CONVENANT VEILIGE SCHOOL
CONVENANT VEILIGE SCHOOL
ROC Kop van Noord-Holland, Scholen aan Zee en De Pijler
ROC Kop van Noord-Holland
Scholen aan Zee
De Pijler
Politie Noord-Holland Noord
Gemeente Den Helder
Openbaar Ministerie
Halt Noord-Holland Noord
Ondergetekenden, zijnde:
- Gemeente Den Helder
- ROC Kop van Noord-Holland
- Scholen aan Zee
- De Pijler
- Politie Regio Noord-Holland Noord
- Openbaar Ministerie, arrondissement Alkmaar
- Halt Noord-Holland Noord
hebben een gezamenlijk belang bij het in stand houden en creëren van een veilig schoolklimaat. Door ondertekening van dit convenant maken de partijen kenbaar dat zij een herkenbaar en uniform veiligheidsbeleid voeren op de scholen die participeren in dit convenant. Dit houdt in dat de scholen hun interne regelgeving en sanctiebeleid uitvoeren op basis van het Handelingsprotocol Schoolveiligheid en daarbij zoveel mogelijk worden ondersteund door genoemde betrokken partijen. Door ondertekening hebben betrokken partijen de inspanningsverplichting en de intentie om het convenant naar vermogen uit te voeren. De uitvoering van het convenant en het Handelingsprotocol Schoolveiligheid wordt jaarlijks geëvalueerd (door de gemeente geïnitieerd).
Overwegende dat:
- een veilige school bijdraagt aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten;
- de scholen in Noord-Holland Noord met de Minister van OC&W op 19 mei 2008 een convenant hebben afgesloten om het voortijdig schoolverlaten in vier jaar tijd met 40% terug te dringen;
- het integraal en vroegtijdig aanpakken van schoolverzuim belangrijk is om de schoolloopbaan van het kind veilig te stellen;
- op 29 september 2009 een samenwerkingsconvenant is afgesloten op de aanpak van schoolverzuim door het Openbaar Ministerie Arrondissement Alkmaar, Halt Noord-Holland Noord, de gemeenten in de politieregio Noord-Holland Noord, Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, Arrondissement Alkmaar, Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Alkmaar en Politie Noord- Holland Noord;
- het gemeentebestuur verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en uitvoering van een integraal veiligheidsbeleid in haar gemeente en de regie voert over schoolveiligheid;
- de scholen op grond van wettelijke bepalingen verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en het welzijn van leerkrachten, onderwijsondersteunend en beheerspersoneel, cursisten, leerlingen en bezoekers van de school;
- de politie belast is met de handhaving van wet- en regelgeving en de openbare orde onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag;
- het Openbaar Ministerie verantwoordelijk is voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde;
- Halt Noord-Holland Noord zich tot doel stelt beginnende jeugdcriminaliteit terug te dringen en te voorkomen door het aanbieden van de Halt-afdoening en het aanbieden van voorlichtings- en preventieactiviteiten;
besluiten partijen als volgt:
Artikel 1 Doelstelling
Dit convenant heeft tot doel om een eenduidig en sluitend stelsel van afspraken te maken ten behoeve van het voorkomen en bestrijden van overlast, vandalisme en ander crimineel gedrag en het creëren van een (sociaal) veilig klimaat op en rondom de scholen van de gemeente Den Helder.
Artikel 2 Privacybepaling
De convenantpartijen verplichten zich over en weer met inachtneming van de wettelijke bepalingen die informatie te verstrekken die nodig is om de samenwerking effectief en efficiënt te laten verlopen.
a. De politie is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet politiegegevens.
b. Het Openbaar Ministerie is daarbij gehouden aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en de Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden.
c. De gemeente en de scholen zijn daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 3 Contactpersonen
1. Elk der deelnemende partijen wijst een vast contactpersoon aan die optreedt als vertegenwoordiger van die partij. Elke deelnemende partij zorgt desnoods voor vervanging. De gemeente heeft voor het project Schoolverzuim en voor het project Veilige School afzonderlijke contactpersonen.
2. De kerntaken van de contactpersonen zijn:
a. eerste aanspreekpunt zijn voor de andere partijen;
b. zodanig informeren van de andere partijen dat elke partij zijn rol optimaal kan vervullen;
c. eerste aanspreekpunt zijn voor de eigen organisatie;
d. zorg dragen voor de doorverwijzing binnen de eigen organisatie;
e. informeren van de eigen organisatie met betrekking tot ontwikkelingen en activiteiten voor de uitvoering van het convenant;
f. deelnemen aan evaluaties van dit convenant;
g. aanwijzen van een vervanger.
Artikel 4 De rol van de gemeente
1. De gemeente voert de regie over de aanpak van het convenant Veilige School, houdt zicht op de naleving van de gemaakte afspraken en biedt facilitaire ondersteuning aan bij de uitvoering van deze afspraken.
2. De gemeente organiseert de in artikel 9 bedoelde evaluatiebijeenkomsten.
3. De gemeente adviseert en ondersteunt de scholen vanuit haar Leerplicht- en RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt) taken bij preventieve en curatieve aanpak van schoolverzuim conform het convenant Schoolverzuim en het voortijdig schoolverlaten van leerlingen zoals beschreven in het Handelingsprotocol.
4. De gemeente stemt afspraken die voortvloeien uit dit convenant af met de activiteiten van de leerplichtambtenaren.
5. De gemeente stemt afspraken die voortvloeien uit het convenant af met de door de gemeente gesubsidieerde voorzieningen op de terreinen van jeugdzorg en jeugdhulpverlening.
6. De gemeente stimuleert de scholen om voorlichting en advies te geven inzake veiligheid en leefbaarheid in samenwerking met netwerkpartners.
7. Daar waar nodig en voor zover mogelijk, gelet op de regelgeving en eventuele andere beperkingen,
treft de gemeente voorzieningen in de sfeer van de openbare ruimte.
Artikel 5 De rol van de scholen
1. De scholen zorgen voor ontwikkeling, vaststelling en actualisering van het veiligheidsbeleid binnen de school conform de zorgsystematiek van de Arbeidsomstandighedenwet. Zij spannen zich ervoor in dat de daaruit voortvloeiende activiteiten worden uitgevoerd.
2. De scholen wijzen per vestiging een persoon aan die optreedt als contactpersoon voor de uitvoering van dit convenant. Deze is ook de contactpersoon vanuit de school richting politie en de leden van het zorgteam van de school.
3. Binnen de scholen worden zodanige afspraken gemaakt en gecommuniceerd dat het voor een ieder duidelijk is tot wie men zich kan wenden inzake veiligheid in school.
4. In de schoolgids wordt een paragraaf veiligheid opgenomen met minimaal:
a. de mededeling dat binnen de scholen één of meer vertrouwenspersonen zijn aangesteld;
b. een verbod op crimineel gedrag, zoals vandalisme, diefstal, intimidatie waaronder ook seksuele
intimidatie, bedreiging, mishandeling en discriminatie;
c. een protocol hoe om te gaan met extreme uitingen door scholieren, personeel en onderwijsondersteunend personeel;
d. een verbod op het gebruik/bezit van alcohol, drugs, wapens en vuurwerk in of om de scholen;
e. de mededeling dat bij het plegen van een strafbaar feit melding c.q. aangifte wordt gedaan in de geest van het Handelingsprotocol Schoolveiligheid;
f. de mededeling dat in geval van het vermoeden van crimineel gedrag contact met de politie kan worden opgenomen, welk contact zonodig gevolgd wordt door verdere acties waaronder het doen van aangifte;
g. de mededeling dat de scholen zich het recht voorbehouden om de ter beschikking gestelde kluisjes en dergelijke door ten minste twee personen gelijktijdig te openen en op de inhoud te controleren, een en ander zowel om hygiënische als om veiligheidsredenen;
h. de mededeling dat de scholen een klachtenregeling hebben waarvoor door de scholen contactpersonen zijn aangesteld;
i. de mededeling dat de scholen een systeem van verplichte en multifunctionele pasjes hebben.
5. De scholen leven het schoolreglement/de schoolgids na en sanctioneren altijd ongeacht de uitkomst van eventueel politieonderzoek.
6. De scholen dragen er zorg voor dat de schoolregels, wanneer nodig, worden aangepast om ongewenst gedrag tegen te gaan en gewenste handhavingsmaatregelen te kunnen nemen.
7. De scholen zorgen voor de implementatie van het Handelingsprotocol Schoolveiligheid. De scholen zorgen ervoor dat alle medewerkers op de hoogte zijn van het Handelingsprotocol en daar ook naar handelen.
In het kader van het schoolverzuim handelen scholen conform hoofdstuk 3 van het Handelingsprotocol. Dat betekent dat in ieder geval duidelijk is in welke situaties de leerplichtambtenaar in kennis wordt gesteld, wanneer verzuimregistratie plaatsvindt en welke situatie wordt besproken in het zorgteam of zorgadviesteam.
8. De scholen zorgen ervoor dat ouders en leerlingen op de hoogte zijn van de afspraken die voortvloeien uit het Handelingsprotocol, onder meer door opname van relevante zaken in het schoolreglement/de schoolgids en het bespreken van het Handelingsprotocol in de daarvoor geëigende lessen of anderszins.
9. De scholen houden een incidentenregister bij met overtredingen van regels door leerlingen en de genomen maatregelen van de scholen binnen het kader van het Handelingsprotocol.
10. De scholen bevorderen dat slachtoffers van strafbare feiten aangifte doen. De scholen doen altijd aangifte als de school zelf de benadeelde partij is.
11. De scholen verlenen, waar mogelijk en op basis van overleg, medewerking aan een op te leggen (pre)justitiële sanctie c.q. het ten uitvoer brengen daarvan.
12. De scholen werken zo veel mogelijk mee aan de uitvoering van maatregelen die de politie inzake de handhaving van wet- en regelgeving en de openbare orde noodzakelijk acht.
13. Bij het vermoeden van een ernstige bedreiging van de veiligheid in school, dan wel het voorkomen van crimineel gedrag door leerlingen in en om de school, kan de school in alle gevallen melding doen bij de contactpersoon van de politie en zo nodig overleg voeren inzake de te nemen maatregelen.
14. De scholen spannen zich in, door middel van een goede interne zorgstructuur en goed functionerende zorgteams en zorgadviesteams, dat leerlingen niet voortijdig de school verlaten. Scholen houden een verzuimadministratie bij. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de verzuimadministratie bij de scholen. Scholen zijn verplicht om uitvoering te geven aan een juist schorsings- en verwijderingsbeleid. De leerplichtambtenaar wordt dan in een vroeg stadium op de hoogte gebracht.
15. De scholen zorgen ervoor dat schade in of om de school binnen redelijke termijn (zo mogelijk vijf werkdagen) wordt gerepareerd, alsmede dat graffiti binnen redelijke termijn (zo mogelijk vijf werkdagen) wordt verwijderd. Mocht bovenstaande niet binnen genoemde termijn gerealiseerd kunnen worden, dan dient in ieder geval de herstelopdracht binnen 5 werkdagen te zijn gedaan.
Artikel 6 De rol van de politie
1. De politie stelt per school(locatie) een contactfunctionaris aan. Deze persoon is het aanspreekpunt voor de school bij de politie. De contactpersoon onderhoudt contacten met de school en wordt door de school op de hoogte gehouden van incidenten die op de school gespeeld hebben. De afspraken tussen school en politie worden vastgelegd in de Checklist Schoolveiligheid.
2. De politie zorgt dat de afspraken in het Handelingsprotocol bekend zijn bij de uitvoerende teams in de wijken.
3. De politie maakt afspraken met de school over de wijze waarop men aangifte kan doen van strafbare feiten en de voor alle betrokken scholen gelijke wijze waarop aangifte dient te worden gedaan. Deze strafbare feiten worden genoemd in het Handelingsprotocol. De politie houdt de school op de hoogte van de voortgang van de zaak waarover de school aangifte heeft gedaan.
4. De politie spant zich in bij melding van crimineel gedrag prioriteit te geven aan een zo snel mogelijke interventie en afhandeling, in overleg met de schoolleiding en ouders.
5. De politie spant zich in, waar de wet dit toestaat, aan de school advies en/of informatie te vragen inzake te treffen (pre)justitiële sancties indien het een leerling van één van de in deze overeenkomst genoemde scholen betreft.
