Bijlage bij Verkenning IJmeer - Gooimeer
Bijlage bij Verkenning IJmeer - Gooimeer
Inhoud
1. Visies, beleid en bestuurlijke afspraken
1.1 Toekomstvisie IJmeer
1.2 Ontwikkelbeeld Noordvleugel 2040
1.3 Bestuursovereenkomst Rijk – Regio programma Amsterdam – Almere –
Markermeer
1.4 Verkenning Metropolitane betekenis Markermeer-IJmeer
1.5 De 10 gouden regels voor het IJsselmeergebied
1.6 Panorama Markermeer-IJmeer
1.7 Ontwikkelvisie 2030 Zuidelijke Randmeren
1.8 Agenda IJsselmeergebied 2050
1.9 Ruimtelijk-landschappelijk perspectief IJmeer
1.10 Omgevingsvisie NH2050
1.10 Structuurvisie Gemeente Amsterdam
1.10 Omgevingsvisie Gemeente Almere
2.2 Ontwikkelingen korte en middellange termijn
2.1 IJburg II
2.2 Almere Poort
2.3 Woonwijk Overgooi en bedrijventerrein Stichtse kant
2.4 Windmolenparken Xxxx Xxxxxxxxx en Zeewolde
2.5 Naarden buiten de Vesting, Verder met de Vesting Muiden
3. Inventarisatie kansen
3.1 Landschap en cultuurhistorie
3.2 Natuur
3.3 Recreatie
3.4 Opwekking van energie
4. Relevante richtlijnen Leidraad Landschap en Cultuurhistorie (samengevoegd)
1. Visies, beleid en bestuurlijke afspraken
1.1 Toekomstvisie IJmeer
Datum: 2005
Partijen: Provincies Noord-Holland en Flevoland, Gemeenten Amsterdam en Almere, ANWB, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer
Status: vastgesteld
Achtergrond
Al in 2003 waren er op, in en rondom het IJmeer zijn allerlei ontwikkelingen gaande met betrekking tot waterkwaliteit, natuurbehoud en –ontwikkeling en versterking van recreatieve functies. Ook de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam en Almere in en aan het IJmeer was een groot vraagstuk. Eind 2003 was dat aanleiding om onder de vlag van de Vereniging Deltametropool een verkenning te starten. Die inspanningen resulteerden in de ‘Verkenning IJmeer 2004’. Dat rapport schetste een overzicht van de ontwikkelingen in het IJmeer en de mogelijke oplossingsrichtingen voor de gesignaleerde problemen. De betrokken bestuurders wilden dit een vervolg geven in een visie met daadwerkelijke keuzes. Dit resulteerde in 2005 in de Toekomstvisie IJmeer.
Relevante inhoud
In de visie is een aantal lange termijn perspectieven opgenomen, te weten:
• Het IJmeer/Markermeer: ecologische mainport in het wetlandsysteem (2050)
• Het IJmeer: Waterpark van de Noordvleugel (2030)
Daarnaast zijn in de visie denkmodellen opgenomen voor de schaalsprong van Almere, als aanzet voor latere besluiten van het Rijk.
In het kader van het IJmeer als waterpark is het volgende over de Vechtstreek opgenomen: “voor zowel Waterland als de Vechtstreek geldt dat vooral het behoud van de authenticiteit van deze gebieden een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van het Waterpark IJmeer. Alleen kleinschalige ingrepen die tot doel hebben de toegankelijkheid en gebruikswaarde van de waterkant te verbeteren zijn mogelijk, in het bijzonder in de zone IJburg- Muiden.”
Afbeelding: waterpark IJmeer
1.2 Ontwikkelbeeld Noordvleugel 2040
Datum: 2007
Partijen: Noordvleugelpartijen (nu: Metropoolregio Amsterdam) Status: vastgesteld
Achtergrond
Vanaf eind jaren 1980 wordt er tussen Rijk en de grote regio rond Amsterdam, Utrecht en Almere afstemming gezocht over ruimtelijke ontwikkeling. In 1997 ontstaat een bestuurlijke samenwerking die het Noordvleugeloverleg wordt genoemd. In 2007 wordt deze samenwerking omgevormd tot de Metropoolregio Amsterdam (MRA).
In 2007 wordt door de Noordvleugel het Ontwikkelbeeld 2040 vastgesteld. Dit ontwikkelbeeld bevat richtingen op grote opgaven als bereikbaarheid, Schiphol en de schaalsprong van Almere. In 2015 is door de MRA dit ontwikkelbeeld bevestigd als richtinggevend voor de lange termijn.
Relevante inhoud
In het ontwikkelbeeld worden de locaties benoemd waar grote stedelijke ontwikkeling zal plaatsvinden. In relatie tot het IJmeer is daarbij IJburg II, een nieuw eiland bij Amsterdam opgenomen. De schaalsprong van Almere is verder uitgewerkt. Het zwaartepunt van Almere ligt aan de xxxxxxxxx xxx xx xxxx, xxx xx xxxxxxxx is meer groen. Op de noordwestelijk punt van Almere wordt op lange termijn de wijk Almere Pampus ontwikkeld, dit wordt een hoogstedelijk milieu. Aan de ontwikkeling van Almere Pampus wordt de realisatie van een directe verbinding tussen Almere en Amsterdam over het IJmeer gekoppeld.
Afbeelding: Ontwikkelbeeld Noordvleugel 2007
1.3 Bestuursovereenkomst Rijk – Regio programma Amsterdam – Almere – Markermeer
Datum: 2013
Partijen: Rijk, provincies Noord-Holland en Flevoland, gemeenten Amsterdam en Almere
Status: vastgesteld
Achtergrond
In de periode tot 2013 werkten het Rijk en de regio Amsterdam en Almere samen aan een toekomstperspectief in het kader van het Rijk- Regioprogramma Amsterdam – Almere – Markermeer (RRAAM). Dit heeft geresulteerd in de Rijksstructuurvisie Amsterdam – Almere – Markermeer (2013).
Ter uitvoering van deze visie is tussen de betrokken overheden de Bestuursovereenkomst RRAAM gesloten. Tussen het Rijk, provincie Flevoland en Almere is aanvullend de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0 gesloten, waarin specifieke afspraken gericht op de uitvoering van de stedelijke ambitie Almere zijn vastgelegd.
