Beheercontract ANLb Akkerranden
1
Beheercontract XXXx Xxxxxxxxxxx
Contactgegevens Xxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxx
Tel: 0000-000000 /00 00 00 00 00
Versie 20181712
2
INHOUD
Het beheercontract
Overeenkomst tussen CCHW en deelnemer
Bijlage 1 Gegevens over de beheereenheden en kaart waarop de beheereenheden zijn vastgelegd. Bijlage 2 Beheereisen en aanvullende beheervoorschriften bij het beheerpakket 19
Bijlage 3 Algemene voorwaarden Bijlage 4 Herstel- en sanctiebeleid
Versie 20181712
3
Het beheercontract
Algemeen
In 2015 heeft de Coöperatie Collectief Hoeksche Waard u.a.(CCHW) een Gebiedsaanvraag ingediend bij de provincie Zuid- Holland. De Gebiedsaanvraag is het verzoek aan de provincie Zuid-Holland om voor 2016 tot en met 2021 geld beschikbaar te stellen voor het agrarisch natuurbeheer, waaronder het akker- randenbeheer. Op basis van de Gebiedsaanvraag heeft CCHW eind 2015 een overeenkomst met de pro- vincie gesloten om in de periode 0000-0000 000 ha akkerranden te realiseren.
In 2017 en 2018 waren er mogelijkheden om de oppervlakte akkerranden uit te breiden. In verband daarmee heeft CCHW in 2017 en in 2018 een Uitbreiding gebiedsaanvraag ingediend. Hierdoor kan de oppervlakte voor akkerranden in de Hoeksche Waard tot 2021 worden uitgebreid naar 152 ha. De pro- vincie heeft daarbij verzocht de uitbreiding vooral te richten op randen die belangrijk zijn voor vogels. CCHW sluit vervolgens overeenkomsten met individuele boeren om de aangegeven oppervlakte daad- werkelijk te realiseren.
De subsidieregeling voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) heeft betrekking op de periode 2016-2021. Nieuwe overeenkomsten hebben nu betrekking op de periode 2019-2021.
Het sluiten van een overeenkomst voor de komende 3 jaar betekent niet dat er in die periode geen enke- le verandering mogelijk is in het randenbeheer. In bijlage 2 gaan we dieper in op de regeling.
Lidmaatschap CCHW
Een belangrijk uitgangspunt voor het agrarisch natuurbeheer vanaf 2016 is uitvoering door de streek, door de zogenaamde collectieven. Hiervoor is CCHW opgericht. Alle deelnemers aan het agrarisch na- tuurbeheer moeten lid zijn van het collectief. Door ondertekening van dit beheercontract wordt dat ge- regeld. Door middel van een vertegenwoordiging in het bestuur van de coöperatie is geborgd dat de deelnemers aan het agrarisch natuurbeheer directe zeggenschap en verantwoordelijkheid hebben bij de uitvoering van het agrarisch natuurbeheer.
Contributie CCHW
Het vaststellen van contributie voor het lidmaatschap van CCHW is een bevoegdheid van het Algemeen bestuur van CCHW. Het Algemeen bestuur heeft, na raadpleging van de leden in de ledenvergadering, besloten tot het invoeren van contributie. De hoogte daarvan is vastgesteld op € 35 per jaar. Dit bedrag wordt verrekend met de vergoeding voor het agrarisch natuurbeheer.
Regionale financiering
De EU financiert vanaf 2016 50% van de kosten van het agrarisch natuurbeheer. De overige 50% wordt voor 1/3 betaald door de provincie, 1/3 door het waterschap en 1/3 door de regio.
Het akkerrandenbeheer in de Hoeksche Waard kon in 2016 alleen doorgaan wanneer de regionale finan- ciering is verzekerd. De gezamenlijke gemeenten in de Hoeksche Waard (SOHW) hebben een deel van de regiofinanciering voor hun rekening genomen. Een aantal organisaties en bedrijven zijn bereid om te participeren in de akkerrandenregeling. Het totale jaarlijkse regionale aandeel, dat op basis van de Ge- biedsaanvraag € 57.500 bedraagt, is daarmee nog niet gedekt. Om de akkerranden ook voor de toekomst te behouden is extra regiofinanciering nodig. We vragen dan ook van de deelnemers een kleine bijdrage, gerelateerd aan de oppervlakte akkerranden die u heeft, voor het akkerrandenregio- en risicofonds.
Vergoedingen
In de onderstaande tabel zijn de vergoedingen weergegeven. De bedragen zijn gebaseerd op het collec- tief inkopen, inzaaien en schoffelen van de 1-jarige bloemenranden. Wanneer een deelnemer de 1-jarige bloemenranden zelf inzaait en/of schoffelt wordt de vergoeding met € 0,02 per m2 verhoogd. In 2018 is een proef ingezet om een extra vergoeding te geven voor het tot 1 maart laten staan van 1-jarige bloe- menranden. Dat geldt voor randen die in het najaar nog veel beschutting en foerageermogelijkheden
Versie 20181712
4
bieden. Aan de hand van de ervaringen hiermee zal worden bezien of hieraan een vervolg wordt gege- ven.
Voor nieuwe graskruidenranden, wintervogelakkers en patrijzenakkers wordt het (verplicht te gebruiken) zaaizaad ook collectief ingekocht, maar moet de deelnemer zelf zaaien.
We willen ook graag wat bredere randen. Voor onze akkervogels is dat beter om te voorkomen dat ze een prooi worden van roofvogels of andere roofdieren. Daarom geven we een extra vergoeding van € 0,03 voor een gras- of graskruidenrand wanneer die wordt gecombineerd met een bloemenrand of een patrijzenakker/wintervogelakker.
Voorts is er rekening mee gehouden dat er een klein bedrag per m2 wordt gestort in het regiofonds. Dit bedrag is afhankelijk van het soort rand en varieert van € 0,005 tot € 0,03 per m2.
De vergoedingen moeten ‘Brussel-proof’ zijn. Deze zijn daardoor aan een maximum gebonden, er mag geen sprake zijn van staatsteun. We gaan uit van de netto vergoedingen, die zijn weergegeven in de laat- ste kolom van het onderstaande overzicht. Dit zijn de vergoedingen die u ontvangt na aftrek van de bij- drage aan het regiofonds. De bijdrage aan het regiofonds is weergegeven in de middelste kolom.