6. De politie spant zich in om, indien een leerling een strafbaar feit heeft gepleegd en dit relevant is voor de school, informatie te verstrekken aan de school.
7. De politie geeft advies aan de leiding, onderwijsgevend, onderwijsondersteunend en beheerspersoneel, ouders/verzorgers en cursisten inzake het voorkomen van overlast, vandalisme en criminaliteit. De politie participeert op aanvraag in het zorgteam.
Artikel 7 De rol van het Openbaar Ministerie
1. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek (indien een situatie daarom vraagt) een bijdrage leveren aan advies over preventieve maar met name repressieve activiteiten bij criminaliteit.
2. In geval van het melden van strafbare feiten en het opmaken van een proces-verbaal door de politie en/of leerplichtambtenaren, zal het Openbaar Ministerie ervoor zorgdragen dat strafzaken zo snel mogelijk worden afgedaan.
3. Het Openbaar Ministerie biedt een slachtoffer/benadeelde de mogelijkheid desgevraagd bericht te ontvangen over de afloop van de zaak.
4. Voor zover de wet dit toestaat, verstrekt het Openbaar Ministerie desgevraagd relevante informatie aan de school, indien een leerling een strafbaar feit heeft gepleegd.
Artikel 8 De rol van Xxxx
1. Bureau Halt geeft, in overleg met de schoolleiding, voorlichting en advies aan leerlingen en/of deelnemers, schoolleiding, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, ouders/verzorgers en deelnemers inzake het voorkomen van overlast, vandalisme en criminaliteit. Deze voorlichting kan aansluiten op stijging dan wel daling van bepaalde delicten op de deelnemende school. Ook zal Bureau Halt goed contact onderhouden met het zorgadviesteam.
2. Op verzoek van de school kan Bureau Halt deelnemen aan vergaderingen van het zorgadviesteam.
3. Wanneer zich signalen van excessen1 voordoen, kan de school voorlichting voor de ‘partners in veiligheid’2 organiseren. De politie kan eveneens een signalerende en adviserende rol vervullen.
Artikel 9 Evaluatie
1. Jaarlijks vindt onder regie van de gemeente een evaluatie van dit convenant en het Handelingsprotocol plaats. Op basis hiervan wordt een evaluatiegesprek georganiseerd met de in dit convenant genoemde vertegenwoordigers van de scholen, politie, HALT en het Openbaar Ministerie. Waar nodig wordt het beleid bijgesteld en worden nieuwe afspraken gemaakt.
2. Naast de evaluatie vindt eens per drie jaar een onderzoek onder leerlingen, docenten en onderwijsondersteunend personeel plaats naar de beleving van de veiligheid in en om de school. De resultaten van dit onderzoek kunnen aanleiding zijn het beleid aan te passen.
1 Voorbeelden hiervan zijn: groepsgewijze winkeldiefstal, extreem drank- en drugsgebruik en geweld.
2 Voorbeelden hiervan zijn: Brijderstichting, Bureau Halt, Koninklijke Horeca Nederland etc.
Artikel 10 Duur van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening en kan in overleg met alle partijen tussentijds worden gewijzigd en/of beëindigd. Zonder wijzigingsbesluit wordt de overeenkomst geacht stilzwijgend te zijn verlengd voor telkens één schooljaar.
2. Partijen spreken nu reeds uit dat zij in beginsel bereid zijn de overeenkomst met één of meer jaren te verlengen.
Bijlagen:
1. Veiligheidsrapportage
2. Evaluatieformulier Veiligheid in en om school
3. Handelingsprotocol Schoolveiligheid
Bijlage 3 Handelingsprotocol Schoolveiligheid
HANDELINGSPROTOCOL SCHOOLVEILIGHEID
Inhoudsopgave
1. Inleiding 14
2. Stappenplan scholen 15
2.1 Inschatting van de situatie 15
2.2 Xxxxxxx met leerling en medewerker van de school 15
2.3 Gesprek met ouders/verzorgers 15
2.4 Bespreking in het zorgteam of zorgadviesteam 15
2.5 Doorverwijzing naar een hulpverleningsinstantie 16
2.6 Inschakeling politie 16
2.7 Bedenktijd 16
2.8 Schorsing 16
2.9 Doorverwijzing 16
2.10 Verwijdering 16
3. | Protocollen | 18 |
3.1 Fysieke agressie en intimidatie | 18 | |
3.2 Verbale agressie en pesten | 21 | |
3.3 Drugs en alcohol (gebruik, bezit en handel) | 25 | |
3.4 Vernieling/vandalisme | 23 | |
3.5 Wapenbezit | 25 | |
3.6 Diefstal | 27 | |
3.7 Vuurwerkbezit en -handel | 33 | |
3.8 Seksuele xxxxxxxxxxx | 00 | |
3.9 Ongewenst bezoek in en rond de school | 38 | |
3.10 Bommelding | 42 | |
3.11 Digitale criminaliteit | 43 | |
3.12 Pornografie | 44 | |
3.13 Gokken | 45 | |
4. Procedure schoolverzuim | 46 | |
5. Checklist preventieve acties | 45 |
1 Inleiding
Scholen zijn een ontmoetingsplaats van en voor vele mensen. De schoolbesturen willen dat hun school een veilige omgeving is waar leerlingen en docenten zich op hun gemak voelen, waar goed en prettig gewerkt en geleerd kan worden. Toch verloopt het interactieproces niet altijd zonder slag of stoot en hebben we te maken met grensoverschrijdend gedrag. Om in dergelijke situaties planmatig, verstandig, eenduidig en consequent te kunnen handelen is een houvast belangrijk. Om die reden is dit Handelingsprotocol Schoolveiligheid (het protocol) opgesteld. Het protocol bevat afspraken en handreikingen met betrekking tot bijvoorbeeld geweld, intimideren, pesten, schelden, drugs, vernieling, diefstal, wapenbezit, vuurwerk en schoolverzuim. Het geeft tevens aan welke stappen kunnen worden gezet bij het afhandelen van grensoverschrijdend gedrag. Het betreft hier algemene richtlijnen waarvan in bijzondere gevallen kan worden afgeweken. Partijen handelen conform de voor hen geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen.
1. Fysieke agressie en intimidatie
2. Verbale agressie en intimidatie (waaronder bedreiging), pesten, ernstige belediging en discriminatie
3. Drugsbezit, drugshandel en -gebruik/alcoholgebruik en -bezit
4. Vernieling/vandalisme
5. Wapenbezit
6. Diefstal
7. Vuurwerkbezit en -handel
8. Seksuele intimidatie
9. Ongewenst bezoek in en rond de school
10. Bommelding
11. Digitale criminaliteit
12. Pornografie
13. Gokken
Per onderwerp wordt, waar mogelijk, eerst een algemene en een juridische definitie beschreven, gevolgd door een toelichting. Daarna wordt vermeld welke maatregelen de school kan nemen, wat de politie en het Openbaar Ministerie doet of kan doen en welke hulpmogelijkheden er zijn.
2 Stappenplan scholen
Afhankelijk van de situatie wordt door de school een keuze gemaakt welke stap wordt gezet. Een situatie kan namelijk dermate ernstig zijn dat de school direct overgaat tot de sanctionerende ronde en/of inschakelen van politie, waarna gehandeld zal worden volgens de geldende prioritering van de politie.
De stappen zijn:
1. Inschatting van de situatie
2. Xxxxxxx met leerling en medewerker van de school
3. Xxxxxxx met ouders/verzorgers
4. Bespreking in het zorgteam of zorgadviesteam
5. Doorverwijzing naar een hulpverleningsinstantie
6. Inschakeling politie
7. Bedenktijd
8. Schorsing
9. Doorverwijzing
10. Verwijdering
2.1 Inschatting van de situatie
Bij ieder incident worden eerst gesprekken gevoerd met het slachtoffer of de benadeelde en met de vermeende dader. De situatie wordt ingeschat aan de hand van de volgende vragen:
Wat is er gebeurd; wie is er bij betrokken; wanneer is het gebeurd?
Is dit gedrag of vergelijkend ander gedrag bij deze jongere vaker voorgekomen? Wat is de ernst van het grensoverschrijdend gedrag?
Gaat het om leerlingen van de eigen school of dienen andere scholen ingeschakeld te worden? Handelt de school de situatie zelfstandig af?
Dient ook de politie in kennis te worden gesteld? In het protocol kan de school nagaan of het gedrag gemeld moet worden bij de politie, dus anders gezegd, is sprake van wetovertredend gedrag?
Dient de politiecontactfunctionaris op de hoogte te worden gesteld of om advies te worden gevraagd?
Afhankelijk van de uitkomsten van deze stap kunnen andere hulpverlenende instanties worden geconsulteerd of kan worden overgegaan op stap 2 of direct naar een volgende stap.
2.2 Gesprek met leerling en medewerker van de school
In de preventieve, ongesanctioneerde ronde wordt getracht de leerling door middel van gesprekken te bewegen om zijn/haar gedrag te verbeteren. Daarbij zal aandacht worden geschonken aan eventuele individuele problemen van de leerling die mogelijk verband houden met zijn/haar gedrag.
2.3 Gesprek met ouders/verzorgers
De school behoudt zich het recht voor om ouders/verzorgers van leerlingen in te lichten over het gedrag van de leerling. In alle gevallen waarvan schriftelijk verslag wordt gemaakt, worden de ouders in ieder geval geïnformeerd. De ouder/verzorger is daarmee op de hoogte van de stappen die de school zet t.a.v. het gedrag van de leerling. Bij herhaling van het gedrag vindt een gesprek plaats tussen school, leerling en ouders/verzorgers.
2.4 Bespreking in het zorgteam of zorgadviesteam
Het grensoverschrijdend gedrag wordt besproken in het zorgteam of het zorgadviesteam en een schriftelijk verslag wordt bijgehouden. Dit geldt tevens voor de meldingen van slachtoffers. Eventueel wordt de politiecontactfunctionaris op de hoogte gesteld of om advies gevraagd.
2.5 Doorverwijzing naar een hulpverleningsinstantie
De hulp die scholen aan hun leerlingen kunnen bieden, staat beschreven in het zorgplan van iedere school. Tevens staat daarin beschreven op welke wijze hulp verkregen kan worden. Derhalve kunnen ouders en leerlingen zelf op school vragen hoe ze het beste kunnen handelen.
2.6 Inschakeling politie
Indien sprake is van een door de onderwijsinstelling verboden gedraging waarbij tevens de wet wordt overtreden, wordt de politie ingeschakeld. Het inschakelen van de politie gebeurt door de schoolleiding (of namens de schoolleiding). In overleg met de politie worden de ouders in kennis gesteld.
2.7 Bedenktijd
In deze fase kan de leerling gedurende een bepaalde tijd de toegang tot de lessen worden ontzegd (separeren uit de groep). De leerling blijft echter wel op school en werkt individueel aan schoolwerk. Deze tijd kan door de school worden benut om zich te bezinnen of beraden over eventuele volgende stappen. De ouders/verzorgers worden direct telefonisch en schriftelijk op de hoogte gesteld van deze maatregel. Op deze maatregel is één uitzondering: de leerling mag wel deelnemen aan toetsen, schoolonderzoeken en examens.
2.8 Schorsing
In deze fase wordt de leerling formeel voor de duur van één tot maximaal vijf dagen geschorst. Hiervan wordt melding gemaakt in het leerlingvolgsysteem. De onderwijsinstelling meldt de schorsing (inclusief verantwoording en voorgeschiedenis) schriftelijk aan:
de onderwijsinspectie (indien de schorsing langer is dan één dag);
de leerplichtambtenaar (bijv. door middel van het toesturen van de kopie van de brief die aan de ouders is gestuurd);
de ouders/verzorgers en de leerling worden schriftelijk en mondeling op de hoogte gebracht, zij worden tevens uitgenodigd voor een gesprek;
afhankelijk van het voorval en het gedrag van de betreffende leerling wordt in verband met risico op schooluitval het zorgteam op de hoogte gebracht.
Na schorsing van de verdachte leerling en na afwezigheid van het slachtoffer/benadeelde wordt terugkeer begeleid door de contactpersonen van de school en andere betrokkenen (bijv. ouders, politie, Slachtofferhulp). Binnen de school en in de klas zal hiervoor tijd moeten worden genomen.