Relevante inhoud
In de bestuursovereenkomst komen de thema’s uit de Toekomstvisie XXxxxx weer terug. Belangrijk is dat bindende afspraken zijn gemaakt over gebiedsontwikkelingen van Almere alsmede de ontwikkeling van de sociaaleconomische en fysieke infrastructuur van Almere.
Specifiek zijn er afspraken gemaakt over de IJmeerverbinding. Deze is gekoppeld aan de ontwikkeling van Almere Pampus. Voor provincie Flevoland en gemeente Almere is deze verbinding voorwaarde voor de ontwikkeling van Almere Pampus. Voor de andere partijen moet er eerst zicht zijn op realisatie van Almere Pampus voordat de IJmeerverbinding verder wordt onderzocht.
De provincie Noord-Holland heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat
zo’n verbinding ondergronds moet zijn.
Andere afspraken zijn op de ecologische ambitie bestaande uit een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem in het Markermeer en het IJmeer die onder meer voldoet aan de Natura 2000 eisen.
Afbeelding: Toekomstperspectief structuurvisie RRAAM
1.4 Verkenning Metropolitane betekenis Markermeer-IJmeer
Datum: 2017
Partijen: Metropoolregio Amsterdam (provincie Noord-Holland, provincie Flevoland, gemeente Amsterdam)
Status: afgerond
Achtergrond
In februari 2016 hebben de MRA-partijen een Actieagenda opgesteld (ruimtelijk-economische agenda 2016-2020). Daarin is als actie opgenomen: de verkenning van de metropolitane betekenis van het IJmeer-Markermeer. Voor de verkenning is als doel gesteld in beeld te brengen welke extra metropolitane meerwaarde uit het Markermeer-IJmeer en zijn kusten de komende jaren (5-10 jaar) haalbaar kan zijn. Het gaat hier zowel om de bestaande meerwaarde, die nu nog niet of onvoldoende als zodanig wordt gezien, als om nieuwe ontwikkelingen. De verkenning agendeert de concrete ontwikkeling naar een metropolitaan Markermeer-IJmeer, die de (internationale) ruimtelijk-economische potentie van dit gebied beter benut en de specifieke kwaliteiten (zowel meer als kusten) versterkt.
Relevante inhoud
Conclusies
De bevindingen van het rapport leiden tot deze conclusies (samengevat):
1) het Markermeer-IJmeer is waardevol voor de MRAen meer betekenen dan tot nu toe is onderkend. Het is goed om het Markermeer-IJmeer beter zichtbaar te maken voor de MRA.
2) De thema’s waarvoor het Markermeer-IJmeer van belang kan zijn voor de MRA krijgen aandacht. Een flink deel daarvan is recent in gang gezet.
3) Bestendiging van de aandacht van de MRA voor het Markermeer-IJmeer is nodig, zowel op korte als lange termijn.
In het Panorama Markermeer-IJmeer van de Stuurgroep Markermeer-IJmeer wordt dit nader uitgewerkt.
Aanbevelingen
1) Grondbalans /grondmotor
a) De MRA vraagt de Stuurgroep Markermeer-IJmeer om een vorm te zoeken om de grondmotor van het Markermeer-IJmeer op gang te brengen en te houden om voor de lange termijn de kansen voor natuurontwikkeling te verzilveren.
2) Snel personenvervoer over water
Een haalbaarheidsonderzoek naar snel personenvervoer in het Markermeer- IJmeer is gewenst. Indien kansrijk, kan het onderzoek verder uitgebreid worden naar IJsselmeer en Randmeren.
Deze aanbeveling is reeds overgenomen in de Samenwerkginsagenda Amsterdam-Almere. Daarnaast bereiden de provincies Noord-Holland en Flevoland momenteel een verkenning voor naar de mogelijkheden van (recreatief) personenvervoer.
3) Aanbevelingen voor de verankering van de bevindingen uit deze verkenning.
1.5 De 10 gouden regels voor het IJsselmeergebied
Datum: 2016
Partijen: Xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx (Xxxxx Xxxxxxxx) Status: afgerond
Achtergrond
De Xxx Xxxxxxxx-leerstoel is verbonden aan de TU Delft en gericht op ‘stedenbouw in relatie tot de fysieke condities van het Nederlandse deltalandschap’. De Van Eesteren leerstoel doet onderzoek naar de ruimtelijke kenmerken van het IJsselmeergebied, en formuleerde een 10 ‘gouden regels’, als handreikingen voor ruimtelijke ingrepen in het gebied. De 10 Gouden Regels zijn ontwikkeld door Xxxxx Xxxxxxxx, hoogleraar aan de TU Delft. De 10 Gouden Regels komen sindsdien in ieder bijna visiedocument terug als richtlijn.
Relevante inhoud
1. Maak het rondje IJsselmeer compleet
2. Benader de kust niet als een lijn maar als een zone
3. Respecteer en versterk de opeenvolging van baaien en kapen
4. Koester en versterk het verschil tussen strakke en grillige kusten
5. Verdedig de grootste open maten in het gebied
6. Intensiveer de verbindingen tussen het water en het achterland
7. Speel in op de diversiteit van het (onder)waterlandschap
8. Buit de diversiteit van het achterland uit
9. Verfijn het netwerk van verbindingen, te land en te water
10. Voeg een paar nieuwe krachtige trekkers toe
5
Afbeelding: Visualisaties bij de 10 Gouden Regels
1.6 Panorama Markermeer-IJmeer
Datum: 2018
Partijen: Stuurgroep Markermeer: de provincies Flevoland en Noord-Holland, de Rijksoverheid, de gemeente Hoorn (namens de Noordhollandse gemeenten rondom Markermeer-IJmeer), de gemeente Lelystad (namens de Flevolandse gemeenten rondom Markermeer-IJmeer) en het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (namens de waterschappen rondom Markermeer-IJmeer).
Status: afgerond
Achtergrond
De Stuurgroep Markermeer-IJmeer (SMIJ) staat aan de lat voor realisatie van het Toekomstbestendig Ecologisch Systeem in het Markermeer-IJmeer, zoals beschreven staat in de Rijksstructuurvisie RRAAM. Om het huidige, kwetsbare systeem om te vormen naar een TBES, moeten er 4 ecologische condities (pijlers) worden versterkt: heldere randen langs de kust, een gradiënt in slib van helder naar troebel water, land-waterzones van formaat en versterkte ecologische verbindingen. Daarnaast is ‘gebruik’ van het Markermeer-IJmeer een belangrijk onderdeel in relatie tot het TBES.