Soort rand | Bijdrage regiofonds per m2 | Te ontvangen netto vergoeding per m2 |
1-jarige xxxxxxxxxxx | € 0,005 | € 0,215 Toeslag van: - € 0,02 per m2 bij zelf zaaien en/of schoffelen; - € 0,03 per m2 wanneer rand tot 1 maart gehandhaafd blijft1 |
Graskruidenrand nieuw (GKN) | € 0,02 | € 0,17 |
Graskruidenrand oud (GKO) | € 0,03 | € 0,14 |
Gras (G) | € 0,03 | € 0,07 |
Wintervogelrand/-akker of pa- trijzenrand/-akker | € 0,03 | € 0,24 |
Vergoeding voor gras of gras- kruiden indien in combinatie met bloemen of wintervogelak- ker/patrijzenakker | Toeslag voor graskruiden of gras van € 0,03 (wordt dus € 0,20 GKN, € 0,17 GKO of € 0,10 G) |
Toelichting op het contract
Contractduur en mogelijkheden tot aanpassing
De overeenkomst die voor u ligt moet worden beschouwd als een raamovereenkomst. Binnen de raam- overeenkomst zijn van jaar tot jaar aanpassingen in het randenbeheer mogelijk. Het belangrijkste daarbij is, dat de aanpassingen in overeenstemming moeten zijn met de voorwaarden die de provincie stelt. De belangrijkste eisen zijn:
• De totale oppervlakte van de akkerranden mag niet lager zijn dan 15% ten opzichte van de op- pervlakte in de Uitbreiding gebiedsaanvraag.
• Het aandeel van de grasranden mag niet meer zijn dan 50% van de totale lengte en ook niet meer dan 50% van de totale oppervlakte van de akkerranden.
• De broeddichtheid of dichtheid in de winter van vogels als gele kwikstaart, veldleeuwerik, pa- trijs, kneu, kievit en ringmus neemt toe.
1 Is een proef in 2018
Versie 20181712
5
Concreet betekent dit voor u dat:
• u van jaar tot jaar kunt wisselen met de ligging van de akkerranden. U kunt, als u dat wenst, de akkerranden dus mee laten rouleren met uw bouwplan. U moet er echter wel rekening mee houden dat graskruidenranden, grasranden en patrijzenakkers meerjarige randen zijn.
• een wisseling van de ligging van de randen niet tot gevolg mag hebben dat de oppervlakte van de randen aanzienlijk verandert, tenzij we uitbreidingsmogelijkheden hebben. Er is een uitwisse- ling in soorten randen mogelijk. Een 1-jarige bloemenrand kunt u bijvoorbeeld omzetten in een graskruidenrand of wintervogelakker. Nieuwe grasranden zijn, gelet op de eisen van de provin- cie, in principe niet meer toegestaan. Het is wel mogelijk om een grasrand om te zetten in een 1- jarige bloemenrand, een nieuwe graskruidenrand of wintervogel- of patrijzenakker.
• wanneer u in de komende periode veranderingen wilt in de ligging, oppervlakte of soort rand, dan moeten de veranderingen tijdig door ons worden doorgegeven aan XxX.xx. Dat is ook nodig om u correct te kunnen uitbetalen. In verband daarmee is het noodzakelijk dat u veranderingen voor 1 december van het aankomende beheerjaar aan ons meldt. U krijgt hiervoor een overzicht van het voorafgaande jaar. Wanneer er niets verandert, verzoeken wij dit overzicht met uw pa- raaf voor akkoord aan ons terug te zenden. Zijn er wel veranderingen? Geef die dan aan ons door. U krijgt dan een nieuw overzicht met het verzoek om daarmee in te stemmen.
• De akkerranden moeten een aansluitend netwerk van randen gaan vormen in de Hoeksche Waard, met een goede aansluiting en afstemming. Wanneer dat nodig is, overleggen we graag met u over ligging en soort rand.
Ontheffing
De NVWA controleert of wordt voldaan aan de Beheereisen van het akkerrandenbeheer (bijlage 2). De controle op de Aanvullende Beheervoorschriften is een bevoegdheid van CCHW. Van de Aanvullende Beheervoorschriften kan CCHW ontheffing verlenen. Dit moet dan per email (xxxx@xxxx.xx) of schrifte- lijk worden aangevraagd. Hiermee wordt een korting op de vergoeding voorkomen wanneer wordt ge- constateerd dat het beheer niet in overeenstemming is met de voorschriften van het beheerpakket in bijlage 2.
Contractonderdelen
Dit beheercontract geldt als raamcontract, dat door mogelijk jaarlijks overeengekomen aanpassingen van Tabel B, exact aangeeft wat waar gebeurt. Dit beheercontract geeft het collectief de zekerheid over de uitvoering van het voorgestelde beheer, zoals dat is aangegeven in de Gebiedsaanvraag en Uitbreidingen gebiedsaanvraag. Voor de deelnemer geven deze contractvoorwaarden inclusief de bijlagen, inzicht in de voorwaarden waaronder meegedaan kan worden.
Het betreft:
a). de oppervlakte van de beheereenheden (Tabel B, bijlage 1) en de kaart met de ligging van de beheer- eenheden en de daarop afgesloten beheerpakketten;
b). de hoogte van de beheervergoeding (Tabel B, bijlage 1);
c). de Beheereisen en Aanvullende Beheervoorschriften die horen bij het overeengekomen beheer (bij- lage 2);
d). de overige contractvoorwaarden (bijlage 3); e). herstel- en sanctiebeleid (bijlage 4).