2.9 Doorverwijzing
Na terugkeer kan blijken dat wat er is gebeurd, een dermate grote impact heeft gehad op de leerling zelf, de medeleerlingen of de gehele school. Naar aanleiding hiervan kan worden geadviseerd een kind op de middellange termijn over te plaatsen naar een andere school. Een en ander geschiedt in overleg met de ouders of verzorgers.
De aangesloten scholen bieden deze leerling de mogelijkheid een nieuwe start te maken. De ontvangende school neemt de leerling eerst aan op basis van detachering. De leerling blijft nog maximaal één jaar ingeschreven bij de oude school. Hierna wordt de leerling pas officieel overgeschreven. Wanneer de leerling door de nieuwe school moeilijk te handhaven is, mag de leerling worden teruggestuurd naar de oude school.
2.10 Verwijdering
Dit is de laatste stap in het sanctiemodel. De leerling wordt niet meer toegelaten tot de onderwijsinstelling. Het bevoegd gezag/schoolbestuur neemt het besluit dat wordt overgegaan tot definitieve verwijdering.
Schoolbestuur stelt de inspectie schriftelijk in kennis.
De ouders/verzorgers en de leerling worden schriftelijk in kennis gesteld van (voorgenomen) verwijdering/doorverwijzing.
Een leerling kan slechts verwijderd worden nadat het bevoegd gezag een andere school bereid heeft gevonden de leerling toe te laten. Bij instellingen voor Speciaal Voortgezet Onderwijs geldt de verplichting dat de onderwijsinstelling een inspanning moet leveren om in 8 weken tijd de leerling bij een andere onderwijsinstelling onder te brengen. De school moet kunnen aantonen dat zij gedurende 8 weken actief op zoek is geweest naar een oplossing. Daarna kan alsnog verwijderd worden.
De leerplichtambtenaar wordt direct in kennis gesteld van de verwijdering en de opgestarte procedure. Hij of zij kan de school adviseren en helpen bij het vinden van oplossingen voor de betreffende leerling.
Indien een school een leerling wil verwijderen en wil onderbrengen bij een reguliere school, heeft deze laatste een inspanningsverplichting. Deze moet de mogelijkheid bezien om de verwijderde leerling van de andere school op te nemen. Indien de verwijderende school dezelfde leerweg aanbiedt als de ontvangende school, zal de leerling worden aangenomen op basis van detachering. De leerling blijft nog maximaal één jaar ingeschreven bij de oude school en wordt pas officieel overgeschreven na goed overleg tussen beide scholen. Wanneer de leerling op de nieuwe school moeilijk te handhaven is, mag de leerling worden teruggestuurd naar de oude school. Deze heeft vervolgens weer gedurende 8 weken de inspanningsverplichting een oplossing te zoeken. Indien de verwijderende school niet dezelfde leerweg aanbiedt als de ontvangende school, zal de leerling door de ontvangende school worden aangenomen, maar houdt de verwijderende school de verplichting mee te werken aan een andere oplossing, als de leerling ook op de nieuwe school moeilijk te handhaven blijft. De leerling kan echter in dat geval niet terugkeren naar de oude school.
De school verschaft relevante informatie aan de andere school t.a.v. de voorgeschiedenis van de leerling.
3 Protocollen
Dit document bevat protocollen met betrekking tot de volgende gedragingen:
1. Fysieke agressie en intimidatie
2. Verbale agressie en intimidatie (waaronder bedreiging), pesten, ernstige belediging en discriminatie
3. Drugsbezit, drugshandel en -gebruik/alcoholgebruik en -bezit
4. Vernieling
5. Wapenbezit
6. Diefstal
7. Vuurwerkbezit en -handel
8. Seksuele intimidatie
9. Ongewenst bezoek in en rond de school
10. Bommelding
11. Digitale criminaliteit
12. Pornografie
13. Gokken
3.1 Fysieke agressie en intimidatie Algemene definitie
Onder fysieke agressie/intimidatie wordt verstaan het uitoefenen van enig feitelijk geweld op het lichaam van een ander. We spreken van pesten wanneer er sprake is van langdurig uitoefenen van geestelijk of lichamelijk geweld door een of meerdere leerlingen tegen een medeleerling. Pesten kan verbaal of fysiek zijn, maar kan ook betekenen dat iemand wordt genegeerd of buitengesloten. Pesten is een fenomeen dat door de school duidelijk moet worden erkend en herkend. De gevolgen voor het slachtoffer -nu en op latere leeftijd - kunnen desastreus zijn. Dit geldt voor zowel slachtoffer als pester.
Juridische definitie
Eenvoudige mishandeling (art. 300 WvS)
Opzettelijk pijn of letsel veroorzaken (onder opzet valt ook het mogelijkheidsbewustzijn3). Onder pijn wordt mede verstaan een min of meer hevig onaangename lichamelijke gewaarwording (bijv. een flinke klap).
Aan mishandeling wordt opzettelijke benadeling van de gezondheid gelijkgesteld (bijv. opzettelijk bedorven etenswaren verstrekken).
Zware mishandeling (art. 302 WvS) Idem, met voorbedachten rade (art. 303 WvS)
Het opzettelijk (mogelijkheidsbewustzijn), al dan niet met voorbedachten rade, toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De opzet is gericht op het toebrengen van zwaar letsel (bijv. botbreuken).
Vechterij (art. 306 WvS)
Het opzettelijk deelnemen aan een aanval (initiatief gaat uit van partij) of vechterij (initiatief gaat uit van beide of nog meer partijen) waarin onderscheiden personen zijn gewikkeld (minstens 3).
3 Voorwaardelijk opzet is opzet met mogelijkheidsbewustzijn. De term stamt uit het Nederlandse strafrecht. Het is eigenlijk een misleidende term. Er is eigenlijk niets voorwaardelijks aan het opzet. De dader weet dat zijn daad een bepaald gevolg kan hebben (mogelijkheidsbewustzijn), maar neemt de gevolgen op de koop toe. Hij heeft het in zijn macht om deze kans tot nul te reduceren, maar doet dit niet omdat hij zijn gedrag zo graag wil uitvoeren. Voorwaardelijk opzet ligt tussen opzet en bewuste schuld in.
Openlijke geweldpleging (art. 141 WvS)
Er wordt geweld gepleegd door meer mensen samen tegen personen of goederen. Er moeten minimaal twee daders zijn die gezamenlijk (verenigd) het geweld uitoefenen. Bovendien moet het geweld openlijk, onverholen en niet heimelijk zijn, dus plaatsvinden op een plaats waar publiek aanwezig is dan wel doorgaans aanwezig is.
Toelichting
Bedenk dat fysiek geweld veelal dient om een ander naar zijn hand te zetten (te onderwerpen) en daarmee zijn eigen positie te versterken binnen een groep. Het kan een inleiding zijn voor intimidatie (zie verbale agressie). Afgezien van fysieke gevolgen (pijn/letsel) en aantasting van persoonlijke vrijheden komt een slachtoffer vrijwel zeker onder zware psychische druk te staan. Deze vorm van agressie kan dan ook nooit getolereerd worden.
Fysieke agressie
Slachtoffers van geweld zijn vaak bang om melding te doen van dit geweld. Angst voor represailles houdt hen tegen. Isolement dreigt en uitval in het onderwijs ligt op de loer. Toch is voor strafrechtelijke aanpak meestal een aangifte nodig. Een duidelijke stellingname van de school is hier essentieel.
Het slachtoffer moet zich gesteund en gesterkt voelen door de schoolleiding die een duidelijk en krachtig signaal af moet geven in de richting van de dader (repressief) en omgeving (preventief). Ondersteuning bij het doen van aangifte is wenselijk, evenals het bewegen van getuigen tot het afleggen
van een verklaring.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee de keuze bepalen of de politie wel of niet wordt ingeschakeld. Indien het uitgeoefende geweld in geval van eenvoudige mishandeling bestaat uit een niet meer dan geringe lichamelijke kracht van enige betekenis, (bijv. klap met vlakke hand op rug) kan de school zelf op deze gedraging reageren. Is er sprake van meer dan geringe lichamelijke kracht van enige betekenis (bijv. in elkaar slaan van slachtoffer), letsel, structureel agressief gedrag door een dader of wanneer sprake is van groepsoptreden dan wordt ook de politie gewaarschuwd.
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt (geen aangifte):
Actie | |
1. | Overleg tussen de contactpersoon van de school en de politie |
2. | Wees alert op mogelijke angst bij benadeelde |
3. | Xxxxxx bij contactpersoon van de school (of diens vervanger) |
4. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
5. | Hulp aan benadeelde |
6. | Terugkoppeling bij contactpersoon politie |
7. | Interne maatregelen tegen de dader |
Secundair, indien er sprake is van een aangifte:
Actie | |
1. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
2. | Interne maatregelen tegen de dader |
3. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
4. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie |
5. | Het slachtoffer wordt ondersteund bij het doen van aangifte |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Aangifte opmaken door politie/onderzoek van incident (in overleg met OM) |
2. | Xxxxxxxxxxx bij contactpersoon van de school (of diens vervanger) |
3. | Hulp aan aangever/benadeelde (slachtofferhulp) |
4. | Schadebemiddeling (ingevolge de Wet Terwee) |
5. | Afhandeling van de verdachte (Justitie (proces-verbaal) of bureau Halt, melding Raad voor de Kinderbescherming) |
6. | Terugkoppeling ondernomen acties bij de contactpersoon van de school |
7. | Ouders dader en slachtoffer informeren |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Het proces-verbaal kan worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie. Dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf. |
2. | Bij recidive of een ernstige vorm van agressief geweld kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf. |
3. | De aangever kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden. |
Hulpmogelijkheden
Huisarts
Advies- en Meldpunt kindermishandeling (AMK) Bureau Slachtofferhulp
Bureau Jeugdzorg GGD
Politie
3.2 Verbale agressie en pesten
Algemene definitie
Onder verbale agressie wordt verstaan het verbaal of schriftelijk bedreigen, discrimineren, intimideren, ernstig beledigen of uitschelden van een persoon.
We spreken over pesten wanneer één of meerdere leerlingen langdurig verbaal of fysiek geweld uitoefenen tegen een medeleerling. Pesten kan verbaal, non-verbaal of fysiek zijn. De school treft maatregelen ter voorkoming en bestrijding van pesten. Het fenomeen pesten dient in een zo vroeg mogelijk stadium herkend te worden. De gevolgen voor het slachtoffer, maar ook voor de pester kunnen (ook op latere leeftijd) desastreus zijn.
Juridische definitie
Bedreiging met (art. 285 WvS):
openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen
enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen in gevaar wordt gebracht verkrachting
feitelijke aanranding van de eerbaarheid enig misdrijf tegen het leven gericht gijzeling
mishandeling brandstichting
Intimidatie (art. 284 WvS)
Een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechterlijk dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden.
Een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden.
Smaad en laster (art. 261 WvS)
Opzettelijk iemands eer of goede naam aanranden door tenlastelegging van een bepaald feit met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, ook schriftelijk (smaadschrift) indien verspreid of openlijk tentoongesteld.
Eenvoudige belediging (art. 266 WvS)
Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt hetzij in het openbaar mondeling, bij geschrift of afbeelding aangedaan, hetzij in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding aangedaan.
Discriminatie (art.137c t/m f WvS)
Het opzettelijk uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, godsdienst of seksuele geaardheid, ook schriftelijk.
Toelichting
Wanneer verbaal geweld niet gepaard gaat met enige feitelijkheid (dus moeilijk aantoonbaar of aanwijsbaar is) en er geen sprake is van een structureel karakter, treft de school zelf maatregelen.
Let op: verbale agressie is heel moeilijk bewijsbaar. Anderen, die het gehoord hebben, kunnen in dit geval een getuigenverklaring afleggen. Daarom verdient het aanbeveling dat de school dit zelf aanpakt. De politiecontactpersoon kan voor advies worden benaderd. Gaat het verbaal geweld wel gepaard met enige feitelijkheid die de bedreiging of intimidatie kracht bijzet, dan zal ook de politie moeten worden gewaarschuwd. Dit geldt ook als er sprake is van herhaling of een structureel karakter.