Het Panorama verwoordt ontwikkelingsprincipes vanuit een landschapsecologisch perspectief. Het Panorama is dus geen integraal gebiedsontwikkelingsplan en vooral landschappelijk ecologisch van aard. Verdere ontwikkeling is voorzien onder de vlag van de Agenda IJsselmeergebied 2050 (zie 1.8). Voor het Panorama is ook een onderzoek uitgevoerd naar de belevingswaarden van het gebied.
Relevante inhoud
Het Panorama geeft twee hoofdstrategieën:
Hoofdstrategie 1: van inrichtingsmaatregelen naar kustspecifieke waterlandschappen
Hoofdstrategie 2: van scherpe grens naar een gradiëntrijke ontwikkeling
Daarop volgen ontwikkelprincipes:
• Verbindt ecologie en economie, draagkracht met gebruiksperspectieven
• Robuust ecosysteem als basis voor een metropolitaan waterpark
• Zet in op gecontroleerde ontwikkeling van water- en oeverplanten om voedingsstoffen uit de bodem in het systeem te brengen
• Zet in op 3500-7000 ha areaalvergroting van de ondiepe water- en oevermilieus
• Ontwikkel voor het gebied een kwaliteitsondersteunend zandwinbeleid
• Vergroot de diversiteit en samenhang binnen het onderwaterlandschap
• Koester en versterk de verschillen tussen de vier kustlandschappen
• Intensiveer de samenhang tussen binnen- en buitendijks gebied
• Koester en verdedig de grote schaal van het gebied
• Ontwikkel een kwaliteitsondersteunend beleid voor toepassing van duurzame energie
Afbeelding bij ontwikkelprincipe ‘Intensiveer de samenhang tussen binnen- en buitendijks gebied’.
1.7 Ontwikkelvisie 2030 Zuidelijke Randmeren
Datum: 2008
Partijen: de gemeenten Almere, Blaricum, Bunschoten,
Eemnes, Huizen, Naarden (nu Gooise Meren), Nijkerk en Zeewolde Status: vastgesteld
Achtergrond
Het Gooimeer, het Eemmeer en het Nijkerkernauw worden samen de Zuidelijke Randmeren genoemd. Als opgave één wordt hier het verbeteren van de waterkwaliteit. In het kader van het project BEZEM (Bestrijding Eutrofiëring Zuidelijke Randmeren) is een breed scala aan bron- en effectgerichte maatregelen voorgesteld. Naar aanleiding van BEZEM is afgesproken dat de gemeenten gezamenlijk een Ontwikkelingsvisie gaan opstellen.
Relevante inhoud
In de Ontwikkelingsvisie is beschreven welke extra maatregelen de gemeenten kunnen treffen ter verbetering van de waterkwaliteit.. De Ontwikkelingsvisie schetst daarnaast een beeld van de ruimtelijke ontwikkeling van de Zuidelijke Randmeren en de omliggende kustzone voor de periode tot 2030. Hiermee laten de gemeenten zien hoe de verbeterde waterkwaliteit wordt benut.
Drie principes liggen ten grondslag aan de visie:
1. Rust en dynamiek
2. Dicht en open / geconcentreerd en gespreid
3. Hard en zacht
Afbeelding rechts: visiekaart (deel Gooimeer)
1.8 Agenda IJsselmeergebied 2050
Datum: 2018
Auteur: Rijk, provincies Noord-Holland en Flevoland, gemeenten aan het IJsselmeer
Status: vastgesteld
Achtergrond
In het tweede Nationaal Waterplan is door het kabinet een integrale gebiedsagenda voor het IJsselmeergebied aangekondigd. Met name klimaatadaptie gaf hier aanleiding voor. De agenda focust op de koppeling tussen een robuust watersysteem met andere opgaven, zoals verstedelijking, energietransitie en economische ontwikkeling. De gebiedsagenda is het resultaat van een ruim twee jaar durend gebiedsproces met alle gebiedspartijen.
De gebiedsagenda is daarmee een belangrijk bestuurlijk instrument voor integrale afwegingen over het IJsselmeergebied en levert input voor de nieuwe omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten. Ook wil de agenda de governance van het gebied versterken.
Relevante inhoud
In het document zijn drie hoofd ambities benoemd:
1. Het IJsselmeergebied = landschap van wereldklasse
• Cultuurhistorie als leidraad voor ruimtelijke ontwikkeling
• Ruimtelijke eenheid en diversiteit versterken (link met 10 gouden regels)
• Internationaal voorbeeld voor duurzame ontwikkeling in deltagebieden
2. Het IJsselmeergebied = toekomstbestendig water- en ecosysteem
• Borgen waterveiligheid
• Duurzaam gebruik strategische zoetwater- en drinkwatervoorraad (geen hoger peil dan aangegeven in nieuw peilbesluit)
• Robuust ecosysteem in balans met waterbeheer en gebruiksfuncties
• Duurzame energiewinning met respect voor kernkwaliteiten
3. Het IJsselmeergebied = van vitaal economisch belang voor Nederland
• Aansprekende en gedifferentieerde toeristisch-recreatieve bestemming
• Optimale bijdrage aan woon- en vestigingsklimaat van Nederland
• Sterke nautische economie en meer transport over water
• Duurzame visserij in balans met de productiviteit van het ecosysteem
Afbeelding: opgaven Agenda IJsselmeergebied
1.9 Ruimtelijk-landschappelijk perspectief IJmeer
Datum: 2018
Partijen: gemeente Amsterdam en Almere Status: in ontwikkeling
Achtergrond
Begin 2016 is voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA) een ruimtelijk economische actieagenda opgesteld. In het kader daarvan hebben Amsterdam en Almere gezamenlijk het initiatief genomen op een samenwerkingsagenda op te stellen met drie thema’s:
• Het IJmeer, centraal recreatief waterpark
• Eén woningbouwopgave, één woningmarkt
• Duurzaamheid en economie hand in hand
Onder dit thema is onder meer de afspraak gemaakt dat Amsterdam en Almere een gezamenlijk ruimtelijk-landschappelijk perspectief programma voor de ontwikkeling van de randen en oevers van het IJmeer opstellen, inclusief een inventarisatiekaart van kansrijke plekken voor versterking van recreatie.
