden door werk te bundelen, op elkaar af te stemmen en efficiency te vinden. Om te komen tot een gezamenlijke aanbesteding, afstemming of efficiency moeten we eerst van elkaar weten hoe we werken, wat we van elkaar kunnen leren en wat de best-practices zijn. Vervolgens kunnen we verbeterpunten doorvoeren. Daarnaast kunnen processen, werkwijze en beleidseisen op elkaar worden afgestemd of gelijk getrokken. Na standaardisering wordt het steeds eenvoudiger om werk van elkaar over te nemen, gebundeld uit te laten voeren of zelfs in een regionale dienst als service te verlenen. Hierbij moeten we niet uit het oog verliezen dat standaardisatie niet altijd een winstpunt is. Afhankelijk van lokale situaties kan maatwerk een doelmatigere oplossing zijn.
Pijler Sturen:
Meer kwaliteit in de keten is voorwaardelijk voor het verlagen van de kosten en de kwetsbaarheid. We zijn minder afhankelijk van adviezen en kennis van derden en weten hoe de systemen presteren. Om dit te realiseren richt dit traject zich op het kennen van het areaal, niet alleen technisch maar ook ten aanzien van prestaties en processen. Ook voor dit traject is het belangrijk om te onderkennen welke ketens van toepassing zijn, uit welke onderdelen de ketens bestaan, hoe de prestaties gemeten kunnen worden en hoe die prestaties gezamenlijk geanalyseerd kunnen worden, bij voorkeur zo efficiënt mogelijk. Daarbij is het ook van belang om beleid en beleid ritme op elkaar af te stemmen. Zo houden we zicht en grip op de doelstellingen van de ketens. Samenwerking op het gebied van meetprogramma’s en delen van data passen goed binnen deze pijler.
Pijler Organiseren
Deze pijler sluit aan op de doelstelling van het verlagen van de kwetsbaarheid. Samen sta je sterk, die gezamenlijkheid moet wel georganiseerd worden. Naast het feit dat de invulling van de trajecten die hierboven zijn beschreven een
organisatie vraagt, richt dit traject zich ook op het terugdringen van de personele kwetsbaarheid. Oftewel, hoe wordt de regio minder afhankelijk t.a.v. de beschikbare menskracht. Het traject richt zich op standaardisatie, afstemmen van beleid, etc.
Invulling pijlers
Elk partij heeft een eigen invulling van separate activiteiten in deze pijlers, desgewenst onderbouwd door een businesscase. Sommige partijen werken samen beleid uit, andere stemmen investeringen op elkaar af. Deze vrijheid is noodzakelijk om ruimte te kunnen geven aan lokale aandachtspunten en kansen te kunnen pakken. Immers we werken regio breed waar dit meerwaarde heeft en werken in de sub-regio waar eigen verantwoordelijkheid genomen wordt en of dit de beste oplossing is.
Dit kan ook betekenen dat partijen uit verschillende sub-regio’s met elkaar samenwerken aan een activiteit.
Activiteiten
De onderwerpen waarop wordt samengewerkt worden inhoudelijk nader uitgewerkt in activiteiten (voorheen modules). De status van een activiteit is afhankelijk van het onderwerp en de fase waarin de uitwerking van het onderwerp zich bevindt. Wanneer nieuwe samenwerkingsonderwerpen worden opgepakt, wordt een nieuwe activiteit aangemaakt.
Wanneer over onderwerpen nieuwe afspraken worden gemaakt, worden de betreffende activiteiten aangepast.
Een activiteit kan leiden tot concrete operationele afspraken over beleid en/of uitvoering of kan een intentie weergeven om een bepaald onderwerp nader uit te werken. Afhankelijk van de afspraken kan het resultaat van een activiteit onderdelen bevatten, zoals een overeenkomst met financiële afspraken of een verdere beleidsmatige toelichting.