Versie 20181712
6
Partijen,
1. Coöperatie Collectief Hoeksche Waard u.a., hierna genoemd het Collectief, kantoorhoudend te Strijen
2. <naam van de deelnemer> , zie hierna tabel A en genoemd de deelnemer;
overwegende:
• dat de deelnemer heeft aangegeven belangstelling te hebben voor deelname aan agrarisch na- tuurbeheer ten behoeve van het algemeen belang; dan wel het voornemen heeft om deel te nemen aan het akkerrandenbeheer;
• dat partijen afspraken wensen te maken in het kader van behoud en versterking van een leefge- bied, zoals uitgewerkt in de Gebiedsaanvraag en de Uitbreidingen Gebiedsaanvraag en gebaseerd op de doelen in het natuurbeheerplan van de provincie Zuid-Holland;
• dat CCHW een subsidiebeschikking ontvangt op basis van de ingediende Gebiedsaanvraag en Uitbreidingen Gebiedsaanvraag met het doel deze subsidie met inhouding van de organisatiekosten door te geven aan de deelnemers;
• dat de subsidie aangewend zal worden voor de kosten voor het beheer door de beheerder en de organisatiekosten van CCHW;
• dat de deelnemer agrarische natuurbeheerpakketten en waterbeheerdoelen uit zal voeren onder de in dit beheercontract vermelde voorwaarden;
• dat deze voorwaarden zijn opgenomen in 4 bijlagen waarvan de inhoud deel uitmaakt van dit beheercontract,
komen het volgende overeen:
Tabel A.
Naam bedrijf | |
Contactpersoon (naam + voorletters) | M / V |
Straatnaam + huisnummer | |
Woonplaats met postcode | |
Telefoonnummer vast en mobiel | |
E-mailadres | |
IBAN rekeningnummer | |
Tenaamstelling bankrekening | |
KvK nummer en/of BRS nummer |
Versie 20181712
7
B. De deelnemer neemt deel met de volgende beheereenheden in het kader van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLB)
Tabel B: Gegevens over het beheer per beheereenheid (BE) 🡪 zie bijlage 1
Nr BE | Beheerpakket | Looptijd | Vergoeding/ha per jaar | Oppervlakte | Vergoeding |
19 Kruidenrij- ke akkerrand | 01/01/2019 - 31/12/2021 |
C. Partijen verklaren de onderstaande bijlagen 1 tot en met 4 te hebben ontvangen en kennis geno- men hebben van:
Bijlage 1: Gegevens over het beheer per beheereenheid (BE) en kaart(-en) waarop de beheereenheden zijn vastgelegd
Bijlage 2: Beheereisen- en Aanvullende Beheervoorschriften bij het beheerpakket 19 Bijlage 3: Algemene voorwaarden
Bijlage 4: Herstel- en sanctiebeleid
D. Met de ondertekening van dit beheercontract is de deelnemer automatisch lid van het collectief en draagt hij/zij bij aan het regiofonds voor de financiering van de akkerranden
E. Contactgegevens namens collectief
Naam | Xxxxx Xxxxxx | Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx |
Telefoonnummer | 06 53 64 76 02 0186 60 06 15 | 06 23 28 68 42 0186 57 37 17 |
E-mail algemeen |
F. Ondertekening
Dit beheercontract is naar waarheid ingevuld.
Namens de deelnemer:
Plaats: | Datum: |
Naam deelnemer: | Handtekening: |
Namens de Coöperatie Collectief Hoeksche Waard u.a.:
Plaats: | Datum: |
Naam: J.P. Zevenbergen (voorzitter) | Handtekening: |
Naam: M.B. Xxxx (secretaris/penningmeester) | Handtekening: |
Versie 20181712
8
Bijlage 1 Beheer per beheereenheid en kaart waarop de beheereenheden zijn vastgelegd
Tabel invoegen en kaart invoegen
Versie 20181712
9
Bijlage 2 Beheereisen en Aanvullende beheervoorschriften bij het beheerpakket 19
1. Beschrijving
Hoeksche Waardse kruidenrijke randen, Hoeksche Randen genaamd, zijn beheerde randen met een meerwaarde t.o.v. onbeheerde randen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende soorten:
1. Bloemrijke kruidenrand (1-jarig)
2. Graskruidenrand (meerjarig)
3. Bestaande grasrand (meerjarig)
4. Wintervogelrand (tot 1 maart opvolgende jaar)
5. Patrijzenrand/-akker (meerjarig)
Hoeksche Randen zijn multifunctioneel. Het hoofddoel van de Hoeksche Randen is het bevorderen van de biodiversiteit in het agrarische cultuurlandschap. De randen vormen door de insectenrijkdom een foerageergebied voor kuikens, de meerjarige randen bieden ook in de winter voedsel in de vorm van bijvoorbeeld zaden en kunnen een functie vervullen als broedhabitat, bijvoorbeeld voor Patrijs, Veld- leeuwerik en Gele Kwikstaart. De randen zijn onder meer aantrekkelijk voor muizen, die op hun beurt weer een belangrijke prooi zijn voor muizenetende soorten, als Torenvalk en Velduil. De akkerranden vervullen daarnaast tal van ecosysteemdiensten, zoals het creëren van een buffer tussen gewas en sloot
t.b.v. waterkwaliteit, natuurlijke plaagonderdrukking en bestuiving door bijen en insecten. De bloemen- en graskruidenranden zijn ingezaaid met een zaadmengsel dat geselecteerd is op bloemen met nectar voor bijen en insecten die bijdragen aan natuurlijke plaagonderdrukking in akkerbouwgewassen. De grassen en kruiden worden geselecteerd om te dienen als biotoop en voedselbron voor kevers, spinnen en vliegende insecten die een bijdrage leveren aan de natuurlijke plaagbestrijding in akkerbouwgewas- sen. Daarnaast kunnen randen ook worden ingezaaid met een mengsel dat vooral is gericht op het bie- den van voedsel aan akkervogels. Ook de planten in deze randen trekken vaak grote aantallen wilde bij- en aan. Bloeiende akkerranden verhogen bovendien de landschappelijke waarde voor mensen die er wonen, werken en recreëren en krijgen veel waardering van de inwoners van de Hoeksche Waard.
