DOORLOPENDE TEKST
30865/JB/MH
DOORLOPENDE TEKST
van de statuten van de vereniging:
Hervormde Schoolvereniging te Nijkerk
gevestigd te Nijkerk
na akte van statutenwijziging d.d. 25 augustus 2022
verleden voor een waarnemer van mr. L.P. Kortland, notaris ter standplaats Putten.
STATUTEN
NAAM EN ZETEL
Artikel 1
1. De vereniging draagt de naam: Hervormde Schoolvereniging te Nijkerk.
2. De vereniging is gevestigd te Nijkerk (Gelderland).
GRONDSLAG
Artikel 2
De grondslag van genoemde vereniging is Gods Woord opgevat in de zin van de Drie Formulieren van Enigheid der Nederlandse Hervormde (Gereformeerde) Kerk in Nederland.
Artikel 3
1. De vereniging heeft ten doel de stichting en instandhouding van onderwijs en daaraan gerelateerde voorzieningen op gereformeerde grondslag.
2. De vereniging schept een goed onderwijs- en begeleidingsklimaat voor de leerlingen en een goed werkklimaat voor de medewerkers van de vereniging.
3. De vereniging beoogt niet het maken van winst.
ORGANEN
Artikel 4
1. De vereniging kent de volgende organen:
a. de algemene vergadering, en
b. het bestuur.
2. Alleen natuurlijke personen kunnen lid zijn van deze organen.
LIDMAATSCHAP VERENIGING
Artikel 5
1. Leden van de vereniging kunnen uitsluitend meerderjarige personen zijn die belijdend lid zijn van een kerkelijke gemeente op gereformeerde grondslag en/of instemmen met grondslag en doel van de vereniging.
Personeelsleden van de vereniging kunnen tijdens hun dienstverband geen lid zijn van de vereniging.
2. a. Om lid te kunnen worden moet men zich schriftelijk aanmelden bij het bestuur dat over een toelating beslist, met inachtneming van het bepaalde in lid 1 van dit artikel, binnen dertig dagen na aanmelding met omschrijving der redenen in geval van weigering;
b. Bij niet-toelating door het bestuur kan een aspirant-lid een beroep doen op de algemene ledenvergadering.
3. Het bestuur houdt een register bij waar de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
4. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. door schriftelijke opzegging door het lid;
c. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan
worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
e. doordat het lid een dienstbetrekking met de vereniging aangaat.
5. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging geschiedt door het bestuur. Opzegging van het lidmaatschap door het lid geschiedt schriftelijk aan de secretaris, behoudens het bepaalde in het volgende lid.
6. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
7. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
8. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
9. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene in eerste instantie binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van de besluiten met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
10. Leden die handelen in strijd met de statuten en/of het huishoudelijk reglement van de vereniging, of die zich niet gedragen naar besluiten van de algemene vergadering, of naar besluiten die het bestuur van de vereniging krachtens de statuten of ingevolge opdracht van de algemene vergadering genomen heeft, kunnen door het bestuur worden geschorst voor maximaal één maand.
11. Geschorste leden zijn verstoken van alle rechten, welke uit het lidmaatschap voortvloeien, doch behouden het recht om op de algemene vergadering, waar de schorsing of de voorgestelde ontzetting wordt behandeld, aan de beraadslagingen deel te nemen.
TAAK EN BEVOEGDHEDEN ALGEMENE VERGADERING
Artikel 6
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering –de jaarvergadering– gehouden, te Nijkerk (Gelderland). In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag, waaronder begrepen de jaarrekening;
b. de benoeming op voorstel van het bestuur van de accountant als bedoeld in artikel 9 van de statuten;
c. voorziening in eventuele bestuursvacatures;
d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt of wanneer het bestuur daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen na indiening daarvan bij het secretariaat geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 7 of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad.
WERKWIJZE ALGEMENE VERGADERING
Artikel 7
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 5 lid 3. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste veertien dagen.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 16 (statutenwijziging).