Bedreiging en/of intimidatie dienen vaak om een ander naar zijn hand te zetten of zijn wil op te leggen en daarmee zijn eigen positie te versterken binnen een groep. Afgezien van de aantasting van de persoonlijke vrijheden van het slachtoffer komt deze vrijwel zeker onder zware psychische druk te
staan. Deze vorm van agressie kan dan ook nooit getolereerd worden.
Verbale agressie
Slachtoffers van verbaal geweld zijn veelal bang om melding te doen van dit geweld. Angst voor represailles houdt hen tegen. Isolement dreigt en uitval in het onderwijs ligt op de loer. Toch is voor de strafrechtelijke aanpak vaak een aangifte nodig. Een duidelijke stellingname van de school is hierin essentieel. Het slachtoffer moet zich gesteund en gesterkt voelen door de schoolleiding die een duidelijk en krachtig signaal af moet geven in de richting van de dader (repressief) en aan de omgeving (preventief). Ondersteuning bij het doen van aangifte is wenselijk, evenals het bewegen van getuigen tot het afleggen van een verklaring.
Maatregelen school
Ten aanzien van pesten hebben de scholen een preventieve aanpak, voornamelijk gericht op leerlingen. Scholen aan Zee beschikt over een pestprotocol. Wanneer op De Pijler of het ROC sprake is van pesten, kan een klacht worden ingediend volgens de geldende klachtenprocedure.
De curatieve aanpak is een meersporenaanpak waarin met alle betrokkenen (slachtoffer, pester, medeleerlingen, ouders en personeel) gesproken wordt over hun bijdrage bij het voorkomen en bestrijden van pesterijen. Probleemoplossende gesprekken worden in principe gevoerd door de mentor. Vaak zal de aanpak ook besproken worden met het team en de teamcoördinator. Indien deze gesprekken uiteindelijk niets opleveren, komen maatregelen in beeld.
Wanneer het om een strafrechtelijke aanpak gaat, moeten leerling, ouders en/of school van mening zijn dat de situatie van dien aard is dat inschakeling van de politie (op basis van feitelijkheid) kan bijdragen aan het welbevinden van het slachtoffer en/of het doen stoppen van de pesterijen c.q. verbale agressie.
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt (geen aangifte)
Actie | |
1. | Toepassen maatregelen |
2. | Eventueel de politie op de hoogte stellen of om advies vragen |
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie
Actie | |
1. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
2. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie |
3. | Het slachtoffer wordt ondersteund bij het doen van aangifte |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Tegen verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt (gezien het ernstige karakter van deze delicten is Halt-verwijzing niet mogelijk) |
2. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Het proces-verbaal kan middels een verwijzing naar Halt worden afgedaan |
2. | Bij recidive of een ernstige vorm van verbale agressie kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie. Dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf |
3. | Bij veelvuldige recidive kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf |
4. | De aangever kan over het verloop van de zaak desgewenst geïnformeerd worden. |
Hulpmogelijkheden
Huisarts
Advies- en Meldpunt kindermishandeling Bureau Slachtofferhulp
Meldpunt discriminatie Bureau Jeugdzorg GGD
Politie
Volgen door observatie.
Geen pestgedrag.
Lessenserie “Leefstijl” bij start schooljaar.
Pag. 6, preventieve maatregelen.
Pestprotocol (Scholen aan Zee) Stap 1
Er wordt wel gepest.
Xxxxxx maakt afspraken met leerlingen of nieuwe klassenregels. Pag. 8 en bijlagen 3+4. Pesten stopt.
Mentor in gesprek met leerlingen en/of klas. Pag. 8 en bijlagen 3+4 protocol.
Stap 2
Als pesten aanhoudt:
1. Ouders inschakelen
2. Teamleider en zorgcoördinator
School intern:
A. Pester(s):
1. Indien nodig ouders uitnodigen en probleem bespreken.
2. Vijf verplichte gesprekken bij schoolcounselor. Dossiervorming.
B. Gepeste:
1. Aanbod counseling op vrijwillige basis (assertiviteit).
2. Aanmelding bij schoolzorgteam.
Externe hulp:
1. In overleg met ouders eventueel schoolexterne hulp voor pester en/of gepeste
stap 3
Als pesten ondanks alles blijft voortbestaan.
Sancties vanuit Teamleider in overleg met directie.
Dossiervorming.
Variërend van schorsing tot verwijdering in extreme gevallen.
Stap 4
(Seksuele) intimidatie, machtsmisbruik en klachten van algemene aard
Informatie is opgenomen in de school/studiegidsen en op websites van de scholen.
Vertrouwenszaken ROC Kop van Noord-Holland
Een cursist die op school of bij het leerbedrijf last krijgt van: ongewenste omgangsvormen (bijv. pesten of bedreiging) geweld
discriminatie of racisme seksuele intimidatie
kan een klacht indienen.
Het stappenplan bij een klacht is als volgt:
1. In eerste instantie en indien mogelijk de klacht neerleggen bij de coach/mentor.
2. Contact opnemen met de adviseur van het Loopbaancentrum, gekoppeld aan de locatie waar de cursist les heeft.
3. Als de situatie daartoe voldoende aanleiding geeft, dan kan de cursist ook een officiële (schriftelijke) klacht indienen bij een klachtencommissie.
4. In dat geval kan hij contact opnemen met 0000 000 000.
Klachtenregeling machtsmisbruik primair en voortgezet onderwijs Scholen aan Zee en De Pijler*
Iedereen kan om hulp vragen of een klacht indienen als in school sprake is van: machtsmisbruik
(seksuele) intimidatie
psychische of fysieke mishandeling
Machtsmisbruik kan voorkomen tussen: leerlingen onderling, leerlingen en personeel, personeel en leerlingen, school en ouders, ouders en school. De vraag om hulp of de klacht ten aanzien van machtsmisbruik kan worden ingediend bij de vertrouwenspersoon (vermeld op de websites van de scholen). De volledige “Klachtenregeling Machtsmisbruik” ligt op de scholen ter inzage bij de directies, de schooladministraties en de vertrouwenspersonen.
Klachten m.b.t. machtsmisbruik kunnen ook worden ingediend bij:
Het secretariaat Klachtencommissie Onderwijs Mw. X. xxx xxx Xxxx-Xxxxxx
Drs. F. Xxxxxxx 0 0000 XX Xxx Xxxxxx
Het stappenplan bij een klacht is als volgt:
1. In eerste instantie binnen de school en/of tussen betrokkenen. Lukt het niet om tot een oplossing te komen, dan kan contact worden opgenomen met de mentor of de teamleider. Leidt ook dit niet tot een oplossing dan dient contact opgenomen te worden met de directie.
2. Wanneer de klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld, dan staat de weg open naar het College van Bestuur van Scholen aan Zee.
3. Mocht ook dit niet tot tevredenheid leiden, dan kan de klacht, zowel door het College van Bestuur, als door de klager worden neergelegd bij het secretariaat Klachtencommissie Onderwijs, t.a.v. mw. X. xxx xxx Xxxx-Koning, Drs. F. Xxxxxxx 0, 0000 XX Xxx Xxxxxx.
3.3 Drugs en alcohol (gebruik, bezit en handel)
Algemene definitie
Het voorhanden hebben van alcohol en drugs is niet toegestaan, evenals het voorhanden hebben van medicijnen welke niet aantoonbaar in het belang van de eigen gezondheid zijn. Deze moeten worden ingeleverd. Ook het handelen in/verstrekken van drugs of bedoelde medicijnen is verboden. Het schoolreglement bevat regelgeving ten aanzien van roken, alcohol, cannabis en overige drugs.
Juridische definitie
Het gebruik van hard- en softdrugs, zoals heroïne, cocaïne, cannabis, XTC en paddo’s en gedragingen met betrekking tot deze drugs zijn verboden op basis van de Opiumwet en deels ook de Warenwet;
Het handelen in hard- en softdrugs is eveneens verboden op basis van de Opiumwet.
Voor gebruik en bezit van alcohol geldt de Drank- en Horecawet, waarin onder andere is aangegeven dat verkoop van alcohol aan jongeren beneden de 16 jaar is verboden. Daarnaast geldt de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Den Helder waarin het gebruik en het bezit van alcohol op straat is opgenomen.
Het roken van tabak in openbare gebouwen, zoals scholen, is verboden bij de Tabakswet, met uitzondering van daarvoor specifiek aangewezen ruimten.
Voor productie en/of handel in geneesmiddelen die als drugs worden gebruikt, is de Geneesmiddelenwet van toepassing.
Toelichting
Wanneer door signalen of uit een gesprek blijkt dat een leerling onder invloed is, dan zal de school hierop moeten reageren. De leerling die onder invloed van alcohol of drugs de lessen volgt, wordt uit de les verwijderd. Goede of slechte schoolprestaties zijn hierbij niet doorslaggevend.
Enerzijds tast drugs- en alcoholgebruik/-bezit het leefklimaat binnen een school aan en anderzijds is het een directe bedreiging voor de onderwijsdoelstellingen. Het onderscheid tussen het voorhanden hebben van drugs voor eigen gebruik dan wel het voorhanden hebben van drugs bestemd voor de handel is moeilijk te trekken. Vandaar de volgende grenslijn:
Indien jongeren drugs voorhanden hebben en dit aan anderen uitdelen, al dan niet met winstbejag, wordt de politie ingeschakeld. Enerzijds om de drempel om drugs te gebruiken hoog te houden en anderzijds om een duidelijk en goed te hanteren beleid te voeren. Minderjarigen mogen ook niet in het bezit zijn van softdrugs voor eigen gebruik. Immers coffeeshops mogen slechts aan meerderjarigen verkopen. Bij middelengebruik dan wel handel moet de grens op nul gesteld worden, inhoudende dat drugs in het geheel niet getolereerd worden.
De school verbiedt het om alcohol, energiedrankjes, drugs of medicijnen die niet aantoonbaar door een arts zijn voorgeschreven, binnen de schoolgebouwen of het terrein van de school te brengen. Ingeval de school kennis heeft dan wel een redelijk vermoeden heeft dat een persoon drugs/medicijnen binnen een schoolgebouw of schoolterrein heeft gebracht, voorhanden of op andere wijze onder zich heeft, wordt deze persoon bewogen tot afgifte van deze goederen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade, in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel.
De school verbindt deze regel en maatregel als voorwaarde tot toelating tot het schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt vooraf in het schoolreglement kenbaar gemaakt. Hiermee wordt intern rechtmatigheid van het handelen verkregen. Ingeleverde drugs en medicijnen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen of de politie wel of niet wordt ingeschakeld (zie toelichting).
Primair
Actie | |
1. | Toepassen maatregelen, zie reglement Gezonde School en Genotmiddelen |
2. | Drugs afgeven aan de politie |
3. | Eventueel politie op de hoogte stellen of om advies vragen (met name wanneer jongeren drugs op school uitdelen, al dan niet met winstbejag) |
4. | Bepalen welke instantie te betrekken bij hulpverlening, verwijzing en preventie |
5. | Verzorgen voorlichting aan de leerlingen over risico’s van alcohol- en drugsgebruik |
6. | Ouders van minderjarigen worden in ieder geval geïnformeerd |
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie
Actie | |
1. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
2. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie |
3. | Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Indien door de school wordt aangegeven dat contact wenselijk is, bijvoorbeeld ten behoeve van informatie over verkooppunten, wordt met de politie contact gelegd |
2. | Er wordt tegen de persoon proces-verbaal opgemaakt |
3. | De ouders van de verdachte worden geïnformeerd |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Het proces-verbaal kan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie. Dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie en begeleiding of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf |
2. | Bij recidive of ernstige drugsdelicten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf |
Hulpmogelijkheden
Huisarts
Advies- en Meldpunt kindermishandeling Bureau Slachtofferhulp
Bureau Jeugdzorg Brijderstichting GGD
Politie
3.4 Vernieling/vandalisme
Juridische definitie
Vernieling (art. 350 WvS)
Het opzettelijk en wederrechterlijk vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of wegmaken van een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort. De dader moet dus de opzet (mogelijkheidsbewustzijn) hebben om genoemde vernieling te plegen en daarbij moet hij dat wederrechterlijk, dus zonder toestemming/instemming van de eigenaar, doen. Ook graffiti valt onder de werking van deze definitie. Immers: het herstellen van de schade brengt zodanige inspanning en kosten met zich mee dat van beschadiging kan worden gesproken.