Deelnemende partijen kunnen per activiteit besluiten al dan niet deel te nemen aan de verdere uitwerking daarvan. Ook kunnen zij desgewenst voor de uitwerking van bepaalde onderwerpen aansluiting zoeken bij andere sub-regio’s. In lijn met het doel van deze overeenkomst is het uitgangspunt hierbij steeds dat daar waar voordeel kan worden behaald door samenwerking, partijen ook actief participeren om dit te realiseren.
Monitoring
De doelen geven richting aan de activiteiten. Waterwinst ontstaat pas echt als er resultaten worden
geboekt. De voortgang houden de partners bij in de landelijk ontwikkelde regionale monitor. De voortgang wordt ten minste jaarlijks bestuurlijk besproken.
Middelen
De resultaten kunnen uitsluitend worden behaald indien elke partij vooraf investeert in voldoende ambtelijke capaciteit en financiële middelen. De benodigde inzet en middelen worden per activiteit door de partijen vastgesteld en verdeeld. Eventuele verdeelsleutels kunnen bijvoorbeeld worden bepaald op basis van lengte systeembuis of inwoneraantal. Alle ondertekenaars stellen jaarlijks voor de periode 2016 tot en met 2020 ambtelijke inzet en capaciteit beschikbaar.
Herijking van de ambtelijke inzet vindt elk jaar, in het bestuurlijk overleg van de sub-regio, plaats op basis van monitoring en behaalde resultaten. Met vaststellen van deze overeenkomst zeggen partijen toe dat zij een bijdrage leveren aan de middelen benodigd voor de activiteiten. Per activiteit wordt de bijdrage in capaciteit en geld door de deelnemers vastgesteld en vastgelegd, desgewenst in een separate overeenkomst.
Organisatie
De bestaande bestuurlijke en ambtelijke structuur wordt voortgezet. Voor elk van de vier sub-regio’s is een bestuurlijk overleg ingericht, voorgezeten door een van de wethouders; de trekkende wethouder. Tweemaal per jaar vindt een bestuurlijk overleg plaats. Jaarlijks komen de bestuurlijke trekkers (wethouders, bestuurder Rijnland en vertegenwoordiger bestuurders drinkwaterbedrijven) samen om de voortgang en aandachtspunten te bespreken.
De ambtelijke samenwerking vindt in de sub-regio’s plaats. De sub-regio’s bepalen zelf de nodige activiteiten en benodigde middelen en leggen dit vast. Deze worden ter goedkeuring (en borging) voorgelegd aan het bestuurlijke overleg. De voortgang in de totale regio en de borging van de samenhang tussen de sub-regio’s wordt verzorgd door het coördinatie team, samengesteld uit de ambtelijke trekkers van de 4 sub-regio’s, vertegenwoordiger van de waterleidingbedrijven en de trekker vanuit het Hoogheemraadschap.
Een belangrijk onderdeel van innovatie is ruimte geven aan pilots. Pilots bieden ons de mogelijkheid om te ontdekken waar nieuwe inzichten, aanpakken en/of technieken kans van slagen hebben. Door het uitvoeren van pilots willen we lokale partijen bij elkaar brengen om samen invulling te geven aan o.a. het verduurzamen van de waterketen. Hiermee willen we uitgroeien tot een innovatieve, duurzame en maatschappelijk verantwoorde ondernemende organisatie. Dit alles tegen een zeer geringe stijging van kosten of misschien wel zelfs tegen lagere kosten. Zo’n pilot biedt mogelijkheden om diagonaal door de organisatiestructuur, of zelfs daarbuiten, verbanden te leggen.
Verantwoording
Bestuurlijke besluitvorming vindt plaats op het niveau van de vier sub-regio’s. Voor rapportages aan de landelijke enquêtes en commissies treedt het Hoogheemraadschap van Xxxxxxxx op als penvoerder. Daarnaast legt elke partij waar nodig individueel verantwoording af aan de eigen bestuurlijke gremia.