3. Wanneer ten minste tien leden schriftelijk aan het bestuur verzoeken bepaalde onderwerpen aan de agenda van de eerstvolgende vergadering toe te voegen, is het bestuur verplicht aan dat verzoek te voldoen. Dat verzoek moet ten minste acht dagen vóór de vergadering bij de secretaris van de vereniging worden ingediend.
4. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, leden van het bestuur, personen die deel uitmaken van commissies van de vereniging en degenen die daartoe door het bestuur op de algemene vergadering zijn uitgenodigd. Geen toegang hebben geschorste leden (behoudens dat geschorste leden wel toegang hebben tot de algemene vergadering waarin een beroep op de algemene vergadering als bedoeld in artikel 5 lid 9 wordt behandeld: zij hebben dan recht het woord te voeren, zij hebben echter geen stemrecht) en geschorste bestuursleden.
5. Over toelating van andere dan de in lid 4 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
6. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem. Indien beide ouders lid van de vereniging zijn, heeft ieder één afzonderlijke stem.
7. Stemmen bij schriftelijke volmacht is toegestaan, doch één lid kan slechts één ander lid vertegenwoordigen.
8. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan
voorziet de vergadering daarin zelve.
9. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend na vaststelling door de algemene vergadering. Zij die de vergadering bijeenroepen, kunnen een notarieel proces- verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
10. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
11. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het tiende lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
12. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
13. Xxxxxx en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
14. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming tussen de (voorgedragen) kandidaten plaats. Heeft alsdan weder niemand de volstrekte meerderheid verkregen dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Xxxxxxx bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
15. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van
personen dan is het verworpen.
16. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
17. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering
bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
18. Zolang in een algemene vergadering alle stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent al aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding - ook al heeft geen oproeping plaats gehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
SAMENSTELLING BESTUUR
Artikel 8
1. Het bestuur van de vereniging bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste negen personen die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden, behoudens het bepaalde bij lid 2.
2. De algemene vergadering kan besluiten dat ten hoogste één lid van het bestuur buiten de leden wordt benoemd. Dit kan ten gevolg hebben dat het aantal bestuursleden boven de genoemde grens in lid 1 uitkomt.
3. De bestuursleden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering.
4. De benoeming van een bestuurslid geschiedt met inachtneming van een door het bestuur opgestelde en door de algemene vergadering vastgestelde profielschets waarin de noodzakelijke competenties van de bestuursleden zijn beschreven. De profielschets wordt vooraf openbaar gemaakt.
5. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 6. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als minimaal tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet ten minste acht dagen vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de secretaris van de vereniging worden ingediend.
6. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.
7. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
8. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen conform het bepaalde in lid 6 van dit artikel.
9. Bij een vacature in het bestuur benoemt de eerstvolgende algemene vergadering een opvolger voor het gedefungeerde bestuurslid. Indien in het bestuur één of
meer vacatures ontstaan, blijven de overblijvende bestuursleden een bevoegd college vormen, tenzij het aantal zitting hebbende bestuursleden minder bedraagt dan het aantal vacatures. In het laatste geval zijn de overblijvende bestuursleden verplicht binnen een termijn van één maand na het ontstaan van de laatste vacature een algemene vergadering bijeen te roepen, waarbij in de ontstane vacature(s) wordt voorzien.
10. Bij ontstentenis of belet van één of meer bestuurders zijn de overige bestuurders of is de enige overgebleven bestuurder, tijdelijk met het bestuur belast.
Bij ontstentenis of belet van alle bestuurders is een door de algemene vergadering daartoe voor onbepaalde tijd aan te wijzen persoon tijdelijk met het bestuur belast. Onder belet wordt in elk geval verstaan schorsing en het geval waarin om welke reden dan ook gedurende een aaneengesloten periode van minimaal tweeënzeventig uur door de vereniging, een medebestuurder of een lid geen contact met een bestuurder kan worden verkregen, met dien verstande dat de algemene vergadering kan besluiten dat een andere periode van toepassing is.