Op verzoek van CCHW is de instandhoudingsdatum van de akkerranden in het landelijke pakket ver- vroegd naar 15 augustus. Wij hebben hierom verzocht in verband met het vernieuwing van graskruiden- randen door het opnieuw inzaaien van de rand. Daarvoor moet eerst de oude rand worden geruimd en een goed zaaibed worden gemaakt. Wanneer hiermee pas na 1 september kan worden begonnen, wordt de kans op een goede opkomst van de nieuwe, in te zaaien rand te klein. De instandhoudingseis van 15 augustus betekent niet dat alle randen na die datum mogen worden geruimd. De instandhouding tot 1 oktober blijft gehandhaafd, voor het eerder ruimen is altijd ontheffing nodig.
Voor meerjarige randen betekent de instandhoudingsdatum tot 1 oktober ook niet dat na 1 oktober de rand kan worden gebruikt als strook om over te rijden bij oogstwerkzaamheden e.d. Alleen wanneer het de bedoeling is om in het opvolgende jaar de rand niet langer te handhaven op het betreffende perceel kan na 1 oktober worden afgeweken van de beheervoorschriften. Wij worden daarvan graag tijdig (via email) op de hoogte gesteld, anders loopt u het risico dat u bij de schouw een boete oploopt vanwege het niet zorgvuldig omgaan met het beheer.
Versie 20181712
10
2. Beheereisen
(zie lijst beheeractiviteiten in Koppeltabel)
• Minimaal 90 % van de oppervlakte bestaat van 1 juni tot 15 augustus uit één van de volgende gewassen of teelten: gras, granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver), groene braak of een combinatie van deze.
3. Aanvullende beheervoorschriften
De beheervoorschriften zijn van toepassing gedurende een beheerperiode die loopt van 1 januari t/m 31 december van het beheerjaar. Voor wintervogelrand en patrijzenrand/-akker loopt de beheerperiode door tot 1 maart in het daaropvolgende beheerjaar.
A. Generieke beheervoorschriften
1. De Hoeksche Rand ligt bij voorkeur langs een watervoerende sloot.
2. Het is toegestaan om verschillende soorten Hoeksche Randen naast elkaar te situeren ('samenge- stelde rand').
3. De Hoeksche Rand, m.u.v. de eenjarige bloemenrand, is minimaal 1,5 m breed. De eenjarige bloe- menrand is minimaal 3 m breed, echter bij voorkeur 3.50 m.
4. Chemische onkruidbestrijding in de Hoeksche Rand is alleen pleksgewijs toegestaan voor de bestrij- ding van probleemonkruiden zoals distels, hanekam, heermoes, japanse duizendknoop, knolcyperus, varkensgras, riet. Het voorschrift is van toepassing op het hele kalenderjaar, ook al is de instandhou- dingstermijn verstreken.
5. Bemesting van Hoeksche Randen is niet toegestaan.
6. Beweiding is niet toegestaan.
7. Het is niet toegestaan om een Hoeksche Rand te gebruiken als wendakker.
8. Er worden geen eisen gesteld aan de afvoer van maaisel van de rand. Het afvoeren van maaisel van gras- en graskruidenranden is wel beter voor de kwaliteit van de randen.
9. Slootmaaisel van watergangen langs de rand wordt indien mogelijk over de rand op het aangrenzen- de bouwland gedeponeerd. Het deponeren van slootmaaisel in bloemenranden is niet toegestaan tenzij het onderhoud na 1 oktober plaats vindt.
10. Hoeksche Randen mogen niet gebruikt worden voor het deponeren van baggerspecie van groot on- derhoud, tenzij het 1-jarige bloemenranden betreft en het groot onderhoud na 1 oktober plaats vindt. Wanneer het deponeren van baggerspecie op de rand niet kan worden voorkomen, is ver- nieuwing van de rand het opvolgende jaar noodzakelijk. Extra kosten van zaaizaad worden door het Collectief in rekening gebracht.
B. Uitsluitingen
Niet in aanmerking voor ANLb-subsidie komen randen:
1. gelegen op kavelpaden;
2. gelegen op grond waarmee de contractant aan zijn vergroeningsverplichting ( (pijler 1 GLB) voldoet (akkerbouw strokenpakket of onbeheerde rand);
3. gelegen op bouwland waarvoor een vrijstelling van de vergroeningsopgave geldt (kleine bedrijven, biologische bedrijven en bedrijven die het akkerbouw strokenpakket toepassen als vergroenings- maatregel);
4. die niet zijn overgenomen in de Gecombineerde opgave van RVO;
Versie 20181712
11
5. die geen onderdeel uitmaken van het Leefgebied Open Akkerland, zoals begrensd door de provincie Zuid-Holland.
C. Specifieke beheereisen
C.1 Bloemrijke kruidenrand
1. De bloemrijke kruidenrand is een eenjarige rand en mag vanaf 1 oktober van het beheerjaar ge- ruimd worden.
2. De rand is minimaal 3 m breed. In verband met het inzaaien is een minimale breedte van 3.5 m wenselijk.
3. Het Collectief kan nadere eisen stellen aan de situering van bloemrijke kruidenranden.
4. Wanneer bloemrijke kruidenranden worden gesitueerd langs sloten, dan dienen dit sloten te zijn die geen groot onderhoud vergen vóór 1 oktober van het beheerjaar.
5. Voor het zaaien wordt ten minste één maal en bij voorkeur twee maal een vals zaaibed aange- legd.
6. Voor de bloemrijke kruidenrand wordt uitsluitend een bloemrijk zaadmengsel gebruikt dat door het Collectief daarvoor beschikbaar wordt gesteld, voor rekening van de contractant.
7. Het zaaien van de bloemrijke kruidenrand wordt verzorgd door het Collectief, voor rekening van de contractant. Deze rand wordt tenminste één maal geschoffeld door het Collectief, voor reke- ning van de contractant. Contractant kan afzien van zaaien en/of schoffelen door het Collectief en het schoffelen voor eigen rekening uitvoeren, mits dit voor 1 april van het beheerjaar wordt gemeld via xxxx@xxxx.xx. Het Collectief kan bij het zelf uitvoeren van zaaien en/of schoffelen een extra vergoeding toekennen.
8. Het maaien van een bloemrijke kruidenrand is niet toegestaan voor 1 oktober van het beheer- jaar.
9. Het berijden van een bloemrijke kruidenrand is alleen toegestaan voor zover het beheer van de rand en de aanliggende sloot dat vereist.