Het ruimtelijke-landschappelijk perspectief wordt eerst uitgewerkt, oplevering van het concept is gepland in het najaar van 2018. In het proces zijn gemeenten rond het IJmeer, Regio Gooi en Vechtstreek en provincies gevraagd om te participeren.
Relevante inhoud
Het perspectief richt zich op de randen en oevers van het IJmeer. Er wordt gedacht in samenhangende kustlandschappen: de kust niet als lijn, maar als stelsel van landschappelijke zones van binnen- en buitendijkse gebieden.
Kader is de ontwikkeling van het landschappelijke recreatieve karakter en programma van het IJmeer (‘het IJmeer als centraal recreatief waterpark’). Het resultaat van het perspectief richt zich op de korte en middellange termijn, de langere termijn van het ontwikkelingsbeeld Xxxxxxxxxxxx 0000 wordt wel steeds in ogenschouw gehouden.
Belangrijke ontwikkelingen die in het perspectief aan de orde komen zijn de concrete inpassing van IJburg II, de dijkversterking langs de kust van Waterland en kust van Almere.
1.10 Omgevingsvisie NH2050
Datum: 2018
Partijen: provincie Noord-Holland Status: ontwerp
Achtergrond
In de Omgevingswet worden de wetten op het gebied van de fysieke leefomgeving samengebracht. De wet wordt in 2021 ingevoerd. Volgens de Omgevingswet moeten Rijk, provincies en gemeenten een omgevingsvisie vaststellen. De omgevingsvisie is een strategische visie voor de lange termijn voor de gehele fysieke leefomgeving. De provincie Noord-Holland stevent af op het vaststellen van hun omgevingsvisie in het najaar van 2018.
Relevante inhoud
Naast algemeen beleid voor de leefomgeving in de provincie, schetst de provincie in de visie een aantal samenhangende bewegingen. Eén daarvan is Noord-Holland als dynamisch schiereiland. Deze beweging formuleert ontwikkelprincipes (beleidslijnen) die gerelateerd zijn aan de kust en het water rond de provincie.
Dit zijn:
• Bij nieuwe ontwikkelingen in de kustzone wordt aangesloten bij de verscheidenheid en karakteristieken van de kustlandschappen en aanliggende grote wateren
• Bij nieuwe ontwikkelingen in de wateren wordt aangesloten op de karakteristieken van de kustlijnen
• Ecologische verbindingen worden behouden en aangevuld, met oog op robuuster maken van het ecologisch systeem in de kustgebieden, inclusief de grote wateren
1.10 Structuurvisie Gemeente Amsterdam
Datum: 2011
Partijen: gemeente Amsterdam Status: vastgesteld
Achtergrond
In 2011 heeft de gemeente Amsterdam een structuurvisie vastgesteld. Vooralsnog is er geen omgevingsvisie ter opvolging hiervan.
Relevante inhoud
In de structuurvisie komen de grote ontwikkellocaties zoals IJburg II en Havenstad terug. Ook doet Amsterdam ruimtereservering voor infrastructuur, zoals voor de IJmeerverbinding.
Amsterdam besteed ook aandacht aan het metropolitane landschap en voegt daarbij een kaartbeeld dat verder reikt dan de gemeentegrens. Daarbij valt bijvoorbeeld het toevoegen van een ‘recreatief programma’ langs de zeedijk bij Muiden op. Daarnaast is een recreatief programma met havens bij IJburg ingetekend.
Afbeelding: structuurvisiekaart, Uitsnede (ster is recreatief programma)
Afbeelding: jachthavens bij IJburg
1.11 Omgevingsvisie Gemeente Almere
Datum: 2017
Partijen: gemeente Almere Status: vastgesteld
Achtergrond
In 2017 heeft de gemeente Almere een omgevingsvisie vastgesteld, wettelijk formeel nog een structuurvisie.
Relevante inhoud
In de structuurvisie komen de grote ontwikkellocaties zoals Almere Pampus en Almere Poort terug. Ook doet Almere ruimtereservering voor infrastructuur, zoals voor de IJmeerverbinding, verbreding van de A27 en de aanleg van een spoor langs de A27 (Stichtse lijn). Voor de ontwikkellocaties op lange termijn wordt er nog van ruimtereserveringen gesproken.
Almere benoemt ook enkele zoeklocaties voor windmolens. Eén daarvan is de Stichtse Kant, het bedrijventerrein direct aan het Gooimeer. In het kader van het project ‘Almere geeft energie’ wordt door de gemeente aangegeven hier op dit moment geen actie op te ondernemen. De geplande windmolenparken Xxxx Xxxxxxxxx (op Almere Pampus) en Zeewolde (o.a. in de bocht A27/A6) worden wel ontwikkeld (zie hieronder bij 2.4).
Afbeelding: toekomstige ruimtereserveringen omgevingsvisie Almere
1.12 Bestuurlijke gremia
Bestuurlijke gremia
Met de veelheid aan beleid komt ook een groot aantal informele en formele overlegstructuren. Vanuit de agenda IJsselgebied is de wens om de coördinatie te verbeteren tussen de verschillende gremia. Er is daarvoor een Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied Integraal (BPIJ-Integraal) en een jaarlijkse Verenigde Vergadering.
De gemeenten uit de regio zijn direct vertegenwoordigd bij de Coöperatie Gastvrije Randmeren. Namens Gooi en Vechtstreek zijn gemeenten vertegenwoordigd in MRA-verband. In de MRA ligt tot heden echter met name focus op het IJmeer en Markermeer.
2.2 Ontwikkelingen korte en middellange termijn
2.1 IJburg II
Planning: 2018 - 2033
Partij: gemeente Amsterdam Status: in ontwikkeling
Achtergrond
IJburg aan de oostkant van Amsterdam bestaat uit zes eilanden waarop circa
18.000 woningen worden gebouwd voor zo'n 45.000 inwoners. Tot de aanleg van de wijk werd in 1996 door de gemeente Amsterdam besloten. De aanleg van de eilanden gebeurt in twee fasen. De eerste fase bestaat uit Steigereiland en Haveneiland. Van de geplande 9.200 woningen op beide eilanden zijn er nu ruim 8.000 gebouwd.