Openlijke geweldpleging (art. 141 WvS)
Het openlijk en met verenigde krachten geweld plegen tegen personen en goederen. Er moeten minimaal twee daders zijn die gezamenlijk (verenigd) het geweld uitoefenen. Bovendien moet het geweld openlijk, onverholen en niet heimelijk zijn, dus plaatsvinden op een plaats waar publiek aanwezig is dan wel doorgaans aanwezig is.
Baldadigheid (art. 424 Sr. WvS)
Hij die op of aan de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats tegen personen of goederen enige baldadigheid pleegt waardoor gevaar of nadeel kan worden teweeggebracht, wordt, als schuldig aan straatschenderij, gestraft met een boete van de eerste categorie.
Toelichting
Vernieling is het gericht stukmaken van iets, een uiting van disrespect voor andermans eigendommen. Vaak komt het voort uit een (algemeen) gevoel van onvrede met zijn eigen positie (afgunst, boosheid, verveling) hetgeen zich dan uit in vernieling. Zeker als de vernieling zich richt op een specifiek (bewust gekozen) slachtoffer zal aandacht aan de achtergronden van de vernieling moeten worden besteed om herhaling of verergering van maatregelen tegen het slachtoffer te voorkomen.
Van baldadigheid of straatschenderij is sprake wanneer de vernieling niet gericht plaatsvindt, maar meer als ongewild gevolg van een actie. Voorbeelden hiervan zijn onder ander schade door sneeuwballen gooien of het omtrappen van vuilcontainers.
Wanneer sprake is van eenvoudige vernieling met niet meer dan geringe schade, waarbij schadevergoeding of schadeherstel kan worden bereikt, treedt de school op als bemiddelaar met betrekking tot de schaderegeling.
Het doel hierbij is dat de partijen (gedupeerde(n) en dader(s)) de zaak onderling regelen. De school heeft daarin geen taak om te schade te regelen. Wel treft de school zelf maatregelen tegen het ongewenste gedrag.
Indien het gaat om een vernieling van meer dan geringe omvang of schade, er sprake is van herhaling of groepsdelict of als schadevergoeding/schadeherstel niet kan worden bereikt, wordt ook de politie in kennis gesteld.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt (geen aangifte):
Actie | |
1. | Toepassen maatregelen |
2. | Hulp aan benadeelde, bijvoorbeeld bemiddelen bij schadevergoeding of schadeherstel door de dader |
3. | Eventueel politie op de hoogte stellen of om advies vragen |
4. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
Secundair (wel aangifte) wanneer sprake is van
- een vernieling met meer dan geringe schade,
- vernieling door een groep leerlingen, of
- getoonde onwilligheid met betrekking tot schadeherstel/schadevergoeding:
Actie | |
1. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
2. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie |
3. | Bemiddelen in schadevergoeding door ouders/verzorgers dader |
4. | Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie |
5. | Het slachtoffer ondersteunen en stimuleren bij het doen van aangifte |
6. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt |
2. | Indien aan de criteria wordt voldaan wordt de verdachte naar HALT verwezen, afhankelijk van de waarde van de schade |
3. | Ouders dader en slachtoffer informeren |
4. | In schadevergoeding tussen (ouders) dader en slachtoffer wordt bemiddeld |
5. | Aangifte opmaken |
6. | Hulp aan aangever/benadeelde (slachtofferhulp) |
7. | Schadebemiddeling (ingevolge de Wet Terwee) |
8. | Afhandeling van de verdachte (Justitie of bureau Halt, melding Raad voor de Kinderbescherming) |
9. | Terugkoppeling ondernomen acties met de contactpersoon van de school |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Het proces-verbaal kan via een verwijzing naar Halt worden afgedaan |
2. | Bij recidive of een ernstige vorm van vernieling kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf |
3. | Bij veelvuldige recidive kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf |
4. | Indien hij/zij dit wenst, kan de aangever over het verloop van de zaak geïnformeerd worden |
Hulpmogelijkheden
Huisarts
Bureau Slachtofferhulp Bureau Jeugdzorg GGD
Politie
3.5 Wapenbezit
Algemene definitie
Het voorhanden hebben van voorwerpen die het karakter van een wapen dragen of die als wapen worden aangewend en waarvan het voorhanden hebben in verband met het volgen van onderwijs niet noodzakelijk is. Onder wapens worden verstaan alle wapens zoals deze staan beschreven in de bestaande wapenwetgeving in Nederland. Het betreft in ieder geval voorwerpen die worden gebruikt met het kennelijke oogmerk iemand anders lichamelijk letsel toe te brengen. Hieronder vallen onder andere stiletto’s, boksbeugels, ploertendoders, wurgstokken, schietwapens, kogels e.d., munitie die een giftige, verstikkende, traanverwekkende e.d. stof verspreiden. Ook een laserpen wordt als wapen beschouwd.
Hetzelfde geldt voor gebruiksvoorwerpen zoals messen, schroevendraaiers e.d., voor zover deze als wapen worden aangewend.
Juridische definitie
De bij wet verboden wapens en de gedragingen die met deze wapens verboden zijn, zijn gedefinieerd in de Wet Wapens en Munitie. Hier is geen korte juridische definitie voor te geven.
Toelichting
Veel onder jeugdigen circulerende wapens vallen niet onder de werking van de Wet Wapens en Munitie omdat ze qua afmeting of model net even iets anders zijn. Toch zijn veel van deze wapens daardoor niet minder gevaarlijk en daarmee onwenselijk. Immers, een stiletto waarvan het lemmet breder is dan
14 millimeter is net zo gevaarlijk als een (wettelijk verboden) stiletto met een lemmet dat minder dan 14 millimeter breed is. In het kader van het volgen van onderwijs is het bezit/voorhanden hebben van dergelijke wapens en voorwerpen niet alleen onnodig, maar tevens gevaarlijk en bedreigend voor het klimaat binnen een school.
De school verbiedt het dan ook om voorwerpen die het karakter van een wapen dragen (stiletto’s, vlindermessen valmessen en dergelijke, evenals voorwerpen die als wapen kunnen worden gehanteerd (wanneer bijvoorbeeld een schroevendraaier wordt gebruikt om mee te dreigen) in bezit te hebben of als wapen te hanteren.
Wanneer de school kennis heeft of een redelijk vermoeden heeft dat een persoon een dergelijk wapen bezit of ziet dat een voorwerp als wapen wordt gehanteerd binnen het schoolgebouw of schoolterrein, zal de bezitter van het voorwerp worden bewogen tot afgifte. Vervolgens worden de wapens ter vernietiging aan de politie overgedragen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel.
De school verbindt deze regel en maatregel als voorwaarde tot toelating tot het schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt vooraf in het schoolreglement kenbaar gemaakt. Hiermee wordt rechtmatigheid van handelen verkregen. Afgegeven wapens en bedoelde voorwerpen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie.
Indien het om wapens en gedragingen gaat die vallen onder de werking van de Wet Wapens en Munitie is politioneel optreden vereist. De politie wordt in kennis gesteld. De politie wordt in dit geval om advies gevraagd of het gaat om een wettelijk verboden wapen.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt (geen aangifte):
Actie | |
1. | Toepassen maatregelen |
2. | Ingeleverde wapens en voorwerpen afgeven aan de politie |
3. | Eventueel politie op de hoogte stellen en/of om advies vragen |
4. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie:
Actie | |
1. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
2. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie |
3. | Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
2. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie |
3. | Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie |
4. | Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt |
5. | Wapen in beslag nemen |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Het proces-verbaal kan worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie. Dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie en begeleiding of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf |
2. | Bij recidive of ernstige feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf |
3. | Terugkoppeling met contactpersoon school |
Hulpmogelijkheden
Bureau Slachtofferhulp
Steunpunt huiselijk en seksueel geweld Bureau Jeugdzorg
GGD
Politie
3.6 Diefstal
Juridische definitie
Eenvoudige diefstal (art. 310 WvS)
Enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, wegnemen met het oogmerk het wederrechterlijk toe te eigenen. Het doel van het wegnemen moet de toe-eigening zijn; om er als heer en meester over te gaan beschikken. Als een goed wordt gestolen met de bedoeling om het te verkopen, blijft het diefstal. Immers, er wordt dan gehandeld alsof er als heer en meester over beschikt wordt.
Gekwalificeerde diefstal (art. 311 WvS)
idem 310 Sr, bij gelegenheid van brand, ontploffing;
idem 310 Sr, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
idem 310 Sr, indien de dader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of vals kostuum.
Diefstal met geweld (art. 312 WvS)
Idem 310/311 Sr, indien voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken van zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij het bezit van het gestolen goed te verzekeren.
Afpersing (art. 317 WvS)
Met het doel zichzelf of een ander te bevoordelen, iemand door geweld of bedreiging met geweld dwingen tot het afgeven van enig goed dat geheel of ten dele aan diegene of een derde toebehoort.
Afdreiging (art. 318 WvS)
Idem 317 Sr, met dien verstande dat het dreigmiddel geen geweld is maar smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim.
Handel en heling (art. 416 en 417 bis WvS)
Opzet- dan wel schuldheling: het kopen, krijgen of voorhanden hebben van gestolen of illegale goederen, bijv. het te koop aanbieden of kopen van bromfietsonderdelen, autoradio’s, vuurwerk, kleding, cd’s e.d. waarvan vermoed kan worden dat die goederen gestolen of illegaal te koop worden aangeboden.
Toelichting
Ingeval van een incidentele kleine diefstal, waarbij geen kwalificaties als bedoeld in 311/312/317/318 Sr voorkomen en waarbij de schadevergoeding of teruggave van het gestolen goed kan worden bereikt, treft de school zelf maatregelen, een en ander afhankelijk van de wens van de benadeelde. Indien het gaat om herhaling of om een goed met meer dan geringe waarde of indien wordt voldaan aan een van de kwalificaties genoemd in de artikelen 311/312/317/318 Sr., dan wel als schadevergoeding of teruggave niet mogelijk is, dan zal de school naast de te nemen schoolmaatregelen ook de politie in kennis stellen.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt (geen aangifte):
Actie | |
1. | Toepassen maatregelen |
2. | Bemiddeling in teruggave of schadevergoeding gestolen goed |
3. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
4. | Xxxxxx aan contactpersoon politie |
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie:
Actie | |
1. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
2. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie |
3. | Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie |
4. | Het slachtoffer ondersteunen en stimuleren bij het doen van aangifte |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt |
2. | Indien aan criteria voldaan wordt, verwijzen van de verdachte naar HALT |
3. | Bemiddeling bij teruggave of schadevergoeding gestolen goed |
4. | Ouders dader en slachtoffer informeren |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Het proces-verbaal kan middels een verwijzing naar Halt worden afgedaan, afhankelijk van de waarde van het goed |
2. | Bij recidive of een ernstige vorm van diefstal kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie. Dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf |
3. | Bij veelvuldige recidive kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf |
4. | De aangever kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden |
Hulpmogelijkheden
Advies- en Meldpunt kindermishandeling Bureau Slachtofferhulp
Bureau Jeugdzorg GGD
Politie
3.7 Vuurwerkbezit en -handel
Algemene definitie
Het voorhanden hebben van en/of handelen in vuurwerk.
Juridische definitie
Het voorhanden hebben van en/of handelen in vuurwerk buiten de daartoe aangewezen periode, als ook het voorhanden hebben van of handelen in verboden vuurwerk ongeacht de periode.
Toelichting
Vuurwerk hoeft op zich niet gevaarlijk te zijn, mits het gaat om goedgekeurd vuurwerk en als het op voorgeschreven wijze wordt afgestoken. Bij het afsteken van vuurwerk in of nabij groepen mensen, zoals op schoolpleinen, is echter reëel gevaar voor (ernstig) letsel aanwezig. Zeker als het afsteken ervan een ‘spel’ of ‘sport’ wordt. Ontploffend vuurwerk veroorzaakt doorgaans onrust onder mensen hetgeen tot irritatie of agressie kan leiden. Daarnaast veroorzaakt ontploffend vuurwerk doorgaans een aanzienlijke geluidsoverlast en hinder voor de lessen. De scholen verbieden om deze redenen vuurwerk mee te nemen in de schoolgebouwen of op het terrein van de scholen.