11. Xxxxx bestuurslid treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. Een aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar, tenzij hij op het tijdstip van zijn verkiezing zeventig jaar of ouder zou zijn. Herbenoeming is slechts eenmaal mogelijk. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
12. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen en doet zulks in ieder geval voor de voorzitter. Een bestuurslid kan tijdelijk meer dan één functie bekleden.
13. Een lid van het bestuur defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn onder curatele stelling alsmede door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
c. door zijn vrijwillige aftreden (bedanken);
d. door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming;
e. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
f. door zijn ontslag verleend door de algemene vergadering;
g. door zijn ontslag door de rechtbank, en
h. door het verkrijgen van een onverenigbare betrekking als bedoeld in artikel 13.
14. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen. Xxxxx een schorsing niet binnen drie maanden door een besluit tot ontslag of opheffing der schorsing gevolgd, dan vindt die opheffing van rechtswege plaats door het enkel verloop van die termijn. Opheffing van de schorsing dan wel ontslag is slechts mogelijk indien de betrokkene in de
gelegenheid is gesteld zich tegenover de algemene vergadering te verantwoorden.
15. Xxxxxxxxx van een bestuurslid als lid van de vereniging houdt tevens in schorsing als bestuurslid.
16. Een bestuurslid van de vereniging kan worden ontslagen wegens onder meer:
a. verwaarlozing van zijn taak of onvoldoende functioneren;
b. onverenigbaarheid van functies of belangen, en
c. wijziging van de omstandigheden of andere redenen op grond waarvan zijn handhaving als lid redelijkerwijs niet van de vereniging kan worden verlangd.
TAAK EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR
Artikel 9
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Het bestuur verricht zijn werkzaamheden zonder last of ruggespraak.
2. De vereniging oefent, met inachtneming van het bepaalde in het vierde lid van dit artikel, alle taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van scholen toekomen. De bestuurders richten zich bij de vervulling van hun taak naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie.
3. Ieder bestuurslid is daarbij tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.
4. Onderstaande taken en bevoegdheden zijn expliciet voorbehouden aan het bestuur en kunnen niet worden gemandateerd dan wel worden gedelegeerd aan de in lid 6 van dit artikel benoemde functionaris:
a. het goedkeuren van de begroting, het jaarverslag, waaronder begrepen de jaarrekening, en het strategisch beleidsplan.
b. het vaststellen dan wel wijzigen van een treasurybeleid;
c. het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen;
d. het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
e. een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers;
f. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers;
g. het aangaan of verbreken van een al dan niet duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon, indien deze samenwerking ingrijpend is;
h. het oprichten van andere rechtspersonen;
i. het aanvragen van surseance van betaling of faillissement;
j. investeringen boven een door het bestuur te bepalen waarde, voor zover het bestuur aan deze investeringen niet reeds eerder zijn goedkeuring heeft gehecht bij goedkeuring van de begroting of het strategisch beleidsplan, en
k. het toezien op de naleving van wettelijke verplichtingen, de code voor goed
bestuur, bedoeld in artikel 171, eerste lid, onderdeel a van de Wet op het primair onderwijs en de afwijkingen van de code;
l. het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de vereniging verkregen op grond van de Wet op het primair onderwijs;
m. het aanwijzen van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die verslag uitbrengt aan het bestuur;
n. het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld onder a tot en met m, in het jaarverslag.