De tweede fase is gestart met Centrumeiland. Strandeiland is het volgende te maken eiland. Strandeiland heeft in zijn eindvorm een oppervlakte van zo’n 150 hectare, wat vergelijkbaar is met Haveneiland en Centrumeiland bij elkaar. Medio 2018 start de gemeente met het landmaken van de 1e fase van het Strandeiland, ruim 80 hectare land. Parallel wordt gewerkt aan het stedenbouwkundig plan voor Strandeiland. Daarbij wordt ook een relatie gelegd met het laatste eiland van IJburg, Buiteneiland. In 2019 volgt hier bestuurlijke besluitvorming over zodat in 2020 eerste kavels op de markt kunnen komen.
Over circa 15 jaar moet de ontwikkeling zijn afgerond.
Relevante inhoud
De tweede fase van IJburg is de laatste grote uitleglocatie in het IJmeer. De impact op het IJmeer is door het verlies aan wateroppervlak vanzelfsprekend groot. Daarnaast komen er ook nieuwe functies voor recreatie. Zo zal er een buitenhaven komen. Bij de ontwikkeling van IJburg zal ook ruimte moeten zijn voor het verbinden van de natuur tussen het Waterland en het achterland van de Vechtstreek, zoals het Naardermeer (via de Waterlandtak).
Afbeelding: IJburg fase I en II (bron: Parool)
2.2 Almere Poort
Planning: 2018 – 2033 Partij: gemeente Almere Status: in ontwikkeling
Achtergrond
Langs het IJmeer, aan de zuidoostkant van Almere, wordt stadsdeel Almere Poort ontwikkeld. Langs de kust wordt Almere Duin ontwikkeld. Duin omvat straks ongeveer 3.000 woningen die midden in een landschap van (kunstmatige) duinen, strand en bos komen te staan. Xxx xxxxxxx xxx X0, xxx xxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxx, ligt het Almeerderstrand (het voormalige Muiderstrand). Langs het strand ligt de Marina Muiderzand, deze jachthaven is aangelegd in 1989 en heeft 950 ligplaatsen.
Relevante inhoud
De raad heeft in 2011 het Ontwikkelingsplan Duin vastgesteld, dat de basis vormt voor de gebiedsontwikkeling in de kustzone en de kaders bevat voor de gewenste ontwikkeling van het binnendijkse en buitendijkse plangebied.
Hierbij is een continue duinlandschap opgenomen dat de verbinding vormt tussen het binnendijkse en het buitendijkse gebied.
De komende 15 jaar wordt het gebied ontwikkeld. Daarbij wordt ook voorzien in uitbreiding van de jachthaven. Nabij de A6 wordt nieuw strand opgespoten, dat is aangewezen voor middelgrote (maximaal 30.000 bezoekers per dag) en andere, kleinere evenementen.
Afbeelding: indicatief beeld ontwikkeling Almere Duin (bron: gemeente Almere)
2.3 Woonwijk Overgooi en bedrijventerrein Stichtse kant
Planning: korte tot middellange termijn Partij: gemeente Almere
Status: in ontwikkeling
Achtergrond
Ook aan de zijde van het Gooimeer is Almere in ontwikkeling. Hier ligt niet het zwaartepunt van de groei. Het gebied wisselt af tussen bossen die onderdeel zijn van het Nederlandse Natuurnetwerk en ontwikkelgebieden. Ten westen van de Stichtse Brug zijn dat bedrijventerrein Stichtse Kant en de wijk Overgooi.
Relevante inhoud
De wijk Overgooi valt onder het stadsdeel Almere Haven en is de meest exclusieve villawijk van Almere. De dichtheid is laag en de maximaal toegestane hoogte circa 15 meter. Overgooi is eind jaren 1990 gestart en sindsdien zijn er circa 150 villa’s gerealiseerd. Er worden nog steeds kavels uitgegeven.
Naast de Stichtse Brug is het bedrijventerrein Stichtse Kant gepland. De ontwikkeling zal steeds verder naar het Gooimeer opschuiven. Een groot deel van het terrein is nog niet uitgegeven. In 2014 is het meest actuele verkavelplan vastgesteld.
Afbeelding: ruimtelijke plannen
Afbeelding: verkavelingsplan Stichtse Kant
2.4 Windmolenparken Xxxx Xxxxxxxxx en Zeewolde
Planning: 2018 - 2021 Partij: private partijen Status: in ontwikkeling
Achtergrond
In onder meer de omgevingsvisie van Almere en structuurvisie Oosterwold staan enkele ruimtereserveringen benoemd voor windmolenparken.
Twee daarvan worden de komende jaren in ontwikkeling gebracht.
Relevante inhoud
Op Almere Pampus wordt het huidige windmolenpark Xxxx Xxxxxxxxx vernieuwd. De huidige oranjerode windmolens (67 meter ashoogte en 100 meter tiphoogte) zijn in 2025 technisch op.
De lokale energiecoöperatie Almeerse Wind en Nuon ontwikkelen het nieuwe park. De nieuwe molens worden hebben een ashoogte van 100 meter en een tiphoogte van 150 meter.
Afbeelding: nieuwe windpark Xxxx Xxxxxxxxx
Windpark Zeewolde is een initiatief van Ontwikkelvereniging Zeewolde, die bestaat uit bewoners, agrarisch ondernemers en moleneigenaren uit ontwikkelgebied Zuidelijk Flevoland.
De huidige 220 windmolens uit het gebied zullen plaats maken voor 91 grotere, modernere windmolens. De zullen een hoogte van 90 tot 150 meter hebben (ashoogte) en een tiphoogte maximaal 220 meter. De hoogste komen langs de snelwegen (hieronder groen afgebeeld).