C.2 Graskruidenrand
1. De graskruidenrand is een meerjarige rand en mag vanaf 1 oktober van het derde beheerjaar ge- ruimd worden. Ruimen vanaf 15 augustus ten behoeve van vernieuwing van de rand is toege- staan op voorwaarde dat hiervoor door het Collectief ontheffing is verleend. Wanneer de rand na het derde beheerjaar niet geruimd wordt kan hij gehandhaafd worden als grasrand, tenzij de rand ter beoordeling van het Collectief (veldcoördinator) nog een voldoende gevarieerde en bloemrijke vegetatie heeft.
2. Voor de graskruidenrand wordt uitsluitend een kruidenrijk mengsel gebruikt dat door het Collec- tief daarvoor beschikbaar wordt gesteld, voor rekening van de contractant. Aanvulling van het mengsel met andere soorten is niet toegestaan.
3. Een graskruidenrand mag hooguit twee keer gemaaid worden tijdens een beheerjaar. Een 1e jaars graskruidenrand wordt bij voorkeur slechts 1 maal gemaaid in het beheerjaar en bij voor- keur na 15 augustus (ook in verband met controle NVWA).
4. Het maaien van een graskruidenrand is niet toegestaan in de periode van 1 april t/m 30 juni en na 15 oktober.
5. In afwijking van het voorgaande onder C.2.4 is het maaien van een 1e jaars graskruidenrand toe- gestaan wanneer de onkruidsituatie dit vereist en alleen in overleg met het Collectief (veldcoör- dinator).
Versie 20181712
12
6. Bij de laatste maaibeurt van het beheerjaar mag niet korter gemaaid worden dan nodig is voor de instandhouding van een vegetatie van ten minste 15 cm vanaf 15 oktober tot 1 maart ten be- hoeve van overwinterende vogels en zoogdieren.
7. Berijding van de graskruidenrand is alleen toegestaan voor het uitvoeren van onderhoud aan de rand, de sloot en het drainagesysteem, mits hierdoor geen sprake is van blijvende schade aan de rand, dit ter beoordeling van de veldcoördinator.
8. Het is niet toegestaan om een nieuwe graskruidenrand aan te leggen langs sloten waar in dat jaar groot onderhoud plaats vindt tenzij er voldoende garanties zijn dat de bagger niet op de graskruidenrand wordt gedeponeerd. E.e.a. in overleg met en ter beoordeling van de veldcoör- dinator.
C.3 Grasrand
1. De grasrand is een meerjarige rand en mag vanaf 1 oktober van het beheerjaar geruimd worden.
2. Het maaien van de rand is niet toegestaan in de periode van 1 april t/m 30 juni en na 15 oktober.
3. Bij de laatste maaibeurt van het beheerjaar mag niet korter gemaaid worden dan nodig voor de instandhouding van een vegetatie van tenminste 15 cm vanaf 15 oktober tot 1 maart ten behoe- ve van overwinterende vogels en zoogdieren.
4. Berijding van de grasrand is alleen toegestaan voor het uitvoeren van onderhoud aan de rand, de sloot en het drainagesysteem.
C.4 Wintervogelrand
1. De wintervogelrand is – al dan niet in combinatie met een andere akkerrand - minimaal 9 m breed. Op onderdelen zijn smallere stukken toegestaan indien de perceelindeling daar aanleiding voor geeft.
2. De wintervogelrand mag niet gesitueerd worden langs sloten waar in de beheerperiode groot onderhoud zal plaatsvinden.
3. De wintervogelrand wordt ingezaaid met een door het Collectief goedgekeurd zaadmengsel dat door het Collectief daarvoor beschikbaar wordt gesteld, voor rekening van de contractant.
4. De wintervogelrand mag niet gemaaid of geruimd worden voor 1 maart van het daaropvolgende beheerjaar.
5. De wintervogelrand mag niet bereden worden behalve voor werkzaamheden voor klein slooton- derhoud.
6. Tussen de wintervogelrand en de sloot of grens van het perceel en/of grens met het gewas be- vindt zich bij voorkeur een gras- of graskruidenrand (samengestelde rand).
C5. Patrijzenrand/-akker
1. De wintervogelrand is – al dan niet in combinatie met een andere akkerrand - minimaal 9 m breed. Op onderdelen zijn smallere stukken toegestaan indien de perceelindeling daar aanleiding voor geeft.
2. De patrijzenrand/-akker mag niet gesitueerd worden langs sloten waar in de beheerperiode groot onderhoud zal plaatsvinden.
3. De patrijzenrand/-akker wordt ingezaaid met een door het Collectief goedgekeurd zaadmengsel dat door het Collectief daarvoor beschikbaar wordt gesteld, voor rekening van de contractant.
4. De patrijzenrand/-akker mag niet gemaaid of geruimd worden voor 1 maart van het daaropvol- gende beheerjaar. Het ruimen na 1 maart van slechts ongeveer de helft van de rand/-akker in combinatie met opnieuw inzaaien van het betreffende deel is noodzakelijk. Het ruimen en op-
Versie 20181712
13
nieuw inzaaien kan bloksgewijs of in niet te smalle stroken gebeuren. Het niet-geruimde deel voorziet in broedgelegenheid en al vroeg in het jaar in foerageermogelijkheden. Bij een hoge dichtheid aan planten kan de veldcoördinator in overleg met de deelnemer aanwijzingen geven voor het maaibeheer. Daarbij worden afspraken gemaakt over de uitvoering van dit beheer.
5. De patrijzenrand/-akker mag niet bereden worden behalve voor werkzaamheden voor klein slootonderhoud.
6. Tussen de patrijzenrand/-akker en de sloot of grens van het perceel en/of grens met het gewas bevindt zich bij voorkeur een gras- of graskruidenrand (samengestelde rand).
4. Ontheffingsmogelijkheden
De veldcoördinator kan, zo nodig in overleg met het Dagelijks Bestuur van het Collectief en na afwe- ging van de natuur- en agrarische belangen, ontheffing verlenen van de Aanvullende beheervoor- schriften. De verleende ontheffing wordt schriftelijk of digitaal vastgelegd, met vermelding van in ie- der geval de volgende gegevens:
• Naam van de grondgebruiker
• Xxxxx xxxxxxxxx, nummer van de rand en kaartje en naam van de weg waaraan het perceel ligt.