Communicatie
Om de doelen en ambities te bereiken is capaciteit, inzet, enthousiasme en draagvlak binnen de betrokken
organisaties en de omgeving nodig. Communicatie draagt hieraan bij. Partijen communiceren als partners van deze overeenkomst naar verschillende doelgroepen met verschillende communicatiedoelen, namelijk:
• draagvlak creëren bij alle partners;
• het vergroten van het water(keten)bewustzijn van burgers, bedrijven en instellingen
• het stimuleren van doelgroepen tot het nemen van eigen initiatieven
• informeren van burgers, bedrijven en instellingen;
• afstemming en vlotte (interne) organisatie van bestuurders en managers.
Communicatie die de gehele regio aangaat wordt gecoördineerd door het Hoogheemraadschap van Rijnland. Alle partijen zullen op verzoek medewerking verlenen aan de uitvoering. Het vieren van succes is een positieve prikkel om de samenwerking verder te ontwikkelen en SWR² extern te presenteren. Geregeld kiest het coördinatieteam een succesvol afgerond regionaal samenwerkingsinitiatief waarmee alle partijen gezamenlijk naar buiten treden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een publicatie, lezing, symposium, persconferentie/bericht of combinaties hiervan.
Resultaten tot nu toe
In de lopende samenwerking zijn de afgelopen jaren al vele resultaten geboekt. Hieronder enkele voorbeelden.
sub-regio Leiden
In de sub-regio Leiden is in 2012 de OAS Leiden-Zuidwest uitgevoerd. Door ingrepen in het rioolstelsel van Leiden te identificeren is een besparing op de geplande uitbreiding van de zuivering Leiden-Zuidwest gerealiseerd van circa 8 miljoen euro. Ook is in de afgelopen jaren een overeenkomst getekend om het rekenen aan de riolering in eigen beheer uit te gaan voeren. Verder zijn de planperiodes van de VGRP’s gelijk getrokken, is de indeling en het beleid zoveel mogelijk gelijk getrokken in aanloop naar een integraal afvalwaterketenplan voor de volgende planperiode. Het afgelopen jaar hebben we gezamenlijk een nieuwe rioolverordening vastgesteld en ook qua communicatie Niet in het Riool wordt samen opgetrokken. Ook de eerste prille verkenningen naar een integraal afvalwaterketenplan (met het volgen van de masterclass Financiering Riolering) hebben het afgelopen jaar plaatsgevonden.
Sub-regio Groene Hart
In juli 2015 zijn de clusters “Midden Holland” (Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Waddinxveen) en “Holland Rijnland Oost” (Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Kaag en Braassem) samengevoegd tot de subregio Groene Hart. Ook heeft drinkwaterbedrijf Oasen zich aangesloten bij deze subregio.
Tot de samenvoeging zijn er in beide clusters op bescheiden schaal successen behaald. In algemene zin wist men elkaar structureel steeds beter te vinden bij uitwisseling van kennis en ervaringen. Op projectmatige basis heeft samenwerking onder andere geleid tot het gezamenlijk opstellen van een rioolincidentenplan in cluster HRO en betere afstemming tussen gemeenten en hoogheemraadschap bij vervangingen en verbeteringen in afvalwatersystemen.
De samenvoeging heeft nieuwe energie en meer daadkracht gebracht. Tijdens het eerste bestuurlijke overleg in juli 2015 is afgesproken dat er business cases werden opgesteld voor mogelijke concrete activiteiten in de samenwerking met als thema’s: plannen, meten en duurzaamheid. Er zijn business cases op gesteld voor zeven activiteiten. Op 20 januari is tijdens het bestuurlijk overleg besloten deze business cases voort te zetten in projectmatige activiteiten en zijn tevens de deelnemers aan de diverse activiteiten gekoppeld. Binnen elke activiteit maken de deelnemers afspraken over organisatie, inzet van capaciteit en middelen.