Als de school weet of vermoedt dat een persoon vuurwerk heeft meegenomen in het schoolgebouw of op het schoolterrein, wordt dit vuurwerk ingenomen. Als het om een substantiële hoeveelheid gaat, kan dit ter vernietiging aan de politie worden overgedragen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook welke voortvloeit uit deze maatregel.
Het verbod om vuurwerk mee te nemen, voorhanden te hebben of op andere manier onder zich te hebben in de schoolgebouwen of het terrein van de school, geldt als voorwaarde tot toelating tot schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt in het schoolreglement kenbaar gemaakt, zodat er rechtmatig tegen kan worden opgetreden.
Indien sprake is van verboden vuurwerk schakelt de school altijd de politie in. Hetzelfde geldt wanneer het gaat om een meer dan één stuk vuurwerk, of om handel in vuurwerk buiten de daartoe toegestane periode. De politie kan om advies worden gevraagd ten aanzien van de vraag of het gaat om een wetsovertreding, de xxxxx ervan en of aangifte wenselijk is.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt (geen aangifte):
Actie | |
1. | Toepassen maatregelen (waaronder interne maatregelen bij ongeoorloofd gedrag) |
2. | Ingeleverd vuurwerk, indien een substantiële hoeveelheid, afgeven aan de politie |
3. | Politie op de hoogte stellen en/of om advies vragen |
Secundair, indien sprake is van:
verboden vuurwerk (strijkers en dergelijke)
bezit buiten de toegestane periode, van een meer dan geringe hoeveelheid (meer dan één stuk) vuurwerk
handel in vuurwerk
afsteken van vuurwerk buiten de toegestane periode: kan de school:
Actie | |
1. | Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren |
2. | De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie |
3. | Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt |
2. | Indien aan criteria wordt voldaan wordt naar HALT verwijzen |
3. | Ouders/verzorgers verdachte informeren |
4. | Terugkoppeling naar contactpersoon school |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Het proces-verbaal kan middels een verwijzing naar Halt worden afgedaan |
2. | Bij recidive of een grote schaal van in bezit hebben of handel kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie. Dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldelijke transactie, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf |
3. | Bij veelvuldige recidive kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf |
Hulpmogelijkheden
Bureau Slachtofferhulp
Advies- en Meldpunt kindermishandeling Bureau Halt
Bureau Jeugdzorg GGD
Politie
3.8 Seksuele intimidatie
Algemene definitie
Hiervan is sprake indien iemand wordt geconfronteerd met ongewenste seksueel getinte aandacht in de vorm van verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag dat door degene die hiermee geconfronteerd wordt als onaangenaam wordt ervaren. Het gaat hierbij om gedrag dat plaatsvindt binnen of in samenhang met de onderwijssituatie en kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn.
Wanneer er sprake is van seksueel misbruik door een medewerker van de school gaat het om een zedenmisdrijf. Bij een zedenmisdrijf geldt een aangifte- en meldplicht. Deze wettelijke aangifte en meldplicht zijn beperkt tot seksueel misbruik van leerlingen die op het moment van het misbruik jonger zijn dan achttien jaar.
Toelichting
Scholen zijn verplicht een veilig leer- en werkklimaat te creëren voor leerlingen en personeelsleden. Seksuele intimidatie komt op alle schooltypes voor. De seksuele intimidatie is vaak een kwestie van machtsverschil tussen leraren en leerlingen, tussen mannen en vrouwen. Seksuele intimidatie kan zich bij verschillende partijen in de schoolsituatie voordoen:
- leerling - leerling
- personeel - leerling
- leerling - personeel
- personeel - personeel
Het ondergaan van seksuele intimidatie heeft vaak nadelige gevolgen voor betrokkene. Voor leerlingen kan dit een aanleiding zijn een ander vak te kiezen of van school te gaan. Schoolverzuim en slechte leerprestaties kunnen het gevolg zijn. Ook kunnen zij later psychische en/of emotionele schade ondervinden.
Seksuele intimidatie kan een heel scala van fysieke handelingen omvatten zoals: knuffelen, zoenen, op schoot nemen, handtastelijkheden, weg versperren, tegenaan gaan staan, moedwillig botsen.
Seksuele intimidatie kan zich echter ook in verbale vorm manifesteren zoals: iemand op een bepaalde manier aanspreken, seksueel getinte opmerkingen, dubbelzinnigheden, seksueel getinte grappen, schuine moppen, stoere verhalen rond seksuele prestaties, opmerkingen over uiterlijk en kleding, vragen naar seksuele ervaringen, uitnodigingen met bijbedoelingen, afspraakjes willen maken, uitnodiging tot seksueel contact, bedreigingen.
Tevens kan de intimidatie ook in de vorm van non-verbaal gedrag geuit worden zoals: staren, gluren, lonken, knipogen, in kleding gluren, seksueel getinte cadeautjes. Alleen degene die last heeft van seksuele intimidatie kan een klacht indienen, al dan niet met hulp van de contactpersoon in de school of via de vertrouwenspersoon bij de klachtencommissie of het bevoegd gezag.
Meldplicht seksueel misbruik en seksuele intimidatie
De meldplicht is vastgelegd in de ‘Regeling Seksueel misbruik en Seksuele intimidatie in het onderwijs’, een uitgave van het Ministerie OCenW, september 1999. Kort samengevat: wanneer een personeelslid seksueel misbruik pleegt jegens een leerling of als hiervan vermoedens bestaan, zijn schoolbesturen verplicht om direct contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Als uit overleg met de vertrouwensinspecteur blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat dit misbruik heeft plaatsgevonden, dan dient het bestuur daarvan onmiddellijk aangifte te doen.
Personeelsleden zijn wettelijk verplicht het schoolbestuur direct te informeren wanneer zij op de hoogte zijn van seksueel misbruik of seksuele intimidatie van een leerling of personeelslid.
Maatregelen school (zie ook klachtenreglement)
Actie | |
1. | De contactpersoon van de school schat in of de vertrouwenspersoon moet worden ingeschakeld |
2. | Er is een contactpersoon op iedere locatie aangesteld. Hij/zij is eerste aanspreekpunt bij vragen of klachten. De aanwezigheid van een contactpersoon is bekend gemaakt bij schoolpersoneel, leerlingen en ouders/verzorgers |
3. | De scholen hebben een interne en een externe vertrouwenspersoon aangesteld |
4. | Indien sprake van seksuele intimidatie worden bij minderjarigen altijd de ouders/verzorgers van het slachtoffer, na overleg met de vertrouwenspersoon, en de aangeklaagde op de hoogte gesteld |
5. | Door de school wordt aan het schoolpersoneel, leerlingen en ouders/ verzorgers via de school- en personeelsgids informatie verschaft over hoe op school wordt omgegaan met seksuele intimidatie, welke mogelijkheden er zijn om een klacht in te dienen. Tevens zet de school zich in om preventieve activiteiten en maatregelen uit te voeren |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Indien door het slachtoffer officieel een klacht wordt ingediend bij de politie kan hier de procedure in gang worden gezet. Deze procedure gaat via de politie, Openbaar Ministerie en de rechtbank |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Afhankelijk van de ernst van het feit, kan het proces-verbaal worden afgedaan middels een aanbod transactie via de Officier van Justitie dan wel middels het aanbrengen van de zaak bij de Kinderrechter/meervoudige kamer |
2. | Indien hij/zij dit wenst, kan de aangever over het verloop van de zaak geïnformeerd worden |
Hulpmogelijkheden
Huisarts
Advies- en Meldpunt kindermishandeling Bureau Slachtofferhulp
Bureau Jeugdzorg GGD
Politie
(Seksuele) intimidatie, machtsmisbruik en klachten van algemene aard
Informatie is opgenomen in de school/studiegidsen en op websites van de scholen.
Vertrouwenszaken ROC Kop van Noord-Holland
Een cursist die op school of bij het leerbedrijf last krijgt van: ongewenste omgangsvormen (bijv. pesten of bedreiging) geweld
discriminatie of racisme seksuele intimidatie
kan een klacht indienen.
Het stappenplan bij een klacht is als volgt:
1. In eerste instantie en indien mogelijk de klacht neerleggen bij de coach/mentor.
2. Contact opnemen met de adviseur van het Loopbaancentrum, gekoppeld aan de locatie waar de cursist les heeft.
3. Als de situatie daartoe voldoende aanleiding geeft, dan kan de cursist ook een officiële (schriftelijke) klacht indienen bij een klachtencommissie.
4. In dat geval kan hij contact opnemen met 0000 000 000.
Klachtenregeling machtsmisbruik primair en voortgezet onderwijs Scholen aan Zee en De Pijler*
Iedereen kan om hulp vragen of een klacht indienen als in school sprake is van: machtsmisbruik
(seksuele) intimidatie
psychische of fysieke mishandeling
Machtsmisbruik kan voorkomen tussen: leerlingen onderling, leerlingen en personeel, personeel en leerlingen, school en ouders, ouders en school. De vraag om hulp of de klacht ten aanzien van machtsmisbruik kan worden ingediend bij de vertrouwenspersoon (vermeld op de websites van de scholen). De volledige “Klachtenregeling Machtsmisbruik” ligt op de scholen ter inzage bij de directies, de schooladministraties en de vertrouwenspersonen.
Klachten m.b.t. machtsmisbruik kunnen ook worden ingediend bij:
Het secretariaat Klachtencommissie Onderwijs Mw. X. xxx xxx Xxxx-Xxxxxx
Drs. F. Xxxxxxx 0 0000 XX Xxx Xxxxxx
Het stappenplan bij een klacht is als volgt:
1. In eerste instantie binnen de school en/of tussen betrokkenen. Lukt het niet om tot een oplossing te komen, dan kan contact worden opgenomen met de mentor of de teamleider. Leidt ook dit niet tot een oplossing dan dient contact opgenomen te worden met de directie.
2. Wanneer de klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld, dan staat de weg open naar het College van Bestuur van Scholen aan Zee.
3. Mocht ook dit niet tot tevredenheid leiden, dan kan de klacht, zowel door het College van Bestuur, als door de klager worden neergelegd bij het secretariaat Klachtencommissie Onderwijs, t.a.v. mw. X. xxx xxx Xxxx-Koning, Drs. F. Xxxxxxx 0, 0000 XX Xxx Xxxxxx.
3.9 Ongewenst bezoek in en rond de school
Algemene definitie
Bij ongewenst bezoek kan bijvoorbeeld gedacht worden aan personen in of rond de school: personen die criminele activiteiten ontplooien (dealen, heling)
leerlingen van andere scholen die problemen veroorzaken
personen die komen om iemand te intimideren/mishandelen, bijvoorbeeld ouders die verhaal komen halen bij leerlingen, personeel, directie
loverboys
Juridische definitie
Zich bevinden op verboden grond (artikel 461 WvS)
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Lokaalvredebreuk (artikel 139 WvS)
Hij die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.
Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.
De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.
Toelichting
Bovenstaande wordt als bedreigend of erg onprettig ervaren. Zeker als daadwerkelijk sprake is van bedreigingen of als er fysiek of verbaal geweld wordt gebruikt, heeft dit een negatief effect op het veiligheidsgevoel in en rond de school.
Wanneer de persoon in kwestie ondanks deze waarschuwing toch terugkomt, dan heeft elke burger in Nederland het recht om een verdachte op heterdaad aan te houden. De directie kan dit recht dus gebruiken om jongeren, ouders of andere lieden aan te spreken als zij ondanks waarschuwingen toch zonder toestemming de school of het schoolplein betreden. Hetzelfde geldt in geval van lokaalvredebreuk.
Er moeten bordjes “Verboden toegang ex art. 461 Sr” aanwezig zijn en er moet controle zijn dat die bordjes (zichtbaar) aanwezig blijven. Verder is de school bevoegd om een verklaring op te stellen dat er een ongewenst persoon op het terrein van de school aanwezig was.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet de politie in te schakelen.