• Datum verzoek
• Korte omschrijving van de aard van de ontheffing c.q. werkzaamheden
• Beknopte afweging
5. Pakketten
Pakket B : Bloemrijke kruidenrand (1-jarig) Pakket GKN : Graskruidenrand 1e jaars Pakket GKO : Graskruidenrand vanaf 2e jaar Pakket G : Grasrand (meerjarig)
Pakket WV : Wintervogelrand (1-jarig overwinterend)
Pakket P : Patrijzenrand/-akker (gedeeltelijk 1-jarig – gedeeltelijk 2-jarig)
Versie 20181712
14
Bijlage 3 Algemene voorwaarden bij het beheercontract
Algemeen
1.
De verplichtingen uit de beschikking op de Gebiedsaanvraag, de Uitbreidingen Gebiedsaanvraag, de pro- vinciale subsidieverordening of subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer 2016 en aanverwante Eu- ropese wetgeving zijn van toepassing op dit beheercontract.
2.
De voorwaarden onder art. 1 houden onder andere in dat de deelnemer zich, bij het uitoefenen van zijn bedrijf moet houden aan de minimum vereisten (Randvoorwaarden), behorende bij een goede land- bouwpraktijk. De Europese en nationale minimumnormen op het gebied van milieu, gezondheid en die- renwelzijn, de minimumeisen voor het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmaatregelen zijn van toepassing op dit contract.
3.
Hoewel in sommige gevallen binnen de regeling stapeling van beheerpakketten mogelijk is, kan vanuit de overheid niet voor dezelfde activiteit twee maal betaald worden via verschillende regelingen, zoals de vergroening. De deelnemer is voor het opgeven daarvan in het e-GDI systeem zelf verantwoordelijk.
4.
De deelnemer is verplicht om conform de opgave in Tabel B (bijlage 1) op de afgesproken oppervlakte de afgesproken beheerpakketten onder de daarvoor geldende verplichtingen uit te voeren.
5.
Partijen dienen zich te houden aan de voorwaarden en verplichtingen zoals verwoord in het door CCHW vastgestelde kwaliteitshandboek en uitgewerkt in het controle- en sanctiedocument.
6.
De deelnemer is verplicht om mee te werken aan alle noodzakelijke toezicht, controle en monitoring op de naleving van zijn verplichtingen uit hoofde van dit beheercontract of voor onderzoeksdoeleinden.
7.
De deelnemer verleent toestemming aan CCHW en de door CCHW aangewezen vertegenwoordigers, alsmede aan de door de provincie Zuid-Holland en andere overheden aan te wijzen toezichthouders, dat zij toegang hebben tot in de bijgevoegde formulieren en kaarten aangegeven locaties, teneinde te con- troleren of de beheereenheden uit Tabel B (bijlage 1), conform de voorwaarden uit de beheerpakketten worden beheerd en/of onderhouden.
8.
De deelnemer verleent aan de provincie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (XxX.xx) toe- stemming voor het verstrekken van persoonlijke (bedrijfs-)gegevens aan CCHW (zoals perceelsregister, lopende contracten, NAW etc.). De deelnemer machtigt CCHW om zijn bedrijfssituatie in te zien bij XxX.xx.
Versie 20181712
15
9.
De partijen verklaren alle op dit beheercontract betrekking hebbende documenten tot vijf jaar na afloop van dit beheercontract digitaal te bewaren.
Percelen
10.
Dit beheercontract heeft betrekking op de genummerde percelen, zoals aangegeven in Tabel B (bijlage 1), waarvan de deelnemer verklaart krachtens enige titel het landbouwkundig gebruik te hebben. De deelnemer zal desgevraagd aan CCHW de benodigde gegevens ter controle hiervan ter beschikking stel- len.
11.
Wanneer de deelnemer de uitvoering van de beheerpakketten niet kan nakomen, moet hij dit zo spoedig mogelijk melden, echter uiterlijk voor aanvang van de in het beheerpakket omschreven periode.
12.
Indien de deelnemer, voor het verstrijken van de contractduur, de percelen met daarop de in Tabel B (bijlage 1) genoemde beheereenheden verkoopt en/of de pacht beëindigt, stelt hij/zij CCHW daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis, doch uiterlijk 8 weken voordat de overdracht en/of
beëindiging plaatsvindt.
13.
De deelnemer gaat een inspanningsverplichting aan om zich, voor zover dat redelijkerwijs van hem/ haar gevraagd kan worden, te bewerkstelligen dat de nieuwe gebruiker van de beheereenheden, het over- eengekomen beheer tot het einde van de contractperiode voortzet.
14.
Ingeval de deelnemer niet aan de wens, zoals verwoord in art. 13 kan voldoen, worden de financiële gevolgen van het niet nakomen van de overeengekomen verplichtingen, in rekening gebracht bij de deelnemer. Hiervan kan worden afgeweken indien er sprake is van faillissement of overlijden van de deelnemer.
Tussentijdse wijziging
15.
De deelnemer moet er rekening mee houden dat jaarlijks bij de evaluatie van de uitgevoerde beheer- eenheden, op basis van ecologische kennis en ontwikkelingen, aanpassingen van de afspraken, zoals vermeld in Tabel B (bijlage 1), kunnen plaatsvinden.
16.
Aanpassingen zoals bedoeld in art. 15 vinden plaats op basis van onderlinge afspraken tussen partijen. De wijzigingen worden vastgelegd in een aangepaste Tabel B met toelichting, welke door partijen als aanvulling op dit beheercontract wordt ondertekend.
Versie 20181712
16
Vergoeding
17.
De deelnemer ontvangt voor het uitvoeren van het beheer, zoals vermeld in Tabel B, een jaarlijkse ver- goeding, te betalen binnen één maand nadat is uitbetaald door het Betaalorgaan (XxX.xx) aan het collec- tief en RVO alle daarvoor benodigde gegevens beschikbaar heeft gesteld. Deze termijn kan worden op- geschort zolang de aan de betaling ten grondslag liggende gegevens over de beheereenheden nog niet door XxX.xx zijn verstrekt.