Sub-regio Kennemerland
In de sub-regio Kennemerland is in 2012 de OAS Velsen uitgevoerd waarbij samen met Rijkswaterstaat en het waterschap afspraken zijn gemaakt over een investeringsprogramma waarmee voor alle partijen besparingen zijn gerealiseerd. Naar aanleiding van de “natte” winter 2012/2013 is er een gezamenlijk onderzoek gedaan door de gemeenten Bloemendaal/Velsen/Zandvoort/Haarlem/Heemstede en Hillegom naar grondwateroverlast. Met dit onderzoek is een integraal beeld gekregen over de effecten van de regenval en is er éénduidig gecommuniceerd. Haarlemmermeer heeft een trekkende rol vervuld in het realiseren van het basis-meetplan voor de rioolwaterketen. Het basis-meetplan Grondwater wordt nu opgepakt met een trekkende rol voor Bloemendaal. Tenslotte wordt in diverse samenstellingen samengewerkt aan meetprogramma’s, afwegingen van investeringen, aanbestedingen en operationele taken (bv. belastingheffing).
Sub-regio Bollenstreek
PM
Concrete activiteiten 2016 en verder
In de volgende bijlagen wordt per sub-regio aangegeven welke activiteiten worden opgepakt (peildatum 1 maart 2016)
Bijlage 2: Concrete activiteiten 2016 en verder in de sub-regio Leiden
In deze sub-regio zijn de volgende activiteiten geprogrammeerd:
Hoogheemraa dschap van Rijnland | Dunea | Gemeente Leiden | Gemeente Leiderdorp | Gemeente Oegstgeest | Gemeente Zoeterwoude | Gemeente Voorschoten | |
Integraal Afvalwaterketen- plan | JA | Nee(*) | JA | JA | JA Trekker | JA | JA |
Gezamenlijk Rekenen | JA Trekker | Nee(*) | JA Trekker | JA | JA | JA | JA |
Gezamenlijk Rioolbeheer | JA | Nee(*) | JA Trekker | JA | JA | JA | JA |
OAS’-en Leiderdorp, Voorschoten | JA Trekker | Nee(*) | NEE | JA | JA | JA | JA |
Meten in de keten | JA | Nee(*) | JA | JA | JA | JA Trekker | JA |
Communicatie en campagnes | JA | Nee(*) | JA | JA | JA | JA | JA |
Smal Waterkwaliteit- spoor | JA Trekker | Nee(*) | JA | JA | JA | JA | JA |
Thema- bijeenkomsten | JA | Nee(*) | JA | JA | JA | JA | JA |
(*) Participatie van Dunea in cluster Leidse Regio start Medio 2016
Ad 1. Integraal Afvalwaterketen-plan
In vervolg op het gelijk trekken van de planperiodes van de VGRP’s en het afstemmen van de beleidsmatige paragraaf onderzoeken we het opstellen van een integraal afvalwaterketenplan. Doelstelling is voor de volgende planperiode 2019-2023 één Integraal AfvalWaterKeten Plan te realiseren op basis van een modulaire opbouw voor de gemeenten in ons Cluster Leidse Regio en het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Ad 2. Gezamenlijk Rekenen
Het hebben van BRP’s die actueel zijn, vanuit regionaal oogpunt benaderd, waarbij ook hydraulisch gerekend wordt aan het oppervlaktewater. Eind 2018 hebben we een klein team van “rekenaars” in ons cluster die voor ons het overgrote deel (90%) van de berekeningen aan het rioolsysteem uitvoert, zijn de berekeningen aan het watersysteem up to date en wordt gewerkt aan de integratie van de berekeningen tussen riool- en watersysteem.
Ad 3. Gezamenlijk Rioolbeheer: “beheer als ware 1”
De doelstelling is het onderzoeken van de kansen voor verdergaande samenwerking bij het uitvoeren van rioolbeheer. De gedachte hierbij is dat we eind 2018 het rioolbeheer in ons cluster gezamenlijk uitvoeren als ware we één organisatie van de 5 inliggende gemeenten en de betrokkenheid van Rijnland ingebed hebben.
Ad 4. OAS’-en Leiderdorp, Voorschoten, Oegstgeest en Xxxxxxxxxxx
Xx 0000 is de OAS Leiden Zuid-West afgerond. In de komend e jaren worden ook de OAS’en voor de andere gemeenten uitgevoerd. Te beginnen met de OAS Leiderdorp en Voorschoten.