5. Tot de taken van het bestuur behoren eveneens:
a. het benoemen en zo nodig schorsen en/of ontslaan van personeel met inachtneming van de wettelijke bepalingen en die betreffende collectieve arbeidsovereenkomsten. Alvorens tot benoeming van een lid van het personeel over te gaan, zal het bestuur zekerheid moeten hebben dat de betrokkene instemt met de grondslag en het doel van de vereniging zoals die in de artikelen 2 en 3 van deze statuten zijn omschreven; wordt aan deze voorwaarde niet voldaan, dan is benoeming alleen in bijzondere gevallen mogelijk terwijl daarvoor alsdan een bestuursbesluit noodzakelijk is, genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde gedeelte van de stemmen in een bestuursvergadering waarin alle leden van het bestuur aanwezig zijn.
b. de regeling van bezoldiging en van de rechtspositie van het hiervoor onder a
bedoelde personeel voor zover dat niet bij wet of algemene maatregel van bestuur is geschied.
6. Het bestuur is bevoegd:
a. een functionaris te benoemen aan wie, onder verantwoordelijkheid van het bestuur, de algehele dagelijkse leiding wordt opgedragen;
b. commissies te benoemen die onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak uitvoeren en/of het bestuur van advies dienen, waartoe het bestuur regels kan stellen bij een daartoe afzonderlijk op te maken reglement.
7. De bestuursleden hebben recht op een beloning en/of een vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie in redelijkheid gemaakte kosten. De hoogte hiervan wordt vastgesteld door het bestuur. De hoogte en omvang van de beloning en/of vergoedingen worden in het jaarverslag opgenomen.
8. Het bestuur kan op grond van artikel 30a van de Wet op het primair onderwijs bestuurstaken en bevoegdheden mandateren dan wel delegeren aan de in lid 6, sub a van dit artikel bedoelde functionaris. Het bestuur stelt op grond van artikel 31 van de Wet op het primair onderwijs hiertoe een managementstatuut vast.
WERKWIJZE BESTUUR
Artikel 10
1. In de vergaderingen van het bestuur heeft ieder bestuurslid één stem.
Bestuursbesluiten worden in de bestuursvergaderingen genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen met inachtneming van het bepaalde in lid 10 van dit artikel. Voor het nemen van rechtsgeldige besluiten dient tenminste de helft van de bestuursleden ter vergadering aanwezig te zijn.
2. Het bestuur kan ook op andere wijzen dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal bestuursleden zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
3. Vergaderingen van het bestuur worden tenminste vier maal per jaar gehouden en voorts zo dikwijls de voorzitter of twee van zijn leden dat verlangen.
4. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door middel van een brief of een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht op een termijn van tenminste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot tenminste vierentwintig uur. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuursleden vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten.
5. Een bestuurslid kan zich door een ander bestuurslid ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen.
6. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid neemt de vicevoorzitter zijn plaats in. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door het bestuur in de eerstvolgende volgende bestuursvergadering worden vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend en naar datum gerangschikt aan een daartoe bestemd register worden toegevoegd.
7. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden, met dien verstande, dat indien één of meer bestuursleden zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
8. Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
9. Tenminste één keer per jaar is er een vergadering van het bestuur waarbij het functioneren van het bestuur aan de orde komen.
10. Bij bestuursreglement kunnen nadere regelen worden opgegeven aangaande de vergaderingen en werkwijze van het bestuur.
11. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie.
Wanneer hierdoor geen besluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering
12. De leden va het bestuur hebben als zodanig een raadgevende stem in de algemene vergadering.
VERTEGENWOORDIGING
Artikel 11
1. De vereniging wordt vertegenwoordigd door het bestuur.
2. Tevens kunnen de voorzitter en secretaris gezamenlijk handelend de vereniging vertegenwoordigen. Bij ontstentenis van de voorzitter of secretaris xxxxxx een ander bestuurslid in diens plaats.
3. Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer bestuursleden alsmede aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
4. Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer bestuursleden alsmede aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
VRIJWARING EN VRIJTEKENING
Artikel 12
1. Het bestuur tracht te komen tot een verzekering op redelijke voorwaarden van de aansprakelijkheid van leden van het bestuur. Voorts geldt het hierna in dit artikel bepaalde.