18.
De hoogte van de beheervergoeding is vermeld in Tabel B (bijlage 1) en gebaseerd op het subsidiebedrag van de provincie Zuid-Holland en de berekeningen van CCHW die daaraan ten grondslag liggen. Van deze vergoeding kan worden afgeweken wanneer bij het beheer niet aan de geldende voorschriften of aan de voorwaarden van het ANLb voldaan is (zie bijlage 4 Herstel- en sanctiebeleid).
Veranderingen in het subsidiebedrag kunnen eveneens leiden tot aanpassingen in de vergoeding, zowel in positieve als negatieve zin.
19.
CCHW is op grond van EU-regelgeving verplicht om sancties in het kader van de cross compliance te ver- rekenen met de door de deelnemer te ontvangen beheervergoedingen. De vergoeding kan nooit hoger zijn dan het maximum voor staatsteun.
20.
De RVO legt CCHW een sanctie op wanneer tijdens controles is geconstateerd dat de deelnemer de in het beheercontract vastgelegde afspraken niet of niet volledig is nagekomen ten aanzien van de opper- vlakte van de beheereenheden en/of de uitvoering van de beheerpakketten. De financiële gevolgen van de sanctie berekent het collectief door aan de deelnemer.
Looptijd en ontbinding
21.
De overeenkomst heeft een looptijd van 3 jaar en eindigt op 31 december 2021.
22.
Dit beheercontract kan door middel van een aangetekende brief in de volgende gevallen tussentijds worden ontbonden:
a. door een gezamenlijk besluit van de partijen.
b. door CCHW: bij herhaald niet-nakomen van de verplichtingen door de deelnemer, waarvan de deelnemer door CCHW schriftelijk in kennis is gesteld.
c. door de deelnemer: als door een besluit van XxX.xx, niet zijnde de uitvoering van een sanctie,
de subsidie aan het collectief wordt verlaagd of stopgezet, met overeenkomstige gevolgen voor de uitbetaling van de vergoedingen zoals vermeld in Tabel B (bijlage 1) aan de deelnemer.
d. door CCHW: indien de deelnemer een vergoeding voor dezelfde beheeractiviteit ontvangt uit een andere subsidieregeling.
Versie 20181712
17
Aansprakelijkheid
23.
CCHW is niet aansprakelijk voor de schade van de deelnemer, die direct dan wel indirect voortvloeit uit het niet of niet volledig verkrijgen van beheersubsidie, dan wel het wijzigen van de beheerpakketten.
Geschillen
24
. Alle geschillen betreffende de uitleg van dit beheercontract of haar uitvoering, worden onderworpen aan de geschillenprocedure, zoals omschreven in het Handboek Kwaliteit. Deze geschillenprocedure omvat drie onderdelen:
- een procedure via het Dagelijks bestuur van CCHW
- een procedure via het Algemeen bestuur van CCHW
- een procedure via de geschillencommissie.
Versie 20181712
18
Bijlage 4: Herstel- en sanctiebeleid
Herstel- en sanctiebeleid
Bevindingen tijdens de controles door de GIS-medewerker, veldcoördinator en schouw resulteren in goedkeuring, een voorstel voor herstel of afkeur cf. de schouwprocedure in hst. 6.1. In alle gevallen waarbij geoordeeld wordt dat een deelnemer is afgeweken van de pakketvoorwaarden, inclusief de loca- ties en de afmetingen van de beheereenheden, treedt het herstel- en sanctieprotocol in werking. Zowel bij het akkerranden- als het weidevogelbeheer wordt zoveel mogelijk gewerkt met een vooraf vastge- steld herstel- en sanctioneringsprotocol. Het protocol is afgestemd op het SCAN-modelprotocol.
Verantwoordelijkheden
Het Dagelijks Bestuur neemt het initiatief tot het opstellen, vaststellen en actualiseren van het herstel- en sanctioneringsprotocol. Het herstel- en sanctiebeleid wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur beslist over herstelmogelijkheden en sancties op basis van een advies van de veld veldcoördinator. Daarmee borgt het collectief dat sancties niet door 1 persoon kunnen worden opge- legd. De algemeen coördinator is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de sanctie- en herstelmaatregelen.
Mogelijkheden
Indien de eenheid bij controle niet voldoet bestaan er 3 mogelijkheden die mede afhankelijk zijn van het afgesloten beheerpakket:
1. Er is een mogelijkheid tot herstel op korte termijn, deze termijn is afhankelijk van het pakket en schouwmoment
2. Er is een mogelijkheid tot herstel buiten het lopende beheerjaar
3. Er is geen mogelijkheid tot herstel of er is zelfs schade toegebracht aan de biodiversiteit
Bij een geconstateerde afwijking wordt eerst gekeken of er een herstelmogelijkheid is voor (een deel van) de beheereenheid. In de gevallen 1 en 2 treedt dan het herstelprotocol in werking. In geval van 3 treedt direct het sanctieprotocol in werking.
Herstelprotocol
Indien er geoordeeld wordt dat er een mogelijkheid is voor herstel, dan wordt dit door de veldcoördina- tor naar de deelnemer gecommuniceerd en krijgt hij de mogelijkheid om alsnog aan de pakketvoorwaar- den te voldoen.
De eerste herstelmogelijkheid bestaat binnen het lopende beheerjaar binnen een vaste termijn. De mo- gelijkheid tot herstel wordt aan een termijn gekoppeld. In alle situaties waarbij de deelnemer aangeeft van de mogelijkheid gebruikt te willen maken vindt nacontrole plaats.
De tweede mogelijkheid tot herstel ligt buiten het lopende beheerjaar en dient op de gecontracteerde beheereenheid plaats te vinden indien dit nog steeds past binnen het beheerplan. Bijvoorbeeld een on- voldoende brede akkerrand wordt in het volgende beheerjaar verbreed wanneer daar in hetzelfde be- heerjaar geen mogelijkheden meer voor zijn.