Ad 5. Meten in de keten
Het verkrijgen, dan wel vergroten, van het inzicht in het werkelijk functioneren van de aanwezige voorzieningen om een met feiten gestaafde keuze te kunnen maken bij toekomstige vervangings- en optimalisatiemaatregelen. Hierbij wordt aangesloten bij de ontwikkelingen in de regio (werkgebied Rijnland) door vertegenwoordiging in de regionale werkgroep.
Ad 6. Communicatie in de waterketen
Ook op het gebied van communicatie en campagnes maken we gebruik van elkaars expertise en mogelijkheden. Waar mogelijk voeren we gelijktijdig communicatiecampagnes met gelijkwaardige inhoud. Het trekkerschap verschilt per campagne. Een voorbeeld is de campagne niet in het riool die vanaf 2016 in de Leidse regio is en wordt uitgevoerd.
Ad 7. Smal Waterkwaliteitspoor
Het analyseren van de overstorten in de zuiveringskringen en bepalen welke overstorten kritisch zijn en nader gemonitord gaan worden. Aan de hand van de monitorgegevens wordt vervolgens bepaald of en zo ja welke maatregelen aan welke overstorten uitgevoerd moeten gaan worden.
Ad 8. Themabijeenkomsten
In het kader van kennisontwikkeling wordt twee maal per jaar een dagdeel besteed aan het uitdiepen van onderwerpen. Voorbeelden van reeds plaatsgevonden bijeenkomsten zijn: masterclass financiën riolering, meten in de keten, proeftuingesprek Nieuwe Invulling doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden, en proeftuingesprek persleidingen handreiking inventarisatie en onderzoek.
Bijlage 3: Concrete activiteiten 2016 en verder in de sub-regio Groene Hart
In deze sub-regio zijn de volgende activiteiten geprogrammeerd:
Hoogheemraad schap van Rijnland | Oasen Drinkwater | Gemeente Alphen aan den Rijn | Gemeente Bodegraven- Reeuwijk | Gemeente Gouda | Gemeente Nieuwkoop | Gemeente Kaag en Braassem | Gemeente Waddinxveen | |
Gezamenlijk waterketenplan Groene Hart | JA | JA Trekker | JA | JA | JA Ondersteuning | JA | JA | JA |
Waterloket; lokaal en nationaal | JA | JA | JA | JA | JA Trekker | nee | nee | nee |
Xxx xxxxx naar sturen | JA | nee | JA | JA | nee | nee | nee | JA Trekker |
Portaal uitwisseling gegevens waterketen | JA Trekker | nee | JA | JA | nee1 | nee | nee | nee1 |
Onderzoek hemelwater in drukriolering | nee | nee | JA Trekker | nee | nee | JA | JA | JA |
Educatie waterketen en duurzaam watergebruik 2 | JA Trekker | JA | nee | nee | JA | nee | nee | nee |
Onderzoek beperken stroomverbruik rioolgemalen | nee | nee | JA Trekker | nee | nee | nee | nee | Nee |
1 In eerste instantie niet, maar willen wel aansluiten zodra er een gegevensportaal voor het gebied van Rijnland beschikbaar is.
2 Uitbreiden of extra business case voor gezamenlijke initiatieven waterbewustzijn d.m.v. acties zoals “steenbreek” of “gratis regenton”.
Ad 1. Gezamenlijk waterketenplan Groene Hart
In navolging op de subregio’s Bollenstreek en Leidse Regio onderzoeken of en hoe gezamenlijk waterketenbeleid en daaruit volgende investeringen kan worden vastgelegd in een waterketenplan voor de gehele subregio.
Ad 2. Waterloket; lokaal en nationaal
Het ontwikkelen van een werkwijze voor het inrichten van een lokaal waterloket dat optimaal is afgestemd op en met het nationaal waterloket ”xxxxxxxx.xx”. Afspraken maken met “xxxxxxxx.xx” over inhoud en functionaliteit van het lokaal waterloket en het nationaal loket, en de wisselwerking tussen beiden. Hierin wordt samengewerkt met de subregio Kennemerland.