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt (geen aangifte):
Actie | |
1. | Personeel van de school kan mensen die rond de school lopen en daar niets te zoeken hebben wegsturen en een waarschuwing geven |
2. | Personeel van de school kan ouders/verzorgers van verdachte jongeren informeren en verzoeken om het ongewenste gedrag te doen stoppen |
3. | De directie van de school kan, wanneer de problemen aanhouden, als tweede stap een schriftelijk toegangsverbod uitreiken (zie voorbeeldbrief) |
Secundair, indien er sprake is van betreding gebouw of terrein ondanks toegangsverbod:
Actie | |
1. | De school kan de betreffende persoon aanhouden (zorg voor getuigen) en de politie bellen. (Let op: aanhouding is niet hetzelfde als vasthouden of opsluiting. Betreffende persoon zou dat namelijk kunnen aanmerken als ‘gijzeling’ of ‘wederrechtelijke vrijheidsberoving’) |
2. | Bij herhaling of toename (kwalitatief en/of kwantitatief) van de problematiek kan de school de politie bellen |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt |
2. | Ouders/verzorgers van de verdachte jongere informeren en verzoeken om het ongewenste gedrag te doen stoppen |
Maatregelen OM
Actie | |
1. | Indien het een volwassene betreft kan voor het PV ter zake van overtreding 461 Sr een transactie worden aangeboden of verdachte worden gedagvaard voor de kantonrechter |
2. | Indien het een minderjarige betreft en er is geen sprake van recidive kan de jongere naar Halt worden verwezen. Ingeval van recidive kan een transactie worden aangeboden |
Hulpmogelijkheden
Advies- en Meldpunt kindermishandeling Bureau Slachtofferhulp
Bureau Jeugdzorg Politie
Voorbeeld brief Ontzegging toegang ouder
Naam :
Adres :
Postcode/Woonplaats :
Datum :
Kenmerk :
Uw kenmerk : n.v.t.
Betreft : Ontzegging van toegang
I.a.a. : Politie, Bureau Jeugdzorg, inspectie
Geachte mevrouw/heer,
Hierbij delen wij u namens het ROC Kop van Noord-Holland/Scholen aan Zee/De Pijler (keuze) mee dat besloten is om u onvoorwaardelijk te verbieden het schoolgebouw en schoolterrein van het ROC Kop van Noord-Holland/Scholen aan Zee/De Pijler aan de ….straat, nummer … te Den Helder te betreden. Dit verbod treedt met onmiddellijke ingang in werking en geldt tot (DATUM). U krijgt deze definitieve toegangsontzegging omdat u meerdere keren op zeer ernstige wijze de orde hebt verstoord.
Wij hebben gekozen voor deze ontzegging om het daarmee mogelijk te maken dat uw zoon of dochter gewoon hun onderwijsloopbaan aan onze school kan vervolgen. Het is onze intentie om uw zoon of dochter niet de dupe te laten worden van uw ongeoorloofd gedrag. Mocht u zich echter niet aan het u hierbij opgelegde verbod houden, dan zien wij ons echter genoodzaakt de belangen van de school te laten prevaleren boven die van uw zoon of dochter. In dat geval zijn wij helaas genoodzaakt ten aanzien van uw zoon of dochter een verwijderingsprocedure te starten.
Voor alle duidelijkheid: Het verbod geldt dus alleen voor u. Als u echter besluit uw zoon of dochter onderwijs te onthouden, zal er overleg plaatsvinden tussen de leerplichtambtenaar en de inspectie. Uw zoon of dochter is namelijk leerplichtig.
Het is u alleen toegestaan het gebouw te betreden wanneer de school een afspraak met u heeft gemaakt met betrekking tot het bespreken van de vorderingen en ontwikkeling van uw zoon of dochter en uitsluitend voor de duur van dat overleg. In dat geval is altijd iemand van de directie van de school en de directeur van Bureau Jeugdzorg bij het gesprek aanwezig.
U dient er rekening mee te houden dat u geen nadere waarschuwing ontvangt en dat de ontzegging absoluut is. Indien u het schoolgebouw en of het schoolterrein toch betreedt aarzelen wij niet bij de politie aangifte te doen ter zake het plegen van het misdrijf vermeld in artikel 138 van het wetboek strafrecht (huis- c.q. lokaalvredebreuk), dan wel artikel 461 van het wetboek van strafrecht (zich bevinden op verboden terrein).
Aan de districtschef van de politie Noord-Holland Noord en aan de wijkagent is een afschrift van deze brief overhandigd. Om er zeker van te zijn dat deze brief u bereikt, zenden wij deze brief zowel per post met ontvangstbevestiging als per gewone post.
Namens het bestuur,
Functie
Voorbeeld brief ontzegging toegang onbevoegd persoon
Persoonlijk uitgereikt
Naam :
Adres :
Postcode/Woonplaats :
Datum :
Kenmerk :
Uw kenmerk : n.v.t.
Betreft : Ongewenste aanwezigheid
I.a.a. : Politie, Bureau Jeugdzorg, inspectie
Geachte (naam),
Op (datum) is geconstateerd dat jij je onbevoegd op het terrein van de school aan de (adres) hebt begeven. Wij hebben geconstateerd dat (aanleiding van ontzegging). Hierover delen wij je het volgende mee.
Het betreden van het schoolterrein, dat wil zeggen in de school of op het schoolplein, is alleen toegestaan voor leerlingen van het Technisch Onderwijscentrum. Met deze brief maken wij je duidelijk dat je aanwezigheid op ons schoolterrein niet is toegestaan en niet wordt geaccepteerd. Vanaf de datum van deze brief worden je dan ook de toegang tot het schoolterrein en de school ontzegd. De ontzegging duurt tot (duur van de ontzegging).
Wanneer je tijdens de duur van de ontzegging toch op het schoolterrein of op school wordt gesignaleerd, maakt de politie proces-verbaal op inzake huisvredebreuk. Hierop staat een straf van (straf noemen) of een boete van maximaal (hoogte boete noemen).
Namens de directieraad
W.J. Ekkebus
3.10 Bommelding
Algemene definitie
Een bommelding is een melding dat op een zekere plaats een bom ligt die op een zeker moment zal ontploffen. Bommeldingen, vals dan wel juist, worden gedaan vanuit verschillende motieven:
met het doel de orde te verstoren; om persoonlijk letsel te voorkomen;
om extra ruchtbaarheid te geven aan motieven; of uit misleiding of uit baldadigheid.
Toelichting
Elke bommelding wordt door de contactpersoon van de school (of zijn of haar vervanger) aan 112 doorgegeven. Registratie geschiedt door de politie en door de school. Het is voor het politieoptreden van wezenlijk belang een zo goed mogelijk onderscheid te maken tussen valse en serieuze meldingen. De politie schat in of een redelijk vermoeden bestaat dat sprake is van een geïmproviseerd explosief en of het noodzakelijk is een verkenning uit te voeren en tot ontruiming van het ‘bedreigde’ object over te gaan. Daarbij wordt rekening gehouden met de omstandigheid dat ontruimen niet alleen tijd kost en overlast geeft, maar ook onontkoombaar publiciteit met zich meebrengt. Iedere publiciteit over explosieven kan tot vele nieuwe valse meldingen leiden.
Evaluatie van bommeldingen is de taak van de speciaal opgeleide teamleider explosievenverkenning van de politie. Hij weet aan welke criteria een melding moet voldoen voordat sprake is van een serieus te nemen dreiging. Zo wordt bereikt dat alleen dan een verkenning wordt uitgevoerd wanneer het echt nodig is. De beslissing van de teamleider explosievenverkenning is van cruciaal belang: hij heeft tot taak te voorkomen dat het maatschappelijk leven ontwricht raakt en dat kostbare politietijd verspild wordt.
Indien een melding serieus genomen wordt en er overgegaan wordt tot ontruiming gevolgd door een eventuele zoeking, dan doet de politie een beroep op de contactpersoon die aanspreekpunt is voor de politie. Bij een dergelijke ontruiming zal er op gewezen moeten worden dat een ieder zijn persoonlijke spullen meeneemt voordat hij het pand verlaat.
Maatregelen school
Actie | |
1. | Bij bommelding 112 bellen |
2. | Gedetailleerde (digitale) registratie van het incident door de school: (tijdstip, tekst, omschrijving van stem (let op accent), man/vrouw, schatting leeftijd) |
3. | Eventueel ontruimen |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Politie reageert met spoed op 112 melding |
2. | Teamleider explosievenverkenning informeren |
3. | Politie beoordeelt noodzaak verkenning locatie en eventuele ontruiming |
4. | Eventueel ontruimen |
5. | Terugkoppeling naar contactpersoon school |
6. | Opsporen plaatsers bom c.q. plegers van valse melding |
Maatregelen Openbaar Ministerie
Xxxxx | |
1. | Vervolgen daders |
3.11 Digitale criminaliteit
Algemene definitie
Het betreft hier alle vormen van criminaliteit die via het digitale netwerk wordt gepleegd.
Toelichting
Digitale criminaliteit via het digitale netwerk is niet toegestaan. Dat geldt ook voor misbruik van digitale hulpmiddelen, zoals gsm, camera’s e.d. ten behoeve van bijvoorbeeld cyberpesten. Hiervan wordt melding gedaan bij de politie. De scholen zijn in het bezit van een regeling internet- en
e-mailgebruik.
Maatregelen school
Actie | |
1. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
2. | Afhankelijk van de situatie: contact met de politie |
3. | Disciplinaire maatregelen (zie: Interne maatregelen bij ongeoorloofd gedrag) |
4. | Afhankelijk van de situatie: contact met de ouders van dader/slachtoffer |
Maatregelen politie
Actie | |
1. | Politie beoordeelt incident en neemt eventueel maatregelen |
3.12 Aanwezigheid pornografie
Algemene definitie
Verzamelnaam voor afbeeldingen en verhalen die tot doel hebben de kijk(st)er seksueel te prikkelen.
Toelichting
Het in bezit hebben van porno is op school en op het schoolterrein niet toegestaan. De porno wordt in beslag genomen. Het bezoeken van pornosites via het digitale netwerk is uitdrukkelijk niet toegestaan.
Maatregel school
Actie | |
1. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
2. | Situatie afhankelijk: contact met de politie |
3. | Disciplinaire maatregelen (zie: Interne maatregelen bij ongeoorloofd gedrag) |
4. | Afhankelijk van de situatie: ouders informeren |
Maatregel politie
Actie | |
1. | Politie beoordeelt incident en neemt eventueel maatregelen |
3.13 Gokken
Algemene definitie
Gokken of wedden is een bezigheid waarbij iemand probeert de uitslag te voorspellen van een spel, wedstrijd, toernooi enzovoort. De uitslag van het spel is geheel of gedeeltelijk toevallig. De uitkomst van de meeste gokspelen wordt niet door kennis of bekwaamheid bepaald. Uitzonderingen daarop zijn bijvoorbeeld poker en xxxxx xxxx, waarbij technieken en tactieken een rol spelen. Spelers zetten voor het spel een geldbedrag of iets van waarde in. Na de uitslag wordt er een winst aan de winnaar uitgekeerd.
Toelichting
Het gokken op school en op het schoolterrein is niet toegestaan.
Maatregel school
Actie | |
1. | (Digitale) registratie van het incident door de school |
2. | Situatie afhankelijk: contact met de politie c.q. ouders |
3. | Disciplinaire maatregelen (zie: Interne maatregelen bij ongeoorloofd gedrag) |
Maatregel politie
Actie | |
1. | Politie beoordeelt incident en neemt eventueel maatregelen |
Hulpmogelijkheden Bureau Jeugdzorg Politie
GGD (preventie) Brijderstichting
4 Procedure Schoolverzuim
Algemene definitie
Er zijn twee soorten schoolverzuim te onderscheiden:
1. Absoluut schoolverzuim: een leerplichtige jongere staat niet bij een school/onderwijsinstelling ingeschreven.
2. Relatief schoolverzuim: een leerplichtige jongere staat wel ingeschreven bij een school/ onderwijsinstelling, maar deze wordt ongeoorloofd gedurende een lange of korte periode niet bezocht.
Juridische definitie (herziene Leerplichtwet 1969)
1. Art. 19: controle absoluut schoolverzuim door burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders controleren of jongeren, die als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven en nog leerplichtig of partieel leerplichtig zijn, overeenkomstig de bepalingen van deze wet als leerling zijn ingeschreven.