Afbeelding: windpark Zeewolde
2.5 Naarden buiten de Vesting, Verder met de Vesting Muiden
Planning: 2016 t/m 2020
Partij: Regio Gooi en Vechtstreek, gemeente Gooise Meren, provincie Noord- Holland, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Rijkswaterstaat
Status: realisatie
Achtergrond
In het programma Naarden buiten de Vesting werken de betrokken overheden samen aan de verhoging van de recreatieve, de cultuurhistorische, de ecologische en de landschappelijke waarde van het gebied tussen Naarden- Vesting en Muiden. Hiervoor wordt onder meer geïnvesteerd in vaarverbindingen, wandelroutes en het behoud van de schootsvelden.
Het programma bestaat uit verschillende samenhangende projecten. Elk project draagt bij aan de uitstraling van het gebied tussen Naarden-Vesting en Muiden.
In het programma Verder met de Vesting Muiden werken de betrokken overheden samen aan het behouden en versterken van de identiteit en leefomgeving van Muiden. Het programma bevat projecten om bereikbaarheid, natuur, cultuurhistorie, landschap, landbouw, recreatie en beleving te verbeteren. Zo worden de oostelijke vestingwallen en het open polderlandschap in de schootsvelden hersteld, een groot natuurgebied gemaakt en recreatieve paden aangelegd.
Relevante inhoud
Beide programma’s hebben een duidelijke relatie met het IJmeer en Gooimeer. In het kader van Naarden buiten de Vesting wordt een vaarverbinding tussen de Vecht en het Gooimeer gemaakt. Beide programma’s bevatten projecten voor uitbreiding van passantenligplaatsen voor sloepen. De vestingwerken van Muiden worden ook hersteld.
3. Inventarisatie kansen
3.1 Landschap en cultuurhistorie
In het Landschapsbeeld Gooi en Vechtstreek zijn landschappelijke structuren en elementen benoemd die voor de regio van waarde zijn. Het versterken van deze elementen kan als een kans worden verwoord. Structuren en elementen die hierbij genoemd kunnen worden zijn:
• Openheid van de meren
• De overgang tussen verschillende landschapstypen, hier open water en het land
• De voormalige zeedijken en de klifkusten
• De overgebleven gronden van de Erfgooiers (Naardermeent, de Kampen)
• Voormalige buitenplaatsen nabij de kust
• Militair landschap en werken, hier met name vestingsteden, forten, schootsvelden en kleinere werken op de dijk
• Zanderijen en zandafgravingen
In de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie zijn ook kansen voor verbetering genoemd. Hieronder wordt per element, zoals hierboven benoemd, kansen beschreven.
Diversiteit en overgang van landschappen
• De kust is meer dan de dijk alleen. Voorland en achterland horen bij elkaar en beïnvloeden elkaar.
• Het hanteren van het contrast tussen oude en nieuwe kusten als ordeningsprincipe.
• Behandel de grillige (bijvoorbeeld Waterland) en de strakke kusten (bijvoorbeeld Wieringermeer) ieder op een eigen manier. Ga uit van de karakterverschillen tussen historische kusten en nieuwere kusten: kronkelig versus rechtlijnig, steil talud versus breed talud, voorlanden versus scherpe grens, ligging van de weg op of achter de dijk
Historische zeedijk en zuidelijke Gooimeerkust
• Stimuleer kleinschalige recreatieve voorzieningen in de kustzone. Gebruik hierbij de vormentaal die is ontwikkeld voor de ‘Natuurboulevard’.
• Versterk de continuïteit van de route van de voormalige Zuiderzeedijk ter hoogte van het Naarderbos. Maak het verloop van de cultuurhistorische dijk meer zichtbaar.
• Sluit bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen langs de kust (routes, havens, etc.) aan bij de vormgevingsprincipes en de vormentaal die is ontwikkeld voor de ‘Natuurboulevard’.
• Breng het badplaatskarakter terug in Muiderberg. Wees zuinig op de historische elementen zoals stranden en steigers.
Revitalisering van de buitenplaatsen
• Gebruik de historie van de buitenplaatsen om het landschap beleefbaar te maken.
Versterking van het militaire landschap
• Herstel van de schootsvelden van Muiden en Naarden. Verbeter het zicht op de vesting en omgekeerd het zicht vanaf de vestingwerken naar het buitengebied.
Herstel van verdwenen delen van vestinggrachten en vestingwerken.
• In Muiden zijn rond de ravelijnen grachten gedempt en is een dam in het noordwestelijk deel gelegd (Kadesloot). Ook zijn er nog delen van de vesting die nog niet zijn of worden hersteld (zoals restant bastion XII). In Naarden is het noordelijkste deel van de vestinggracht vergaand verland.
Beschouwing van de kust als zone, niet als lijn.
• Combineer in de kustzone eisen voor waterveiligheid met kansen voor ecologie, energiewinning, recreatie en toerisme.
• Lever maatwerk, afgestemd op de landschappelijke karakteristiek van de kusten.
Versterking van de ruimtelijke opbouw in het Gooimeer
• Versterk de verschillen tussen oud en nieuw land. Behandel de Gooimeerkust als een doorlopende kustlijn. Versterk de lengtewerking van het meer.
Versterken van de samenhang van de vesting Naarden met het omliggende zanderijlandschap
• de schootsvelden van Naarden zijn minder goed behouden gebleven dan de vesting zelf. Rondom de vesting werden gronden afgezand om ze onder water te kunnen zetten. Meer naar het oosten vonden afzandingen plaats bij buitenplaatsen. Deze diepgelegen en door bos omsloten zanderijen zijn met een stelsel van waterlopen en kleine zanderijvaarten verbonden met de vestinggracht.
• Zorg dat de brughoofden van de Hollandse en de Stichtse brug zich gaan onderscheiden van de kusten. Wees terughoudend ten aanzien van bebouwing langs de brughoofden en houd de beplanting laag.
3.2 Natuur
Aanvullende natuurverbindingen tussen de meren en het achterland Een doelstelling van het Nederlandse Natuurnetwerk is het verbinden van het Naardermeer, Vechtplassen, Gooimeer, IJmeer en Waterland om zo een robuust netwerk te creëren voor flora en fauna die goed gedijd in natte(re) omgevingen. In dat kader zijn de afgelopen jaren natuurverbindingen onder en over de A1 gemaakt, zoals een aquaduct onder Vecht.