Ad 3. Van meten naar sturen
Het verkrijgen, dan wel vergroten, van het inzicht in het werkelijk functioneren van de aanwezige voorzieningen om een met feiten gestaafde keuze te kunnen maken bij toekomstige vervangings- en optimalisatiemaatregelen. Het volledig benutten van de capaciteit van de aangelegde voorzieningen om zo een maximaal milieutechnisch- en hydraulisch rendement te halen uit de gedane investeringen. De zuiveringskring van afvalwaterzuiveringsinstallatie Randenburg is pilot voor deze activiteit.
Ad 4. Portaal uitwisseling gegevens waterketen
Het laagdrempelig en efficiënt uitwisselen van betrouwbare data is het hoofddoel. Het opzetten van een internetportaal voor het delen en valideren van relevante meetgegevens. Met relevante meetgegevens wordt bedoeld, de meetgegevens die voor andere partijen in de samenwerking noodzakelijk of interessant zijn. Het internetportaal wisselt niet alleen informatie uit tussen de gemeenten en Rijnland, maar ook informatie tussen gemeente en buurgemeenten.
Ad 5. Onderzoek hemelwater in drukriolering
Inzicht verkrijgen in de werkelijke omvang van hemelwaterlozingen op drukriolering en op welke locaties deze lozingen plaatsvinden bij een aantal nader te bepalen stelsels. Bepalen van de schadelijke effecten van deze hemelwaterlozingen. Formuleren van resultaatgerichte maatregelen om de hemelwaterlozingen te beperken.
Ad 6. Educatie waterketen en duurzaam watergebruik
Onze jeugd, als toekomstige huizenbewoners, ‘waterketenbewust’ te maken door hen in een vroeg stadium te wijzen op de voordelen van duurzaam omgaan met de gehele waterketen en de nadelen van het niet-duurzaam omgaan met die waterketen. Nog een reden om voor de jeugd te kiezen is dat de bestaande afzonderlijke educatie programma’s al op deze doelgroep is afgestemd. Wij willen 2016 gebruiken om te onderzoeken of het haalbaar is om de afzonderlijke educatie programma’s van OASEN en Rijnland op elkaar af te stemmen en daarbij te verbinden aan pilot die in Gouda wordt gestart. En zo ja op welke wijze bij de onderscheiden doelgroepen het hoogste rendement behaald kan worden . Het resultaat wordt vergeleken met de huidige situatie.
Ad 7. Onderzoek beperken stroomverbruik rioolgemalen
Inzicht verkrijgen in het stroomverbruik. Oorzaak van mogelijk (te) veel verbruik van stroom per gemaal inzichtelijk maken. Formuleren van resultaatgerichte maatregelen om het stroomverbruik te verminderen. Uiteindelijk moet dit leiden tot beter functionerende gemalen in relatie tot het stroomverbruik.
Bijlage 4: Concrete activiteiten 2016 en verder in de sub-regio Kennemerland
In deze sub-regio zijn de volgende activiteiten geprogrammeerd:
Hoogheemraad schap van Rijnland | PWN | Gemeente Velsen | Gemeente Haarlemmerlie de en Spaarnwoude | Gemeete Zandvoort | Gemeente Haarlem | Gemeente Bloemendaal | Gemeente Haarlemmer meer | Gemeente Heemstede | Gemeente Hillegom | |
waterloket | JA | JA | JA | JA | JA | JA, Trekker | JA | JA | JA | JA |
basismeetplan grondwater | JA | JA | JA | JA | JA | JA | JA, Trekker | JA | JA | JA |
opstellen regionale verordeningen | JA | JA | JA | JA | JA, Trekker | JA | JA | JA | JA | JA, Trekker |
ketenschouw/ integrale waterplannen | JA, Xxxxxxx | JA | JA | JA | JA | JA | JA | JA | JA | JA |
klimaatadaptatie | JA | JA, Trekker | JA, Trekker | JA | JA | JA | JA | JA | JA | JA |
themabijeenkoms t | JA | JA | JA, Xxxxxxx | JA | JA | JA | JA | JA | JA | XX |
Ad 1. Waterloket;
Opzetten van een gezamenlijk digitaal waterloket waar bewoners en bedrijven eenvoudig informatie kunnen vinden over de waterketen. Het waterloket kan als aanvullend op de eigen websites worden ingezet. Indien mogelijk wordt aangesloten bij het landelijke waterloket “ons water”.