2. De vereniging stelt iedere persoon die, vanwege het feit dat hij lid van het bestuur is of was, als partij betrokken was of is of als partij betrokken dreigt te worden bij een op handen zijnde, aanhangige of beëindigde actie of procedure van welk aard dan ook, door of namens de vereniging dan wel door derden ingesteld, schadeloos voor alle nadelige financiële gevolgen, daaronder begrepen kosten en boetes, die hij in werkelijkheid en redelijkerwijze heeft moeten dragen in verband met een dergelijke actie of procedure, mits hij te goeder trouw (zo ruim uitgelegd als juridisch van tijd tot tijd mogelijk) en op een wijze die hij redelijkerwijze kon beschouwen in het belang van of niet tegen de belangen van de vereniging te zijn, heeft gehandeld.
3. Een schadeloosstelling door de vereniging bedoeld in het vorige lid geschiedt na een vaststelling dat het lid van het bestuur voldaan heeft aan de van toepassing zijnde gedragsnorm genoemd in het vorige lid. Deze vaststelling geschiedt door het bestuur in een voltallige vergadering.
4. Kosten gemaakt voor het voeren van verweer in een actie of procedure kunnen door de vereniging worden voorgeschoten in afwachting van de einduitspraak in de actie of procedure en wel krachtens besluit van het bestuur met betrekking tot het desbetreffende geval, na ontvangst van een schriftelijke toezegging door of namens het lid van het bestuur om dit bedrag terug te betalen, tenzij uiteindelijk vastgesteld wordt dat hij het recht heeft door de vereniging schadeloos gesteld te worden zoals in dit artikel bepaald.
5. De schadeloosstelling voorzien in dit artikel wordt niet geacht enig ander recht
uit te sluiten dat degene die schadeloosstelling tracht te verkrijgen zou kunnen toekomen krachtens een reglement, overeenkomst of van de niet- belanghebbende bestuursleden of anderszins, zowel met betrekking tot handelingen in hoedanigheid als met betrekking tot handelingen in een andere hoedanigheid, terwijl hij een voornoemde hoedanigheid bekleedt, en zal blijven gelden voor een persoon die geen lid meer van het bestuur is en zal ook ten goede komen aan de erfgenamen of legatarissen.
ONVERENIGBARE FUNCTIES EN HOEDANIGHEDEN, TEGENSTRIJDIG BELANG
Artikel 13
1. Tenzij de algemene vergadering anders oordeelt, kunnen niet lid van het bestuur zijn, personen die:
a. de leeftijd van zeventig jaar hebben bereikt;
b. in dienst zijn van de vereniging of personen die regelmatig in de aan de vereniging verbonden instellingen arbeid en/of presentaties verrichten;
c. een eerste- of tweedegraads familie- of daarmee gelijkwaardige relatie hebben met een werknemer of andere bestuurder van de vereniging;
d. zitting hebben in een organisatie van ouders en/of de medezeggenschapsraad verbonden aan een van de door de vereniging in stand gehouden scholen;
e. tegelijkertijd de functie van intern toezichthouder vervullen bij een andere onderwijsorganisatie in dezelfde sector en/of tegelijkertijd de functie van toezichthouder vervullen bij een organisatie in een aanpalende onderwijssector in hetzelfde voedingsgebied;
f. niet benoembaar zijn volgens de verplichte bepalingen geldende code goed bestuur in het onderwijs;
g. als bestuurslid verbonden zijn aan of in dienst van een organisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers; en
h. een zodanige andere functie bekleden dat het lidmaatschap van het bestuur kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de vereniging dan wel tot ongewenste verstrengeling van belangen.
2. Leden van het bestuur evenals hun bloed- en aanverwanten tot de tweede graad mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de vereniging. Zij melden hun nevenfuncties aan de voorzitter van het bestuur.
FINANCIËLE MIDDELEN
Artikel 14
1. Het vermogen van de vereniging wordt onder meer gevormd door:
a. het aanwezige afgezonderde vermogen van de vereniging;
b. verkrijgingen zoals giften, donaties, erfstellingen en legaten, en
c. al hetgeen anderszins mag worden toegevoegd.