Met het Tracébesluit SAA is de keuze gemaakt waar de Waterlandtak en de Gooimeertak aangelegd worden. Dit waren echter niet enig denkbare tracés. Eerder om diverse redenen afgevallen verbindingen kunnen een waardevolle aanvulling zijn en de natuur robuuster maken. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan de verbinding tussen het Naardermeer en het IJmeer via de vestinggracht van Muiden. En tussen het Naardermeer en Gooimeer via de vestinggracht van Naarden en de Naardermeent.
Afbeelding: Natuurplan provincie (oud) en Toekomstvisie Vesting Naarden en omgeving (GNR)
En tussen de verschillende meren, met name om de geïsoleerde ligging van Muiderberg te verbeteren.
Natuurontwikkeling in het Gooimeer
Goois Natuurreservaat en Natuurmonumenten hebben een ambitiedocument opgesteld met ambities voor natuur in de regio. Eén van de ambities betreft het Gooimeer: “De wateren en oevers van het Gooimeer en Eemmeer bieden kansen voor versterking en ontwikkeling van natte natuur in de vorm van ondieptes, eilanden en brede oeverzones. Dieren als otter, bever en zeearend kunnen hiervan profiteren. Bovendien kunnen het Gooimeer en Eemmeer hierdoor aantrekkelijker worden voor waterrecreatie.” (bron: Ambitiedocument Goois Natuurreservaat en Natuurmonumenten)
Ook in de Ontwikkelvisie Zuidelijke Randmeren staat het versterken van de ecologische verbindingen benoemd:
Ecologische verbindingszone Baai van Ballast – IJburg II
In de verbinding tussen de IJmeerkust en Waterland speelt de Baai van Ballast een belangrijke rol. Hier is al natuurcompensatie voor IJburg I gerealiseerd door aanleg van een kreek en luwtedam. In het ruimtelijk perspectief IJmeer i.o. is de verbinding naar het Waterland langs de oever van IJburg II getekend. De combinatie met zo’n verbindingszone biedt kansen voor natuur en mogelijk ook voor recreatie.
Afbeelding: Verbinding Waterlandtak via IJburg (concepttekening Ruimtelijk Landschappelijk Perspectief IJmeer)
Verbeteren natuurbeheer in Naardermeent en de Kampen
De Naardermeent en de Kampen zijn voormalige buitendijkse hooilanden. De Naardermeent is onderdeel van het Natura 2000-gebied Eemmeer/Gooimeer Zuidoever. De Kampen grenst hier direct aan. In beide gebieden is de eigendom versnipperd, waardoor het natuurbeheer niet optimaal is. Het functioneren van deze gebieden is belangrijk rust en foerageergebied voor vogels in de meren.
Afbeelding: versnipperd eigendom in de Kampen
3.3 Recreatie
3.3.1 Inspiratiesessie ‘Kwaliteitsplek Kustlijn en havens langs de Zuiderzee’
Regionaal zijn in 2017 vijf kwaliteitsplekken vastgesteld. De vijf kwaliteitsplekken vormen samen dé unieke kwaliteit van de regio uit cultureel en recreatief/toeristisch perspectief. De vijf kwaliteitsplekken zijn:
1. Kustlijn en havens langs de Zuiderzee
2. Kunstdorpen
3. Mediastad
4. Buitenplaatsen en Plassengebied
5. Fortenland
Tijdens de inspiratiesessie op 17 september 2018 zijn diverse stakeholders gezamenlijk aan de slag gegaan met de culturele en toeristisch-recreatieve opgaven bij het thema ‘Kustlijn en havens langs de Zuiderzee’.
Doel van de bijeenkomst was:
• verkennen ontwikkelingen
• mogelijke kansen die we op dit moment laten liggen.
• eerste stappen richting het concretiseren van toekomstplannen. Bijvoorbeeld door gezamenlijk culturele en toeristisch-recreatieve projecten en producten op te zetten.
Dit alles met als doel het versterken van de culturele en toeristisch-recreatieve infrastructuur. Uit de bijeenkomst is op een aantal punten een duidelijke gemene deler gekomen. Dit betreft:
• De regio heeft grote historische en landschappelijke kwaliteiten. Benut deze.
• Benoem waar je inzet op versterken van het bestaande (voorbeeld: Vesting Naarden) of waar ruimte (nodig) is voor nieuwe ontwikkeling.
• Zoek een goede balans tussen de belangen van bewoners en bezoekers. De leefbaarheid is heel belangrijk.
• Verbinden en bereikbaarheid:
🢭 verbindt de kustlijn en de plaatsen met elkaar.
🢭 Breid verbindingen over het water uit. Verbeteren mogelijkheden meerdere doelgroepen, zeker de sloep is een belangrijke doelgroep.
🢭 Zorg ook voor verbinding met het achterland.
🢭 Zorg dat mensen de kustzone en plaatsen kunnen bereiken, het openbaar vervoer moet zeker beter.
• Zorg dat mensen langer kunnen blijven (en de regio bezoeken).
• Respecteer de natuur als intrinsieke kwaliteit, maar zoek ook versterking tussen natuur en recreatie.
• Er moet regionaal worden afgestemd en keuzes worden gemaakt waar nodig.
3.3.2 Overige bronnen
Uit de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie en de ’10 Gouden Regels’:
Benutten van de kwaliteiten van de historische Diemerzeedijk en Gooimeerkust ter versterking van de (recreatieve) beleving
• Stimuleer kleinschalige recreatieve voorzieningen in de kustzone. Gebruik hierbij de vormentaal die is ontwikkeld voor de ‘Natuurboulevard’.
• Breng het badplaatskarakter terug in Muiderberg. Wees zuinig op de historische elementen zoals stranden en steigers.
• Zorg waar dit mogelijk is voor een wandel- of fietspad op de kruin van de dijk. Het biedt unieke panorama’s naar twee kanten (‘Hollandse bergkam’).
• Creëer mogelijkheden voor recreatieve ommetjes waarbij dijk en achterland met elkaar verbonden worden.
• Zorg dat recreanten op plekken op en langs de dijk kunnen ‘landen’ met goed vormgegeven uitzichtplekken. Streef daarbij naar sober, maar zorgvuldig vormgegeven elementen (‘aanleidingen’) die passen bij de maat en schaal en het stoere karakter van dijken
• Zorg voor continuïteit en ruimtelijke logica van de routes vanuit het stedelijk gebied of achterland naar de kust- en dijkzone en beperk zo het aantal informatieborden en richtingaanwijzers.