Ad 2. Basismeetplan Grondwater;
Er is behoefte aan een uniformele wijze van meten in het grondwater. Het doel hiervan is een mogelijke kwaliteitsborging en uitwisselbaarheid van data wat een gemeenschappelijk grondwatermodel mogelijk maakt, kostenbesparing, intergemeentelijke ondersteuning en regionale kennisdeling. Het “basisplan” voor de grondwatermeetnetten in de regio kan als overkoepelende handreiking dienen voor gemeenten die een grondwatermeetnet willen ontwerpen, aanleggen, beheren, onderhouden en/of ontsluiten.
Ad 3. Regionale Verordeningen;
Opstellen van gezamenlijke verordeningen. In 2016 worden de aansluitverordening en een verordening voor warmte- koudeopslag opgesteld
Ad 4. Ketenschouw;
Van elke keten (aaneengesloten stelsel dat op een zuivering is aangesloten) wordt het functioneren beoordeeld. Op basis van de analyse kunnen opgave en kansen in de keten worden benoemd en omgezet in doelmatige maatregelen. De ketenschouw kan dienen als een opmaat voor het opstellen van een integraal waterketenplan. Tot deze vervolgstap moet nog besloten worden in het bestuurlijk overleg van de sub-regio.
Ad 5. Klimaatadaptatie;
Gezamenlijk uitvoeren van klimaatadaptatie onderzoek wat leidt tot de meest doelmatige maatregelen om te komen tot een klimaatbestendig ingericht stedelijk gebied.
Ad 6. Themabijeenkomsten;
Twee maal per jaar wordt een middag besteed an het uitdiepen van onderwerpen. In 2016 wordt is het werkveld van de omgevingsdiensten en mogelijke samenwerkingsverbanden het onderwerp van de middagen.
Bijlage 5: Concrete activiteiten 2016 en verder in de sub-regio Bollenstreek
In deze sub-regio zijn de volgende activiteiten geprogrammeerd:
PM deelnametabel + tekstje
Bijlage 6 begrippen
Waterketen
De waterketen is een door mensen gemaakte kringloop binnen het watersysteem. Aan het begin van de waterketen halen we water uit onze leefomgeving en maken we er drinkwater van. Dan volgt het transport van het drinkwater naar de gebruikers. Het gebruikte en vervuilde drinkwater zamelen we vervolgens in en transporteren we naar een zuiveringsinstallatie. Ten slotte maken we daar het vervuilde water weer schoon en brengen we het weer terug in onze leefomgeving.
De afvalwaterketen betreft alleen het inzamelen, transporteren en zuiveren van stedelijk en bedrijfsmatig afvalwater. Stedelijk afvalwater bestaat uit vervuild drinkwater dat vermengd is met overtollig hemelwater dat via gemengd riool wordt afgevoerd.
SWR2
Dit staat voor “Samenwerking Waterketen Regio Rijnland” en omvat het geheel van de partijen die de overeenkomst ondertekenen.