2. Art. 21: kennisgeving relatief schoolverzuim. Indien een ingeschreven leerling van een school op wie de wet van toepassing is, zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim plaatsvond op drie achtereenvolgende schooldagen, dan wel het verzuim gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan 1/8 van het aantal les- of praktijktijd bedraagt, geeft het hoofd van de school hiervan onverwijld kennis aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling woon- of verblijfplaats heeft.
Toelichting relatief schoolverzuim
Relatief schoolverzuim wordt onderverdeeld in:
a. Luxe verzuim
Leerplichtige jongeren worden thuisgehouden of blijven zelf thuis uit luxe overwegingen zoals een vakantie met het gezin of een feest. (NB vakantieverlof is alleen mogelijk wanneer met een werkgeversverklaring van één van de ouders aangetoond kan worden dat binnen de reguliere schoolvakanties geen gezamenlijke gezinsvakantie van twee weken mogelijk is).
b. Signaalverzuim
Het schoolverzuim is een signaal dat er sprake is van dieperliggende problemen. Bijvoorbeeld problemen in de gezinssituatie, faalangst, het zich niet welbevinden op school, niet kunnen omgaan met conflictsituaties etc.
In dit verband gaat het met name om het signaalverzuim. Signaalverzuim kan leiden tot voortijdige schooluitval. Wanneer de school leerplichtzaken op de hoogte stelt van het signaalverzuim, wijst de leerplichtambtenaar de ouders/verzorgers en de jongere op hun wettelijke verplichting onderwijs te volgen. Daarnaast is het van groot belang aandacht te besteden aan de achterliggende gronden van het verzuim en te zoeken naar een passende oplossing, indien mogelijk samen met school, ouders/verzorgers en de jongere. Eventueel (en indien van toepassing) kan het zorgadviesteam worden ingeschakeld. Hoe eerder er aandacht is voor de achterliggende problemen van het schoolverzuim hoe groter de kans is dat herhaling van verzuim of zelfs uitval van de jongere te voorkomen is.
Daarnaast kennen sommige scholen een verfijning op de regeling waar het te laat komen betreft. Ook het te laat verschijnen in de lessen is een vorm van ongeoorloofd schoolverzuim.
Verwijsprocedure Halt
Landelijke Criteria
Voor een Halt-afdoening komen uitsluitend beginnend verzuim en matige spijbelaars van 12 t/m 17 jaar zonder ernstig achterliggende problematiek in aanmerking. Er is wettelijk verzuim of beginnend verzuim gepleegd in de volgende situaties:
▪ Er is op 3 achtereenvolgende schooldagen, dan wel meer dan 1/8 deel van het aantal lesuren gedurende een periode van vier weken verzuimd, of
▪ Er is minder dan 1/8 deel van de verplichte lesuren per vier weken verzuimd, maar regelmatig komt de jongere te laat.
Daarnaast bestaan de volgende criteria:
▪ De jongere is niet eerder voor spijbelen naar Halt verwezen.
▪ Het verzuim is verwijtbaar aan de jongere.
▪ De jongere bekent het delict te hebben gepleegd.
▪ De jongere, en de ouders als de jongere nog geen 16 jaar is, stemmen in met de Halt-afdoening (dit dient te worden vermeld in het verkort proces-verbaal).
Procedure Noord-Holland Noord
▪ Als de leerplichtige leerling 3 dagen of 1/4 deel van de lesuren in 4 weken heeft verzuimd, verstuurt de leerplichtambtenaar een waarschuwingsbrief (bijlage) waarin staat dat bij de eerstvolgende overtreding door wordt verwezen naar Halt.
▪ Wanneer een Halt-traject slaagt, gaat het aantal uur verzuim terug naar nul. Mislukt het Halt- traject dan wordt het onmiddellijk ingestuurd naar het OM.
▪ Nadat de leerplichtambtenaar heeft besloten dat de jeugdige in aanmerking komt voor een Halt-afdoening en de jeugdige en zijn ouders akkoord gaan, faxt de leerplichtambtenaar een verkort proces-verbaal naar het Halt-bureau.
▪ De jeugdige wordt met zijn/haar ouders voor een gesprek uitgenodigd door Bureau Halt en er volgt een regulier Halt-traject dat is toegespitst op het spijbelgedrag (binnen 2 weken na ontvangst proces-verbaal).
▪ Na afloop van de Halt-procedure rapporteert de Halt-medewerker aan de leerplichtambtenaar over het gevolgde traject. Indien de afloop positief is, wordt er geen vervolg meer gegeven. Indien de afloop negatief is, wordt het proces-verbaal alsnog ingezonden naar het OM en de Raad voor de Kinderbescherming. Het OM zal in dat geval altijd een reactie geven op de overtreding. De Raad geeft altijd een strafadvies.
Opmerkingen
▪ Indien de jeugdige en/of ouders toch geen toestemming geven voor de Halt-afdoening, wordt het reeds opgemaakte proces-verbaal door Xxxx teruggestuurd naar de Leerplichtambtenaar die het vervolgens direct inzendt naar het OM en de Raad.
▪ Per dagdeel dat gespijbeld wordt, wordt 1 uur werkstraf gegeven. Voor het vaststellen van de strafmaat is het van belang dat duidelijk vermeld wordt op het proces-verbaal hoeveel dagdelen de jeugdige gespijbeld heeft.
▪ Halt hanteert de Kalsbeeknorm met betrekking tot de doorlooptijden.
Verwijsprocedure OM
Indien een proces-verbaal tegen de jeugdige en/of de ouders wordt opgemaakt, wordt deze naar de jeugdunit van het Openbaar Ministerie gestuurd. Het Openbaar Ministerie werkt volgens het principe: “Niemand weg zonder overleg”. Dat betekent dat de leerplichtambtenaar onmiddellijk na het opmaken van het verhoor, in contact treedt met de jeugdunit. Dan worden nadere afspraken gemaakt over het inleveren van het proces-verbaal en het agenderen op de agenda van het JCO-j. Zo nodig kan de leerplichtambtenaar worden uitgenodigd voor het desbetreffende JCO-j. Indien het proces-verbaal (ook) tegen de jeugdige is opgemaakt, wordt een afschrift naar de Raad voor de Kinderbescherming gestuurd. De leerplichtambtenaar wordt zoveel mogelijk als getuige-deskundige opgeroepen tijdens een leerplichtzitting. Voor de aangestelde leerplichtambtenaren is het noodzakelijk dat zij bijzondere opsporingsbevoegdheid hebben. Als norm geldt dat elke gemeente of samenwerkende gemeenten
tenminste over één leerplichtambtenaar moeten beschikken die buitengewoon opsporingsambtenaar is. Bovendien moet er voldoende formatie aanwezig zijn om aan de gestelde eisen met betrekking tot de leerplicht te voldoen. De door de Landelijke Vereniging van Leerplichtambtenaren Ingrado opgestelde norm van gemiddeld één fte leerplicht (lpa + coördinatie en beleid + administratie en ict) per 3.800 leerplichtigen is maatgevend. Afhankelijk van de lokale situatie kan deze norm naar boven of naar beneden worden bijgesteld.
Aan het eind van het schooljaar maakt de leerplichtambtenaar een jaarverslag op over het schoolverzuim in de gemeente. Deze rapportage dient ook te worden ingestuurd naar de leerplichtofficier van het Openbaar Ministerie.
5 Checklist preventieve acties
Algemeen
Checklist preventieve acties, waarbij voorwerpen c.q. goederen die verboden zijn of die door de schoolleiding als niet verantwoord worden aangemerkt, aangetroffen worden:
1. Er kan, ter preventie van wapen- of drugsbezit op school, door de school een preventieve kluisjescontroleactie worden opgestart.
2. De school kan ook besluiten om ter preventie van wapen- of drugsbezit op school preventief te fouilleren of tassencontrole uit te voeren. De politie werkt niet mee aan preventieve fouilleeracties of het houden van tassencontrole.
Juridische randvoorwaarden voor het houden van kluisjescontrole en/of preventief fouilleren: Maak afspraken over kluisjescontrole en eventueel preventief fouilleren binnen de school. Neem deze afspraken op in het schoolreglement en breng ouders hiervan op de hoogte.
Benoem in het reglement wanneer er binnen de school sprake is van een wapen c.q. drugs. Dit moet minimaal voldoen aan de wettelijke definitie; zie definities voor omschrijving wapens en verdovende middelen.
Kluisjescontrole
De randvoorwaarden voor de politie voor het eventueel assisteren bij het houden van een kluisjescontrole zijn:
De school heeft in haar schoolreglement opgenomen dat zij kluisjescontrole mag houden; Het schoolreglement moet bekend zijn bij leerlingen en ouders/verzorgers indien leerling minderjarig is, of
De school heeft in de huurvoorwaarden van de kluisjes opgenomen dat er kluisjescontrole kan plaatsvinden en huurvoorwaarden zijn getekend.
De schoolleiding opent met tenminste twee personen de kluisjes, politie is aanwezig ter assistentie;
De executieve medewerkers van politie verschijnen in uniform.
Stappenplan
Bij het aantreffen van voorwerpen c.q. goederen door de schoolleiding dient als volgt gehandeld te worden:
Alle harddrugs en wapens, met uitzondering van voorwerpen vermeld onder artikel 2 lid 1, cat. 4 van de Wet wapens en munitie (Wwm), worden door de schoolleiding overgedragen aan de politie en door de politie in beslag genomen.
Indien het een voorwerp betreft dat geschaard kan worden onder artikel 2 lid 1, cat 4, onder 7 van de Wwm, dan hangt het ervan af of gelet op de aard en/of omstandigheden waaronder de voorwerpen worden aangetroffen redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor geen ander doel bestemd zijn dan om letsel toe te brengen of te dreigen. Bij kluisjescontrole is dit moeilijk vast te stellen, aangezien er niet meer omstandigheden zijn dan ‘de aanwezigheid in het kluisje’.
Overige voorwerpen en/of goederen zijn ter beoordeling van de schoolleiding hoe te handelen.
Werkwijze indien het een artikel 2 lid 1 cat 4 onder 7 Wwm-voorwerp betreft:
Schoolleiding gaat in gesprek met betrokken leerling, vraagt waarom het voorwerp in het kluisje ligt, wat de intentie van leerling is ermee te gaan doen en maakt hierover indien mogelijk afspraken.
Als schoolleiding goede afspraken heeft kunnen maken:
- Politie hoeft niet in kennis gesteld te worden
- Schoolleiding kan het voorwerp innemen c.q. leerling vagen afstand te doen van voorwerp
- Ouders/verzorgers van leerling dienen van inname van voorwerp in kennis gesteld te worden
- Voorwerp dient indien gewenst door ouders/verzorgers aan hen te worden geretourneerd Als schoolleiding geen goede afspraken heeft kunnen maken c.q. geen goed gevoel heeft bij
antwoorden van leerling:
- Politie wordt in kennis gesteld
- Politie ondervraagt leerling
- Politie kan indien nodig een getuigenverklaring opnemen van schoolleiding
- Politie interpreteert uitleg van leerling en beoordeelt de omstandigheden:
- Geen omstandigheden die leiden tot aanname dat leerling het doel heeft om ander letsel toe te brengen of te dreigen met voorwerp? -Schoolleiding neemt het over, verder punt 2a.
- Wel omstandigheden die leiden tot aanname dat leerling het doel heeft om een ander letsel toe te brengen of te dreigen met het voorwerp? -Politie neemt wapen in beslag op basis van art 2 lid 1 cat 4 onder 7 WWM c.q. vraagt leerling afstand te doen.
Definities
- Verdovende middelen: Bewustzijnsbeïnvloedende middelen: harddrugs (bv. heroïne, cocaïne, XTC) en softdrugs (bv. hennep).
- Wapens: voorwerpen die zijn aangewezen in de Nederlandse wapenwetgeving, de Wet wapens en munitie. Hieronder vallen ook voorwerpen die strafbaar gesteld kunnen worden op grond van artikel 2 lid 1 categorie 4 onder 7 van de Wet wapens en munitie. Dit zijn voorwerpen waarvan, gelet op de aard en/of omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het voor geen ander doel bestemd was dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen. Voorbeelden hiervan kunnen o.a. zijn zakmessen en schroevendraaiers. De aard en omstandigheid dienen altijd onderzocht te worden; verklaring van de eigenaar/leerling is hiervoor noodzakelijk.