Gebruik van de diversiteit van het (onder)waterlandschap (kans).
• Speel in op verschillen in de ondergrond. Het IJsselmeer is relatief diep, dynamisch en helder, het Markermeer is relatief ondiep en luw (kans).
Intensiveer de verbindingen tussen het water en het achterland
• Denk dwars op de dijk!
• Koppel binnendijks en buitendijks water
• Verbeter de kwaliteit van de schakelpunten tussen land en water als publieke plekken, zoals in historische situaties (dam/sluis = plein, haven = stadsgracht).
• Maak de binnendijkse stelsels beter publiek bruikbaar.
Buit de diversiteit van het achterland uit
Verfijn het netwerk van verbindingen, te land en te water
• Zorg dat je meer ‘rondjes om/in/rondom het IJsselmeer’ kunt maken, en
dat je meer (on)gelijksoortige bestemmingen kunt combineren.
• Investeer in vervoer over water: het is het middel om mobiliteit, toerisme en recreatie sterker te koppelen aan het beeld van het IJsselmeergebied als geheel.
• Benut en ontwikkel daartoe bestemmingen in de zone tussen land en water.
• Investeer in de ruimtelijke kwaliteit van de aanlandingen (blikvangers, herkenbaarheid).
• Investeer in de multifunctionaliteit van de aanlandingen
• Zorg dat verbindingen en aanlandingen interessant zijn voor ‘landrot’ en ‘waterrat’, voor bezoeker en bewoner.
• Koppel land- en waterverbindingen, creëer overstaps tussen m.n. veerboten, fietsroutes en openbaar vervoer. Faciliteer bike/boat arrangementen.
3.4 Opwekking van energie
Er zijn geen concrete plannen voor het opwekken van energie in het IJmeer of Gooimeer. Wel zullen de parken Xxxx Xxxxxxxxx en Zeewolde te zien zijn vanaf het IJmeer en de kust van Gooi en Vechtstreek.
Het huidige beleid van Noord-Holland staat windmolens niet toe in het IJmeer of Gooimeer. Ook zonnevelden worden in gebieden met een beschermde status niet toegestaan.
In de LLC (zie onder 4.) geeft de provincie wel inzicht in de randvoorwaarden vanuit het landschap: “Een enkel eiland, baken of mast past daarbij, maar grootschalige lijnopstellingen van windmolens of rechte dijktrajecten passen daar niet bij.”
4. Relevante richtlijnen Leidraad Landschap en Cultuurhistorie (samengevoegd)
Behoud van de ruimtelijke opbouw, variatie en zichtbaarheid ontstaansgeschiedenis
• Creëer een gevarieerd kustlandschap waarin de ontstaansgeschiedenis afleesbaar blijft.
• Versterk de verschillen tussen oud en nieuw land. Behandel de Gooimeerkust als een doorlopende kustlijn. Versterk de lengtewerking van het meer.
• Zorg ervoor dat de openbare toegankelijkheid van de kust (openbare plekken aan het water) gegarandeerd blijft bij de ontwikkeling van ‘waterfronten’.
Behoud van de karakteristieke silhouetten, openheid meren.
• Behoud het herkenbare silhouet van de Zuiderzeestadjes (Muiden, …) en
-dorpen (…).
• Behoud van de grote open maten van het water.
• Beschouwing van de kust als zone, niet als lijn.
• Houd lengteassen van het grote open water open.
• Voorkom dat het Gooimeer aan de uiteinden ruimtelijk afsloten wordt.
• Zorg dat de brughoofden van de Hollandse en de Stichtse brug zich onderscheiden van de kusten. Wees terughoudend ten aanzien van bebouwing langs de brughoofden en houd de beplanting laag.
Behoud openheid van het militair-strategische landschap
• Houd schootsvelden van vestingsteden en forten open; behoud de zichtrelatie tussen fort en acces.
• Behoud het zicht op de verdedigingswerken van Muiden en Naarden. Houd het Muiderslot als landmark dominant in beeld.
• Het behouden en vergroten van openheid van de inundatievelden.
• Houd de zanderijen rond Naarden open en vlak. Laat de bodems intact en respecteer het patroon van waterlopen. Plaats bebouwing alleen op de steilranden.
Behoud van de kwaliteit van de historische Diemerzeedijk en de Zuiderzeekust langs het Gooimeer
• De kwaliteit van de Diemerzeedijk zit in het historisch kleinschalige en slingerende karakter van de dijk in contrast met de stedelijke functies. Versterking van dit karakter stelt beperkingen aan de recreatieve capaciteit. De onderdelen van de Diemerzeedijk die deel uitmaken van De Stelling van Amsterdam verdienen een zorgvuldige behandeling van dijk en dijklandschap.
• Ga tussen Muiden en Muiderberg zorgvuldig om met het historische karakter en de kleine strandjes met essen langs de dijk.
Behoud van de grote open maten van het water.
> Ga bewust om met de ruimtelijke invloed van windturbineparken en hoge gebouwde elementen op de maat en schaal van het IJsselmeer en het Markermeer. Houd er rekening mee, dat elementen met een zeer grote maat, zoals windturbines, de beleving van de maat van een open ruimte beïnvloeden. Beleving van de ruimte betreft meer dan alleen de vraag of iets zichtbaar is of niet.
Het hanteren van het contrast tussen oude en nieuwe kusten als ordeningsprincipe.
> Behandel de grillige (bijvoorbeeld Waterland) en de strakke kusten (bijvoorbeeld Wieringermeer) ieder op een eigen manier. Ga uit van de karakterverschillen tussen historische kusten en nieuwere kusten: kronkelig versus rechtlijnig, steil talud versus breed talud, voorlanden versus scherpe grens, ligging van de weg op of achter de dijk.
> Gebruik dit ordeningsprincipe ook als afwegingskader voor grootschalige ingrepen, bijvoorbeeld ten behoeve van energieproductie.
> Zorg dat ruimtelijke toevoegingen het dijkverloop langs grillige historische kusten de bijzondere plekken articuleren en verfijnen. Een enkel eiland, baken of mast past daarbij, maar grootschalige lijnopstellingen van windmolens of rechte dijktrajecten passen daar niet bij.