Erfstellingen mogen alleen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
2. De inkomsten van de vereniging bestaan onder meer uit:
a. overheidsbijdragen en overige subsidies;
b. contributies van de leden;
c. ouder- en andere bijdragen;
d. de baten van de exploitatie, en
e. al hetgeen op wettige wijze wordt verkregen.
3. Door de algemene vergadering wordt de jaarlijkse contributie van de leden vastgesteld op voorstel van het bestuur.
4. Het onder het beheer van de vereniging vallende geldelijke vermogen mag alleen belegd worden overeenkomstig het door het bestuur vast te stellen treasurybeleid.
JAARVERSLAG
Artikel 15
1. Het boekjaar loopt gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de algemene vergadering uitgezonderd, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
Als de vereniging een of meer ondernemingen in stand houdt, die op grond van de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, wordt op de staat van baten en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen vermeld.
3. Het bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie.
Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.
De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door hem daarmee afgelegde rekening en verantwoording.
4. In een vergadering te houden vóór de afloop van het boekjaar stelt het bestuur een begroting van de baten en lasten van het volgende boekjaar vast.
De begroting wordt opgemaakt door de algemeen directeur en aan alle bestuurders gezonden uiterlijk op vijftien december van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarop de begroting betrekking heeft.
5. Het bestuur stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan periodiek. Het beleidsplan geeft inzicht in de door de vereniging te verrichten werkzaamheden, de wijze van werving van gelden, het beheer van het vermogen van de vereniging en de besteding daarvan.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 16
1. De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd op voorstel van het bestuur of van tenminste vijfentwintig leden van de vereniging, door een besluit van de algemene vergadering, mits in de oproeping tot die vergadering is vermeld dat statutenwijziging wordt voorgesteld, terwijl gemelde oproeping tenminste eenentwintig dagen voor de vergadering dient te geschieden. Een afschrift van het voorstel, waarin de wijziging woordelijk is opgenomen, moet tenminste vijf dagen voor de vergadering tot na afloop van de vergaderingsdag op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage hebben gelegen.
2. Het besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van tenminste twee /derde van de geldig uitgebrachte stemmen, van de in een algemene vergadering aanwezige stemrecht hebbende leden.
3. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
4. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden Handelsregister.
5. Artikel 2 van de statuten mag evenmin als dit lid en de aanwijzingen in de andere artikelen aangaande de belijdenis van bestuur en leden op geen enkele wijze veranderd of uitgelicht worden.
6. Mutatis mutandis geldt, behoudens lid vijf, het bepaalde in dit artikel voor het besluit tot juridische fusie of juridische splitsing.
ONTBINDING
Artikel 17
1. Op een besluit tot ontbinding van de vereniging is van toepassing al hetgeen in artikel 16 leden 1 en 2 (statutenwijziging) is bepaald, echter met dien verstande dat het besluit tot ontbinding slechts kan worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde gedeelte van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is. Mocht het vereiste aantal stemgerechtigde leden niet aanwezig zijn dan wordt
binnen veertien dagen doch niet eerder dan zeven dagen na de in lid 1 van dit artikel bedoelde algemene vergadering, opnieuw een algemene vergadering bijeengeroepen. In die laatstbedoelde vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige leden een besluit worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
2. De vereffening van het vermogen van de ontbonden vereniging geschiedt door het bestuur, terwijl bij het besluit tot ontbinding één of meer anderen tot vereffenaars zijn aangewezen en voor zover de rechter niet anders beslist.
3. De vereffenaar draagt er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden Handelsregister.
4. Bij het besluit tot ontbinding van de vereniging beslist de algemene vergadering over de aanwending van een eventueel batig saldo van de vereffening, zoveel mogelijk met de doelstelling van de vereniging overeenkomend.
5. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de vereniging worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden vereniging gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Artikel 18
De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 19
Over alles, wat niet door de wet, de statuten, of de reglementen is geregeld, beslist het bestuur.