Melding herstel
De deelnemer is verplicht om aan CCHW te melden wanneer het herstel is uitgevoerd. Deze melding dient bij voorkeur per e-mail te worden gedaan. Indien de melding niet binnen de afgesproken termijn wordt gedaan of het herstel is onvoldoende uitgevoerd, dan treedt alsnog het sanctieprotocol in wer- king.
Versie 20181712
19
Sanctieprotocol
Sancties
De sanctiemaatregelen zijn:
- Waarschuwing
o Indien een herstelbare afwijking wordt geconstateerd krijgt de deelnemer een waarschuwing en de mogelijkheid tot herstel.
- het opschorten van betalingen (tot uitvoeren herstel)
o De vergoeding voor het beheer dat niet/nog niet is uitgevoerd wordt door het collectief niet betaald zo lang er geen herstel heeft plaatsgevonden.
- het opleggen van een korting op de vergoeding
o Indien het beheer niet op juiste wijze wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld bij een beschadiging van de vegetatie door onnodig rijden door een akkerrand of het in afwijking van de beheer- voorschriften verwijderen van de vegetatie, dan kan een korting op de vergoeding worden toegepast. De hoogte van de korting is afhankelijk van de ernst van de tekortkoming. Een ak- kerrand die een week voor het aflopen van de instandhoudingstermijn wordt geruimd geeft aanleiding tot een lagere boete dan een akkerrand die 6 weken te vroeg wordt geruimd. In alle gevallen bedraagt de korting ten minste 10% van de vergoeding voor de betreffende be- heereenheid, maar heeft het Dagelijks Bestuur de mogelijkheid om bij grote afwijkingen een hogere korting vast te stellen van 25% of 50%. De korting op de vergoeding kan ook betrek- king hebben op een deel van de beheereenheid.
Voorbeelden van kortingen op de vergoeding zijn:
• Te vroeg maaien (bij weide- en akkervogelbeheer/akkerranden);
• Te vaak maaien (bij akkerranden)
• Schade aan vegetatie door berijding of andere werkzaamheden (bij akkerranden)
• Aanzienlijk geringere oppervlakte dan opgegeven (naast de korting als gevolg van geringere oppervlakte van de beheereenheid (weidevogelbeheer en akkerran- den).
- het niet uitvoeren van betaling (bij niet uitvoeren maatregel in beheerjaar)
o Wanneer een deelnemer in een beheerjaar het beheer niet of nauwelijks heeft uitgevoerd of binnen het beheerjaar geen herstel mogelijk is of hij daar geen gebruik van wil maken, dan heeft hij voor dat beheerjaar voor de betreffende beheereenheid geen recht op een vergoe- ding. De beheereenheid wordt dan afgekeurd. De afkeur kan betrekking hebben op een op- pervlak en/of een tijdspanne.
- het opleggen van een boete
o Indien gedurende de beheerperiode sprake is van het niet uitvoeren van het beheer zonder herstel(mogelijkheden), dan kan tevens een boete worden opgelegd ter grootte van maxi- maal 25% van de jaarlijkse beheervergoeding voor de beheereenheid. Dit is vooral van be- lang bij de 1-jarige bloemenranden en nieuwe graskruidenranden, waarvoor door het collec- tief zaaizaad ter beschikking wordt gesteld. Indien het beheer niet of niet op de juiste wijze wordt uitgevoerd, is het redelijk dat de kosten kunnen worden verhaald.
- het ontbinden van het contract.
o Bij herhaling van overtredingen wordt het contract ontbonden.
Versie 20181712
20
Vastleggen overtredingen
De overtredingen worden gerapporteerd aan het Dagelijks Bestuur en aan de betreffende deelnemer. Daarbij worden aangegeven:
- datum van constatering van de overtreding;
- het perceel(nummer);
- welke beheervoorschriften worden overtreden;
- eventuele mogelijkheden voor herstel en de termijn;
- gevolgen in verband met het wel of niet handelen;
Wanneer de deelnemer bezwaar maakt tegen de sancties treedt het protocol ‘geschillenprocedure’ in werking.
Activiteit | Toelichting | Bestuurder AB | Bestuurder DB | Alg Ccördina- tor | GIS- medewerker | Veldcoörd. | Schouw cie |
Opdracht tot op-/bijstellen herstel- en sanctieprotocol | In het herstel- en sanctiepro- tocol wordt beschreven welke mogelijkheden er zijn wanneer een beheereenheid niet vol- doet aan de beheereisen, wanneer het herstel- en wan- neer het sanctieprotocol in werking treedt. Daarnaast wordt de procedure van af- handeling beschreven en een werkwijze beschreven voor het sanctiebeleid bij onvoor- ziene overtredingen. | v | |||||
Opstellen herstel- en sanc- tieprotocol | v | x | |||||
Vaststellen herstel- en sanc- tieprotocol | h | ||||||
Herstel- en sanctieprotocol koppelen aan individuele schouwbevindingen | Op basis van overtredingen wordt de match gezocht in het sanctie- en herstelprotocol. | x | v | ||||
Schouwbevinding en her- stelmogelijkheden of sanctie vastleggen in schouwformu- lier | Formulier is een weergave van de herstelmogelijkheden en sancties n.a.v. de schouw. | x | v | ||||
Herstel- en sanctieadvies geven aan algemeen coördi- nator | v | x | x | x | |||
Herstel- of sanctievoorstel maken voor DB | v | ||||||
Vaststellen herstelmogelijk- heden of sanctie | h | v | |||||
Communicatie naar de deel- nemer over sancties | Communicatie naar de indivi- duele deelnemer gebeurt schriftelijk door coördinator | x | v |
Versie 20181712
21
Activiteit | Toelichting | Bestuurder AB | Bestuurder DB | Alg Ccördina- tor | GIS- medewerker | Veldcoörd. | Schouw cie |
Wanneer deelnemer be- zwaar maakt tegen opgeleg- de herstelmogelijkheden of sancties treedt klachten- en geschillenprocedure in wer- king (zie tabel 7.2) | v | ||||||
Controle herstel (indien van toepassing) | x | v | |||||
Verwerking herstelmogelijk- heid of sanctie in ICT- systeem | v |
h = handtekeningbevoegd v = eindverantwoordelijk x = ondersteunend
Versie 20181712