Cluster / Werkeenheid / sub-regio
Bij de start van de samenwerking in 2010 is het gebied van Hoogheemraadschap van Rijnland verdeeld in vijf clusters om organisatorisch werkbare eenheden te maken. Clusters bevatten vertegenwoordigers van een aantal gemeenten, van Rijnland en van drinkwaterbedrijven. De begrenzing van de clusters is gebaseerd op zuiveringskringen (gebied aangesloten op dezelfde zuivering) en andere, bestaande onderlinge verbanden. In 2015 zijn de clusters “Xxxxxx Xxxxxxx” xx “Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxx” samengevoegd tot de cluster “Groene Hart”. Rijnland heeft voor de landelijke monitoring het predicaat “regio” gekregen. In navolging hierop is afgesproken de termen cluster en werkeenheid niet meer te gebruiken en deze te vervangen door sub-regio.
Bestuursakkoord Water
Het Bestuursakkoord Water stamt uit 2011 en was een vervolg op het Nationaal Bestuursakkoord Water uit 2003. Ondertekenaars zijn het Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG), waterschappen (UvW) en drinkwaterbedrijven (VEWIN). Een van de onderdelen van het akkoord is “Doelmatig beheer van de waterketen”. Bij dit onderdeel wordt verwezen naar het “Feitenonderzoek Doelmatig Waterbeheer” uit 2010, waarin de doelen voor de jaarlijkse maatschappelijke kostenbesparing in 2020 staan. Samen met de kostenbesparing zijn het verbeteren van de kwaliteit en het verminderen van de kwetsbaarheid, oftewel de drie K’s, de pijlers voor de samenwerking.
Waterwinst
Maatschappelijke winst in kosten, kwaliteit, kwetsbaarheid en duurzaamheid bij alle activiteiten die zich afspelen binnen de waterketen en het watersysteem.
Basismonitor BAW-W / Regionale monitor
De basismonitor is via VNG en UvW beschikbaar gesteld voor alle regio's (xxx.xxxxxxxxxx.xx). De monitor is beschikbaar voor het regionaal in beeld brengen van de realisatie van waterketen afspraken uit het Bestuursakkoord Water. Met behulp van de basismonitor Bestuursakkoord Water - Waterketen kan in een samenwerkingsregio de realisatie worden gemeten op de gestelde doelen. De monitor bestaat uit een toepassing in Excel. Om de realisatie te meten dient iedere organisatie een set vragen in te vullen. Daarvoor is een "Uitvraag" beschikbaar voor het referentiejaar 2010 en voor peiljaren (bijvoorbeeld 2014, 2015, etc.).
Wanneer de uitvragen zijn ingevuld, kan de monitor-coördinator in de regio de uitvragen inladen in de "Basismonitor BAW-W". Vervolgens kunnen analyses uitgevoerd worden en rapportages worden afgedrukt. De partijen in de regio Rijnland willen gebruik gaan maken van dit instrument.
Kritieke prestatie-indicator (KPI)
Kritieke prestatie-indicatoren zetten doelstellingen om in meetbare variabelen.
Hierdoor valt duidelijk af te lezen of een organisatie op koers ligt voor de doelstellingen. Een KPI voldoet meestal aan het SMART-principe:
• Specifiek; Is de doelstelling eenduidig?
• Meetbaar; Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt?
• Acceptabel; Is deze acceptabel genoeg voor de doelgroep en/of management?
• Realistisch; Is het doel haalbaar?
• Tijdgebonden; Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn?
Er zijn nog geen KPI’s voor de doelstellingen (kosten, kwaliteit, kwetsbaarheid, duurzaamheid) beschikbaar.
Duurzaamheid
De volgende definitie is geformuleerd door de World Commission on environment and Development van de Verenigde Naties in het rapport “Our Common future”:
“Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”
Kortom, duurzaam kijkt naar de huidige behoefte die de mensen op de aarde hebben en hoe dit in de toekomst ontwikkeld kan worden zonder dat de mensen, het milieu of de economie in gevaar komen.
Klimaatadaptatie
Adaptatie (aanpassing) aan klimaatverandering is het proces waardoor samenlevingen de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen of waardoor zij profiteren van de kansen die een veranderend klimaat biedt. Adaptatie kan autonoom zijn of gepland.
Bijlage 7 overzichtskaart indeling sub-regio’s
Bijlage 8 overzichtskaart betrokken drinkwaterbedrijven